De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 9 december pagina 10

9 december 1906 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O K N E D E R L A N D. Nó. K37 Aurora van een harer contractanten met be trekking tot de levering van petroleum ondervond. Zou overlegging van de balans van de Aurora in het verslag van de Int. Rumeensche geen overweging verdienen? Een belangrijke bate ia dit jaar door de Int. Rumeensehe verkregen door Commissie en Baten van Vreemde Maatschappijen ten be drage van ? 155000. De exploitatiekosten ?waren ongeveer ? 90.000 hooger dan verleden jaar. De netto-winst.-'bedraagt 5 ton tegen ruim 6 ton over 1904/5. Toch wordt 6 pCt. uitgekeerd evenals verleden jaar. Dit is slechts mogelijk, omdat verleden jaar, be halve déafschrijvingen op de verschillende bezittingen nog een afzonderlijke rekening van afschrijving gecreëerd is van ? 140000. Dat laatste nu is dit jaar niet gedaan. In tegendeel, die rekening is door verschillende afschrijvingen met ? 90.000 vermindert. Bovendien is op de constructie-rekening 10 pCt., op de gebouwen en inventarisrekening 10 pdt. afgeschreven. Waarin is het reservefonds belegd en welke zijn de fondsen van den effectenpost van ruim ? 51.000 ? Aangaande de toekomst heeft de jjverige directie goede verwachtingen. Samenwerking met een nederlandsch syndi caat is haar verzocht. De toepassing van bet oude beproefde beginsel van het Esc dracht maakt macht, kan, onder goede voorwaarde»! elechts ten goede komen aan alle samenwer kende partyen. Waarom heeft de accountant de balans ? ditmaal niet geteekend. Kon hij zich misschien o. m niet met de boeking op de afschrijvings rekening vereenigen ? De samenwerking of de samensmelting met démachtige Koninklijke doen evenwel goede verwachting voor de toekomst van de Int. Rum. opwekken. A'dam/Bussum, 6 Deo. '06. D. STIGTER. nimiliimimiiiimHMHiimmiitMiiiiimmiiiHiMM Onze taal D 8 arondwet. Opgedragen aan de Commi-sie van Herziening. Het volgende verdient zeker uw aandacht en die vaii het Nederlandsche volk. In onze Grondwet komen vele vreemde woorden voor, die vooral in de namen van bestuurs lichamen en in de titels veler overheidspersonen aan den dag treden. Waarschijnlijk komt nu een geschikte gelegenheid, deze gedeeltelijk door Nederlandsche te vervan gen. Het belang hiervan in den breede te betoogen is overbodig. In onze dag Diaden is er van verschillende zijden reeds meer malen op aangedrongen, het gebruik van uitheemsche woorden zooveel mogelijk te vermijden, wijl deze onze taal ontsieren en de duidelijkheid schaden, in 't bijzonder voor hen, wier kennis zich niet tot die van ?vreemde woorden uitstrekt. Het gebruik mag misbruik heeten, wanneer met goede Nederlandsche woorden dezelfde gedachten uitgedrukt kunnen worden. Reeds in de Inhoudsopgave van de Grond wet kan men op misbruik wijzen. Enkele hoofdstukken luiden: Van de Staten-Gene raal, Van de Financiën, Van de Justitie en Van de Defensie; in plaats Van de Algeineene Staten, Van de Geldmiddelen, Van de Rechtspraak en Van de Landsverdediging. Bij verdere lezing treft men nog meerdere bastaardwoorden aan, welke hier volledig heidshalve worden opgesomd: provincie, provinciaal, ministriëel-departement, presi dent, commissaris, griffier, dispensatie, abolitie, amnestie, privelegie, reglement, ge deputeerde Staten, additioneele artikelen, autoriteiten, administratieve, dispositie, en meer andere, als allooi, essaa', leverantie, transporten, enz. Nu kunnen wel niet al deze woorden gemakkelijk worden vertaald, of door andere worden vervangen, maar met zeer vele is dit gelukkig wel het ge val, mits men niet den eisch stelt, dat het letterlijke overzettingen zijn. De woorden provincie en provinciaal kunnen worden gewest en gewestelijk ministriëel-departe ment, staatshoofdelijke afdeeling. Het woord staatshoofd wordt door dr. W. Meijer in zijn vertaling van Spinoza's staatkundig vertoog gebruikt, ofschoon het daar de huidige beteekenis van minister niet ge heel dekt. Zij zijn eenigszins met onze staatsdienaren, of ministers te vergelijken." Het gebruik van het woord voorzitter is niet doorgevoerd. De voorzitters van den Baad van State, van den Hoogen Raad en der Algemeene Rekenkamer worden president genoemd. De leelijke titel Com missaris der Koningin (er zijn zeker een dozijn soorten van commissarissen) kan worden veranderd in Stadhouder der Koningin. Een oud roemrijk geschiedkundig ?woord zou hiermee in eere worden hersteld en niet alleen meer behoeven voort te leven in geschiedenisboeken en Stadhouderskaden. Voor enkele der andere woorden kunnen in de plaats trede' schrijver, vrijstelling, opheffing of afschaffing, algeme.iie kwijt schelding, voorrecht, enz. De vertaling is gemakkelijk te vinden door de heeren, aan ?wie het grondwetsonderzoek is opgedragen. Het is evenwel twijfelachtig of zij, die zoo gewend zijn in hun rechts- en staat-geleerd Koeterwaalsch te denken, zich zullen stooten aan al deze indringers van woorden. Daarom zij nog even de aandacht gevestigd op den naam onzer dagelijksche gewestelijke be sturen: Gedeputeerde Staten, waarvoor Gevolmachtigde Staten een betere naam zou zijn. Deze voorbeelden zijn meer dan voldoende om aan te geven in welke rich ting moet veranderd worden. Ook de ver ouderde spelling behoeft wijziging, daartoe is het zelfs in 1887 niet gekomen. Men was toen wél behoudend op dit punt. Angstige zielen behoeven dus nog niet te vreezen, dat tot de vereenvoudigde spelling zal worden overgegaan. Koesteren wij de hoop, dat dit niet alles tot een later geslacht bewaard moet blijven. Met een weinig frisschen durf en vaderlandsliefde, die zich ook tot onze taal uitstrekt, kan het nu ge beuren, als het tot een herziening kooit. Maar daarvoor moet dit streven door ande ren worden gesteund, door Hoogleeraren, Staatslieden, Kamerleden, en niet het minst door de invloedrijke dagbladschrijvers. Wijden zij in de toekomst aan de belangen en rechten onzer taal in de landelijke wet geving hunne aandacht, dan heeft dit schrij ven zijn goede gevolgen gehad. Sl'ITHAKDESHAGK. BOEKAANKONDIGING. De smokkelaar» van Wassenaar, door EOUARD C. HOUBOI.T, geïllustreerd door JOH. BRAAKENSIEK. Amersf., Valkhoff&Co Goed of kwaad lian^t dikwerf af van de omstandigheden, waaronder het voorkomt. Wat nu slecht is, was misschien voorheen, onder andere omstandigheden, eer goed dan af te keuren. De slechtste zaak heeft toch altyd iets, dat haar verschoont en in zeker opzicht aanbeveelt. Deze uitspraak is van Fruin. De schrijver van bovenvermeld boek is het er zeker geheel mede eens HU toch leert niet rrrtser of minder, dan dat smokkelen geen kwaad is, wanneer maar iedereen het doet en dat het'in den tijd van het continentaalstelsel zelfs een lofwaardig werk was. Hij vertelt van een viertal schooljongens, die een smokkelbond hebben gesticht en des nachts heimelijk de ouderlijke woning verlaten om smokkelaars bij hun werk be hulpzaam te zijn, alsmede van een jongen, die hun praktijken nagaat en aan het licht brengt. Natuurlijk zijn de smokkelaars edelaardige wezens; ze worden oin hun bedrijf gevierd en om hun succes benijd. De ver spieder is een deugniet. Hij wordt eerst op school dood-verklaard; daarna kijkt men hem met zijne moeder het dorp uit en wanneer hij later nog doorgaat met spionneeren, pakken de brave smokkelaars hem op en maken hem geruimen tijd onschadelijk door hem, teaen zijn wil, mede te nemen op zee. De strekking van dit verhaal is uit een oogpunt van zeJelijkheid bezwaarlijk te ver dedigen. Het moge waar zijn, dat ten aanzien van smokkelarij nog al ruime opvattingen heerschen, dat in het bijzonder in den Franecheft tijd de verleiding groot was, wetsontduiking mag voor kinderen niet vergoelijkt, veel minder verheerlijkt worden. Voor het overige is De smokkelaars van Wassenaar een zeer onderhoudend boek. De schrijver weet, dat het avontuurlijke de kin deren aantrekt, en daarbij heeft hij slag van vertellen. Er zit leven in zijn verbaal. De stof ervoor heeft hij gevonden in de archieven der gemeente Wassenaar, welke, naar hij mededeelt, trouw door hem zijn gevolgd. Men heeft hier dus te doen met ware ge beurtenissen. Toch heeft de verteller zich niet ten doel gesteld meteen een helder beeld te geven van het Fransche tijdvak : met enkele kleine wijzig'ngen zou hij zijn verhaal ook in het begin dezer eeuw hebben kunnen doen spelen. Of hij dat aangedurfd zou hebben 1 Nog eene vraag: waarom in jongensboeken zoo dikwijls uitgeweid over vechtpartijen? Dit boek begint met een gevecht, dat de intrige vaa het verhaal levert, en waaraan de lezer dus telkens herinnerd wordt. Braakensiek heeft het weri geï.lustreerd met een paar groote platen en enkele (eekenineen tusschen den tekst, terwijl ook de 4BSFdversiering van zijne hand is. Het een even keurig als het ander. Hilversum. K. WESTERLING. De Maand". De heer Meindert Boogaerdt jan., uitgever, Rotterdam, heeft het prospectus verspreid van De Maand, redactie P. van der Meer, Alb. Plaisehtfert en J. Steynen, hetwelk luidt al j volgt: Dit maandschrift beduidt verzet, verzet tegen een kunst, gelijk men die te onzen tijd in Holland veel te vervaardigen en te loven pleegt. Zij toch mist de aristokratie, te veel <1e Spoken" der Rmsen ; te veel mist zij den geestelijken val in de n afgrond of de beschrijving der regenbogen van den ernvoud. Te veel mist zij Zinvolle Schoonheid. Immers hoe vér van Deze staat wat in Holland ook kunst heet: som van nuchtere oogen-aandacht en verworven vaardigheid. Het kritiesch deel zal zijn zonder voorin genomenheid tegen personen, maar ook zonder eenige vreeze. En is dit niet noodig? Wordt het zoetjesaan weer niet in Holland een zacht onder-onsje? (de enkelen uitgezonderd, die hun hoogheid niet schonden uit verkeerde vrindschappelijkheid). Wordt het tijdelijke niet eigenaardig gemengeld met het eeuwige? Tegen kunst en kritiek als deze beide is dit tijdschrift, maar 't is voor kunst, klaar, vorme schoon, ^eheimvol of achtloos-zwierig; -voor kritiek die het eeuwige eert en het tijdelijke zijn lagere plaats aanwijst. De Redactie." NIEUWE UITGAVEN. Biecht etner schuldige. Aanteekeningen van een getrouwde vrouw, door S. FALKI.AXD. Amsterdam, H. J. W. Becht. P. VAN DER MEER, Het Geheime. Vreemde verhalen. -Rotterdam, Meindert BoogaertJr. Verbijsterden. Schetsen door J. STEYXEX. Rotterdam, Meindert Boogaerdt Jr. Sprookjes en vertellingen, door ALBERT REIIM. Rotterdam, Meindert Boogaerdt Jr. Lilltruire Wandelingen, door FKAXS EKKNS. Amsterdam, S. L. van Looy. De Schat dfs Hemels, door MARIE COREI.LI Amsterdam. L. J. Veer). De Starren borg, door J. B. MEERKERK. Rotterdam, Meindert Booaiaerdt Jr. Macht (n hre,-schar.pij, door CHARI.ES BRODIE PATTEHSON. Amsterdaai, J. C. Dalmeijer. De zonderlinge lotgevallen van Gil Bias van Santiüaiio cf de ^aansche Avonturier, door LE SAGE. Geïllustreerde uitgaaf Amsterdam, J. C. Dalmeijer. Zomergenoegen» van de familie Kramp, door FRANS COENEN. Rotterdam W. L. & J. Brusse. Wereld Bibliotheek" Sprookjes, verzameld door de gebroeders Grirnuj. Opnieuw uit bet Duitsch vertaald door mevr. M. VAN EEDEM VAX VLOTEN*. Met 10 ihustraties van mevr. Midderich?Bokhorst en J. J. Midderich, Eersie verzameling. Het leven en de wonderbare lotgevallen ran Robinson Orusoe, met 11 oude teekeningen en een kaart van zijn eiland verrijkt. MARY E. MAXX, Er was eens 'rt Prins. Een verhaal voor jong en oud, uit het Engelsch, door M. G. PMXAITEI/. Uitgaven van de Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur. Amsterdam, G. Schreuders De aanv'üvan twee hnogleeraren op den Nederlandschen bond tot bestrijding der Vivisectie. Utrecht, Ned. Bond lot bestrijding der Vivi sectie. Cirïtat. Eene inleiding tot de Philosophie der gemeenschap, door H. VAN TRESLONG. Deel I, De Wetten van liet Gemeenschaps leven. Deel II, De metaphysica der gemeen schap. Met eene verklarende-woordenlijst. Rotterdam, W. L. & J. Brusse. Jaarverslag van de vereeniging Centraal Bureau voor Sociale Adsiezen" over het vereenigingsjaar, loopende van l Juli 1005 tot 30 Juni 1900. Brochure van de Vereeniging tot bevordering van den Nationalen arbeid gevest i gd te Ut recht, in verband met de (inancieele voorstellen van den Minister van Financiën. Sommelsdijk, W. Boekhoven. Het fonds Nieuwe Levenskracht. (Het diamantbew. koperen stelenfonds), een bijdrage tot den strijd tegen de tuberculose, door JAN A. VAX ZUÏTHEN. Waarom hebben wij kikkertjes geen Meeren aan, door VENINDE Een prentenboek met aardige versje?. Uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem. Het boekje van de Vuur kabouter!jes, door AI.ETTA HOOF. Een bundel kleine vertelseltjes voor kinderen, met illustraties in den tekst door G. van Doorn. Uitgave van Vincent Loosjes te Haarlem. Inhoud van Tijdschriften. De XXe Eeuw, 12eafL: JoséMaria de Heredia, door Fernand Toussaint van Boelae/e. Etsen, door Herman Heijermans Jr. De kunstenaar, door dr. H. J. Boeken Inde schemering, door Héne Lapidoth-Swarth. Emille Verhaeren, door Ju ius de Boer. Huislijke haard, door Frans Mijnssen. Buitenland^eh staatk. overzicl t, door Chr. Nuy#. De B< weging, Dec. L9Ü6 : Het evangelie d'er aarde, door dr. M. H. J. Schoenmaekers. Gedichten, door Th. van Ameide. Holger Danske, door G. E G. Meulem in. Vijf son netten, door Is. P. de Vooys. Volendam, door M. S. Roetmans. De bood schap, door Nine v. d. Schaaf -- De prior van het zwarte klooster, door Albert Verweij. Rossetti: Het portret, vertaald door dr. P.C. Boutens. ??Drie gedichten van Karl Wolfskehl, vertaa'd door Alex. Gutteling. Boeken, menschen en stroomingfn, door A'bert Verwey. - Boekbeoordeelingen. Onze Eeuw. 12j afl.: Het koninkrijk der Ne derlanden ia bloei, door prof. dr. P. J. Blok. Hoe komen wij uit het moeras ? door G. Polvliet, slot. Het recht van bestaan voor een middelbare technische school, door W.J.M. van de Wijnpersse.?Xeuwe machtsverhou dingen in het Midden-Oosten, door Peregrinator. Herman, Bang, door 1). Logeman-van der Willigen. Verzen, dogr J. Reddingius. Verzen, door S. G. Reddirjgius- van Harlingerj. Nieuwe boeken, door G. F. Haspels. Onze leestafel. Vragen ran den Dag, Dec. 1906 : D. II. Schil ling. Postduiven en zeeduiven. Dr. H. Blink, De tuinbouw in Nederland. Zuid- en NoordHolland, Dr. H. Pinkhof, Overdrijving op tuberculosegebied. Verdelging der vlieeen, door N. M. Kramer, Nog iets over den slag bij Castric.'iim. D. Stavorinus, Over rieken en over reuken. Bescherming van den Niagara, door N. .?Betsy Bakker Nort, Vrouwenkies recht. Bibliographie. Van maand tot maaiid : Noodzakelijkheid van de wettelijke regeling der accountancy en iets uit haar geschiedenis, door W. Kreukniet. Iets uit en over den Kordn, door dr. E. Bischoff. Grieksnbe mythen, door Loftus Hare. Sterven door verhongeren, door N. H. Bali als een land der kunst. Groot Nederland, Dec. 1906 : Top Naeff, In memoriam Jacques Perk. Ina Boudier-Bakker, Een schuld, I. Lode Baekelman?, De onbezonnen rechter. L. 8. Hylsma, Gedich ten. ('arry L.van Bruggen, Door stille zeeën. Renéde Clercq. Liederen Ernest. Huisnaaister. Dramatische kunst. Literatuur. Vlaanderen, Dec. '06: Herfstnacht, door Hein Boeken. De bisschoppen en de Ylaamsche hoogeschool, door Lodewijk de Raet. Ver zen, door Firmin van Aecke. In het schuine zonnelicht, door F. Toossaint van Boelaere. Karossen, door F. Verschoren. Europa, 12öafl.: J. Reddingius, Gedicht. Herman Teirlinck, Zondagsrust. S. G. Reddingius-van Harlingen. Gedichten. J. II. Penning, Sisi. J. d. M?Profielen. Th. van Merwede, Kindergeloof. r- Leonid Andrejef, In de slaapstee. Ulla Linder, E.°n hniskrekel John Worne, De edelmoedigheid van Jack?Jules SinnonTCole8,Colassie en Colette. S. J. obeuboergskjoe, In de parochie. De Katholiek, Dec. '06: De Hedendaagsche Homoeopathie, door dr. E. A. M. Droog. De gulden Mis, door P. Fr. Bonav Kruitwagen. Het geloof aan de onbevlekte ontvangenis bij de Protestanten en in de Grieksoh-schi^matieke kerk, door J. K. Robert Schumann 1810?1850, door Felix Rntten. Herfst, door M. Vreeswijk. Vrije lucht en 't blinkt zoo blij, door E. van Kroonenburg. Nieuwe uitgaven. De Hollandsche Revue, No. II : Dr. Frederik van Eeden (laatste portret). FrontUpiece. Wereldgeschiedenis. Belangrijke onder werpen. Karakterschets: P. Goedkoop. Revue der tijdschriften. Het boek van de maand: Het intieme leven der vogels", do ir Jac P. Thijsse. De boekentafel: November0verzicht van nieuwe uitgaven en herdrukken in Nederland. Toonkunst, No.. 48: Muziekcritiek. H. von Helmholtz. Berichten en Mededeelingen. Aanstaande uitvoeringen der voornaamste gemengde Zangvereenigingen in Nederland. Varia. Uit het Vereenigingsleven. De Vrouw en haar Huis, No. 8 : December feestdagen, door Johanna A. Wolters. Van vaasjes, pulletjes en nog wat. door R. W. P. de Vries Jr. Wintersport, door E v. d. Pol. ,.Jouis", door H. H. D. Wintergezelligheid, door Mimi. Najaarsklanken, door Marie. Holland, dorr J. F. V. Kerst vrede, d"or Nora. Wpihnachten" in Duitschland, door Geertruida Carelsen. ? Bloemschikken en -binden, door J. G. Ballego.?Het Engelsche Home, Om en bij Kerstmis, door H. Baart de la Faille. De huisnaaister en de reformkleeding, door Elia. M. Rogge. Voorradige knippatronen. Kick wat wilg. ? V.'at men ziet en leest. Nieuwe uitgaven. E:<jen Haard: Njootje en Nonnie, door Louise B. B., VI. . De reuzen van de Rhedensche hei, door Anoa Bienfait, met afb. Dr. P. J. Barnouw, door P. J. van Eldik Thiernf. Dr. P. J. Barnouw in zijn studeervertrek. Speciale opname voor Eigen H«ar<t. De Marine bij de Bali expeditie, met afb. (alot). Nederland voor honderd jaren, door generaal Wüppermann, met por tret en af h. XI. Lachende jongens, met af K Kazernesehets. Feuilleton. Bajianen en spinnen. De weldadigheid-'postzegels. ??Pe Roburietontplolting bij Witten. Standbeeld van Willem H voor Berlijn. Afscheid van I'atli. - Goedkoop gas en water. (Alles m-.t afb.1. HE1TSJES Be GEneral en (e ABarcH* i^Uit het spreekuur van een arts). Naar hel Daitsch, van PsYcimr.ocus. In de afgeloopen maanden waren de bad plaatsen in Zuid-West Duitschland over stroomd door Russen ; zoowel door hen, die uit angst voor vervolging door hunne regeering bescherming zochten, als door hen, die de wraak der revolutionairen vreesden. De bij de meesten voorafgegane gemoedsbewegingen, die de ervaren arts kent als psychische droomen", hadden bij velen van deze vrij willige bannelingen niet slechts een algemeene nervositeit veroorzaakt, maar ook aanleiding gegeven tot directe aandoeningen van organen en zenuw vezels, die een langdurige behandeling vorderden. In het spreekuur van een arts in een bekend Weltkurort" werd in Let begin van October de volgende scène afgespeeld. Een man van middelbaren leeftijd, met een militair uiterlijk, komt de spreekkamer binnen. Dokter, mijn naam is v. G.; u hebt mij vijf jaar geleden, toen ik nog overste in W was, voor ischias behandeld; ik ben nu divisiegeneraal en gedetacheerd naar West-bibcrië; mijn vrouw is door de dreigbrieven, die ik dagelijks ontving, zoo nerveus geworden, dat ik verlof moest nemen" enz. enz. Do dokter schreef iets voor de vrouw van den generaal voor die uit de wachtkamer binnengeroepen werd, troost haar met hf-t vooruitzicht op betere tijden en belooft vol komen genezing. Na eenige dagen verscheen de generaal weer ; met zijn vrouw ging het iets beter, doch zooeven had hij een telegram ontvangen met bevel, zich direct in dienst te begeven; zijn suprieur was gisteren vermoord; maar nu had hij weer juist last gekregen van zijn oude ischias, hij kon nauwelijks loopen, zeker niet te paard zitten, zijn vrouw zou niet willen reirea en ook nog niet kunnen, of de dokter nu niet telegraphisch een attest zou kunnen zenden en daarin den nadruk er op legden, dat hij ongeschikt tot reizen was en dat hij drie weken verlenging van verlof noodig had; ondertnsschen zouden zijn vrouw, de ischias en ook de revolutionairen wel tot rust komen. De menschlievende dokter, die het zijn plicht vindt, het leven van zijne patiënten te verlengen, schrijft dadelijk het gewenschte attest. Een kwartier later komt een zeer slanke jonge dams de spreekkamer binnen, roodr^ruin kortgeknipt haar, grij'.e oogen, zoo groot als het wiel van een wagen, een fijn gevormd neusje, door de huid schemerende bloedvaten; in 't kort: C'eat quelqu'une! en zegt: Dokter, ik kom op aanbeveling van pro fessor Klemperer in Bar.ijn ; mijn naam is Sonja v. Z, ik ben als ,.anarchiste" zes maan den in preventieve hechtenis in Schl sselburg geweest; mijn vado-r is bij liet ministerie van binnenlandsche zaken, ik heb in de gevangen! i dagenlang vrijwillig niets gegeten, ben dertig pond afgevallen ; men bracht mij in het hospitaal en constateerde een ernstiae Morbua Basedowü(achildklieraandoenirg); mijn moeder heeft een voetval voor Stolypin gfrdaan en is niet opgestaan, voor men mij toegestaan heeft, in het buitenland genezing te zoeken. Ik moet echter da lelijk een attest zenden, dat ik werkelijk onder geneeskun dige behandeling ben, anders haalt men mij met behulp van de Duitsche p;litie terug." De menschlievende arts, die het zijn plicht acht, het leven zijner patiënten te verlengen, geeft direct het gevraagde attest. Terwijl hij schrijft, zegt hij verstrooid en zonder eenige bedoeling: Dat is een merkwaardig toeval; een kwar tier geleden heb ik een uwer landslieden, een Russischen generaal, ook een attest gegeven." Zoodra de zieke het woord generaal" hoort, springt zij op, en, gevangenis, Morbus Base dowü, moeder en Stolypin vergetend, roept zij uit: Waar is die generaal ? Ik zal hem ver moorden '" De dokter tracht haar te kalmeeren : \tijn beste juffrouw, hond u kalm ! U zult den generaal hier niet uit vinden ; ook op de lijst der badgasten staat hij niet met zijn titel vermeld. ' : Antwoord: Ik zal hem-wel weten te vinden!" De arts wordt heftiger: Als u mij niet belooft, hier uwe revolutionaire neigingen te onderdrukken, krijgt a het attest niet, en moet u mor-zen naar Petersburg in de gevangenis terug!" Dat ban mij niet schelen; ik vind hem zeker, en dan vermoord ik hem; het genoot schap, waartoe ik behoor, heeft mij de uit druk kelij k e opdracht gegeven,lederen generaal, dien ik in het buitenland ontmoet, te ver moorden, omdat er zooveel van ons worden opgehangen ; de vorige week nog is mijn beste vi iend Sascha v. X. te Kiew opgt-hang, n, het was een knappe jongen van twee en twintig jaar." Ken hevige tranenvloed volgde op de woor den van het meisje. De dokter probeert een list; hij haalteen atlas van zenu vziekten en laat zijn patiënte op verschillende platen in het werk zien, boe zij er zal gaan uitzien, als zij zich niet kalm houdt, hoe baar ziekte erger zal wordjn, hoe de schildklieren aan den hals tot de grootte van een vuist zullen opzwellen, hoe de oo ien zullen uitpuilen, en het gezicht ontsieren hij vertelt, dat de vrouw van den generaal ernstig ziek is, niets, niets helpt. Ik. wil hem vermo rden !" Eindelijk een laatste poging: Maar juffrouw v. Z., u k int in den toe stand, waarin ge u op het oogenblik bevindt, niet schie;en; steekt u uwe handen maar eens uit ; ziet u wel hoe ze beven ; dat is juist het door Charcot vastgestelde symptoom van u^e ziekte; u zult niet kunnen mikken en er zeker naast schieten." Dit beroep op haar verstand mist zijn uit werking niet. Goed, dokter, u hebt gelijk, maar dan moet u me ook nog een attest geven voor mijn aenootschap", dat ik niet eens een armzaligen Browning revolver kan hanUeren; dan word ik tijdelijk van de lij i: der wer kende leden" geschrapt ; maar dat beloof ik u ook, als mijn handen niet meer beven, zal ik zeker schieten." De menschlievende d>kter, die het zijn plicht acht, het leven zijner patiënten to vei lengen, schrijft ook dit attest. Ondertusschen zijn eenige weken verloopen, de generaal is met zijn vrou f naar Siberi gereisd, de anarchiste naar het Zuiden, ver moedelijk om in Rome bij Fnrico Ferri theoretisch anarchisme" te studeeren. Voorwaar, bet leven is een schouwtooneel ! 3e Jaargang. 9 December 1906. Red.: C. H. BROKKKAMP, Damrak 59, Amst Verzoeke alle mededeelingen, deze vubriei betreffende, te richten aan bovenstaand adres Probleem No. 73 is goed opgelost door: L. J. Content, J. J. Delcano, K. C. do Jonge, J. Keijzer, H. Krop Jr., A. D. Querido, M. Snijders, J. Swart, J. Tates, A'darn; J. H, L. Heenk, Andijk; K. Bouwes, N. Bouwes, D. Kikke, Edam; L. la Porte, Goes; J. Lu'eijn, Groedej W. van Daalen, W. J. A. Matla, Haarlem; J. G. H. C. Zier, 's Hage; C. Dijksen, Halfweg; J. Fortgen?, Helder; J. Veershvjm, Hilversum; J. Meijer, Nijmegen; T. A. Winter, Uithuilen; J. H. Makkink, Utrecht; J. van Daalen, J. Rem, Jan Ris, Zaandam. De ontleding is niet moeielijk, maar de stand daartegenover in alle opzichten rein en het geheel een opdracht aan Ons Genoegen" ten volle waardig. Deze verzoekt ons tevens, den auteur hare dank over te brengen. CORRESPONDENTIE. B. II. te 's Hage. Uw probleem kan niet geheel oorspronkelijk genoemd worden. De bijna gelijke stand en ontleding komt voor in pr. No 34, opgenomen in de damrubiiek van 21 Mei 1905. Ook de dam op 8 is waar deloos en m >et een schijf zijn, zooa's die in No. 34 voorkomt. Wilt een en ander s.v.p. nazien, en uwe bevinding ons mededeelen. UIT DE DA M WERELD. Op het congres te Lyon, 1U eu 20 Mei 1907, zal het reglement voor het damspel een hoofdpunt van bespreking uitmaken. M. Bolzéwenscht de tijdreg*ling te bepalen als volgt: voor de eerste 25 zetten 15 minuten bedenktijd; voor de 20 volgende 20 minuten en hierna nog 25 minuten voor de overige zetten. Bij niet beëin liging van de partij, wordt deze den jury ter hand ge steld ter beoordeeling. Wij meenen deze rege ling beslist te moeten afkeuren en de bepiling, vergat in Art. 16 van ons reglement voor het dam«pel vast te houden, daar deze alleszins rechtvaardig ie. Partij No. 51, gespeeld tusschen da heeren Jb. Smal, met wit, en C. H. Broekkamp, met zwart 1906, Wij achten de partij zeer leerzaam voor de beoefening, omdat zoowel in het middenen eindspel als in de opening het voor- en nadeel teikens duidelijk op den voorgrond treedt. Men leert hieruit de goede zetten waardeeren, en op den juisten tijd in toepa-'sing brengen. Wij kunnen de amateurs het volgen van deie partij bijzonder aan bevelen. ONREGELMATIGE OPENIXG''. Wit Zirart. Wit Zwart. 1.34 30 17 21 28. 40 34 29:40 2. 33 28 1) 21 20 2) 29 45: 34 15 20 3. 31 27 3j 19 23 4) 30. 34 29 23:34 4.28:19 14:23 31.30:39 2024 5. 39 33 5) 10 14 6) 32. 39 33 812 6 30 25 7) 4 10 33. 41 37 21 26 7. 44 39! 20 24 8) 34. 43 39 38 8. 50 44 9) 14 1910)35 39 34 24 30 9. 23 28!1 11 17 11)36. 35: 24 19: 39 10. 40 34 12) 17 2213)37. 3 i: 44 1721 11.28:17 12:21 38.2823 1217 12.34 30 7 12 39. 32 28 8 12 13. 39 33 l 7 40 37 32 12 18 14.33 28 7 11 41. 23:12 17:8 15. 36 31 14) 10 14! 42. 38 33 13 19 10. 41 Sö12 M 43 33 29 11 17 17.47 41 8 12 44.22:11 6:17 18. 44 40 28 45. 46 41 8 12 19. 49 44 35 20 46. 41 31 21 27 20. 44 39 5 10 47.32:21 16:27 21. 39 33 10 1515 48. 29 23 19 24 22. 27 22 18:27 49.44 39 9 13 23. 31: 22 12 18 50 39 33 16) 13 191117) 24. 37 31 2li 37 51. 48 43?? 26 31 25. 42: 31 18: 27 52. 37: 26 27 32 26. 31: 22 24 29 53. 28. 37 19: 481 27. 33:24 20 29 Opgegeven. 1) Deze zet zou goed zijn, indien zwart met IS 23 had geantwoord of hierna met deze zet zou voortgaan. Wit mocht echter, ni 17-21 van zwart, nog niet met 33-28 vervolgen omdat hierdoor straks een tempo verloren gaat. 2) De juiste zet, om straks te kunnen profiteeren van de minier goede voortzetting van wit. Hier geschiedt hetzelfde wat wit verkrijgt met 30-25 als tweede zet, bijaldien zwart als terste antwoord laat volgen 18-23. 3) Beter was met 30-25 voort te gaan, oin de positie nog zoo goed mogelijk te houden. 4) Hier treedt het minder goede van den zet 33-28 reeds op den voorgrond, en hierom is het ook geoorloofd dat zwart vijt schrijven op de lijn 1-45 brengt. Deze zal altijd gelegen heid vinden zijn overtollige schijf van die lijn te verwijderen, zoodra dit noodig blijkt. 5) Om weder het veld 28 in bezit te kiijgenr teneinde de afruiling van de lastige schijf 26 te kunnen bewerken. 6) Om gereed te zijn tot afwisseling, wanneer wit het veld 28 wil innemen. 7) Thans krachteloos, omdat zwart deze schijf altijd ongehinderd kan wegnemen. 8) Om aanstonds een attaque te kunnen ontwikkelen op den korten vleugel van witr met l v 20, 9 : 20 enz. 9) Het minder goede van deze zet is vroeger meermalen aangetoond, ^vit is echter vrijwel hiertoe verplicht, daar op 40-34 zou volgen; z2430, 14-20 en 9:40, waardoor de korte vleugel van wit totaal krachteloos werd ge maakt. 10) Beter was 11-17, en daarna met 7-11 d& lijn 1-45 weder in norma'e toestand brengen. Met 14 19 gaat veel van het behaalde voor deel verloren. 11) Een tempo te laat. 12) Niet goed. Wit moest onmiddellijk protiteeren van den fout zet 14-19, enmet37-31 enz., de schijf op 26 wegnemen. Wij zullen in het verdere verloop van de partij duidelijk zien dat wit hier een beste afwisseling ver zuimd beeit. l:-1) Ken beste afruiling, waardoor nietalleen de vijfde schijf van de meergenoemde lijn wordt verwijderd, maar waarmede de volle kracht van de schijf op 26 wordt ontwikkeld. 14) Beter was o.i. de afruiling met 37 31 enz. Wit gaat zich nu zelf min of meer opslu:tt-n. 15) Het tempo-verlies, waarop bij den 2en zet reeds gewezen is, komt hier nog duide lijker te vourschijn. 1H) Verwachtende dat zwart met 13-18 zal antwoorden, waarna dan volgt: w 30-31. en 01 : H. 17) De zet waardoor de partij vrijwel beslist, 18) De betere voortzetting was; w 33-29, 25-20 en 20:9. Hierna zou echter volgen: z 28 32 en 22:33, met vrijwel hetzelfde re sultaat. CORKESPONDEN'TIF-WEDSRIJD. Tabel der gespeelde zetten van Z vart. Partij No. 23, K opgegeven. 33, N 31-37.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl