De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 6 januari pagina 3

6 januari 1907 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1541 DE A M S T E R D A M M E R WEEKBLAD V O O R tf E D E R L A N D. kelgk ig het, dat de onderen pas nat de waardeering ,van Klooa ,zrjn werk opnamen in hun periodieken. Mét Coeas is Prin?, voor zoover mij bekend, van de ouderen de eecige die waardeering vond bij de jongeren . het eerst. Uitweiden over de dichterlijke taal" ligt niet in nujn bedoeling: bet feit constateeren n de verklaring die Kloos ervan gaf te onderschreven lijkt m\j voUïoenie. Liever wil ik trachten door eeuige aanhalingen des dichters verzen bekend te maken. Hoe eenvoudig zijn de volgende tweestrandtooneeltjes, hoe zuiver en geestig gezien: Bijziendheid. O, men kent H in uw grijze kleeren, Met nw Uril, die slof tut lache'i gaf... Schalksche meisjes kom»n op u af, N n ge uit zee naav 't koetsjc weer wilt kecrcn. »T)ag, heer Adam" ... 't kan geen r.'n-t hun deeren, Ouk al kijkt ge, heerschap, no/ zoo straf, Ook al springt ge koetsnaarls in den draf: Naakte meuschen kan inen niet vereeren. Kn de jengd, onhoorbaar toegetreden, Stoot de deur, iloorspieilt de koets met 't ooï; En, niets merkend, wrijft ge uw natte leden Met dtn handdoek veel te langzaam droog; Eu, verkwikt het trapjen afgegleden, Klinkt een lachje irjuisch, heider, hoog. En dan dit: Blanke beenen onder blauwe broeken Seheeraren tu>s"hen koet-jes w ij,l en zijd; Jn.de stielen, ordloos saamgereid, JSatte iaren boven witte djekeu. Stille dames, biven stlllj boeken, Spieden lung reeJs met opmerkzaamheid; Want een bader is zijn Dommer kwijt En, half raleljos van angst, aan 't zoeken. Heel de republiek van wilde bij n Gonst verstoord hem uit de korven ain: Uooze hommels hmd'.n op met breien, Zonden hem van 't strand wel willen slaan; Maar ien kind uit 't volk hee.t medelijden, Wijst de plek hem waar ziju koets moet s:aan. Het zal ieder na lezing van twee zulke verzen duidelyk zijn dat het publiek-vantoetv daar niets aan vond; dat was zóó gewoon, zóó alledaags, moest dit nu kunst verbeelden en dan nog wel in den s mnetvorm. Maar de aandachtige lezer-van-nu zal het fijne realisme wel te waardeeren weten. Een regenbui teekent hu in de volgende verzen: Giimmig snellen rondgi'i'ulde wolken. Eindeloos groote kluwtns, aan do.u1 't lilauw: Do>dsciie stilte ... toch, ze naJvreu a'in, Scherp weerspiegeld in dj mulenkolken. Schelle fonkeling van millioeuen dolken... I>an de donder; en, van re;;cii laitw, Schudt de wind den nichten milieubouw, L'jeit het rund, dut wegvlucht, ongernolken. Zuiver, a's ge-lepcn e.lelstec nen In et-n rand van donkt-r goud ge\at, JSpiedt de klaprooj door de halmen henen, Glanst de ko<>rnb!oem helder na het bad; En het paarj, met glimmend stijve beenen, Scheert de klaver, koel en druipend nat. Zijn de laatste regels niet heerlijk van observatie? Ik wil nog drie verzen overschrijven en flflpen daarmee te kunnen volstaan om Winkler Prins te doen kennen als een fijngevoelig artiest, die aan de voorwaarde om bekend te worden: sterven, heeft voldaan. Korenvelden. O velden koren, duw den wind beivog.-n, O, in de winden golvend gmdgeel graan Als ik een schaduw langs uw rand zie gaan, Of die der wolk komt stutig aaugsilugen, Pan schijnt gi opeens te rijpen vo >r mijn oogcu, En neemt uw geel een wanner bronsklcur aan: Daa hoor i'< sikkels door nw halmen slaan, Al roept 't verstand: een logen, 't is ecu logen'. En, oppast op 's lanümnns donkven wagen, Die drijft in rossen ."omcravondgloed, liolt ge aan, terzij \an winde omzwierdc hagen, Het dorpje in, door jong en oud begroet: Elk ro m t nw komst als gulden dug der dagen, En dankt vuor 't brood, waarmee ge opniouiv ons vocdl. Mei. 't Tjiichtvunilje waait lanss paarse meiseringi-n, I.augs wilde roos en geurige jasiiiiju: En over a les sprelt iie zonneschijn; Uit wiiijsek-ii komen kuop en bla leren dringen. Dauw, bloemen, jcugl en tranen zijn de dingen "W.wdoor men Jijdl, maar zonlir lia.lepijn ; Omdat in elk een j< nijdig vogelijn, Van 't voorjaar al' tot 's winters, zit te zinsen. Maar 't gaat voorbij wat lieflijk is in 't geuren: Aiiu 't leven grenst de dood, 'het wiegje ijaii 't graf; bteeJs 't zelfde zien we in anderen vorm gebeuren ; De straal ruischt op, valt weer den heuvel af; Op vrojlijk-zijn volgt later droevig treuren, Wat weldaad is, schijnt straks een bittro s!rat'. Dicht stroom en bergst roo m, 't Was ma-kt in Kchternach: l>rn-(lsrli<i/ïi,ii< «,«?<-,/. y,«c,lit liriiinroiid, ylanziy en fan Aoor/ti;/ humj, Vast, :ij aan :''j, bij dr.n arkadi-nbunii, '^r-ell^'t. tal i-üii fnif pt't</tid<J russen. Hier snnift een hengst: ginds schuren merrie vo-sen, \Va:ir pas nog 't vool den glad len tepel ziüig . . . lu 't bierhuis drinken kooplui toog bij t.io Ol rijden aan 0}> schomlendi; karossen. Aan 't einl des daags ter marktplaats wecrgckomen, Aanschouwt het oog gen droge plek, gecu trtvouk: Ken beek is driest de markt aan 'l ovcr.slj'uomci), Voert af het vuil: elk schrobt in damp en smook : Vlot.-, speur 'k mi licht d >or mijn verbijstei .1 droomen : .Men fluistert me in: dat kan een diehlstroom ook! Er blijft mij, naar aanleiding van den sonnettenbundel, nog veel te zeggen over, maar op de profetie in het laatste sonnet van de Toewijding, die den bundel voor-afjaat, een profetie die in vervulling is gegaan, wil ik nog even wijzen. Na een beschrijving van het sonnet gaat bij voort: Dat is 't .Sonnet. Haar tooit geen pronk van vieren; Zij bueit alleen de Wijsheid, ei tn vroT; i/ij ruilt haar gaas voor zwaargeplooide klef ren; En danst den voet in koeler lucht niet moe. Zij zal den dans op NeêrlariJs grond wel leeren: Roep, lieve vrouw, haar slechts het welkom toe. Door het groot aantal aanhalingen uit ?yn eersten bundel moet ik mij beperken met aanhalingen uit zijn verdere zangen. Toch moet ge even naar deze verzen luisteren : .... M'iar in de laan is 't stil, 't Geboonjte is onbewogen, stil de lucht. Een geur van blaadren, saamgc.naa'd, vermolmd, Bedwelmt een wiiing, mengt zich samen met Den wasem van een lossen vochten grond, ? Het is October. En dan dit: Mijn l;ef.-,te draagt in 't groene boseh Eeu lieMen paarseUen ni'irgemloseh. Haar ul.HiiJe lokken darllcn los V,m 't lielit dciovvonkeld, gi>mi en ros: 55ij zingt een lied en kent geen leed In 't iicLle p./jirsrhe morgcukleefl . . . Of dit: Gelijk een b-mte vlindervluc'it, reu stoet van rozige vlokken Gewiegd op vochtige najaarslucht, Geschommeld met zachte schokken, Daalt blad na blad In 't donker bad En blijft er zweven een pooze, Als had het nog in geen sterven zio, En drijft zoo tuss"heu twee werelden in: Het eindige en 't einJeloozc. Had Kloos geen gelijk toen hij schreef dat )iij, na een strofj als deze gelezen te hebben, ten heelen dag gelukkig was? «- * * Stil en zonder het rumoer van aanprijzende vrienden heeft, Wi ikler Prins zijn intrede in de Hollandsehe letteren gedaan. Onge merkt heeft hy zijn eigen plaats ingenomen in de rij van dichters en e f en stil en onzemerkt is hij in de golden, die hij zoo vaak bezong, ter rtis'e gelegd. e wensch in het bovenafgeschreven bericht uitgesproken zal vervuld worden ; een bloem lezing 'zal verschijnen. Is wil hieraan nog een wensuh toevoegen: d.it de in tijdschriften verspreide verzen van Natuur symboliek niet vergeten worden en herinner nog aan deze woordeli" van den dichter: Ach, mijn vrienden, die mij graag wilt prijzen, Kas versuikert de al Ie z»c!e lof! Drup eitroensap op de middagspijzen, Meng nw groen met zuring uit den hof: Ook al hebt ge lokken die vergrijzen, Wekt azijn w .e slaperig is eu dof. G. H. I'A.\XEKOEK JR. Den Haag, 1900. BOEKAANKONDIGING. De geestelijke en llcham'lij'ke opi-oeding van liet kind. In vrije navolging van Prof. B'.edert, (Jas Kind", door Dr. CORXELJA. DE LANGE, kinderarts te Amsterdam, uitgave van Meulenhof töAtnsteriam. In vrije navolging van Prof. Biedert das Kind''! In haar voorbericht deelt de na7olgster ons de reden mede, waarom haars inziens het werk van Biedert in Duitsehland niet welwillend ontvangen is. Ze heeft hare be werking een vrije navolging ge loopt en zich vrij geacht een eigen meening te geven waar die van iien schrijver van de hare afkeek, weg ie Uten wat ongewenscht, toe te voeuen en over te nemen wat gewenscht voorkwam. Met atuicre woorden, de soms zoo keurig gestyleerde opstellen uit Biedert'g werk (een verzameling van opstellen vormend van tal van medici) vervormd, verkort, soms ver lengd, steeds verminkt, verdietst weergegeven. Ware het werk do zuivere vertaling van Biedert's werk geweest dan zouden wij pr vrede mee geh*d hebben, niet begrijpend, waarom dit deel der lezeresi-en, in wier handen het wei k komen zal, zich niet het Duitsche oorspronkelijk weik hadden aange schaft. Van baar toch mag verwacht worden, dat ze de Dnitsche taal, vrucht van haar middelbaar en rnfer uitgebreid onderwijs, niet vergeten waren, toen een baby haar woning binnentrad. Voor verpleegsters, die genen hunner die de Duitsche taal niet volkomen machtig zijn, ware de Nederlandsche verlalirjg welkom geweest on voor haar hadden de medische gedeelten van het Werk, die de navolgster niet we^rgest' 'en heef;, doch de vertaalster wel vertaald zou hebben, slechts gewin kunnen zijr. Wat wij nu krijgen is een verminkt werk, een werk waaraan de ziel ontnomen is, en ik. betreur het dat er allengs al ineer en meer van die navolgingen" komen. Doch niet alleen hierom zou ik met kracht willen opkomen tegen erfn geest van navolging, en vertalingsijver van een deel onzer medici. Wat zou het publiek wel zeggen als er eens in Duittchland uitkwam Der kleine Johanuess'' door Dr. Catl, die ol die in na volging van Dr. Van Kedens kleine Johannes. Dit laatste inet kleine letter op 't titelblad, djch niet op den omslag vermeld in navol ging van vele popu'air goneeskiindigo werkjes in ons land. Op mijn schrijftafel liggen twee dergelijke bewerkingen. 'i Is waar, het titelblad vermeldt in navolging." In het boek van 1900, vermeldende de nieuw uitgekomen boekwerken in N'ederlan l, staat menig werk dat vertaald of nagevolgd werd, doch bij geen mist men wat bij mediti-lipopulairr wirtjen bijna zoiidi'r tit:m>drring regel is, den naam van den schrijver, bij enkelen vindt men dien van vertaler of bewerker. Bij medisch-popu'aire \\erken echter met dikke letters, steeds den naam van den min of meer geleerden vertaler of bewerker" als schrijversnaam geneeand. In de boven aangekondigde bewerking is dit nu ge'ukkig niet het geval, doch tot onzen spijt misten wij reeds boven de inleiding in het nagevolgde boek den naam van den schrijver, van den schepper dier woorden, dier zinnen, dier gedachte. Waarom niet, de schrijversnaam boven die vertaalde inleiding geplaatst? Evenzoo diende boven het volgend opstel vermei i te staan vertaald" of naar" Prof. Gercsheim van Worms, evenals in het oorspronkelijk werk dit het geval is, waar zooals begrijpelijk met dikke letters telkens de naam van den schrijver boven het opstel vermeld staat. Was dit niet 'er navolging waard? En motet, wat mannen als Biedert, Gernsheim, Keinach, Cramer, Wiirlf, Rey, Siegert, Selter, Berlin, Kronenberg, Quint, Tlegler en andere schreven in de beste uren wellicht in de eigen kleurige taal, vertaald, vermaakt, vervormd worden, omdat navolgster of vertaalster het niet geheel ns was met hunne woorden? Dan critiek uitgeoefend; en gaarne hooren wij dan Dr. Cornelia de Lange, wetend dat die kritiek or,8 sltchts fen goede kan komen; doch wat anderen schreven wordt niet andeis dan letterlijk vertaald, zoo nau^keuri^ moge lijk fn dan liefst door een vertaler of vert aUter van beroep, maar worden niet Versneden, verkorven, oi_dat het beter pass of zich voordoe naar 'c oog van een ander. Waar de bewerkster het boek gaarne in handen zag van de vroedvrouwen, daar acht ik de vervulling van dien wensen allernoodlottigst. De;e en ik zeg het met Dr. Cornelia de Lange zoo aehtenswaardige vrouwen en voeg er hij, vrouwen, wier arbeid zoo vaak mikkend wordt ook door ons, deze vrouwen hebben brood, broodnoolig een populair werkje over verzorging en verple ging van het kind in de eerste negen of desnoods veertien dagen; meer nitt, f-n be hoeven werkelijk niet een bewerkte" ver handeling te lezen over puberteit, overgang tot beroep en huwelijk." De verpleegster, ja in haar hand hoort het boek thuis, en voor haar ware wellicht, ik herhaal het, voor de weinige of vele van haar, die gten Duitsch kennen, een vertaling op hare plaats geweett, een eenvoudige ver taling, die miuder on'roofd bad den gloed en de warmte, waarmede sommige gedeelten der oorspronkelijke opstellen geschr«ven zijn dan elke bewerking dit doet. Haarlem. G. A. OOTMAIJ. Niecfe literaire Eiste (Aan den heer J. Steij ten.) Is dit geen dwaasheid?" Aldus de heer f. teynen in het nummer van '2 f Oct. van dit weekblad, waar aij het bankroet wil aantoonen van den crilischen eisch, aan het naturalisme getteld, geen hoogintellectueelen inhoud te leggen in de woorden van alledaagsche personen of kleine luydtn, en daartoe het geval stelt van een auteur, die bij zijn leven gewone dorre bueken" chreef en op zijn sterfdag een schat van nooit-gepuMiceerde ideetn nalaa', die hij a'n sjouwerlieden en schoonmaakster»" nooit in den mond kon leggen. Is dit geen dwaasheid?" Mag ik, om te beginnen, even den heer S. vrager, waarom deze gelingeeide auteur, die schat J?an gedachten niet oude; anderen vorm de wereld imtuiude? Ku waarom het in zijn ('s heeren S.) oo^en minder belachelijk zoa zijn, indien zijno^drleden vr.nd, in plaats van gedachten, maraiergro-sven of chemische ontdekkingen had ge legateerd? Of had onie romancier ook in de;e beide gevallen imwt^ zoeken naar de verbinding dezer chowiie iefken mét zijn literair natuialisme (<./? realisme, wat ik 't zelfde noem). VAv, de heer S. beredeneert deze d cgtn, en straks wil ik hem wel op de wegen der logica ontmoeten, maar eeist moesten wij samen 't eigenlijk eens dóór voelen. Vindt hij de wooiden van Kn.ertje uit Op Hoop van Zejjen": Ik lieb hem nog getooid als een ollerdi-er* nu heu-ch zoo mooi, afgezien van de v^rgelijking-zeif door hein van dubieuze vindingswaarde" genoemd en door mij even zuiver meegevoel i als bij Vondel, die in (Tijsbreght" vader U-ozewiju's wreede dood beschrijft, gelijk het oü'eren van een wille stier, wiens gladde hoornen goud, wiens lenden kransen dekken." Klinken de woorden zoo, dat hij (S ) zegt : Ja, ja, dat mott ze HU zegden, en juist, juist uaet dis. woorden!" Want diiiir gaat het om. De heer Steijnen wil dingen vereenigen, die y.ich, gescheidin, vaak veel Heuriger voordoen. Ik l e'o van hem nooit iets gelezen, (even min, als hij van mij), maar indien de twee genoemde schoonheden : naturalisme en le\eiiSAijsheid in zijn oeuvre" v er bo uden ziju of zullen zijn, op de wijze als hij't hier voor stelt, kan de uitslag gtene audere zijn dan een allerdrakerige bombast-roman, wat toch volstrekt geen noodzakelijk uitvloeisel hoeft te zijn van zijn zeer juist geformuleerde opmerking, dat het niet meer aangaat, boe ken air den vorm te beoorleeleu. Want de kunst der kortzichtigen' (het naturalisme N.B!) en dj gr o j te idee zijn wel degelijk te herscheppen tot eene waaracdti j ontroerende nheid, mijnheer Steijnen! Het hangt er maar van af line, Xemen we een oogenblik datzel de Op Hoop van Zi-gen" tot voorbeeld, een drama, dat, ondanks zijn ene groote fout, wellicht toch 't bet-te is, wat de dramatische litera tuur in de laatste vijftig jaar aan oorspron kelijk werk heeft voortgebracht, dan aan schouwen wij weliswaar een pièce athè-e," maar kunstmatig toegepreekt wordt de idee ons meestal niet, veeleer in den mond gege ven duor het gebeuren, door tiet trieste vér loop der dramatische actie. De groote fout in dit spel van de zee en hier raak ik tevens de kern van mijn meeijingsverscbil niet den heer titeijnen noem ik lu t maniuó karakter van den reeder Bc/8, omdat daar, meer dan op enkele losse momenten (-/.uoals de heer S er n noem h), de auteur om den hoek komt kijken", een optreden door hem te kwader ure, met applau-i begroet, Druk ik mij duidelijk genoeg uit, wanneer ik zeg. dat, indien reeder Boj als een eerlijk me: sch v as geleekend, een handelsman, uitsturend een visscherssehip, hetwelk hij wrak wet t, maar handelendealdus ocder den drang der samenloopetde omstandigheden, onder den wree<ien druk van scherpe con currentie, in 't algemeen onder den looden lift der moderne sociale Anangkè', het Drama nitt alleen zuiverder maar ook minder propagandistisch en meer. .. socialistisch zou zijn geweest, wijl immers dan het stelsel, de inrichting eener gansche mil'ioenen-omvattende sameri'eving, meer dan honderd jaar oud, aai/gevallen wordt, en nu slechts een zekere meneer Bos, 't marqué-type van een persoon, dien men met de hand op het hart niet eens de zuivel e vertegenwoordiger eener categorie noemen durft, gelijk Ibsen's Helmer-figuur (uit Een Poppenhuis") er ^nis? Ik wil deze enkele opmerkingen, (aan den heer S. en anderen ter overweging gegeven), niet besluiten, alvorens de gegronde hoop te hebben uitgesproken, dat zone antipathie voor criiici, welke enkel naar den vorm kunstwerken beoordeelen, slinken zal door de blijde komst van inlk eene gezonde kunet, mild ons zegenend met hare overvloedige vrucht, goddelijker dan de met paardemiddelen maar half genezen Muze van zijn drooinen (of liever van z'n nachtmerrie). ED. COEXEAADS. Aan mijn Vaderland. A. A. Noske, mudekuitgever, Middelburg, is voornemens in druk te dotn verschgnen: B-rnaid Zweert 3e symphon'e Aan mijn Vadtrlana'. Dit omvangrijke werk van hooge beteekenis is herhaaldelijk door het Amsterdamsen Concertgebouw-orkest ui gevoerd, maar daar door toch slechts tot een betrekkelijk klein deel van het Nederlandsche volk doorge drongen. Allen het we.rk nader te brengen, die be lang stellen in de Nederlandsche Toonkunst in het algemeen en in dit voorname opus in het bijzonder, i-i het doel van deze uitgaaf. De -yjiphonie bestaat uit vier deelen, die tot juiste karakteriseericg van den inhoud ieder een opschrift dragen: a. In Neerlandi wouden, b. Op het land. c. Aan het strand en op zee. d. Ter hoofdstad. Een frissche echt-Hollandsche geest waait door deze op breeden grondslag gebouwde compositie, waarin op meesterlijke wijze de verschillende indrukken zijn verwerkt, die ie componist in het natuurschoon van zijn vaderland ontving, en die hem tot zijn grootsche schepping drongen. Natuurlijk zijn aan de uitgave van een werk van zulk een omvang zeer groote kosten verbonden. Het voornemen is uit te geven: de orkest partituur, het volledig orkestmateriaal, be nevens (om bet werk onder ieders bereik te brengen): een vierhandig 'ulavier-uittrekfe1, bewerkt door Jacques I'rtsburg, (oud leerling van Beruard Xwtersi, De piijs der orkestpartituur (ongeveer bOO bladzijden) zal vermoedelijk Ifidraaen: ?40, die van het vieriandig klavier-uittreksel (ongeveer 140 blad'.ijden) hoogstens ?5.40. Men mag vertrouwen, dat, waar het bier meer dan ooit betreft een Nederlandsen muzikaal standaard verk, de belangstelling niet alleen groot, maar zelfs algemeen zal zijn, waarin dan het bewijs is te zien, dat men ook in ( ns vaderland de waarde erkent van de spreuk: Eigen kunst is eigen leven". Wandkalender. De A.m-terdamxche Boek- en Steendrukke.rij v/h. Ellerman, Karma & Co. heeft zij n begun stigers een w and k aten il er doen vervaardiger, versierd met een prentje naar een teekening van D. Valkenburg, waaruit men kan zien wat men met drie kleuren vermag. Het lijst werk, papier, druk zijn uitstekend verzorgd en aangenaam van tii.t. NIEUW£ UITGAVEV De Xrtoihuktlijkiieid (n de prnc/ifche mogelijk heid van df i'.r'-erhig ran rerpl dit GymnastiekOnde.wijx in Xidrrim.d. Lezing niet debat, gehouden in de Alg. Verg. van den Bond van H. O. V. den 21 Oclober UHKÏ, door J. M. SciiiiKi-KK. (Kt-nisjszins vei-kon) Tie), A. van Loon. Arti et Indnstriae." Xeder'andgche Vereejjijrng tot bevorde in» van Kunstnijverheid te 'sGravenhage Jra/n?-<M<7 1903?111(5. J air boek je. I\)(l7 roor l'lnint<:i t houder* en K<m'}iieï'fn';kers tn Inn difliet ivilltn wordtin. Assen, N. V. Stoomdr. Floialia" Uitgaven van het, Centraalbureau voor Sociale adviexen," I Klein iniluftruen te 2 platten toide, bewerkt d ;or mr. E. M. MEIJEUS. Zwolle De Erven J. J. T ijl. iïlttnttpei g'ii/ni'eri'ng, door F. M. AYnuL'T. Rotterdam, II. A. Wakker & Co. MlllllllillllllllMlII VOOR DAMES. Een en ar.der naar aanleiding van het 3de Internationale Congres tot bestrjjding van den handel in vrouwen en meisjes, gehouden te Parijs van 22-25 Oct. 1906. II. (Mot). Na de rapporten kwamen in behandeling de ze "en vragen, waarover 't congres zich zou uitspreken; over elk dezer was het advies van het nat. comitévan een der aan gesloten landen gevjaagd en een rapporteur uit elk dezer c-jmité's zou ?.e inleiien. Duitsehland kreeg de inh-idiug over de noodzakelijkheid van mér voeling tufschen de nat. comité's der onderscheiden lauden onderling, eu over de verhouding van de nat. comité's tot de regeeringsbureaux; Zwit serland over het stichten van locale comité's in de haven- en grensstedm en van een 2de Internationaal bureau van informatie, tot slvun en aanvulling van het reeds bestaande | in Engeland. Tegen dit laatste voorstel werd evenwel sterk oppositie gevoerd, onülat men t r den tijd nog niet voor gekozen achtte, zoolang niet elk der aangesloten lauden een eigen informatiebureau had, en omdat men er een zeker wantrouwen in mg tegen 't Engelsche bureau ; er werd dan ook besloten nog niet tot de oprichting ov«r te gaan. De Fransche rapporteur bepleitte de nood zakelijkheid van toezicht op de havens en stations in elk land, zooals dit reeds bij ons, o. a. in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam op de stations geschiedt door de Vereenis-ing ter behartiging van de belangen der jonge meisjes en de R. C. Centrale Vereeniging ter bescherming van meisjes. ?> Een der moeilijkheden büde bespreking dezer vraag, was de questie van 't insigne, dat de dames die surveilleeren, dragen en dat, wil het doeltietfend wezen, iuteinationaal moet zijn Küwas natuurlijk elke vereeniging er op gesteld baar eigen insigne te behou len en zou deze. oogensc lijnlijke nietigheid, aan leiding hebben kunnen geven tot moeilijk heden, indien niet het ei van Columbus wa e gevonden in de ''epaling, dat elk der vereenigingen haar eigen insigne zou behouden en zou mogen en moeten dragen wast een algemeen internationaal heikenningsteeken, dat de gecombineerde kleuren zal krijgen van de verschillende vereenigin^en, 't blauw van de Piotesiantc-n. 't geel van de KooraschCath jlieken. Het vierde punt betrof de in-telling van een telegrafische co ie, wat de kosten aacmerkelijk zul verminderen; be-loten werd aan 't Eransche comitéop te dragen, deze samen te stellen. De quatstie van de piste restan'e brieven voor minde'jiirigen, l et fie punt op d« agenda werd door den Belyischen rapporteur be handeld. Daar het wel bijna al ij d voor den postbeambte 01,doenlijk zal zijn uit te maken wie rninderj irig is en wie niet, werd besloten bij de postadministralie ;'an te dringen op een verbod van 't afgeven van post»-re-tante briefen aan onbegeleide kiml.-ren, nirt voor zien van een autorisatie hunner oud rs. Bij het zesde punt, dat weer door den Franfchen rappotteur werd. ir/beleid en de controle o > kleine theaters en caf -chantant tablissementen betrof, kramen vree.selijke bijzonderheden aan 't licht over de wijze waarop de vrouwelijke art is! en in zulke tablissementen worden geëxploiteerd ten behoeve der prosti'.uli-', waarom liet congres zich dan ook vereenigle met de voorstellen van den rapporteur, ten doel hebben'e een scherpe con'ró'e op deze gelegenheden en 40 B e n 11 per r e g ? l. 'HlltlllllMIIMIMIIIIMIIIIIIIIJIMIMIIIHIIIIIIIfflIlinilMIII Bitterwater NEDERLANDSCHE INDUSTRIE TER VERVAARDIGING VAN IEDER STUK DAT KRIMPT WORDT ;TERU^ÊNOMEH FABRIKANTEN V ALT O N IONEN, AMSTERDAM. V cfk, ijfobaar urj; Firma A!)H. KCHAKKL, Hofl., Amst. AI'<l K 1:1'/.KI-t*n <)!?', Amst. All Al tui. IIU f MA UC H K, Amst. /i A KEK. Den Haag. tl- Hl R<iH. Leiden. AVI/v 77 ?(,l A,v A'. Utrecht. /S/K'//.sd- C'» . Utrecht. FA) n. 'j'HO J'' Arnhem. 1.1K\TR. Arnhem. .?l. VA v HOüTE, Zwolle. Eenige Fabrikanten W.BengsrSuhne SMrnarlHooidüepót te AMSTKRDAM: Kalvernr. 157 K. P. DEUSCHLE-BENGER. E m S 6 r Wa t C r (Kranchen) 26 CBNT PER HKELK KRUIK. e itfi^r Pa s til les 5$ CENT PER DOOS. BOUWT te HUNSPEET o/d. VELUWE. Inlicht, b d. Vereeniging Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland te Nunspeet.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl