Historisch Archief 1877-1940
ITT
Na 1540
D E A & S t E R D A M M E R WEEK B L A ) VOOR NEDERLAND.
f
MAGGI's Soepen in tabletten,
merk Kmisster,
manen het mogelijk om in den kortst
mogelijken tijd (10?2ff minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet yoor
2 flinke borden
Fransche soepen 10 Ct.
Pikante soepen 13
MAGGI's Bouillon-Capsules,
merk Kruisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9
HIII|iM{IIMIlmlllMltMI1IIIIMIIIIMIII!IMII mlllllllllll II l II Illllllll Il IMMMMIIIIIIMI l III III ||||IIIIIIIIIMIIIIMMMIIinlMIIIIMIMIIIIMM)MIIIIIIMIMM
MlMiiiiiMiiiMiiiiiiiiiimiiiimiiiiimiMiiimii
.v
S1LKS . . . .
VELVETEENS
C O 8 T U M ES
MILLINERY
LIBERTY
F L A NNELS
E L A I N ES
CASH MERES
«RESSCOTTONS
185-187 KALYERSTRAAT
AMSTERDAM
WEDNESDAY JANUARY 2D
WINTER SALE
AT REDUCEI) PRICES
SALE CATALOGUE
POST FREE
METZ & CO
CURTAINS
ART MÜSLINS
CUSHIONS
TABLE COVERS
SCARVES .
EMIMOIDEHIES
FANCY GOODS
NEEULE WÜKK
lllllMtllliiiiiiiliiiinm
IIMIIIMMIIlnilMIIIIIIIIIIIIIINIIIIIIIMIIIIIIIItllllllllMIlnlIIIIIIIIIIIIIIMIIIII
doordrongen worden van het nut, dat men
zich er van voorstelde om op de school
aan alle vrouwen en meisjes zonder onder
scheid van stand, die met de zorg van de
bereiding van h et voed se l zij n belast, daartoe
den weg te wijzen," zooals destijds de
oproep luidde!
Hoe dapper werd door die vrouw gestre
den! Bijgestaan door een kleine, wakkere
schaar, die zij door haar werkkracht wist
te bezielen en aan te vuren, doordrongen, van
het goed geloof .zeker te zullen slagen, viel
haar ten slotte de belooning ten deel van
het aanvankelijk uitmuntend succes van de
nieuwe kopkschobl, die men gerust het model
kan noemen van al de daarna opgerichte
scholen in ons (arid.
Na zeker; een paar jaren van voorberei
ding, ontsloot 20 Fëbr. 1887 de Haausche
Kookschool in het perceel Stille Veerkade
No. 20, hare deuren.
In het eerste jaarverslag over 1887 zegt
de heer H. J. O. de Charro, toenmaals lid
en secretaris, dan ook zeer terecht:
dat de geschiedenis van de Haagsche
Kookschool leert over u-elke groote mate
van degelijkheid^ taaiheid en energie de
vrouw kan beschikken, wanneer het er op
aankomt eene goede zaak tot een goed einde
te brengen.
Onder de uitstekende leiding van Mej.
A. C. fanden (de 1ste Directrice) werden
aan deze schooj vele jonge krachten ge
vormd en, degelijk onderlegd, om later zelve
aan het hoofd te staan van dergelijke sfcholen.
iiHliiliiHtiiiiiilililiimiiiiiiiiiimiiimiiiitiiiiiiiiiiiiiiniiiiii
UIT DE NA T UU
Waarom zingen de vogels?
Ja, als ik maar eerst wist wanneer de
.vogels zingen.
Zondagmorgen vroor het dat 't kraak te en
op mgn tuinschutting zat een spreeuw te
zingen, echt te zingen met kleppende vleu
gel j. Niet zoo maar eventjes, een paar toontjes
en een babbeltje na; neen zijn volle
leutezang; eerst een fragment van den lijster, een
brokje van de merel, dan een zacht binnens
monds gekweel, op eens wat hooge sleepende
en dalenden toonen, of er een wulp over
vloog; daarop een imitatie van roodborst,
dan weer een nabootsing van een koolmees
tot besluit, iets als hanemresraai, alles netjes
aaneengelijmd tot een vloeiend geheel ; 't
was of er iemand een bekende potpourri zat
te fluiten en er nog wat overgangen tusscheu
bracht om 't aangenaam te maken voor den
hoorder of voor zichzelf.
Een roodborst die eiken morgen in mijn
stadstuintje komt, ging boven hem zitten in
een plataan en zette ook zijn liedje in. De mus
schen gingen aan 't tjilpen en heesch krijschte
een bonte kraai op den nok. Dat concert
duurde van halfnegen tot kwart over, bijna
onafgebroken door.
Waarom zingen die vogels? De aarde was
hard bevroren ; wat ze tot nu toe eiken mor
gen kwamen zoeken: wormpjes en slakken
en larven onder de massa's dor of rottend
blad dat mijn bollen dekt, 't was allej onbe
reikbaar voor de zwakke snavels en poolen.
Zongen ze uit blijdschap over 't mooie zon
nige winterweer? Ik kan 't niet gelooven,
toen eergisteren de takken dropen van de
mist, en 't blad met de aarde sainenkleefden
tot een bruine weeke brij, zongen ze ook
hun hoogste deuntje. En gisteren toen 't zacht
mooi weer was en 't dooide in de zon, zwegen
ze den heelen dag.
Vragend keek ik door de halfbevroien
*init naar de drukke zangers op de schutting
jKi in de takken. Ze zaten a len van mij
af:eerd, de kopjes gewend naar den grooten
n van de overburen. Opeens zweden ze
-,.l; uit de kale eschdoorns komen drie dikke
''zwarte merels aangevlogen : mijn gewone
dagelijksche gasten ; die gaan even op de
Schutting zitten, monsteren den tuiüvan 't
eene eind tot het andere. Geen kat aanwe'.ig.
|Ze schieten schuin neer op de dekking van het
perk, en nu begint een rukkenen
-trekken en scharrelen in 't wit bevroren
blad. Lang duurt het, eer een bres gehouwen
in de bovenlaag. Roodborst en spreeuw
aandachtig toe met schuin neergebo
Talrijk waren de aanvragen om als inwo
nende leerlinge geplaatst te worden om de
zoo hoog noodige kennis op huishoudelijk
gebied deelachtig te worden, maar bovenal
ook werd de vnlksoitleiding ter hand ge
nomen, om verbetering te brengen zoowel
in de volksvoei/ing als in den dienKtbodenstand.
Spoedig bleek dan ook de ruimte IK klein
voor den omvang, die de school verkreeg,
en zoo volgde in Mei 1892 de verplaatsing naar
het Bezuidenhout, hoek Wilhelminastraat,
waar ook reeds spoedig ruimte tekort
schoot, zoodat besloten werd tot het stichten
van een eigen gebouw in de 1ste Van den
Boschstraat. Dit eigen gebouw werd alweer
met de uiterste zorg ingericht en voorzien
van alles, wat nooilig was, om den roep, die
van de Haagsche Kookschool ^uitging, te
bevestigen.
Aan al die veranderingen en inrichtingen,
aan alles wat den bloei van het onderwijs
kon bevorderen, is de naam van Anna
E r n e s t i ri e Ore m er s-Van de Velde
onafscheidelijk verbonden.
Mr. H J. A. Mujder, onder-voorzitter der
school, zegt in zijn boekje Een terugblik,
uitgegeven in 1894, dus bij het lOjarig be
staan der school, het volgende:
Van haar, die in zulke moeielijke dagen
zulk een geestkracht ontwikkelden, heel't
eene nog zitting in ons bestuur, en is nog
steeds de ziel der school, die. aan haar vel
in de eerste plaats haar ontstaan dankt:
mevrouw Cremers van de Velde. Zij
tg en blijft de eerste onder haar, aan wie op
imimiiimiiiiiiHimiiiHtiiiiiiiiiHiimiiiiiii
Ernestine Cremers v. d. Velde.
een dag als deze, wanneer feiten worden
opgehaald en herinneringen verlevendigd,
met groote dankbaarheid en erkentelijkheid
wordt teruggedacht, vooral nu een droevig
verlies haar belet, mede den triumf te
vieren van l aar wilskracht, energie en
doorta-tetide leiding gedurende, tien jaren.
Zij heeft zich ten opzichte van onze in
stelling de grootste verdiensten verworven".
Helaas in het nieuwe gebouw kwam eene
kentering in don voorspoed: de directie
geraakte achtereenvolgens in anderehanden,
de leerkrachten veranderden, de exploitatie
kosten vielen niet mede, aanvragen om
subsidie mogten niet baten en men moest
het treurige besluit nemen om te liquideeren.
En, weer heel't 's Gravenliage het, aan
de ontslapene, hoewel toen reeds lijdende,
te danken, dat na den ondergang van de
voormalige Haagsche Kookschrol, de
thans bloeiende-'sGraventiaagsche Vakschool
voor Meisjes (1ste v. d. Boschstraat no. 2)
verrezen is.
Ware er niet gestreden met vernieuwde
kracht,met een va*t vertrouwen, dat het goede
niet mag verloren gaan, dan zeker nou het
gebouw aan de 1ste van den Boschstraat
in andere handen zjjn overgegaan, terwijl
daarin nu, op ruimer schaal en.met uitge
breider programma, de -Haagsche vrouwe
lijke volksjeugd eene omleiding ontvangt,
welke haar vormt tot degelijke en nuttige
leden der maatschappij en tal van jonge
dames zich kunnen bekwamen in al di,e
vakken waarvan de beoefening iedere vrouw
tot eer strekt.
Verbetering te brengen in de vakopleiding
voor meisje-* in Nederland is het ernstig
streven geweest van deze beminnelijke en
hoogstaande vrouw met wie het een genot
was, zanien te werken.
Voorwaar de herinnering aan Anna
Ernestine Cremers-v. d. V e l d e's
welbesteed leven zal niet verloren gaan.
C. A. WEI,OKER DE WIT.
gen kopjes. Daar komt al een zwarte gapende
plek te voorschijn, waaruit even een waseiri
opstijgt. Op dat oogemlik schettert de rood
borst 't uit, hard en luid; de spreeuw kraait
als mijn buurvrouw's haan. Nu scheuren de
merels vellen bladeren af en de donkere onder
laag ligt bloot; ze grabbelen, zoeken, pikken
naar alles wat daar leeft, en bij 't scharrelen
vliegen de natte bladeren in 't rond over de
witte kiezelsteentje*.
Nu wagen de spreeuw en de roodborst liet
ook oru neer te strijken; ze gaan pro
teeren van andermans werk, van den zwaren
arbeid van de merels, maar op een afstand.
Alleen wat weggeslirigerd' is, onderzoeken ze
met oogen, bek en poolen. Wat in 't midden
bij de merels los komt, durven ze niet nade
ren. Eerst als de merels er genoeg van
h>bben houden spreeu v, roodhorst en musch
nalezing. Dan gaan zs elk huns weeys zonder
zang of tor>n vliegen ze weg uil den tuin en
gaan stil zitten rusten hoog in een boom.
Maandagmorgen ging 't precies zoo toe als
den dag te voren; de spreeuw en de roodborst
Mevrouw Bourgoz-Rvpaz. Charlotte
Mül'er en Elize Meüler. Sophronie
Fletcher. Bankie.rsters. Geschenk
van Gravin Waldersee aan het Museum
. te Hannover.
Op 77-jarigen leeftijd is mevrouw
BourgozRapaz te Lausanne overleden. Een gróót
verlies is haar verscheiden voor den bond
l'Amie de la jeune fille". Sedert 1890, van
het oprichten af deser philantropische vrou
wen-vereeniging, heeft mevr. Bourgoz
onverdroten haar tijd en krachten gewijd aan het
zedelijk en stoffelijk welzijn van jeugdige
wezentjes, die, dikwijls onbezonnen, over
moedig, meestal op een dwaalspoor geleid
door schitterende beloften, huis-en-haard
verlieten, de wijle wereld introkken, over
tuigd op eigen beenen te kunnen staan, en,
te kunnen voorzien in haar levensonderhoud.
Argelooze meisjes, volslagen onkundig van
weerzinwekkende feiten, die zich afspelen
achter de bontversierde schermen der wereld
komedie.
L'Amie de la jeune fille" zendt haar
helpsters in alle richtingen uit. Aan stations
van groote en kleine steden, bij
aanlegplaalsen van stoombooten zijn zij te vinden;
nobele vrouwen, die vermoeienis, spot. smaad,
koude en warmte trolseeren, op den uitkijk
naar jonge mei-jes en vrouwen, reizigsters
zonder geleide, wier blikken zoekend speuren
naar hem of haar, bij wie zij in betrekking
zullen komen, en, die haar met ongeduld
verbeiden.
De afgevaardigde van den bond spreekt
de reizigster die zij onbeschermd ziet, aan,
biedt haar geleide en hulp. Zij vraagt be
scheiden en belangstellend wie zij is, waar
zij van daan komt, waar zij verwacht wordt,
waar zij heen reist.
Zestien jaar lang heeft de beminnelijke,
energieke mevrouw Bourgoz, dit uiterst deli
cate werk verricht. Haar eenvoudige, waar
dige verschijning, haar vriendelijke biik, haar
tactvolle woorden, boezemden vertrouwen in.
Groot is het aantal jonge, onervaren wezen
tjes, die door tusschenkomst van mevrouw
Bourgoz gered werden, op het punt slacht
offers te worden van eerloozen.
# *
#
De dames Charlotte Muller en Elise Mettier,
beiden geboortig uit Zürich, en gepromoveerd
als dokter in de geneeskunde zijn van ge
meentewege aangesteld als assistenten in
het stedelijk ziekenhuis te Zürich.
*
*
*Sophronie Fletcher, de oudste vrouwelijke
arts in de Vereenigde Staten, is op 99-jarigen
leeftijd overleden. Den 14den Sepaember
19(17 zou zij de honderd bereikt hebben.
Gedurende een halve eeuw doceerde zij
physiologie aan het College- te Mount
Holyoake.
Pure menschenliefde deed Sophronie Flet
cher besluiten in de geneeskunde te stadeeren.
Vooral het lot van g^estelijk-kranken wilde
zij verzachten en verbeteren. In 1854 pro
moveerde zij tot dokter in de geneeskunde
te Boston. Onmiddelijk zette zij zich aan
haar moeielijke taak. Haar ijver, haar toe
wijding, haar kunde, haar ernst, de hooge
opvatting van haar zwaren arbeid bleven niet
onopgemerkt.
Zij wist door haar persoonlijken invloed
reeds toen van gemeentebesturen te verkrijgen,
wat buiten Amerika nog vrijwel als iets
nieuws, als iets bizonders beschouwd wordt:
vrouwelijke doctoren in Gemeente Zieken
huizen. Aan Sophronie Fletcher komt de eer
MAGGI's Aroma,
merk Kruisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrijgbaar in flaeons vanaf 80 Ct.
llimilllMIlnlMIMMIIMIIIIIIMIIIIIIIIIIIIHIIIlmlIIIIIIIIIIIMIMIIIIIIIIIMUIIIIIIIIIII»
toe, dat in krankzinnigengestichten en in
gevangenissen vrouwelijke patiënten zooveel
mogelijk behandeld werden door vrouwelijke
artsen.
Of zij familie is van professor Fletcber,
ijveraar voor ijverig kauwen der spijzen, is
mij onbekend.
Een aanmerkelijke bezuiniging voor de
beurs, want men kan met minder voedsel
volstaan, allerlei proeven zyn daaromtrent
genomen, uitzicht op minder maaglijden, en
betere spijsvertering, verzekert professor
Fletcher aan allen, die 32 maal excusez
du peu ! elke bete die zij in den mond
steken, onder de tanden vermalen, verbrijzelen,
vernietigen, herleiden tot iets zachts, weeks
en glibberigs, vóór het de reis door den slok
darm mag ondernemen.
Wat voor kaken moet men wel voor deze
Fletcher-methode hebben? en, zou zelfs Job's
geduld bestand zijn tegen dit in-griezelig
kauw-gemummel ?
* *
*
.... Wenn am Missouri alles schwiege....
geheel aniere zaken, dan bedoeld door den
Duitschen dichter Ferdinand Freiligrath in
zijn bekend gedicht Auswanderer", cijfers,
dorre, stramme cijfers zouden dan nog den
lof verkonden .... der vrouw I Speciaal van
vrouwen, werkzaam in bankiershuizen. Nog
voor korten tijd hebben wij melding gemaakt
van de hoogst vleiende bevinding en over
tuiging eener vrouwelijke financierster, ten
opzie hte harer medezusteren.
Thans komen weer zulke pracht-certiflcaten
uit Joglüin Missouri, dat ik gaarne nog eeng
de aandacht er op vestig.
Een bankiershuis te Joglü, werkend met
een bedrijfskapitaal van slechts 5000 dollars,
beschikt over een reservekas van 1/4 millioen!
lioch, deze firma wordt bestuurd door een
directrice, een onder-direcJrice en drie vrou
welijke commissarissen. Naargeestige, ellendige
berichten en mededeelingen vullend
eindelooze kolommen onzer dagbladen, aangaande
het wel-en-wee van bankiersfirma's, drijvend
op mannelijk beheer, en onder mannelijk toe
zicht, schieten mij onwillekeurig te binnen ...
In den Staat Jowa zijn op 't oogenblik
werkzaam als financierster: 14 vrouwelijke
chefs en procuratie-houdsters, 18 kas-houd
sters, waarvan de meesten als klerk bij ban
kiershuizen begonnen.
Als karakteristiek trekje wordt er bij ver
meld, dat binnen het Jowa-gebied nimmer
een vrouwelijke bank een failliet sloeg; dat
gén enkele vrouwelijke bankiers-beambte
misbruik van vertrouwen maakte, dat, daar
entegen in Jowa 36 bankiershuizen door
mannen bestuurd, failliet gingen; de treurige
gevolgen van deze faillissementen waren : zes
zelfmoorden eu zes gerechtelijke vonnissen.
....Wenn arn Missouri Alles schwiege....
zouden cijfers spreken.
* *
#
De weduwe van Graaf Waldersee heeft een
geschenk gezonden aan het nationale museum
van Hannover: een jas van Graaf Waldersee.
Het kleedingstuk dat de graaf droeg, toen
hij voor de eerste maal een gedeelte der
krijgslasteu, aan Frankrijk na den oorlog van
1870 opgelegd, in ontvangst nam. Den Isten
Juli 1871 werd te Parijs, in het Louvre, door
den toenmaligen Franschen minister van
financiën aan Waldersee 10i>,400,000 francs
uitbetaald. Dit bedrag stopte de Duitsche
graaf in de zakken van de jas, die thans
door zijne echtgenoote, als historisch stuk
aan een Duitsch museum is vermaakt.
CAPRICE.
zongen tot de merels kwamen en zweden verder.
't Lijkt mij toe, dat hun gezang een middel
is, om honger en ongeduld te vergeten, dat
de zanglust wordt opgewekt door de spanning
de emotie van de verwachting. Zoo staan
wij ook wel te trappelen, of loopen te
fluiten, te zingen of te mopperen, al naar
ouzen aard, wanneer er iets op komst is
da. wij niet verhaasten kunnen en waarop
wij met verlangen s aan te wachten, al is
't maar op een trein die te laat komt en
ons daardoor in ongelegenheid brengt.
Dat de vogels niet al een zingen in den paar
tijd en dat de emotie van de geslachtsdrift de
eenige aanleiding zou zijn, weet ieder wel
die vogels in een vollere hou It of ze in de
??rije natuur bestud-ert. Wel is deiiefdezang
't mooist en 't langdurigst en 't veelvuldigst,
en bij sommige vogels is die tijd de eenige
zangperiode, maar hee veel vogeltjes zingen
lang na 't broeden tot in den winter toe,
zooals de winterkoning, on'.e roodborst en
spreeuw; ook de meezen zingen nu nog of
al weer.
Ook van schrik slaan vogels soms hun
liedje aan. 'k Had van de week een paar
vogels ter leen, oui ze bij de les te laten
zien. Het waren een kneutje en een fratertje.
De eigenaar schreef mij bij 't zenden, dat 't
kneutje tardig zong, maar dat hij 't fratertje
nog niet had gehoord, 'k Hield beide in
een groote ruime kooi, haast een vollere.
Ze piepten een beetje bij 't springen van 't
eene latje op 't andere, maar. zingen kon
dat bezwaarlijk genoemd worden. Eergisteren,
op den morgen vóór de Kerstvakantie, werden
ze teruggehaald, omdat ik ze in de vacantie
moeilijk verzorgen kon, en ik moest ze uit
de gr jote kooi in een klein hangkooitje
overbrenaen. Dat kostte wat moeite, onwil
lens moest ik ze moe jagen om ze beet
te kunnen krijgen, ontglipte er een mijn
hand, dan ging hij op 't stokje zitten en
trachtte hijgend een liedje te singen. Pas
waren ze over en had ik de kooi met papier
ompak't, of daar begonnen beide hu a eigen
liedje uit volle keel te zingen.
Dat was stellig geen blijdschap! Eerder
brachten de angst en de plotselinge overgang
uit de groote lichte woning in de enge don
kere kooi, de diertjes er toe zich op een of
andere wijze te uiten; en hoe kan een zang
vogeltje dit beter doen dan door te gaan
zingen, dat kalmeert, 't geeft ontspanning
aan 't beklemd gemoed. Ook die gewaar
wording kennen wij menschen wel ; voor
menig zenuwachtig rnensch is gaan zingen
of musiceeren een uitkomst, die in sommige
omstandigheden de zenuwen tot rust brengt.
Maar in andere gevallen zingen de vogels
soms, waarin wij 't niet licht zullen doen.
Zoo had een kennis van mij een zanglijster,
die zelden zong; maar die zonder mankeeren
begon, wanneer 't beest plotseling schrikte
voor een vreemde bezoeker, aan wie 't dier
vertoond werd, of voor een kat, die te dicht
bij de kooi kwam, ook voor het onverwachts
hard dichtslaan van een deur of zoo iets.
Dan was de lijster niet tot ophouden of
bedaren te krijgen, hij zou zich do jd zingen,
als zijn kooi niet door een lap of een krant
werd verduisterd.
Ik heb ook al eens verteld dat een vink,
die voor een fiets vlucht soms aan 't zingen
slaat.
Ook zal 't ons niet invallen te gaan zingen,
fluiten of muziek maken, wanneer er een
oorverdoovend geraas in onze nabijheid wordt
gemaakt; eer zullen wij ophonden als wij er
mee bezig zijn en de ooren dicht stoppen.
Zangvogels,kooi vogels maar ook vrije vogels,
galmen in zulke gevallen dikwijls hun hoogste
liedje uit; ik heb 't menigmaal opgemerkt
dat spreeuwen, musseden en vinken, druk
zongen in een boom vlak boven een draai
molen op een kermis in volle werking.
En dan 't zingen even voor 't sterven ! Ik
heb 't zelf nooit waargenomen, maar 't is
herhaaldelijk ge'ioekt dat oude kooi vogels,
die in jaren niet hadden gezonnen, in de laatste
dagen van hun leven mei uitgedoofde stem,
een lang vergeten liedje ophaalden; en 't is best
mogelijk dat de dichterlijke zwanenzang toch
nog een a;rond van waarheid bezit.
Een vogel heeft een opgewekt zenuwleven,
dat lijdt geen twijfel; en dat veel mensehen
zich aangetrokken, soms aangedaan voelen
door vogelgezang, vindt order andere redenen
wellicht daarin een gedeeltelijke verklaring,
dat de zang zoo dikwijls een uiting van een
gemoedsleven is, dat eemgszins en somwijlen
overeenkomt met het onze.
Wie zelf de uitingen van 't vogelleven wil
nagaan, en geen gelegenheid leeft om de
dieren in de vrije natuur te bespieden, te
beluisteren, kan heel veel belangwekkends
waarnemen en leeren, door vogeltjes in een
ruime groote kooi of in een volière te
houden. Dat mag wreed lijken, 't is heusch
zoo erg niet, vooral wanneer de diertjes in
den voorzomer de vrijheid teru^ krijgen.
Dit laatste is toch noodig, omdat er veel
verscheidenheid in 't waarnemen moet zijn,
de een kan den ander aflossen.
Hoe iemand, die buiten de stad woont of
althans dicht bij een park of groote tuinen,
de vogels in zijn nabijheid kan lakken, tot
voor zijn vensters, vertel ik wel eens een
andere keer.
E. HEIMANS.