De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 23 december pagina 7

23 december 1906 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1539 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Een middeleeuwsch gebruik volgend, hebben de kinderen en behuwdkinderen van mr. F. Th. Westerwoudt en mevrouw Weaterwoudt-Bruijnen, bij gelegenheid van hun gouden bruiloft, en ala herinnering daaraan voor de familie, het gouden paar een drieluik vereerd, dat in den geest der middeleeuwsche meesters door den oud-vader in de kunst, Mengelberg, te Utrecht, werd ontworpen en op diens kunstwerkplaats uitgevoerd. Het midden tafereel wtti het drieluik stelt zooals De Tijd verklaart de verloving voor van St. Joseph en de H. Maagd. Een zestal engeltjes omringen deze groep «n dragen de geJaatstrekken der zes jongste kleinkinderen van het gouden paar. Boven deze voorstelling is de met Een Tryfltiek (Drieluik) van de tiara gekroonde God de Vader aan gebracht, die het huwelijk zegent en omringd is door vijf engeltjes, als symbolieke voorstelling van de overleden kinderen van het echtpaar Westerwoudt. Op de vleugeldeur links knielt de gou den bruidegom met zijn oudsten zoon mr. W. Westerwoudt en zijn schoon zoons de heeren mr. A. v. Rijckevorsel en mr. J. G. Schölvinck en den stamhouder in de rechte linie, Felix Wes terwoudt. Op den vleugel ter rechter zijde knielt de jubilarisse met hare dochters mevr. Schölvinck, mevr. A. v. Rijckevorsel, mevr. H. v. Rijckevoreei, mevr. Regout en mevr. WesterwoudtPove). Op de twee vleugels staan af beeldingen van de HH. Felix en Laurentius, patroonheiligen van de gouden jubilarissen. MIIII iiiiiiiMiimiMMimmiiiiiMliiMiiiiiiiiiii met de troonsbestijging van Lodewijk XIV, {1661) het fanatisme te gemoet gevoerd. Het Edict van Nantes, in den aanvang slechts getrouw nageleefd, werd, onder aan vuring eener dweepzieke geestelijkheid, die den steeds geld behoevenden koning in zilveren kluisters sloeg, hoe langer zoo meer' ontzield. De dragonades waren ia het ver schiet (1680). Zij vormden het voorspel tot de opheffing van het Edict van Nantes {15 Oct. 1685), waarmede ten langen leste, de hyena's in geestelijk gewaad het masker afwierpen. De woord- en trouwbreuk vond Bayle niet meer in Frankrijk. In Toulouse was hij, Slachtoffer van jesuietische verstrikkingskunst, het katholicisme binnengeloodst. De onervaren jongeling, 21 jaren oud, was een welkome prooi voor lieden, altoos tuk op de aanwinst ook van naïeve zieltjes. De vreugde was echter kort van duur. Xauwelijkg vernamen zijne verwanten den onbe raden stap, of men bracht Bayle tot het " inzicht, dat zijn goed vertrouwen verschalkt werd, en even snel als hij afgedoold was, hernam hij, ditmaal voor goed, de gezind heid zijns vaders. Als uiterlijk teeken zijner gevestigde overtuiging keerde hij Toulouse den rug en begaf zich naar Geneve. Hier, knoopte hij blijvende vriendschaps banden met Jacques Basnage, een protestantsch geestelijke, aan. Deze bewerkte, dat op Bayle, die kortstondig huisleeraar geweest was en naar Parijs zich begeven had, de aandacht werd gevestigd voor een wijsgeerig professoraat in Sedan. Hij erlangde dien zetel (1675), na eene glansrijke ver dediging, in het openbaar, van door hem gestelde theses. Gelijktijdig evenwel, kwam hij in aanraking met Pierre Jurieu, sedert 1674, hoogleeraar te Sedan in dogmatiek en hebreeuwsch. Deze verwaten gek, opge blazen, zelfzuchtig, aanmatigend, kende niets hoogers dan eigen roem, en had Bayle's aanstelling bevorderd, in de hoop, van hem een werktuig te maken. Argeloos als Bayle was, nam hij de valsche voor echte munt. Toen, in 1681} de protestantse hèacademiën, waaronder Sedan, werden opgeheven, en Bayle, door Jbemoeiing van een zijner toe hoorders, den hollander Van Zoelen, eene plaats .als docent te Rotterdam verkreeg, beijverde hij zich ook Jurieu, als predikant, daarheen te doen beroepen, waarin hij slaagde. Van nu af begint, voor Bayle, een tijd van onafgebroken werkzaamheid. Door eene gansche reeks van anoniem verschenen polemische gaschriften, nam hij, in de bran dende geloofsgeschillen dier dagen, deel. Grondtoon'daarvan was steeds verzet tegen gewetensdwang, als met het innerlijk wezen van de religie in strijd. Aan hetzelfde denkbeeld werd dienstbaar genaakt een, door Bayle, opgericht, maandelijks verschij nend tijdschrift: Nouvelles de larépiMi/iue des lettres, waardoor hij de grondlegger werd van de, sedert, zoo omvangrijke perio dieke literatuur. De obscurantist Jurieu nam aan dit alles aanstoot. Ijveraar en ketterjager als hij was, deed Bayle's kalme, berustende, doch volstrekt zelfstandige houding hem in eene gramschap ontsteken, die lang verholen bleef. Toen echter, na een kettersch" geschrift van Bayle, de kans schoon en een volgzaam consistorie gekozen was, bewerkte Jurieu, dat genen zijn ambt ontnomen en een boete opgelegd werd. Daarmede was de onbemiddelde Bayle opnieuw broodeloos. Van beroepsplichten ontheven, weigerde hij echter zoowel iedere nieuwe aanstelling als de gastvrijheid van hooggeplaatste beschermers. Zijn tijd wijdde hy aan zijn wereldberoemden Dictionnaire historique et critiijuè, een monumentalen arbeid, waarin hij geheel zijne critische dialectiek ontvouwen bleef, tot aan zijnen dood te Rotterdam, waar hij, in de Waalsche kerk, begraven werd. Dit werk bepaalt zijne plaats in de geschiedenis der wijsbegeerte, en dat deze niet gering is, blijkt uit een onwraakbaar feit, waardoor hij, gelijk door zyne zachtmoedigheid en het eenzaam ver loop zyns levens, wederom in Spinoza's nabuurschap wordt gebracht. Evenals de rabbinistische en rabulistische jesuieten er in waren geslaagd Spinoza uit Amsterdam te doen verbannen, werd, op aanstichting van roomsche jesuieten, in 1740, Bayle's, sints lang natuurlijk! op den index geplaatst werk, te Golmar, door beulshand, op de openbare markt verbrand. Inzonderheid, door Feuerbach, is Bayle's beteekenis in het licht gesteld. Mij dunkt, zij kan kortelij k worden aangewezen. Grondtoon van Bayle's wezen is zeer zeker de tweespalt tusschen het geloof, dat hij najoeg, en de rede, die hij raadpleegde (II, VII). Van dit conflict legt, in tekst en aanmerkingen, zijn hoofd werk onophoudelijk getuigenis af. Ongetwijfeld tevens, heft het protestantisme, wereldhistorisch als het is, in zijne erkenning van het heilig recht der eigen overtuiging, dit conflict niet op (II, 23). Aan iedere kerk staat daartoe hire dog matiek in den weg. Juist daarom drong aan Bayle de tegenstelling zich op, tusschen de theologie, die mirakels, en de wetenschap, die causaliteit opspoort (II, 45). Vandaar tevens, dat hij de absolute zelfstandigheid der ethica bepleit (II, 84), van dogma's niets weten wil (II, 106), en de religie, daar van niet slechts onderscheiden, maar streng gescheiden wil zien (I, 77). Dit nu is de wereldberoemde scepsis van Bayle. Ook daarin was hij niet dogmaticus, niet twijfelend om fe twijfelen, maar twijfelend om langs eerlijken weg den twijfel te overwinnen. Hij, kind van zijn tijd, za* niet, dat het schriftuurlijk geloof algeheel aanvaard, of algeheel verlaten moet worden. Toch had hem het zoo diep zinnige woord van Tertullianus: credo </uia absurdurn kunnen waarschuwen. Bayle deed, wat hij vermocht om tusschen dat geloof en de rede een brug te slaan. Hij school weg achter, ging op in zijn eerlijk streven. Zoover dreef hij de belangelooze bescheiden heid, dat hij zelfs zijn Dictionnaire anonieca wilde doen verschijnen. Het woord, de zaak moest spreken voor zichzelf, zonder ruggesteun of aanbeveling. De natuurlijke vrucht van Bayle'a werk ia zijn onophoudelijk aandringen op ver draagzaamheid. Deze vatte hij ajs recht, niet als gunst, en ook hierin stond hij tegen over de adepten eener kerk. Dezen toch meenen zeer singulierlijk zich te hebben uitgesloofd, wanneer zij, in grenzenlooze goedertierenheid, andersdenkenden dan de pachters der alleen zaligmakende leer naast zich gedoogen. Van deze tamme verdraag zaamheid, die zich verwaardigt en Anizieh opdringt, wil Bayle's leer niets weten. Zijne verdraagzaamheid is van de soort, die Davil Friedrich Strauss onder woorden gebracht heeft, toen hij zeide, dat Frederik II, ver klaard hebbende: in meioem Staate kann Jeder nach seiner Fagon selig werden" het niet euvel zou hebben geduid, indien een boer hem had geantwoord: ich wünsche aber gar nicht selig zu werden, Majestiit". Deze verdraagzaamheid, uit Bayle's scepsis", rechtstreeks voortvloeiend, vraagt niet, maar eischt een plaats onder.de zon, voor ieder, wat meening hij hebbe. En, zoo noodig, zet zij dien eisch klem bij, door de hand aan het gevest van het geuzenzwaard, bereid om er op in te slaan, gelijk in ons vader land weleer geschiedde, en in Frankrijk op vredelievende, dus betere wijze gelukkig thans opnieuw geschiedt. Daarom vaart den zeloten van iedere pluimage, een huivering door de leden, wanneer men den naam uitspreekt vanden baanbreker van zelfstandig onderzoek: Pierre Bayle. Daarom ontblooten wij eerbiedig het hoofd en roepen, vol ontzag voor den heiligen grond van rede en wetenschap, op dezen zijnen sterfdag hem toe: Ave, anima candida! Amst., Dec. 1900. J. A. LEVY. Portretten yan Pierre Bayle. Aan Bayle, wien Mr. Levy in dit nummer een artikel wijdt, hebben zijne tijdgenooten herhaaldelijk gevraagd een portret van zich te laten schilderen of teekenen. Hij heeft dat steeds geweigerd. Ook zelfs toen men het hem vroeg voor de Engdsche uitgaaf van zijn Dictionnaire. Toch had hij een portret laten schilderen, uitsluitend voor zijne moeder. Hij was toen 28 jaar. In een brief aan zijne moeder be paalde hij, dat dit portret in de familie moest blijden. Niemand buiten de familie wist, dat dit portret bestond. Een toeval maakte het openbaar. .Va zijn dood kwam de brief, dien hij aan zijne moeder over het baar toegezonden, geschilderd portret had geschreven, in het bezit van mr. Marais, advokaat in het Parlement te Parijs. Bij onderzoek bleek, dat dit portret te Montauban was bij eene verwante van Bayle. Aan Madame de Merignac. eene groote bewon deraarster van Bayle en zijne werken, ge lukte het toestemming te verkrijgen om eene kopie naar het schilderij te laten maken, maar dan uitsluitend voor haar zelve. Die kopie legateerde zij bij haar dood (1712) aan Mr. de Francastel, onder-biblio thecaris aan het College Mazarin. Naar deze kopie liet mr. Marais op zijn beurt een kopie maken. Deze kopieën waren de eenige, en beiden te Parijs. Op verzoek van de Academie te Frankfort aan den Oder werd voor deze instelling een kocie gemaakt naar een der twee kopieën, om een plaats te krijgen in de zaal, waar reeds de conterfeitsels van 82 beroemde mannen prijkten. Bayle heeft op het geschilderd portret een bruinige gelaatskleur, bijzonder mooie oogen en rustige, voorname, geestige wezenstrekken. Naar deze kopie zijn te Parijs eenige gravu res gemaakt. Eene op verzoek van Madame de Merignac en Mr. Marais. De laatste ver zocht aan Mr. de la Monnoye eenige versre gels om onder het portret te zetten. Deze maakte het Latijnsche Distichon : Eailius hic ille est, cujus duin seripta vi^cbunt, Lis ent blectunt, erudiantiie magis. Een andere gravure heeft men gemaakt naar de laatste kopie (de Frankfortscbe) van Bayle's portret om te plaatsen vooraan in de uitgave van Bayle's Dictionnaire, te Geneve in 17L5 uitgegeven. Daaronder vindt mende vertaling van het Distichon in het Fransch. Tel fut l'illustre Bayle, hunneiir des l>r;ui\ esprit*, DonT relevante plume, en recherches fci'tile, Fait (louter qui des deux Temportc en ses criis, De l'agrtiuble on de l'utile. Dit portret met adres: J. Rollin iils is gemaakt door Petit, folio formaat, knie stuk.Bayle's hand rust er op zijn Dictionnaire". Van een zelfde portret, waaronder met hoofd letters gedrukt is: Pierre Bayle maar zonder vers is de reproductie gemaakt voor het artikel van Mr. Levy, Van Bayle zijn nog de volgende portretten beken'1 : a. Een ovaal, alleen borststuk ; de hand is er niet, ook niet hei boek, waarop de hand rust. Onder het portret staat : ,,Fran(;ois Chereau Sculps., en deze regels : l' I E R K E B A Y l, E. N"éau Carta dans Ie raruli' de Foix Ie Is Nuvemhre 1(>74, mort a Rotterdam 1<> 28 Xbre 1706. Dit portret komt voor in : L'Europe illustre, etc., par M. Dreux du Radier, Avocat a Paris, chez l'airié1777. b. Een ter halve lijve, links met 2 regels Latijnsch dicht (het Latijnsche Distichon). Zwarte Kunst door Duchesne, klein folio. Met adres van Gautrot. c. Borstbeeld, links, in ovaal met beeldwerk. Door P. Savart, 8°. In de prentencatalogus van Fred. Muller worden 'A portretten vermeld, dus minder dan de hier" genoemde. Over de geschilderde portretten wordt er gezwegen. J. H. R. milHmilMMHlMIIIIIIIIMIIMIIIMIMIIIIMMMIIIIHHItlllHtllll MARMEREN SCHOORSTEENMANTELS K O £ ? ' Ot V f AMSTERDAM. ROTTERDAM, UTRECHT. 810EMCRACHT77 ' DELFT5CHESTBAAT6I BUT.STBA AT 30 J. J. BIESING, '8-GRA.VENHA.OE, Molenstraat 65.65' en 61 Moderne Schilderije», Aquarellen «o firavaru. Kunstzaal Panorama. TENTOONSTELLING van Werken van COOISCHE MEESTERS. Entree 25 cl*. Oagelijits geopend. fhrT-HOGRAPHISGHe -J : Bekroond Nijverlieidstentoonstellirjg Leeuwarden 1 Magazijn Oud-Holland" Damrak 75, Amsterdam. Directie: P._C. PAERELS. Imitatie- en Antiek Kunstsnijwerk, Koper- en Zilverwerk, Porselein, Glas, Tin, Oude Perzische Tapijten enz. enz. ATELIER VOOR IJKT VERVAARDIGEN VA V OUD-HOLLANDSCH SNIJWERK. TELEFOON 7261. Alp. Kist- en KistBij wMöshaiÉl SlERKUNSr IV, Tentoonstelling van Teekeningen, gekleurde Houtsreden, Lithografieën en Etsen door J. G. Veldheer. Tevens zijn te bezichtigen : Batiks van M. J. HACK e. a. Geopend van 9?8 uur. IJUWOLF ELION <èC WONING-INRICHTINGEN SPUISTRAAT. 76 DAMRAK. AMSTERDAM OHTW6WG2 ? TC^OJlUGCn ? UITVCXRinG PLAFOBD - «n JARDKSCHILPÉRIK 131. OlïTUJ?RPÉn VOOR MJ3STRAALDU»?RN AmSTgRPAflj AARDEWERK "E< ^ v PERMANENTE * - > « TENTOONSTELLING KLEURETSEN VAN FRANSCHE MEESTERS -f -f -i- + + + REPRODUCTIES PROCÉDÉVAN MEURS -(- + + + + + + PHOTOGRAVUREN NAAR OUDE EN NIEUWE SCHILDERIJEN-!- + FAC-SIMILE-AQUARELLEN -f + ANTIEKE EN MODERNE BEELDEN LI.ISI'KN* EN SPIEGELS -f- + + . IN DEN KDMflANDEL-?ED. G. DORENS iZH. R O KI N 66. AMSTERDAM. OP K.OPER EN ZINIS 6EB°W.PELIX MERITI5" KEIZER5 TEL.2807 Js. VAN G1NKEL E I FABRIKANT VAN KUNST-KOPKh WKHKKN EN OUD-HOLLAND8CH* MODKRNE- EN ANDERE STULKr

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl