De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1906 30 december pagina 1

30 december 1906 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

1540 DE AMSTERDAMMER L\ 1906. WEEKBLAD VOOE NEDEBLAN Dit nnmmer berat een b^voepsel. O in. d. e r red-sictie -v a. zi. J". IDE IC O O. Uitgevers: VAN HOLEEMA ft WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.66 Voor ladiëper jaar . mail 10. Afeonderhjk* Nummer* aan de Kiosken Terkrügbaar . . . . , Q.12'/« OU Uad u rerkrügbaar kiotk 10 Benleranl dM CapnciDM tegenoror Int Grand CWé, te Farq*. Zondag 30 December. Advertentiën van 1?5 regels / 1.25, elke regel meer f 0.25 Reclames per regel 0.40 Annonces uit DniUchlind, Oostenrijk en Zwitserland worden nitalnitend aangenomen door de firm» EUDOL? MO3SÏU Keulen en door alle filialen duer firma. De prgs per regel is 85 Pfennig. INHOUD: VAN VERKE EN VAN NABIJ ; Begroeting en bezuiniging. Onze Ruitergeneraals, door X. Maatschappelijke misstanden, door E. van Gendt. In de zaak van jhr. Th. A. C. de Geer en J. J. Le Fèvre de Montigny, (Ingez.), door Jacob Israël de Haan en Bed. FEUILLETON: De spion. Naar het Engelsen, van Joseph Conrad. KUNST EN LETTEREN: Tentoonstellingen bij kunst handelaars, door W. Steenhoff. Jan-6teenAlmanak, door J. H. B., met af b. Nieuwe kunstnitgaven van P. J. Zürcher te 's-Gra venhagp, met afb. Krasnapolsky., met af b. Muziek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. Een echt nationaal huldeblijk, door C. J. Wynaendts Francken. Max Dannenberg, door W. A. Paap, beoorcl door B. Canter. G. W Vreede, II, (slot), door mr. J. A. Levy. VOOR DAMES: Een en ander naar aanleiding van het 3de Intern, Congres tot bestrijding van den handel in vrouwen en meisjes, gehouden te Parijs van 22?25 Oct. 1906, I, door C. Sanders-Huidekoper. Ernestine Cremers-Van de Velde, t, door C. A. Welcker de Wit, met portret. ALL ERLEI, door Caprice. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. Kunstmatige groei, door H. A. W., met afb. FIXANCiEELE EN OECONOMISCHE KRONIEK, door D. Stigter. Een vriendelijk antwoord. INGEZONDEN De schaduwzijde van de Groot-Industrie, door L. DAMRUBRIE3K. ADVERTENTIËN. Begrooting en bezuiniging. De behandeling der begrooting heeft twee zeer buitengewone overwinningen aan het ministerie bezorgd en dat langs aan elkander vierkant tegenover gestelde wegen. Het was Kink, die de Groninger hoogeschool mocht redden en bevestigen, waar toe de gansene kamer hem de vrijheid liet, door haar eenstemmig" zwijgen; en Staal, die door zijn dappere houding en flink spreken zijn niet-blijvend-gëdeelte wist te verkrijgen tegen tal van sprekers in. En welke van beide gebeurtenissen nu ihet meest beteekent ? Voor de schatkist was ongetwijfeld [Rink's weggave van tonnen, veel meer vragend, dan Staal's besparing belovend. Let men op de gulle stilzwijgendheid door de kamer betracht bij het weg schenken van aanvankelijk weder een half millioen, en op de zee van woorden, die 'poodig zijn gebleken, om Staal zijn bezuinigingetje tot stand te laten bren gen dan zal men allicht geneigd zijn te denken: wat een zonderling lichaam is' toch -een parlement, hoe vreemd houdt liet huis als het huishoudt"! Maar men weet, dat de politiek van de eenvoudigste zaken zeer ingewikkelde kwesties kan maken, en dit ook in den regel doet. Zoo nebben wij dan ook DU een weet lang mogen ervaren wat er .alzoo aan Staal's hervorminkje vast zat. Doch bij Rink's overwinning en dat maakt haar zoo opmerkelijk was het juist de politiek, die een ingewikkelde zaak tot een ding dat van zelf sprak ver eenvoudigde. Hierbij waren opeens alle politieke partijen weg; geen enkele liet zich hooren. Inderdaad geen enkele, en dat is waarschijnlijk wel het sterkste geval, dat wij ooit beleefd hebben. Politieke partijen zijn niet steeds aan haar as gebonden; af en toe, onder den drang der omstandigheden, maken zij wel eens een buitelingetje voor de pret. Zoo zag men nog onlangs een vrijzinnigdemocratisch minister, die toch maar niet wetende hoe hij zijn democratisch gestel zich schitterend zpu doen open baren, meende niet te mogen rusten vóór hij den prins-gemaal een gewone stem in den Raad van State had toebedeeld, en dit meer in 't bijzonder, om in den geest van de Grondwet! te handelen van de Grondwet, die juist zal worden herzien! Maar ook hierbij werkte de politiek zeer vereenvoudigend, want zelfs de vrij2mm'0-democraten steunden den minister in zijn byzantjjnsch-democratisch streven; het waren alleen de soaaaZ-democraten, die zich verzetten tegen dit onnoodig en g»n»<)h niet onschuldig bedrijf. !fïj chter, by de vraag of Groningen een Universiteit zou behouden, waar voor alvast meer dan een half millioen werd gevorderd, terwijl in de afdeelingen verscheidene bezwaren daartegen in het midden waren gebracht, de minister zelf het noo-dig had geoordeeld een breed voerige verdediging van zijn voordracht te schrijven; nu sedert een halve eeuw reeds op vermindering van het aantal Universiteiten ook van hooggeleerde zijde was aangedrongen en deze vermindering de voorwaarde zou zijn voor een 'ver betering van het hooger onderwijs, dat ten opzichte van zijn inrichtingen en leerstoelen zoo gebrekkig is,... verneemt men geen woord, als ware er nog nooit eenige klacht geuit; en zijn het niet alleen de vrijzinnig-democraten, maar ook de sociaal-democraten die zwijgend deze uitgaaf, als waren zij geboren conservatieven, laten passeeren. Toen wij dezen begrootingspost be spraken in het No. van 25 N"ov. j.l. -schreven wij: Maar het behouden van onnutte, zelfs schadelijke universiteiten is om zoo te zegaen, een klasse- of wil men liever, een kastebelang. De Groninger hoogeschool dient niet het aigemeene belang, doch is daarmee in strijd. Dit we°t de geheele klasse, de geheele kaste, die hij ons te lande over de inrichting van het Hooger Onderwijs beslist ; want voor het geld door concentratie op het universitair onderwijs uit te winnen, om dat onderwijs ie verbeteren, zou de middenstand, het volk, aan uitst°kend vakonderwijs kun nen geholpen worden. Vfaar dat mag niet. De Hooger-Onderwijs-belanghebbenden zou men als n bende kunnen beschouwen, op volksberooving uit. Een bende natuurlijk van hoogstbeschaafde lui. De heeren ver zekeren elkander al de voordeeltjes fan het oude bedeelingstelsel; de ne stad, de t'éne 'Coterie wordt beveiligd voor eenig verlies, zoodat de andere stad en cóterie geen ge vaar zal loopen en de reëele belangen van het Hooger Onderwijs worden verwaar loosd. Waarom dan nu door dit liberaal-vrijzin nig-democratisch commis-ae-lievend kabinet, niet eens het voornemen uitgesproken een commissie tot hervorming van het Hooger Onderwijs te benoemen, ten einde nu toch eindelijk bezuinigend en hervormend op te treden vóór er tot het bouwen te Gronin gen wordt overgegaan ? Waarlijk, deze houding ten opzichte van het plaatselijk «Groninger belang, waaraan ook zonder uni versiteit volkomen recht zou kunnen geschie den, is vooral niet minder ergerlijk, dan de luxe-stallenbouw." Welnu, de Vrijzinnig-Democratische partij heeft zeker niet weinig aanrakings punten met de kaste of klasse, waarvan hierboven sprake is. Maar de SociaalDemocraten, hadden zij ditmaal ook reden om met de anderen zich de voordeelen van het oude bedeelingstelsel te ver zekeren ? Wat kan er zijn geschied, dat hun kamerleden als ware conservatieve bourgeois hebben medegestemd, zonder hun zonderlinge houding ook maar door een enkel woord te motiveeren ? Zij ver klaarden zich, omdat Staal -te i reinig bezuiniging beloofde, tegen diens begroo ting en zij gaven den in 't geheel niet bezuinigenden RinK zoo maar zijn krediet van zes ton! Was hier door zekere partijen misschien een onderlinge ver zekering gesloten, om elkaar te dekken tegen Groninger en Friesche stembusongenade, die van een principieel her vormend optreden het gevolg zou hebben kunnen zijn ? Verheffender is het te zien, zooals door Staal de overwinning werd behaald, met een bedoeling van bezuiniging tevens. Zeker hij heeft zijn tegenstanders door de kracht van zijn woord en wil ge dwongen voor hem te buigen, al mag men niet vergeten, dat de politieke con stellatie van het oogenblik hem daarbij gunstig was. Immers wat zouden de leiders van den overkant, met een over winning hebben gewonnen, vooral nu deze alleen te behalen was, door een man te onttronen, die door zijn kloeke taal en fierheid van karakter juist de sym pathie van geheel het land, van vriend en vijand, had verworven ? Zelden werd het conservatieve mili tairisme harder geslagen dan bij deze begrootingsdebatten over het niet-blijvend gedeelte. Dit natuurlijk is voor al wat democra tisch denkt een winst. Toch, ondanks die winst, is het zeer moeilijk te weten of Staal, die haar ons bracht, de man zal zijn om ons defensiewezen uit het moeras te helpen. Wij zeiden dat reeds verleden week. Zooveel is zeker de vijanden van be zuiniging mogen ook nu nog op Staal hun hoop bouwen. Opmerkelijk is in deze wat de Stan daard schrijft: Arme bezuiniging ! Het moet nu voor het land heeten, dat we onder een Kabinet leven dat de Lands verdediging zuiniger levert. Ruim negen ton op Oorlog minder. Het klonk als een klok. Op den keper bezien, slonken die negen ton reeds aanstonds op even mer, want er was uitgelicht 5 ton voor Amsterdam. Van die vier ton is toen bij Marine weer drie afgegeven voor torpedobooten. Bleef alzoo n ton. En zelfs van die ene ton is toen sfgeknabbeld door bijkomende kleine verhoogingen. Het komt by slot van rekening alzoo neer op eenige tien-duizenden guldens. Ja, meer nog. Om wel te doen gevoelen, dat hy op het stuk van bezuiniging heusch 't record niet zal slaan, wees de Minister er met nadruk op, dat er heele dure uitgaven komende waren, b.v. voor de Kustverdediging. Men spreekt van een twintig miljoen. Voorts zal 't contingent op 21,500 man worden gebracht. Zonder kosten, zegt de Minister. Ei zoo! We dachten anders, dat 4000 man per jaar meer op het totaal der lich tingen en van de landweer, een tamelijk sterk accres van manschappen geeft en dat al deze mannen toch een geweer en kleeding en kader moeten hebben. Vermoedelijk ook meer artillerie l" Men zou hier aanmerking kunnen ma ken op den toon, op den vorm. Het antirevolutionair orgaan had, dunkt ons, zich zelf niet moeten vergeten. De asteriek had kunnen luiden: Jawel, al zou Staal nog verder willen bezuinigen, en had hij de hierboven genoemde plannen niet, wij zullen hem wel dwingen om nog veel meer geld uit te geven: aan de stelling Amsterdam, aan kustverdedi ging, aan meer contingent, aan kanonnen en forten; men kan daarvoor op ons rekenen, evengoed als wij de natie indertijd beflapt hebben met de millioenen voor snelvuurkanonnen,en wij nu weer,dooron zen Talma, zes millioen vooreen schip voor Indiëuit de schatkist wisten te halen. Bezuiniging op militair gebied is bij ons niet mogelijk, zoolang we van het westen van ons land, ter zee, aan de kust, de stelling-Amsterdam enz. eigenlijk on oorlogsland maken, alsof we nog het meest gevaar liepen aan die zijde ons te moeten verdedigen en dan liefst met doode weermiddelen. Deze soort van defensie werkt het sterkst op de fantasie on/.er militaire autoriteiten, en in die richting kunnen h.i. nooit offers genoeg worden gebracht. De man nu, die niet alleen op kleinig heden, al zijn deze ook betrekkelijk groot, maar die afdoend bezuinigen wil, zal zich als landverdediger van dat oorlogsspel in het Westen moeten afkeeren, om schier alle ttewicht te leggen op de her vorming van het leger, tot een algemeen volksleger met de steunpunten daarvoor noodig. Dit is bovendien een eisch van eer en plicht. Want zedelijk staan we voor do naburen schuldig, nu we ten gevolge van onze schromelijke geldver spilling in het Westen niet half ons hebben kunnen kwijten van de taak om ons voor te bereiden op het handhaven onzer neutraliteit in het Zuiden en Oosten; het scheppen van een leger, dat krachtig genoeg zou kunnen zijn, ook als er eens een aanval in het Westen viel te weerstaan. Zal Staal de man zijn, voor zulk een hervorming, die een groote bezuiniging zou kunnen met zich voeren ? Helaas, na zijn overwinning is en blijft zijn eerste gedachte: de stelling Amster dam ! Zeker, Talma en de Standaard konden nog wel eens veel genoegen aan hem beleven, oneindig meer dan de libe rale bezuinigingspartij. Onze Kuitergeneraals. Toen het blijvend gedeelte van de bereden wapens door minister taal naar huis werd gezonden, ging er onder aanvoering van de Nieuwe Courant en het lrtrechtschl)agblad, een alarmkreet op uit het conservatief. militairistische kamp. De generaal Smeding, inspecteur der cavalerie, diende zijn ontslag in, omdat hij de toekomst van het vaderland niet verzekerd achtte en werd door de reactie gretig als vrijwillig of onvrijwillig slacht offer van ministerieele domheid, onbekwaam heid en revolutiezin den volke vertoond. Zes generaals der ruiterij, het puikje wat we ten dezen bezitten, versterkte het koor der marktschreeuwers door in een adres gericht aan de 2e Kamer der S.-G. te be tuigen dat oefeningen in den vervolge niet wel meer mogelijk zouden zijn, dat het vor men van goed kader buiten gesloten werd, dat de slagvaardigheid van het wapen te lopr zoude gaan, dat de goede geest onder mijnd zoude worden en eindelijk dat de mobilisatie in de war zoude loopen. Wie denkt hier niet aan Kakedorus ? De aanval was niet zonder talent in elkander gezet, er was climax, veel climax zelfs, vooral de aanval der zes Kuiter-gene raals vormde een waardig slot, maar helaas, het oordeel der specialiteiten bleek achteraf een veroordeelend vonnis van hen zelve te zijn. "Want ondanks de hooge positie der onderteekenaars en de jaren van verstand, waartoe men mocht veronderstellen dat zij gekomen waren, gezien het kruis van veeljarigen dienst dat hunne borsten versiert, hadden zij vergeten den beschuldigde te hooren om toch vooral het Nederl. volk niet op het vonnis te laten wachten. Bij Memorie van Antwoord behoorende bij het Hoofdstuk VILT dienstjaar 1907 verklaart de Minister van Oorlog dat het naar buis zenden van het blijvend gedeelte bij de cavalerie betrekking heeft op 17 54 28 en 44 man bij het Ie, 2e, 3e en 4e Regiment Huzaren, en onmiddellijk na deze mededeeling vraagt de M. v. O. zeer terecht wat nu overblijft van de bewering, dat het 3e Regiment Huzaren bij mobilisatie ten gevolge van den genomen maatregel slechts met \}4 inplaats van 4 eskadrons zoude kunnen uitrukken ? De draagwijdte van den genomen maat regel moet den Generaal Smeding bekend zijn geweest, en gevraagd mag worden, om -wat reden deze door dien opperofficier zoo werd opgeblazen, dat hij meende zijn ontslag uit den dienst te moeten nemen, onder rondzending van een brief aan de ruiter-hoofdofficieren, waarin hij het voor stelt als offer van zijn plicht en tot liefde van het vaderland gevallen te zijn. Is dit alles comedie-:' Neen! Het is hier een diepgevoelde overtuiging die in strijd geraakt met den geest van den tijd en in zooverre heeft het voorge vallene niet alleen een komischen, maar ook een tragischen kant. De heeren toch, hier aan het woord, zij allen groot gebracht in leeringen van de Duitsch-militaristische school, welke bij ons in de tachtig jaren haar hoogtij vierde; lang zamerhand k wan kentering, toen bleek, dat de leerstellingen dier school niet leidden tot het gewensckte resultaat en bovendien in strijd waren met ons volkskarakter. Knoop, Stieltjes, de Roo van Alderwerelt e. a. hadden reeds vroeger hierop gewezen, maar het succes der Duitsche wapenen in 1870 overstemde ten onzent het gezonde verstand. In de negentiger jaren kwam krachtig verzet uit het officierskorps zeil tegen het militaristisch gedoe, maar telkens werd het met kracht onderdrukt, waaraan vooral de Militaire Spectator, die de wacht voor het militaristisch kamp betrok, haar aandeel had. De invoering van de per soonlijke dienstplicht bracht leger en volk meer naast en bij elkander, de weermacht hield op een afzonderlijk kaste te zijn en daarmede was de Duitsch-Militaristische school, thans overal als de oude school" aangeduid, geslagen. Gezonde burgerzin, eenvoud en waarheid deden bij het leger hun intrede en hebben thans doorgewerkt tot aan het D. v. O. Minister Staal als een wijs man slaat niet de prikkels tegen de verzenen, maar tracht leiding te geven aan wat leeft in volk en leger om te komen tot een weermacht, op zuiver Nederlandschen grondslag. Maar niet ieder vermag zoo met zijn tijd mede te leven en het meerendeel onzer opper- en hoofdofficieren heeft zich te eenzijdig ont wikkeld om de opleiding onzer weermacht voor hun persoon mede te kunnen maken. Al naar aanleg en karakter blijft men mokkend of gaat met vuurwerk heen. Tot de laatste behoort de generaal Sir.edhg De zes ruitergeneraals van het protest steunden uit verkeerd begrepen camaraderie hun zoo ontijdig gevallen makker. * * # De geest, die uit het voorgevallene spreekt, heeraeht niet alleen bij de opper- en hoofd officieren van de cavalerie, maar is de geest die al onze opper- en hoofdofficieren, op een enkele uitzondering na, bezielt. Het is de geest van bevangenheid, van slechts dat gene te kunnen begrijpen en waardeeren wat in eigen régime thuis behoort. En wanneer dat zóó sterk spreekt uit een oor deel in 't publiek en voor de 2e Kamer der S. G. uitgesproken, dat dus genomen is na lang en rijp beraad, dan moet men zich angstig afvragen, welke waarde toe te kennen aan een oordeel in 't geheim geveld? En geheime oordeelen worden door de opper- en hoofdofficieren telken jare hon derden uitgesproken bij het indienen van de conduitelijsten der officieren; en in den loop der jaren is voor menig officierde carrière gebroken, omdat het oordeel van den chef ongunstig luidde wegens gemis aan kennis en ervaring", terwijl het feitelijk hierop neer kwam, dat die officier eigen oordeel en begrip had over defensie- en dienstzaken, afwij kende van die zijner meerderen. De kennis en ervaring van den chef is als zoodanig natuurlijk de trare kennis en ervaring, en naar die eenzijdige maatstaf wordt gemeten, om reden dit het slechts weinigen gegeven is, ook datgene te kunnen achten en waardeeren, wat niet strookt met eigen inzicht. Maar hieruit volgt, dat het oordeel in de conduitelijsten uitgesproken, voor het daarmede beoogde doel, van geen waarde is. Deze onwaarde blijft, onaf hankelijk van de wijze waarop die lijsten worden ingericht, omdat in het oordeel van den eenen mensch over den anderen, het subjectieve, d. i. het karakter van den beoordeelaar den boventoon voert. Het is zeker niet te bout gesproken, wanneer men beweert dat menig veldoverste, die in tijd van oorlog zijn carrière heeft gemaakt, in tijd van vrede zoude zijn blijven staan wegens het traditioneele gemis aan kennis en ervaring." *** Het D. v. O. heeft thans de waarde van het autoriteiten oordeel aan den lijve ge voeld; wat aan den lijve wordt gevoeld, voelt men het beste. Naar wij hopen, zal de M. v. O. in het gebeurde aanleiding vinden tot algeheele opheffing van de geheime conduitelijsten. Hiervan zoude het gevelg zijn dat zelf standig denkenden officieren zich minder genoopt zoude zien het leger te verlaten omdat hunne toekomst niet meer in handen zoude zijn van de anders denkende chefs, dat zelfstandigheid en kloekheid van geest ia het officierskorps veelvuldiger zouden worden aangetroffen en dat een oorzaak van eindelooze twist, haat en tweedracht tusschen chefs en ondergeschikte officieren zoude zijn weggenomen. Mocht dit het resultaat worden van het . protest der ruitergeneraals,, dan moet men hen daarvoor dank weten; terwijl door zijn optredend aftreden generaal Smeding het officiers korps en daarmede het yansche le ger een belangrijke dienst zou hebben bewe zen, al mocht het dan ook in anderen zin zijn als oorspronkelijk door hem werd bedoeld. "December 1906. 3L Maatschappelijke misstanden. Vleeschkeuring. De onthullingen omtrent de schande lijke praktijken, w'elke bij het van de band-zetten van vleeschwaren ook hier te lande voortdurend plaats vinden, maken het o. i. noodzakelijk, dit onder werp nog eens tot een punt van openbare bespreking te maken. Wenschen we ons daarbij te onthouden van het geven van een overzicht der plaats hebbende misbruiken deze worden dagelijks in de couranten aangetroffen?, in n opzicht zullen we daarop eene uit zondering maken, omdat het een derergste wonden openlegt. We hebben hier op het oog eene mededeeling van den veearts-keurmeester aan het abattoir te Groningen, A. Marcus, in zijne brochure: Schema met toelichting: eener wettelijke regeling van algemeen verplichte vleesehkeuring van rijkswege". Op bladzijde 41 teekent deze erkende vakman uit zijne, in verschillen de plaatsen, opgedane ondervinding het volgende aan: Veeartsen, die plattelands-praktijk uit oefenen, weten hoe de meeste gestorven of uit nood geslachte dieren, in den regel, door de plattelands-politie (zonder eenige nadere informatie harerzijds of het cadaver of zieke dier gevaar oplevert voor andere gemeenten 1) ongemoeid worden gelaten, mits slechts het wrak naar eene plaats buiten de gemeente, liefst ver verwijderd, worde vervoerd. Hieraan 'wordt door opkoopers te gereeder voldaan, wijl de gemeentenaren, de lijdensgeschiedenis van het dier kennende, er toch niet van ge diend zijn. Het is een teekenend en opmerkelijk feit, dat, zoodra er in een stal een ziek dier is en de kans op herstel dunkt Jan Rap en zijn maat dubieus, hoe dan de behandelende veearts den eigenaar van het dier voortdurend bezocht vindt door opkoopers, die den eigenaar trachten te bewegen het dier voor zóó- of zooveel van de hand te doen. Deze individuen komen, als ware aasvliegen, van alle zijden opdagen daar waar een ziek of dood dier zich bevindt. Zij hebben voor hun doel overal op het platteland hun handlangers, die hen steeds, en zoo mogelijk per draadbericht, inlichten en daarvoor hun commissieloon ontvangen. Zoo'n dier wordt dan voor een appel en een ei verkocht en er moet wel eene belangrijke winst aan dit bedrijf ver bonden zijn, als men de animo voor den koop ziet. Het vermoeden ligt dan ook voor de hand, dat dit vleesch maar al te dikwijls elders als oogenschijnlijk goede waar betaald en door arglooze consu menten verteerd wordt." Tegen den bestaanden ongehoorden toestand wordt, jammer genoeg, van regeeringswege niet anders gedaan dan dat ze tracht wat bulpkeurmeesters te kweeken om, als er, na verloop van jaren, een voldoend aantal aanwezig zal zijn, het zaakje mogelijk eens nader te be kijken 2). En dat, niettegenstaande sedert jaar en dag op het aanbrengen van verbe teringen in den gevaarvollen toestand is gewezen. Zoo werd op het tot-stand-komen van wettelijke regelingen omtrent de vleeschkeuring aangedrongen door volksverte genwoordigers, door het geneeskundig staatstoezicht, geneeskundige raden, amb tenaren voor het uitvoeren van de ge zondheidswet, de maatschappij ter be vordering der geneeskunde in Nederland, het sociaal-hygiënisch congres, landbouwmaatschappijen, slagershond, vereeniging; van burgemeesters, gemeentebesturen, vereeniging voor volkswelvaart, de amb tenaren van het veeartsenijkundig staats toezicht, de yeeartsenijkundige hygiëni sche vereeniging en door de maatschappij ter bevordering der veeartsenjjkunde in Nederland. Bovendien trekt het ten zeerste de aandacht, dat de centrale gezondheids1) Wij cursiveeren. 2) Op de staatsbegrooting voor 1907 treft men een bedrag van ? 4000 aan onder bet hoofd: cursussen in vlettchkewing.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl