Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER W E E K B L A D V O O R N E D E R L A N D.
No. 1531
OP DE NIEUWE OOSTEEBEGBAAFPLAATB.
Hier volgen] des dichters eigen woorden
Met weekblauwe oogen zag de oneindigheid
Bes hemels naar den donzen rozenglans,
Waar zij in daagde: een breedgewiekte krans
Van zielen had zich ónder haar gereid.
Een geur van zomerhloesems begeleidt
Den/: zang der zonnen duiven die heur
trans
Doorgloren in eerbiedgen rondedans
Om haar,wier glimlach sferen groept en scheidt:
Schoonheid, o gij, wier naam geheiligd zy,
Uw wil geschiede; kóme uw heerschappij;
Naast u aanbidde de aard geen andren god I
Wie eenmaal u aanschouwt, leefde genoeg:
Zoo hem de dood in dezen stond versloeg...
Wat nood? Hy heeft genot en 'thoogst genot!"
*) Met toestemming van den uitgever, den heer S. L. van Looy, overgenomen.
Jacps Perl: en zijn Propaedentiscii."
Tot de laatste woorden, door Jacques Perk
op zijn sterfbed tot zyn vader gericht, en
die op dezen een diepen en onuitwischbaren
indruk gemaakt hebben, behoorde het zeg
gen : Ik heb het goed gehad en ga tevreden
heen." Kort daarna voegde hij er bij, met een
weemoedig lachje: Ja, 't is waar. dat examen!
Maar dat zou wel terecht gekomen zijn!"
Met dat examen" bedoelde hij het
Propaedeutisch in de letteren, dat ook in den
jare 1881, en later nog, verplichtend was
voor de studenten in de rechten. Aan dat
examen waren voor beide partijen, vader
en. zoon, niet opwekkende herinneringen
verbonden.
Toen Jacques Perk in den zomer van 1880
zijn admissie-examen voor de universiteit had
afgelegd, verzekerden den vader een paar
hopgleeraren in de letteren, die tot zijn
vrienden behoorden, dat dit examen
allerYoortreffelijkst geweest was, en zijn zoon
-klaar" was voor zijn Propaedeutisch, en
dat hij maar zoo spoedig mogelijk zich
daarvoor moest aanmelden. Het plan werd
dan ook opgevat om er voor de Kerstvacantie
er toe over te gaan.
De Kerstvacantie brak aan. Maar geen
examen. Dan tegen de Paaschvacantie.
Ook geen examen! Evenmin tegen de
groote vacantie. Dan onmiddellijk na de
groote vacantie!" was het wachtwoord.
Die groote vacantie bracht Jacques Perk,
om zich rustig voor te bereiden, door op het
buitengoed Oud-Over" te Loenen a/d. Vecht,
dat zijn zwager, den heer J. Blancke toe
behoorde, die in Mei met zijne oudste zuster
was gehuwd. In stede zich, als vroegere
jaren, in de ook door hem zoo geliefde
Belgische en Luxembnrgsche Ardennen te
gaan vermeien, bracht hij zijne
vacantiedagen door, zich opsluitend in den grooten,
koepel aan de Vecht, met de Klassieken
die hij te bestudeeren had, en wisselde zijn
studie-uren af met spelevaren op de rivier.
In de tweede helft van September keerde
hjj naar Amsterdam terug. Eenige dagen
na zijn thuiskomst werd hij ziek. Ue ziekte
bleek spoedig ten doode te zulhn zijn. In
weinige weken was de krachtig gebouwde,
forsche jonkman gesloopt.
Bij zijn thuiskomst, moest het hooge
woord er uit, dat hij niét klaar was voor
zijn examen. Hij zelf had reeds gedacht
aan eene verandering van carrière. In een
brief aan den heer Vosmaer betreurde hij
het, dat zijn honderd en zes sonnetten, welke
een bundeltje vormen, niet in 188Üwaren
verschenen, zooals hij gehoopt had, omdat
mocht hij genoodzaakt worden van loopbaan
te veranderen, men ten minste weten zou,
dat hij wel wat eens aan Nederlandsche
Letteren had gedaan." (Zie Aleida Nyland,
P- 47)-..
In zijn laatsten brief aan zijne tante Betsy
Perk, die, evenals de vader, sterk aandrong
op het afleggen van het examen, daar hij
toe', in aanmerking genomen den leeftijd,
dien hij bereikt had, met bekwamen spoed
eene maatschappelijke positie diende te ver
overen, en hij dus wel genoodzaakt was te
studeeren ook van wat hem droog en dor
voor kwam, antwoordde hij op hare vraag:
hoe 't met zijne studiën stond ?: Het gaat
er niet mee!"
Van waar dat verschijnsel bij iemand, die
een jaar geleden volgens het getuigenis van
bevoegde beoordeelaars, reeds zoover ge
vorderd was, dat hij zich voor dat telkens
uitgestelde examen kon aanmelden?
Menigmaal is die vraag gesteld, maar
nooit ten volle opgelost. Blijkens de ver
klaring aan zijn vader gegeven en hier
boven aangehaald, had hem niet de hoop
ontbroken, dat de zaak in orde zou komen.
En op grond van meer dan n uitlating
in zijn gezonde dagen, dat hij zich ging
voorbereiden om den Volgenden ochtend op
het college te respondeeren en tijdig te
worden gewekt (wat evenwel niet verhin
derde, dat hij meestal toch niet opstond en
thuis bleef) op grond daarvan konden zijne
ouders hun goeden wil hem niet geheel
ontzeggen. Tegen die responsies zag hij
echter geducht op. En toch moest een
studeni zich eenige malen van dezen plicht
hebben gekweten, wilde hij tot het afleg
gen voor het Propaedeutisch toegelaten
worden.
Hoe nu het gesukkel met dat examen
te verklaren? Was de studie hem soms te
dor, te droog? Misschien. Menigmaal is het
gebeurd, dat als hij zich neerzette om eenige
verzen van den Ilias grammatisch te be
werken, hij een ander boek van dit meester
werk opslaande, getroffen -werd door wat
hij las, bleef doorlezen. Geboeid door die
cursorische lectuur, vergat hij het te bewer
ken pensum, tot het tijd werd zich ter ruste
te begeven. Een ander maal viel hem een
versregel in of een paar rijmen, die hij wilde
vasthouden, of, en daarom; opschrijven, en
dan begon zijn dichtader te vloeien en liet
hij zich er door in zijn taak afleiden, en
die afdwalingen werden zijn wil soms te
sterk," zooals hij zelf dit eens uitdrukte.
De meest aannemelijke oplossing zou ech
ter wel de volgende kunnen zijn :
Bij zijn toelating tot de Universiteit was
Jacques Perk al 21 jaar. Eeeds had hij een
zekere reputatie verworven. In tijdschriften
en weekbladen waren dichtproeven ver
schenen, die veel besproken en niet altoos
gunstig beoordeeld werden. Ook was hij
zich van zijne roeping als kunstenaar be
wust; geen oogenblik dacht hij er aan zich
aan het groenloopen te onderwerpen om
lid van het Amst. Studentencorps te wor
den. Groenloopen bij jongelieden, boven het
gros van wie hij zich in intellekt en krach
ten, hooge aspiratiën n schoonheidsvisiën
ver verheven achtte, en op wie hij als dar
tele knapen neerzag,... het kwam bij hem
niet op, geen oogenblik zelfs. Hij was dus
wat de leden van het corps, in dien tijd ten
minste, een varken" noemde, dien zij met
zekere minachting bejegenden. Zijne
studiegenooten hadden hem dit op de colleges doen
blijken. Kwam hij een groepje voorbij, dan
klonk uit hun mond het Grieksche woord,
dat wij met dichter" vertalen, en werd
hem dit nagéroepen.
Nu bestond de mogelijkheid, dat hij bij
het respondeeren zou, wat men noemt:
rijden". En hij begreep, dat die anderen
zich daarin zouden verkneuteren. Die
Schadenfreude" gunde hij hun niet. Hij
achtte zich te hoog om daarvan het voor
werp te zijn.
Van daar waarjK&ijnlijl? zijn dralen om
aan den eisoh vaajê^ff zeker aantal
responsiën te voldoen, zijn gebrek 'aan lust en
aan doorzettingskracht om zich er toe voor
te bereiden en de gemakkelijkheid, waarmee
hij zich van dat w£rk liet afleiden, maar
ook de teleurstelling, an.deren en zich zelven
bereid, en die fienT-zeer vaak met een ge
voel van ontstemming en onvrede, met zich
zelven vervulde.
"-??- J. H. E.
Amsterdam, 20 October 1906.
Mijnheer de Redacteur!
Den len November a.s. den sterfdag van
Jacques Perk, zullen Velen met mij den dich
ter gedenken, die vóór 25 jaar verscheiden is.
In die 25 jaar zijn aan vele nieuwe straten
en grachten te Amsterdam namen gegeven
naar bekend- of beroemdheden. Bij die naam
geving heeft men niet aan Jacques Perk
gedacht.
Zou het thans niet het juiste oogenblik
zijn dit onwillekeurig verzuim te herstellen
en bij de eerst volgende naamgeving een
straat of gracht alhier naar hem te noemen?
Met hoogachting,
Uw dienstw. Dn.
P. K.
Ken denkbeeld, dat zeker veler sympathie
zal hebben. Red.
miiiiiimiiiiiiimiii
Kunstveiling*.
Directie C. L C, VOSKUIL & Co,
op Dinsdag 3O October 19O6,
in DE BRAKKE GROND", te Amsterdam.
ten overstaan van de Notarissen F. C. P. BOTERHOVEN DE HAAN en W. H.
VOSKÜIL.
Nalatenschappen van Vrouwe M. G. COSSA DE BARBANSON en den
WelEdel Geboren Heer J. II. SCHMIDT, te Amsterdam.
MODERNE SCHILDERIJEN
en Aquarellen, waaronder zeer belangrijke werken van: APOL, C. BISSCHOP,
DE BOCK, BOSBOOM, BREITNER, DU CHATTEL, EERKLMAN, JAN VAN
ESSEN, GABRIKL, GORTER. HAVEEMANf, ISAAC en JOZEF ISRAÈLS, E.
KARSEN", KEVER, KLINKEXBERG, LOUSTAUNAU, J. en W. MARIS, MAUVE,
MESDAG, ALB. NEUHUIJS, POGGENBEEK, W. ROELOFS, HENRIETTE
RONNER, V. D. SANDE BAKIIUIJ7EN, SPRINGER, VOERMAN, HUBERT
VOS, J. II. WELSSENBRUCH, WIJSMULLER, DB ZWART, enz.
Catalogus (geïll. u ? 1.?) verkrijgbaar b/d Directie der veiling,
Sarphatistraat 20, Amsterdam.
J.J.BItiSING,
Kunsthandel.
'8-GRAVENHA.GE,
Molenstraat 65,65* en 67.
Moderne Schilderijen,
Aquarellen en Gravures.
pv-AnnttErocHc'STEtnDnunntnu-?!
& m - ETmtmrv FADRIÖV.«:> 'jt
hlTHOGRAPHISGHG 7
: Bekroond Nijverheidstentoonstelling Leeuwarden 1906
Panorama
Amsterdam,
Plantage
In de Kuttstsaal.
Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Oostersche Tapijten.
Vaste ttrijsen. Toegang vrij»
Het Panorama Jemsalem is dagelijks geopend.
Magazijn
Oud-H o 11 a n d"
D a m rak 75, Amsterdam.
Directie^P._C. PAERELS.
Imitatie- en Antiek Kunstsnijwerk, Koper- en
Zilverwerk, Porselein, Glas, Tin, Oude Perzische
Tapijten enz. enz.
ATELIER VOOR HET VERVAARDIGEN
VAN' OUD-HOLLANDSCH SNIJWERK.
TELEFOON 7261.
Js. VAN G1NKEL
= ZEIST i
FABRIKANT VAN
KUNST-KOPER
WERKEN IN OUD-HOLLAND8CHJB
MODERNE- EN ANDERE STIJLEN
DE PHOENIX'
WONING-INRICHTINGEN
SPUISTRAAT. 76 DAMRAK. AMSTERDAM
LEJL=JL=JL=JL=JL:
ttAI1DW?RK
;»:AMSKRDAH'*;
f!
l
l
gj gOjFpV?RTCG?nWOORDIG5TËRKK
MSffi H100PUIT-5PeJ?\
AfflSTERDAm
AARDEWERK
- 15 OCTOBER?5 NOVEMBER
TENTOONSTELLING
t t t t t VAN t t t f t
RLEUR-ETSEI
f t t t t VAN t t t t t
FRANSGHE MEESTERS
. IN DEN KUNSTHANDEL
WED. ft. DORENS & ZOON.
TOEGANG VRIJ. f BOKHT 56.
Altera, Koost i Küstuprlieidstaodel
SIERKUNSr
N. Spiegelstraat 32, Amsterdam.
Tentoonstelling
van Teekeningen en Lithografieën
door EDZ. KOJNITVGJ-.
Geopend van 1J?8 uur. RUDOLF ELION & Co.
r^OPER EN ZINrS,
GtB°OW?FELIX MERITI5"
KEIZERS
TEL . 2SO7
j