Historisch Archief 1877-1940
No. I£i32
D E. ,A M S T E R D A M M E R- W E E K B L A D Y OOR NEDERLAND;
?voor 'n goed deel met veel genoegen heb
gelezen.'
Op b'z. 10 en 11 wordt het aandeel vanl
Jacques Perk aangehaald, of liever sdjn
vergchilleffiie uitspraken over Bilderdijk. Wie
waarborgt EU den heer Kloos, dat wat Perk
tegtn tem zei 't nig-ware en juiate is? Kan
zgn aan Vosmaer meegedeeld oordeel, dat
later, dus hoogstwaarschijnlijk meer gerijpt
was, en wél overwogen immers zwart op
wit gegeven niet meer waarde hebben dan
't oordeel in 'n los gesprek tegen 'n vriend?
Kloos gelieft de uiting aan Vosmaer een
vluchtiggelegenheidsgezegdo, los-weg sjevloeid
uit een vinave briefschrijver.-peu' te n >emen,
maar men kan 't ge/al evengoed omkeeren.
Waarmee niot gelegd wil svezen, dat Kloos
geen gelijk kan hebben, maar we moeten in
zoo'n ge-val niet te apod'kti-ch zijn en vooral
goed trachten te onderscheiden.
Op blz. 18 verwijdt de heer Klcos naar zijn
stuk over Bilderdijk in de Nieuw,: Gids van
Mei 190ö; hal de hetr Kluoj ook misschien
niet even moeten verwijzen naar zijn opstellen
in de eerde jnargangeu van het/e fde tijd
schrift? Maar nog ten!?, ik kan me heirch n:et
begrijpen, waarom de heer Kloos zich ber
haupt zoo druk maakt over HiUierdijk.
Op blz. 33 wordt een uitspraak van
Kilderdijk, die roj'n zuiver inzicht in liet
tinnerlijk wezeu der Dichtkunst verraadt"
'^aingeuaald, en op blz. 31 gezegd, dat d e
uitspraak, zoo Jang vóór '80, zco zuiver is
gelormuleerd. Het geslacht van '80 ' kende
-toen' dat gezegde van BilJerdijk nog niet,
maar als dat geslacht" dan zoo over B.
'schreef, had het zich wel wat meer op de
'hoogte mógen stellen. M.mr h-et-is waar, dat"
ihier de prozaïst en theoreticus B. aan 't woord
lis, en- het Oïjgunstipe oordeel uitsluitend den
Cdichter trof, m. i. terecht.
"** W; W in verband met 35 stelt'B. voor als
geil d.uboel-vezen : gewoonte-rij neren dichter.
Daar is misschien wel iets van aan; maar
waarom is zijn .werk als geheel genomen
voor velen, voor tle metsten van on*,
mvnchen v a'i onzen tijd, zoo onsympathiek?
Bilderdijfc had a's kind van tijn tijd, Ie/end j
ia Holland n ea bes, ll'e eeni het kolos
sale verschil ia uitii gswlj -e tu<s e-hen hem en
den slechts veertien jaren jo'igeren
VVord-i?worth een zekere rnetorisehe inaniur vau
zich uit te drukken, een zekere va*te, door
den Ujdsee-it gebodene en daaruit voortko
mende uiiingswijze, die sommige nog schijnen
te kunntn mooivinrlen. en die, ook in een
voudiger verzen dan het nv erendeel van «ijn
'vejvavirdiagsels, telkens om den hoek komt
gluren. A's hij nu en dan minder
ongenietbaar ia, dan komt 'i omdat hij dan minder
schreeuwerig is, en daardoor gelukkiger dan
gewoonlijk, en in enkele van zijn korteie,
meer eenvoudige en natuurlijke gedichten
kunnen fte hem 't meest waardeeren.
Op blz. 86 lees ik: Een waarachtig, ern
stig en niet op belangen vaa ijdele roitu'.uoat
lettend dichter gaat alleen d in verzen :schrij
ven, als hij voelt aan een v.ekere inwfeuiige
psychische ontroering, dat zijn onbewust hei.l
aan het werk U, en hij acht het beneden.
zich, de wereld te foppen met een uiterlijke
vertooning van dts d'chterlijke vormen, «onder
dat er poözie in leefi." Boem ! Boem ! ik
moet hierbij opine ken dit Kioos' onbe
wustheid" dan vooral in den laats en tijd
zeer eigenaaidig ea vreemd, vrijwel iru'ita,
JUinena aan het werk" i»jj.
Eu hij blz. 8öonderaan, omtrent die
invliegerij van de tijd^enooten, zet ik de
noot: zoo' zal het nageslacht veel van den
heer Kloos terecht-brengen," evenals hij dit
hier bij diverse rijinproeven van BJdejdijk
tracht te doen.
Over de bloemlezing, de keuze van d'e
gedichten, kan ik niet oordeelen; daartoe
ben ik niet genoeg in Bilderdijk thuis. Kn
als ik hem daarvoor moet doorle/.en en
daarbij ettelijke malen van mijn stool rollen
(zie blz. 42 van Kioos' inleiding), dan waag
ik mijn botten liever niet ain ZO./D kunst
bewerking. Toch moet 't me van 't hart
VAN SCHIPPERSLEVZN,
noou
J. VAX DER PANÏJr.
Het sober groen der weilanden lag
overglan'd met een begin yan lenteweelde onder
den zacht blauwen vochthemel,waar met
blankende vreugde de wolken waren, onbewogen
in den rusügen morgen als stille koppen
van tintelend sneeu w dons en do ir den zvvoeli-n,
blonden dag, spiegellichtend in de- ellenheid
van het blau w-grijze vaart water, waar bezijden
verjaarde rietpluimen stonden, geel-bniin ge
roest als oud metaal, ge aten plots het
helblanke van een blij-,vit zeil, als een'lichtkreet
door het kleurengeneurie van den teeren dag.
Hoog boven den bronzen schuitromp log
en donker langzaam de strakke waterhfid
verduwend en er zwakke rimpelen doende
naleven, die goud-vonkend in de zon voo rt plooi
den ; boven het gebtikker nog van het slappe
zeil, lijk een lange staatsiemouw neerhangend,
vol plooien van den wijd uiten rnaslarm, was
de smalle wimpel een vreemde bloedstreep,
flidderend bij een zuchtje. Achter bij het
scherp-groene roerhout, met aan het eind
een gouden leeüvnje, dat natuurde de
waterhuppelingen, die als een wig voorttrokk -TI
achtfï'<3Fë'Schnittonding, brons ie de schipper
gestalte met dj witte plek van een stroohoed
boven zijn grijs-baardig gezicht.
Mèrrege l" riep zijn even naar den
vaartweg afdraaiend hoofd en de voortstappende
boer, een blauwe scha luw op donkere boenen,
tegen de licht-lucht, een pijp bungelend
tusschen de klemtanden en met zilveren hooi
vork als een geweer geschouderd, v )egde er
nog bij: Je zei der je schuit een per beene
motte geve, aars kom-ie der niet!''
Ka zij n laatst e woorden, verder- weg klinkend
al, zonk de stilte weer over het
zonnelandschap en de man aan het roer, gaande
neerhurken nu, bij het af-kutmen-jien der zilveren
vaart, pijpte aan en blauwe langzame
rook"kringels verkrulden om zijn breed-randen hord.
Zachtjes schoof de wal voorbij en door het
ijl-opstaande riet jolig-groenden weivlakken
met er achter als een nevelblocding de rustig
bogende duinen en dichterby spitste een dak,
kleurgchaduwend tusschen bet teere gerag
der bronzen boomtakken; een molen, vreemd
hoog ding met zijn wittc-wieken krui?, brokte
op, donker even brekend het wazig perspec
tief en wat witte schapen, de koppen weg
in het gras, leken wel langzaam schuifelende
dat 't me verwondert door den heer Kloos
met geen enkel woord omtrent het eerste
gedichtje De Krekel" vermeld te /Jen, dat
't een adopta ie, navolging en uitwerking H
vaH AnakreoES lief gedichtje, waarvan ui^n
de letterlijke vertaling door Gothe kan vinden
in het B Iderdijk-gedenkboek in het opstel
door den heer Van Eli ing gewijd aan den
vertaler. Intu&chei) vind k, dat. waar men
Bildtjrdijk als vertaler bespreekt, mei oi.k
de vertaalde gedichten in hel ooraprO'tkeiijk
moet kunnen begrijpen en gevoelen, l'au
eerst kan 'men ook hoiitsnijdriide parallel en
trekken tusschen vertalingen door Bildt-rdijk
en door andere dichters.
Den Haag 31 ct. 1906.
EnwAKV). 13, KOSTER.
BOEKAANKONDIGING.
Loa i'/m Mnltrlalismiii. Bektnntnisse eines
allen Isaturwissenschafilers, von prof.
dr. AIHJI F MAVEU, Heidelberg. Carl
Winters Universitatsbuehhandlung.
Het is hier net onze bedoeling kritiek op
dit boek te gcvui. ISiechls wenschen wij de
aandacht te vestigen op etn weik, dat welis
waar door een Duitseher en in het dtiitsch ge
schreven is, maar niettemin, door de nau*e
betrekking waarin de schrijver tot Holland
staat, ook binnen de kring onzer hollamlsche
belangstelling valt. Deze Bekenntnisse eines
alten .Xaturwisfeuschaftlers," zijn de beken
tenissen van een man d e, zooals hij zelf zegt,
in seinen jiingm Jahnn m i t vollen Jgeln
hinausfuhr anf die be-e der materialistische!!
Weltanschauung,'' en die de oveitniging welke
hem van het materialisme afwijken deed, ge
vonden heeft tijdens zijne langduiige
niluurj we' enschappe ijke werkzaam .oid hier te lande.
Ju dit boek WJ.'dt euii poiiing gedian ter
bestrijding van het materialisme; en onder
materialisme is hier niet alleen verstaan htt
krasse- thto^etische van een man al»
Mule''scho t e. d., maar ook de meer voorname
broeders daarvan: het 'hiitoii.-clie', en het
me er 'moiüttitche' van Haeckel es.
Ue gedachte gang van het werk is, in
groute trekken, ongeveer deze:
Uilgegain wordt van een algemeen sticven
naar geluk. Het geluK bestaat in de
aarmoiiis-che vi-rePiiiging van arbei l en gt not (die
beiden op o.ue oiigineele wij'.e tot Uezeifde
elemeiitin worden teiugïotiracbt) en deze
ver( eiiigüi^ wordt shchts bereikt door de
rechte zedelijkheid. De zedelijkheid woidt
hier dan teiuggebrach* tot etn, door deze
opvattingen verfijnd, utilarisme. De gods
dienst cciiter is voor veie meiuchen de
tchijnbare en bevattelijke grondlegging de<cer
zedelijkheid, wat hem zijn praktische
beteel'.oais gaf. en nog geeft; hui'tvel dit niet zijn
eenige waarde i^. Zijn d gillen hebbtn daarcm
een gelijk waarde-gehalte als wciei.x::
appe;ijke theorieën. De kern vanden guds.litjn«t
het bestaan van een de wereld in lief Ie
beheerscheuden geest; de vrijheid i-an den
inensühelijKen wi'?; de onaf baukelijkheid oiuer
peisoonlijkheid van het pl.y iekule'cn heeft
echter ooi wellicht waarheid en werkelijkheid
in hoogMen zin. Wel kan geen mensen dj
twijfel volkomen overwinnen, maar dr.or re
giense ervaring kan een lionge graad vau
bevre l:geL(lj zekerheid hieromtrent woulen
geronnen.
Origineel in dit werk is ook de herleiding
van Ito'j ontstaan der religie uit de selektie
der instincien. Dus een besjin in de zuivere
natuurwetenschap en toch iesu!laten van
ideahstischen aaid. Dit doel wotdt, bereikt
daardoor, dat overal de grenzen
deriauiurwelenschapjulijke in/,ichlen onverbi j JtHjk
worden aangegeven.
Tol dc;.e b.-.-ciirijvinj van bet boek'/uilen
wij ons Toorloopig bepalen.
Mearten run 'lm Vi»cl<er, door A Yr.KKKKx,
uu-t iilu^tr. x'ati A. luiM'KKi,. AiineK',
\V. tlilarni". IV ij s /' .SKI, j^e )i.mhjn.
Dit boek vurjilaa'st den lezer te mid len
wolkjes, losgelaten uit de veelheid der lucht
en nu vrcsmd doende in het elfen groene.
Een paar glooien, a's liclrstrepen verlijneud
tusschen jti landen, braken den smalien,
zandigen vaart weg. die zich even verlioogde
naar de v\i.-llic»eiiJa leuurundingi-n der
bru/geij^s.
Aac^ctlommKl<?nd door het rnl'e zan l, haar
paars jak schroeüA kleurig in de verveni nat
rondom, naderde een hoeremneu.-ch met langs
haar bree.le heup de bungrcndo
hengrelman 1. Ken blou'nii kapoinoedje pa-ku'iMe
scheef o;> luar plaklmrtm, die u!< guidijnen
gespan t! en scheat n o .er het b'ozig voorhooldt n
een goud krui-jii om ha.it (ukken hals hangend,
schoot', vonk-sch;etend in de zon, heen en
weer op haar weugepersten boezem bij elke
scliom'uelin^ vmi het wiebel lijf.
Men ie" Jioog-kr:iukte haar stem overliet
stille water na ir den rookenden schipper, die
dan even zijn hoofd draaido naar het geluid
en zwaar zijn ri:èrrej>e' vergrouide van uit
zijn harig gezicht.
Jaij zei der wel kommo zóó, Krelis !"
7 ij weer, evt-n niet, liair hij^und licliaam
blij/ende staan voor de ronding van den
graskant. A;irs je'' weertje!'
Jaij krtk eender a< je .f CD bloyf !" schoide
hij, een rookwolk uitlai;hei.d.
,Jè, jö, j lij liew alweer g'i'ek !" g'e-'el'le
ze lenig, wijt ze 7O!j:jes iiin n.eeilraaide met
de voortglijdende schuit. Tnen ineens k'.varn
uit een roefrartinj -jf, net ir door knm:i-nd,
het bleeke muuinjie-lioold cl,;r
sjhijipt-rsvrou .v :
Merrie Mii !" znntr- zeurde haar geluid
en dan, wijl buur brtedo muiid als een maan
sikkel scheurde wi oor tot oor ui naar
magere trun e : Müj je r staüd ?''
De fchijiper zag weer zwijgend d' -o r de
bl.iuwing van zijn Janipjiijp ruiar (ie zil\ t ren
verte, die loome dieef toven liet \errechte
Water.
Nènik," lawaaide hf-t harde antwoord
'k mönür tilaijiis, een bal ef uur '»aijd
der een?oudige bewoners van Aaïsveen, een
dorp tusschen de poelen en veenplas^en ten
Oosten vau het vroegere Haarlemmermeer.
Wie het voorrecht heeft bekend te zijn met
de plaatselijke gesteldheid, de vroegere toe
standen en volksgebruiken, zal geen oogenblik
twijfelen, of da schrijver heeft Aahmoer op
het oog gehad. Misschien zelfs zal hij zici
verbeelden, van de personen, die in l'f t beek
optreden, enkelen, althans bij name te her
kennen. Dit alles maakt, dat hij het met
bijzondere belangstelling ?al lezen en er zich
geheel in thuis y.al gevoelen.
Hieruit worde niet opgemaakt, dat anderen
er weinig aan zullen hebben. Integi ndeel,
Mrfir/i'ii run den rif ff lier is een boek, dat
verdient in ruimen kring gelezen te worden.
liet bc va' vw.schiilendütooneelra iwt liet
werke'ijke leven. Op levendige en onderhou
dende wijze werd t er in verteld van een
(linken visschersjongen en diens typische
o.'utre v ing.
E'??n enkelen keer bezigt de «'lirijrer het
Aaljvpensche" dialect, dat den dierzake
mir.-k undigi'ii lozer misschien een i ie moeite
zal geven, maar toch niet onbegrijpelijk is,
vooral niet, als h-t luid gelezen wordt.
Het boek is palend geïllustreerd (ioor A.
Iliïnckel en verder door den uitgever goei
verzorgd.
Gnejf, rnr.rurmenf, van E. NIJIÜIT, naar
den 3den diuk, uit liet Engelsch be
werkt, door (l. \V. EI.ÜICRTS. Gouda,
G. B. van Goor Zonen.
Wie, afgaande op den verleidelijken band
en op de vermelding dat d.t boek in Enge
land een derden dr nk beleefde, neiging mocht
gevoelen het voor zijte kinderen te kooi en,
bladere het toch vooraf eens door.
Zou het w-el voor kir.deren bestemd zijn ?
Het ondernemende zestal'', nit een vorii
werk bekend, met nog een paar kennissen,
in bet geheel dm acht kinden n. zijn gedu
rende de aroote vacantie onder dak gebiacht
in een ouderweUch buiten. Toezicht ontbreekt
gehre'. Zij kunnen dus uitvoeren, wat tuin
in het hoofd kont en ze laten het niet. Van
(ien et nen dwazen aanslag komen zij op den
anderen. Als het r,og maar spel of
kuttenkwaad bleef! Maar /ij durven het watien een
sluis open te trekken, tergevolae waarvan
een kanaalpand geheel leeg loopt en een
kolenschuit, tli.or dtn stroom mecgcslee])!,
omslaat; zij dammen eene rivier af, waardoor
het wal er over het land stroomt en het
pasvematiidi) koren bedeifl; zij stichten brand;
zij koopen een echt pistool met patronen en
loopen er mee rond; iederen da* wat anders
en wat mooicrs.
Kn dat heeft neg wd een verbond geslo
ten ..om goed te z;jn ' l
Jlcn kan dwepen rnet vrije opvofding en
toch in gemoe.le meeren, dat zuovetl vrijheid
in on.ebondenheid moet ontaar ten.
Oiiilers zullen liever hun kinderen andere
voorbeelden voor ooi-en ?te!Jpn. "" '
liet werk is de or G. Elberts uitstekend
vorijiald, maar toch is het op t n t<-p een
Enael-'ch boek gebleven. Daarbij bevat bet,
Tii<-ttegenstaande' den ((insi kinderlijken toon,
ren groot aantal wijs»»-» rij.<' opmerkingen < n
drot_e ai'estigbedm. die levendig herinneren
aan J In-re mm in a lont van Jerome K. Jerome
en «elke alleen gewaardierd en genoten
kunnen worden door h--n, die een ruimeren
Wik hebben, d.m m -n \cn uraderen nüig
verdachten.
Go df Yntrneme. s is oen mooi boek, een
boek var de bes:e schort," maar voor wie de
k'iiieijiren achter den tny I.ebben.
De iniistralics boitfcktncn niet veel.
H i l v e r s u m. K. WKSTEKUXG.
Door den beer Kard van Buren, opticien,
is uitgegeven een boekwerkje Kil pat;..waarin
een iiarlige bi'schrijving wnidt gegeven van
df uitvin ling der bril. \venl;en voor d<>
verzorssing il-.'T oogen enz. Ook cru Lijerboekje
met ten'ge nieuwigheden voor
eerslbe^iiitemet."
Staijns..
roeffjooM.
,,.)è, de s
??O, jee,"
Staijns?' vraag-blerde het
.'tr vaan Wnl'ein lj.-;ikk?r!"
terii'4->chre juui)e toen, (f ze 't
be^retp, de si'lnpp*''svreu'.v Daar df ander;
cie al kliiuer werd, zoodat liaar : Non,
daan gen '^ weer" van ver nf aanjalmde als
een na ale toonrekknig.
Gen-daag ' ijromdo. oven ook de stem aan
't roer en 't vronwcnhoof l door 'i roefraampje
verdween, waarna er een p.iar vol ?
blocmengordijnen netjes ge-choppel l werden voor de
witomscbiliieide; opening.
Toen wc-rd er de ttiile zwijging weer en
nende amateur-fotograven. V^or onze lezers
zijn deze nutüge werkjes gratis verkrijgbaar
Kokin 82.
VOOR DAMES.
i om onr d1! faMehaibsiflyanyronw11
Onder den titel: Eenchristelijk socioloog
over den fabrieksarbeid van vrouwen" deelt
H. S. ons in het Weekblad van 13 Oct. mede
wat de overigens weinig vooruitstrevende '
dr. Bern. Har ais op het Kvangeli-ch sociaal
congres te Jena gezegd heeft over den
fabrieksarb°id van vrouwen, en de meer vooruit
strevende II. S voegt er aan toe ik voor mij
geloof, dit als de wtt hier niet ye.liiedcnd in
grijpt, zij bet ook dat overgangsbepalingen
in acht worden genomen, er dan van eene
verkortiiiJ', laat slaan van eene, die aan de
gehuwde weiksteis den halven dag vrij geeft
voor hun gezin, weinig komen zal ! '
Of c.iOon ik H. S. niet ken, geloof ik toch
hem vooiuitstrev. nd te mo*en noemen, om
dat men hun, die van: de vel die yebitdei'd
n oet ingrijpen", spr ken, als hét geneesmid
del voor allerlei sociale misstanden, tegen
woordig dien naam geeft' Ik vrees echfer
zelve i.iet tot die voornitstrevenden te
behooren, want. ik hecht nog zeer aan het
eenvoudige, ouderwetfche begrip, dat de oor
zaak van alles wat verkeerd is, l et eerst zoekt
in iie onkunde, zwakheid of slechtheid vin
den mensen zei ven,waarvoor tiat -ieneesmiddel
niet helpt; en ik zie niet aHc-eu niet veel
btil in al die srebie.lend ingrijfendu wetten",
die (en dat moet uien niet gt-ring achten)
altijd voor enkele of meerdere groepen ver
kei rd en onrechtvaardig werken, hoe goed
ze ook bcdoe'd mogen zijn, getuige het groot
aamal uitzoijderinsjcii, dat op iedere wet ge
maakt mout wor ieu maar, ik nd ze zelfs
absoluut verkeerd wanneer zo, zooals hier,
gebruist «ordt-n door dt> e/T e Helft der
ruetiFchen, namelijk (!e mannelijke hellf, om ele
andere beft, de vrouwe ijke, dr n een of
anderen betaalden ai beid te verbie len, en
da', nog wel z a.der de belanghebbenden ie
raadplegen !
(reen nieuïch, de vrouw evenmin ali de
man, kan bestaan zonder kleedina. voeding
en huisvesting CD daaro u heeft ieder menfcb,
ook d,' Tn.uw, recht op het verricht! n van
betaalden arbeid, om daa'tmein «ijnofhaar
levensointerhi ud te voorzien. Het is daarbij
in het belang van de maatschappij, dat
itderien den arbeid verricht waarvoor hij
hi-t fest g< schikt is. wat onmogelijk is wan
neer de eene -belfi der inenpchen den arbeid
bepaalt, dien do an U re lieilt behoort te doen,
en hem verbiedt dien aiK-id zelf te kiezen
naar zijn aan:, aanleg en bekwaamheid.
Daarom is eei e wet. die aan een zekere
c.-iteïrone va'i mt nsc'üen, in casu een bet aaide
groep'vrouWM). het v.-rdienen van baar levens
onderhoud moeieiijk maakt e-t' verbiedt,
onrechtvaar.li/, en ^i'tuijjt het van eene groote
<le i u-r van niets bewegen dan alleen efkens
bet zeil nu en dan en 't kleurig rü-vaantje
boven aan den ma-t; bet loo:ne gebarenspel
van den rook om het d immelen.le hoofd en
de golfjes kabbeling achtei de teuttiide schuit.
ooms dreef traag een wolkschaduw aan.
donkerder kleurend de tinten rondom,
verettV-reii'l een wijle de vroolijking bij de
lioogop bet wat ere boot, om dan w< er weg'.eilend
de zoniieguidiijg te spelen laten over liet vér
opene lanJ.
Zoo verouderde de da4, die verJroomde in
een voortduren ie gc.uididt o lii g, telkens all
geklonken had de groet van ecu enkele voorbij
ganger op liet zandpa l en bet staag daarna
yezeuide antwoord van onder den h ed uit.
.Soms ook vaas,'-stommelde iets in de lage
roif; dan be^on p'ots, als een blije
verrassüiJ, een lookpluim te z *ierelen, in lichte
kronkels omhoog, uit het oppijpende kikkertje,
waarna gedempt gerinkel van aardewerk of
zoo iets en juist toen de schippi r zijn schuit
diiiaien deed met een knak in de vaart,
boog bet halve vrou .velichaam uit de open
roefdeureii en schoof voorzichtiijes aan een
dauipenden kom bruin vt cht ianfis de planken
zoldering tusschen de wijd-nilnutende
schippersbeenen. Toen met zijn eenen arm
deroerlat omvattend, greep zijn andere knui.-t het
pijpbrokje van tus.-cben zij c lippen en na
dat voorzichtig?de kop rechtop, dat er geen
vuur uitviel tegen e«.n zijVchot te heiben
gezet, sperden zij;i grage vingers zich wijd
uit over de kolliekom, zoodat zijn hand er
boven lag als een dikke zeester en de top( en
om den rand kne.lend, tilde hij voorzichtig
den vollen Viak naar de opening tusschen
snor en baard, waarna zijn bruin berookte
lippen, juist door een .vingerpoortje been,
behoedzaam aan een blaas loslatend over liet
dampei,<l viakje, te slurpen begonnen. Als
bij, oa n g vau zich te branden, het goedje
nair binnen gewerkt had, boog /iijn lijf wee-r
naar voren, zoodat zijn aim juist reikte tot de j
deuropening, <hiar bij den rand zette bij den
nog llatnv nadampeiiilen k jp neer en me een
haastige beweging tastte zijn bant achter
naar de bijna uite pijp, die zijn stnaUippen
met snelle in/.uigingtn gretig aanhaalden.
Paarna zat hij weer bewegeloos voor zich
uit te zien in den zonnedag, die goud schit
teren deeJ, de onderste ronding van de groote.
door zijn ooren cirkelende ringen.
Van uit het roefje, gedempt ais een geluid
uit een dieïuen kuiler, vroeg een vrouwestem:.
moj je nog 'n baakkie hevwe?" en ter
wijl zijn krulbaard even bewoog bromde er
rènik van het roer naar liet achterouder,
waarop haar taanvellig hoofd, vol rimpels
als een verdroogde appel en zoo vaal óók,
Ca il Ie r"
40 cont» per regal.
BOUWT te HU8SPEET
«t VELUWE,
Inlicht, b d. Vereeniging Kantoren
voor Vaste Goederen in Nederland tt
Kunspeet.
naar buiten kwam ; maar daar de zon hair
ketste in het kieuiloos gelaat, troi ze
knipoo^ynd t.-aar hout'i terug in <:e
ickkeieroefJeasc.'ia Hl .v. Wijl vu1 vvoinlerin.^ i-p iiaar
Miialge/,icht lijnde, 0:11 z'n niet meer motte hewwe
en een vraging uit haar grijs blauwe oogen
iiitr. t-pteette haar mond weer open en
zeurde ze :
,,Wa.is il, a', m i'j je nog niet etn ba;ikkie? '
maar meteen zie.ule aanKOiuen in de bocht
ai, een snel e schuit, waarvan de dolle
bijgknalieu dóórdreua en tot om baar rond,
z veeg zij i n nadat zij mat baar schrik blikken,
L-iaiidend had zien haat gloeien de in-donkere
oogen onder düi hoedrand, dook zij bang
tenu', meepakkend met haar tasthand de
hel-witte giazuur^iek, waarop de zou zoo fel
had geschuierd.
O jt-e, jee, nou goi,k-et weer mis worre
met 'm" dac:it ze zacht voor zich heen, ter
wijl ze neerzette .len kop op liet vierkant
tiitcivlak. 'regen de Inge zoldeiing van het
l.okje drie ramen in elk der twee laug.-te
wanden dwerrel-stoeiden lichtvlokken van
hel zonnewater, dar, als een gouden spiegel
lag bezijden de schuit en van hoven-af dre
ven de glanzen over hel zeilen tafeltje,
waarop liet kofliebiad stond met een paar
koppen schoon nog en die vol iicbt-glimpen
waren op het gladde wit. Zij, met iiaar voor
zichtig, liomerig beweeg in de kleine ruimte,
was even voorovergebogen, met haar angst
hoofd tusscben de weggetrokken gordijnen van
een der raaaivier kanten gaan slaan, luisterend
naar het regelmatig gezoel' van. de
aanvaartende boot, dat ze al van heel dichtbij '
hoorde en toen do hooge si even brak. het
water-ellen en zicli snel verlengde tot een
veel grooter en langer vaartuig Jan het humu-,
ging er een zoet uit baar oogen naar de
ges1.alten, die zwabberden liet dek.
,,O jee, der sting-d ie!"
Besiarend een vierkanten kerel met dikken
glim kop, die zich grijnzend omdraaide en
sarrend hoonde naar den ouwe, -wijl zijn
ge/ellen er om Blonden te proesllachen :
Ouwe der gen waij, loop nou's in as je keu'."
sprongen er in baar dolle oogen plots vocht
droppen, die door de gioevtn van haar vaal
gezicht naar baar rnoiid treuzelden, waar
traag de dikke long om been eu v, eer bewoog.
Weg was ie alweer en van zijn boot ook zag
zij het achterstuk snel vers-lijden. Een witte
damp hijgde bij het stootend gezoef uit een
koker achter, nu al hoorde zij hfct verder af,
overbroskeld door het mummelend geklots
der golven, die uit de water beroering ge
worden waren en zich .dood joegen tegen
hun schuit, even heen en weer gaande in
zacht gewiegel.
FlJnSTE ZWITSERSCHE
?/ (HOGOLBDE
C a ca o en SUIKER.
H. Ml'Jjj'.K, Hotl. An.st. j/e;/. HR'l
AXKEH, Den lIsa'
PIETKLAEXEK Ajieldoorn../
Jr., Haarl. VA N A MEI/1' ^ H Rul' n EI.S.
Zwolle. d.C.SCIIOXEliüOU, Deen w ar den.
h. BUIÏMAXN en !)'. A. V\REEX.\1AX.
Grönineen. Ji'l.IUS HUF, Den He:der.
('I,^,(M Knjfland,Uam,Ami.t,
Oedeponeerd
Filialen: SPCI 25, VAN WUL>TKAAT 9.
Depots: v. Baerlestraat 38, Job.
Verhulststraat 105, 1ste Gonst, llnygensstraat 92,
1ste Helmersstiaat 201, NasMÏukatie 3(1 -l-.i, de
Glercqstraat S, Marnixstraal '2*7. Haarlemmer
dijk 20, Plantage Kerkiaan 15, Von Zesenstraat
L';(, J.'.vastraat 5, Camperstraat
2d,-Weesperzijde 74, Watergraafsmeer: Brei duweg 1.
\Va;it \vnas da;U nou toch arg Lé, baliea
eenige zoon en dat die nou zuo'n km'iuker
mos kraij^e an de ouwe, daat ie der vaan
door wa;'u ^'èn en om te sarre bnij de
konkerensie. .. Ze konne tocli zoo met met er lui
baei'jes de schuit blaijve vcre, daat gong
vaiirt niet, mèr d'ouvve staijfkoj) mos sekutir
vaan een vreemd niks hewvve daan \cr 'k
'm krtk beter op de kaeién' baad ie ion taijd
léje nog zaeid... Daat waas nou toch ook
altemet een melleur, daat ie hèrlies voorbaij
vère mos, daat beurde aars baijna nooit...
en toen ze dacht. . . daat-ie nog z'u vaar ha;id
motte traeiteie ook en dor der aige lieulegc-f
niet baad wullezien. . . moest ze wel met baar
peezenliand een doek wurmen uit haar zaksplit
achter en afvegen baar rimpel mom, waarover
vochtige licbtï-trepen glomuun. Er waren
al traeen bezijd» n de tong om. naar haar
scherpe kin gedropen en \an<iaar als
verdrietkristalletjes neergepareld op haar jak, waar
bun glans verging en ze donkere vochtplekkeii
maakten
Je. je, je, daat waas vrui arg . . . zeur zuchtte
baar kiaagstem door bet stil zonnige kamertje,
waar ze was doorgegaan ni.ar een kast achter
en ze bad moed gehad een oogenblik te gluren
dcor de open deuren naar waar de schipper
zat als een rustige silhouet, goud over zijn
Schouders en rond de zijrandui van zijn hoed,
tegen het blanw-blanke van de veire
wolkei'.lucht. Zij was geschrokken van de woede
staar uit ,;ijn boreiul oog en de voorbooflaren,
anders in de schaduw nauw zichtbaar, bad
zij ni'i gezwollen door elkaar zien krieweleu
als een kluwen dikke wormen en >ijn pijp
bad heftig gegloeid tusi-chen de rook blauwing,
die al maar aangroeide weer, als een tochtje
« wat van had meegenomen.
Den koilii'rommel had ze weggtret en treu
zelend, zonder er bij te zijn, «as zij daarra
eten gaan koken, pooverem paar aaidappels
in een ij :eren pot op (ien kücbelring; wat
kool zette zij te stoven boven etn
roodoogeml toestel, klein in den hoek ; maar
telkens had zr, ook onder hei rinkelend net
rzellen der borden, die dooraderd waren van
bruinige bersten, en liet daauiaast le>,'ïin
der dof-tinneu lepel en voik op 't
glarsli^ureud zeil, erg oud al en dradig bier
en daai; telkens had zij tergiuiks even be'ij
gekeken en een groeiende onrust voor zijn
stil zijn en de haatlichting van ziju loeroogen
was in haar geworden ... O, o, daal gong vaast
niet goed vendèg, der kostje niet teuge . ..
en och, as ?e nou nog mèr es met 'm prète
kos, mèr der waas ook vaa-4 niks met 'm
te beginne ook ... vaiist niet hoor, da;it liaud
ze lest nog perbeert...
f Wordt erwlgd).