De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 11 november pagina 10

11 november 1906 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1533 menigmaal hare waarschuwende sfem hoo ren. Volgens de berekeningen toch van eenige weken geleden heeft de noteering de toe nemende waarde bereide al wat te hoog ge taxeerd. De Kw. Soemalata zou haar aand. kapitaal inet twee millioen vergrooten en daarvoor der Soera al ara koopen. Aand. ? 3000 Soemalata geven recht op /2000 aand. K w. Soemalat*. ^W-e.liebt dat door deze fusie be^ tere raèultaten -dan die de mpijen afzonderlok behaalden, verkregen worden. Van de buitenland»che diversen gingen de aand. -Bang. Avx . de, la Boune wederom van 88% lot, 89 >£ vooruit. Zouden de, teleur gestelde houders over 1906 op een dividendje mogen hopen? IQ de groep van Vrouw Fortuna ziet 't er opgewekt uit. De russiache staatsleening 18G4 verbeterde van 351 tot 370M, die van 1866, van 255 tot 280 en déKijks Adels Agr. bank van 220. tot 241 pCt. Ook de 4 pCt. obligatiën Moskou, die bij de provinciale en gemeentelijke leeningen genoteerd worden, sprongen, van 65 tot 74 pCt. vooruit. De nood ijdende loten Madrid konlen van CO^ tot 61 pCr. opgaan. De verschillende verbeteringen door de tegenwoordige regee ring van Spanje tot stand gebracht, zoudm de verwachting hebben opgewekt, dat ook der Madridsche loten baar aandacht niet onthouden zal blijven en de teleurgestelde houdera n"g wel eens hun couponschaar zullen .kunnen gebruiken. * . * Nots. te Z Dat kan niemand weten, wél raden. Inkasseer da nu te behalen winet en mijdt onverbiddelijk de beurs-roulette. Zie, over speculatie, de inleiding. A'dam/Buisum, Dotd /Vrijd. D. STIGTER. Wtótler. (Rotter damsche Kunstkring). Het enkele schilderij dat hier vaa Whistler is kan geen aanleiding JJJD over het schil derwerk te schrijven. De tentoonstellingen In Lon len, in Parijs, waren daartoe aange wezen. VVatdegekleurdeteekeningen betreft *ae zij'n gratiën-*, maar zoudt geze bedttend er lans; naar zien ? Het zw.irt-en-wit-werk, hoofd bestanddeel dezer tentoonstelling, hoe ia 't ? Whistler heeft een wereld roe n. Koopt Ame rika niet tot hooga prijzen, zooals het on vaste artikel van den heer Bakker zegt ? Is dat niet het bewijs ? Stond niet ergens in de Studio ? dat een ets van Whistler eigenlijk zoo voortreffelijk was als ik meen zelfs voor treffelijker dan, een Rembraadt. Noemt het voorwoord niet hem niet Rsmbranit eveneens, en Meiyon I Mon Dieu wat een verwarriagl Bembrandt?Whistler. Whistler in zijn zwart- en- wit werk een koele > harmear rol gratie e?i dikwijls minder. (Er zijn hier niet alle etsen van Whistler. Uit Londen missen er, : portretten ontbreken). De zwier treft. Het haast jjdle genoegen zoo luchtig, vluchtig, en passagere den steen der litho te kunnen aanraken. Er is een eigenaardige spitsvon digheid, lichtheid van aanroeren in. .Maar is er zooveel innerüjks aan, zooveel zoeti en dieps en leedvols en blijdschapzwaar in als ze schrijven, of denken, of meenen, of riet meenend ,toch traehten te doen denken ? Ik j «iv^t verschillen van de algemeene opinie. Er zijn dingen verweikeljjkt, Ge moet noo't vergeten dat dit veel is. De droom, nog in de oogen, ia schoon, maar vlietend. Om ze 16 vormen is macht noodig. Maar is deze verwerkelijk grot roerend, roeiend? Ik kan niet dan herhalen : Whistler in zijn zwart en wit is een charmant teekenaar meestentijds koel, soms zwierig zooals in een ets-portret van een beeldhouwer dat hier niet is? Zooals hij in z'n etsen is is hij in z'n werk, dat hij schilderde, geraffineerd. Maar Velaz o,uez: hoe kalmweg overtreft hij hem. Zie des Spaanschen schiders Meuinas een wonder van kamer- atmosfeer, zie zijn spinster* met de zilveren zonnestraal. Jicht, enkel licht, geen verf Zie zijn latere, snel gezette kleine en groote dingen voel de golvende lijn van de Venus, van de teenen deinend langs het lichaam tot aan de hals ? Zie de plaat selijke raffinementen van de Moeder door AVhistler : De e'egant geschilderde hand, het luchtige doekje. Maar is de kameratmosfeer er ? Is het gevangen in een zoeten licbtschemer of stellige dagverlichting. Ia er 't geestelijk element groot in of is er een dandy van uitvoering duidelijk aan? Het laatste is er duidelijk aan en is dui delijk in veel werk van de tentoonstelling hier. Ik kan dit dandyisme van uitvoerimg aanzien fijn-weg ondervinden maar het blijft me niet bij zooals Velazquez klare wonders en Rembrandts gouden lichtgaten. Der Eotterdamsche Kunstkiin» is te danken voor 't iniatitief. Het maakt mak kelijk meeningen te controleerer, zulke tentoonsTelling'en. Kon ze nu niet eens een tentoonstelling organiseeren, n een van Ensor en een van Rijsselberghe. Ook tol vastzetting der waarde van dezen ? PLASSCIIAEBT. BOEKAANKONDIGING. Een schooljaar van Sven bij dun Wind, door BERNT LIE, vertaald door BETSY BAKKER-NORD. Goud», G. B. van Goor Zonen. Vertaalde kinderboeken blijven den stempel behouden van htt land hunner herkomst. Voor den jeugdigen lezer, die geacht mag " worden onbekend te zijn met de toestanden in de.a vreemde, een beletsel om met de han delende personen vertrouwd Ie worden en zich in hun leven te verplaatsen. Behoudens deze beperking is Si-en bij den Hïnd een uitstekend boek, vooral voor leer lingen onzer middelbare scholen en huns gelijken. Zij toch behooren, evenals de held van het verhaal, gemeenlijk tot de middelmatigen van hunne Klasse, laten, als hij, veel van de leerstof langs en over zich heengaan, dingen niet naar hooge cijfers en meenen j reden te geven tot groote tevredenheid, in dien hun rapporten geen of weinig onvoldoende's bevatten. Sfen bij den Wind zet zich er eirdelijk toe om ernstig te we*ken en is aan het eind van het jaar, wat niemand en hij zelf aller minst had verwacht, nummer n zijner klasse. Zijn voorbeeld moge een aanmoedigingen een prikkel tot navolging zijn ! K. W. NIEUWE UITGAVEN. Uitgaven van Maas en van Suchtelen, Amsterdam. Heinrich Heine alt dichter. Bloemlezing met inleiding, door WILLEM KLOOS. Mijne gevangenissen, door ?ir,.vio PELLICO. Uit het Italiaansch, door F, ESKNS. Uitgaven van S. L. van Looy, Amsterdam. Briefwisseling van Bakhuizen van den Brink mei zijne vriendin gedurende zij .e ballingsckrp 18-44?1851, uitgegeven door mr. S. Muller Fz. met portret van Bakhuizen ran den Brink. Haarlem, De Erven F. Bonn. ifvlly op de Kostschool, naar het Engehch, van L. T. MEADE, door mevr. J. VAN' DER HOEVBX, geïllustreerd. V7an Holkema & Warendörf, Amsterdam. Naar Cal fornië, reisherinneringen, door dr. H UGO DE VRIES. Tweede herziene druk met talrijke illmtratiën. Haarlem, H. D. Tjeenk WWlick & Zoon. Verslag aan de Koningin betrekkelijk den dienst der Rijkspostspaarbank in Nederland over 1905. Den Haag, Gebr- van C'leef. Sociale Studiën." De ontwikkeling der Sociale denkbeelden bij de l-'ransche Katho lieken in de XlXe eeuw, door V CTOIÏDE CLERU, I. De Voorloopers. Leiden, uitgeversvennootschap Futura." I'oënie, door HELENE S\v A KT a, 3e druk. Am sterdam, P' Jf. van Kampt n &Zoon. Inhoud van Tijdschriften. Bet Huis, Oud en Nieuw, afl. 9 : Posten, balusters en kolonnetten, dosr dr. W. Vogelsang. Boekbespreking. Toelichting bij de platen. De Aarde en haar Volken, No. 48, Hvofdblad: Van Toledo naar Granada, door mevr. Jane Dieulafoy. In den zonneschijn te midder nacht, door Karl von Dahlen. Bijblad: Ons vorstelijk paar in Saxen. Barbizon. Nachtrust in hö:el3. San Giovanni in Laterano.?Het kasteel Malmaison. Feuilleton. No. 49 : Hoofdblad : In het bergland van Tripolis, door A. de Mathuisieulx. Bijblad: Van een kleinen dreumes tot een dtftig heer. Plezierreuen ter zee. Het Fransche rév gime. Gevaren van da luchtscheepvaart. Feuilleton. Hel Tooneel, No. 5 : Officieel. N., Twee ver volgen op Molières misantroop. K, Het Nederlandsen. Tooueel. Een poppenhuis. B , Amsterdamsche kroniek. -H. B , Het theater der toekomst, II Knipsels en snippers. Le Nieuwe Tijd, Xo. 11 : De Ruiter, door H. Roland Holst. De verelendungs" theorie volgens prof. Treub, I, door F. van der Goes. Twee Congressen, door VV. van Ravesteijn Jr, Werkloozen verzekering, IL, door J. Leewis. ? Naar aanleiding van Gorter's artikel: Het revisionisme in de practijk, door A. Dijkgraaf. Antwoord aan Dijkgraaf, door H. Gorter. Eene geschiedenis van het Socialisme, door M. K. Protestantisme en Kapitalisme (slot), door W. van Rivesteijn Jr. De minderwaardigheid der meer waarde-theorie X, door J. Saks. De Vrouw en Haar Huif, No. 7: Wapens. De Aesthetiek der kleec'ing, II, door R. W. P. de Vries Jr. Een mooi huis, door H. Hx. De kachel en <le gezondieid, door dr. J. Schrijver. Praatjcj over Wmtergezelligheid, door Hortensia. Ontwaken. St. Nicolaas-werkjes, door EIU. M. Rogge. Onze Planten, door dr, A, J. M. Garjeanne. Wat moeder haar kindertjes vertelde, door H, S. Boetseeren, bezigheid voor kinderen, door Joh. Wierts v. Coehoorn-Stout. In leiding tot het klavierspel, door Johanna Veth. Muziek in htt huisgezin, door J. F. V. Elck wat wils, Wat men ziet en leest. Nieuwe Uitgaven. Orgaan van den Ned. Bond tot B-xtrijdinj der Vivisectie, No. 5: Illus'ratie. Wat vivi sectie eigenlijk is? Da strijd tegen de vivisectie. Ons werk. Proeven op menschen. Syphilis-proeven. Typhusserum. Onbetrouwbaarheid van dierproeven.Weer een staaltje vau onbetrouwbaarheid van de uitkomsten van dierproevtn voor to pas sing opmeuschen. Eennieuwe wreedheid. Een tegenhanger van den vivisector. De zegeningen der Pasteur inentingen. Varia. Eigen Haard, No. 45 : Njootje en Nonnie, door Louise B. B., II. De Hollandsche mail, door N. K, met af b. Hooge Luchten, door Jer». de Vries. Rivieimctid bij het vallen van den avond, naar de schilderij van Adriaan van de Velie, tentoonstelling Fred. Muller & Co. De Maatschappij van Weldadigheid, met af b. De inneming van Bontoe-Batoe, door Een Ooggetuige, met af b., slot. Verbete ring. Feuilleton. HELTSJES Grlsclia door AXTON TSCHECHOW. 1) Griscba, een klein, dik kereltje, dat twee jaar en acht maanden geleden, het levenslicht zag, gaat met zijn kindermeid op den boule vard wandelen. Hij heeft een lange, gewatteerdübournous om, een groote muts met poupon op zijn kopje, en warme overschoenen aan. Hij heeft 't warm; het lekkere Aprilzonnetje steekt hem in de oogen. Het loomvoortschrijdende propje, heeft iets verlegens en verbaasd o?er zich. Tot nu toe kenda Griscba slechts het vierhoekig wereldje, waar zijn bed in den eenen hoek staat, in den anderen de koffer van zijn kindermeid, in den derden hoek een stoel, en het lampje voor het Heilige beeld, dat in don vierden hofk hangt. Wie een blik onder het bed mocht werpen, zou er vinden: een pop met uarm, eneen trommel; achter den kotfer van de kinderrneid ligt van alles; ouwe klossen garen, vodjes papier, doozen zonder deksel, een gebroken marionet. In dit wereldje bewegen zich be halve Grischa en de kindermeid, soms ook Mauaa en de kat. Mama ziet er uit als een pop ; en de kat als Papa's pels, met dit ver schil, dat de pels geen oogen heeft. Uit de wereld, die kinderkamer" wordt genoemd, leidt een deur naar een onbegrensde ruimte, 1) Arthur Luther wijdt in zyn Studieën der Russische Letterkunde" een afzonderlijk arti kel aan Tscaechow's Kindertypen". Bovenstaand schetsje Griseha" is er een van. Arthur Lutber getuigt van dezen modernen, Russischen schrijver: Nergens komt de goed heid en teerheid van dezen troosteloozen pessimist zoo beminlijk uit als in zijn Kinderverhalen." waar thee wordt gedronken, en waar 's middags wordt gegeten! Hier staat Grischi's tafelstoel' en hangt de klok, die er alleen maar is, om met een cylinder te bengelen en te slaan. Uit de eetkamer komt men in een andere kamer waar leunstoelen staan met rood be kleed Hier is op 't tapijt een vlek, die nog steeds dreigend onder Grischa's aandacht wordt gebracht. Dan is er nog een kamer, waar Grischa niet mag komen, en waaruit af-en-toe Papa opduikt; een z^ér geheim zinnige persoonlijkheid. De kindermeid en Mama, kan Grischa zich verklaren; die kleeden Griscba aan, geven hem te eten, en leggen hem in- bed, maar, waarom Papa op de were!d is, komt hetn zér raadselachtig voor. Er is nog een t weede, ook zoo'n raadselachtige persoon: Tante, van wk- Grischa de trommel heeft gekicgen. Soms is zij er, en dan is ze weer verdwenen. Waar blijft ze dan opeens? Grischa heeft dikwijls onderzijn bad gekeken, achter den koiier, onderde kinapé, maar Tante was nergens te vinden. In de nieuwe wereld, waar de zon zoo helder sc:jijnt, daar zijn zooveel Papa's, Mama's en Tantes, dat Grischa ze niet uit elkaar kan houden. Het vréemdsoortigste en dolste zijn oe paarden. Grischa kijkt naar hun ijlings wegsnellende beenen en begrijpt er niets van. Hij kijkt eens naar zijn kinder meid in da hoop, dat die 't hem duidelijk zal maken, maar die zwijgt. Op-eans hoort hij een gewei lig stampen. Een afdaeling soldaten, met roode gezichten en waschplunje onder den arm, komen opde m lat aanloopen, recht op Gr scha af. Hij is stijf van schrik, en kijkt zijn kindermeid vragend aan: is er geen gevaar bij? Maar da kinderineid loopt niet weg, en huilt niet ; het is dus niet gevaarlijk. Grischa kijkt de sol daten na, en, gaat zelf ook op-de maat loopen. Dwars over den boulevard rennen twee groote katten, met puntige snoeten ; tongen uit den bek en opgeheven staarten. Grigcha denkt, dat hij het ook op een loopen moet zetten en vliegt de katten achterna. Hier! roept de kinlermtid en grijpt hem fiks bij den schouder. Waar wou-je heen ? Wat beteekent dat, zoo ondeugend te z;jn9 t>4ar zit een kindermeid, met een mandje met sinaasappelen op baar knieën Grischa gaat voorbij eu neemt zwijgend een sinaas appel. Wat is ditt? gilt zijn geleidster, slaat op zijn handje, ontrukt hem den sinaasappel : Ezelskopl Grischa zou dol graag het glasscherfje op rapen, dat vóór hem in 't zand ligt, en flik kert als het lampje in de kinderkamer, maar hij is bang dat hij nog eens op zijn vingers zal getikt worden. Goeie' morgen l klinkt op-eens in Grischa's nabijheid een kiidestem; Giischa kijkt op en ziet een langen man met blinkende knoopen. In zijn groote vreugde geeft deze man een hand aan de kindermeid, blijft bij haar staan, en knoopt een praatje met haar aan. De glans van de zon, het geratel der voertuigen, de paarden, de schitterende knoopen, alles is zóó overweldigend nieuw, en daarbij, zóó heele.-naal niet schrikwekkend, dat Grischa zoo'n huppel-blij gevoel doortintelt, dat hij begint te lachen. Kom I Ga mee', roeot bij tot den man met de glimmende knoopen en trekt hem bij de jaj. Waar naar toe? vraagt de man. Kooi ! herhaalt GrischH. Hij zou nog wel graag zegeen, dat het niet kwaad zou wezen, Papa, Maraa on de kat, óók mee-te nemen, maar DIJ stoot heel andere woorden uit, dan wat hem feitelijk op 't hart ligt. Na een poosje, slaat de kindermeid een zijstraatje in, en gaat met Grischa over een binnenhof, waar hier en daar nog een beetje sneeuw ligt. De man met de glimmende knoopen gaat mee. Over ^neeuwhoopjes heen, en door plassen wadend, bereiken zij een smalle deur, en klimmen dan een vuile trap op. De kamer waar zij binnenkomen, staat vol rook ; een vrouw voor 't fornuis braadt kotelttten. De kookvrouw en de kinderrneid omhelzen elkaar; daarna gaan ze eamen op een bank zitten, en voeren tluis'erend een gesprek. De man met de glim oaecde knoopen zit bij de vrouwen. (friscria heeft 't ontzettend warm in zijn dikte kleertjes. Wat zou dat hier wel zijn ?'" deukt hij, alles bekijkend. Hij kijkt naar 't rookeri<e plafond, naar de braadvork, en naar 't fornuis. Ma-ma," jammert hij. Nou! nou!" snauwt ziju kindermei J, je kan wachten." De kookvrouw brengt een glaasjes en een stuk gebak. Z tafel. De twee vrouwen en de man met de knoopen, klinken en drinken ; de man om helst dan de eene, dan de andere vrouw. Dan gaan zij met hun drieën een liedje neurieën. (irischa steekt een handje uit naar 't gebak. Hij krijgt er een stukje van. Hij eet en gluurt naar zijn drinkende kindermeiJ. Hij zou óók wel willen drinken. Toe I Toe ! bedelt hij. De kookvrouw houdt haar glas voor zijn mond. Hij spert zijn oogen open, rimpelt zijn voorhoofd, hoest, verslikt zicb en zwaait met zijn armen. De kookvrouw kijkt hem aan en lacht. Tatiis vertelt Gris:ha aan zijn Mama, aan da wanden van zijn kamertje en aan zijn bedje, waar hij geweest is, en, wat hij gez;en heeft. Hij spreekt minder met zijn monl >lan wel met zy'n handen en gezichtje. Hij wijsf, hoe de zon schijnt, hoe de paarden draven, hoe het vreeselijke fornuis zijn muil open-spert, hoe de kookvrouw drinkt.... 's Avonds kan hij niet inslapen. De soldaten met hun waschplunje, de groote katten, de paarden, de glas scherven, liet mandje met de sina's-appelcn, ?Je glimmende knoopen, alles wordt n groot, verward kluwen, dat op zijn hersentjes drukt. Hij werpt zich in bel onrustig van den eenen op den anderen kant, babbelt honderd uit en begint eindelijk te PCTreien. Het kind is koortsig." zegt Grischa's moeder en lest haar hand op Grischa's voor hoofd. Hoe zou hij daar toch aan komen?' Fornuis!" schreit Grischa, wég! wég! akelig fornuis .'" Hij heeft zeker zijn maagje overladen/' zegt de moeiler. En Grischa, vol van de indrukken van het nieuwe, hem zoo juist geopenbaarde leven, krijgt van zijn Mama een lepel wonler-olie. flesch, twee zet a. les op DnitscbB GoDTömaütes en HnislioiiJsters in Constantiflop!. Naar liet D^itsch, van ANNA v. Moos. De ns alleenzaligmakende Fransche taal heefc in de laatste jaren in Turkije een groote plaats moeten inruimen voor de Duitsche. Dat de aanleiding tot deze verandering van hooger hand gegeven werd, blijkt uit de omstandig heid, dat Duitsche gouvernantes vooral in orficierskringen gedocht worden niet slechts voor kinderen, maar zelfs voor jonge officieren, die de Daitsche taal voor hun carrière bevor derlijk achten. In de laatste gevallen, waar het werkelijk om onderwijzeressen te doen is, komen natuurlijk slechts oudere dames in aanmerking. Ik had meermalen gelegen heid, zoodanig geplaatste gouvernantes van haar ervaringen in Turk?che huuen te hooren vertellen. Alleu verklaarden vrijwel tevieJen te ijn en roemden inzonderheid de vrijheid, die ie bij dd Turken gonoten. Natuurlijk gaat liït daar dikwijls echt Turksch, laten we, xeggeii half Aziatisch U>e. uat kan uien echter dikwijls van den huuioristischen kant opvat ten. Gevaarlijk wordt het ouder omstandig heden, waar, gegrond of ongegrond, dejaloesie der vrouw wordt opgiwjkt. Dan is het geraden, zoo .mogelijk de noodlottige zwarte koilia te vermijden, en zo > spoedig mogelijk zijn bundel j B te pakken. Maar oos wanneer het drarnatiscae oogeublik ontoreekt en mea in vreie uit elkander gaat, kan men bij het scheidaii nog allerlei meer daa halfAziatiscve verrassingen beleven, zooals ds juflrouw onderrond, wie de vergeten boeken en schoenen door het raam werden nage?worpen. Do jonge dame, verbaasd op slraat Btaatide met haar schoenen in de haad, maakte waarschijnlijk een eenigsztnszouderlingh'guur, want een voorbijgaand heer voelda zich ge drongen deelnemend te vragen: U is zeker wel heel moe jutfrouw, dat u uw Echoenen op straat hebt uitgetrokken. ' Het salaris van gouvernantes is tengevolge van de groote concurrentie sterk achteruit gegaan. Gemiddeld bedraagt het 3 tot, 4 Turksciie pouden, of minder, maar daarvoor ttaat liet iemanl vrij eenige privaatlessen buitens huis te zoeken, voojal wanneer de onderwijze res een joiigoiliiaerals keriing het ft,die boven dien door zijn dienst en allerlei andere dingen in beslag genomen wordt. Van de otlideren en militaire artsen, die O'n hun studie door de regeering naar Daitschlanj gestuurd wordtin, brengen vela een Uuitsche echt^enoote mae. Ut' deze gelukkig Worden? Ik weet er een, die zich djor ver veling en heimwee verteerd, doodongelukkig voelt. Natuurlijk draagt de omstandigheid, dat zij in den kring dar familie van haar uian op echt-Tuiksche rnauier leven moet. vee! daartoe bij. Anderen kunnen het beter t rellen; in ieder geval leiden ze materieel een behagelyk en zorgeloos bestaan. Op de L'.oydboot, waarmee ik naar onstantinopel voer, bevond zicüeen frisch, vrooiijk M nchensc'i mei-je, dat haar Turkschen echt genoot welgemoed naar Stam boel volgde en zich als op een vroolijke maskerade verheugde op de Tecb.arschaf ' eu de Jaschmak", die daar mantel en hoed vervangen moeien. Hoe lang zal die verhullende dracht haar prettig lijken? Ik heb met een majoors wed u we, een hoo^et ontwikkelde, Duitsche dame, die haar carrière als gouvernante begon en die door haar huwelijk tot den Islam overging, dikwijls in Siamboei rondgeieisd en heb de voor- en nadeelen van dezen overgang met eigen oogen leeren kennen, liet minste kon ik er mij mee vereeoigeu, dat mijn begeleid ster nergens een publiek lokaal, hoe besctieid-n en achteraf ook, mocht'betredtn of er iets ge bruiken mocht. Toen wij desondanks in een rnelkinrichting een borlje der beroemle Taukgöksü" (roomachtig met melk eu suiker gestoofd vleetch van hoenderborsteu) bestel den, verscheen dadelijk het wakend oog der wet en herinnerde de Hanoem" er aan, dat dergelijke Kuropee^che vrijheden voor Turksche vrouwen Jassah" zijn. Ik ha j natuurlijk in den winkel mogen blijven, maar, ik werdals moedwillige verleidsterder Hanoem'' met stille verachting bekeken un mijn bestellicg werd eenvauJtg orer het hooi'! gezien. Voor de tweede maal wekten wij dien dag het openlijke ansnoegen op. Op Je Gilatabrug richtte een oude Turkin strenge b.ikken op mijne Hanoem" en zeide: Schaam je je niet, met een Christin rond te loopen en wat moet dat beduiden, die haren, die bij je oorea te voorschijn komen?" De dame was echter niet geneigd zich voor een tweede keer de les te laten lezen, en antwoorde rustig: Je bent een onbeschaamd vrouwspersoon; bemoei je met je eigen zaken!" Bij deze gemengde huwelijken bevinden de mannen zica waarschijnlijk beter dan de vrouwen en tot groote ergernis dar Turkmnen nemen ze toe. De trouwlusügen trachten op verschillende manieren in het bezit der gewenschte, Duitsche vrou v te komen. Een jong ofücier wendde zich direkt tot het Constantinopeler gouvernames-?home" en gafeeti weinig beschaamd en blozend zijn wensch te kennen. Het kostte der directrice veel moeite, den officier dui lelijk te maken, dat het home"' zich niet met dergelijke huwelijksaangelejenhedin inliet, waarop hij naïef en trouwhartig zeide, dat er toch niets slechts in was, te willen trouwen. In den Joop van het gespiek bleek, dat de jonge Turk re ;ds twee of'drie wettige vrouwen verlaten en met de voor Turkinnen vastgestelde wegzeudingssoui weer naar huis .gestuurd bad. Hij hoopte nu, dat een Duit sche vrouw meer in 4jn smaak zou vallen. Een anderen voorzichtigen hu welijkscandidaat scheen een soort van proef-huwelijk voor oogen te staan. Hij zocht eene jonge, mooie, Duitsche gouvernante, later huwelijk nitt buitengesloten!" De batrekkingen van gouvernante zijn in Constantinopel, zooals overal, door de talrijke scholen, wat het geldelijk voordeel aangaat, belangrijk achteruit gegaan; ojk zijn ze, be halve bij Turken, weer lastiger te vinden. Tot mijn tevredenheid werd mij echter van Duitsche zijde medegedeeld, dat de beide het best betaalde gouvername-beirekkingeii in geheel Constantinopel door Duitsche dames vervuld werden, in de familie van twee hooge Turksche waardigheidsbekleders. Aan eene Duitsche werd ook bij een Pascha de betrek king van dirigent over jn huiskapel, uit een dozijn jonge slavinnen bestaande, opge dragen. De Duitsche gouvernantes te Con stantinopel zijn aanvankelijk in koers ge stegen". 3e Jaargang. 11 November 1906. Bed.: C. H. BEOBKKAMP, Damrak59, Arnst Verzoeke Alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Probleem No. 71 is goed opgelost door K. C. de Jonge, A'dam ; K. Bouwes, N. Bouwes, D. Kikke, Kdam ; J. Luteijn, Groede; W. van Daalen, W. J. A. Matla, Haarlem; J. Fortgen?, Helder; J. Meijer, Nijmegen; J, van Daalen, J. Rem, K. Slagter, H. C. Winters, naandam. UIT DE DA M WERELD. Zaterdagavond 3 Nov. 1.1. gaven wij eeasimultaan seéance in het hotel het Wapen van Amsserdam" te Oosterend op Texel. De belangstelling hiervoor was groot en de ruime zaat flink bezet met toeschouwers. Vermel denswaardig is, dat de ruim 70-jarige heer Dekker van Oost, die op 50 jarige leeftijd nog lust gevoelde om het spel te leeren, als No. l met winst bet strijdperk verliet. L e volgende winnaars waren, de heeren Jh. Koning, Oosterend en J, Witte Jbz. Spang. Wy maken alle deelnemers ons compliment voor hun kranig spel, en vertrouwen dat deze séance veel heeft bijgedragen tot opwekking voor de verdere beoefening. Tot ons genoegen kunnen wij mededeelen, daj dien avond reeds plannen werden gevormd voor de oprichting van een damclub aldaar. Zondagavond d. a. v. hielden wij in bet hó el Texel" te den Burg, eene lezing over de geschitdenis vau het damspel. Ondanks het slechte weer, was de groole concertzaal gevuld met belangstellenden. Na de lezing gaf de liter L. J. Content van Amsterdam ten séance. Jammer dat, wegens de aanhou dende regen, velen hun bord en schijven rnoee-ten thuis laten. In deze eéance moesten twee deelnemers de overwinning behalen, te weten de heeren J. Dalmeijer en D. Bakker van den Burg. Hierna bleef men tot laat in den avond nog gezellig bijeen, tn kwam men tot het besluit, ook stappen te doen, teneinde daar een damclub te stichten. Partij Xo. 48, gespeeld in de zes-kamp te Zaandam, tusschen de betren L. J. Content, A'dam met wit en D. Kikke, Edarn met zwart. Afwezigheid heeft ons verkinderd, de ana lyse van deze schoone partij tijdig in gereed heid te brengen. Trouwens voor de amateur» is het ook zeer leerzaam, af en toe zelf een. gespeelde partij te onderzoeken. ONREGELMATIGE OPENING'' Wit Zwart. Wit Zwart, G. 31: 7.41: 1. 34 30 "2. 30 '25 3. 40 34 4. 34 3 5. 32 28 23 .32 8. 4Ü41 9. 41 37 10. 47 41 11. 36 31 ] 2.25:14 13. 41 80 14.30 25 15. 25:14 10 45 40 17, 50 45 18. 40 34 19. 33: 24 20. 45: 3J21. 34 30 22. 39 33 23. 44 39 24. 49 44 25. 31 27 'M. 39: 30 27. 28:17 28. 37: 20 29. 32 27 17 21 21 20 20 24 18 23 23:32 26: 37 12 18 18 23 7 12 12 18 14 20 9: i'O 4 9 2 7 9:20 7 12 10 14 24 29 20:40 11 17 14 20 6 11 l 6 20 25 25:34 ]7 22 11: 31 15 20 5 10 30. 44 39 31. 30 21 32. 33: 24 33 35.24 34. 42 37 35. 37 31 36. 39 34 37. 34 30 38. 43 39 39:38 32 40. 48 43 41.31:42 42. 42 38 43. 38 33 41 33:22 45. 43 38 ' 4(1 30 25 47. 38 33 48. 25 20 49. 30: 27 50 27:38 51. 33: 22 5->. 20 14 53 26: 17 54. 24 20 55 14 10 56. 10 5 57. 5 37 10 15 20:29 19: 30 12 17 8 12 17 22 3 9 9 14 14 19 22 28 8: 37 23 28 12 17 O 11 17:28 19 2S 11 17 17 22 22; 31. 28 32 23 28 18: 27 10 21 27 31 15:24 21 29 31 46 opgegeven AAN DE AMATEURS DAMSPF.LERS. Wij hebben meermalen gezegd dat de» beoefening van het damspel niet beter bevordeid wordt, dan door het noteereu vaa de partijen. Men leert hierdoor van zelf langzaam spelen, goed uit kijken en na afloop van het ?pe), de gemaakte fouten onderzoeken en verbeteren. Daarbij komt nog dat het voor den amateur een genot is, wanneer hij een door hem goed gespeelde partij anderen kan toonen. Teneinde het noteeren meer algemeen te doen worden, willen wij nog even op het volgende wijzen: Zij, die niet of minder goed met het noteeren bekend zijn, kunnen dit niet beter en sneller leeren dan hun borst met krijt of ander materiaal te nummeren, zooals op onderstaand diagram is aangegeven. Zwart. 12345 7S9 10 11 12 13 14 15 10 17 18 19 ' 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 40 47 4S 4'J 50 Wit. De algemeen in gebruik zijnde teeken, lijn: schuiven, b.v. 33?28 : slaan, b3 : 22 l goede zet; ? minder goede zet. beste ; ?? slechte = schijf; '^jjh of |^= CORRESPONDENTIF-WEDSRIJD. Tabel der gespeelde zetten van zwart. Partij Xo. 23. K 24?29 33. E 22?28

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl