De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 16 december pagina 2

16 december 1906 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

t*' "DE AM STEE E A MM E R W E EK B LAB VOOR NEDERLAND. No. 1538 de faciliteiten die de woningwet geeft, en ttet hulp, van gemeente of staat, aan de yerbetiWjng. ,van den woningtoestand voor ds fiftancieel-z wakken te' werken. Maar int ifejpt ftöt, of er zoo zija en ma,n komt niet tot een begin ? Onlangs deelde de burgemeester in den Raad mede, dat, een vereeniging voor dit doel ziojbi indertijd tot het gemeentebestuur h ef f t gewend om medewerking; dat het .gemeentebestuur daarop uitvoerig heeft ge antwoord, maar er sedert dien niets meer ia >ernon(l6n. Ik meen te weten, dat' dit j,a*tWoerd" van B. en W. wel anderhalf Jaar op zich heeft doen wachten, en toch «pg van dien aard wan, dat het eenvoudig Biet kan worden aanvaard. Maar publiek is daarover niet* bokend geworden. En 'het is t»ch- bij uitstek publiek-socia-le aangelegenheid ! Het.is toch een onmoge lijke toestand, dat de tweede stad des lands niets d:>et tot verbetering van den woningtoestand, niettegenstaande hier zoo goed als elders deze aangelegenheid dringend bemoeiing eischt. H. S. Een vaoiteUi mill Men rnoèe verse luiend oordeelen over enkele maatregelen, die de Diamantbeweriereb md meent te miet'en aanwendin om de eenmaal met vetsl mo ite veroverde, betrekkelijke welvaart voor zijn leden te behouden; wal ons thans, de secretaris dezer reusachtige organisatie, de heer -Jan A. van Zutp>ien, in een boefje mededeelt over hetgeen op ditoogen blik in den; boezem -van den- boni, als een vrijwillig menschlievend wei k; gedaan wordt tegen de tefiny, kan slechts strekken om ons respect voor den invloed die van deze vakvereeniging_ uitgaat, t« verhoogen ! Wat toch is h«t geral. Door toevallige omstandigheden kwam de bondssecre 'aris, -Van -Zutfen, op het denk*beeld," om 'te verzamelen, de sleeltjes koper, d. e, na bij het slijpen van diamant gebruikt. Ie zijn, werden ? verkocht, en de opbrengst bnderling werd verdeeld, en niet altijd even nuttig bettte 1. V.auaf een gegeven moment toerd er propaaau ie voor gemaakt, om van da slijpe:ijen de koper s'eelijes niet meer te verkoopen, maar af te staan aan eene com missie, die zich, daarvoor vormde, die ze sorteerde, verkocht, en de opbrengst bestemde voor een fonds tot steun voor leden, die lijdende 'waren aan tuberculose, en sanatorium-verzorging nood'g hadden. Er werd een bepaalde dienst ingesteld. Er wer len groote bussen geplaatst «p de slijperijen, waarin de koper steelljes 'werden geworpen, en bovendien verplichtten ?velen zich, n cent per dag te storten. Week aan week wordan er thans achthonderd geld en stelenbussen, door heel Amsterdam op de slijperyen geplaatst, gelicht en onder toezicht eener' vrijwillige commissie gesorteerd.- De 'eersten worden op hoopjes geteld, de koper ?afgewogen, en zoo verkrijgt men week aan week een belangrijk bedrag voor het goede doel. En voor liet aldus verzamelde kapitaal, '^iordt voor diegenen onder de leden die door de vreeselijke ziek*e zijn aangetast, een sana torium bekostigd l VanAuyuslus l 5 t'il einde Juli 19U6 werden voor rekening van dit fonds niet ini'.der dan. 40 person/n in verschillende sanatoria verpleegd. * Dat hiermee belangrijke sommen gelds gemoeid waren, spreekt van zelf, maar het fonds heeft tot nu toe steeds zijn taak kunnen Vervullen: gemiddeld werd er ? 250 per week ontvar.gen. Van de oprichting af, tot Juli van d t jaar, werd er te zamen ? 13,237.72>i ont vangen. die tot heil der zieke lotgenooten werd besteed l De schrijver knoopt er een beschouwing aan vat t over de sanatorium- verpleging, die veel te wenschen overlaat wegens gebrek aan voldoende inkomsten, en hij doet een warm beroep op den Staat, om ruimer tubsidie te geven. Brieven uit Nieuw-Neierland. Oud-Nieuw Amsterdam, den 21n van Wijnmaand, 1906. (Slof) Als praktisch Yankee vatte Sitverspoon terstond zijne taak volijverig op, intusschen zooveel raad inwinnende, als hem maar ter beschikking stond. Zijn vermogen weggeven, dat ging niet, het zou anderen even mUdailig maken als hij zelf was. Hij kocht Carnegie's Evangelie van den Rjkdom." Hij bestudeerde zijn taak. Vol jeugdig vuur zette Lij zich daarop aan het opruimen van zijn bezi\ Na veertien d'.gen had hij tien weten schappelijke instellingen bedacht, 23 monumeijten doen verrijzen, zestien verschillende temmen" opgericht, fondsen voor paiken geschonken aan alle vaderlandscbe steden van ftO.OI'O of meer zielen, £ 1,000,000 belegd ten behoe.'e eener stichting voor onderkomen van apen van bejaud.i orgeldraaiers. 1) Tevens had hij de middelen geleverd voor drie wetmschapp-lijke expeditiën, waarvan men zeer veel verwachtte, tot het ter perse gaan van onuitgegeven, geweigerde manuscrip ten, en ten beboe re van 101 uit vinders, die voor hunne gehei m '.innige ontwerpen alleen slecht s op kapitaal wachtten. Zijne stoornjachten had hij op eene gevaarlijke kust doeu kkstoo^en en uiteenslaan Van zijne automobielen wist hij goed af' te komen, door ze eenige dagen lang vrijelijk te laten gebruiken door zijne chauffeurs. Weldra waren zij onherstelbaar ontredderd. Opgetogen van verrukking telegrafeerde hij aan zijne bankiers hem nu eens te tneldea hce.-eel er nog was overgebleven. Hoewel hij ioeende reeds de grenzen van i.ijn vermogen 1e buiten te zijn seaaan. was het bescheid, dat er 1102 d-<. 3.(ió8.5Ül en 75 cents restte. Hoewel terneergeslagen over de teleurstelling zijner verwachtingen, was hij niet ontmoedig l. Hij legde zich er op toe een uitweg te vinden, om het over.-chot te besteden. " Alle gebruikelijke kaaalen voor schenkingen waren reeds verstopt. Zijn voorbeeld had zu k een stroom van hervorming over het land doen ontstaan, dat de plutokralen rechts en links zich van hunne schatten zochten te ontdoen, in de hoop op verlossing, alles aangtnjperde orn de wereld flink in de oogen te kunnen zien en geene schaamte te gevoelen o-ver hun ortgelu-kigen toestand. Een week lang worstelde Orlando vruchteloos, om zich vrij Ie maken van tija overgebleven ballast; hij stond op het punt in arren moede te vers^igen. Het bewustzijn, dat het resteerende door de opeenhooping van den interest inte gendeel danig aangroeide, bezwaarde des te meer zijn gemoed. Niemand en nergens wilde men zijn verder bezit aanvaarden Hij verloor merkbaar aan gewicht; zijn gelaat werd steeds bleeker en de droevige gewaarwordingen maakten hem oud voor zijn tijd. Zijn onrustige e'aap werd verstoord door menige nach merrie met stroomen schitterend goud, die hem trachtten te verzwelgen. In dit tijdsgewricht ontmoette hij in de Newport Club een kennis, die voorheen be zwaard was geweest niet eene der grojt-ite vermogens, waarvan de groote wereld ooit hal gehoord. Thans werd die inan benijd, zooals hij daar verscheen nut een gelaat, stralende van voldoening, een stel kleeren naar de mode van verleden jaar, zonder zijn vroeger welgedaan voorkomen. Alle aanwezige clubleden drongen om hém satn-'n, hein geluk w,enwhende, dat hij zich zoo vlot va;u zijne eigendommen had weten te ontdoen, en smeekten hem voortdurend hun toch mede te deelen, hoe hij het had aangelegd. De gelukkige lachte en schudde het hoofd. Orlando wachtte gelaten tot hij den veeloentjde zag vertrekken. Terstond achtervolgde hij dien en haalde na veel aandringen ten laatste den benijden strijder onder d« wande ling stadwaarts over, hem eenige inlichting te geven. In een afgelegen laau gekomen, bekende hij oordeelkundig gekozen papieren, vooral die van zekere mijnontginningen in het Verre Westen, te hebben benut voor