De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 14 oktober pagina 7

14 oktober 1906 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

1529 DE A^SMOfcDAMMEfr" WEEKBLAD' VÓÓK «en uit Paal-* tot onderworp of visgoher?, of Stinderen. Oude huizen te. Monnikendam. ?' Co. in hare kunstzaal de tentoonstelling dier werken uit Paul Rink's atelier. Dien dag, en '27, 28 en 29 October blijft de tentoon-4 De sluizen te Enkhuizen. i Aan het eindadazer maand, den- 26«tea stettiug geopend, want alle,werken 55 October opent de firma Frederik Muller & schilderijen en 155 waterverfteekeningen worden reeds den SOsten October verkocht. Sehilder Josselin de Jong, die zijn kunst broeder zoo spoedig in den dood volgen zon, heeft toen hij de schilderijen en waterverf teekeningen uit Paul Rink's atelier zag, gezegd: i,Die hem'goed kenden, weten dat Rink werkte voor de vreugd van den arbeid zelf, met echten hartstocht, en zij zullen gevoelen, dat hij een tijd van waar geluk doorleefde, dat «lechts het deel wordt van hen, die met zekerheid hun weg gevonden hebben". ^ iiiiliiliiiiiiiiliiWlillutlMHlliilluitflimiiiliMlllimillilliiimiiiiHtiMimtiiiiliiiiiiiim miiiiiiiiliiiiiiniimiimmiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiniiiiiiiiiiriiiiiimuHimiiiiiimiMiiiiiiiiiiiHiiiiiiMiii r Künatverkooping. De expert J. Soairlman te Amsterdam heeft eene zér kostbare verzameling'van ^eldzame kunstvoorwerpen uit den tijd der Middeleeuwen en der Renaissance bijeen gebracht: beeldhouwwerk, Gothisch zilverwerk, Getijdeboekenv enz. Verder 17e eeuwsche oudheden en kostbaarheden; Delftseh aardewerk VaH de beste en oudste merken*, Onineesch-, Japansch-, Höchster-, Frankenthaler-, Fransch-, Saksisch- en velerlei ander soort porcélérn; Venetiaansche spie gels, Paarlen, Eoperwerk, Japansche kunst, Oude en nieuwe schilderijen, Prenten, enz. De geheele zeldzame verzameling wordt van 16-"-19 October verkocht in De Brakke Grond" te Amsterdam, en is aldaar voor een iegelijk te zien: Zaterdag 13, Zondag 14 en Maandag 15 October van 10 tot 4 uur. Spaanseh kunstwerk in goud, met versiering van email en bergkristal, fiiimiiiiiMHiiiiiiiiimmiiiiiiiiffiiijijiimmmjiiiimffjiifiiiimiiiiiiimlffi Een hulde pan den Gedenkpenningen,., geslagen ter herinne ring aan de b,ïzöndere .feesten, betrekkelijk den Amsterdamsohen stadsschouwburg en de Kamers, waaruit' deze ont«t*aii is, zijn er niet vele; De toegangsloodjes voor de Hollandsche en Brabantsche Rederijkers kamer meegerekend, zijn de volgende bekend : ^Zilveren Toegangspenning tot de Rede rijkerskamer te Amsterdam: In Liefde Bloeyende'V 17de Eeuw. ZilvereiToegéngspeniiing tot de Brabant?? & ,{ ^w*^^"*^?^ sche Rederjiikeygkamei téAmsterdam, met het opschrift: jW|tjftyender Jonste". 17deEeuw. Van deze kamer,was er zoowel,een groote als kleine tpegaBegpenüinsf.. De groote waarBchijnlijk Toor de .hoofden. 'De heer- D. C. Meqer Jr., bezit een groote met het jaartal 1611, en A..& ate voorletters van den naam van den grat«ur. : ?"'.. f ; Zilveren .'Toegangspenning tot Coster's Akademie. Ruitvormig schildje, een bijen korf naast «en egelantier, waar bijen rondom vliegen. Ónderschrift: Y. V. E. R. 17de Eeuw. Zilveren Toegangspenning tot de Amstelredamsche Camer", ontstaan uit de vereeniging van de Rederijkerskamer In Liefde Bloeyende" en Coster's Akademie. Jaartal 1633. Zilveren Toegangsbewijs tot den Schouw burg" van 1?38?1665. Zilveren Penniirg.«p bet Eeu#fee$t va». den Bchojifeburg, 1*738.. ?.-,.-^:-,-i.^--^-.-f-.-'i ? Zilverenpenning op het?v.erh>'andén van den schouwburg op de Keizersgracht, 11 Mei 17.T2. Bronzen penning op het 50-jarig bestaan van den stadsschouwburg op het Leidscheplein, 1824". Ontworpen door H. Westhoff Jr. en geteekend door J. F. Sartorius. Zilveren en bronzen gedenkpenning op Bet tweehonderd-jarig bestaan van het Am sterdamsen stadstooneel, 1838. Zilveren penning op de verbouwing van den stadsschouwburg, door J. Elion, 1873. Een hulde, door den Raad van Beheer der Kon. Ver. Het Nederl. Tooneel, aan zijn regisseur W. P. de Leur gebracht, bij ge legenheid van zijn 40-jarigen tooneeldienst, heeft de tooneel-gedenkpenningen.met n vermeerderd. Genoemde Raad heeft in de Koninklijke Utrechtsche Fabriek van Zilverwerken van C. J. Begeer te Uitrecht een gouden legpenning laten slaan, vermeldende aan de eene zijde -de aanleiding, de woor den, omgeven met een tak van eikenblaren, zinnebeeld van burgerdeugd, en bevat tende aan de keerzijde het embleem van den schouwburg: een bijenkorf met egeiantier er om, en zwermende bijen, met onderschrift: .?Door Yver in Liefde Bloeijende". Om dit geheel duiden de woorden: Ko ninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel" den naam der schenkster aan. R. iiiinniiHimiimuiiHiHimiilEiiiiiiimimiimliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii minimin IMIIIIIIIIIIIIIIIIlMMIMIlMIIIIIIIIJIIIIIIMUMimiMIUm Mr. C. A. COSMAN. f Zonderlinge toevalligheden heeft het lot. Cosman is ten grave gedragen den dag eer hij, ditmaal in wettelijken zin, voor den rechter, als getuige, verschijnen zou. Neemt men het woord in ruimere beteekenis: nooit deed hjj anders. Voor Cosman was de balie, haar belang, haar invloed, haar uiting niet slechts leven^eroep, maar gezichtseinder. In haar zocht en vond hij zyn arbeidsveld. Met haar ?w^reenzelvigde hij zich. Zoo iemand, was bH ertoe geroepen, door dege lijke vorming/klaar wrstand, helder inzicht, veelzijdig talent, straks, breede en gerijpte ervaring. Bovenal, door den kenmerkenden karaktertrek, -fleittel tot geheel zijne per soonlijkheid;;; soberheid. Recht op het doel ging hu af, in kabinet of audientiezaal, de zaak, met n oogopslag, in haar geheel overziend. Als pleitbezinger was hij geducht. door het schijnbaar koude woord, maar koud gelijk staal net is, doordringend tevens. Fel waren zijne slagen, ieder beeld ver smadend, den wederpartijder te lijf gaand door vast aaneengeschakelden, zakelijken, bondigen redeneertrant. Meene men nu niet, dat zijne soberheid in onaandoenlijkheid ontaardde. Van gansch het rijke leven was geen enkele zijde hem vreemd. Bekoring echter scheen voor hem enkel te hebben, hetgeen in den logischen vorm eener sluitrede zich brengen laat. Voeg daarbij eene onkreuk bare rechtschapenheid, en gij hebt de stof, waaruit de rechtsbeoefenaar naar der Ouden voorschrift: den onverpoosden wil om ieder het zijne te geven, wordt geweven. Deze, in hare eenzijdigheid,eerbied waardige leuze der Romeinen had Cosman als ideaal zich gesteld! Zijne groote begaafdheid maakte hij dienstbaar in de daardoor aangewezen richting. Dienvolgens was het stellige Recht hem: Recht töut court en zou hij bespie geling heeten niet zonder bijsmaak van Zeldzame porceleinen beeldjes: Höchster-porcelein". Veelkleurige groep. Frankenthaler porcelein. iimiiiiMMiMiiiiiitiiimiiii iiiMimiMiiiiiiiiimniiimmmiiiiiiiimi iiiuiiiiiiiiiiiiiini IIIIIIIIIIIMIIII MiiimiimiiiiiiimiiimiiiiniiHim miiiitiimiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiimiMiijmmuiiiiiiiii iiimm berisping iederen twijfel aan de stellig heid der bestaande rechtsorde. Daaruit af te leiden, dat Cosman's geestes richting conservatief getint was, zou niet ge' waagd zijn. Bemoeiing met de openbare zaak was voorzeker hem niet vreemd»*Als lid d§r Provinciale Staten en als rechtsgeleerd raads man van een onzer leidende, organen, kwam hij met haar in aanraking. Toch lag het eigenlijke politieke leven buiten zijne gedachtensfeer en voorkeur. Of hij de zoo genaamde sociale wetgeving meer dan als belangstellend toeschouwer volgde f twijfel schijnt geoorloofd. 'De rechtsbeoefening.uitsluitend geschoeid opRonreinschrechtelijke leest, is meer geschikt tot het aanwakkeren der neiging van t wedenheid met, dan tot het kweeken der zucht tot hervorming van het bestaande. Waar echter, gelijk bij Cosman het geval was, krach,tdadige en zelfopofferende liefde voor minbedeelden in gestadige inspanning haren prikkel doet gevoelen, is bedoelde leemte verschoonbaar. Zóó ging Cosman zonder vertoon zijn weg, velen een vertrouwbaar raadsman, s immigen een beproefd vriend, een geharnast vijand slechts van onrecht. Wil men, in klassieken vorm, zijne nagedachtenis eeren, men beitele op zijne zerk: Mens conscia recti. Recht was' zijn richtsnoer. Amst., 10 Oct. 1906. J. A. LEVY. Sedert enkele weken werden wij Neder landers verrast door een vinding van den heer Pop, directeur-generaal der Poste rijen en Telegrafie, die iets te denken en te vragen geeft. Ontvangen wij een brief uit Duitschland dan ontwaren wij, dat de beide post stempels volstrekt gelijk zij n; de kartel tj es, de kruisjes, het middenplaatje, de ver deeling, ze zijn zóó eenerlei, als ware de stempels door ons post-bestuur te Berlijn besteld, of als had men ons tot het gebruik. van deze Duitsche stempels van TiitBerlijH verplicht. Dit laatste echter zal wel niet' het geval zijn, immers dat wij onder de Regeering van majoor Pop reeds bij Duitschland zouden zijn ingelijfd, zal niemand durven aannemen. Indertijd bij de benoeming van majoor Pop tot plaats vervangend directeur-generaal, wist een Duitsch blad reeds te verzekeren, dat er van dezen militair zooveel goeds voor de postunie te verwachten was; maar tot dusverre werd de heer Pop bij der gelijke aspiraties toch nog behoorlijk in toom gehouden. Hoe kan hij er nu toe Jzjjn gekomen op hol te slaan? ?r.-; Elk land heeft tot dusver prysgesteld fop het bezit van een eigen munt, een eigen wapen, een eigen postzegel en een eigen poststempel wij kennen hierop geen uitzondering dan het half Duitsche Oostenrijk, dat voor het Buitsche deel althafcs, ook met Duitschlaud mededoet. Maar welke reden kan er voorïfederland bestaan om zijn stempel prijs te geven, waar dit joor.Het publiek tot nu toe aan de te stellen eisenen voldeed? Zeker,.men kan technisch ,0ös stempel wijzigen, indien het gebreken heeft, ons onbekend, 't Doet er niet toe of men dat beproeft in Engelschen, Pranschen, Duitschen geest, of in den geest van welk land dan ook. Maar het behoud van L

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl