Historisch Archief 1877-1940
No. 1541
DE A M S T E R D A M M E R WEEKBLAD V O O R tf E D E R L A N D.
kelgk ig het, dat de onderen pas nat de
waardeering ,van Klooa ,zrjn werk opnamen
in hun periodieken. Mét Coeas is Prin?,
voor zoover mij bekend, van de ouderen de
eecige die waardeering vond bij de jongeren
. het eerst.
Uitweiden over de dichterlijke taal" ligt
niet in nujn bedoeling: bet feit constateeren
n de verklaring die Kloos ervan gaf te
onderschreven lijkt m\j voUïoenie. Liever
wil ik trachten door eeuige aanhalingen des
dichters verzen bekend te maken.
Hoe eenvoudig zijn de volgende
tweestrandtooneeltjes, hoe zuiver en geestig gezien:
Bijziendheid.
O, men kent H in uw grijze kleeren,
Met nw Uril, die slof tut lache'i gaf...
Schalksche meisjes kom»n op u af,
N n ge uit zee naav 't koetsjc weer wilt kecrcn.
»T)ag, heer Adam" ... 't kan geen r.'n-t hun deeren,
Ouk al kijkt ge, heerschap, no/ zoo straf,
Ook al springt ge koetsnaarls in den draf:
Naakte meuschen kan inen niet vereeren.
Kn de jengd, onhoorbaar toegetreden,
Stoot de deur, iloorspieilt de koets met 't ooï;
En, niets merkend, wrijft ge uw natte leden
Met dtn handdoek veel te langzaam droog;
Eu, verkwikt het trapjen afgegleden,
Klinkt een lachje irjuisch, heider, hoog.
En dan dit:
Blanke beenen onder blauwe broeken
Seheeraren tu>s"hen koet-jes w ij,l en zijd;
Jn.de stielen, ordloos saamgereid,
JSatte iaren boven witte djekeu.
Stille dames, biven stlllj boeken,
Spieden lung reeJs met opmerkzaamheid;
Want een bader is zijn Dommer kwijt
En, half raleljos van angst, aan 't zoeken.
Heel de republiek van wilde bij n
Gonst verstoord hem uit de korven ain:
Uooze hommels hmd'.n op met breien,
Zonden hem van 't strand wel willen slaan;
Maar ien kind uit 't volk hee.t medelijden,
Wijst de plek hem waar ziju koets moet s:aan.
Het zal ieder na lezing van twee zulke
verzen duidelyk zijn dat het
publiek-vantoetv daar niets aan vond; dat was zóó gewoon,
zóó alledaags, moest dit nu kunst verbeelden
en dan nog wel in den s mnetvorm.
Maar de aandachtige lezer-van-nu zal het
fijne realisme wel te waardeeren weten.
Een regenbui teekent hu in de volgende
verzen:
Giimmig snellen rondgi'i'ulde wolken.
Eindeloos groote kluwtns, aan do.u1 't lilauw:
Do>dsciie stilte ... toch, ze naJvreu a'in,
Scherp weerspiegeld in dj mulenkolken.
Schelle fonkeling van millioeuen dolken...
I>an de donder; en, van re;;cii laitw,
Schudt de wind den nichten milieubouw,
L'jeit het rund, dut wegvlucht, ongernolken.
Zuiver, a's ge-lepcn e.lelstec nen
In et-n rand van donkt-r goud ge\at,
JSpiedt de klaprooj door de halmen henen,
Glanst de ko<>rnb!oem helder na het bad;
En het paarj, met glimmend stijve beenen,
Scheert de klaver, koel en druipend nat.
Zijn de laatste regels niet heerlijk van
observatie?
Ik wil nog drie verzen overschrijven en
flflpen daarmee te kunnen volstaan om Winkler
Prins te doen kennen als een fijngevoelig
artiest, die aan de voorwaarde om bekend
te worden: sterven, heeft voldaan.
Korenvelden.
O velden koren, duw den wind beivog.-n,
O, in de winden golvend gmdgeel graan
Als ik een schaduw langs uw rand zie gaan,
Of die der wolk komt stutig aaugsilugen,
Pan schijnt gi opeens te rijpen vo >r mijn oogcu,
En neemt uw geel een wanner bronsklcur aan:
Daa hoor i'< sikkels door nw halmen slaan,
Al roept 't verstand: een logen, 't is ecu logen'.
En, oppast op 's lanümnns donkven wagen,
Die drijft in rossen ."omcravondgloed,
liolt ge aan, terzij \an winde omzwierdc hagen,
Het dorpje in, door jong en oud begroet:
Elk ro m t nw komst als gulden dug der dagen,
En dankt vuor 't brood, waarmee ge opniouiv ons vocdl.
Mei.
't Tjiichtvunilje waait lanss paarse meiseringi-n,
I.augs wilde roos en geurige jasiiiiju:
En over a les sprelt iie zonneschijn;
Uit wiiijsek-ii komen kuop en bla leren dringen.
Dauw, bloemen, jcugl en tranen zijn de dingen
"W.wdoor men Jijdl, maar zonlir lia.lepijn ;
Omdat in elk een j< nijdig vogelijn,
Van 't voorjaar al' tot 's winters, zit te zinsen.
Maar 't gaat voorbij wat lieflijk is in 't geuren:
Aiiu 't leven grenst de dood, 'het wiegje ijaii 't graf;
bteeJs 't zelfde zien we in anderen vorm gebeuren ;
De straal ruischt op, valt weer den heuvel af;
Op vrojlijk-zijn volgt later droevig treuren,
Wat weldaad is, schijnt straks een bittro s!rat'.
Dicht stroom en bergst roo m,
't Was ma-kt in Kchternach: l>rn-(lsrli<i/ïi,ii< «,«?<-,/.
y,«c,lit liriiinroiid, ylanziy en fan Aoor/ti;/ humj,
Vast, :ij aan :''j, bij dr.n arkadi-nbunii,
'^r-ell^'t. tal i-üii fnif pt't</tid<J russen.
Hier snnift een hengst: ginds schuren merrie vo-sen,
\Va:ir pas nog 't vool den glad len tepel ziüig . . .
lu 't bierhuis drinken kooplui toog bij t.io
Ol rijden aan 0}> schomlendi; karossen.
Aan 't einl des daags ter marktplaats wecrgckomen,
Aanschouwt het oog gen droge plek, gecu trtvouk:
Ken beek is driest de markt aan 'l ovcr.slj'uomci),
Voert af het vuil: elk schrobt in damp en smook :
Vlot.-, speur 'k mi licht d >or mijn verbijstei .1 droomen :
.Men fluistert me in: dat kan een diehlstroom ook!
Er blijft mij, naar aanleiding van den
sonnettenbundel, nog veel te zeggen over,
maar op de profetie in het laatste sonnet
van de Toewijding, die den bundel
voor-afjaat, een profetie die in vervulling is gegaan,
wil ik nog even wijzen.
Na een beschrijving van het sonnet gaat
bij voort:
Dat is 't .Sonnet. Haar tooit geen pronk van vieren;
Zij bueit alleen de Wijsheid, ei tn vroT;
i/ij ruilt haar gaas voor zwaargeplooide klef ren;
En danst den voet in koeler lucht niet moe.
Zij zal den dans op NeêrlariJs grond wel leeren:
Roep, lieve vrouw, haar slechts het welkom toe.
Door het groot aantal aanhalingen uit ?yn
eersten bundel moet ik mij beperken met
aanhalingen uit zijn verdere zangen.
Toch moet ge even naar deze verzen
luisteren :
.... M'iar in de laan is 't stil,
't Geboonjte is onbewogen, stil de lucht.
Een geur van blaadren, saamgc.naa'd, vermolmd,
Bedwelmt een wiiing, mengt zich samen met
Den wasem van een lossen vochten grond, ?
Het is October.
En dan dit:
Mijn l;ef.-,te draagt in 't groene boseh
Eeu lieMen paarseUen ni'irgemloseh.
Haar ul.HiiJe lokken darllcn los
V,m 't lielit dciovvonkeld, gi>mi en ros:
55ij zingt een lied en kent geen leed
In 't iicLle p./jirsrhe morgcukleefl . . .
Of dit:
Gelijk een b-mte vlindervluc'it,
reu stoet van rozige vlokken
Gewiegd op vochtige najaarslucht,
Geschommeld met zachte schokken,
Daalt blad na blad
In 't donker bad
En blijft er zweven een pooze,
Als had het nog in geen sterven zio,
En drijft zoo tuss"heu twee werelden in:
Het eindige en 't einJeloozc.
Had Kloos geen gelijk toen hij schreef
dat )iij, na een strofj als deze gelezen te
hebben, ten heelen dag gelukkig was?
«- *
*
Stil en zonder het rumoer van aanprijzende
vrienden heeft, Wi ikler Prins zijn intrede
in de Hollandsehe letteren gedaan. Onge
merkt heeft hy zijn eigen plaats ingenomen
in de rij van dichters en e f en stil en
onzemerkt is hij in de golden, die hij zoo vaak
bezong, ter rtis'e gelegd.
e wensch in het bovenafgeschreven bericht
uitgesproken zal vervuld worden ; een bloem
lezing 'zal verschijnen. Is wil hieraan nog
een wensuh toevoegen: d.it de in tijdschriften
verspreide verzen van Natuur symboliek niet
vergeten worden en herinner nog aan deze
woordeli" van den dichter:
Ach, mijn vrienden, die mij graag wilt prijzen,
Kas versuikert de al Ie z»c!e lof!
Drup eitroensap op de middagspijzen,
Meng nw groen met zuring uit den hof:
Ook al hebt ge lokken die vergrijzen,
Wekt azijn w .e slaperig is eu dof.
G. H. I'A.\XEKOEK JR.
Den Haag, 1900.
BOEKAANKONDIGING.
De geestelijke en llcham'lij'ke opi-oeding
van liet kind. In vrije navolging van
Prof. B'.edert, (Jas Kind", door Dr.
CORXELJA. DE LANGE, kinderarts te
Amsterdam, uitgave van Meulenhof
töAtnsteriam.
In vrije navolging van Prof. Biedert das
Kind''!
In haar voorbericht deelt de na7olgster
ons de reden mede, waarom haars inziens
het werk van Biedert in Duitsehland niet
welwillend ontvangen is. Ze heeft hare be
werking een vrije navolging ge loopt en zich
vrij geacht een eigen meening te geven waar
die van iien schrijver van de hare afkeek,
weg ie Uten wat ongewenscht, toe te voeuen
en over te nemen wat gewenscht voorkwam.
Met atuicre woorden, de soms zoo keurig
gestyleerde opstellen uit Biedert'g werk (een
verzameling van opstellen vormend van tal
van medici) vervormd, verkort, soms ver
lengd, steeds verminkt, verdietst weergegeven.
Ware het werk do zuivere vertaling van
Biedert's werk geweest dan zouden wij pr
vrede mee geh*d hebben, niet begrijpend,
waarom dit deel der lezeresi-en, in wier
handen het wei k komen zal, zich niet het
Duitsche oorspronkelijk weik hadden aange
schaft. Van baar toch mag verwacht worden,
dat ze de Dnitsche taal, vrucht van haar
middelbaar en rnfer uitgebreid onderwijs,
niet vergeten waren, toen een baby haar
woning binnentrad. Voor verpleegsters, die
genen hunner die de Duitsche taal niet
volkomen machtig zijn, ware de
Nederlandsche verlalirjg welkom geweest on voor
haar hadden de medische gedeelten van het
Werk, die de navolgster niet we^rgest' 'en
heef;, doch de vertaalster wel vertaald zou
hebben, slechts gewin kunnen zijr.
Wat wij nu krijgen is een verminkt werk,
een werk waaraan de ziel ontnomen is, en
ik. betreur het dat er allengs al ineer en
meer van die navolgingen" komen. Doch
niet alleen hierom zou ik met kracht willen
opkomen tegen erfn geest van navolging, en
vertalingsijver van een deel onzer medici.
Wat zou het publiek wel zeggen als er
eens in Duittchland uitkwam Der kleine
Johanuess'' door Dr. Catl, die ol die in na
volging van Dr. Van Kedens kleine Johannes.
Dit laatste inet kleine letter op 't titelblad,
djch niet op den omslag vermeld in navol
ging van vele popu'air goneeskiindigo werkjes
in ons land. Op mijn schrijftafel liggen
twee dergelijke bewerkingen.
'i Is waar, het titelblad vermeldt in
navolging."
In het boek van 1900, vermeldende de
nieuw uitgekomen boekwerken in N'ederlan l,
staat menig werk dat vertaald of nagevolgd
werd, doch bij geen mist men wat bij
mediti-lipopulairr wirtjen bijna zoiidi'r tit:m>drring regel
is, den naam van den schrijver, bij enkelen
vindt men dien van vertaler of bewerker.
Bij medisch-popu'aire \\erken echter met
dikke letters, steeds den naam van den min
of meer geleerden vertaler of bewerker" als
schrijversnaam geneeand.
In de boven aangekondigde bewerking is
dit nu ge'ukkig niet het geval, doch tot
onzen spijt misten wij reeds boven de
inleiding in het nagevolgde boek den naam
van den schrijver, van den schepper dier
woorden, dier zinnen, dier gedachte. Waarom
niet, de schrijversnaam boven die vertaalde
inleiding geplaatst? Evenzoo diende boven
het volgend opstel vermei i te staan vertaald"
of naar" Prof. Gercsheim van Worms, evenals
in het oorspronkelijk werk dit het geval is,
waar zooals begrijpelijk met dikke letters
telkens de naam van den schrijver boven
het opstel vermeld staat. Was dit niet 'er
navolging waard? En motet, wat mannen als
Biedert, Gernsheim, Keinach, Cramer, Wiirlf,
Rey, Siegert, Selter, Berlin, Kronenberg,
Quint, Tlegler en andere schreven in de
beste uren wellicht in de eigen kleurige
taal, vertaald, vermaakt, vervormd worden,
omdat navolgster of vertaalster het niet
geheel ns was met hunne woorden? Dan
critiek uitgeoefend; en gaarne hooren wij
dan Dr. Cornelia de Lange, wetend dat die
kritiek or,8 sltchts fen goede kan komen;
doch wat anderen schreven wordt niet andeis
dan letterlijk vertaald, zoo nau^keuri^ moge
lijk fn dan liefst door een vertaler of
vert aUter van beroep, maar worden niet
Versneden, verkorven, oi_dat het beter pass
of zich voordoe naar 'c oog van een ander.
Waar de bewerkster het boek gaarne in
handen zag van de vroedvrouwen, daar acht
ik de vervulling van dien wensen
allernoodlottigst. De;e en ik zeg het met Dr. Cornelia
de Lange zoo aehtenswaardige vrouwen
en voeg er hij, vrouwen, wier arbeid zoo
vaak mikkend wordt ook door ons, deze
vrouwen hebben brood, broodnoolig een
populair werkje over verzorging en verple
ging van het kind in de eerste negen of
desnoods veertien dagen; meer nitt, f-n be
hoeven werkelijk niet een bewerkte" ver
handeling te lezen over puberteit, overgang
tot beroep en huwelijk."
De verpleegster, ja in haar hand hoort het
boek thuis, en voor haar ware wellicht, ik
herhaal het, voor de weinige of vele van
haar, die gten Duitsch kennen, een vertaling
op hare plaats geweett, een eenvoudige ver
taling, die miuder on'roofd bad den gloed
en de warmte, waarmede sommige gedeelten
der oorspronkelijke opstellen geschr«ven zijn
dan elke bewerking dit doet.
Haarlem. G. A. OOTMAIJ.
Niecfe literaire Eiste
(Aan den heer J. Steij ten.)
Is dit geen dwaasheid?"
Aldus de heer f. teynen in het nummer
van '2 f Oct. van dit weekblad, waar aij het
bankroet wil aantoonen van den crilischen
eisch, aan het naturalisme getteld, geen
hoogintellectueelen inhoud te leggen in de woorden
van alledaagsche personen of kleine luydtn,
en daartoe het geval stelt van een auteur,
die bij zijn leven gewone dorre bueken"
chreef en op zijn sterfdag een schat van
nooit-gepuMiceerde ideetn nalaa', die hij a'n
sjouwerlieden en schoonmaakster»" nooit in
den mond kon leggen.
Is dit geen dwaasheid?"
Mag ik, om te beginnen, even den heer
S. vrager, waarom deze gelingeeide auteur,
die schat J?an gedachten niet oude; anderen
vorm de wereld imtuiude?
Ku waarom het in zijn ('s heeren S.) oo^en
minder belachelijk zoa zijn, indien
zijno^drleden vr.nd, in plaats van gedachten,
maraiergro-sven of chemische ontdekkingen had ge
legateerd? Of had onie romancier ook in
de;e beide gevallen imwt^ zoeken naar de
verbinding dezer chowiie iefken mét
zijn literair natuialisme (<./? realisme, wat ik
't zelfde noem).
VAv, de heer S. beredeneert deze d cgtn, en
straks wil ik hem wel op de wegen der
logica ontmoeten, maar eeist moesten wij
samen 't eigenlijk eens dóór voelen.
Vindt hij de wooiden van Kn.ertje uit
Op Hoop van Zejjen": Ik lieb hem nog
getooid als een ollerdi-er* nu heu-ch zoo
mooi, afgezien van de v^rgelijking-zeif door
hein van dubieuze vindingswaarde" genoemd
en door mij even zuiver meegevoel i als bij
Vondel, die in (Tijsbreght" vader U-ozewiju's
wreede dood beschrijft, gelijk het oü'eren
van een wille stier, wiens gladde hoornen
goud, wiens lenden kransen dekken."
Klinken de woorden zoo, dat hij (S ) zegt :
Ja, ja, dat mott ze HU zegden, en juist,
juist uaet dis. woorden!"
Want diiiir gaat het om.
De heer Steijnen wil dingen vereenigen,
die y.ich, gescheidin, vaak veel Heuriger
voordoen.
Ik l e'o van hem nooit iets gelezen, (even
min, als hij van mij), maar indien de twee
genoemde schoonheden : naturalisme en
le\eiiSAijsheid in zijn oeuvre" v er bo uden ziju
of zullen zijn, op de wijze als hij't hier voor
stelt, kan de uitslag gtene audere zijn dan
een allerdrakerige bombast-roman, wat
toch volstrekt geen noodzakelijk uitvloeisel
hoeft te zijn van zijn zeer juist geformuleerde
opmerking, dat het niet meer aangaat, boe
ken air den vorm te beoorleeleu.
Want de kunst der kortzichtigen' (het
naturalisme N.B!) en dj gr o j te idee zijn
wel degelijk te herscheppen tot eene
waaracdti j ontroerende nheid, mijnheer Steijnen!
Het hangt er maar van af line,
Xemen we een oogenblik datzel de Op
Hoop van Zi-gen" tot voorbeeld, een drama,
dat, ondanks zijn ene groote fout, wellicht
toch 't bet-te is, wat de dramatische litera
tuur in de laatste vijftig jaar aan oorspron
kelijk werk heeft voortgebracht, dan aan
schouwen wij weliswaar een pièce athè-e,"
maar kunstmatig toegepreekt wordt de idee
ons meestal niet, veeleer in den mond gege
ven duor het gebeuren, door tiet trieste vér
loop der dramatische actie.
De groote fout in dit spel van de zee
en hier raak ik tevens de kern van mijn
meeijingsverscbil niet den heer titeijnen
noem ik lu t maniuó karakter van den reeder
Bc/8, omdat daar, meer dan op enkele losse
momenten (-/.uoals de heer S er n noem h),
de auteur om den hoek komt kijken", een
optreden door hem te kwader ure, met
applau-i begroet,
Druk ik mij duidelijk genoeg uit, wanneer
ik zeg. dat, indien reeder Boj als een eerlijk
me: sch v as geleekend, een handelsman,
uitsturend een visscherssehip, hetwelk hij
wrak wet t, maar handelendealdus ocder den
drang der samenloopetde omstandigheden,
onder den wree<ien druk van scherpe con
currentie, in 't algemeen onder den looden
lift der moderne sociale Anangkè', het
Drama nitt alleen zuiverder maar ook minder
propagandistisch en meer. .. socialistisch zou
zijn geweest, wijl immers dan het stelsel, de
inrichting eener gansche
mil'ioenen-omvattende sameri'eving, meer dan honderd jaar
oud, aai/gevallen wordt, en nu slechts een
zekere meneer Bos, 't marqué-type van een
persoon, dien men met de hand op het hart
niet eens de zuivel e vertegenwoordiger eener
categorie noemen durft, gelijk Ibsen's
Helmer-figuur (uit Een Poppenhuis") er ^nis?
Ik wil deze enkele opmerkingen, (aan den
heer S. en anderen ter overweging gegeven),
niet besluiten, alvorens de gegronde hoop te
hebben uitgesproken, dat zone antipathie
voor criiici, welke enkel naar den vorm
kunstwerken beoordeelen, slinken zal door
de blijde komst van inlk eene gezonde kunet,
mild ons zegenend met hare overvloedige
vrucht, goddelijker dan de met
paardemiddelen maar half genezen Muze van zijn
drooinen (of liever van z'n nachtmerrie).
ED. COEXEAADS.
Aan mijn Vaderland.
A. A. Noske, mudekuitgever, Middelburg,
is voornemens in druk te dotn verschgnen:
B-rnaid Zweert 3e symphon'e Aan mijn
Vadtrlana'.
Dit omvangrijke werk van hooge
beteekenis is herhaaldelijk door het Amsterdamsen
Concertgebouw-orkest ui gevoerd, maar daar
door toch slechts tot een betrekkelijk klein
deel van het Nederlandsche volk doorge
drongen.
Allen het we.rk nader te brengen, die be
lang stellen in de Nederlandsche Toonkunst
in het algemeen en in dit voorname opus in
het bijzonder, i-i het doel van deze uitgaaf.
De -yjiphonie bestaat uit vier deelen, die
tot juiste karakteriseericg van den inhoud
ieder een opschrift dragen: a. In Neerlandi
wouden, b. Op het land. c. Aan het strand
en op zee. d. Ter hoofdstad.
Een frissche echt-Hollandsche geest waait
door deze op breeden grondslag gebouwde
compositie, waarin op meesterlijke wijze de
verschillende indrukken zijn verwerkt, die ie
componist in het natuurschoon van zijn
vaderland ontving, en die hem tot zijn
grootsche schepping drongen.
Natuurlijk zijn aan de uitgave van een werk
van zulk een omvang zeer groote kosten
verbonden.
Het voornemen is uit te geven: de orkest
partituur, het volledig orkestmateriaal, be
nevens (om bet werk onder ieders bereik te
brengen):
een vierhandig 'ulavier-uittrekfe1, bewerkt
door Jacques I'rtsburg, (oud leerling van
Beruard Xwtersi,
De piijs der orkestpartituur (ongeveer bOO
bladzijden) zal vermoedelijk Ifidraaen: ?40,
die van het vieriandig klavier-uittreksel
(ongeveer 140 blad'.ijden) hoogstens ?5.40.
Men mag vertrouwen, dat, waar het bier
meer dan ooit betreft een Nederlandsen
muzikaal standaard verk, de belangstelling
niet alleen groot, maar zelfs algemeen zal
zijn, waarin dan het bewijs is te zien, dat
men ook in ( ns vaderland de waarde erkent
van de spreuk: Eigen kunst is eigen leven".
Wandkalender.
De A.m-terdamxche Boek- en Steendrukke.rij
v/h. Ellerman, Karma & Co. heeft zij n begun
stigers een w and k aten il er doen vervaardiger,
versierd met een prentje naar een teekening
van D. Valkenburg, waaruit men kan zien
wat men met drie kleuren vermag. Het lijst
werk, papier, druk zijn uitstekend verzorgd
en aangenaam van tii.t.
NIEUW£ UITGAVEV
De Xrtoihuktlijkiieid (n de prnc/ifche mogelijk
heid van df i'.r'-erhig ran rerpl dit
GymnastiekOnde.wijx in Xidrrim.d. Lezing niet debat,
gehouden in de Alg. Verg. van den Bond van
H. O. V. den 21 Oclober UHKÏ, door J. M.
SciiiiKi-KK. (Kt-nisjszins vei-kon) Tie), A.
van Loon.
Arti et Indnstriae." Xeder'andgche
Vereejjijrng tot bevorde in» van Kunstnijverheid
te 'sGravenhage Jra/n?-<M<7 1903?111(5.
J air boek je. I\)(l7 roor l'lnint<:i t houder* en
K<m'}iieï'fn';kers tn Inn difliet ivilltn wordtin.
Assen, N. V. Stoomdr. Floialia"
Uitgaven van het, Centraalbureau voor
Sociale adviexen," I Klein iniluftruen te 2
platten toide, bewerkt d ;or mr. E. M. MEIJEUS.
Zwolle De Erven J. J. T ijl.
iïlttnttpei g'ii/ni'eri'ng, door F. M. AYnuL'T.
Rotterdam, II. A. Wakker & Co.
MlllllllillllllllMlII
VOOR DAMES.
Een en ar.der naar aanleiding van
het 3de Internationale Congres
tot bestrjjding van den handel
in vrouwen en meisjes,
gehouden te Parijs van
22-25 Oct. 1906.
II. (Mot).
Na de rapporten kwamen in behandeling
de ze "en vragen, waarover 't congres zich
zou uitspreken; over elk dezer was het
advies van het nat. comitévan een der aan
gesloten landen gevjaagd en een rapporteur
uit elk dezer c-jmité's zou ?.e inleiien.
Duitsehland kreeg de inh-idiug over de
noodzakelijkheid van mér voeling tufschen
de nat. comité's der onderscheiden lauden
onderling, eu over de verhouding van de
nat. comité's tot de regeeringsbureaux; Zwit
serland over het stichten van locale comité's
in de haven- en grensstedm en van een 2de
Internationaal bureau van informatie, tot
slvun en aanvulling van het reeds bestaande |
in Engeland.
Tegen dit laatste voorstel werd evenwel
sterk oppositie gevoerd, onülat men t r den
tijd nog niet voor gekozen achtte, zoolang
niet elk der aangesloten lauden een eigen
informatiebureau had, en omdat men er een
zeker wantrouwen in mg tegen 't Engelsche
bureau ; er werd dan ook besloten nog niet
tot de oprichting ov«r te gaan.
De Fransche rapporteur bepleitte de nood
zakelijkheid van toezicht op de havens en
stations in elk land, zooals dit reeds bij ons,
o. a. in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam
op de stations geschiedt door de Vereenis-ing
ter behartiging van de belangen der jonge
meisjes en de R. C. Centrale Vereeniging
ter bescherming van meisjes. ?>
Een der moeilijkheden büde bespreking
dezer vraag, was de questie van 't insigne,
dat de dames die surveilleeren, dragen en
dat, wil het doeltietfend wezen, iuteinationaal
moet zijn Küwas natuurlijk elke vereeniging
er op gesteld baar eigen insigne te behou len
en zou deze. oogensc lijnlijke nietigheid, aan
leiding hebben kunnen geven tot moeilijk
heden, indien niet het ei van Columbus wa e
gevonden in de ''epaling, dat elk der
vereenigingen haar eigen insigne zou behouden
en zou mogen en moeten dragen wast een
algemeen internationaal heikenningsteeken,
dat de gecombineerde kleuren zal krijgen
van de verschillende vereenigin^en, 't blauw
van de Piotesiantc-n. 't geel van de
KooraschCath jlieken.
Het vierde punt betrof de in-telling van
een telegrafische co ie, wat de kosten
aacmerkelijk zul verminderen; be-loten werd
aan 't Eransche comitéop te dragen, deze
samen te stellen.
De quatstie van de piste restan'e brieven
voor minde'jiirigen, l et fie punt op d« agenda
werd door den Belyischen rapporteur be
handeld. Daar het wel bijna al ij d voor den
postbeambte 01,doenlijk zal zijn uit te maken
wie rninderj irig is en wie niet, werd besloten
bij de postadministralie ;'an te dringen op
een verbod van 't afgeven van post»-re-tante
briefen aan onbegeleide kiml.-ren, nirt voor
zien van een autorisatie hunner oud rs.
Bij het zesde punt, dat weer door den
Franfchen rappotteur werd. ir/beleid en de
controle o > kleine theaters en caf
-chantant tablissementen betrof, kramen
vree.selijke bijzonderheden aan 't licht over de wijze
waarop de vrouwelijke art is! en in zulke
tablissementen worden geëxploiteerd ten
behoeve der prosti'.uli-', waarom liet congres
zich dan ook vereenigle met de voorstellen
van den rapporteur, ten doel hebben'e een
scherpe con'ró'e op deze gelegenheden en
40 B e n 11 per r e g ? l.
'HlltlllllMIIMIMIIIIMIIIIIIIIJIMIMIIIHIIIIIIIfflIlinilMIII
Bitterwater
NEDERLANDSCHE INDUSTRIE
TER VERVAARDIGING VAN
IEDER STUK DAT KRIMPT
WORDT ;TERU^ÊNOMEH
FABRIKANTEN V ALT O N IONEN,
AMSTERDAM.
V cfk, ijfobaar urj;
Firma A!)H. KCHAKKL, Hofl., Amst.
AI'<l K 1:1'/.KI-t*n <)!?', Amst.
All
Al tui. IIU f
MA UC H K, Amst.
/i A KEK. Den Haag.
tl- Hl R<iH. Leiden.
AVI/v 77 ?(,l A,v A'. Utrecht.
/S/K'//.sd- C'» . Utrecht.
FA) n. 'j'HO J'' Arnhem.
1.1K\TR. Arnhem.
.?l. VA v HOüTE, Zwolle.
Eenige
Fabrikanten
W.BengsrSuhne
SMrnarlHooidüepót te AMSTKRDAM: Kalvernr. 157
K. P. DEUSCHLE-BENGER.
E m S 6 r Wa t C r (Kranchen)
26 CBNT PER HKELK KRUIK.
e itfi^r Pa s til les
5$ CENT PER DOOS.
BOUWT te HUNSPEET
o/d.
VELUWE.
Inlicht, b d. Vereeniging Kantoren
voor Vaste Goederen in Nederland te
Nunspeet.