Historisch Archief 1877-1940
Na 1538
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
MAGGI's Soepen in tabletten,
merk Kruisster,
maKen het mogelijk om in den kortst
mogeljjken tijd (10?25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke borden
Fransehe soepen 10 Ct.
Pikante soepen 18
MAGGI's Bouillon-Capsules,
merk Kruisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9
MAGGI's Aroma,
merk Kmisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleesohgerechtenoogenblikkelijkeenverrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrijgbaar in flacons vanaf 30 Ct.
LIBERTY
METZ & Co.
185/7 KALVERSTRAAT.
SOLK AGENTS FOR HOLLAND
OF LIBERTY & Co. LONDON
SALE2 AT HEIU < K» PR1CES
OF THIS SEASON'S MODELS OF
TRIMMEI) AND UNTRIMMED
H ATS
FOR LADIES AND CHILDREN.
gemaakte kamers, door juiste plaatsing van
meubels enz. zou de taak der
schoonmaakdame zijn. Uir> dit beroep kan zich na eenige
oefening ook dat van versieren, decoreeren
ontwikkelen, die de nieuwe inrichting eener
woning op zich neemt, met leveranciers be
spreekt en onderhandelingen aanknoopt.
Dames met smaak, met kunstz'n, met
vluggen blik op heerschendc mode, kunnen het
tot een flink inkomen brengen, wat nog ver
meerderd kan worden als zij zich in ver
binding stellen met solide magazijnen, en
daarvan percenten bedingen. De decoratrice
moet er op uit zijn bij huwelijksuitzetten
hare hulp aan te bieden. Vele bruidsparen
zijn (dankbaar voor doelmatige wenken en
raadgevingen, en vele ouders, bij wie de tijd
van eigen huishouden opzetten zoo lang ge
leden is, en die niet kunnen meegaan in wat
de tegenwoordige mode voor mooi" ver
klaart, zouden zich gelukkig achien, als hun
van onpartijdige, bevoegde zijde een goed
berekende opgave van onkosten werd voor
gelegd. Het bruidspaar noch de verkooper
zijn onpartijdig. De decoratrice kon dan de
verstandige bemiddelaarster zijn tusschen
ideaal en werkelijkheid en door verstandige
praktische raad den ouders van 't bruids
paar tijd en geld besparen.
(Slot volgt).
Een KOU, Besluit van twee zodra Metten.
Nu een talrijke schare van vrouwen genood
zaakt is in haar eigen onderhoud te voorzien,
kan het niet anders of zij doet daarmee den
mannen concurrentie aan. Dezen zijn natuur
lijk daarop niet gesteld; verdedigen zich zoo
krachtig mogelijk en worden, waar doenlijk
en steeds veelvuldiger, in hun verweer door
de autoriteit gesteund.
Niet, of onvoldoende, in zijn onderhoud te
kunnen voorzien, is ongetwijfeld uiterst pijn
lijk, maar dat dit minder erg zal wezen,
wanneer de ontbering een vrouw geldt dan
een man, dat ligt nu eenmaal boven het
begripsvermogen der vrouwen. Zij streven
er alzoo naar zich niet te laten verdringen.
De strijd is evenwel niet gemakkelijk, en
hoogst ongelijk, wanneer bij de tegenstanders
de autoriteit staat, gehuld als deze is in een
pantser van wet, gezag en traditie.
Dat de vrouwen veelal de autoriteit tot
tegenstander hebben, is moeilijk te begrijpen,
want de autoriteit verklaart immers steeds,
zoo bij monde als in geschrift, dat zij ver
tegenwoordigt de geheele natie. Zouden de
vrouwen dan geen deel der natie vormen?
haar zelf is het niet anders mogelijk dan
zich zoodanig te gevoelen.
Aannemende, dat op de individuëele
rechten der vrouwen meer inbreuk wordt
gemaakt door beperktheid van gezichtskring
bij den bestrijder dan uit diens kwade be
doelingen, trachten de vrouwen door over
tuigen den gezichtskring dier mannen te
verruimen.
Overtuigen eischt scherpzinnigheid; niet
iedereen is dus tot overtuigen in staat. Ver
scheiden vereenigingen zich samen scharende,
kozen uit haar midden eenigen, die reeds
duidelijk bewezen hadden deze gave te be
zitten, ze verzoekende een Comitéte vor
men, dat zoo dikwijls mogelijk actief zou
optieden ter verdediging van de belangen der
vrouwen. Aldus ontstond het \ationale
Comitéin zake wettelijke rege
ling van Vrouwenarbeid, verte
genwoordigende duizenden en duizenden
vrouwen.
De 2e Maart 1904 bracht een Koninklijk
Besluit allen vrouwelijken ambtenaren bij
Post en Telegrafie aanzeggende, dat voor
haar huwen tevens zou beteekenen
ontslagneming uit Rijksdienst. Redenen werden
niet opgegeven en zelfs niet toegezegd, dat
steeds terug zouden gegeven worden de
gelden reeds gestort voor eventueel pensioen.
De denkende vrouwen schrikten over deze
ongemotiveerde verkrachting van de per
soonlijke vrijheid der ambtenaressen. Niet
wijl zij meenden, of vastgesteld zouden
wenschen, dat de ambtenaressen bij haar huwe
lijk in Rijksdienst behoorden te blijven, maar
zij achtten, dat haar zustereu de vrijheid
toekwam, om in overleg met haar echtgenoot
zelf uit te maken, of het in de gegeven
omstandigheden beter ware den dienst te
verlaten, dan wel er in te blijven.
Het Comitévoelde zijn plicht. Een paar
leden gingen ter audiëntie bij de koningin;
zij wezen er op, hoe groot de kans was, dat
deze diaconische maatregel buitenechtsche
gemeenschap in de hand zou werken, al was
niet officieel, maar officieus, verklaard, dat
wat de ambtenaressen betrof er scherp zou
toegezien worden een openlijke huldiging
dus van den tweederlei moraal standaard.
De koningin was blijkbaar getroffen en be
loofde het adres aandachtig te zullen lezen.
Daarbij is het gebleven.
Ook tot den Minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid wendde het Comit
zich, en deze verklaarde o.a in de Tweede
Kamer 15 Fehr. jl., dat hij zijn ..eindoordeel
in deze afhankelijk zou stellen van de resul
taten van een onderzoek, door den
DirecteurGeneraal der Posterijen en Telegrafie in het
UIT DE NATUUI^
CCI. Kunnen visschenhooren?
Nu zal ik maar stuk voor stuk de dingen
in opstelletjes gaan bespreken, waarom de
lezers mij in de laatste maanden per brief
inlichtingen hebben gevraagd. Dat is gemak
kelijk voor mij, want nu weet ik al voorden
heelen winter, waarover ik te schrijven heb.
Eerst dan over die vraag of visschen hooren
kunnen.
Hierover is al heel wat geschreven; deels
zoo maar als eigen meening, deels ook als
/erglag van opzettelijke proefnemingen.
Vraag 't aan visschers, karpe'rkweekers,
aquariumhouders en goudvischliefhebbers"
zou men allicht kunnen zeggen; dat zijn
menscnen die 't weten kunnen.
Nu, die zeggen stellig: visschen kunnen
beslist wel hooren en goed ook. 'k Heb 't
zelf ondervonden, als ik twijM opperde.
Kijk maar; als ik 't vijvertje nader, komen
mijn goudvisschen en karpers dicht bij den
kant; ook als ik ze roep, nog voor dat zij mij
zien kunnen" kreeg ik eens ten antwoord ;
en 't bleek waarheid. De viecbjes kwamen
werkelijk; ja, 't was of zij op 't geroep ant
woorden met blijde en dartelijke bewegingkjes
van staart en vinnen. Ook de Chineezenen
eveneens de oii'JeRjrneinsche vischlief hebbers
beweerden 't zelfde. En de hengelaars zittende
op den walkant? Ze vloeken tegen de mak
kers en kijkers die hun bek" niet kunnen
houden, en daardoor de visch verjagen.
Er zijn ook verhaaltjes in omloop van
visschen, die naar de oppervlakte kwamen
en aandachtig luisterden naar vioolspel.
Als er een gehoororgaan aanwedg is, is't ook
waarschijnlijk dat een visch hooren kan; er,
zoo'n instrument bezitten de visschen; ten
minste een gecompliceerd toestel binnen in
den kop, dat vroeger zonder tegenspraak als
inwendig oor werd nesch'juwd.
Maar sedert de ontdekking van stalolithen
of evenwichtsteenijes bij mensch en dier
(waarover ik al een opstel gegeven heb) zijn
de anatome' gaan twijfelen aan de
beteekenis van dit orgaan, en tegenwoordig
geldt bijna algemeen de meening, dat het
oor" van de visch heelemaal geen oor is,
maar een zeer gevoelig instrument waarmee
een waterbewoner zich oriënteert omtrent zijn
stand in 't water.
Hiertegen valt weer o;> te merken, dat er
bij vele visschen een verbinding bestaat tus
schen de zwemhlaas en dat even raadselachtig
gehoororgaan. Een rij van beentjes, bij som
mige visschen van vliezige takjes, verbindt
de zwemhlaas met de blaasjes of
aanzwelDgen van 't binnenoor.
Een uitwendig oor is er niet, d.w.z. een
Gehoororgaan? van een. visch.
directe verbinding van die hoorholte met de
buitenwereld is niet aan te toonen
Kikvorscien en salamanders, toch ook ten deele
waterdieren, mi.-seri wel de schelp, maareen
flink groot trommelvlies ligt aan de opper
vlakte.
In viscbkweekerijen ziet men nog wel een
bel hangen, waarmede de dieren voor de
voedering naderbij worden geroepen. Toch
is die bel zeer waarschijnlijk een overtollig
meubel. Voor goudvisschen en karpers althans
is door talrijke proefnemingen aangetoond,
dat ze de bel niet hooren. Ook de trommels
die sedert jaren voor 't zelfde doel als de bel
gebruikt werden in een paar groote
vruchtkweekerijen van Oostenrijk, blijken steeds
nutteloos geweest te zijn. Door onderzoekin
gen van Kreidel werd 't volkomen dni lelijk,
dat daar althans de visschen afkomen op de
voetstappen van de knechten, die 't voer
brenaen en niet op 't geluid van de trom.
Dairop werd de bel geprobeerd en met 't
zelfde gevolg. Evenwel was't niet zeker uit te
buitenland in te stellen". Toen zegde het
Comitézijn Exellentie in een adres aan, dat
door de ondergeteekenden een gelijksoortig
onderzoek werd ingesteld en verzochten den
minister ook daarmee rekening te willen
houden.
Het resultaat dezer enquête is onlangs
den minister aangeboden, en tevens voor het
publiek verkrijgbaar gesteld tegen tien cents
op aanvraag bij de secretaresse W. Drucker,
Amsterdam Weesperzijde 14, want het is niet
in den handel gebracht.
De enquête was drieledig. Primo de vraag:
welken invloed heeft het Kon. Besl. van 2
Maart 1904 reeds voor de betrokkenen tot
30 April 190G uitgeoefend; secundo: welke
dienstbezwaren hebben tot de uitvaardiging
aanleiding gegeven en tertio: worden in het
buitenland gehuwde vrouwen bij den Post-,
Telegraaf- en Rijkstelefoondienst toegelaten?
Aan 15 door huwelijk «;? ambtenaressen
werden vragenlijsten verzonden; 10 kwamen
beantwoord terug. Twee verklaarden ronduit,
dat zij er rechtstreeks bij moesten verdienen
om er te komen; een derde, dat zij een
pensionaire hield.
Van de vragenlijsten aan de verloofden
gezonden, zijn tien voor de enquête van
waarde. Allen deelen mee, dat door het Kon.
Besluit zij haar huwelijk moesten uitstellen;
n zelfs, dat het haar van het huwelijk deed
afzien.
Van punt l op punt 3 overgaande, zien
wij dat nergens in het buitenland zoo sterk
tegen het huwelijk geageerd wordt als bij
ons door het Kon. Besluie van '2 Maart 1904.
In Portugal, waar onder de lagere beambten
buitengewoon veel faux ménages" bestaan
is er bij de overheid meer neiging aanwezig
het wettig huwelijk aan te moedigen, dan
er moeilijkheden of bezwaren aan te ver
binden."
En nu punt 2 : de dienstbezwaren.
Het eerste argument van den Minister is:
dat de dienst ten allen tijde over zijn ambte
naren moet kunnen beschikken; dat de ge
timede vrouw aan dien eisck in liet algemeen
niet kan beantwoorden, en dat zij bovendien
bij verplaatsing gedwongen zou worden haar
man en huisgezin te verlaten, naar aanleiding
waarvan de administratie het gegronde ver
wijt zou treffen, misstanden in het leven te
roepen." Toen de Minister deze woorden
neerschreef, vergat hij kenlijk te bedenken:
Ie dat wanneer er werkelijk naar werd ge
streefd scheiding tusschen echtgenooten te
voorkomen of weinig bezwarend te maken,
de gelegenheid daartoe zonder schade voor
den dienst meestal gemakkelijk zou te vinden
zijn, maar tot heden heeft steeds de wil
daartoe ontbroken; 2e waarom beergcht bij
den Minister van Waterstaat zooveel grooter
bezorgdheid voor het huieelijk geluk van zijn
ambtenaren dan bij den Mirister -"in Marine
voor de corpsleden? luwt een vrouw» met
een man in zeedienst, dan moet zij voor den
burgerlijken ambtenaar beloven haar echt
genoot steeds te zullen volgen en tegenover
de marineautoriteit staande verklaren, dat
zij nooit en nimmer daartoe pogingen zal
aanwenden; toch duurt de scheiding dikwijls
vele jaren, wat bij post en telegrafie nooit
zou kunnen voorkomen.
Het tweede argument van den Minister
verkondigt, dat een zwangere vrouw veel
vuldig ziek is, alzoo voor den dienst on
geschikt. De Minister weet blijkbaar niet,
of hij houdt zich maar zoo. dat zwangerschap
geen ziekte is, juist een bewijs van gezond
heid, zoodat de normale z tangere vrouwen,
en die vormen
gelukkigdeovergrooterneerderheid, tot den laatsteri dag toe haar huiselijken
arbeid verrichten, en die is in 't algemeen
genomen heel wat zwaarder dan post- of
telegraafdienst.
Het derde argument luidt: een zwangere
vrouw is niet op haar plaats op een kantoor,
noch voor zichzelve, noch aan <le loketten.
noch in de dienstlokalen, te midden van
ambtenaars-personeel van beiderlei kunne
en van eiken leeftijd." fe Moet daarom de
de gehuwde vrouw verdreven; is dan uit
gemaakt, dat zij ooit zwanger zal worden?
2e Is zwangerschap iets aanstoot gevends?
iets dat tot aardigheden van walgingwekkend
allooi mag aanleiding geven? 't Valt te be
twijfelen of zoowel de Minister als de Direc
teur-Generaal ooit gestaan hebben voor het
meesterstuk van Rembrandt weergevende ten
voeten uit een echtpaar, waarvan de vrouw
straalt van vreugde over haar naderend
moederschap en de man gelukkig blijkt in
het bezit der vrouw, die hem de vadervreugd
zal doen keueen.
Dat het Kon. Besluit van 2 Maart 1904
spoedig ingetrokken worde !
Den Haag, BI.ISE A. HAIGHTON.
29 Nov. '06.
maken of niet een bepaalde vischsoort met
name de forel de bel toch hoort
Van goud vis-chen, karpers, baars en andere
kweek visschen is, eveneens door proefneming,
aangetoond dat zij, beroofd van 't bewuste
gehoororgaan, evengoed op de bel en de
trommel afkomen; maar dan zwemmen ze
wankelig, en duikelen vaak om.
Kunnen ze geluiden waarnemen, dan moeten
dus de visschen nog over eenander orgaan kun
nen beschikken dan alleen 't inwendige oor.
Of 't dan nog hooren" is. in de beteekenis
die wij menschen er aan hechten, staat te
betwijfelen. Siellig ne_men de meeste visschen
snel de trillingen van den vasten grond waar,
die zich voortplanten in 't water. Maar dat
is toch meer een voelen dan een hooren. Wij
en de landdieren hooren door luchttrillingen ;
deze brengen 't gehoorvlies, de beentjes in
de trommelholte en verder een vocht in 't
binnenoor in beweging; daarin bevinden zich
de einden van de gehoorzenuwen en de wer
king van deze geeft ons de gewaarwording
van geluid.
Nu kunnen wij onder water nog eenigszins
en zwakjes hooren, en we mogen dat hooren"
blijven noemen, als worden luchtrillingen
door watertrillingen vervangen; want ten
s otte komt toch de Iwln iu .ie uitwendige
gehoorgang in trilling enz. en dat geelt ons
eindelijk de gewaarwording, fs bij ons 't oor
vul water geloopen, wat in een warm knipbad
vooral alt er zeep gebruikt is, wel eens
kan gebeuren, dan hooren we onder water
stellig nitt meer wat er boven water gebeurt;
't is n gev em en gegons van de waterbewe
ging tegen 't trommelvlies.
Stokdoove menschen kunnen opschrikken
door een pistoolschot, ook dat behoef' geen
hooren te zijn ; evenmin als we de drukking
van een windvlaag een gewaarwording door
't gehoor kunnen noemen.
Zooiets schijnt bij visschen 't eigenlijk
hooren geheel of gedeeltelijk te vervai.gen.
| Dat de geheele huid dit kan doen is niet
waarschijnlijk ; de schubben zullen 't beletten.
Bij sommige visschen echter zijn bepaalde
plaatsen van de huid aangetoond, waarop nooit
schuboen op gevonden worden. Bij zeer vele
evenwel h.v. bij onze gewone
zoetwatervisschen, is een bepaalde rij schubben die van
Vrouwen als Jehu" (huurkoetsiers) te
Parij?. Mevrouw Alphonse Daudet's
nieu»:e Verzenbundel. Koninklijke
dierenliefde. Kerkelijk
Vroutvenstemrecht. Een Vlinder" met knal-ej/'ect.
De breede matrone, madame Clémentine
Dufaut, zit permantig op den bok van een
Parijsch huurrijtuig! Gekleed in wijden
koetsiersmautel. rijhandschoenen aan, en de glim
mende, zwarte koetsiershoed op de don
kere lokken, maakt zij geen kwaad Jiguur
op den bok. Het getal vrouwelijke huur
koetsiers neemt te Parijs toe. Men kan worden
rondgereden door een gravin aan lager-wal,
door een tooneelspeelster die betere dagen
gekend heeft, door de burgervrouw Cl
inentine Dufaut, e. a.
In onzen feministischen tijd, wordt nogal
eens geklaagd, over het feit, dat vrouwen
naar posten dingen, die oneindig beter door
mannen vervuld worden.
Voor iedere vrouw, zelfs voor een kind,
is het niet al te bezwaarlijk, beter te rijden,
dan de eerste de beste Parijsche Jehu." Dat
lijkt soms nergens naar. Men zigzagt over
straten en langs boulevards om bang van te
worden. Sedert het rijden met auto's, biedt
politie gelukkig de behulpzame hand, en
vermanen stationeerende agenten de koetsiers
te rijden dans Ie rayon," de plaats hun toe
gewezen.
Vrouwen niet vaste hand en waakzaam
oog, gewend van den bok te rijden, zullen
niet dikwijls in Frankrijk's hoofdstad druilig
zitten dutten in een karretje waarop staat
libre" Waarschijnlijk krijgen zij het druk.
* *
*
Mevrouw Alphonse Daudet gaat voort den
litterairen naam van haar betreurden echt
genoot hoog te houden. Zij levert geen werk,
dat er maar eventjes door kan. Alles wat
van haar hand verschijnt, is wei-doordacht,
gaaf. rijk van inhoud, keurig van vorm.
Au bord des Terrasses" is de titel \an haar
nieuwen versbundel. De volgende versregels
uit haar nieuwen bundel zijn vo doende, haar
de sympathie van vrouwen te verzekeren:
De la mère a la lille, et des unes aux autres,
Transmettons Ie iardeau, l'hommage et la
[douleur,
Et femmes, faisons-nous, pour les femmes,
auötres,
Et mesurous leur vie auxpeinesdeleurcoeur."
?X *
*
Eenige dagen geleden maakte de jeugdige
vorst Alfonso van Spanje een automobile
tochtje met zijn mooi, bekoorlijk vrouwtje,
Victoria Eugénie. De koning?chauü'-fur
zag midden op den weg een groote
rammelkast staan, de doodouder.vetsche diligence
van Villaviciosa op Odon. Geen beweging
in 't gevaarte. Naderbij gekomen bemerkt
Alfonso. dat een der magere knollen voor
het voertuig gestort was; met ruw gewei 1
sloeg de koetsier er op los, hopend met slaan
en vloeken daarin is de Spanjaard
matador! het ongelukkige dier weer op de
been te krijgen
een of twee fijne gaatjes zijn voorzien, gemak
kelijk op te merken Samen vormen die
gaatjes de bekende zij^treep. Deze gaa'jes
monden uit in een kanaal onder de opperhuid,
dat met een .lik vocht is gevuld en dat
meestal langs de getieele zij streep verloopt.
Daarachter ligt weer een stevige zenu
A
draad, waaruit takjes in 't kanaal loopen en
deze zenuwdraden dragen zakvormige open
ein len. De binnenwand van de zakjes bestaat
| uit knodsvormige cellen en .lie weer draaien
j het haarlijn uiteinde van de zenuwvezel.
Zoo <taat 't water, waarin de visch zwemt,
met zijn hersenen in direct v rband. Leidiir,
een beroemd professor in Bonn, die in de
vorige eeuw veel ontdekkingen op 't gebied
van zintuigen heeft gedaan, verklaarde de
zijstreep voor een zesde zintuig.
Waarschijnlijk is 't deze zijstreep. die (be
halve voor nog andere gewaarwordingen
zooals zulke, die de diepte van 't water aan
geven) ook 't orgaan is voor een buitenge
wone lijiiïievoeüyhoid. wat betreft regelmatige
of periodieke beweging in 't water.
Een schub met de twee gaatjes en 't kanaal
er in geteekent.
Dr. Zeil haalt, ter stavintr var. dit lijne
gevoel, in zijn boekje 7Vc/-/VrW» een waar
neming van Marternon aan. Deze zat rustig
aan 't strand van een kalme zee, waarin hij
een school ischjes bedaard zag zwemmen.
Op eens sprongen deze me' een -chok op,
zoo zelfs, dat vele boven't water uitkwamen.
Verwonderd zocht en keek M naar de oor
zaak. Eenige seconden later hoorde hij een
doffen slag. Het admiraalschip van een
Verontwaardigd sprong Alfonso van zijn
auto, maakte de strengen van het aangespan
nen paard los, sprak het dier bemoedigend
toe, en, brajht het met zachtheid en beleid
tot staan. Toen hij dit praktisch .lesje
van dierenbescherming aan den koetsier
had gegeven, schonk hij den ruwen klant gele
genheid, hem eens goed in 't gezicht te zien,
door zijn motorbril af te zetten.
De koetsier van de diligence was nog niet
van zijn ontsteltenis bekomen, toen de
souverein met jongensachtige vlugheid weer
plaats had genomen naast zijn vrouwtje en
met haar weg tufte.
De Synode van het Erfurter district heeft
een besluit genomen, dat niet onopgemerkt
zal voorbijgaan.
De Synode gaf te kennen, dat zij voor
vrouwen het persoonlijk stemrecht in ker
kelijke zaken billijkt. Het besluit overweegt
o. a. dat de positie van de vrouw in het
openbare leven aanmerkelijk verschilt bij die
uit vroeger tijden, en stelt het feit vast van
de onmisbaarheid van vrouwen voor zieken
verpleging en armenverzorging.
Zij beveelt alvast kerkelijken gemeenten
aan, in commissies van liefdadigheid vrouwen
op te nemen.
# #
*
De overheid van Sofia maakte in Bulgarije
een einde aan de dans- en zweef voorstelling
van een ballerina, die zich Vlinderdame
noemt. Op de lokkende, veelbelovende pro
gramma's van haar kunstprestaties stond
vermeld dat zij een hypnotische danseres"
is. De reclame voor haar in Sofia gemaakt,
was aanvankelijk met gewenscht gevolg be
kroond. Vlinder" had bij haar eerste optre
den een stampvolle zaal. Prins Ferdinand en
de jonge prinsesjes waren ook tegenwoordig.
Vlinder" zet baar dans in, met luchtigen
zweefpas. Statig, vrij langzaam zijn de bewe
gingen der ballerina. De dans werkt suggestief
op de jofler. Sneller en sneller wordt het
tempo der muziek. De danseres draait en
wirrelt rond. Snel. Presto! prestissimo I
Molto prestisssimo ... Boem ! Een geweldige
knal. Kolom rook. Vlammen,
Kindergeschreeuw. Dames die flauw vallen. Militairen
en politiebeambten op hun qiii vive! Ieder
een denkt aan een bom. Men zoekt en spiedt
naar den dader. Naar de man of de vrouw,
die het moorddadig projecttiel op 't tooneel
heeft geworpen . ..
In wit gaas gehuld, vlinder-vleugels aan
de schouders, het witte gaas strak om de
beenen geslingerd en in ruim plooi-gegolf
wijd uitslaand om de voeten, staat Vlinder"
met minlijk-zoet-onschuldig-lachendgezichtje,
in sierlijke nymfen-houding op de plek,
waar rook en vlammen haar een oogeublik
aan de blikken der toeschouwers moesten
onttrekken. Vlinder" mocht in Sofia niet
meer optreden. Men kan haar den panischen
schrik niet vergeven, veroorzaakt door het
donderend geraas, den knal en de vlammen
behoorend bij het etheritch-hypnotische" van
haar danskunst.
In onzen tijd van bommen n bombast,
denkt men natuurlijk bij zulke bombasterij
allereerst aan een bom. De verklaarbare ont
steltenis was oorzaak, dat er geen sprake
meer was, rustig de Vlinder-verrassing te
genieten.
CAPRICE.
Ragout a la llomaine. Benoodigdheden :
2 kalfsnieren, 30 gram parmezaansche kaas,
1A 1. bouillon (met gegarneerd bouquet), 1A
d. 1. madera, 30 gr. boter, 30 gr. bloem.
Bereiding: Kook de nieren gaar in den
bouillon met gegarneerd bouquet. Maak boter
en bloem bruin; giet daarbij de bouillon;
laat de saus 10 minuten koken; voeg er nog
bij de geraspte kaas, de madera en het laatst
de in vierkante stukjes gesne len nier.
eskader dat op elf werst afstand lag, bad het
avondschot gelost.
Dus ondanks ien grooten afstand reageerden
de vischjes op't geluid, of liever op de schom
melingen of trillingen van 't water dat door
't afschieten (niet door 't geluid waarschijnlijk)
in beweging was gebracht.
In hoever en tot hoever geluidstrillingen
boven water voortgebracht, door 't water
worden overgenomen en voortgeplant, weet
ik niet ; daarover heb ik geen studieboeken.
l'it alles wat ik aanhaalde blijkt, dunkt
me, dat zoo de visschen dan niet hooren
kunnen, dus geen tonen of klanken of
gelui.len onderscheiden, zij toch iets kunnen
wat met ons hooren vrij wel overeenkomt;
net zooveel als dit voor een dier, dat steeds
en geheel onder water leeft, noodig is. Welk
orgaan ze hiertoe gebruiken, de zijstreep, 't
..oor' met of zonder de zwemblaas of nog wat
anders, 't is nog niet zeker ; rnaar dat doet
er voor hen al heel weinig toe af; dat is alleen
belangwekkend voor de weetgierige
menschheid en misschien in enkele getallen, bij
vischkweekerij b. v., voor bt langhebben ien.
Daar herinner ik me ook nog, dat ik ergens
bij de studie voor een opstel over de
walvisschen gelezen en ook naverteld heb, dat de
walvischjagers tegenwoordig gerust een kanon
afvuren, als sein voor de bootslui, wanneer
een walvisch nadert; maar dat ze dan zeer
voorzichtig zijn met 't neerlaten van de boot
en zooveel mogelijk 't plassen of slaan op 't
water dempen of vermijden. Ook dat water
dier hoon" dus veel beter op de manier
van de visschen, dan op die van ons en
de landdieren.
E. HEIMANM.
C. J. I', te A. Het geluid, dat uw
modderkruiper" ('t is heusch geen sidderaal) maakt,
ontstaat door 't ontsnappen van lucht uit de
aarsopening. Die lucht slikt 't beest met den
bek boven water in. Dit geval heeft met 't
hooren" door visschen echter niets te maken.
Ook heeft 't geeii longen, maar de maag of
de darm is 't luchtreservoir. Hij heet ook
wel weer-aal omdat hij onweer" moet voor
spellen: maar 't is niet waar.