Historisch Archief 1877-1940
H*. 1532
DE AMSTEEDAMMEE
1906.
WEEEBLAD VOOE NEDERLAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
O3^LcLerrecLa.cti©-va.ii.a". IDIEKOO.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar » » mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar , 0.121/»
Dit blad ia verkrijgbaar Kio»k 10 Boulevard dei Capacinei tegenover het Grand Café, te Parij».
Zondag 4 November.
Advertentiën van l?5 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25
Reclames per regel 0.40
Annonce» nit Duitsekknd, Oostenrijk en Zwitserland worden nitaluitend aangenomen door de firma
RÜDOLF MOSSE U Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel U 35 Pfennig.
INHOUD:
VAN VEERE EN VAN NABIJ:
Commisswissen. Stemmen ten [gunste der gevangen
Suffragistg", door J. K. van der Veer.
Eene nieuwe maatschappij en eene nieuwe
wjjze van verzekering, door H. - Marines
of machten ter zee, (Ingez.) door K. H.
Koentie. FEUILLETON: Van
schippersleven, door J. van der Plaat Jr., I. KUNST
EN LETTEKEN: Jacqueg Perk, door Alex.
Gutteling. Jacques Perk's Mathilde" en
de verschillende uitgayen, door J. H. R.
Kloos over Bilderdy'k, door Edwaid B.
Koster. BOEKAANKONDIGING. VOOE
DAMES : Eene vrouw over den fabrieksarbeid
van vrouwen, door H. C. van Loenen de
Bordes. ALLERLEI, door Caprice.
Pieter de Josselin de Jong en zijne nalaten.
schap, (met portret en af b.). -- Penteekening
van H. G. Ibels. Tentoonstelling van
teekeningen en beeldhouwwerken in Arti.
door W. Steenhoff. Teekening van de maand
October, door Chris Kras Kzn. UIT DE
NATUUR, door E. Heimans. De open
brief van prof. dr. G. Jelgersma aan prof.
?G. J. P. J. Bolland, door E. Muziek in
de Hoofdstad, door Ant. Averkamp.
FINANGIEELE EN OECONOMISCHE
KRONIEK, door D. Stigter. ALLER
LEI. DAMRUBRIEK. SCHAAKSPEL.
ADVERTENTIES.
Commissarissen.
De Telegraaf ving een dezer dagen
aar verslag van het verhoor bij de straf
zaak van de Hollandsche Hypotheekbank
als volgt aan:
Indien ik voor 't kiezen had, dan zou ik
stellig liever Commissaris, zijn der Koningin
dan der Hollandsche Hypotheekbank. Maar
van beiden tegelijk zou ik het toch liefst
niet willen zyn vandaag! Hoe langer hoe
meer beginnen wy' het te betreuren, dat de
allerhoogste waardigheidsbekleders in den
lande, uit hoofde hunner relaties met de
Bank, als getuigen in deze ongure zaak
hebben voor te komen. Er is nu haast geen
tak meer van magistratuur of Staatsbewind,
die geene representanten naar hier heeft
gezonden. Hoe duizendmaal stichtelijker zou
het zijn, indien al deze lieden, die in hunne
handen de beslissing over de belangen van
particulieren en gemeenschappen dagelijks
zien gelegd, met zaken als deze niets te
maken hadden, en verre bleven van de bonte
markt des levens, waar hun ambtsgewaad
zoo weinig in overeenstemming is met het
bonte gedoe der winzuchtige kooplieden, die
soms toch zoo luchthartig" zijn, en die men
bij het scheiden van de markt eerst leert
kennen. Maar ddn is het te léi&t, en heeft
men relaties aangeknoopt met lieden, die
voor de eerste mannen van den lande heusch
geen geschikte conversatie zijn."
Wij lazen deze woorden met instem
ming; een instemming te grooter, als wij
bedachten, hoeveel dignitarissen van aller
lei rang bij ondernemingen betrokken
zijn, die tot processen kunnen voeren,
van dezen of van min of meer gelijk-.
soortigen aard, indien er fraude wier d
bedreven.
Het zou de moeite loonen eens een
lijst op te maken van alle hooge
waardigheidsbekleeders, die door hun positie, hun
naam, vooral als er het fraaie woordje
Jonkheer voor staat, door hun relaties,
die in het patricische kringetje zoo ge
makkelijk te verkrijgen zijn, een commis
sariaat als een melkkoetje, soms zijn 't
ook eenige commissariaten, als zoo vele
melkkoetjes, daarnevens, hebben weten
te bemachtigen; echte sinecures eener
plutocratische cöterie, welke, als het er
toe komt, allereerst voor zichzelf zorgt.
Het zijn deze soort van namen, die de
oprichters van financieele ondernemingen
als een vlag ontplooien, om hun lading
te dekken. Zij worden gekozen met het
oog op het publiek, dat men wenscht te
lokken. Ep. juist zijn de uitzonderingen
daargelaten geen namen minder waar
borg gevend voor een richtigen gang van
zaken, dan die der in vermogen en
maatschappelijke hoogheid uitblinkende
personen. Men zie er de commissarislij st
van de Holl. Hypotheekbank en van de
Maatschappij tot Zekerheidstelling maar
eens op na. En wat is natuurlijker dan
dat?
Deze rang en stand vertegenwoordi
gende namen, hoe luidklinkender zij zijn,
des te meer doen zij het gevaar ont
staan, dat er door de dragers dier hooge
titels aan het strenge toezicht op, het
minitieuse naspeuren van de hande
lingen van ook alweder personen
behoorende tot dienzelfden kring, weinig tijd
en zorg zullen worden gewijd. Men denke
zich eena de commissarissen der Holl.
Hypotheekbank, bij al hun fortuin, en
bij hun eigen ambt of werkzaamheid ten
eigen bate, ook bij hun maatschappelijke
en huiselijke levenswijs, zich gevende aan
het vermojiend en onvriendelijk contro
leeren tot in de bijzonderheden van zulk
een geldinstituut.
Het fatale van de zaak in 't alge
meen gesproken is, dat hoe hooger
glans de oprichters in de keus hunner
commissarissen aan de onderneming
verleenen, zij .des te minder zekerheid
aan hun aandeelhouders verschaffen van
een doeltreffende controle. Niet alleen
reeds omdat, gelijk wij hierboven zei
den, het levensmilieu dier heeren hen
zoo weinig belust maakt op het verrich
ten van klein tijdroovend werk, maar
ook wijl hun de noodige kennis ontbreekt
om fraude spoedig te ontdekken. Immers
moest niet uit het rapport van de H.H.
Post en v. Dien blijken, dat zelfs zulke
illustre mannen, als die der Holl. Hy
potheekbank, geen benul hadden van
verificatie"! En zoo rijst van zelf de
vraag, indien eens een gelijk aantal
mlddenstandsmenschen van eenige nnancieele
opleiding, voor wie de te verdeelen
tantièmes heel wat meer beteekenen zou
den dan een zakduitje, voor de belangen
der aandeelhouders hadden moeten zor
gen, zou iets dergelijks als nu te be
treuren valt, wel hebben kunnen plaats
vinden; zouden deze personen, aan wer
ken gewoon, zich niet in de kennis,
vereischt om een boevenpak te ontmaskeren,
veel sneller geoefend hebben?
Men kan van het publiek niet vor
deren, dat het eenig begrip zal hebben
van de mate van soliditeit, welke door
de directeurs- en commissaris-namen het
wordt voorgespiegeld. En nu de rij van
opgezette fuiken met den dag minder
afzienbaar wordt, moet de Staat, gelijk
dan ook het voornemen is, zich wel
ernstig inspannen, om de gevaren, waar
mee de onkundigen zoozeer bedreigd
worden, zooveel doenlijk af te wenden.
Wij zullen ons echter niet vermeten,
op dit gebied als raadsman op te treden.
Een andere zijde van de kwestie, door
het thans gevoerd strafrechtproces onder
zoo hel licht aan de orde gesteld, doet
ons terugkeeren tot ons uitgangspunt.
Er is, zoo schreef De Telegraaf, nu
haast geen tak meer van magistratuur
of staatsbewind, die geen representant
naar hier heeft gezonden." Inderdaad,
ziedaar het rechtstreeksche gevolg van
het zoeken naar mooie" commissaris
namen. Een commissaris" der koningin,
een lid van den Hoogen Raad der Neder
landen, een vertegenwoordiger van het
Ministerie van Financiën!! eerst na de
katastrofe als agent afgetreden, de hoogste
soort van staatsambtenaren, zij moesten
naast mannen van niet geringer stand,
als getuigen verschijnen. Zoo iets is stui
tend te zien het moest niet kunnen
voorkomen.
Hoe duizendmaal stichtelijker zou het
zijn, indien al deze lieden, die in hunne
handen de beslissing over de belangen
van particulieren en gemeenschappen
dagelijks zien gelegd, met zaken als deze
niets te maken hadden, en verre bleven
van de bonte markt des levens ..."
Het deed ons bijzonder veel genoegen
deze woorden althans in n blad eens
te lezen, wijl zij, wat hun inhoud betreft,
zoozeer in overeenstemming zijn met ge
dachten ook door ons vroeger meer
malen uitgesproken.
Hoe hebben wij niet gewaarschuwd,
toen wij het feit beleefden en critiseerden,
dat een Vice-president ran den Kwid ran
State, vroeger Commissaris der Koningin
in JSfoord-Holland, president-commissaris
van de Holl. IJz. Spoorweg-Maatschappij
was, en alzoo mede zijn naam verbonden
zag aan de zoo geruchtmakende geschiede
nis der Electrische lokaal-spoorwegen.
Wat hebben wij, zonder dat n blad
ons zijn steun verleende, vaak een protest
doen hooren tegen de vereeniging van
het lidmaatschap van GedeputeerdeStaten,
en net commissaris-zijn bij een Spoor
wegonderneming, gevestigd nog al in
dezelfde provincie, gelijk de heeren
Westerwoudt en Roëll in hun persoon
te aanschouwen gaven; de heer Wester
woudt, die zijn gewone lidmaatschap van
Gedeputeerde" heeft doen eindigen, doen
de heer Roëll nog heden ten dage zich
handhavende in zulk een dubbelzinnige
positie.
Behoorden dan deze menschen niet verre
te blijven van de bonte markt des levens,''
of zoo hun dit te zwaar mocht vallen,
het hooge ambt, dat de volstrekt onaange
taste waardigheid en «»n volkomen onaf
hankelijkheid eischt, prjja te geven, opdat
anderen, niet zoo belust op invloed,
relaties of winst, het konden bekleeden ?
Maar wat men dienaangaande ook in het
midden mocht brengen, de kring die der
gelijke op commissarieraten azende
hoogwaardigheidsbekleeders omringt, verde
digt zulk een teeken van verzwakking
der publieke moraliteit, als streed zij
voor een dierbaar eigen belang. Zeg eens,
dat een aantal regeerings- en bestuurs
zetels zoovele beletsels zouden behooren
te zijn, voor het mededingen naar of het
aanvaarden van een commissariaat en
gij kunt er zeker van zijn, dat juist de
meest gegoede en maatschappelijk ge
zegende klasse zich tegen dien aandrang
zal kanten. Geheel anders dan wanneer
gij het b.v. over mindersoortige arbeiders
hebt. Ge behoeft er geen oogenblik aan
te twijfelen, of Van Tienhoven, die nu
voor de rechtbank moest getuigen, of
Roëll de gedeputeerde, Eyssel het
lid van den Hoogen Raad, Van Verre
de Rijksfinancier en wie gij verder meer
wilt, zullen n voor n verklaren: ja,
ziet u, schoolmeesters moeten zich tot hun
vak bepalen en met hun salaris tevreden
zijn. Gaf men hun de vrijheid nog een
andere betrekking daarnevens waar te
nemen, dat zou het onderwijs schaden
hetzij doordat zij hun gezag, hun waardig
heid in gevaar brachten, hetzij dat zij de
belangen van de school niet behartigden
met al hun kracht ... maar Commis
sarissen van de Koningin, Vice-president
van den Raad van State, Gedeputeerden
enz. zijn leden boven menschelijke zwak
heden verheven, en daarom geeft hun
ruimte tot het verdienen van een duitje
extra en het aanknoopen van relaties...
men kan nooit weten hoe....
Dat er in deze onze wereld iets niet
pluis is, wij gelooven het inderdaad. En
hetgeen nu voor de Amsterd. Rechtbank
te zien en te hooren valt, geldt als een
les voor velen. Maar zou uit deze les
nu eindelijk de Wetgever niet de wijsheid
putten, die hem er toe noopt voor goed
een eind te maken aan de
vereenigbaarheid van het commissarisschap bij handels-,
industrieele en nnancieele ondernemin
gen met het bezetten van hoogere
regeerings- en bestuurszetels, en met
het geplaatst-zijn bij de rechterlijke macht?
Zeker is niet in een paar woorden
het beginsel zóó uit te spreken, dat de
toepassing in vasten vorm zich vertoont.
Maar ondanks dit bezwaar voor ons,
meenen wij te mogen aannemen, dat een
preventief optreden in deze richting
alleszins wenschelijk is. Het zou dwaas
heid zijn het vertrouwen uit te spreken,
dat de kringen, waarover wij thans
spreken, zelf wel zorg er voor zullen
dragen, dat in den vervolge niet even
erge of nog ergere voorvallen te ver
melden kunuen zijn. Immers juist deze
kringen kenmerken zich door de afwezig
heid van gestrenge controle tegenover
huns gelijken, en zijn, vol
kameraadschappelijk vertrouwen, op geen enkel
gevaartje verdacht. Zoo stond men buiten
de kameraadschappelijke wereld dan ook
niet weinig verbaasd, toen men hoorde
dat een der toezicht houdende commissa
rissen, na het debacle tot directeur werd be
noemd. Tot directeur dus op het droevigste
moment, dat deze Hyp. Bank ooit mocht
beleven. En nu blijkt zelfs, dat deze
directeur van een Bank in deconfiture,
bij zijn aanstelling reeds zijn geheugen
zoo goed als verloren had! Wij betuigen
in alle oprechtheid ons medelijden met
den heer Vas Visser, geslagen als hij is
door deze ramp. Edoch, dit neemt voor
ons niet weg, dat de benoeming van dien
heer, tot directeur, na de catastrofe, een
schitterend staaltje is van de wijze, waarop
men in de kameraadschappelijke wereld
zaken behandelt.
Nu noemen wij hier de Tl. H. B., maar
het is volstrekt onze bedoeling niet de
lezers te noodigen uitsluitend op dit
lichaam de aandacht te vestigen. Het
kameraadschappelijk wereldje van hen,
die op de een of andere wijs bij het
beheer of bestuur van ondernemingen
ter winstbehaling betrokken zijn, is groot,
en wie zal zeggen hoevele hooge ambte
naren en hooggeplaatsten daaronder kun
nen voorkomen; men lette slechts op de
gevallen reeds genoemd. Daar zijn velerlei
drijfveeren, welke zelfs niet van fortuin
misdeelden kunnen leiden tot het zoeken
van n of meer commissariaten. Onnoodig
tot in bijzonderheden hierover uit te
weiden. Maar zeker wordt het tijd, dat
de wet door een verbod de hoogere
ambenaren en waardigheidsbekleeders tegen
de toenemende verleiding in bescherming
neme, opdat het besef van waardigheid
ook in de kameraadschappelijke wereld
zich verlevendige, en niet allengs, mis
schien wel zeer snel, zinke, beneden het
peil, door een welopgevoede natie'van
haar hoogeren en hoogsten geëischt.
Stemmen ten gunste der gevangen
Suffragists."
Het heeft ook ditmaal in de pers niet
ontbroken aan stemmen van mannen
meer dan van vrouwen en in het buiten
land niet minder dan hier in Engeland, die
het woelige optreden der militante Engel
sche ijveraarsters voor vrouwenkiesrecht op
scherpen toon veroordeelden, als zinneloos"
en nadeelig voor de vrouwenzaak."
Men kent uit de dagbladen de nieuwe
aanleiding daartoe, namelijk, de tweede
scène, die 23 October bij den aanvang der'
najaarszitting van het Engelsche parlement
binnen dat gebouw plaats had. Het was
zeker een betreurenswaardig tooneel, dat
een aantal beschaafde en intelligente vrou
wen, door hardnekkig verzet op geweld
dadige wijze door de politie uit het parle
mentsgebouw werd verwijderd. De oorzaak
daarvan was, dat zij in de publieke wacht
zaal van het Lagerhuis opgewonden toe
spraken hielden, om te protesteeren tegen
de mededeeling, door middel van een parle
mentslid van Sir Campbell Bannerman ont
vangen, dat hij wegens de oneenigheid van
zijn kabinet over het vrouwenkiesrecht aan
dévrouwen van Engeland geen hoop kon
geven, dat de regeering tijdens den duur
?van dit parlement hare politieke gelijkstel
ling ter hand zou nemen. Toen zij buiten
het gebouw waren gezet, hielden zij op
straat een protestmeeting, weswegen tien
harer gearresteerd werden. Den volgenden
dag weigerende een waarborg van rustig
gedrag te geven, werden zij voor twee maan
den vervoerd naar de gevangenis, alwaar zij
als crimineele misdadigers worden behandeld
en, in het kleed der schande, in cellen het
harde misdadigerslot ondergaan.
Ik ken persoonlijk de meesten der tien
vrouwen. Eveneens zag ik persoonlijk op
den morgen harer verschijning voor den
politierechter van Westminster, op tamelijk
ruwe wijze een tweede dochter van mrs.
Pankhurst (de "Weduwe van "Wijlen een
aanzienlijken burger van Manchester) ge
arresteerd worden (later eveneens wegens
weigering van een borgstelling naar de
gevangenis vervoerd), omdat zij op straat
doorging te protesteeren tegen de weigering
van den magistraat, haar en eenige andere
toeschouwsters van het tooneel in en buiten
het parlementsgebouw te hooren. Het schan
daal beluste publiek van mannen, dat zich
voor het politiegerecht had verzameld, was
de suffragists" vijandig gezind. En dat,
mér dan het protesteeren van de jonge
miss Pankhurst, veroorzaakte eenige wan
orde op straat.
Hoe men nu ook over het optreden dezer
vrouwen moge denken, men kan onmoge
lijk iets afdingen op haar ernst, en op haar
toewijding aan de zaak der lijdende
menschheid zoowel als aan de vrouwenzaak. Ver
schillenden van haar, staan algemeen bekend
als zeer beschaafde, ontwikkelde en
werkzamo vrouwen, zooals mrs. Cobden
Sanderson, een dochter van Richard Cobden; miss
Irene Miller; een kunstschilderes en dochter
der bekende schrijfster mrs. Florence
Fenwick Miller-, mrs. Montefiore, een letter
kundige; mrs. How?Martyn, oen gegradu
eerde der Londensche hopgeschool; en miss
Pankhurst, een onderwijzeres. Men heeft
zich in den gemoedstoestand dier vrouwen
te verplaatsen, om billijk over haar op
treden te oordeelen. Dat geschiedde echter
in de meeste gevallen niet. Voor de hand
weg werden zij veroordeeld, bespot en be
schimpt. Daardoor hebben verschillende
vrouwen en mannen van aanzien zich ge
roepen gevoeld, haar in de Engelsche pers
te verdedigen. En ik acht het niet ondien
stig, om voor eenigen dier stemmen ook
in ons land gehoor te verzoeken.
Op de jaarvergadering der National
Unii>n of Wonu-ii Workers, de vorige week
te Tunbridge Wells gehouden, was de sym
pathie van het overgroote deel der aan
wezige, bekende vrouwen aan den kant
der gevangen suifragists". Mrs. Fawceth,
de weduwe van den bekenden liberalen
economist, verklaarde: Mij dunkt, wij
moeten niet streng oordeelen over vrouwen,
die bereid zijn zich voor der vrouwen
politieke gelijkstelling op te otteren." De
honourable Mrs. Lyttelton, gade van den
vorigen minister van koloniën, veroordeelde
de antipathie of onverschilligheid van de
vrouwen der hoogste klassen. De talent
volle schrijfster, miss Elizabeth Robins,
auteur van dat heerlijke boek The
Matjnetic Xortli, trad frank en fier
voordeveroordeelde vrouwen in de bres, evenals ik
haar dat op een meeting alhier hoorde doen.^
Dit is, wat de sympathieke en voor een
paar weken nog door Caprice in dit week
blad genoemde schrijfster, Beatrice
Harraden in ds Daily Telegrai/h van 27 October
schreef:
Gedurende de laatste veertig jaren, zijn
de vrouwen, kloppende, kloppende aan de
daur" geweest. En zij hebben nauwelijks eenig
antwoord ontvangen. Zij hebben
alleaan-dewet-gehoorzamende methoden geprobeerd,
maar ze nutteloos gevonden. Daardoor zijn
zij gedreven geworden tot een taktiek van
actief aandringen, waarmede zij het voorbeeld
volgen van alle hervormers, die faalden hun
zaak door geduldige en vreedzame middelen
te bevorderen." En zy voegde er aan toe,
dat, ofschoon de profesaioneele vrouwen het
gemis van het kiesrecht ernstig gevoelen, de
grootste last dier achteruitstelling bij de man
nen gedragen wordt door de slecht beloonde
en overwerkte vrouwen, die zich thans bij
duizenden in de beweging hebben geschaald.''
Miss Lilian Winstanley M.A., een leerares
aan de hoogeschool van "Wales, verklaart
in de Tribune van 29 October o.m.:
Persoonlek kan ik mijn sympathie nijet
aan die (gevangen) dames onthouden. Gact
rende bijna twee geslachten hebben de vrou
wen elk geduldig en fatsoenlijk middel aan
gewend om recht te verkrijgen. Maar met
blijkbaar geen resultaat. Herhaaldelijk heeft
men op ons geduld aanmerkingen gemaakt.
Mannen hebben ons verzekerd, dat wij niet
zoo rustig zouden zijn, indien het ons ernst
was"; of, dat wy het land zouden dwingen
naar ons te luisteren, wanneer de zaak ons
ter harte ging". Is het nu een wonder, dat
sommige vrouwen daarnaar gaan handelen?
Wanneer men bedenkt, dat ons geduld als
onverschilligheid wordt beschouwd, en ons
ongeduld als hysterisch" wordt veroordeeld,
dan weet men in welk een moeilyke positie
wij ons bevinden. Ik wensch de lezers van
dit blad echter te verzekeren, dat het ver
langen naar vrouwenkiesrecht inderdaad zeer
diep en wijd verbreid is."
Mrs. Fawcett schrijft in de Times van
27 October:
Velen van ons hebben voor het grootste
deel van een halve eeuw aanhoudend en
rustig het woord en de pen voor vrouwen
kiesrecht geijverd. In dien tijd hebben vier
bewindvoerders: Lord Beaconafleld, Lord
Salisbury, mr. Balfour en Sir Campbell Ban
nerman, hunne overtuiging uitgesproken, dat
de eisch der vrouwen voor vertegenwoordi
ging rechtvaardig is. Andere eminente man
nen, w. o. de aartbisschop Temple, de kolo
niale staatsman Sir George Grey en de reeorder
van Londen, mr. Eussell Gurney, hebben ons
het voordeel van hun stem gegeven. Wij
hebben bovendien het voorbeeld van het
practische succes van vrouwenkiesrecht in
Nieuw-Zeeland en Australië. Maar niets wordt
in Engeland gedaan, om daadwerkelyk het
succes der beweging voor vrouwenkiesrecht
te bevorderen. Onder deze omstandigheden
heeft een groep van vrouwen, enkelen slechts
van die my bekend zyn, met voorbedachten
raad andere- en sensationeeler methoden
aangenomen, om de aandacht van hét
land te vestigen op den eisch der vrou
wen voor deelname aan de vertegenwoordi
ging. De werkelijke verantwoordelijkheid voor
deze sensationeele methoden ligt bij de politici,
ten onrechte staatsmannen genoemd, die niet
gehoor willen geven aan een eisch van recht,
totdat hij met een of anderen vorm van ge
weld gepaard gaat. ledere soort van
beleediging en smaad wordt naar het hoofd ge
worpen der vrouwen, welke die methoden
gingen aanwenden, inzonderheid door de
reptile" pers. Maar ik hoop, dat de
ouderwetsche vrouwenkiesrechters haar ter zijde
zullen staan. En ik neem deze gelegenheid
te baat om te zeggen, dat die vrouwen, naar
mijne meening, wel verre van de beweging
te hebben geschaad, in de laatste twaalf
maanden meer hebben gedaan om het vrou
wenkiesrecht binnen het gebied der practische
politiek te brengen, dan wij in evenveel jaren
vermochten te doen,"
De Times van 29 October, bevat een
even diep gevoelig en overtuigend als uit
voerig schrijven van Mrs. Florence Fenwick
Miller, dat ik zeer gaarne hier in zijn
geheel zou vertalen.
Ik doe een beroep op de mannen van
heden, die den'oorlog in Zuid-Afrika mogelyk
maakten", schrijft zij. Op de mannen, die
nog onlangs een adres onderteekenden, om
de keizer van Rusland te beschamen, dat hij
zijn volk zonder parlementaire instellingen
regeert. Was dit allea schijnheiligheid ? Zoo
niet, en wanneer er nog een sprankje werke
lijke liefde voor vrijheid bij hen is, liefde
voor een vertegenwoordigend
regeeringsstelsel, en haat tegen persoonlijke wreedheid
als een middel om een eisch voor politieke
hervorming te onderdrukken, dan beroep ik
mij met vertrouwen en met aandrang op de
mannen. En er zijn zeker onder hen genoeg
weldenkenden, om hun zoogenaamde liberale
regeering te vertellen, dat hare politieke
gevangenen, indien niet in vrijheid gesteld,
ten minste niet als gewone misdadigers zullen
worden behandeld.... Waar zijn de mannen,
die het Eussische volk geluk hebben
gewenscht, voor de gedeeltelijke verovering van
politieke rechten door bommen en dolken?
Waar de mannen, die Kruger verwonschten
en zijn volk doodden, omdat aan een handvol
Engolschen in een vreemd land het kiesrecht
werd onthouden ? Deze vrouwen werden als
gewone misdadigers behandeld, omdat zij
van meer dan de helft der tegenwoordige
parlementsleden, die (bij de
Januariverkiezingen) beloofden, aan de vrouwen het kies
recht te zullen geven en hun belofte (dusver)
niet nakwamen, verlangden hun woord te
houden."
In het zelfde nummer van de Times, geeft
de bekende joodsche romanschrijver Israël
Zangwill een pittig antwoord aan de redactie
van dat blad. Zij schreef 25 October in
een scherp veroordeelend hoofdartikeltje
o.m., dat deze vrouwen door haar optreden
een duidelijk bewijs hebben gegeven, van
de onbekwaamheid van het openbare leven
deel te nemen. Waarop Zangwill ant
woordt:
Wat een wild sarcasme is dat ten koste
van het publieke leven ! Is zelfopoffering dan
geheel uit de politiek verdwenen ? Maar
wanneer u slechts meent, dat luidruchtigheid
en hysterie bewijzen van onbekwaamheid
voor het publieke leven zijn, dan dient ieder
parlement van de wereld te worden gesloten,
iedere verkiezingsmeeting te worden verbo
den, aan ieder geslacht het kiesrecht te
wor