De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 28 oktober pagina 2

28 oktober 1906 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMi^KRDAMMKIl W I*K K ELA D V O O II NEDERLAND. No, 1531 met het zingen 7«n een lied; waarna de ge stelde candidaat lijn jede houit; en waarbij gelegenheid gegeven wordt «ragen tot hem tejiehten. Dan volgt eene pan '.e; erwwden nrf tfeiels , gereed . géset en koffie, brood en gebate gepresenteerd, Bij A«3« «auifcjitotast es «ja ook- meestal vrouwen tepenwoordigv en lei U de voorritter liet daarheen, dat ontwikkelden en minder ontwikkelden, ryk en arm ook aan het woord komen. . , *; Zal n;eni(jeen,hier rerbazeii al 8- ze hoorden op welk een eènvrmdigépittige wijze boeren, Bc*rtpper*en arbeitierstitfni» gedachten niten. . Er wordt vefl gezongen, en de stenuuing is overal opgewekt en hartelijk. Bij de verkieziag-sauieiikomst in Kürup aan de koffietafel f p ai een eenvoudige boer o. a.: In onze streek merkte ik ho? urets' vjm de politiek van de uiilde hand", integendeel, de boeten zijn eerder toegenomen in de laatste tijden; niettegenstaande dit wensch ik de Pruisen gwn kwaad. Ik wil zelfs wenachen dat_Duitschland nog machtiger mog worden dan het uu is, zóó machtig dat het wagen durft ons voor -OM zelf te laten zorgen. (Gelach.) Ja zóó machtig, 'dat hét niet be vreesd was b«t kleine hoekje hierin 't Noor1 'den- af te staan en paragraaf 5 vervulde. On se beste hulp in den verkiezingsstrijd ?ügtrome dagbl ileii. Laat 0113 daarvoor werken dat er een Deecsch blad kotnt in ieder l'eanscb gezin. Le/e de Deensche Pers, hoera! ' Een andere boer zei. t>niaen tijd geleden "wai'ik in Coldmg bij de onthufling van het 'monument voor Berjz (een vroeger Kd van den Deemchen Rijksdag). Op den steen «taat '?Ga hooit op Accoord met het Onrecht". Dit woord- moeten wij ter harte nemen. Er zijn zwakke karakters overal, ook in Sleeswijk. Druk die menschen dit woord op hot hart. ; De Duitschers hewerenY dat e» maar een rta»r A$itatoiea zijn die'^e Dèeuschheid in 't teven houden. ^' Wij -weten allen, dat* dit' een vervloekte Puitecbe^ -lengen is. Het zsfh niet eenige Agitatoren die ome zaak in 't léven-honden, neen het \s de bevolking zeUe. Ala onze afgevaardigden niet willen spreken in onzen geest -en a1-» onze dagbladen niet wilden schrijven in denzelfdt-n gee;t, dan zouden -wij hun spoedig ti-r zijde zetten. Wij willen ons n?cht gehandhaafd ?ien, ? Als de- -rekening betaald is, zullen we wel quitantie fjeven, maar tot aóolang moeten de liuitscher* het zich laten welgevallen dat wy eischën Hoera voor onzen candidaitden Heer 11. P. Hansen". Op ren verkiezin^s-meeting in Róddig werden or>k opwekkende kernachtige woor den gesproten door Landdagsmand, H. P. Hansen, en vele boeren. Laat mij een enkele greep daaruit doen. Een boer zei de, p', a. Laat ons onzen tegen standers toonen dat wij in ons zelf een Dannevirke en Diibbol bezitten, daartegen zullen !óud en- -bajonetten afstooten. Den 23en October millén we toonen. dat we Danre 'irke en Diibból verdedigen kunnen. Zullen wij jongeren niet een krachtig hoera" roepen voor de ouderen en hun danken voor bnn goed voorbeeld. Een ari-ler zeide: Van Kuiler wenscht vrede en inst, dat was een schoone gedachte ; maar wat hij met vrede en rust bedoelde was niet naar onzen smaak. Hy wensehtèeen vrede als die des doods, wij daarentegen wenschen eene vrede, die levend maakt. Wy zullen ons leven besteden door te arbeiden voor wat ons dierbaar is ! (Applam.) Waren we zwak t-n toegeefeiijk dan zou het ons .hier" nog erger gaan; maar volharden -wy', dan kunnen wy leven en sterben als Deensche mannen, (Applaus.) Leve onze moedertaal en de Deensche Pers. Daarna werd gezongen : Vi elsker vort Laud". Wij hebben ons land lief. Een bekende oude boer zeide : Bij de laatste verkiezing voor den Duitschen Rijksdag toen we hier samen waren moeslen we even als vroeger de Israëlieten in tenten samen komen, nu hebben we een dak over ons hoofd gekregen ; dat kan men toch vooruit gang noemen. Maar wij hadden het ook erger dan de Israëlieten, die toch slechts vervoUd werden in den vreemde, terwijl wij in ons EIGEN i, AS n vervolgd worden. Het komt er mi op aan zooveel stemmen voor de aar staande verkiezing te verzamelen als mogelijk is. In onzen kleinen werkkring kan ieder het zijne er toe bijdragen om onze banier hoog te houden. Voor alles wat recht en goed is, zullen wij met God voor o'ogen strijden zoolang wij leven. (Applaus.) Er zijn heden velen van het jongere gea'acht tegenwoordig ; zi,t zijn het die ons werk voortzetten moeten ; wij planter onze banier in de harten van het jongere ge slacht. Leve de jonge kiezers!" Daarna werd voorgesteld te zingen: Fremad, fremad" vertaald : Voorwaarts, voorwaarts". Moge de klei: e volhardende schaar van de aan hunne rationaliteit trouw geb'even Sleesrtijkers verblijd worden inet een gunstig verkiezings-resullaat. 9 October l'JOö. VILH. CABSTSXS. ItlUMMIIIMimlIlllMIIIIIIMIIIIIIUIIIII Sociale IIIMIIIIHIDIIIIIIIIIIIIIIItllltlll lllllinilUIIIIIMIIIIIIIIIIIMliHW Hurüe maatregelen. (Het leerlingwezen bij den A.N.D.lt.) Den heer Frank van der Goei ant woor,(lende oi> zijn artikel: Harde maatregelen ,van verledene week. btge3T ik te beginnen -met eene vergelijking, die te zijnen aany.ien geheel onjuist is. Deze: nu de schel.dende keffer van den A. N. D. B. mij niet uit de. Fransehe Laan wegkrijgen kan, moet de oude getrouwe hofhond er aan te pas komen. Ore kent hem wel: die met de scherpe felbeprocfde tanden. Van der Goes .vergeve mij de hondsche vergelijking, maai de heer Polak heeft haar verdiend. He.t is Biet redelijk twisten, dat hij doet; het is svel.keffen.: Het if geen strijdbaar schrijven, dat hjj.dpe.; het was wel schouw schelden. Ik debatteer niet met mensehe-n, die hun .tegenstanders grofmoedig, met de volgende woorden gjnyten: tttelaai-schen ; pestbuilen-; jMi-usiieten ; sntfriy.it -indinidwn; .'c/WMi«, tsn dan (moer ,van daf ;möois. Jie heer Henri Polak kan ,h«t wel anders, :d»arroor heeft hij genoeg niet de Bourgeoisie omgegaan, en in de Gerueeuteraad bijvoorbeeld b-'eft hij altijd behoorlijk Hollandsen gesproken. Maar voer het orgaan der diamanibe wer ker» acht hij blijkens dit zoodje Amster damsen taalt u ig vtldoende. Hij moet het zeil weten, maar nog steeds reken ik in ij dan 'van een debatteerend antwoord aan hem ontslagen. * * * Yast wel; wanneer men pas ^Henri Polak1' heeft gescnre.ven, dan wachte men eenen behoorlijken tijd, eerdat men mag schrijven: Frank van dtr Goes". _ ?» Men bemerkt Jen heer Van der Goes als partijman, maar óók weet men, dat deze man, met zijne finesse ende noblesse van taal, gelukkig niet tot de meerderheid eener partij behoort. Ik zie -heden zoo goed, dat ik zijn mindere ben in taal eu toin, maar ik zal hem antwoorden naar mijn beste weten en naar mijn ruimste begrip. * .* De heer Van der Goss heeft het algemeene element der zaak in strijde verbijzoaderlijkt. Maar ik wil het beter vinden haar wederom te veralgemeenen: om ten slptte toch nog over hei particuliere het mijne mede te deelen. Zoo algemeen mogelijk gesproken is de vraag deze: nMag men alle.i doen, om voordeel te ?be/wïen, of nadeel te vermijden, wan neer men daartoe de macht lieefl? Ook al doet men anderen daarJoor evn grooter nadeel of onthoudt hun een voordeel dat groot is?' - Uit dat oogpunt heb ik de regeling in '?strijde beschouwd. En ik hè) haar volstrekt -niet onbetrekkelijk onredelijk genoemd. Er is niet zooiets als eene ónbetrekkelijke im moraliteit. Iets is slecht-goed of goeJ-slecht, maar niet goed of slecht. Ik heb in mijn eerste artikel DIT gezegd: (Amsterdammer, 9 Sept.). Voor hen, die antwoorden: JA, ER IS GEES ANDER RECHT DAN MACHT'1, C.OO;' hen is 't iKerliiigntbeslvit, een nobel en nut tig besluit, trouwens voor hen beslaat er geene andere noblesse dan liet nuf'. ik heb dus de leerlingenregeling vol strekt niet oubetrekkelijk afgekeurd. Wel heb ik haar onder voorwaarde goed-, en dus onder tegenovergestelde voorwaarde slechtgekeurd.* Maar wat ik den bestuui-deren van den A. N. D. B. verweten heb, dat is dit: zij stellen voor zich zei ven macht ende recht gelijk, maar keuren het scherpelijfc af, dat anderen dit óók doen. Hun strijd tegen de overtreders van het leerlingenbesluit is machtig zonder ethiek, en ze eischen, dat de strijd van patroons legen werklieden, ethisch «j, dat wit zeggen, z-jnder rtacht. Hunne meening ia met immo reel maar onlogisch, trouwens, dat is temet hetzetfde. De heer Van der Goes weet dit ook wel: de zwakkere, die ethiek vraagt in den strijd, is precies even dom, als de sterkere, die ethiek geeft. En de menschen van de A. N. D. B. weten het ook. Toen de Bondsraad besloten had, geene vakvereenigingen te steunen, die dii directe-actie-politiek voerden, werd duidelijk genoeg te kennen gegeven, dat wederkeerig ook geen steun zou worden verwacht en verlangd. Dat was dan logisch. De heer Frank vaa der Goas zal nu zeg gen, dat ik een burgerbroekje ben en van burgerlijk standpunt uit, alles beoor deel. Ja zeker, zoo menige Franschman. Maar goed, ik weet dan ook niet, wat dit is: urbevler.imorMil"1 tegenover: patroonsmoraal'''. Ik ken tweeerlei mora liteit ; de egoïstische en de altruïstiscl e. Onder het loonstelsel nu vinden de arbei ders er baat bij eensgezind samen te blijven tegenover de patroons, en die zelve weder het best doen samen te blijven tegea de arbeiders. Maar wanneer een deel deiarbeiders het raadzaam vindt zich van het andere deel af te scheiden, en zich te scharen aan de zijde van het patronaat, dan wordt dat gedaan. Dit is zuiver van zelfzuchtige zedelijkheid: voordeel zoeken, waar en wanneer wen liet vindt', ts dit nu arbeidersmoraal? Ik ben burgerlijk genoeg, om daar wat mee te lachen. Het is zelfzuchtig. En zuiver, zie daar. Da heer Van der Goes moet maar eens denken aan het conflict tusschen den heer P. L. Tak en tusschen het Partij bestuur, in zake steun aan de stakende heiers. En nog scherper doet zich zoo'u conflict nu voor. Het spijt me, dat ik mij nu toch nog op den heer Henri l'olak beroepen moet, maar dat kan niet anders. De heer II. P. dan geeft den georganis.eerden arbeiders de raad, de directe-actiepolitiek door onderkruiperij onmogelijk te maken. Hij zegt (liet (V.v'vau 17 jjc't. jl.) ^llef tnuldel uil, hef. eeiiiije. dut in (jel'itllell tils het Kitfivhed/m-hf, munt inn-den toegepast /.v, dut overal iraar uitsluiting Itet 'jevol/j (/ff xtiikiitg kmi zijn, <le organisatie zorgt dat de iilai, ts 'ii iler ^lakera" duur anderen irordeit inijennnien. 't Is waar, dit is de nieuwsto leer van de S. D. A. l', en iedereen weet, dat de leden dier partij geene arbeiders, en de arbeiders geene ledFn dier partij zijn. Maar waar blijft nu de lieer Van der Goes met zijne arbeidersmoraal ? "NV a t de heer 11. l'. hier zegt is zeer zedelijk. Onder voorwaarde. En het is even onzedelijk. Onder tegenge stelde voorwaarde. Maar hot is absoluut logisch eu zelfzuchtig. Kn het l arlingeubesluit is in verband met andere handelingen van den A.N.D.B, absoluut onzinnig. Meer heb ik nooit gezegd, en 't is ook voldoen Ie. "NVant dom, de heer Van der Goes stemm-e het toe, is nog onaangenamer dan onze delijk; of misschien precies hetzelfde. * * * En nu het leerlingenbesluit op zich zelf. Behooren de diamantbewerkers I Het aantal leerlingen to beperken. U Alleen hun eigen kinderen als zoodanig toe te laten ? Zoo'n tirannieke leerlingen wering zou men denkelijk algemeen mogen billijken als on misbare maatregel van verweer in eenen noodtoestand. Maar voor langer niet. Niet waar, in eenen noodstatus mag men moord doen; doch wil dat zeggen, dat men uu ook in alle omstandigheden maar moorden mag, en toch een braaf meuscli wezen .met ee» arbeklersnioraal': Natuurlijk: weinig werkkrachten in een vak, dat is voordeelig. Fjen prul van een diamautbewerker,verdient allicht meer dan b:v; een onderwijzer met hfooWacta halen mag. DB redactie: \an het Weekblad heeft daar vaak genoeg op ge wezen, , om de prullen iot diepe dankbaar heid en onderwerping te brengen. Maar waarom moet de organisatie der diamant bewerkers hebben, wat geene enkele orga nisatie heeft? Hunne positie is toch al volstrekt beter dan die van andere vakver eenigingen. Ze wonen meest allen in cëne stad, deels in ne wijk. Ztjn goeddeels van ue religieuse en politieke overtuiging. Dit maakt hunne vakactie belangrijk gemak kelijker. De leiders van den'A. N. D. B. zouden, als het immoreele leerlingen besluit bezweek, gerust wel een loon weten te hand haven met moreele middelen, gelijk andere organisaties! En er is geen enkele i eden, be halve minderwaardige hèozucht, waarom een slechte diamantbewerker meer verdienen moet dan een voortreffelijk timmerman. Zoo iets wordt ook volstrekt met door het rechts gevoel der arbeiders voorgeschreven. Vele arbeiders keureu de leerlmgeuregeling af, de heoren Van der Goes en Heuri Polak, die geene arbeiders zijn, keuren haar daaren tegen weer goud. * * En gesteld dan, dit de leerlingenregeling geoorloofd was (des neen !), heiliat het goede doel dan de middelen ? De heer Henri Polak zal wel ja zeggen. Om dit goede doel te bereiken : wering van de directe actie" heiligt hij wel dit voor em iufanie middel: georganiseer.Ie onder kruiderij", welke mid delen zal hij dan niet heiligen om het nog veel begeerlijker betere doel te bereiken : een onevenredig hoog lüun 'f' Vindt de heer Van der Goes dit ook zoo ? Of mogen misschien alleen arbeiders al hunne machtige en onheilige middelen ge bruiken, inaar mogtn patroons dat niet? Mijne meening is eerlijk deze, dat een uit muntende regeling met met alle middelen mag gehandhaafd worden. En nog sterker, dat de leerlinjjeuregeliug uitmuntend is van immoraliteit. Luister eens: er is ook eeno organisatie: de Staat. Ja, die is bij de diamautbewerkers niet etg in de pas, zoo lat die georganiseerde mannen deze organisatie maar gaarne aan belasting te kort doen. Maar ik vind, dat de Staatsorganisatie de meeste Nederlanders maar eens in vrijheid en rechte beschermen moest tegen die aanmatigende minderheid, welke zich in de diauiantbeweikersboud heeft vast-georganiseerd. Kortom, het leerlingenbesluit behoorde verboden te wordea, als eene onbehoorlijke verkorting van de werkvrijbeid der meeste Nederlanders. Er zijn wel dingen verboden, die heel wat minder onzedelijk /ijn. Wan neer patroonsorganisaties dingeu deden van het gehalte, als uu deze werklieden doen, zou ik precies hetzelfde zeggen. Maar de heer Vaa der Goes gebruikt moedwillig voor de ondernemers een slechter recht, * * En nu het tweede deel; waarom mogen zoowat alleen diatnantbe werkerskinderen in het vak kouieo? Jatcel", zegt de heer Polak: soo als een diamant-bewerker zijnen kini/i'i'cn geld en ijoed uitlaat, wenz.,o mug hij hun ook zijn cak naiut n'. Dit is onverstandig, en de heer Van der Goes, die verstandig is, heeft dit onver stand dan ook met geen eukelde regel verdedigd. Dat deze naarheid ons naar eene kasterimaatschappij zou brengen, heb ik al beschreven. Dit is gezegd en blijft gezegd. Maar bovendien: het is onwaar, dat dit verervingsrecht door den heer Polak als een natuurlijk recht zou worden erkend. Gesteld: een diamautbewerker heefc eanea idioten zoon. Dat behoeft dien jongen niet te beletten een uitmuntend diamam bewer ker te wezen. Zijn vader is bereii hem liet vak na te laten, nog al vóór hij z-ilf dojd gaat. Staat het bestuur vau deu A. N.Ü.B. toe, dat die vader van zijn natuurlijk recht gebruik uiake? Neen, want de organisatie vindt het buiten haar belang idiote leden te nebben. Evenmin m <g de vader van zijn natuurlijk recht gebruik miken, wanneer zijn zoon te oud is. Of: wanneer het aan tal leerlingen compleet is. Maakt hij dan toch gebruik van het recht, dat de heer Henri Polak zoo natuurlijk vindt, dan wordt hij iiifiaiituche, /lesfl/til; onverlaat; .iwer/ij i-uilivitlH ? zekoi'iini. Nietwaar, hier is beicheiden twijfel toe gestaan, of dit verervingsrecht dan wel zoo natuurlijk zij. liet lijkt niet verder te gaan, dan de zelfzucht der organisatie gaat. Zeer terecht heeft de heer Van 'der Goos dan ook gezegd, dat mij dit tweede lid van het besluit nog meer tegensaat dan het eerste, il aar waarom heeft hij het niet^ verdedigd ? * * Neen zeker, dit is het niet, waarom andersmaus kinderen moedwillig van een goed vak moeten worden uitgesloten. Dit heeft niet het peil der loonüii niets te maken. Maar het is wel gemakkelijk zoo, en daarom wordt het lompweg gedaan. Gemakkelijker? Wel/ceker. Want wanneer aanmelding als leerling aan alle kinderen vrij stond, dan zou door schoolexamen, lijiVlijkekfuhiig en loting een groot deel der liefhebbers uitge schoten moeten worden. Eu daaronder zou natuurlijk een deel diamantbowerkers-kinderea komen. Wat zullen de vaders doen ? De fanatieken onderwerpen zich. Mtareen ander deel zou zich beroepen op het natuur lijke recht van vak-vererving, waarover de heer Henri Polak zoo ontroerend geschreven hoeft. NVant wie zou vermogen hun dat recht te ontnemen ? Zoo is hot. Wanneer maar eerst eens een goed deel diauiantbewetkurs kinderen niet kon worden geplaatst, het leerlingenbesluit werd wt'l impopulair, eu het viel wel. En om deze impopulariteit te weren, moeten nu auiere kindereu iti hun leven worden geknoeid. Van burgerlijk standpunt uit veroordeel ik dat. En gelukkig: vele arbeiders veroordeeleu dit ook. -::- * .la zeker, hot is prettiger een gul stuk te schrijven als van deu heer Fnuik vau der Goes dan gelijk het mijne. Nietwaar, de heer Van der Goe5, die gunt den diamantbewerkers wel wat, maar ik wil hunne loonen schandalig verlaagd zien. Prettig vind ik het schrijven van zulke stukkeu niet, maar uoodig is het wel. Kn daarom dee ik het. De. heer l'olak, dien ik overigens nog nooit op eene behoorlijke wijze van debatteeren heb betrapt, heeft mij daarvoor geoue persoonlijkheden bespaard. I lij moet het weten. Ik heb mij getroost en zal mij verder troosten. Ik ben blijde, dat ik deze belangrijke kwestie ter.sprake:heb gebracht. Maar óók bea 'k blij, dat het nu uit is. ' HA.AN. MnM in de Hoofdstad. Op het oogenblik dat ik dit schrijf wijst de kalender aan 24 Ootober en uog kan het zomerweer geen afscheid van ons nemen. Nog bereikt de thermometer een punt zoo hoog, dat men er tegen op ziet zich in con certzaal of schouwburg te begeven. Concertdirecties, virtuozen en concertgezelschappeu houden echter geen rekening met het weer maar met deti kalender. Is eenmaal de l Ootober achter den rug, dan ontlast zich een stortvloed van concerten over ons heen, zóó dat het iemand begint te duizelen, als hij dat alles moet bijwonen. Busoni opende de rij der solisten concerten. Voorwaar een groot meester is Busoni en of hij Chopiu speelt of Beethoven of L'szt hij weet iederen stijl recht te doen weder varen eu, met een enorme aanslags\ arieteit, betooverende '.'lauk-effdcten aan het stugge klavier te ontlokken. Na Busoni kwamen Ludwig Wüllner en Coenraad Bos; na deze Julia Gulp en dr. Pptpeschnigg; daartusschen Ernile Bosquot, pianist uit Brussel. Niet minder dun twee smjkquartet-gezelsehappen hebben hier reeds geconcerteerd; ril. het Brod*ky- en het reeds met roem hier bekende Schörg quarti-t. Bovendien hebben Flesch on rtöntgen reeds n hunner Sonate-avonden gege ven. Dan heeft het ConcertgeboirW zijn winter-concerten hervat; d w.z. de heer J. Martin. S. Heuckeroth heeft weder plaats gemaakt voor den heer Mengelbeig en het orchest is weer voltallig op het appèl verschenen. Ter vervanging van enkele leden, die hun contract niet hernieuwd hebben, moesten andere worden benoemd. Onder deze is Max Fiedler, 2e concertmeester, zeker wel de belangrijkste aan winst. Eea paar malen reeds is hij als solist opgetreden int t Bruch en Bacli, en stor menderhand beeft hij de harten zijner toe hoorders veroverd. Men ziet het, in het kortstondig bestaan van dit winterseizoen is er eerder een te veel dan een te weinig geweest. Of uu alles wat men te hooren heeft ge kregen even beltngrijk Was r1 Het is moeilijk ?hierop een afdoend antwoord te geven. Groote kunstenaars hebben dikwijls hun vast, hun eigen programma. Busoni speelde vóór jaren reeds de llaimuerklavier-souate" en hij zal die over jaren nog spelen, als hem het leven gelaten wordt. Over eeuige dagen zal er een ander pianist komen die dezelfde sonate spelen zal. Beter of minder goed dan Busoni! Doet het er veel toe? Wüllner heeft liedjes uit S?-humann s ichterliebe" gezongen; er zullen na hem andere zangers komenen hebben zij mooiere stemmen en evenveel zeggingskracht als Wüllner, dan zullen zij meer indruk weten te maken. Julia Gulp heeft ditmaal bijzon dere studie gemaakt van Beethoveu's Bit ten". Zij heeft getracht met zichzelve uit te maken hoe zacht zij den laatsten versregel zou kunnen zingen om het publiek in ont roering te brengen. Weldra zal misschien een ander zangeres een dergelijk effectj-1 op een ander lied probeeren. Een voortreffe lijke kunstenares overigens Mevrouw Gulp eu <!en heerlijk orgaan! Wordt echter over het algemeen niet te veel aan het virtuose geofferd OD wordt het publiek niet al te veel dezelfde stukken ten gehoore geboden? Heeft het invloed op de ontwikkeling van ons kunstleven of de heer X. heden Bruch's vioolconcert met grooter toon ten gelioore brengt dan de mortjeii de heer Y ? Men vergeve mij dan, wanneer ik van alle solistenconeerten geen melding maak. Iets anders is het watmeer in de hoofdstad een opvoering van Beethoven's Fidelio plaats vin H. Dat heerlijke werk, dat op een eenzame hoogte troont en ver verheven is boven het frivole opera-gedoe van de meeste tij Igenooten des grooten meester-i, bezit een zoo seweldige dramatische kracht, het is zoo vol van reine, heerlijke stemming, dat men er gerust een plaats aan mag toakeniiPii, eenig in de dramatis :hj littera tuur vóór Wagner. Een opvoering daarvan hebben wij te danken nan de Opera- vereeniging" welke, naar ik meen, in de plaats gekomen is van het G >tnitétot organisatie van uit stekend verzorgde operavoorstellingen". De directeur, de heer Tierie, had voor de medewerking in de koren steun gevonden bij een groot aantal leden zijner Koninklijke Oratorium-vereeniging en ten gevolge daar van klonken de koren frisch en vol. Een beschaafde klank en zuiverheid van. intonatie waren de eigenschappen die dit koor onder scheidden van de gewone opera-koren. En dat kwam Beethovend werk zeer ten goede, want zoowel hèt ge vanger, e n-koor als de beide finales eisohen een niooion koorklank, om dien nobeleu indruk te maken, dien Beethoven er mede be loold heeft. Geniale muziek stukken toch, din koren ! Do dramatische uoodwüiidigheid van die in het eerste deel moge misschien hetwi>t worden, de wijze waarop ze zich ontwikkelen en de edele, voorname melodiek, waardoor zo zich ken merken, maken juist de kooruuminers tot de lanspnnten der opera. Met de vertolk.-ter der titelrol had het bestuur dor Opera-vereeuigiug weder dien tegenspoed gelia l, dioti men zoo vaak heeft, wanneer zu.ugsolisten den invloed on Iergaan van temperatuurt- of klimaatwissolingen. Men mag dan ook niet al te zeer den nadruk laten vallen op het niet geheel bevredigende in de reproductie van mevrouw Beuer, uit Hamburg, die ingevallen -was voor mevrouw Doenges, uit Lsipzig. Dit neemt niet weg, dat zij toch in het canon, in de trio's, ji eigenlijk in al do solo-ensem bles door den aard van haar geluid, door het eenigszins holle en nietaallooze in haar stem, dat zich niet kon voogon naai- de andevu slemmen het i'ft'oct' bedierf. Beter was zij in het iiuale van de tweede acte toen haar stom zich boven koor en 011; hes t gelding \vi.st te verschaffen. Oti/.H vroegere stadgenoot Jac. rltis, die eertijds op dezelfde plaats menigmaal den ' Piorestan in het Nederlandsen heeft gezongen, toonde -hoc enorm hij gegroeid is in de wederyave dier partij. Zijn drama tisch lutbaeldtngsvermogen heeft thans een groote hoogte bereikt en zijn stem heeft allengs meer het karakter van den helden tenor 'gekregen, zonder gelukkig haar ge makkelijke hoogte daarbüte moeten inboeten. Niet verzwegen echter raag worden, dat de stem niet steeds stond en dat ook e intonatie af en toe iets te wen schen overliet. De Itocco van den heer Alfred Stephanic was vooral als zang een gelukkigepraestatie. Zeer mooi, klaar en gemakikelijk klonk het orgaan. In de opvatting zijner partij had de heer Stephanie nog wel wat meer ge moedelijkheid kunnen leggen. Orelio scheen min of meer den belemmerenden invloed te ondervinden van het gebruik der Duitsche taal. Zijn stem, die anders zoo vol en ver-dragend klinkt, galmde nu alleen in de hooge tonen duide lijk hoorbaar door den schouwburg. Ook was de dialoog bij den heer Orelio wat stroef. Marcelline, mevrouw Sshaeko, bleek wederom de ervaren kunstenares te zijn, die wij van vroeger kennen. Zij weet te zingen en laat zich niet vervoeren meer te geven dan zij vermag. Echter dat dit hier en daar niet meer was, viel wel te betreuren. Menigmaal bleek zij tegen het orchest niet opgewassen. llennann Schramm als Jaqaino was on verbeterlijk. Hulde voor een dergelijke praestatie ! De heer Van Duinen gaf een zeer goede don Fernando te hooren en te zien. D<3 regie van den heer Coini had van het Finale een frisch en aantrekkelijk beeld weteu te maken; maar ook over h'et geheel kon men overal fijne intenties bespeuren. Hoe het kwam dat het Utrechtsche or chest niet dien geaeheveerden indruk maakte, dien wij er steeds van gewend zijn? De ouverture ai reeds klonk niet voornaam en ook de begeleiding was vaak niet zoo discreet als v or de solisten wenschelijk was. Misschien hebbon de heeren zich ver gist ten opzichte van de acustische ver houdingen, waarmede men in den schouw burg rekening moet houden. De heer ierie, die het geheel met talent on fijnen smaak leidde, on alleen hier en daar, bij enkele rhythmtscho schommelingen, een weinig meer beslistheid aan den dag had kunnen leggen, heeft de oplossing ge geven van een vraagstuk dat reeds geruimen tijd de gemoederen van de kapelmee sters bezig heeft gehouden, n.l. de keuze van ouverture. Zooals men weet, bestaan er drie ouver tures Leonore en n Fidelio, die allen betrekking hebben op Beethoveh's drama tisch meesterwerk. Mpestal wordt, evenals thans geschiedde, de ,Ftdelio-ouverturc aan het begin van den avond gespeeld en dan voruit zij een-goode inleiding voor het aanvangsduut der eerste acte, en voor de reeks van fraaie muziekstukken die daarop volgen, welke echter geen pakkenden dramatischer! kern bezitten. Yóór het tweede bedrijf wordt dan vaak de groote Lóonore-ouvorture No. 3 gespeeld. Dit uu. dunkt mij een groote fout; en wel om twee oorzaken; ten eerste wordt door de geweldige compositie, eeti drama op zich zelf, dea gang van het stuk te veel afgebroken; ten tweede wordt door liet grandiose slot der overture, met haar machtigen climax, de inleiding voor de tweede acte geheel verdrukt en deze ia juist zoo treffend schoon, met haar smarte lijke accenten, die den toehoorder zoo ge heel in de stemming brengen van het eerste 01'treden van Florestan. Door nu met die bijna algemeen gevolgde gewooiite te breken, heefc de heer Tierie het volle licht laten vallen op de inleiding van de tweede acte. Zóó hoort het ook. De groote Laotiore-ouverture moet men voor de concertzaal reserveeren; daar maakt zy een indruk, geevenredigd aan haar beteekenis. A.VT. AVEUKA.MI'. On;-fl]llaD4$clie ScMltóiji ia Ita'ië, 1} Dr. Franz Dülberg heeft reeds ontzachelijk veel gedaan voor de verbreiding van kennis omtient de oud-hollandsehe schilderkunst der 15de en Itide eeuwen ik herinner aan zijne hoogstbelangrijke uitgaven der werken van Gorn. Engebrechtsz en Lucas van Leyden te Lsiden, met uitstekende, groote lichtdrukken, zoo noodig voor het bestudeeren dier schilders, aan zijn dergelijk werk over de primitieven in het Aarts bisschoppelijk Museum te Utrecht 2) enz. Thans heeft hij een nieuwe bron voor die studie geopend, door de uitgave van zijne verzameling opnamen naar Ilollandsche primitieven in Italië. Wat voor moeiten de schrijver en de uit gevers hadden, dit werk tot stand te brengen, zal men begrijpen, als ik mededeel, dat de meeste schilderijen expres voor dezen arbeid gefotografeerd moesten worden. De koning van Italië, het ministerie van ouderwij?, prins C'jrsini te Rome, Mardiese Durazzo .Fallavicini te Genua en tal van andere per sonen moesten aangezocht worden, toestem ming te geven voor de/te reproducties. Het is zeer te hopen, dat de belangstelling van ons kunstlievend publiek zal trachten de groote kosten die de uitgevers zich ge troostten, goed te maken. Reeds dadelijk is de eerste afbeelding van het hoo^stmerkwaardige fresco uit de X Vde eeuw, van een onoekenden Hollander die in Italiëgewerkt heeft, van het grootste gewicht. liet is de triumftocht van den dood, in Rala/.zo S^lafani te l'alermo. Het is een geweldige, groutsche schepping, dat ge raamte, op het geraamte van een reuzen paard gezeten over rijk en arm, jong en schoon, oud en afgeleefd heenrijdeiid, alles treffend wat hem in den weg komt. liet stuk schijnt omstreeks 1480 geschilder l to zijn en is, dank zij het gelukkig klimaat, nog redelijk bewaard. Dan volgen werken uit de school van. G/'rr/<ji'it vu n Sittl Jii/iii, den liaarlemsehea schilder, van wieu ons Rijks-Museum thans twee werken bezit, benevens twee schilde rijen uit /ijn school. Kn zoo gaat Dülberg voort ons te laten zien, wat er al zoo van Ilollandsche kunst in Italiëis uit een tijd, waaromtrent tot' nog toe maar weinigen iets weten. Het hoofdwerk van Jacob Gjr 1) ?' 'Ahltollander in Ituliën. Herusgegeben von dr. KUAXZ t>ÜLi;EKG. . Ivleinoianu <i Co., Haarlem. 2) Deze werken verschenen ook bij K'e:ntnann A: Cu.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl