De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 16 december pagina 5

16 december 1906 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1538 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. MAGGI's Soepen in tabletten, merk Kruisster, maKen het mogelijk om in den kortst mogeljjken tijd (10?25 minuten), slechts met water, voortreffelijke krachtige soepen klaar te maken. Per tablet voor 2 flinke borden Fransehe soepen 10 Ct. Pikante soepen 18 MAGGI's Bouillon-Capsules, merk Kruisster, geven door oplossing in kokend water oogenblikkelijk een voortreffelijken voor het gebruik gereed zijnden bouillon. Per capsule voor 2 koppen Consommé(extra sterk vleeschnat zonder vet) 12 Ct. Bouillon (vleeschnat met vet) . 9 MAGGI's Aroma, merk Kmisster, geeft aan zwakke soepen, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleesohgerechtenoogenblikkelijkeenverrassenden, fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Verkrijgbaar in flacons vanaf 30 Ct. LIBERTY METZ & Co. 185/7 KALVERSTRAAT. SOLK AGENTS FOR HOLLAND OF LIBERTY & Co. LONDON SALE2 AT HEIU < K» PR1CES OF THIS SEASON'S MODELS OF TRIMMEI) AND UNTRIMMED H ATS FOR LADIES AND CHILDREN. gemaakte kamers, door juiste plaatsing van meubels enz. zou de taak der schoonmaakdame zijn. Uir> dit beroep kan zich na eenige oefening ook dat van versieren, decoreeren ontwikkelen, die de nieuwe inrichting eener woning op zich neemt, met leveranciers be spreekt en onderhandelingen aanknoopt. Dames met smaak, met kunstz'n, met vluggen blik op heerschendc mode, kunnen het tot een flink inkomen brengen, wat nog ver meerderd kan worden als zij zich in ver binding stellen met solide magazijnen, en daarvan percenten bedingen. De decoratrice moet er op uit zijn bij huwelijksuitzetten hare hulp aan te bieden. Vele bruidsparen zijn (dankbaar voor doelmatige wenken en raadgevingen, en vele ouders, bij wie de tijd van eigen huishouden opzetten zoo lang ge leden is, en die niet kunnen meegaan in wat de tegenwoordige mode voor mooi" ver klaart, zouden zich gelukkig achien, als hun van onpartijdige, bevoegde zijde een goed berekende opgave van onkosten werd voor gelegd. Het bruidspaar noch de verkooper zijn onpartijdig. De decoratrice kon dan de verstandige bemiddelaarster zijn tusschen ideaal en werkelijkheid en door verstandige praktische raad den ouders van 't bruids paar tijd en geld besparen. (Slot volgt). Een KOU, Besluit van twee zodra Metten. Nu een talrijke schare van vrouwen genood zaakt is in haar eigen onderhoud te voorzien, kan het niet anders of zij doet daarmee den mannen concurrentie aan. Dezen zijn natuur lijk daarop niet gesteld; verdedigen zich zoo krachtig mogelijk en worden, waar doenlijk en steeds veelvuldiger, in hun verweer door de autoriteit gesteund. Niet, of onvoldoende, in zijn onderhoud te kunnen voorzien, is ongetwijfeld uiterst pijn lijk, maar dat dit minder erg zal wezen, wanneer de ontbering een vrouw geldt dan een man, dat ligt nu eenmaal boven het begripsvermogen der vrouwen. Zij streven er alzoo naar zich niet te laten verdringen. De strijd is evenwel niet gemakkelijk, en hoogst ongelijk, wanneer bij de tegenstanders de autoriteit staat, gehuld als deze is in een pantser van wet, gezag en traditie. Dat de vrouwen veelal de autoriteit tot tegenstander hebben, is moeilijk te begrijpen, want de autoriteit verklaart immers steeds, zoo bij monde als in geschrift, dat zij ver tegenwoordigt de geheele natie. Zouden de vrouwen dan geen deel der natie vormen? haar zelf is het niet anders mogelijk dan zich zoodanig te gevoelen. Aannemende, dat op de individuëele rechten der vrouwen meer inbreuk wordt gemaakt door beperktheid van gezichtskring bij den bestrijder dan uit diens kwade be doelingen, trachten de vrouwen door over tuigen den gezichtskring dier mannen te verruimen. Overtuigen eischt scherpzinnigheid; niet iedereen is dus tot overtuigen in staat. Ver scheiden vereenigingen zich samen scharende, kozen uit haar midden eenigen, die reeds duidelijk bewezen hadden deze gave te be zitten, ze verzoekende een Comitéte vor men, dat zoo dikwijls mogelijk actief zou optieden ter verdediging van de belangen der vrouwen. Aldus ontstond het \ationale Comitéin zake wettelijke rege ling van Vrouwenarbeid, verte genwoordigende duizenden en duizenden vrouwen. De 2e Maart 1904 bracht een Koninklijk Besluit allen vrouwelijken ambtenaren bij Post en Telegrafie aanzeggende, dat voor haar huwen tevens zou beteekenen ontslagneming uit Rijksdienst. Redenen werden niet opgegeven en zelfs niet toegezegd, dat steeds terug zouden gegeven worden de gelden reeds gestort voor eventueel pensioen. De denkende vrouwen schrikten over deze ongemotiveerde verkrachting van de per soonlijke vrijheid der ambtenaressen. Niet wijl zij meenden, of vastgesteld zouden wenschen, dat de ambtenaressen bij haar huwe lijk in Rijksdienst behoorden te blijven, maar zij achtten, dat haar zustereu de vrijheid toekwam, om in overleg met haar echtgenoot zelf uit te maken, of het in de gegeven omstandigheden beter ware den dienst te verlaten, dan wel er in te blijven. Het Comitévoelde zijn plicht. Een paar leden gingen ter audiëntie bij de koningin; zij wezen er op, hoe groot de kans was, dat deze diaconische maatregel buitenechtsche gemeenschap in de hand zou werken, al was niet officieel, maar officieus, verklaard, dat wat de ambtenaressen betrof er scherp zou toegezien worden een openlijke huldiging dus van den tweederlei moraal standaard. De koningin was blijkbaar getroffen en be loofde het adres aandachtig te zullen lezen. Daarbij is het gebleven. Ook tot den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid wendde het Comit zich, en deze verklaarde o.a in de Tweede Kamer 15 Fehr. jl., dat hij zijn ..eindoordeel in deze afhankelijk zou stellen van de resul taten van een onderzoek, door den DirecteurGeneraal der Posterijen en Telegrafie in het UIT DE NATUUI^ CCI. Kunnen visschenhooren? Nu zal ik maar stuk voor stuk de dingen in opstelletjes gaan bespreken, waarom de lezers mij in de laatste maanden per brief inlichtingen hebben gevraagd. Dat is gemak kelijk voor mij, want nu weet ik al voorden heelen winter, waarover ik te schrijven heb. Eerst dan over die vraag of visschen hooren kunnen. Hierover is al heel wat geschreven; deels zoo maar als eigen meening, deels ook als /erglag van opzettelijke proefnemingen. Vraag 't aan visschers, karpe'rkweekers, aquariumhouders en goudvischliefhebbers" zou men allicht kunnen zeggen; dat zijn menscnen die 't weten kunnen. Nu, die zeggen stellig: visschen kunnen beslist wel hooren en goed ook. 'k Heb 't zelf ondervonden, als ik twijM opperde. Kijk maar; als ik 't vijvertje nader, komen mijn goudvisschen en karpers dicht bij den kant; ook als ik ze roep, nog voor dat zij mij zien kunnen" kreeg ik eens ten antwoord ; en 't bleek waarheid. De viecbjes kwamen werkelijk; ja, 't was of zij op 't geroep ant woorden met blijde en dartelijke bewegingkjes van staart en vinnen. Ook de Chineezenen eveneens de oii'JeRjrneinsche vischlief hebbers beweerden 't zelfde. En de hengelaars zittende op den walkant? Ze vloeken tegen de mak kers en kijkers die hun bek" niet kunnen houden, en daardoor de visch verjagen. Er zijn ook verhaaltjes in omloop van visschen, die naar de oppervlakte kwamen en aandachtig luisterden naar vioolspel. Als er een gehoororgaan aanwedg is, is't ook waarschijnlijk dat een visch hooren kan; er, zoo'n instrument bezitten de visschen; ten minste een gecompliceerd toestel binnen in den kop, dat vroeger zonder tegenspraak als inwendig oor werd nesch'juwd. Maar sedert de ontdekking van stalolithen of evenwichtsteenijes bij mensch en dier (waarover ik al een opstel gegeven heb) zijn de anatome' gaan twijfelen aan de beteekenis van dit orgaan, en tegenwoordig geldt bijna algemeen de meening, dat het oor" van de visch heelemaal geen oor is, maar een zeer gevoelig instrument waarmee een waterbewoner zich oriënteert omtrent zijn stand in 't water. Hiertegen valt weer o;> te merken, dat er bij vele visschen een verbinding bestaat tus schen de zwemhlaas en dat even raadselachtig gehoororgaan. Een rij van beentjes, bij som mige visschen van vliezige takjes, verbindt de zwemhlaas met de blaasjes of aanzwelDgen van 't binnenoor. Een uitwendig oor is er niet, d.w.z. een Gehoororgaan? van een. visch. directe verbinding van die hoorholte met de buitenwereld is niet aan te toonen Kikvorscien en salamanders, toch ook ten deele waterdieren, mi.-seri wel de schelp, maareen flink groot trommelvlies ligt aan de opper vlakte. In viscbkweekerijen ziet men nog wel een bel hangen, waarmede de dieren voor de voedering naderbij worden geroepen. Toch is die bel zeer waarschijnlijk een overtollig meubel. Voor goudvisschen en karpers althans is door talrijke proefnemingen aangetoond, dat ze de bel niet hooren. Ook de trommels die sedert jaren voor 't zelfde doel als de bel gebruikt werden in een paar groote vruchtkweekerijen van Oostenrijk, blijken steeds nutteloos geweest te zijn. Door onderzoekin gen van Kreidel werd 't volkomen dni lelijk, dat daar althans de visschen afkomen op de voetstappen van de knechten, die 't voer brenaen en niet op 't geluid van de trom. Dairop werd de bel geprobeerd en met 't zelfde gevolg. Evenwel was't niet zeker uit te buitenland in te stellen". Toen zegde het Comitézijn Exellentie in een adres aan, dat door de ondergeteekenden een gelijksoortig onderzoek werd ingesteld en verzochten den minister ook daarmee rekening te willen houden. Het resultaat dezer enquête is onlangs den minister aangeboden, en tevens voor het publiek verkrijgbaar gesteld tegen tien cents op aanvraag bij de secretaresse W. Drucker, Amsterdam Weesperzijde 14, want het is niet in den handel gebracht. De enquête was drieledig. Primo de vraag: welken invloed heeft het Kon. Besl. van 2 Maart 1904 reeds voor de betrokkenen tot 30 April 190G uitgeoefend; secundo: welke dienstbezwaren hebben tot de uitvaardiging aanleiding gegeven en tertio: worden in het buitenland gehuwde vrouwen bij den Post-, Telegraaf- en Rijkstelefoondienst toegelaten? Aan 15 door huwelijk «;? ambtenaressen werden vragenlijsten verzonden; 10 kwamen beantwoord terug. Twee verklaarden ronduit, dat zij er rechtstreeks bij moesten verdienen om er te komen; een derde, dat zij een pensionaire hield. Van de vragenlijsten aan de verloofden gezonden, zijn tien voor de enquête van waarde. Allen deelen mee, dat door het Kon. Besluit zij haar huwelijk moesten uitstellen; n zelfs, dat het haar van het huwelijk deed afzien. Van punt l op punt 3 overgaande, zien wij dat nergens in het buitenland zoo sterk tegen het huwelijk geageerd wordt als bij ons door het Kon. Besluie van '2 Maart 1904. In Portugal, waar onder de lagere beambten buitengewoon veel faux ménages" bestaan is er bij de overheid meer neiging aanwezig het wettig huwelijk aan te moedigen, dan er moeilijkheden of bezwaren aan te ver binden." En nu punt 2 : de dienstbezwaren. Het eerste argument van den Minister is: dat de dienst ten allen tijde over zijn ambte naren moet kunnen beschikken; dat de ge timede vrouw aan dien eisck in liet algemeen niet kan beantwoorden, en dat zij bovendien bij verplaatsing gedwongen zou worden haar man en huisgezin te verlaten, naar aanleiding waarvan de administratie het gegronde ver wijt zou treffen, misstanden in het leven te roepen." Toen de Minister deze woorden neerschreef, vergat hij kenlijk te bedenken: Ie dat wanneer er werkelijk naar werd ge streefd scheiding tusschen echtgenooten te voorkomen of weinig bezwarend te maken, de gelegenheid daartoe zonder schade voor den dienst meestal gemakkelijk zou te vinden zijn, maar tot heden heeft steeds de wil daartoe ontbroken; 2e waarom beergcht bij den Minister van Waterstaat zooveel grooter bezorgdheid voor het huieelijk geluk van zijn ambtenaren dan bij den Mirister -"in Marine voor de corpsleden? luwt een vrouw» met een man in zeedienst, dan moet zij voor den burgerlijken ambtenaar beloven haar echt genoot steeds te zullen volgen en tegenover de marineautoriteit staande verklaren, dat zij nooit en nimmer daartoe pogingen zal aanwenden; toch duurt de scheiding dikwijls vele jaren, wat bij post en telegrafie nooit zou kunnen voorkomen. Het tweede argument van den Minister verkondigt, dat een zwangere vrouw veel vuldig ziek is, alzoo voor den dienst on geschikt. De Minister weet blijkbaar niet, of hij houdt zich maar zoo. dat zwangerschap geen ziekte is, juist een bewijs van gezond heid, zoodat de normale z tangere vrouwen, en die vormen gelukkigdeovergrooterneerderheid, tot den laatsteri dag toe haar huiselijken arbeid verrichten, en die is in 't algemeen genomen heel wat zwaarder dan post- of telegraafdienst. Het derde argument luidt: een zwangere vrouw is niet op haar plaats op een kantoor, noch voor zichzelve, noch aan <le loketten. noch in de dienstlokalen, te midden van ambtenaars-personeel van beiderlei kunne en van eiken leeftijd." fe Moet daarom de de gehuwde vrouw verdreven; is dan uit gemaakt, dat zij ooit zwanger zal worden? 2e Is zwangerschap iets aanstoot gevends? iets dat tot aardigheden van walgingwekkend allooi mag aanleiding geven? 't Valt te be twijfelen of zoowel de Minister als de Direc teur-Generaal ooit gestaan hebben voor het meesterstuk van Rembrandt weergevende ten voeten uit een echtpaar, waarvan de vrouw straalt van vreugde over haar naderend moederschap en de man gelukkig blijkt in het bezit der vrouw, die hem de vadervreugd zal doen keueen. Dat het Kon. Besluit van 2 Maart 1904 spoedig ingetrokken worde ! Den Haag, BI.ISE A. HAIGHTON. 29 Nov. '06. maken of niet een bepaalde vischsoort met name de forel de bel toch hoort Van goud vis-chen, karpers, baars en andere kweek visschen is, eveneens door proefneming, aangetoond dat zij, beroofd van 't bewuste gehoororgaan, evengoed op de bel en de trommel afkomen; maar dan zwemmen ze wankelig, en duikelen vaak om. Kunnen ze geluiden waarnemen, dan moeten dus de visschen nog over eenander orgaan kun nen beschikken dan alleen 't inwendige oor. Of 't dan nog hooren" is. in de beteekenis die wij menschen er aan hechten, staat te betwijfelen. Siellig ne_men de meeste visschen snel de trillingen van den vasten grond waar, die zich voortplanten in 't water. Maar dat is toch meer een voelen dan een hooren. Wij en de landdieren hooren door luchttrillingen ; deze brengen 't gehoorvlies, de beentjes in de trommelholte en verder een vocht in 't binnenoor in beweging; daarin bevinden zich de einden van de gehoorzenuwen en de wer king van deze geeft ons de gewaarwording van geluid. Nu kunnen wij onder water nog eenigszins en zwakjes hooren, en we mogen dat hooren" blijven noemen, als worden luchtrillingen door watertrillingen vervangen; want ten s otte komt toch de Iwln iu .ie uitwendige gehoorgang in trilling enz. en dat geelt ons eindelijk de gewaarwording, fs bij ons 't oor vul water geloopen, wat in een warm knipbad vooral alt er zeep gebruikt is, wel eens kan gebeuren, dan hooren we onder water stellig nitt meer wat er boven water gebeurt; 't is n gev em en gegons van de waterbewe ging tegen 't trommelvlies. Stokdoove menschen kunnen opschrikken door een pistoolschot, ook dat behoef' geen hooren te zijn ; evenmin als we de drukking van een windvlaag een gewaarwording door 't gehoor kunnen noemen. Zooiets schijnt bij visschen 't eigenlijk hooren geheel of gedeeltelijk te vervai.gen. | Dat de geheele huid dit kan doen is niet waarschijnlijk ; de schubben zullen 't beletten. Bij sommige visschen echter zijn bepaalde plaatsen van de huid aangetoond, waarop nooit schuboen op gevonden worden. Bij zeer vele evenwel h.v. bij onze gewone zoetwatervisschen, is een bepaalde rij schubben die van Vrouwen als Jehu" (huurkoetsiers) te Parij?. Mevrouw Alphonse Daudet's nieu»:e Verzenbundel. Koninklijke dierenliefde. Kerkelijk Vroutvenstemrecht. Een Vlinder" met knal-ej/'ect. De breede matrone, madame Clémentine Dufaut, zit permantig op den bok van een Parijsch huurrijtuig! Gekleed in wijden koetsiersmautel. rijhandschoenen aan, en de glim mende, zwarte koetsiershoed op de don kere lokken, maakt zij geen kwaad Jiguur op den bok. Het getal vrouwelijke huur koetsiers neemt te Parijs toe. Men kan worden rondgereden door een gravin aan lager-wal, door een tooneelspeelster die betere dagen gekend heeft, door de burgervrouw Cl inentine Dufaut, e. a. In onzen feministischen tijd, wordt nogal eens geklaagd, over het feit, dat vrouwen naar posten dingen, die oneindig beter door mannen vervuld worden. Voor iedere vrouw, zelfs voor een kind, is het niet al te bezwaarlijk, beter te rijden, dan de eerste de beste Parijsche Jehu." Dat lijkt soms nergens naar. Men zigzagt over straten en langs boulevards om bang van te worden. Sedert het rijden met auto's, biedt politie gelukkig de behulpzame hand, en vermanen stationeerende agenten de koetsiers te rijden dans Ie rayon," de plaats hun toe gewezen. Vrouwen niet vaste hand en waakzaam oog, gewend van den bok te rijden, zullen niet dikwijls in Frankrijk's hoofdstad druilig zitten dutten in een karretje waarop staat libre" Waarschijnlijk krijgen zij het druk. * * * Mevrouw Alphonse Daudet gaat voort den litterairen naam van haar betreurden echt genoot hoog te houden. Zij levert geen werk, dat er maar eventjes door kan. Alles wat van haar hand verschijnt, is wei-doordacht, gaaf. rijk van inhoud, keurig van vorm. Au bord des Terrasses" is de titel \an haar nieuwen versbundel. De volgende versregels uit haar nieuwen bundel zijn vo doende, haar de sympathie van vrouwen te verzekeren: De la mère a la lille, et des unes aux autres, Transmettons Ie iardeau, l'hommage et la [douleur, Et femmes, faisons-nous, pour les femmes, auötres, Et mesurous leur vie auxpeinesdeleurcoeur." ?X * * Eenige dagen geleden maakte de jeugdige vorst Alfonso van Spanje een automobile tochtje met zijn mooi, bekoorlijk vrouwtje, Victoria Eugénie. De koning?chauü'-fur zag midden op den weg een groote rammelkast staan, de doodouder.vetsche diligence van Villaviciosa op Odon. Geen beweging in 't gevaarte. Naderbij gekomen bemerkt Alfonso. dat een der magere knollen voor het voertuig gestort was; met ruw gewei 1 sloeg de koetsier er op los, hopend met slaan en vloeken daarin is de Spanjaard matador! het ongelukkige dier weer op de been te krijgen een of twee fijne gaatjes zijn voorzien, gemak kelijk op te merken Samen vormen die gaatjes de bekende zij^treep. Deze gaa'jes monden uit in een kanaal onder de opperhuid, dat met een .lik vocht is gevuld en dat meestal langs de getieele zij streep verloopt. Daarachter ligt weer een stevige zenu A draad, waaruit takjes in 't kanaal loopen en deze zenuwdraden dragen zakvormige open ein len. De binnenwand van de zakjes bestaat | uit knodsvormige cellen en .lie weer draaien j het haarlijn uiteinde van de zenuwvezel. Zoo <taat 't water, waarin de visch zwemt, met zijn hersenen in direct v rband. Leidiir, een beroemd professor in Bonn, die in de vorige eeuw veel ontdekkingen op 't gebied van zintuigen heeft gedaan, verklaarde de zijstreep voor een zesde zintuig. Waarschijnlijk is 't deze zijstreep. die (be halve voor nog andere gewaarwordingen zooals zulke, die de diepte van 't water aan geven) ook 't orgaan is voor een buitenge wone lijiiïievoeüyhoid. wat betreft regelmatige of periodieke beweging in 't water. Een schub met de twee gaatjes en 't kanaal er in geteekent. Dr. Zeil haalt, ter stavintr var. dit lijne gevoel, in zijn boekje 7Vc/-/VrW» een waar neming van Marternon aan. Deze zat rustig aan 't strand van een kalme zee, waarin hij een school ischjes bedaard zag zwemmen. Op eens sprongen deze me' een -chok op, zoo zelfs, dat vele boven't water uitkwamen. Verwonderd zocht en keek M naar de oor zaak. Eenige seconden later hoorde hij een doffen slag. Het admiraalschip van een Verontwaardigd sprong Alfonso van zijn auto, maakte de strengen van het aangespan nen paard los, sprak het dier bemoedigend toe, en, brajht het met zachtheid en beleid tot staan. Toen hij dit praktisch .lesje van dierenbescherming aan den koetsier had gegeven, schonk hij den ruwen klant gele genheid, hem eens goed in 't gezicht te zien, door zijn motorbril af te zetten. De koetsier van de diligence was nog niet van zijn ontsteltenis bekomen, toen de souverein met jongensachtige vlugheid weer plaats had genomen naast zijn vrouwtje en met haar weg tufte. De Synode van het Erfurter district heeft een besluit genomen, dat niet onopgemerkt zal voorbijgaan. De Synode gaf te kennen, dat zij voor vrouwen het persoonlijk stemrecht in ker kelijke zaken billijkt. Het besluit overweegt o. a. dat de positie van de vrouw in het openbare leven aanmerkelijk verschilt bij die uit vroeger tijden, en stelt het feit vast van de onmisbaarheid van vrouwen voor zieken verpleging en armenverzorging. Zij beveelt alvast kerkelijken gemeenten aan, in commissies van liefdadigheid vrouwen op te nemen. # # * De overheid van Sofia maakte in Bulgarije een einde aan de dans- en zweef voorstelling van een ballerina, die zich Vlinderdame noemt. Op de lokkende, veelbelovende pro gramma's van haar kunstprestaties stond vermeld dat zij een hypnotische danseres" is. De reclame voor haar in Sofia gemaakt, was aanvankelijk met gewenscht gevolg be kroond. Vlinder" had bij haar eerste optre den een stampvolle zaal. Prins Ferdinand en de jonge prinsesjes waren ook tegenwoordig. Vlinder" zet baar dans in, met luchtigen zweefpas. Statig, vrij langzaam zijn de bewe gingen der ballerina. De dans werkt suggestief op de jofler. Sneller en sneller wordt het tempo der muziek. De danseres draait en wirrelt rond. Snel. Presto! prestissimo I Molto prestisssimo ... Boem ! Een geweldige knal. Kolom rook. Vlammen, Kindergeschreeuw. Dames die flauw vallen. Militairen en politiebeambten op hun qiii vive! Ieder een denkt aan een bom. Men zoekt en spiedt naar den dader. Naar de man of de vrouw, die het moorddadig projecttiel op 't tooneel heeft geworpen . .. In wit gaas gehuld, vlinder-vleugels aan de schouders, het witte gaas strak om de beenen geslingerd en in ruim plooi-gegolf wijd uitslaand om de voeten, staat Vlinder" met minlijk-zoet-onschuldig-lachendgezichtje, in sierlijke nymfen-houding op de plek, waar rook en vlammen haar een oogeublik aan de blikken der toeschouwers moesten onttrekken. Vlinder" mocht in Sofia niet meer optreden. Men kan haar den panischen schrik niet vergeven, veroorzaakt door het donderend geraas, den knal en de vlammen behoorend bij het etheritch-hypnotische" van haar danskunst. In onzen tijd van bommen n bombast, denkt men natuurlijk bij zulke bombasterij allereerst aan een bom. De verklaarbare ont steltenis was oorzaak, dat er geen sprake meer was, rustig de Vlinder-verrassing te genieten. CAPRICE. Ragout a la llomaine. Benoodigdheden : 2 kalfsnieren, 30 gram parmezaansche kaas, 1A 1. bouillon (met gegarneerd bouquet), 1A d. 1. madera, 30 gr. boter, 30 gr. bloem. Bereiding: Kook de nieren gaar in den bouillon met gegarneerd bouquet. Maak boter en bloem bruin; giet daarbij de bouillon; laat de saus 10 minuten koken; voeg er nog bij de geraspte kaas, de madera en het laatst de in vierkante stukjes gesne len nier. eskader dat op elf werst afstand lag, bad het avondschot gelost. Dus ondanks ien grooten afstand reageerden de vischjes op't geluid, of liever op de schom melingen of trillingen van 't water dat door 't afschieten (niet door 't geluid waarschijnlijk) in beweging was gebracht. In hoever en tot hoever geluidstrillingen boven water voortgebracht, door 't water worden overgenomen en voortgeplant, weet ik niet ; daarover heb ik geen studieboeken. l'it alles wat ik aanhaalde blijkt, dunkt me, dat zoo de visschen dan niet hooren kunnen, dus geen tonen of klanken of gelui.len onderscheiden, zij toch iets kunnen wat met ons hooren vrij wel overeenkomt; net zooveel als dit voor een dier, dat steeds en geheel onder water leeft, noodig is. Welk orgaan ze hiertoe gebruiken, de zijstreep, 't ..oor' met of zonder de zwemblaas of nog wat anders, 't is nog niet zeker ; rnaar dat doet er voor hen al heel weinig toe af; dat is alleen belangwekkend voor de weetgierige menschheid en misschien in enkele getallen, bij vischkweekerij b. v., voor bt langhebben ien. Daar herinner ik me ook nog, dat ik ergens bij de studie voor een opstel over de walvisschen gelezen en ook naverteld heb, dat de walvischjagers tegenwoordig gerust een kanon afvuren, als sein voor de bootslui, wanneer een walvisch nadert; maar dat ze dan zeer voorzichtig zijn met 't neerlaten van de boot en zooveel mogelijk 't plassen of slaan op 't water dempen of vermijden. Ook dat water dier hoon" dus veel beter op de manier van de visschen, dan op die van ons en de landdieren. E. HEIMANM. C. J. I', te A. Het geluid, dat uw modderkruiper" ('t is heusch geen sidderaal) maakt, ontstaat door 't ontsnappen van lucht uit de aarsopening. Die lucht slikt 't beest met den bek boven water in. Dit geval heeft met 't hooren" door visschen echter niets te maken. Ook heeft 't geeii longen, maar de maag of de darm is 't luchtreservoir. Hij heet ook wel weer-aal omdat hij onweer" moet voor spellen: maar 't is niet waar.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl