Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1529
een duidelijk te onderscheiden
Nederlandschen stempel, ia toch niet .te veel
gevraagd. _
"Wij begrijpen waarlijk niet,Tioe een
Nederlandsch staatsambtenaar, nogal
militair, zoo weinig nationaal gevoel
kan bezitten, dat hij zooiets, in strijd
met wat hjj de geheele wereld door
omtrent nationaliteitsbesef ? waarneemt,
zich durft verstouten. Iemand daartoe
in staat zou, dunkt ons, 't ook wel eens
wat heel licht kunnen opnemen met
grenspalen en legervaandels. Maar wat
nog 't meest verbazing moet wekken...
dat een Nederlandsche regeering dit ge
doogt. Of is minister Kraus, door zijn
langdurig verblijf in het buitenland,
soms zoo weinig vaderlander geworden,
dat hij voer de merkteekenen van een
eigen land niet veel meer gevoelt? W|j
willen het niet aannemen, maar spreken,
naar wij vertrouwen uit naam van het
Nederlandéche volk,, de hoop uit, dat
hu ons spoedig irit flezènationale degra
datie verhèffe.-e ?
IIMIHUIHIIIllUIIIIIIIIHHIIIUIIIIIIIIIIIIHIHIflIIIIIII
door P. J. p» Suft** PLOOS VAK AMSTBL.
In ijjn Van Dag tot Dag" van 29 Juli
spreekt de idealist Charles Boiwerain over
oorlog, en dit naar aanleiding van de
"t ftó' Sir ti&rjr* Campbell Bannerman:
töioti* and barfoons."
Hoe het mogeljjk is dat in onzen tijd nog
iemand gevonden wordt, die spreken kan
over oorlog, abt orer iete goeds, is al
onbegrjjpeljjk, doch dat iemand als Charles
Boisserèta dit doet is wel het dwaaste wat men
zich denken kan.
Chamberlain Wide, te Birmingham spre
kende o ver den Trahprikal-oorlo?:
Nooit wordt in de geschiedenis melding
gemaakt van «ei» oerlof waarin oprechter
gepoogd is, de wreedheden raa den krijg
tot een minimam te beperken, en zooveel
mogelijk het geroel en het perfoonïjfk belang
der overwonnen téeerbiedigen."
Ondanks die oprechte pogingen om den
oorlog op hntaane wijze te voeren is die
gevoerd op een beestachtige,
menachonieerende wjjze, zooals WB die o.a. kennen uit
de mededeelingen van den heer Poutsma ia
het Handeliblad.
En juist omdat dit zoo is, is het
onbegrypeljjk dat er nog een beschaafd mensen
gevonden wordt, diékalm en zonder opwin
ding kan vertellen of schrijven, dat oorlog
nog zoo erg niet is. Dat een Charles Boisaevain
kan schrijven: De barbaarschheid van een
oorlog wordt door mjj niet geoordeeld of
gemeten naar het aantal slachtoffers dat
valt, of naar de wijze waarop rij vallen,
maar in de eerste plaats naar de reden
waarom een oorlog begonnen wordt."
Zulke woorden z\jn' voor iemand, die van
de geschiedenis iete meer gelezen heeft dan
de kinderschoolboekjes, eenvoudig ergerlijk,
door hunne onware oppervlakkigheid.
Onverschillig waarom een oorlog gevoerd
wordt, is het altijd een menschonteerend
bedrijf. Iete. waarin mie<8 nofoels zit, inte
gendeel iets waarvoor ieder die er vrijwillig
of gedwongen- aan meedoet wohrroor schamen
moet. Alle wetten, waarop wij trotsch zijn
als het bewijs van onze meerdere beschaving
in vergelijking met vroegere barbaarsche
ty'den, bestaan eenvoudig niet meer.
Nietopzetteljjke manslag, manslag door onvoor
zichtigheid is een strafbaar feit in onze
maatschappij, maar dan 'is manslag, moord
in het groot iets wét den borger voorge
schreven is. Dan is tegenover de mensehen,
die wij den vijand noemen, zooals Houssaye
zoo aardig zeide, de jacht geopend, La
chasse est onverte."
Ja, Jules Claretie heeft gezegd: Atroce
la guerrel Mais quelle eymnastique mofale l
Toates les facultés de l'homme en veil, et
les meilleures: Ie courage, Ie dévouement,
la dêcision, l'amour dn prpchain etl'amour
du drapéan." Maar wat bewijst dat? Niets
anders dan dat Claretie behalve andere mooie
dingen ook wel eens ergerlijke nonsens
schreef. Want ik vra*g, wi« behalve Charles
Boissevain kan die woorden lezen zonder
zich over de lichtzinnigheid en de onwaar
heid er van te ergeren. L'amour dn
prochain" zelfs durft h|j er by te noemen, en
dat terwijl de soldaat toe moet passen het
doodt uwe naasten, als waren het wilde
dieren." Bah, ik geloof dat dit citaat den
heer Claretie geen genoegen zal doen; ik
geloof dat hu den heer Boissevain dankbaarder
geweest zou zyn als hjj deze slip of the
pen" maar niet aan de vergetelheid ont
rukt had.
Niet het soort naastenliefde dat Claretie
zoo nobel yindt, maar de gewone Christelijke
naastenliefde moet ieder er toe brengen zich
zooveel mogelyk te verzetten tegen den oorlog
en dus tegefi het militairisme in het algemeen.
Zeer te recht wees Troelstra in een
rede(*) Dit stuk werd geweigerd door het
Handelsblad.
Mr, A. SLOTBNMAKBB.
Oud-Hoofdredacteur van het Nieuw» v. d. Dag.
iiiiiiiiiililiMntlliiHiHliiiiimiiwiiiiiMmHiiiiiiiiiiimiifiiiiiiiiiiiiiiiiiii
voering als Kamercandidaat op het onzinnige
van het oproeren der uitgaven voor leger
en vloot, juist daarbij wijzende op het nood
lottige voorbeeld van Transvaal en Oranje
Vrijstaat, oorlog voerende tegen een o
vermachtigen vijand. Naïef van Troelstra was
echter, te beweren dat Transvaal nog onaf
hankelijk zou zijn als het Engelands eiechen
ingewilligd had. Dan waren er steeds nieuwe
eischen gevolgd om ten slotte te komen tot
den eisen: opgeven der onafhankelijkheid.
Doch dan gaan wy weef geheel mede met
Troelstra, ^ dat het wijzer is iets wat toch
niet te verdedigen is, over te geven zonder
nuttelooze verdediging. Nn moge Boissevain
zulk n nuttelooze verdediging nobel en
bezielend als een heilige heldenzang" vinden,
een verstandig mensch zal ze gewoon dwaas
heid noemen. Als morgen Dnitscbland met
goedvinden der mogendheden ons den oorlog
verklaart met de bedoeling ons te annexeeren,
dan is verdediging tegen die overmacht niet
iets dat op een heldenzang" gelijkt, maar
misdaad. En hy' die daartoe aanspoort doet
iets misdadigers, dan de reeder, die zijn
scheepsvolk uit stuurt in den strijd tégen
de elementen op een onzeewaardig schip.
Wellicht zal menigeen die dit leest denken,
dat ik ten onrechte aan den oorlog in het
algemeen verweet, datgene wat de Engelschen
tot ieders verontwaardiging in de Transvaal
misdeden. Daarom zy het iny vergund enkele
historische feiten mede te deelen uit de oor
logen der 19e eeuw, om van vroegere, nog
meer barbaarsche tijden niet te spieken.
Het sterkst spreekt wel in dit opzicht de
oorlog van 1814, bekend onder den naam
van den inval in Frankrijk. Het belang van
de Geallieerden bracht mede het Fransche
volk gedurende dien oorlog als vrienden te
behandelen. Schwarzenberg zond zijn procla
maties, waarin hij beloofde strenge discipline
van zgn soldaten en bescherming van ieders
bezittingen vooraf. Dat die proclamaties
het verlangde effect hadden bewijst de
brief van 8 Januari 1814 van
Caalaincourt aan Napoleon, waar in hy zegt: Les
proclamatie» s des Alliés nous font encore
plus de mal que leurs armes". Lodewijk
XVIII schreef in een Proclamatie : Recevez
f n atnig ces générènx Alliés, que or entree
«n France soit accneillie par les accents de
joie". De Prins van Con'débeloofde namens
de Geallieerden dat L'inviolabilitédes
propriet es sera consacrée."
Hoe gedroeg nu de vy'and zich in Frankrijk,
tden bleek dat er meer te doen was dan
een militaire wandeling? Zóó, dat Droysen
ons in zqn Leben des Féldmarechalls York"
mededeelt, dat York zeide: ik dacht de eer
te hebben een Pruisisch legercorps te
commandeeren, en ik beveel slechts een bende
struikroovers. De mooie proclamaties van
Schwarzenberg, Blücher, Bulow en Barclay
de, Tolly werden bekend gemaakt in het
Fransch, een taal die de soldaten niet kenden.
Pougiat deelt mede dat vier plunderaars ter
dood veroordeeld werden, do^h gratie kregen.
Hy' voegt hier aan toe. Si l'on eüt fusill
tous les pillards, Ie Prince de Schwarzenberg
eüt laiesétoute son armee a Tröyes". In de
Archives nationales vindt men nog deze
mededeeling van de prefect "de L'Aube" :
Pendant trente heures environ l'ennemi
livra Troyes a un pillage général, qu'il
restreignit ensuite au quartier bas, oüil Ie
prolongea pendant onze jours".
Dit staaltje vaa Transvaaloorlog in 1814,
bewyst wel de waarheid van Ciaretie's
woorden: Atroce la guerre!" Man, hoe kan
je bet zeggen. Mais quelle gymnastique
morale". En dan die met evenveel genoegen
door Boissevain geciteerde woorden van J
Paul. Der Krieg ist die starkende Eisenkur
der Menschbeit". Die woorden zullen er
zeker niet toe bybrengen het publiek dol
op staalkuren te maken.
In de Archives de la guerre vinden wij
een brief van Vinet, fabricant de meules a
Montmirail, waarin hij meedeelt hoe de Ko
zakken daar huis hielden. De notabelen
werden op de markt uitgekleed en met de
knoet afgeranseld. En majeure partie les
filles et les femmes ont tévisolées méme
dans la rue".
Evenals dit later in de Transvaal ging
zagen in 1814 de hoofdofficieren dergelijke
tooneelen met genoegen, lachten er om en
deden dapper mede. In de Correspondance
de Napoléon lezen wij : Le Prince de
Wurtemberg s'est couvert de boue, il a voléet
pillépartout oüil a passé."
r. EASTON, Nieuw benoemd Hoofdredacteur
van het Nieuws van den Dag.
Metternich schreef 15 Februari aan
Coulainconrt: C'est une vilaine chose que la
guerre et surtout qnand on la fait avec
50000 Cosaques", doch ook zonder kozakken
was en is de oorlog une vilaine chose", al
heeft men maar met Engelscben uit onzen
tijd te doen.
Nu moet men niet denken dat wy juist
enkele donkere voorbeelden uit dien oorlog
uitzochten. Integendeel, zoo was toen het
karakter van den oorlog algemeen en zoo is
het nu nog. Geen plaats waar toen vijanden
gezien zijn of men heeft er in de Archives
nationales en de Archives de la guerre de
bewijzen van. Wy noemen maar enkele namen
Athies, Soissons, Chateau-Thierry, enz.
Daarom is deze oorlog zulk een sterk be
wijs van de waarheid van de woorden van
Metternich omdat de Geallieerden zoo noodig
hadden om het Fransche volk te ontzien,
omdat men juist zoo vreesde ce que peut
produire l exaspération patriotique", zooals
men leest in bet Jowrnal de Langeron.
Alle Napoleontische oorlogen hadden min
of meer hetzelfde edele karakter van die van
1814. Niet het minst die in Spanje. Een der
bekendste feiten daar is het plunderen en
uitmoorden van Cordova, en de capitulatie
van Baylen toegeschreven aan de begeerte
der Franschen om hun buit uit CorJova te
redden. .
Evenzoo was het met de Russische oorlog
van 1812. Ieder weet boe de terugtocht be
lemmerd werd door het medevoeren van al
het door soldaten en officieren geatolene.
De zelfde tooneelen zien wy terug in 1815:
Les Prussiens quand ils mirent Ie feu aux
granges de Caillou ne prirent pas la peine
d'en retirer les blessés francais", zegt ons
Fleury de Cbaboulon. De groote chirurg
Larrey werd te Waterloo door twee sabel
houwen gewond, bestolen en naakt uitgekleed
door de Ulanen, waarna een Pruisische gene
raal beval hem te fusilleeren. Gelukkig ge
beurde dit niet. Wat zagen de vluchtelingen
van Waterloo toen zij 'g nachts het slagveld
van Quatre-Bras passeerden ? Benige duizende
lijken, totaal naakt, uitgekleed en beroofd
door de boeren.
Na Waterloo büde inval der Pruisen in
Frankrijk was de toestand zoo, dat Houssaye
spreekt van La terreur prussienne". Het zou
te ver voeren al de schandelijke daden van
het Pruisische leger uit die dagen mede te
deelen. Citeeren wij slechts de woorden van
Houssaye: Partout Ie viol et l'assassinat".
Dezelfde schandalen zien wij in den oorlog
van '70. Mühlfeld spiekende over Bazeilles
zegt: Hier was het dat de oorlog het woeste
karakter begon aan te nemen dat later den
geheelen veldtocht kenmerkte.
Hetzelfde woeste karakter" kenmerkte den
oorlog van Oostenrijk en Rusland tegen Hon
garije, eindigende niet met een amnestie maar
met de galgen van Arad, waaraan een Haynau
de Hongaarsche helden als Batbyany, Damjanic
e. a. deed ophangen.
Evenzeer was de Mexicaansche oorlog niets
Dr. A. FOKKER.
iiiiiiimimmiiiiiimn M MI
Panorama
Amsterdam,
Plantage
in tte Mlunnlzaal.
Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Oostersche Tapijten.
Vaste prtjsen. ^ Toegang vrij.
Het Panorama Jenisalem is dagelijks geopend.
J. J. BIESING,
Hntuttlunidel.
'8-ORA.VENHAGE,
Mtdernt Schiidw-le»,
Aquartllen ei ttravurit.
7nHLUPPELLZ<
fhïTHOGRAPHISGHe ?
: Bekroond Nijverheidstentoonstelling Leeuwarden 1906 :
MARMEREN SCHOORSTEENMANTELS
O l f*nni A.-i.VSBDAM. ROTTEFICÏAV. :;7PGCI
Qf. tj , LfLfLfL,, ? ? .RACHT/7 OELFT5CHE5TBAAT6I Bü-TiTR^A'
Magazijn
Oud-Holland",
Directie P. C. P A E R EL S.
Damrak 75, Amsterdam. Telef. 7261.
Imitatie- en Antiek Kunstsnijwerk,
Koperwerk, Oude Perzische tapijten, enz.t enz.
ATELIER VOOR HET VERVAARDIGEN VAN
OUD-HOLLANDSCH SNIJWERK. _____
SI ER KUNST"
N. Spiegelstraat 32, Amsterdam.
Tentoonstelling
van Teekeningen en Lithografieën
door EOZ. KOINIIVGJ-.
Geopend van 9?8 uur. RUDOLF ELION & Co.
INRICHTING VOOR
NIJVERHEIOSKUNST
LEIDSCHESTR, 13
m AMSTERDAM m
K
Hl
II
AFD-HOLLAI1D5CH1
KUI15TnAALDW?RK
* HAIIDWCRrt *
ik. ^ ^ 4fe ?&? zet. 4fe
^f? Vf* «f* ^Y*> «f? ^ff \fr
KALA/?R5mAATÏQ7
XAM5T6RDAÏ1X
Ml
l"
III
Kg HGDFDV6RT?G?nWDORDIG!)T?Rix;
Me/R H1DDPUIT-5P?U?R
OP KOPER EN.Z.INIS.
: 15 OCTOBER-5 N07EMBER :
TENTOONSTELLING
:-: :-: :?: VAN :?: :-: :-:
:-: KLEDB-ETSEN -.--.
VAN =
FRANSCHE MEESTERS
: :-: :-: IN DEN :-: :-: :
: KUNSTHANDEL :
WED. G. DORENS & ZN.
TOEOiNG VEIJ = EOKIN 56
AARDEWERK
TEGELS
Js. VAN G1NKEL
=== ZEIISI? =====
FABRIKANT VAN
KUN8T-KOPEBWEKKEN IN OUD-HOLLAND8CHB
MODERNE- EN ANDERE STIJLEN
WONING-INRICHTINGEN
SPUISTRAAT. 76 DAMRAK. AMSTERDAM
j