Historisch Archief 1877-1940
DE AMi^KRDAMMKIl W I*K K ELA D V O O II NEDERLAND.
No, 1531
met het zingen 7«n een lied; waarna de ge
stelde candidaat lijn jede houit; en waarbij
gelegenheid gegeven wordt «ragen tot hem
tejiehten. Dan volgt eene pan '.e; erwwden
nrf tfeiels , gereed . géset en koffie, brood en
gebate gepresenteerd,
Bij A«3« «auifcjitotast es «ja ook- meestal
vrouwen tepenwoordigv en lei U de voorritter
liet daarheen, dat ontwikkelden en minder
ontwikkelden, ryk en arm ook aan het woord
komen. . ,
*; Zal n;eni(jeen,hier rerbazeii al 8- ze hoorden
op welk een eènvrmdigépittige wijze boeren,
Bc*rtpper*en arbeitierstitfni» gedachten niten.
. Er wordt vefl gezongen, en de stenuuing
is overal opgewekt en hartelijk. Bij de
verkieziag-sauieiikomst in Kürup aan de
koffietafel f p ai een eenvoudige boer o. a.: In
onze streek merkte ik ho? urets' vjm de
politiek van de uiilde hand", integendeel, de
boeten zijn eerder toegenomen in de laatste
tijden; niettegenstaande dit wensch ik de
Pruisen gwn kwaad. Ik wil zelfs wenachen
dat_Duitschland nog machtiger mog worden
dan het uu is, zóó machtig dat het wagen
durft ons voor -OM zelf te laten zorgen.
(Gelach.) Ja zóó machtig, 'dat hét niet be
vreesd was b«t kleine hoekje hierin 't Noor1
'den- af te staan en paragraaf 5 vervulde.
On se beste hulp in den verkiezingsstrijd
?ügtrome dagbl ileii. Laat 0113 daarvoor werken
dat er een Deecsch blad kotnt in ieder
l'eanscb gezin. Le/e de Deensche Pers, hoera!
' Een andere boer zei. t>niaen tijd geleden
"wai'ik in Coldmg bij de onthufling van het
'monument voor Berjz (een vroeger Kd van
den Deemchen Rijksdag). Op den steen «taat
'?Ga hooit op Accoord met het Onrecht".
Dit woord- moeten wij ter harte nemen.
Er zijn zwakke karakters overal, ook in
Sleeswijk. Druk die menschen dit woord
op hot hart. ;
De Duitschers hewerenY dat e» maar een
rta»r A$itatoiea zijn die'^e Dèeuschheid in
't teven houden. ^'
Wij -weten allen, dat* dit' een vervloekte
Puitecbe^ -lengen is. Het zsfh niet eenige
Agitatoren die ome zaak in 't léven-honden,
neen het \s de bevolking zeUe. Ala onze
afgevaardigden niet willen spreken in onzen
geest -en a1-» onze dagbladen niet wilden
schrijven in denzelfdt-n gee;t, dan zouden
-wij hun spoedig ti-r zijde zetten.
Wij willen ons n?cht gehandhaafd ?ien,
? Als de- -rekening betaald is, zullen we wel
quitantie fjeven, maar tot aóolang moeten
de liuitscher* het zich laten welgevallen dat
wy eischën Hoera voor onzen candidaitden
Heer 11. P. Hansen".
Op ren verkiezin^s-meeting in Róddig
werden or>k opwekkende kernachtige woor
den gesproten door Landdagsmand, H. P.
Hansen, en vele boeren.
Laat mij een enkele greep daaruit doen.
Een boer zei de, p', a. Laat ons onzen tegen
standers toonen dat wij in ons zelf een
Dannevirke en Diibbol bezitten, daartegen
zullen !óud en- -bajonetten afstooten. Den
23en October millén we toonen. dat we
Danre 'irke en Diibból verdedigen kunnen.
Zullen wij jongeren niet een krachtig
hoera" roepen voor de ouderen en hun
danken voor bnn goed voorbeeld.
Een ari-ler zeide: Van Kuiler wenscht vrede
en inst, dat was een schoone gedachte ; maar
wat hij met vrede en rust bedoelde was niet
naar onzen smaak. Hy wensehtèeen vrede
als die des doods, wij daarentegen wenschen
eene vrede, die levend maakt.
Wy zullen ons leven besteden door te
arbeiden voor wat ons dierbaar is ! (Applam.)
Waren we zwak t-n toegeefeiijk dan zou het
ons .hier" nog erger gaan; maar volharden
-wy', dan kunnen wy leven en sterben als
Deensche mannen, (Applaus.)
Leve onze moedertaal en de Deensche
Pers. Daarna werd gezongen : Vi elsker
vort Laud". Wij hebben ons land lief.
Een bekende oude boer zeide : Bij de
laatste verkiezing voor den Duitschen Rijksdag
toen we hier samen waren moeslen we even
als vroeger de Israëlieten in tenten samen
komen, nu hebben we een dak over ons
hoofd gekregen ; dat kan men toch vooruit
gang noemen. Maar wij hadden het ook erger
dan de Israëlieten, die toch slechts vervoUd
werden in den vreemde, terwijl wij in ons
EIGEN i, AS n vervolgd worden.
Het komt er mi op aan zooveel stemmen
voor de aar staande verkiezing te verzamelen
als mogelijk is. In onzen kleinen werkkring
kan ieder het zijne er toe bijdragen om onze
banier hoog te houden.
Voor alles wat recht en goed is, zullen
wij met God voor o'ogen strijden zoolang wij
leven. (Applaus.)
Er zijn heden velen van het jongere
gea'acht tegenwoordig ; zi,t zijn het die ons
werk voortzetten moeten ; wij planter onze
banier in de harten van het jongere ge
slacht. Leve de jonge kiezers!" Daarna werd
voorgesteld te zingen: Fremad, fremad"
vertaald : Voorwaarts, voorwaarts".
Moge de klei: e volhardende schaar van
de aan hunne rationaliteit trouw geb'even
Sleesrtijkers verblijd worden inet een gunstig
verkiezings-resullaat.
9 October l'JOö. VILH. CABSTSXS.
ItlUMMIIIMimlIlllMIIIIIIMIIIIIIUIIIII
Sociale
IIIMIIIIHIDIIIIIIIIIIIIIIItllltlll
lllllinilUIIIIIMIIIIIIIIIIIMliHW
Hurüe maatregelen.
(Het leerlingwezen bij den A.N.D.lt.)
Den heer Frank van der Goei ant
woor,(lende oi> zijn artikel: Harde maatregelen
,van verledene week. btge3T ik te beginnen
-met eene vergelijking, die te zijnen
aany.ien geheel onjuist is. Deze: nu de
schel.dende keffer van den A. N. D. B. mij niet
uit de. Fransehe Laan wegkrijgen kan, moet
de oude getrouwe hofhond er aan te pas
komen. Ore kent hem wel: die met de
scherpe felbeprocfde tanden. Van der Goes
.vergeve mij de hondsche vergelijking, maai
de heer Polak heeft haar verdiend. He.t is
Biet redelijk twisten, dat hij doet; het is
svel.keffen.: Het if geen strijdbaar schrijven,
dat hjj.dpe.; het was wel schouw schelden.
Ik debatteer niet met mensehe-n, die hun
.tegenstanders grofmoedig, met de volgende
woorden gjnyten: tttelaai-schen ; pestbuilen-;
jMi-usiieten ; sntfriy.it -indinidwn; .'c/WMi«,
tsn dan (moer ,van daf ;möois. Jie heer Henri
Polak kan ,h«t wel anders, :d»arroor heeft
hij genoeg niet de Bourgeoisie omgegaan,
en in de Gerueeuteraad bijvoorbeeld b-'eft
hij altijd behoorlijk Hollandsen gesproken.
Maar voer het orgaan der diamanibe wer
ker» acht hij blijkens dit zoodje Amster
damsen taalt u ig vtldoende. Hij moet het
zeil weten, maar nog steeds reken ik in ij
dan 'van een debatteerend antwoord aan
hem ontslagen.
* *
*
Yast wel; wanneer men pas ^Henri Polak1'
heeft gescnre.ven, dan wachte men eenen
behoorlijken tijd, eerdat men mag schrijven:
Frank van dtr Goes". _ ?»
Men bemerkt Jen heer Van der Goes als
partijman, maar óók weet men, dat deze
man, met zijne finesse ende noblesse van
taal, gelukkig niet tot de meerderheid eener
partij behoort. Ik zie -heden zoo goed, dat
ik zijn mindere ben in taal eu toin, maar
ik zal hem antwoorden naar mijn beste
weten en naar mijn ruimste begrip.
* .*
De heer Van der Goss heeft het
algemeene element der zaak in strijde
verbijzoaderlijkt. Maar ik wil het beter vinden
haar wederom te veralgemeenen: om ten
slptte toch nog over hei particuliere het
mijne mede te deelen. Zoo algemeen
mogelijk gesproken is de vraag deze:
nMag men alle.i doen, om voordeel te
?be/wïen, of nadeel te vermijden, wan
neer men daartoe de macht lieefl? Ook
al doet men anderen daarJoor evn grooter
nadeel of onthoudt hun een voordeel dat
groot is?'
- Uit dat oogpunt heb ik de regeling in
'?strijde beschouwd. En ik hè) haar volstrekt
-niet onbetrekkelijk onredelijk genoemd. Er
is niet zooiets als eene ónbetrekkelijke im
moraliteit. Iets is slecht-goed of goeJ-slecht,
maar niet goed of slecht. Ik heb in mijn
eerste artikel DIT gezegd: (Amsterdammer,
9 Sept.). Voor hen, die antwoorden: JA,
ER IS GEES ANDER RECHT DAN MACHT'1, C.OO;'
hen is 't iKerliiigntbeslvit, een nobel en nut
tig besluit, trouwens voor hen beslaat er
geene andere noblesse dan liet nuf'.
ik heb dus de leerlingenregeling vol
strekt niet oubetrekkelijk afgekeurd. Wel
heb ik haar onder voorwaarde goed-, en
dus onder tegenovergestelde voorwaarde
slechtgekeurd.* Maar wat ik den
bestuui-deren van den A. N. D. B. verweten heb,
dat is dit: zij stellen voor zich zei ven macht
ende recht gelijk, maar keuren het
scherpelijfc af, dat anderen dit óók doen. Hun
strijd tegen de overtreders van het
leerlingenbesluit is machtig zonder ethiek, en ze
eischen, dat de strijd van patroons legen
werklieden, ethisch «j, dat wit zeggen,
z-jnder rtacht. Hunne meening ia met immo
reel maar onlogisch, trouwens, dat is temet
hetzetfde.
De heer Van der Goes weet dit ook wel:
de zwakkere, die ethiek vraagt in den strijd,
is precies even dom, als de sterkere, die
ethiek geeft.
En de menschen van de A. N. D. B.
weten het ook. Toen de Bondsraad besloten
had, geene vakvereenigingen te steunen,
die dii directe-actie-politiek voerden, werd
duidelijk genoeg te kennen gegeven, dat
wederkeerig ook geen steun zou worden
verwacht en verlangd. Dat was dan logisch.
De heer Frank vaa der Goas zal nu zeg
gen, dat ik een burgerbroekje ben en
van burgerlijk standpunt uit, alles beoor
deel. Ja zeker, zoo menige
Franschman. Maar goed, ik weet dan ook niet,
wat dit is: urbevler.imorMil"1 tegenover:
patroonsmoraal'''. Ik ken tweeerlei mora
liteit ; de egoïstische en de altruïstiscl e.
Onder het loonstelsel nu vinden de arbei
ders er baat bij eensgezind samen te blijven
tegenover de patroons, en die zelve weder
het best doen samen te blijven tegea de
arbeiders. Maar wanneer een deel
deiarbeiders het raadzaam vindt zich
van het andere deel af te scheiden,
en zich te scharen aan de zijde van het
patronaat, dan wordt dat gedaan. Dit
is zuiver van zelfzuchtige zedelijkheid:
voordeel zoeken, waar en wanneer wen liet
vindt', ts dit nu arbeidersmoraal? Ik ben
burgerlijk genoeg, om daar wat mee te
lachen. Het is zelfzuchtig. En zuiver, zie
daar. Da heer Van der Goes moet maar
eens denken aan het conflict tusschen den
heer P. L. Tak en tusschen het Partij
bestuur, in zake steun aan de stakende
heiers. En nog scherper doet zich zoo'u
conflict nu voor. Het spijt me, dat ik mij
nu toch nog op den heer Henri l'olak
beroepen moet, maar dat kan niet anders.
De heer II. P. dan geeft den
georganis.eerden arbeiders de raad, de
directe-actiepolitiek door onderkruiperij onmogelijk te
maken. Hij zegt (liet (V.v'vau 17 jjc't. jl.)
^llef tnuldel uil, hef. eeiiiije. dut in (jel'itllell
tils het Kitfivhed/m-hf, munt inn-den toegepast
/.v, dut overal iraar uitsluiting Itet 'jevol/j
(/ff xtiikiitg kmi zijn, <le organisatie zorgt
dat de iilai, ts 'ii iler ^lakera" duur anderen
irordeit inijennnien.
't Is waar, dit is de nieuwsto leer van
de S. D. A. l', en iedereen weet, dat de
leden dier partij geene arbeiders, en de
arbeiders geene ledFn dier partij zijn. Maar
waar blijft nu de lieer Van der Goes met
zijne arbeidersmoraal ? "NV a t de heer 11. l'.
hier zegt is zeer zedelijk. Onder voorwaarde.
En het is even onzedelijk. Onder tegenge
stelde voorwaarde. Maar hot is absoluut
logisch eu zelfzuchtig. Kn het l
arlingeubesluit is in verband met andere handelingen
van den A.N.D.B, absoluut onzinnig. Meer
heb ik nooit gezegd, en 't is ook voldoen Ie.
"NVant dom, de heer Van der Goes stemm-e
het toe, is nog onaangenamer dan onze
delijk; of misschien precies hetzelfde.
* *
*
En nu het leerlingenbesluit op zich zelf.
Behooren de diamantbewerkers
I Het aantal leerlingen to beperken.
U Alleen hun eigen kinderen als zoodanig
toe te laten ?
Zoo'n tirannieke leerlingen wering zou men
denkelijk algemeen mogen billijken als on
misbare maatregel van verweer in eenen
noodtoestand. Maar voor langer niet. Niet
waar, in eenen noodstatus mag men moord
doen; doch wil dat zeggen, dat men uu
ook in alle omstandigheden maar moorden
mag, en toch een braaf meuscli wezen .met
ee» arbeklersnioraal': Natuurlijk: weinig
werkkrachten in een vak, dat is voordeelig.
Fjen prul van een diamautbewerker,verdient
allicht meer dan b:v; een onderwijzer met
hfooWacta halen mag. DB redactie: \an het
Weekblad heeft daar vaak genoeg op ge
wezen, , om de prullen iot diepe dankbaar
heid en onderwerping te brengen. Maar
waarom moet de organisatie der diamant
bewerkers hebben, wat geene enkele orga
nisatie heeft? Hunne positie is toch al
volstrekt beter dan die van andere vakver
eenigingen. Ze wonen meest allen in cëne
stad, deels in ne wijk. Ztjn goeddeels van
ue religieuse en politieke overtuiging.
Dit maakt hunne vakactie belangrijk gemak
kelijker. De leiders van den'A. N. D. B.
zouden, als het immoreele leerlingen besluit
bezweek, gerust wel een loon weten te hand
haven met moreele middelen, gelijk andere
organisaties! En er is geen enkele i eden, be
halve minderwaardige hèozucht, waarom een
slechte diamantbewerker meer verdienen
moet dan een voortreffelijk timmerman. Zoo
iets wordt ook volstrekt met door het rechts
gevoel der arbeiders voorgeschreven. Vele
arbeiders keureu de leerlmgeuregeling af,
de heoren Van der Goes en Heuri Polak,
die geene arbeiders zijn, keuren haar daaren
tegen weer goud.
* *
En gesteld dan, dit de leerlingenregeling
geoorloofd was (des neen !), heiliat het goede
doel dan de middelen ? De heer Henri
Polak zal wel ja zeggen. Om dit goede
doel te bereiken : wering van de directe actie"
heiligt hij wel dit voor em iufanie middel:
georganiseer.Ie onder kruiderij", welke mid
delen zal hij dan niet heiligen om het nog veel
begeerlijker betere doel te bereiken : een
onevenredig hoog lüun 'f'
Vindt de heer Van der Goes dit ook zoo ?
Of mogen misschien alleen arbeiders al
hunne machtige en onheilige middelen ge
bruiken, inaar mogtn patroons dat niet?
Mijne meening is eerlijk deze, dat een uit
muntende regeling met met alle middelen
mag gehandhaafd worden. En nog sterker,
dat de leerlinjjeuregeliug uitmuntend is van
immoraliteit.
Luister eens: er is ook eeno organisatie:
de Staat. Ja, die is bij de diamautbewerkers
niet etg in de pas, zoo lat die georganiseerde
mannen deze organisatie maar gaarne aan
belasting te kort doen. Maar ik vind, dat de
Staatsorganisatie de meeste Nederlanders
maar eens in vrijheid en rechte beschermen
moest tegen die aanmatigende minderheid,
welke zich in de diauiantbeweikersboud
heeft vast-georganiseerd.
Kortom, het leerlingenbesluit behoorde
verboden te wordea, als eene onbehoorlijke
verkorting van de werkvrijbeid der meeste
Nederlanders. Er zijn wel dingen verboden,
die heel wat minder onzedelijk /ijn. Wan
neer patroonsorganisaties dingeu deden van
het gehalte, als uu deze werklieden doen,
zou ik precies hetzelfde zeggen. Maar de
heer Vaa der Goes gebruikt moedwillig
voor de ondernemers een slechter recht,
* *
En nu het tweede deel; waarom mogen
zoowat alleen diatnantbe werkerskinderen in
het vak kouieo? Jatcel", zegt de heer Polak:
soo als een diamant-bewerker zijnen
kini/i'i'cn geld en ijoed uitlaat, wenz.,o mug hij
hun ook zijn cak naiut n'.
Dit is onverstandig, en de heer Van der
Goes, die verstandig is, heeft dit onver
stand dan ook met geen eukelde regel
verdedigd. Dat deze naarheid ons naar eene
kasterimaatschappij zou brengen, heb ik al
beschreven. Dit is gezegd en blijft gezegd.
Maar bovendien: het is onwaar, dat dit
verervingsrecht door den heer Polak als
een natuurlijk recht zou worden erkend.
Gesteld: een diamautbewerker heefc eanea
idioten zoon. Dat behoeft dien jongen niet
te beletten een uitmuntend diamam bewer
ker te wezen. Zijn vader is bereii hem liet
vak na te laten, nog al vóór hij z-ilf dojd
gaat. Staat het bestuur vau deu A. N.Ü.B.
toe, dat die vader van zijn natuurlijk recht
gebruik uiake? Neen, want de organisatie
vindt het buiten haar belang idiote leden
te nebben. Evenmin m <g de vader van zijn
natuurlijk recht gebruik miken, wanneer
zijn zoon te oud is. Of: wanneer het aan
tal leerlingen compleet is. Maakt hij dan
toch gebruik van het recht, dat de heer
Henri Polak zoo natuurlijk vindt, dan wordt
hij iiifiaiituche, /lesfl/til; onverlaat; .iwer/ij
i-uilivitlH ? zekoi'iini.
Nietwaar, hier is beicheiden twijfel toe
gestaan, of dit verervingsrecht dan wel zoo
natuurlijk zij. liet lijkt niet verder te gaan,
dan de zelfzucht der organisatie gaat.
Zeer terecht heeft de heer Van 'der Goos
dan ook gezegd, dat mij dit tweede lid van
het besluit nog meer tegensaat dan het
eerste, il aar waarom heeft hij het niet^
verdedigd ?
* *
Neen zeker, dit is het niet, waarom
andersmaus kinderen moedwillig van een goed
vak moeten worden uitgesloten. Dit heeft
niet het peil der loonüii niets te maken.
Maar het is wel gemakkelijk zoo, en daarom
wordt het lompweg gedaan. Gemakkelijker?
Wel/ceker. Want wanneer aanmelding als
leerling aan alle kinderen vrij stond, dan
zou door schoolexamen, lijiVlijkekfuhiig en
loting een groot deel der liefhebbers uitge
schoten moeten worden. Eu daaronder zou
natuurlijk een deel
diamantbowerkers-kinderea komen. Wat zullen de vaders doen ?
De fanatieken onderwerpen zich. Mtareen
ander deel zou zich beroepen op het natuur
lijke recht van vak-vererving, waarover de
heer Henri Polak zoo ontroerend geschreven
hoeft. NVant wie zou vermogen hun dat
recht te ontnemen ?
Zoo is hot. Wanneer maar eerst eens
een goed deel diauiantbewetkurs kinderen
niet kon worden geplaatst, het
leerlingenbesluit werd wt'l impopulair, eu het viel
wel. En om deze impopulariteit te weren,
moeten nu auiere kindereu iti hun leven
worden geknoeid.
Van burgerlijk standpunt uit veroordeel
ik dat. En gelukkig: vele arbeiders
veroordeeleu dit ook.
-::- *
.la zeker, hot is prettiger een gul stuk
te schrijven als van deu heer Fnuik vau
der Goes dan gelijk het mijne. Nietwaar,
de heer Van der Goe5, die gunt den
diamantbewerkers wel wat, maar ik wil hunne
loonen schandalig verlaagd zien.
Prettig vind ik het schrijven van zulke
stukkeu niet, maar uoodig is het wel. Kn
daarom dee ik het.
De. heer l'olak, dien ik overigens nog
nooit op eene behoorlijke wijze van
debatteeren heb betrapt, heeft mij daarvoor
geoue persoonlijkheden bespaard. I lij moet
het weten. Ik heb mij getroost en zal mij
verder troosten. Ik ben blijde, dat ik deze
belangrijke kwestie ter.sprake:heb gebracht.
Maar óók bea 'k blij, dat het nu uit is.
' HA.AN.
MnM in de Hoofdstad.
Op het oogenblik dat ik dit schrijf wijst
de kalender aan 24 Ootober en uog kan het
zomerweer geen afscheid van ons nemen.
Nog bereikt de thermometer een punt zoo
hoog, dat men er tegen op ziet zich in con
certzaal of schouwburg te begeven.
Concertdirecties, virtuozen en
concertgezelschappeu houden echter geen rekening
met het weer maar met deti kalender. Is
eenmaal de l Ootober achter den rug, dan
ontlast zich een stortvloed van concerten
over ons heen, zóó dat het iemand begint
te duizelen, als hij dat alles moet bijwonen.
Busoni opende de rij der solisten concerten.
Voorwaar een groot meester is Busoni en
of hij Chopiu speelt of Beethoven of L'szt
hij weet iederen stijl recht te doen weder
varen eu, met een enorme aanslags\ arieteit,
betooverende '.'lauk-effdcten aan het stugge
klavier te ontlokken.
Na Busoni kwamen Ludwig Wüllner en
Coenraad Bos; na deze Julia Gulp en dr.
Pptpeschnigg; daartusschen Ernile Bosquot,
pianist uit Brussel. Niet minder dun twee
smjkquartet-gezelsehappen hebben hier
reeds geconcerteerd; ril. het Brod*ky- en
het reeds met roem hier bekende Schörg
quarti-t. Bovendien hebben Flesch on rtöntgen
reeds n hunner Sonate-avonden gege
ven. Dan heeft het ConcertgeboirW zijn
winter-concerten hervat; d w.z. de heer
J. Martin. S. Heuckeroth heeft weder
plaats gemaakt voor den heer Mengelbeig
en het orchest is weer voltallig op het appèl
verschenen. Ter vervanging van enkele
leden, die hun contract niet hernieuwd
hebben, moesten andere worden benoemd.
Onder deze is Max Fiedler, 2e
concertmeester, zeker wel de belangrijkste aan
winst. Eea paar malen reeds is hij als solist
opgetreden int t Bruch en Bacli, en stor
menderhand beeft hij de harten zijner toe
hoorders veroverd.
Men ziet het, in het kortstondig bestaan
van dit winterseizoen is er eerder een te
veel dan een te weinig geweest.
Of uu alles wat men te hooren heeft ge
kregen even beltngrijk Was r1 Het is moeilijk
?hierop een afdoend antwoord te geven.
Groote kunstenaars hebben dikwijls hun
vast, hun eigen programma. Busoni speelde
vóór jaren reeds de llaimuerklavier-souate"
en hij zal die over jaren nog spelen, als
hem het leven gelaten wordt. Over eeuige
dagen zal er een ander pianist komen die
dezelfde sonate spelen zal. Beter of minder
goed dan Busoni! Doet het er veel toe?
Wüllner heeft liedjes uit S?-humann s
ichterliebe" gezongen; er zullen na hem
andere zangers komenen hebben zij mooiere
stemmen en evenveel zeggingskracht als
Wüllner, dan zullen zij meer indruk weten
te maken. Julia Gulp heeft ditmaal bijzon
dere studie gemaakt van Beethoveu's Bit
ten". Zij heeft getracht met zichzelve uit te
maken hoe zacht zij den laatsten versregel
zou kunnen zingen om het publiek in ont
roering te brengen. Weldra zal misschien
een ander zangeres een dergelijk effectj-1 op
een ander lied probeeren. Een voortreffe
lijke kunstenares overigens Mevrouw Gulp
eu <!en heerlijk orgaan!
Wordt echter over het algemeen niet te
veel aan het virtuose geofferd OD wordt
het publiek niet al te veel dezelfde stukken
ten gehoore geboden? Heeft het invloed
op de ontwikkeling van ons kunstleven of
de heer X. heden Bruch's vioolconcert met
grooter toon ten gelioore brengt dan de
mortjeii de heer Y ?
Men vergeve mij dan, wanneer ik van
alle solistenconeerten geen melding maak.
Iets anders is het watmeer in de hoofdstad
een opvoering van Beethoven's Fidelio
plaats vin H. Dat heerlijke werk, dat op
een eenzame hoogte troont en ver verheven
is boven het frivole opera-gedoe van de
meeste tij Igenooten des grooten meester-i,
bezit een zoo seweldige dramatische kracht,
het is zoo vol van reine, heerlijke stemming,
dat men er gerust een plaats aan mag
toakeniiPii, eenig in de dramatis :hj littera
tuur vóór Wagner.
Een opvoering daarvan hebben wij te
danken nan de Opera- vereeniging" welke,
naar ik meen, in de plaats gekomen is
van het G >tnitétot organisatie van uit
stekend verzorgde operavoorstellingen". De
directeur, de heer Tierie, had voor de
medewerking in de koren steun gevonden
bij een groot aantal leden zijner Koninklijke
Oratorium-vereeniging en ten gevolge daar
van klonken de koren frisch en vol. Een
beschaafde klank en zuiverheid van. intonatie
waren de eigenschappen die dit koor onder
scheidden van de gewone opera-koren. En
dat kwam Beethovend werk zeer ten goede,
want zoowel hèt ge vanger, e n-koor als de beide
finales eisohen een niooion koorklank, om dien
nobeleu indruk te maken, dien Beethoven
er mede be loold heeft. Geniale muziek
stukken toch, din koren ! Do dramatische
uoodwüiidigheid van die in het eerste deel
moge misschien hetwi>t worden, de wijze
waarop ze zich ontwikkelen en de edele,
voorname melodiek, waardoor zo zich ken
merken, maken juist de kooruuminers tot
de lanspnnten der opera.
Met de vertolk.-ter der titelrol had het
bestuur dor Opera-vereeuigiug weder dien
tegenspoed gelia l, dioti men zoo vaak heeft,
wanneer zu.ugsolisten den invloed on
Iergaan van temperatuurt- of
klimaatwissolingen. Men mag dan ook niet al te zeer den
nadruk laten vallen op het niet geheel
bevredigende in de reproductie van mevrouw
Beuer, uit Hamburg, die ingevallen -was
voor mevrouw Doenges, uit Lsipzig. Dit
neemt niet weg, dat zij toch in het canon,
in de trio's, ji eigenlijk in al do solo-ensem
bles door den aard van haar geluid, door
het eenigszins holle en nietaallooze in haar
stem, dat zich niet kon voogon naai- de
andevu slemmen het i'ft'oct' bedierf.
Beter was zij in het iiuale van de tweede
acte toen haar stom zich boven koor en
011; hes t gelding \vi.st te verschaffen.
Oti/.H vroegere stadgenoot Jac. rltis, die
eertijds op dezelfde plaats menigmaal
den ' Piorestan in het Nederlandsen heeft
gezongen, toonde -hoc enorm hij gegroeid is
in de wederyave dier partij. Zijn drama
tisch lutbaeldtngsvermogen heeft thans een
groote hoogte bereikt en zijn stem heeft
allengs meer het karakter van den helden
tenor 'gekregen, zonder gelukkig haar ge
makkelijke hoogte daarbüte moeten
inboeten. Niet verzwegen echter raag
worden, dat de stem niet steeds stond en
dat ook e intonatie af en toe iets te wen
schen overliet.
De Itocco van den heer Alfred Stephanic
was vooral als zang een gelukkigepraestatie.
Zeer mooi, klaar en gemakikelijk klonk het
orgaan. In de opvatting zijner partij had
de heer Stephanie nog wel wat meer ge
moedelijkheid kunnen leggen.
Orelio scheen min of meer den
belemmerenden invloed te ondervinden van het
gebruik der Duitsche taal. Zijn stem, die
anders zoo vol en ver-dragend klinkt,
galmde nu alleen in de hooge tonen duide
lijk hoorbaar door den schouwburg. Ook
was de dialoog bij den heer Orelio wat
stroef.
Marcelline, mevrouw Sshaeko, bleek
wederom de ervaren kunstenares te zijn,
die wij van vroeger kennen. Zij weet te
zingen en laat zich niet vervoeren meer te
geven dan zij vermag. Echter dat dit hier
en daar niet meer was, viel wel te betreuren.
Menigmaal bleek zij tegen het orchest niet
opgewassen.
llennann Schramm als Jaqaino was on
verbeterlijk. Hulde voor een dergelijke
praestatie !
De heer Van Duinen gaf een zeer goede
don Fernando te hooren en te zien.
D<3 regie van den heer Coini had van het
Finale een frisch en aantrekkelijk beeld
weteu te maken; maar ook over h'et geheel
kon men overal fijne intenties bespeuren.
Hoe het kwam dat het Utrechtsche or
chest niet dien geaeheveerden indruk
maakte, dien wij er steeds van gewend zijn?
De ouverture ai reeds klonk niet voornaam
en ook de begeleiding was vaak niet zoo
discreet als v or de solisten wenschelijk
was. Misschien hebbon de heeren zich ver
gist ten opzichte van de acustische ver
houdingen, waarmede men in den schouw
burg rekening moet houden.
De heer ierie, die het geheel met talent
on fijnen smaak leidde, on alleen hier en
daar, bij enkele rhythmtscho schommelingen,
een weinig meer beslistheid aan den dag
had kunnen leggen, heeft de oplossing ge
geven van een vraagstuk dat reeds
geruimen tijd de gemoederen van de kapelmee
sters bezig heeft gehouden, n.l. de keuze
van ouverture.
Zooals men weet, bestaan er drie ouver
tures Leonore en n Fidelio, die allen
betrekking hebben op Beethoveh's drama
tisch meesterwerk. Mpestal wordt, evenals
thans geschiedde, de ,Ftdelio-ouverturc aan
het begin van den avond gespeeld en dan
voruit zij een-goode inleiding voor het
aanvangsduut der eerste acte, en voor de reeks
van fraaie muziekstukken die daarop volgen,
welke echter geen pakkenden dramatischer!
kern bezitten. Yóór het tweede bedrijf wordt
dan vaak de groote Lóonore-ouvorture No.
3 gespeeld. Dit uu. dunkt mij een groote
fout; en wel om twee oorzaken; ten eerste
wordt door de geweldige compositie, eeti
drama op zich zelf, dea gang van het stuk
te veel afgebroken; ten tweede wordt door
liet grandiose slot der overture, met haar
machtigen climax, de inleiding voor de
tweede acte geheel verdrukt en deze ia
juist zoo treffend schoon, met haar smarte
lijke accenten, die den toehoorder zoo ge
heel in de stemming brengen van het
eerste 01'treden van Florestan.
Door nu met die bijna algemeen gevolgde
gewooiite te breken, heefc de heer Tierie
het volle licht laten vallen op de inleiding
van de tweede acte. Zóó hoort het ook. De
groote Laotiore-ouverture moet men voor
de concertzaal reserveeren; daar maakt zy
een indruk, geevenredigd aan haar
beteekenis.
A.VT. AVEUKA.MI'.
On;-fl]llaD4$clie ScMltóiji ia Ita'ië, 1}
Dr. Franz Dülberg heeft reeds ontzachelijk
veel gedaan voor de verbreiding van kennis
omtient de oud-hollandsehe schilderkunst
der 15de en Itide eeuwen ik herinner aan
zijne hoogstbelangrijke uitgaven der werken
van Gorn. Engebrechtsz en Lucas van
Leyden te Lsiden, met uitstekende, groote
lichtdrukken, zoo noodig voor het
bestudeeren dier schilders, aan zijn dergelijk
werk over de primitieven in het Aarts
bisschoppelijk Museum te Utrecht 2) enz.
Thans heeft hij een nieuwe bron voor die
studie geopend, door de uitgave van zijne
verzameling opnamen naar Ilollandsche
primitieven in Italië.
Wat voor moeiten de schrijver en de uit
gevers hadden, dit werk tot stand te brengen,
zal men begrijpen, als ik mededeel, dat de
meeste schilderijen expres voor dezen arbeid
gefotografeerd moesten worden. De koning
van Italië, het ministerie van ouderwij?,
prins C'jrsini te Rome, Mardiese Durazzo
.Fallavicini te Genua en tal van andere per
sonen moesten aangezocht worden, toestem
ming te geven voor de/te reproducties. Het
is zeer te hopen, dat de belangstelling van
ons kunstlievend publiek zal trachten de
groote kosten die de uitgevers zich ge
troostten, goed te maken.
Reeds dadelijk is de eerste afbeelding
van het hoo^stmerkwaardige fresco uit de
X Vde eeuw, van een onoekenden Hollander
die in Italiëgewerkt heeft, van het grootste
gewicht.
liet is de triumftocht van den dood, in
Rala/.zo S^lafani te l'alermo. Het is een
geweldige, groutsche schepping, dat ge
raamte, op het geraamte van een reuzen
paard gezeten over rijk en arm, jong en
schoon, oud en afgeleefd heenrijdeiid, alles
treffend wat hem in den weg komt. liet
stuk schijnt omstreeks 1480 geschilder l to
zijn en is, dank zij het gelukkig klimaat,
nog redelijk bewaard.
Dan volgen werken uit de school van.
G/'rr/<ji'it vu n Sittl Jii/iii, den liaarlemsehea
schilder, van wieu ons Rijks-Museum thans
twee werken bezit, benevens twee schilde
rijen uit /ijn school. Kn zoo gaat Dülberg
voort ons te laten zien, wat er al zoo van
Ilollandsche kunst in Italiëis uit een tijd,
waaromtrent tot' nog toe maar weinigen
iets weten. Het hoofdwerk van Jacob
Gjr
1) ?' 'Ahltollander in Ituliën. Herusgegeben
von dr. KUAXZ t>ÜLi;EKG. . Ivleinoianu <i Co.,
Haarlem.
2) Deze werken verschenen ook bij
K'e:ntnann A: Cu.