z\jne verlossing, Orlando kon met moeite wachten tot de beurs den volgenden dag zou openen. Hij seinde zijne makelaars, al, wat hem restte, te besteden voor gewone a.ind elen van een half dozijn opgegeven mijnmaatschappijen. met klatergoudnamen. EI ij had immers ver nomen, dat deze op niets anders konden bo gen dan enkele openingen in het barre, waardelooze zand der Doodrallei. Het antwoord luidde, dat alle aankoopen waren geschied tegen prijzen, wisselende vaa ;g tot 3/4 pc. Een etmaal lang smaakte Silverspoon zalig heid. Hij begaf zich nair Makemore Hall en bekende Sylvia zijn triomf. Hij werd met toejuiching beloond. Den volgen len morgen meldden de bladen de ontdekkingen van rijke aderen goud, zilver en koper op eenige plaatsen inde Dood vallei. De aangeioehte papieren stegen-aanstonds aan-.ienlijk Weldra stonden zij van 17-1 tot SliU pet., en hy ontwaakte op zvkeien morgen als de bazrtier van een der grootste vermo gens van dezen tij 1. Kers; trachtte hij zijn onge'.uk te verbergen, m iard.it was ondoenlijk. De persberichten waren een en al sympathie n klachten o/er zij a droevig noo Hot. Plaatsgebrek laat niet toe Oriando's worste ingen tegen de fortuin geheel na te gaan. Hij besteedde fabelachtige sommen tot den aankoop van onbekende gewtsteti ici M.iddeuAfrika, doch deze bleken, helaas, kostbare wouden -te bevatten. Sleed-! brachten zijne pogingen hem dieper en dieper m het moerad vau ge'd. Hij begon t>e besetien, hoe hij geschuwd werd als een melaatsche. 't Ergste was, dat Sylvia's termijn van zes maanden verliep. Kn hij w«rd-steeds rijker! Een' kloek besluit was noodig. Hij kreeg in den uitersten nood eene ingeving en be legde zijn gansche bedt in koperen waterstoven, die hij naar de equatoriale rep ibliekcn van Zuid Amerika verzond. Hij voorzag daar van onvermijdelijke enorme vtrliezen, zijne volkomen verlossing. De eene wetk na de andere g<ng voorbij zonder dat hij iets ver nam. De laatste dag zijner beproeving n ulerde; hij ,genoot van zijne aanstaande zegepraal, diéhij wilde gian opvorderen. Hutstig zyn grijze slofjes aU toomeeld van eenvoud aan schietende,- snelde hij naar Makemore Ha.ll. De geheele groote wereld had zich reeds naar de metropolis begeven, maar Makemore, die nog aan zijne zelfde afgoden otterde, werd daardoor met den nek aangezien. ? De huisinecht diende Orlando min of meer s:hoorvoetend aan, terwijl deze reeds Sylvia's stem de nieuwste volkswijs hoorde aanheffen. Toen hij ten laatste vol ongeduld bij haar werd"losgelaten, uitgalmende met uitgestrekte armen: Lieveling, ik kom nu om je op te eischen .. ..;' verscheen de huisknecht aan eene andere deur met een kabelgrarn aan zijn adres. Zenuwachtig het omslag losscheiirende, om het bewijs zijner verarming te kunnen vertoonen Hij viel alem'oos neer in een stoel, terwijl hij las onder het oog van Sylvia: Geheele bezending opgekocht door op standelingen, die de stoven bezigen voor verschansingen. Z-nd; uiterl" Oilando dui zelde. Alles draaide voor zijne oogen. De klok liet drie zware slagm in zijne ooreu weergalmen. Zijn lijd was verstreken en a's in een droom hoorde hij haar den huisknecht aandienen: ,,Prins l'honetiek!' Spoedig daarop t ad de oude onverbeter lijke Makemore binnen m beet Silve^poon in 't oor: Komaan, dwaashoofd, drink met ons mee op je genezing." Kreunen Ie waggelde Orlando naar de deur en diukte op de elektrisctie knop en oeduidde dan huiskne.-ht hem uit te laten, Sy,via overlatende a in Prin-t Phonetiek. A. E. M S. TE L.VKK. 1) Eene parolie op de Suciety for Pieveniion of Cruelty ;o Animuls', die zich vooral in len lantMen t'j l kenmerkte door ziekelijke overdrijvingen, veel geharrewar en weinig degelijk optreden. STI.IX STKEUVEI.S, Open Iwh'. Uitg. Meindert B (Ogaerdt Jr., Kotterdam. STI.JX STEÜVEI.S, Stille arnndm. Uitg. Me:ndort Boog'aerdt ,lr , U itterdam. Dit zijn nu eens twee boekjes, uitmuntend door handig formaat eu lüjjiijkjn prijs en tegelijk: zulke prachtige exempelen van de Streuvelsche Kun.-t. Verwacht van S reuvels geen geweldig, forsch werk, teen proza dat rauw op u aan vliegt, u onder het lezen de keel vastknijpt e:i u onder zijn inaclit murw maakt. Ver wacht van Streuvel ?, geen bfel Img van 't geweldig, -woelig leven, .van 't hardnekk;g gewroet, van de felle worstelling otn u henen, verwacht van hem niet de wrange vezelen en niet de hellevlammen van ons modern bedrijf. Schouderschokkenl zp.i Lij u, indien ^e hem daarna vroeg, naïf lachend antwoorden, dal al dèt gerammel en lawaai hem ontgaat, dit al die herrie en drukte niet de moeite weerd is om een penne inkt j er aan levermorsen,. Streuvels ij en hij zal dit vermoedilük blijven een heerlijï-leukige verteller, do zonnige, ietwat idealiserende waarnemer van z'n gezapig voortlevend volkj) uit 't west-zuidelijk deel van Vlaanderen dat daar aan Frankrijk grenst. In 't begin heeft Sireuvels wel geprobeerd de ellende en mazerie onder woorden te brengen, maar dat ging hem al heel slecht af. Zijn be-it opgezette werk mislukte erdoor, werden drakerige, bloederige vertelsels, enkel geschikt om kinderen bang te maken, zooalsde twee uit Doodendans" zooals ook de overigens zoo ]u ueergcpende, innig doorvoelde schets de Kalfkoe", die verliep tot een melodra ma ti'sc h, bombastisch knalett'^kt. Zeifs zijn zoo prachtige, zwaarzwoegende maaier ver ongelukte onder Screuvels handen, toen hij aan 'c komponeeren ging om iets meer er van te maken dan een gewone schets. Strèu .'els is te zonnig, te blij levend, voelt z chzelf te klaar en krachtig, om d;ep in de algemeene ellen Ie mee te voelenen dat om te werken tot daverende kunst, tol geweldige sinfoniëen. Hij is van nature tösterk vaa ziel, vau lichaam, te gezord-egoistisch om langer dan een oogenblik de sociale onge lijkheid, de maatschappelijke ellende te zien aU een fol dramatische faktor, als een orga nisch kwaad in ons mensehbestaan. Ei zoo zijn week gemoed, zijn schry ver ^intuïtie hem dat zou .aten raden, zóó zou to;h zijn religeuie aard van goed en eenvoudig katholiek, die de dingen dezer wereld aanvaardt, deéue meiuch arm, de an Ier rijk, zoo.Us de hemel dat blijk baar vojrbestetnt, hem da Ie ijk. weer naar zijn vaste spoor terugdrijven. Voor de kunst is dit volkomen opgaan in vasle meeuiiiien, liet be/.ien van het leven ron 1oiu d >or een vaite lens, altijd een gevaarlijke klip eu men moet wel een sterk kunstenaar als Sireuvels zijn om hierop niet te stranden. D.it S.reuveU djor een roze glas moasciien en toestanden beziet, in plaaU ze als scherp waarnemer te peilen, blijkt 't best uit zijn bespiegeling (blad/,. 50 Stille avon len' ), waar hij zich in gedachten laat meevoeren met den trein en zegt: Door het opene raam ontrollen de eifeiie landen fiie wijd uitliggen al weerskanten, in de helderheid van dezen zomerachternuen en de meiischen zijn o .'eral a m 't werk. Het is een schoon vertoog en ik zie geeru aan hun ijverige bezigheid, ver slaafd met hun alm in de eerde wroeten. Er hangt een ernst van volledig leven over die doening, een grootheid, wiarvan die etuvou dige l.eden onbewust zijn, maar ze voe'en zioti toch op hun plaats bij hun rijke vjuc'iten, voldaan met al 't geen er rond hen leeft en voor 'c overige laten ze Gods zonne sehingeii en zijn tevrelen in hun stille bestaan." StreuveLs vtr^eet hier, dat die rijke vruch ten er enkel komen bij goede o->yst; als dichter ziet hij alleen 't schoono. Maar dil is hem niet voldoende, hij zingt zijn gelaks-psalm nog verder. Hoor slechts: Niets van het holle geschreeuw hier en de groote redens waar de misnoegden overal mee rondloopen, niets van de angst, of d« gejaagdheid der hebzuehtigen die den rechten weg al'djn eu het leven willen o:umekeereu tegen een natuurlijken loop in der vasle levensmetten : de laudenair voelt er zich rustig, gedaagd in het oud bestaande en als hij mag levtu van 't geen hem den grond opbrengt, rekent hij-al zijn pijnen en z voegen als eo-i no-jdiakelijke bezigheid, als de natuur lijke noodivendighei l van het beslaan zelf daarin vudt hij al wat 't leven hem geven kan . . . en hij' dankt den Heer die hem die gaven rijkelijk mededeelt. Al liet andere schijnt hier noodelooie drukte, kinderachtig heid, nieuwloopte uitvindsels!" Dat is de vizie van Stretuels, de blik waarmee hij zijn menscaen beziet, hun ban delingen doorschou« t. 't Geeft i'uin de onders ruoming, die gaat door heel z;jn werk. Voor hem zijn er t vee s lorteii op aarde : de tevredenen en goddeloozen. De ordelievende le/.er zal hier goed keurend knikken ; maar is daarom de wer kelijkheid zoo? De boeren van ('yriel Buysse zijn eer tegenovergesteld en \ werk van Teirlinck, die als schrijver ongeveer uit dezelfde s'.reek als van Streuvels stamt, wekt OOK een anderen indruk. 't Is be-t mogelijk, dat in het vergeten lioi-kje van Streuvels nog zoo'n brokske paradjs bett.ial, maar is het dan de taak van den dichter dat vergeten brok:-ke voor 't heelal aan te zien en van wat veider gebuurt ge^n kennis te nemen? 't Zijn enkel de zacht ge kleurde lenzen van Slreu^els die hier den doorslag geven. Als ik, om nader er op in te gaan. de boeren en de goede bewoners van 't do-p, waar ik nu sedert drie jaar de lange herfstmaanden woon, naar hun vreedzame doeu en 't k-ilme uiterlijk wilde beooideelen, als ik enkel zou afjaau op al wat ze zelf zeggen in zoogenaam l verlrouwelijs gesprek, dan km ik allicht tot de :e fde ge volgtrekking geraken, want de o nstrek n van mijn dorp zijn om die te/redenheid bs-eni Maar o wea, als je eenigs.-iin.s dieper peilt en tast, dan zie je grif da1 vau al die schuine zaken niet vnd ovm blijft dan de schijn, dat enkel het k eiiie eigenbelang de nie-.schen zoo tam maakt, zoodat ze oj.vallerid-!evreden, xelfs lief-onderdanig lijki-n. Zekere beoord elaars Kouden, a's ze dt-z« kant in S;i-euvels kwamen te ontdekken, allicht ook vau tenleu-, spreken. Daar vliegen ze zóó l.eel . gauw op aan. want dat j staat echt kunstenaar, vat u. Maar zoo is't niet. Wie zal ooit het bewuste van't onbewu-!e scheiden? 't Ko ut aan d[> hèslagen, op wat de auteur zic'i ten doel stelde te bereiken, "n niet op 't a! dan niet naai- d-n zin zijn van den beoordeelaar. Dat blijf, bui ten het kritisch begrip. Verrijzen de mnnscln.'n in eenig verhaal levend voor on-, ook al zijn ze dragers vau strekking, dan verdwijnt lie; opzettelijke van de beelding, in 't weikelijklevende zelf. En zoo is 't niet StreuveK Streuvels tevredenheidsvizie. hoe ee.jzijdig ook, d jet ma ir weiüig af aan 't es^e.-itiet-lrnnoie van zijn lyrische golvende zinimi). aau het rustig klare, van zijn s>-.ïieuïtv, veit.^'lr-Aiit. Bij zoo'u bladzvjde als daar aangehaald ;li:n!a;hen we even en zeggen in ons ze f: GA maar door, vriend Streii/els, 't is wel jammer, maar toch, je beut veel betor dan je ons daar te lezen gc,v-f'. 't Is maar toeval, dat j-» zoo denkt, omdat je in een zo j'n hoekje zt va*tge;>lakt. On-'ianks dat ben je tucheengi de, eerlijke vent, die van ha te m ent wat, hij zegt. En wie, weet, krijgt je weleen-'n andere een meer, utiivtrzeele kijk op de dingen, zóó can zelf. Dan zal je ook snappen de verschillende oorzakt-n die de Oéae m-nsjh zoo tevreden maakt en de andere oproerig. 't Hangt toch eigenlijk maar af vap de omstandigheden waarouder een auteur werkt of hij zal zijn ten navrante ontieder of een leuke en ieutige verte Ier. be -aarlijk wordt h't evenwelalsde schrijver door zijn blije blik h» t dramatisch eind van zi.u werk bederft, zooals in de schets Zonder Dak" (Openlucht). Daar zag -treu vels't zounige zoo sterk, dat toen hij het hun liet ver branden, zijn geschetste vrouw ook maar enkel denkt aan de onUomen kinders eti niet aan de totale armoed 'i Zou zeker niet ge^enscht zijn dat alle schrijvers zoo gemakkelijk over de essentie van hun werk heengledei, zich enkel ver mijdend in 't smijdige van 't woord, maar zoo'n enkele bltjgezmde tusschen de velfl zware werkers zal gewis de oogen en ook de har len trekken, zelfs voor hen die aan literatuur breedere eischen stellen dan enkel mooi lyrisch vertellen. l u Stille A onden"is Sireuvels bespiejlend. 'i Zijn mjine iugen over verdane dingen, die in hèn b even leven, of de k em waren van eenig verhaal, zooals bij Een lustige begraviiig". De mijmering over 'u ding is teerder dan 't ding... zegt hij aan 't eind van Uorieneke." In^oyghem", destijds in de N. (jids verscüenen, lijkt mj 't hojgstgestemd; Zonneblommen ' 't lustigste. De Im.idel Opeuluclil" bevat meer ree ;ls, zal daarom beier bevallen. In Een niciuv Hoedje" werd de aan.oeling van 't leven prachtig vertoon l door 'n oogen^chijnlyk klein geval: liet kunnen aaaschall'eu van zoo'n kleedingstuk. G.-ootmoeilerken' , zeer gevoelig, bijna sentimenteel, mist de fijnere tcha!ieling waaruit onafwijsbaar vo jr ons oprijst, dat die moeder met aan 't groot moederken da--ht. Er is evenwel zooveel liefdevols van waarneming in, dat we over 't onwaarschijüljku heenglippen en 't hiaat vermeien. Want niet 't ge/al is on vaarschijiilijk, maar 'n tekort in de behandeling laat zich gevoelen. Van 'Iet Duivelstu'g" lijkt me 't begin^edeelte 't beste. Bjerkevan der Velde met z'n span koeien voor Je ploeg werd daar klair neergezet, i en woordschilde'ij'je op zichzelf; 't au:o:nobielongeluk is minder. En door Jeugd" gaat beerlijk-zuiver de lentelucht die de held; tu.-schen twee jolige inensciieu Ua' ontluiken eveu natuurlijk als de 1. noj pen aan de boouien. Er zijn er uu reeds, die Streuvels werk a's kla.-siek gaan beschouwen, enkel voor het pro;a. 't Komt mij voor, dat men kritiek hierop aan de Vlamingen zelf moet overlaten, want wij Nederlanders staan wel 'n weinig blind er voor. Daar zijn woorden die ons heel vreemd toeschijnen en die in Vlaamsche ooren prachtig tuiten, en daar zijn ook woorden d,e wij dadelijk zouden overnemen, zoo kern achtig als ze ons lijken en die toch maar ver baster ingen zijn eu op 't platteland bij ons Cicugoed ie.'eu. rn.mr die niemand zou dur ven gebruiKrii. 'o Z >u ons ook allerminst pas geven op d t ge'iied eea kritisch onderzoek te ondernemen, al stuiten we op tal van platte woorden als lullen, asem voor adem, kaksUjeltje voor küiderstoelke, gebuurwijl' waar de Vlaming vermjedelijs zeif gebuurvrouw zou zegïen, enz. De Vlaamsche schrij vers hebben de zeer moeie ijke taak om de verschil.ende gewtg!>>praken tot een nieuw idioom op te bouwt-n. dat langzamerhand de omgangstaal zal moeien worden voor geheel Nederlandscli l!-lgië. Hi--rin mogen wij ze niet belemmeren. Ze moeten dit onderling en ieder voor zichzelf uitmaken. Wat wij kunnen beootdte'en is de a^emeene gang, 't rhyihme van de zinnen en ook 't verhaal zelf al-i plastisch of verielproJukl. Dit maakt on'.e kritiek altijd min of meer oppervlakkig omdat de enkele woordiritiek, juni na ir de maatstaf die men voor de eigen Nederland sche schrijvers aanlegt, hier geheel eu al moet blij -'en ontbreken. Dit te meer zoolang de waarde van elk woord op zichzelf, d.; klank, de kleur, de fijnere schakeerint; en diepere be'eekenis voora'snog de hoofdwaarde uit maken van 't yiaam-che werk en de grootere opbouw, de breedere zwaai van deweikelijkheidsroman i,og te fchaarsch aanwezig is. Gelukkig Vlaanderen dat lüerm.e aan onze vit l ust ontsnapt! Lezen we nu deze verhalen van Slreu/eh, op d i-u tast af', zooals leeken muziek hooren of een schilderij be ;ieu, glijden we over onbe kende woorden heen, want m jn moet het toch maar weten dat !>a-t op uw dingen" beieekent past op uw kleeren", let en we n'ot op bladzijden als 53. waar in enkele regels tl maal het stoplajje wis voorkomt dan /ijn juist deze twee kleine bundels zulke uitmuntende voorbeelden van Streiivel's kunstvermogen. De zinnen zijn zwaar-vol en toch zacht, ze zijn kleurig eu zelden schel, ze hebben een gaaf geluid en gaan gelei delijk voort, zoo geleidelij c zouder schok of stoot, dat je weieens even moei ophouden, omdat je aandacht verzwakt. Als je een (jaar verhalen len einde Lebt gelezen, wil je 't boek e.-en terzijde leggen, als zijnde voorloopig bevrtdigd en dit zou dan Ie keerkunt zijn die wijst op al te gelijkmatigheid, indien je rret elk verbaal telkens opnieuw ktiiit VA n IK-I ezen. Dit is. dunkt mij, ondanks de door mij aai gevoerde bezwaren de grootste lof en 't beste bewijs voor de deugd van de/o twee bundels. G. VAX Hui./icx. />-yV Verzeil, door P. J VAX BAAKDA, Am-terdam, II. Meulenholi'. Bescheidener bundeltje dau de Kerxtf \'i'rz'"n van l'. J. vau Baarda is er \vel zelden uitge^evt-n. Alles -n alle- een-en dertig v^r-jes in een bes'.ekje van a--lit-en-veertig bladzij len. heel mooi ^^'iiiikt op z'.vaar oud-rioilan Nch pujiier, mot lielilcr-wilten omslag, waarop let ters en encadieerina: in nretlii vuiir-rood. \'óóraan in 't boekje sta^t, als motto, het volgende van A. de Musset : Mes premiers vers son.t d'un enfant LeJ SiCüids d'un adolescant Les denr.ers a peine d'uii homrne. De d'chter der /-.' rxtr Verzen is dus al even be<cheidt-n als zijn boekje, hij noemt zich nog een kind. Daar was ik zeer blij om, want dacht ik, nu krijgen we nog eens van die h 'erlijL-naïeve ver.-jes te lezen, vol vogelenvreilu'd en zonneschijn, glanzend van jeugd poëzie e;i kindergeluk, een ware verkwikking en <i|'vroolijkinj; in dee/,' sombere tijden van smarten e.i weeën. Al spoedig echter bleek me. dat het motto van de Musset maar een aardigheidje van Van Baarda moet geweest zijn, want van heerlijk-naieve kinderpoëzie geen spoor l Of noemt men het kinderpoëzie: De hoornen kijken zoo vragen rne aan en 'i zie ze zoo ernstig, aandachtig daar staan, met wyding, wazig omtogen en in mij met groote innigheid voel ik een godlijke heiligheid van n zijn met het alhooge. Hoeveel groote menschen zouden dat laatste wel in zich voelen, laat staan kinderen ! Ik wist zoo al aanstonds, dat ik met geen verzen van een kind te doen had en het zou rn'ij no^ duidelijker worden. Verzen als: O, kom mijn liefste," Aan mijn' liefste," Aan jou gedacht," Op je hoofdje," In je oogen," schrijft men gewoonlijk niet toe aan kinderen ! Na die ontdekking ben ik de verzen gaan lezen. Ik heb ze alle ineens achter elkaar gelezen en toen ik bet bundeltje uit had, dacht ik: nu, die Baarda mag nog wel 'ns meer versjes uitgtven. Er zijn waarlijk goede dingen ia het boekske. Wél is .alles niet echt, niet zuiver gevoeld, wél is er nog al imitatie, als b.v. dit : Op je hoofdje wil ik mijn handen leggen en in je oogen je kijken lang en in n diepen blik je zeggen boe zeer ik je geluk verlang en Jacques Perk : Als ik, van uw effen voorhoofd, De verwarde lokken strijk, En mijn banden aan uw slapen, U in de oolijke oogeii kijk... Voelt ge dan, mijn blonde meisje, Dat ik ziels gelukkig ben,... wel vind ik afschuwelijk-leelijk : en je oogen, je blauwe cogen mijn traaen zogen later nog eens herhiald in den variant: je oogen, je blauwe oo^ea mijn lianen zogen ! wél ontbreekl er nog veel aan de techniek vau zijn vers, en ook wel had heel het gedichl Aan Holland' achterwege kunnen blijven zon Ier scha voor van Baarda's dich terlijke reputatie, niet zelden echter zingt hij ook een aardig liedje. Zoo b v. : O, kom mijn L'efste, naar de duinen naar de wijd-, woelige zee, naar de blank blinkende KI uinen O, kom mijn Liefste, kom mee. De zonce gaat stiilekens zinken omstraalt ons met goudtn schijn, dan zal 'k in je oogeu zien blinken je iitlde, zoo trouw en rein. en bij onsjong genieten, als mijn mon l je pj en ontmoet, ruischen uit verre verschieten de golven hun avocdgroet. en blijde is. onze woordenval goudihnkend van ons streven dat onze zielen vereönen zal 111 n groot l Men zoeke in de Kers'e Verzen van P. J. v. Baarda nochums niet iets nieuws, iets om zijn fcchoonhei. I-bijzonder trelfüi is. 'l Is alles heel gewoon, zooals er reeds zoo /ele bunlels verschenen zijn en waarschijnlijk nog weD verschijnen zullen. JV aar al Ie veel wordt op hetzelfde stramien voortgeborduurd en zoo tooveren vele d. c iters van Jong-Uollan i geen nieuwe bloemen en geen nieu ve kleuren, die den toeschouwer ontroeren van verruk kelijke schoonheid. HKXRI II. VAX CALKEB. Hilversum, \-G. Tot mijne groote verbazing krijg ik eene kennisgeving, dat dezer dagen eece circulaire der Billerdijk-coniiiHssie verspreid wordt, eii (deels reeds i?) gezonden aan: alle leden d er commissie, alle leden der Siaten- Generaal, de Ministers, de Pers enz. enz. enz. nog wel met gebruikmaking van mijn naam en functie als secretaris dier Commissie, ondanks mij vaa den opiet dier circulaire niets bekend was. *) Ik deel daarom mede, dat ik mijn, secretariaat der Bilderdijk commissie bij dezen, riedeileg in de hoop dat men mijn naam verder buiten alle publiceeringen der B derdijk-commistie zal houden. A. T. A. HEYTIXO, Ki'Cretaris der BUdtrdijk-commisi'e. Oa'!- Voorzitter der Fcrst-commissie. ~) De inhoud dezer circulaire is mijns inziens niet volledig, zoo is de feestvierina; op -i'i Maart ueln-el /erzwegen, en acht ik de eer prof. Te Winkel's rede gepubliceerd te hebben niet aan de Bilderdijk commissie doch aan de firma Woroisjr verschuldigd, enz. S Dec. NIEUWE UITGAVEN. Bij d; uitgevers Schellens en Giltay te Amsterdam is verschenen een serie prenten boeken, onder den titel In het Sprookjexland, door N. van H clitum en J. Bokma de Boer, uu-t teekeuingen van David Lirett. 1. Oude M ieder tuibbard, door J. Bokma de Boer. 2. 1)>' 'A Hi-riri. 3. Jio.dkupje, beiden door M. van Hichtuni. Volksoilmotrieek," Xo. 6 : De w,'ltel:jke rege ling van In' t Ai'bciiticontract, in vr.igen en antwoorden, door A. J. OOSTDAM. Leiden, uit gevers vennooti-chap Fulura.:> Ih- bi'/t'ui'feltn'j ran 'a'iitdotningcn der ademhalnii/Kurijiin n, hart- en ft'ifwitHelingxzinkttn in de ni,.iin:,re I nhnJaturiii, door dr. BAIÓZ.V. <; il* voor verpiegenden en a.s verplegenden. l'itiegeveu door Nosokómos, Nel. vereeniging tot bevordering der belangen van verpleegsters en verpleger-. Amsterdam, beide F. van Kossen. (iriiiiin'« .V/iroi./.;/' f. Een eerste tiental. < pnieuw \ertauld do-jr mevr. M. VAX EEDEX VAX VI.OTION-, met 10 lustrat es van B. MIDDERIJKB'jKiioi'.sT, in gecar tonueerdeu band. Amster dam, (i Schreuders. (j'razia Ddalda l'erineking. Uit het Italiaansch door F. GI.'.VXIXG. Haarlem, G. l'\ Gunning. Anticit ird mui prof. Jeliji-rfina van dr. J. M. l-r>i,:,</;il. L-iiden, A. II. Adriani. De, Avonturen rari rier preLmakers, door CH. K KI EN' EN. . 11,1 iiiti.rm' Iti-i-n d>-r Yoytli, door JAC. P. THI.IXM-;, geï'.lustreerd met vijftig reproducties van natuur opnamen van K. TEPE. Haarlem, beide Vincent Looi-jes. l 'il het l)ij'idenhu>8, door F. M. DOSTOJEWSKI. Amsterdam, ( oliën Zonen. H rin-jen, den ruien, An/ustas 1 83 L genomen do"r Lui) rrijivilliyfj lyei-s, L>'id*che tstudttneii , en Il'nit/iie/i'n, door jlir. J. (J. C. DEX BEEK PdOKTlXiAEL. I>e flirten v (in t^tip'en Heller. Opus 47, 120, 40 en 4ö, door JAN* KIJKEX. 's Gravönhage, beid" Mcrlirius N ij hou'. Hei lixiteitt-ei blijf ruit meneer Ekko. Oorspron

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl