De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 21 oktober pagina 3

21 oktober 1906 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1530 DE AM STK R D A M JI KB AT K KKJBL A D VOO R N-B B-E-ItE A-N D: Ik weet htfc "ik we«* het? dit werfeje getuigt van ««er dan aüedaagach tateat", deze artist bespeelt «aardig het instru ment barer taal", het ia eea waar stjjljuweeltj»", «B, (niet te vergeten) een bloedwarm slokje levereen tranche de vie," O, en nog -vele.etichés zijn er om te dezer plaats» af te *rufck«n, maar ik vraag n, kan uveii op veler arbeid in Holland dem ?waarmerken niet stempelen? Ik onderschat de waarde fan een zuiver heid aan e»pw»ie>zflo«ls ik die menigmaal bij deze schrijfster vind, geenszins, maar, h«e prijzen* waard bet opmerk*», het leuke vatten van eigenaardigheden, het goede, correcte neerschrijve* dezer ook zijn moge, . nsy.o God,: er ztjnnog andere tèintgen. Hoc wel 'niet in oogsten zin, zijn deze genoemde vaar digheden niet eigenlijk de techniek der schrijf kunst, en ligt deze-ni#t baitoo het eigenlijk wezen de» kunst, gel^k de bolster oui een aoete vrucht ? (Zij i» er de sehoane schijn, maar geenszins- het wezen van). Zou ik bjp eea schilderij «ogen zeggen, .dat het tttet genoeg »jt <te *érf 4*, en niet bij een l»ek: h*fr'» te wein-ist uftfde taal ? ?Ik haat de beoordeeling van een boek n»ar den vorm. Dit plegen ia Holland vele critici te doen, en hun besprekingen van literatuur gelijken daardoor meer op cor-wetje van thema's, als onderwijzers die ;i«aken in de cahiers van de j.mgens; een ?wreedaaidig blauw p>tlood markeert de ?;taal- en stijl-zooden. Allergenoeglijkst te aanschouwen;, .oBI de dwaasheid ervan, is ,aOt~8oms een afgeschreven fragment uit een te beoordeelen boek; zoo'u aanhaling ia gewoonlijk niet meer dan een proeve ?wtn descriptie, gewone uiterlijke descriptie, los uit den Mmenhang van htt boek, en das meest waardeloos, pen coulisse, een lipje achterdoek voor het tooneelspel, dat het eigenlijke boek toch is, en het citeeren van zulk e^n brokje heeft ge in meerJer be duiding dan deze zeer goedige, en ze.'ronnoozele: menschep ziet uit dit stuk be--chrijeing hoe aardig hij': al schrijven kan. Zeg nu eens echt: is het niet mal ? N'een maar, is het niet ergerlijk mal ? Een citaat kan be luiding hebbén, maar niet op deze wijze. In een tij l van zix> goed als enkel reali -tische kunst zijn de beoordeelaar* van boeken uit don aard nuchter, ot'realistisch, naar me i het noemen wit, dit kan niet anders; de in vloedrij ke beoordeelaars maakten de schrij vers tot realisten, en deze schrijvers sleepen vanzelf de mindere recensentjes, die toch reeds neigden de groote beoordeelaars te volgen, mede; «oo ontstaat de modieuze meerderheid. (ï)at er ment? schrijver zelf ook critieken op anderen geefr, is iets, wat deze spoedige al gemeen-wording van een kunstsoort bevordert). Ik heb, gegeven mijn eigen werk, wel eens andere nremngen liefgehad, maar ik geef de nu door mij verworven meening alt eene van eerlijke overtuiging: realisme kan, zoo het kunst 13, geen anlere dan de kunst der kortzichtigen zijn. En dit, vrij! ze geen grooter waarde heeft dan het weerspiegelen der ge makkelijk te ziene dingen ; er werd gestreefd naar wat men waarheid' noemde, en waar kon men die beter opmerken dan in eigen, (dat is gewone) omseving? Het denkeu en spreken der personen is in zulke literatuur dus getfoön, zooals wij dat steeds om ons henen hoaren en gevoelen; bizondere menschen, die dus bizonder denken, bizondere dingen zeggen, vindt men niet in boeken, ?want daar er zeer weinigen van deze soort Lette* on de wereH lijn, staan die- buiten dea ryf»amen»in4{»"kriikg, en «ik zou hun leve** in bodeen, zooal nróM; onmogelijk, dan toofc onwaarschijnlijk lijken,, en dat mag niet. Eep 8«orijver echter i* uit zijn aard geneigd,* eep* tets schoon», iets goed doordacht, iets biifflndejf* te zeegen; daar h(j echter zelf ni«t Mtn het woord isag zijn ter wille van de. heilige objectiviteit, moet hij dus zijn personen zulk e*n goede gedachte laten uiten; er is geen ander middel pp. Maar zoo hij dit doet, verspreekt hij zich leolijk, want de scherpziende criticus is daar om aan te toonen, dat zulk een goede meening et een van den schrijver zelf, en niet van dengene zijn kan, wien hij ze op de lippen heeft gelegd; neen, zoggen ze, een vuil nisman, een vischvrouw, een arbeider van De gelukkige Lord Fabrigas. Naar kei Engelsch, van J. STOKER CLOUSTOX. II. Fabrigas richtte zich met een schok op, en een oogenblik trok een schaduw van ver strooidheid over zijn Hebt gebruind, rimpel loos aangezicht. Hoor eens. Jeenes," begon hij daar zijn van d;e dingen, die ..." Ik, vraag uw lordschap vergiffenis." Fabrigas stak een cigareüe op en peinsde een minuut of zoo, terwijl zijn kamerdienaar Lem met een zekere angst aankeek. Dat deze angst echter niets te maken had met eene moge lijke ontstemming van den markies, bletk, toen de edele lord dit orakel liet hooren: K'jke vrouwen vertelen mij; arme convenieeren mij niet." Jeeies scheen maar gedeeltelijk' tevre'en. Rijke vrouwen vervelen mij ; arme zouden mij ruïueeren, of iets dergelijks; vindt nay lo>rd deze onbeduidende verbetering niet in ovweenstemmig met .zijne gevoelens?" Ja,; ja," ztide Fabiigas, een beetje onge duldig,- maar als dat zoo is, nftt wie moet ik trouwen ?" U zult haar' van avond aan bet diner bij Sir Heniy ontmoeten, mylord. Sir Henry's butler en ik hebben de zaak in vertrouwen bespro-ken, en al de invloed, waarover hij kau beschikken, zal worden gebruikt om te maken, dat u aan tafel naast baar zit Haar juiste cijfer is drie milltoen twintig duizend luim, gemaakt in /uid-Afrikaansche mijnen, maar niet daarin belegd. Zij ia den 22-ten Maart negentien jaar geworden, vijf voet negen duim lang, of acht, al naardat zij met of zonder schoenen gemeten wordt. Voor elk Tan de/.e bijzonderheden, my lord, kan ik instaan.' En bc e heet ze, Jeenes ?" Ik maak u mijn excuses, mylord, dat ik dat vergat te vermelden. Miss Ada Wimberley, iny lord." Erfgename van Horatio Wimberley ?" JuiBt, my lord." Dat belooft wat. En hoe ziet ze er uit 1" de siadsreiniging, «SB uitdrager, 'een 'be-steedster, een rei»0lacantenki*as,een kroeghouder kan nooit 20; spreken, de schrijver beeft dus gefaald, is, züoalg zij het noemen, zélf ora den, hoek komen fcuke,n"..' . .' Voorbeeld hiervan in dit boekje: Wan neer Sproija aan den vrijer het geheim van haar zuster v«rteU heeft, en de jongt-a een. heftig spektakel maakt, zit het meisje op den zolder, hoort, hoe haar zuster be^e len schreeuwt: waar zit die Judas ?" (?Judas" is een algemeen gebruikelijke scheldnaam bij het volk, men meent daarmede: plaag, stiökenterd, of verrader.) Wanneer het doodsbenauwde kiud dien uitroep hoort, jammert liet: Ze hebben me Judas ge noemd. Ik heb Smn verkocht voor zileerlingen". (7e had voor het aanbrengen twee guldens van den vrijer gekregen. Een rea listisch criticus zou zeggen: Waarom niet dertig? Dan ware dit nog aandoenlijker geweest door nog meerder overeenkomst met den testamentarischen Judas, 'j Een ander voorbeeld herinner ik mij toevallig: Ah in Ileyermans' op Hoop van Zegen" Kniertje, de \isschersvrouw, den dood van haar jon gen verneemt, huilt ze: Ik hem hem nog getooid als een offerditr" (ze had hem, voor hij aan boord ging, de zilveren oorringen van zijn vader aangeJaan) ;Deze beide voorbeelden en honderden anderen hier en daar geven aan, hoe schrijvers-in hun veel geprezen realistische dialogen wel eens hun neigingen niet bedwingen kunnen, erriets moois-" willen zeggen; de realistische critici noemen dit fouten, maar het ware mij een ge luk, vele van deze fouten" in dialogen en elders te vinden; alleen het behoeven niet bepaald vergelijkingen van een dubieuze vindii gswaarde te zijn als de geciteerde; hot mogen ook wel schoone, diepe gedach ten, wonderlijke meeningen zijn, die men de menscben zeggen laat, en er is een kans, dat we die eens weervinden mogen, wanneer we eerst ma r de onwaarschijnlijkheden ' van een on realistische kunst aandurven. Zooals nu is het werkelijk te dwaas. In all"s is schoonheid te vinden; de ware artist diept deze ook uit het leven der eenvondigsten, (lees Uue Ame Simple" van Flaubert) maar dun moet er niet naar het realistisch-photografisch procédége schreven worden. Ik kan me nu een schrijver denken, zoo eens een op honderden schrijvers'1, maar ik kan mij hem denken, die gewone dorie boeken schrijft, en i.a wiens dood wonderlijke aaiiteekeiiingen ge vonden worden, diepe meerlingen over het leven, die hy; echter nooit zijn realisti<cbe sjouwer]reden' en s», ootmiaaksters in den mond had kunnen leggen. : Is dit geen dwaasheid? : J. STEYXEX.' VOOR DAMES. : in Pro en Contra", i. De meeste belangstelling zal in dit nummer der tweede serie van de bekende uitgave .betreffende vraagstukken van algemeen bilang'' zeker trekken het betoog contra1'. Jïiet in 't minst hoeft met deze voorsi ellir.g een tekort in waartleering van de fris.sche en wakkere verdediging die de ijverigesirijdster in de vrouwenbeweging in haar pittig pSeid-ioi wist te geven, te worden veroorzaakt. Gaheel den cijnj van erkenning kan men mevr. Wijnaendts Fra-cken vold< e i voor de ui:voerig'ieid waarmede zij de aangevoerde b zwaren te^en vrouwenkiesrecit behandelt, voor de kernach i^e raakheid waar nede zij de beweringen van haar tegenstander be je^ent, voor de levendigheid van haar stijl, en toch zal men als het merkwaardige van deze Pro- en Contra" verschijning kunnen beschouwen, het zoo eigenaardig opstel van den geestigen .,contia" stijlist. Merkwaardig is feitelijk op. zichzelf een geordende bestrij ding van het vrouwenkiesrecht; verder dan tot eenige losse, vluchtige, onbewezen uitJeenes kalmte liet hem vooreen oogenblik in den steek. O mylord, ik had dezer dagen de eer haar van nabij te zien, toen zij uit haar rijtuig stapte, my lor.l. Zij is goddeliJK \" Hallo l" glimlachte Fabrigas. Mylord, ik overdrijf niet. Op dat oogenbük zei ik, tot mijzelf: ..E'iidelijk heb ik eene dame ontmoet, die Lord Fabiigas waardig is l" O, ik heb sedert dien tijd aan niemand anders dan aan haar gedich'. Indien u haar krijgt, zal heel Europa u benijden !" Indien?" Wanneer, moest ik hebben gezegd. Ik vraa? uw lordecff&p's vergiffenis." Fabrigaa dacht een oogenblik na. Toen nam bij het boek op. ,.Hooó onderstreept, heb je gezegd, niet waar?" vroeg hij als ttrloops. Rood, mylord!" * * De aankondiging der verloving van lord Fabrigas en miss Ada Wiubetley, tien dagen nadat de laatste haar debat in d« Lotideusche groote wereld had gemaakt werd met de meeste ingenomenheid ontvangen. Opnieuw had hij juist datgene gedaau, wat hij doen moest, en wel juist op het goede oogenblik. Het leek wel, alsof de -Oap!e in binm-nlandsche politiek en buitenlandsche verwik kelingen, in spoorwegongelukken en 'Ï«M.«,,S célèbrts, onder welke- een oogeuhlik de opge wektheid der journalisten scheen te ver flauwen, door de voorzienigheid was bestemd om hem voor KIJIK; osidetneming te beloonen. Het gelukkige paar kreeg indecou ranten kolommen druks, terwijl het op een minder gunstig tijdstip slechts een cnlrf-ji/i;'. zou hebben gekr.egen. Ihm foto's werden uit een dozijn tijdscnrifien en bladen uitge knipt en op miliioeuen muren vastgespc-ld of vastgeplakt. Een nieuwe wals wtrd aaii haar opgedragen; een nieuwe cigarette naar hem genoeml. VVel mocht men hem ..den gelukkigen Lord Fabrigas" noemen ! Zijn aan staande was niet alleen mooi en fabelachtig rijk, maar tevens gracieus en ontwikkeld. Inderdaad werd zij w-eldra, bijna evenzeer als bij, beschouwd als een meiksteen, aangevejide tot boever de hoogste vloed der beschaving zou kunnen stijgen. Verder zouden alleen Goden, Marsbewoners en de geesten van Japaneche generaals kunnen streven. In n woord, het gelukkige paar werd bede tegenstander van deze be weging gewoonlijk niet. Merkwaardig wel 't meest ig de aardrijftg' kundige afoping die in eeit Hollandsen ««schrift zoxiveel speele.ch vernutt en fijnen humor ten- toon stelt; ven zulke voortbreng selen pieegt on ie [ ublicitische plantengroei maar al te zetr gespeend te blijven. Merkwaardig gelukkig ook naaat den vorm, ongelukkig euhter niet zelden daarachter de inaoud. Als besliste verd ensfe van dit be'oogkan ook genoemd worden het systematische en de beknoptheid der argumentatie en het vrijwaart zich tevens tegen het verwyt af .te dalen tocal de kleinzieligheden, die gemeenlijk bij een bespreking van een onderwerp de vrouwenbeweging rakend, worden by elkaar gescharreld. Eenigsx.ins jammer is daarom dat het in zooveel voortreffelijke pip" betoog z'ch niet heeft gesteld op dit zuiveie stand punt, eu wel ingegaan s op al de futüiteiten die ter wereld al over het vrouwenkiesrecntvrftage nk z\jn voor den dag gehaald. Iii het kader van deje publicatie verliezen deze tegen-argumenten niet weinig van hun waarde en benemen de plaats die beter aan diepere veeilegj.ing van mr. Levy'a argumentt n had kunnen besteed worden. En jammer is zeker, maar dat komt geheel op de schuld rekening' van haar tegeu-itander dat x >o-eel papicrrïakte moest .worden volgeschreven met de beantwoording van een argu sent, dat de kleinst mogelijke aanspraak op dien naam kan maken. In zijn vierledig requisitjir had mr. Levy ah slotstuk inge vlochten bet argument van de historische fout, die hij meent te zien in het streven voor de staatkundige ontvoogding van een zoo groo e schare zijner medeburgers. Waar nu de noodzakelijkheid van wijziging van dien toestand op'geene wijze ,geb!e'ten is, ware het een volstrekt noodeloos breken met de historische lijn, dat kostbare woord mannelijke" uit art. 80 G. te schrappen", zegt Mr. Levy. na een al te korte weergave van de vluchtige behandeling, die minister tu kamerleden in 18S7 aan het vrouweukiesrechtvraagstuk wel hebhen willen wijden. Is bij die grondwetsherziening vrouwen kiesrecht" op deugdelijke «ij<e van de baan geraakt", zooaU net contra" betoog stelt ? De oplettende lezer'', op wien in dit gedeelte een beroep wordt gedaan, zal die deugdelijk heid zeker niet hebbeu kuttnen ontwaien in de telegram-beknopte opmerking van mi nister Heemskerk, noch in de aardigheden, die Farncombe isand-r» mot kwistige hand over dit belangrijke vraag-tuk londstrooiJe. Zonjer noodzaak zou dan ook niet met de historische lijn" gebroken worden, en hoe oveiigens uiet die ontzag-wekkende lijn pleegt te worden omgesprongen, mevr. Francken heeft 't met veel vermakelijke snedi^heid uit onze jongste staatkundige geschiedenis aacgeiooLd. Dit verrassende argument van de uistor j-che lijn zal wel gauw tot de geschie denis gaan behooren. De grootftep-actiêc/ie waarde van Mr. Levy's betoog zit iu zijn derde argument, waar hij Onzen feministen eene legislatieve fout aan wrijft, doordat hun streven zonder dat van eene voldoende vo'ksovertuijnng te dien aanzien gebleken is, iu de bestaande wet geving op grond van gevoelsargumenten, wen-cht in te grijpen". Geen verspilzucht is 't, wanneer dezen in bihoud;ucht onovertroffen lauua'or temporis acti de bewering, dat heel het streven, dat hij zoo volstrektelijk afkeurt zijn grond zou vinden in gevoeUargumenten r ntsproten niet aan het verstandelijk overleg, doch aan het huiieiig sentiment' litil cadeau wordt gedaan. Ontdaan van al de schimpscheuten, die de puntige pen van dezen ang-cig conservatie ven tclnijver. bij elke denkbare gelegenheid telkens tegen de vermeende Gefuhlsiluselei' van zijn minder achteruit ziende tijdgetooten uitstort, blijft er merkelijke waarde en waarheld in heel dat gedt elte van zijn betoog, dat onmi-bire voorwaarde voor wetswijziging is eene daaraan voorafgaande, duidelijk waar neembare volksoverUiiging en dat deze nopens viouwenki. srechten ontoreekt." Zoo stellig als deze vereerder van de histo rische ecbool zal in onzen tijd nog niet ieder zonder eenige inperking willen verk aren : eerst eene volksöverluiging, daarna de wets mltllllMlllllllllflIIIIIIMIllllMlllllllllltlllllllltllllllltllllllMlllllflHIHHNfe schouwd als de verpersoonlijking van zalig heid, hoofschheid en luister, tot n harmo nisch geheel vereenigd. Wie kon ondersteMtn, dat aan hnn hemel een wolk kon opkomen ? Zich een van hen beiden voor te stel len als bevangen door drukkende gedachten, scheen even onzinnig, als het vei beelden van een pessimistischen vlinder of een killen zonnestraal. En toch was Fabrigas' voor hoofd, toen hjj veertien dagen na het engage ment zijn kamers betrad, gegroefd door een ongewone zorgplooi. Jlijn dressing gown, Jeenes!'' zeide hij. Jtenes schrikte. Maar, my lord, miss Wimberley ver wacht u!" ,,I)an moet ze zich maar met die ver wachting ievredeii stellen." My lord!!" Met begint mij te vervelen.'' Die godie'ijke, die bekoorlijke dame verveelt u? O, iiiy lord!" De vurige stem ming van zijn kamerdienaar scheen den markies eenigszins in de war te brengen. Een engagement is een uitvinlitig van den duivel, Jeenes. Als ik morgen kon trouwen en er zóó een eind aan maken, zou 't me niet kunnen schelen. IVlaar ik ben veel te hard van stal geloopeii. Ze verwacht zoo verduiveld v el. Ik heb mij niet ver bonden voor liefdes-icènea als een opera tenor.'' In de liefde, mylord", ??merkte Jeenes wijselijk op mag men zich een kleine vrijheid veroorloven. Dat verzeker ik u. Kan uw lordschap niet, bij wijze van afwis seling, 1111 en dan eens natuurlijk zijn?" Neen," zeide zijn lordschap. Tk mag stik ken als ik dat kan. D.U heb ik verbeten." Een pijnlijke trek vertoonde zich even op het intelligente gelaat van den dienaar, maar hij bepaalde zich ertoe, den markies te wijzen op een heerlijk bouquet van zeldzame bloeroen. Uwe oli'erandövoor vandaag, mylord." Zoo, je hebt een goede keus gedaan,'' zeide Fabrigas, met een zweem van belang stelling. Weet je wat, breng jij zelf die bloemen en zeg aan miss Wimberley, dat ik kou heb gevat." Het bloed steeg Jeeces naar de wangen, en zijn meester hoorde de effen-zachte etem feitelijk stotteren. Ik haar bezoeken, mylord persoonlijk wgziging.; of wel, andera uitgedrukt: de wetg*»er beeft 'te volgen, niet vóór te gaan, zeker zal niet ieder zijn zegel willen hechten aan mr. Levy's uitspraak, dat behoudens dan mj eene kleine ichare, die wel zorgt dat uien van haar hoort, de volksovertuiaing nopens vrou wenkiesrecht geheel ontbreekt." Zooveel lijde lijke volgzaamheid schuilt uien den wetgever van onzen tftd niet meer in de schoenen; hy leidt ook, en is gids voor zijn rolk ; dan zij er echter een krachtige kiem ter rijping, en een zaai .krachtige bodem om te bebouwen. In dit onderdeel gaan, zij 't minder dan bij de debatten, die de stoffen verwekten voor dit Vro en Cuntja" de twee betoogen langs elkander heen. Mevr. Francken raakt niet aan den rechuiilozoli chen grondslag van de Contra" bewijsvoering, en kan daardoor het pleidooi van haar tegenstander niet in bet hart treffen. Waar ze h«t bejttgeat met fei telijke argumenten, is ze niet heel gelukkig, de'geschiedkundige herinnering aan de staat kundige wording der leerplichtwet, noch haar verwijzing mar de talrijke overtredingen dezer heilzame wet zijn van een voldingende be wijskracht. Zoolang ons beperkt kiesrecht de samenstelling van een vertegenwoordiging waarin de volksovertuiging zich klaar en onomtioersd dan afspiegelen, onmogelijk maakt, kan iu deze geen bewijskrachtig beroep wor den gedaan op de omstandigheden waar nder een wet' js tot stand gekomen. Ook het be roep op de veelvuldigheid der overtredingen vau bedoelde wet moet worden gewraakt. Wordt niet haast elk artikel van ons straf wetboek overtreden, en niet 't vaakst die 't nauwst met de volksoveriuiging strooken? Toch zal niemand de algemeene bewering voor zijn rekening willen nemen dat hieruit blijkt, hoe geen voldoende volksovertuiging voor de theoretisch-gerechtelij k totstandkoming onzer strafwetgeving voorhanden was. Het gemis aan voldoende volksovertnigii)g zeker bij de rechtstreeks belanghebbenden is ongetwijfeld minder dan mr. Levy fantazeert, maar stellig weer heel veel meer'dan feministen als dr. A:etta Jacobs het goedgeloovig publiek zou den kunnen doen denken. Het pro" betoog is in dit punt, dat de urgm ie van het vrouwenkiesrecht betreft, een heel ein l bereden de hoogte gebleven,' die het op zoovele plaatsen mocht halen. Mevr. Fianckeu, die in de meest loffelijke tegenftel'iug met andere voorvechters in den vrouwenstiijd niet op hol slaat, is ver standig genoeg om in te zien. dat n:emand kan ontkennen dut de orivtrtckilligtitil der vrouwen voor het stembiljet nog buitengewoon gtoot is.' Bij dit getuigenis van een nuchter waarncmingsveimogen zon men ongetwijfeld ook de consequentie van dit feit door haar meenen te zien aanvaard. VVel zeer vreemd ziet men veeleer het tegendeel, en vindt men bij de hier zicii willig aansluitende vraag : moet het vrouwenkiesrecht n;et wachten tri', alle rrouwen die er ryp VJOT zijn," flechts als ufloend antwoord" een wedervraag die er niet zuinig naast is. De kracht immers die d-^ze Frauenrechtlerin zocht in haar wedervraag: heeft 't rnannenkiesrecht de gestad ge uuoreiding er van gewacht tot alle mannen er djp voorwaren, of heeft men de bij uit-ti-k geschikten ook dd miuler geroepenen en de botte, tleuieriteii tot de stembus toegelaten' ligt er aller40 cent» per regtl. miiiMiiiHiiiiiHiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiimi BOUWT t. NUNSPEET .d. VELUWE. Inlicht. b,d. Vereeniging Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland tt Nunspeet. miss Wimberley toespreken ! O, mylord, meent u dat werkelijk '.' ' Xatuurlyk, ik zeg het je immers. Vooreerst hangt, het mij de keel mr, en dan heb ik in Piccadilly een vent gezien met een vest... erwteiifjroen, Jtenes, erwtengroen. met een magemakleuiige das! Waarachtig, ik b*n biet in staat haar een briefje ta schrijven. En als ik haar een telegram zond, zou ze niet een Priessnitz aankomen. Maak nu maar gauw voort, anders ben je niet intijds'terug om me te masseeren.'1 Had Fabrigas niet met zijn rug naar zijn dienaar gestaan, dan zou hij zich hebben ver baasd over de emoties, die /.ich vertoonden op Jeenes' gelaat. Eerst was deze klaarblijke lijk overstelpt door de gedachte aan een ont moeting ;. daarna een oogenblik pijnlijk aan gedaan en zelfs ontstemd over zijns meesters vermelding van de IMes.'nitz; toen kwam er een plotselinge vastberadenheid, een inspi ratie, een gloed, die men slechts ztlden op het gelaat van Jeenes zag. Het wasdemuu, die zegevierde over den dienaar. Zeer goed, mylord," zeide hij, en zenuwachtig de bouquet opr.i'inend, verliet hij met onzekeren tred de kamer. Opmerkelijk moet itderdaad de kracht van deze verhefling zijn gt-weest. Want Jeenes begaf zich rechtstreeks naar zijne kamer, nam een scheermes ter hand en liet meedoogenioos de nette bakkebaardjes ver dwijnen, die hem tot een idealen kamer dienaar stempelden. Tien minuten later kwam een knappe, keurig gekleede heer, wiens houding getuigde van eeue distinctie, die de oogeii van meer dan eene voorbij gaande dame op hem vestigde, en die een bouquet hield in de net gehandtchoende hand, uit het huis, tprong in een hausom en reed vlug naar het Westen. Waarachtig, Jeenes, ik kan het niet over mij verkrijgen. Ik kan natuurlijk niet ver langen, dat je de gevoeligheid van eeneinatuur als de mijne zult begrijpen; je moet nu maar aannemen, dat ik terugdeins, positief terugdeins voor het vulgaire van die beproeving." Ik geef toe, my lord, dat zij in vele opzichten overeenkomt met de ondervinding yan ordinaire menschen ..." Caille de ecKte H. ME1JUK, Hotl. Amst. Mag. HEI ANKER, Den Haag. SACHSéCo.,Utrecht. P IET B L A ESER Apeldoorn../. GOOS EN: Jr., Haarl. VA .V ASHELT&BROU n ER*. ZwoUe.G.C.bCHO VEliOOM, Leeuwarden. B. RUR.MANN en W. A. WREE8MAX. Gronina^n. JULIUS HOF, Den Helder RÜD.HOFH 7-?,Old Gedeponeerd. Filialen: SPUI 25, V\^ WüUHTKAAT ». Depots : v. Baerlestraat 38, Joh. Verhulststraat 105, late Gonst. Unygensstraat 9?_ 1ste Hel mersstraat 201, Nas^aukade 3011, (i* Clercqstraat 8, Marnixstraat 2S7, Haarlemmer dijk 20, Plantage Kerklaan 15, Von Zegenstraat 29, Jdvaitraat 5, Cannp TStraat 20, Weesperzijde 74, Watergraafsmeer: Breedeweg L Echt Victoriawate OBERLAHNSTEir cht Victoriawate OBE.RL.AHNSTEIN. O, in bliksems veel opzichten I" za Fabrigas. Maar tevens kan men zich bezwaartijfr voorstellen, hoe in de antecedenten van her huwelijk genoegzame verscheidenheid kaïs worden gebracht om de orthodoxie te vernaijden, over welke uwe lord;chap /.ich be klaagt. Mannen zijn nu eenmaal mannen eif vrouwen vrouwen ..." Ja, vrouwen zijn v jou wen: daar zit hem de kneep," riep Fabrigas bitter uit. .Ieeuc.4 mijn jas was letterlijk tot on ti eik en baai wordens gekreiikel l gedurende e^n bah ! ze noemde dat pakken"! Ik moes: er bij denken aan een feestmaal van garnaleo. aan een aangekleede boterham" in de, voor steden . . . Waarachtig, Jeenes, 't is even ere als dissenters of socialisten op mijn woor.l dat is het l' My lord," zeide Jeenes, niet zachle stem als dat mijn jas geaeesi, was, zoo ik nooit de kreukels er uit heb >m latee strijken ! ' De markies trok de (ijngepen^eelde wenk brauwen op. at is het vertchil tus;diec Fabrigas en ordinaire menschen," verwaar digde hij zich uit te legden. Hoe buitengew-oon delicaat de gevoelent van den markies waren, kan men opmaker uit het feit, dat hij liever een gtlie<-l« weelte huis bleef, zijn licht onder de korenmaat verbergend, en in dage ijkfdie b.l/ïts ziint? uitverkorene berichtend, dat zijne verkoud heid ue;n zelfi in de wanne Juni Jagen be lette uit te gaan, dan de beproevingen te ondergaan van eene regelrechte hofmakerij. Deze billelsdoujc wart n zulke volmaakte Kleine modellen in Chesteriield stijl, dat miss Wimberley's alleclie daarin voldoet.de voedsel vond, zoodat zij geen poging detd om haren kranken verloofde te bezoeken. Hare ant woorden werden langzamerhand meer its denzelfden eleganten stijl gesteld een feit, dat Fabrigas verheugde, zoLdtr de herinne ring aan zijne vulgaire ondervinding te kun nen uitwisschen. Oni de besmetting vau poststempels en brievenbussen te vermijden. werden al zijn missives persoonlijk over gebracht". En telkens sloop de/elfde gedis tingeerd uitziende heer, met een bouquet ia de hand, uit zijne woning en reed weg ia een hansom. (Slot vo'ytj.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl