Historisch Archief 1877-1940
N o. 1541
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
HIAGGI's Soepen in tabletten,
merk Kruisster,
maKen het mogelijk om in den kortst
mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke borden
Fransehe soepen 10 Ct.
Pikante soepen ? 13
MAGGI's Bouillon-Capsules,
merk Kruisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9 »»
nieuwe strafbepalingen in de wet, waaronder
zij zouden kunnen vallen.
Het laatste punt van de agenda, het terug,
zenden naar haar vaderland van die vrouwen
die geen ander middel van bestaan hebben
dan de prostitutie en in een vreemd land ver
blijf houden 1), moest door het Hollandsche
Nationale Comitéworden ingeleid, hetwelk
tot rapporteur den heer mr. A. de Graaf had
gekozen.
Het was een netelige quaestie, ook omdat
de meeningen uiteen liepen of zij niet m'"ér
hoorde op het terrein van den strijd tegen
de prostitutie dan op dat van de bestrijding
van den handel in vrouwen. Oogenschijnlijk
zou men denken dat deze twee vraagstukken
zóó nauw verbonden zijn, dat ze niet te
scheiden zy'n, en 't Hollandsche comitéis
ook van dit gevoelen, doch een deel der
congressisten, met name senator Bérenger en
't Fransche Nationale Comitédenkt daar
geheel anders over.
Toen nu in den loop der discussie bleek
dat er zich ook nog juridische en practische
bezwaren tegen het terugzenden zouden
kunnen voordoen, werd besloten, dit punt
aan te houden, nog eens in studie te nemen
en op een volgend congres te behandelen.
Hiermee was de agenda afgeloopen en
wilde de president het congres sluiten, toen
eensklaps Mme Avril de Sainte Croix, secr.
v. d. Nat. Vrouwenraad v. Frankrijk opstond
en met luide stem vroeg : la réglementation
de la prostitution est-elle favorable ou
nuisible a la Traite des Blanches?" het was de
vraag, die zorgvuldig vermeden was onder
de oogen te zien, uit angst de harmonie te
verbreken, die nu, aan de oppervlakte ah hans,
heerschte tusschen de congressisten, doch die
zóó 't hart van de quaestie raakt, dat ze
ondanks 't besluit van 't congres te Londen
in 1899 niet langer te vermijden is. Ze m?et
worden gesteld en beantwoord, vroeg of laat,
al de smeekbeden van Bérenger en Dreyfus
kunnen haar niet tegenhouden, al is 't hun
ook gelukt ze ook nog op dit 3e congres te
limineeren.
Het was een prachtig moment vol span
ning, zooals madame Avril daar stond en met
luide sympathieke stem, ernstig, waardig en
standvastig pleitte voor de behandeling, niet
zwichtte voor de tegenstanders en dan ook
eindelijk bereikte dat de president beloofde,
dat de e.v. conferentie die 't 4e congres moet
voorbereiden, zal onderzoeken of de vraag op
dat congres aan de orde zal kunnen worden
gesteld.
Groot is dat succes niet, maar laat ons dat
niet ontmoedigen, het begin is er en dus zal,
als noodzakelijk gevolg, ook 't einde komen.
Op 't eerste congres te Londen in '1899 ge
houden, waar al dadelijk de houding van de
bestrijders der Traite des Blanches" tegen
over de prostitutie en de bordeelen ter sprake
kwam, bleek hierover groot verschil van
meening te bestaan; toen werd ter kwader ure
het ernstige werk der bestrijders opgeofferd
aan de internationale harmonie, die wel zér te
waardeeren is, maar waarmee men toch niet
' erder komt, als er onder de liefelijke opper
vlakte zulke ernstige verschillen schuilen.
Dan is het m. i. veel beter deze ruiterlijk uit
te vechten en moet het zijn, te scheiden, in
plaats van zooals nu, den kostbaren tijd met
't zoeken naar lapmiddeltjes te verspillen.
Zwitserland's rapport leerde ons al, van
hoeveel belang de bordeelen voor den inter
nationalen handel in vrouwen en meisjes zijn,
waar het zegt: daar de bordeelen slechts in
ne stad n eer worden getolereerd, is de
plaatsing van jonge meisjes met 't doel om
ze te prostitueeren, van weinig belang." Deze
ne zin spreekt boekdeelen, evenals het adres
1) Nu gebeurt dit alleen als zij het zelve
vragen.
UIT DB NATUUIi
CCIV. De Vogelpudding.
Erger u niet, geëerde vegetariërs en vogel
beschermers, 't is geen pudding van vogels,
maar een voor vogels.
Men heeft mij gevraagd, of 't werkelijk
nuttig en noodig is wilde vogels zooals meezen,
boomklevers, roodborst 's winters te voederen
en zoo ja, hoe dit dan uitgevoerd kan worden
op de meest practische en minst kostbare
wyze.
't Is een verbreide meening, dat vogels zeer
goed tegen de koude kunnen; door hun
dikke veerenpak en hun hooge lichaams
temperatuur (40°a 44°C.) zoo heet het, zijn
ze zoo veel beter beschut dan andere dieren;
hun hoornige pootjes en snavels hebben
weinig gevoel en onbekleede uitstekende
deelen als ooren of staart bezitten ze ook
niet. Wat kan er aan zoo'n veeren balletje
bevriezen t
Toch is die meening een dwaling. Zeker,
zoo'n kleine vogel, een mees bijv. produceert
heel wat warmte, maar 't is een zeer beweeg
lijke persoonlijkheid en zijn spijsvertering is
al even haastig als 't diertje zelf. 't Kan zijn
warmteverlies (dat juist doordat 't dier klein
is betrekkelijk groot rnoet zijn) ondanks de
beschermende luchtlaag in de veeren, wel
dekken en doet dat ook behoorlijk, als....
Juist, in dat als zit 't hem. Als 't diertje maar
voortdurend (letterlijk opvatten) eten kan.
En juist dat, het vinden van voedsel is in
den winter vaak zoo moeilijk, soms onmo
gelijk.
Wanneer er dag aan dag sneeuw valt,
wanneer de mist tot rijp wordt en de motregen
tot ijzel, dan worden bosch en veld een
oogenlust voor ons menschen, maar dan hebben
de kleine vogeltjes, vooral de insecieneters,
onze beste vriendjes in de gevederde wereld,
't hard te verantwoorden. Dat is al op te
maken uit de driestheid, waarmee de anders
zoo schuwe diertjes onze woningen naderen,
soms binnen komen; dat is af te leiden ook
uit 't verminderd zijn van hun aantal in 't
voorjaar, dat op zoo'n rijp- en ijzelwinter
volgt. Ik heb zelf ook wel eens de nood der
vogels gezien op zulke da;en, en ook wel eens
een half verhongerde pimpelmees n et de hand
en den hoed gevangen en thuis weer op fleur
dat een Haagsch bordeelhouder richtte tot
den Minister van Justitie in ons land, in
1891, naar aanleiding van een maatregel van
den Haagschen commissaris van politie v.
Schermbeek, die' de vreemde prostituees, als
zijnde zonder wettelijk erkend middel van
bestaan, het verblijf in de stad ontzegde, en
waarin genoemde bordeelhouder zich be
klaagde dat door dezen maatregel zijn brood
winning, ter dood was veroordeeld.
Hoe kan 't ook anders, als 't houden van
bordeelen strafbaar wordt geateld, deze dus
verdwijnen, is het doel voor den handel ver
vallen en zullen tenminste geen minderjarige
kinderen, zooals nu de meeste slachtoffers
zijn, uit hun land worden weggevoerd en aan
al de ellende van een ontuchtig leven worden
blootgesteld.
Van hoeveel ernstig streven en werken het
3de congres tot bestrijding van den handel in
vrouwen en meisjes ook heeft getuigd, toch
zijn de voorgestelde en aangenomen maat
regelen slechts palliatieven; zij zouden niet
meer noodig zijn zoo spoedig elk der aan
gesloten Regeeringen besloot het voorbeeld
van de Deensche te volgen, om bij rijkswet
het houden van bordeelen straf baar te stellen.
Daarop zij dus het streven van allen die
voor de bestrijding van den handel in vrou
wen en meisjes werken, gericht, dat moet
voortaan onze leuze zijn, al ontveinzen wij
ons niet dat groote moeilijkheden zullen
moeten worden overwonnen en veel strijd
zal moeten worden gestreden vóór het doel
bereikt zal zijn, maar het is dat waard!
Nog rest mij te vermelden, dat de
Franschen gracieuse gastheeren zijn, er was geen
moeite gespaard het den congressisten aan
genaam te maken en zelfs het hoofd van den
staat, president Fallières ontving hen op het
Elyssée.
Het volgende congres dat over 4 jaar zal
plaats hebben, zal op uitnoodiging van den
koning van Spanje te Madrid gehouden
worden.
C. SANDEUS-HuiDEKOrKK.
gebracht. Maar ik ben aip stadsmensch te
weinig 's winters buiten, om in 't algemeen
een oordeel te durven uitspreken; dat ware
op te weinig ondervinding gegrond.
Daarom ging ik bij anderen, bij erkende
autoriteiten infornieeren. Hier volgen een
paar regels van niemand minder dan van
Von Berlepsch, de. man van de Gesammte
Vogelschutz en nog zoo veel meer op 't ge
bied van vogels en bijenbiologie.
Baafje en Witkop, door JOH. H. BEEN.
Amsterdam, S. L. van Looy.
Een boek dat niet opzettelijk voor kinderen
is geschreven en dat toch een van de beste
boeken voor de jengd is. Oorspronkelijk had
de schrijver, zooals hij in zijn voorwoord l
zegt. het niet voor kinderen bedoeld, maar
nu hij bemerkte dat het veel door ze
gelezen werd, heeft hij er eenige minder
voor hen geschikte gedeelten uitgelaten.
Maar dat is nog niet 'n boek opzettelijk
kinderachtig maken; er zijn dingen waar
de jeugd nog buiten staat. Baasje en Witkop
zijn niet verwaterd, ze zijn karakters gebleven.
levens uit n stuk. De schrijver heeft het
wezen van zijn personen gevoeld en vanuit
de diepte van dat wezen heeft hij ze gegeven
of liever hebben ze zichzelf volkomen uit
geleefd. Als Joh. Been dit boek dadelijk aan
de jeugd had willen geven dan zou hij het,
geloof ik, niet anders hebben gedaan dan
zooals het nu voor ons ligt. Baasje en Witkop
zijn Baasje en Witkop; hun karakter blijft
hetzelfde of nu ouder of jonger ze lezen, aan
hun innigst wezen verandert dit niet.
Een krachtig boek, een boek van kunnen.
Dat doet goed, dat kunnen, er is zooveel
gehaspel en geknoei in de kinderliteratuur,
zooveel onnoodige omhaal, omdat de schrijver
een vaag, zwak beeld heeft van z n persoon
en in wijdte gaat uitmeten, wat hij in diepte
mist. Bij Joh. Been geen spoor van dat
teemige, zeurige; zijn ziel is vol van het beeld
van Baasje en Witkop en die volheid is de
grond van zijn kunnen.
Het is 'n boek van ruimte en vrijheid,
van ruimte waarin 't wel eens stormen mag
Hessisch vogelroerhuis. De loorsle glasrand i's
weggenomen om de etensiafel beter te
doen zifn.
...'t Was Nieuwjaarsdag 1901. November
en December waren buitengewoon zacht ge
weest, zoodat er haast niemand aan
vogelvoedering hadden gedaan. In d'?n Oudejaars
nacht sloeg plotseling 't weer om, en's mor
gens was alles in 't park bij Kassei met een
en men niet zoo angstig voor hekjes en
grenspaaltjes behoeft te zijn. Zoo is b.v. in
een van de eerste hoofdstukken van Witkop
'n beschrijving van den omgang van Huib
en z'n zusje. Dreigt er gevaar, zoo zijn ze
eendrachtiglijk n, maar als het gevaar
voorbij is, dan wordt het vechten. Dat zijn
me nu een broertje en zusje!" had eens een
buurvrouw gezegd tot een ouden heer, die
hoofdschuddend van zulk een krasse vecht
partij getuige was. Ai, dat is wat anders
dan al die zoete kindertjes die zoo precies
weten, wat je wel en niet mag doen en zoo
gauw met hun berouw klaar zijn. Maar Huib
en z'n zusje, die mogen wel vechten, want
't zijn levende, sterke zielen, die dapper
vechten, maar ook dapper liefhebben. En het
vechten slijt niet de wilde jaren maar 't lief
hebben wordt inniger.
Wat 'n simpele Bistorie is Baasje. De
geschiedenis van 'n jongen met zijn duif.
Maar wat 'n ontroering in die geschiedenis.
Ontroering omdat we hier met 'n ziel in
aanraking komen, met een wilde en toch zoo'n
zachte ziel. Al dadelijk in het eerste hoofd
stuk zien we Baasje geheel voor ons. Er is
'n heerlijke vreugde in dat eerste hoofdstuk,
met wat 'n warmte en blijdschap heeft de
schrijver het geschreven. Zijn ziel was zoo
blijde omdat Baasje met /'n rond, open karak
ter, dat Baasje dat het o zoo schrikkelijk
dwaas en kinderachtig zou hebben gevonden
gevoelig te zijn en dat toch zoo teeder, zoo
innig met z'n duifje omgaat. Dat malie duifje
daar zooveel humor inzit, voor wie al z'n
dwaze dingen zoo hooge ernst zijn; de mooie,
witte duif, maar die heelemaal groezelig ziet,
omdat Baasje hem zooveel in handen heeft.
En dan de meester; een meester, die de
humor aandurft! Is daar eigenlijk niet alles
rnee gezegd 't En wie de humor aandurft in
de omgang met andren, die kent de ruimte
en de teederheid van ziel. En die de ruimte
en de teederheid kent, begrijpt Baasje.
En zoo moest het wel wonder goed gaan
met Baasje en den meester. Ja, zelfs wordt
Koeri de duif aan den meester voorgesteld,
wien 't eindelijk gelukt, hoewel niet /.onder
angst en beven voor 'n nijdigen vleugelslag
Koeri over de kop te strijken. Doch kroelen
deed Koeri niet. Hij liet het zich welgeval
len, meer niet. Maar de meester was er
haast even blij mee als een leerling, die een
pluimpje krijgt voor het Hink oplossen van
een moeilijke som."
En dan tegenover dat warme samenleven
van Baasje en Koeri, beide zoo wild, zoo
onstuimig, zoo ongeduldig, dat wreede hoofd
stuk van maar twee bladzijden, de zwerf
tochten van Koeri.Baasje is weg op zeeën tante
gestorven. De kleine duif komt eindelijk bij een
schoonmaakster terecht, die last van de roos
heeft, waar zoo'n bees't goed vo >r is. Alles
zoo nuchter, zoo zakelijk geschreven, dor en
koud en ach, Koeri ig zooveel warmte en
vreugde gewend. Zoo heftig heeft dit kleine
beest zijn baasje lief, dat hij, als hij hem
na jaren plotseling terugziet van vreugde
sterft.
Het verhaal van Witkop staat m.i. niet
zoo hoog als Baasje. Er is niet die ontroering
in; er worden ook niet zulke diepten van
het echte inenschenleven in geraakt. Maar
ook in dit verhaal ruimte en frischlieid. de
zeewind gaat erover. De eerste hoofd-tukken
zijn kostelijk; Huib met zijn wilde jongens
natuur, die alles moet wagen en winnen, maar
wiens plannen in voortdurende botsing rnet
het zorgvuldige leven van zijn moe Ier zijn.
Een v*n de beste hoofdstukken is mee
.,Een Nacht in de Weeftouwen", dat zoo
gemakkelijk sentimenteel en goedkoop had
kunnen worden, maar nu juist diep aangrijpt
door zijn soberte, waardoor het echt en
natuurlijk is.
Voor kinderen van 12, 14 jaar en natuurlijk
laag rijp omgeven, de boomstammen en de
groote takken waren beijzeld en de aarde
zoo hard als steen. Ik zag 't gevaar voorde
vogels en ging er op uit, om te zien hoe 't er
mee stond. Bij een voederboom waar gere
geld een ?üof .id vogels kwamen, hoofd
zakelijk meezen, goudhaantjes, boomklevers
en bonte spechten, scheen 't ge'.ond en wel
toe te gaan; maar overal verderop in 't
park, bemerkte ik al tegen 10 uur vogeltjes, die
dik in de opgezette veeren gedoken zaten;
tegen 12 uur had ik al acht doode vogeltjes
gevonden. Ken boomklever leefde nog, die
nam ik mee naar huis, maar hij kon al geen
voedsel meer opnemen en stierf. De magen
van al deze vogels waren volkomen leeg.
Deze negen vogels vormden natuurlijk maar
een klein deel van alle, die omgekomen waren
door de plotselinge ijzelvorming. De rijke
vogel wereld om Kassei was in dat jaar dui
delijk merkbaar verarmd. Overeenkomstige
waarnemingen wer lea dien dag ook in
andere plaatsen gedaan, voornamelijk in
Silezië.''
Deze oudervinding spreekt duidelijk genoeg;
als de weersgesteldheid ook maar eenige
uren de meezen en boomkruipers belet oui
voedsel te vinden, dan ia er al levensgevaar
bij de zwakke kleine vogels; zij kunnen 't
warmteverlies, dat bij 't zoeken naar voedsel
in de strenge koude zeer groot is, niet dekken
en geraken snel uitgeput.
Vogelvoedering in den winter is werkelijk
geen' nuttelooze of scha lelijke liefdadigheid,
als 't maar op den goeden tijd en de goede
manier gebeurt. Von Berlepsch zegt zelf,
dat veel gevoeder als 't niet sneeuwt, ijzelt
of rijpt, de vogels juist ruïneert, doordat ze
't zoeken van insect eneieren opge.'en en 't
overvloedig en gemakkelijk voer van de
mongeberi aannemen. Komt er daarna zoo'n
gevaarlijke nacht en is de voederbak eens
niet voorzien, ondergesneeuwd of zelfs maar
beijzeld, dan is 't lot van da vaste klanten
beslist.
< >ok 't voeren met meelkost, brood of
beschuit, dat nat regent en verzuurt of be
schimmelt, helpt heel wat vogeltjes, ondanks
de goede bedoelingen, uit den tijd. Daarom
is 't goed van de ondervind ng van rnenfchen
als Von Berlepsch gebruik te maken, en, als
men wil voederen, 't met overleg te doen.
In de eerste plaats dus heel weinig voedsel
daarboven, is dit boek een rijk bezit, 'n Paar
van zulke goede boeken die ze meeleven
kunnen, die in hen voortleven is meer dan
een stapel van oppervlakkige rommel, die ze
eeas doorlezen, maar die geen verdieping en
verruiming al is die onbewust, hun geven.
Het boek is geïllustreerd door Heukelom;
hij heeft zich geheel in het onderwerp ge
geven, de illustraties zijn wel heel duidelijk
maar ze geven geen schoonheid.
T. KUUYT-HOGERZEIL.
Brieven van Koningin Victoria. Geschenk
aan Prenvhnt Roosevelt. Een verstandig
besluit. Lady de Bunsen. -Speculatie
in sabelbont. Actrice en Veearts.
Hulde aan Paganini.
De reeds veel besproken uitgave der brie
ven van Koningin Victoria wordt nu stellig
in het voorjaar H)07 verwacht.
Het zitten der correspondentie kostte hél
wat tijd, en vergde vrij wat geduld van den
oudsten zoon der orerleden koningin, den
thans regeerenden, blijmoedigen Eddy. Ruim
schoots maakte hij gebruik van 't blauwe
potlood. Alle gedeelten met genoemde stift
door den koning onderstreept mogen niet in
't licht verschijnen. Onthullingen,
mededeelingen van te kieschen aard, niet voor het
publiek bestemd, en die juist ongaarne door
de lezers gemist worden, omdat zij de pikante
zijde uitmaken van dergelijke brieven.
Koningin Victoria bezat zelf niet den zin
voor humor, maar waardeerde dien bizonder,
als zij hem in anderen ontdekte. Zij koes
terde een naïve bewondering voor jonge,
knap-uitziende mannen. Toilet en kapsel van
haar dochters, en van alle dames uit haar
omg-ving, werden streng door haar gekriti
seerd. De oude vorstin waardeerde Alexandra's
smaakvolle wijze van zich te kleeden en te
tooien, doch in later tijden, maakte zij er
geen geheim van, dat de toenmalige
kroonprinses, haar schoondochter, als moeder van
volwassen kinderen, zich veel te jeugdig
kleedde voor de ouderwetsche opvatting van
Koningin Victoria.
Koningin Alexandra bewijst hierdoor, dat
zij de heerschende mode volgt. Grootmoeders
kleeien zich in onze dagen ais jonge meisjes.
Mevrouw Lula B. < erover, bekend om
aardsche goederen en gezindheden en nei
gingen, afwijkend van het. normale peil, heeft
bij uiterste wilsbeschikking haar twee prach
tige Angora-katten vermaakt aan den bewoner
van het Witte Huis, De viervoeters gingen
scheep, maakten de reis van hun home in
Lexington Avenue te Ne w-York, naar Washing
ton, en ?ijn thans bij ,,Teddy" ingekwartierd.
De dieren zijn de lievelingen, de pets"
van de familie Roosevelt. De meesteres der
langharige, dikstaartige poesen, broeide sedert
geruimen tijd over het noodlottig zelfmoord
plan, dat zij den Ssten December j.l. vol
voerde. Zij had een groote vereering en liefde
voor president Roofevelt en zijn zoon, aan
wie zij herhaaldelijk geschenken zond.
* *
*
Ter eere van de geboorte van den stam
houder van den groothertog en der groot
hertogin van Hessen, wenschteu de be
woners van Darmstadt uiting te geven
aan hun blijdschap, door het houden van
eerj fakkeloptocht. Dit kwam den groothertog
ter oore, en hij verzocht dringend, niet het
oog op het naderend Kerstfeest, het geld dat
men voor den fakkeloptocht bestemde,
onder de armen te verdeelen. ..liet zal mij
vél aangenamer zijn, zei de Hertog, dat de
geboorte van mijn zoontje herdacht wordt,
door warmte en gezelligheid te brengen in
woningen van minvermogenden, dan rook
door de stad te verspreiden, en een aantal
MAGGTs Aroma,
merk Ernisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerechten oogenblikkelijk een verrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrygbaar in flacons vanaf 30 Ct.
mensehen bloot te stellen koude te vatten.
ter eere vau mijn stamhuuder" I
Men heeft gehoor gegeven aan den
verstandigen wensch van den Groot Hertog, die,
gelukkig in volmaakte harmonie leeft met
zijne tweede vrouw, en, die niet op 't punt
staat, zich ook weer van deze te laten scheiden
zooals voorbarige en grimmige berichten reeds
vermeldden.
* " *
De bekoorlijke, tactvolle echtgenoote van
Sir Maurice de Bunsen, Britech gezant te
Madrid, verstaat uitstekend de kunst belang
stelling te kweeken bij lieden van het Engelsch
High Life, voor Spanje en zijn bevolking. Te
Madrid zijn de recepties van Lady de Buneen
druk bezocht. Van kind af aan is zij gewend
in hofkringen te verkeeren. Als heel jong
meisje, was zij de lieveling van den beroem
den Staatsman Beaconsfield. Hij verkneuterde
zich over haar gevatheid, was gestreeld door
haar sierlijke lieftalligheid, en, bewonderde
haar aangeboren, diplomatieke omzichtigheid.
In de jaren, dat htt onbezonnen mondje en
het rappe tongetje zich hél spoedig
voorbijpraten, wist de nicbt van Lord Rowton, de
atere Lady de Bunsen, en tegenwoordige
Engelsche ambassadrice, reeds precies wat zij
?iril, en wat zij niet moest zeggen.
Met haar jonge souvereine en landgenoote,
koningin Victoria Eugénie, koningin Ena,
zooals zij genoemd wordt, houdt Lady de
Buusen een wedstrijd in het aanleeren en
spreken der schoone, doch zeer moeilijke
Spaansche taal. Het streven der Engelsche
ambassadrice, bestaat ook hierin, dat zij haar
vrienden en kennissen uit Engeland tracht
over te halen het modieuze verblijf aan de
oevers van den Nijl, te vervangen door een
reis naar Spanje.
* #
#
Sonja l'avlova, is een Russische
tooneelspeelster, wier dramatisch talent hoogelijk
wordt bewonderd door Kicolaas II, den
regeereuden sar aller Russen. Mejuü'rouw
Pa vlo va stamt misschien uit een handels
familie ; althans zij bezit een eiaenaardigen
trek, dien de meeste artisten missen : w
loverlegd en bedachtzaam werken om fortuin
te maken.
Haar speculatie in sabelbont is volkomen
gelukt. Drie jaar geleden besteedde zij een
gedeelte van haar vermogen aan sabelbont.
Zij kocht op, zooveel zij kon ; bracht haar
bezittingen in veiligheid, en, wachtte rustig
den tijd af om haar prachtige verzameling
bontwerk voordeelig van-de-band te zetten.
Dezen winter is sabelbont extra hoog geno
teerd, en Sonja heeft door haar handige
speculatie haar vermogen aardig doen toe
nemen. Met grove winst heeft zij het bont
verkocht. Ter afwisseling van haar studies
zet mejuii'rouw Pavlova allicht een nieuwe
speculatie op 't getouw.
# #
x
De Hongaarsche actrice Bozena Bradsky,
speculeert niet, maar is, gedreven door groote
dierenliefde, op de gedachte gekomen, een
eigen, geheel door haar bestuurd
hondens-aaatoriurn op-te-richten. Bozena Bradeky in
het bezit van een diploma als veearts, wijdt
persoonlijk haar zorgen aan de viervoeters
die haar ter behandeling \\ orden toegezonden.
Zij rekent honderd en honderd vijftig gulden
voor een medische behandeling.
* *
*
De kleine Vivien Chartres, het elfjarig
Engelsch violistje, heeft in Parrna geconcer
teerd. Attüa Paganini, afstammeling van den
wereldberoemden violist, bood het meisje
een bloemgeschenk. Tijdens haar verblijf te
Parma, bezocht zij het graf van Paganini, en
legde er een lauerkrans op, waaraan een wit
lint bevestigd was met de woorden : Nede
rige hulde van Vivien".
CAPRICE.
bieden in den tijd dat ook de insectenvogels
den kost zelf' nog kunnen zoeken en vinden.
Maar dan toch zooveel, dat zij, als 't gebrek
nijpt, de plaats weten te vinden en die ook
voldoende vertrouwen, om er zich zonder
uitstel te wagen, in de tweede plaats geschikt
voedsel, dat niet door nat worden bederft.
En bij gesloten water 't drinken niet vergeten.
Recepten voor een algemeen bruikbaar
wintervogel voer bestaan er bij tientallen; in
een opzicht komen alle overeen: er moet
veel hennepzaad in, gekneusde en gave kor
rels, gedroogd en gemalen vleesch of ei, heel
weinig beschuit of droog brood tot poeder
gewreven en dan nog allerlei zaden en bessen
die te krijgen zijn, krenten en rozijnen zijn ook
goed, maanzaad ook, geen raapzaad of
zwartzaad. .Mierenpoppen kunnen als lekkernij er
bij, maar dat is duur en't behoeft niet. Al du'
ingrediënten kunnen afzonderlijk niet dienen ;
de vogels verstrooien en vermorseii te veel,
of enkele vogels, zooals boomklevers, sleepen
de helft weg; bovendien ze geraken, juist als
ze dienst moeten doen onder de sneeuw of
ijzel, en ze bederven gauw. Maar bakt ge er
eeu vette pudding van. dan zijn alle la?ten
voorkomen. Smelt een Hink stuk vet (iets
meer dan de andere ingrediënten samen) in
een puddiugvorrn of hooge pan, gooi daar
(van 't vuur) de hutspot in en roer 't zoodje
dooreen, tot 't begint stijf te w'orden. Zoo
krijgt ge een zeer vaste en zeer voedzame
winterspijs voor allerhande vogels.
't Vet. belet de verzuring en vertraagt 't
bederven ; morsen en versleepen is ook niet
meer zoo te duchten.
Hoe dat nu te presenteeren, zonder katten
te lokken. Ophangen, of op een punt steken,
dat spreekt. Je kunt er twee of drie kleintjes
van maken en die op ijzeren of houten pen
nen steken, ze ophangen aan een boomtak,
een tuinhek of iets derglijks. Maar dan is 't
nog altijd mogelijk, dat een plotselinge ijzel
in den vroegen morgen de vogels belet te
eten; al zal 't vet niet zoo licht beijzelen,
't zou kunnen ; ook nog (wat althans beter
is) als ge gaten boort in een stuk hout, die
opvult met de klokspijs en 't blok ophangt
of tegen een Voorn bindt.
Wie 't voederen in optima forma wil uit
voeren, moet een voederkooi, nog beter een
voederhuis maken.
Het voornaamste deel hiervan is de
voedertafel met opstaanden rand (tegen 't ver
strooien). Boven de tafel komt een schuin
dak, dat een rechten rand van glas heeft,
deze reikt neer tot op de hoogte van de
tafel; de vogels kunnen op de tafel kijken,
maar sneeuw of ijzel 01 rijp komt er niet op
't voedsel. Ook de wind en de regen hebben
er geen vat op.
Een loktafeltje er onder, waarop hennep,
amandels, rozijnen of wat ander lekkers is
gestrooid dat niet bederft, is alleen in den
eersten tijd en voor nieuw aangekomen gasten
van nut. Het dak staat op 4 hooge stokken
iie tafel in 't middel op een vijfde. Zorg
dat de tafelrand 2 a 3 d.M. van den glasrand
komt te staan, anders durven de vogels er
niet tusschen door ; ook moet het geheel zoo
hoog zijn en zoo vrij staan, dat een kat er
niet op kan springen. Wilt ge 't wat
aanklteden met dennetakken en wat
dwarshoutjes in den paal voor vogeltjes die er
komen rusten, zoo veel te beter. Ook kunt
ge zoo'n geheel stevig voederhuis (llessisches
Futterhaus geheeten) met beton voetstukken
voor de palen, dwarsstutten en geteerd dak,
kant en klaar laten komen van de lirma
Scheid te Buren, Westfalen ; dat is 1.5 M.
hoog ongeveer, tot aan 't dak; en 't kost
maar 30 Mark. Handiger en misschien
goedkooper is 't er zelf een te knutselen of te
Uiten maken, 't model hierbij is uit JDtr
genainmte Voyelxchutz, 'Jde druk, door Von
Berlepsch ? 1.?. Ook in 't Nederlandsen ver
taald: Alijemeene. Vogelbescherming, door Von
Berlepsch, bij A. Versluys, Amsterdam, 't Kan
evenwel veel eenvoudiger; de palen kunnen
ook wel in den grond zelf voldoende vast
gezet worden.
Rondom het voederhuis en dicht in de
buurt hangt ge nu nog een restje Cur. amandels
of pinda's aan een touwtje of een breinaald,
een stukje spek, kokosnoot, wal- of hazel
noten, om al vast wat vogeltjes te lokken;
en zijt ge al handig in 't fotografeeren, dan
is 't eerste loon voor al uw moeite en kosten
stellig een mislukt kiekje van een koolmees,
't tweede is 't dagelijks terugkeerende plezier
van veel verschillende vogels te zien en te
kunnen bestudeeren; en lest best: de vogels
went ge zoo aan uw tuin of uw buitenplaats,
dat ze er 's zomers gaan nestelen en
muggenvangen.
E. HEIMANS.