Historisch Archief 1877-1940
DE A M i T K R D A M M E II W E K K B L A D V O O II N E D E R L A N D.
No. 1G42
degenen, die minder weerstandsvermogen
bezitten, tegelijk ook hun kameraden aan
geven. Wie echter, trots alles, niets be
kennen wil of kan, die wordt na al die
folteringen eenvoudig kreupel geslagen.
Zoo (iebeurde het b.v. met Grüning. Einde
October gevangen genomen, werd hij eerst
drie weken lang gefolterd en toen alles
niets baatte, in het gevangenislazaret ver
voerd, terwijl zijn proces voor 't
^krijgsgerec ht kwam. Toen echter de in November
gevangen genomen personen hem hadden
aangegeven, wtrd hij weer in de geheime
pohtieafdeeling gesleept en opnieuw gefol
terd. Zijn eebeele baard is hern uitgetrokken,
zijn goofdhaar is grijs geworden, .ofschoon
hij. eerst 24 jaar oud is. Zijn s;ebeele gezicht
is ontzettend stuk geslagen; op vele plaatsen
is de huid afgescheurd of verzengd; zijn
ruggegraad is verbogen en zijn ribben zijn
gebroken. Volgens de eigen aangifte van
Grüning hebben Davus en Michejew, toen
zij niets uit hem konden krijgen, over zijn
rug een plank gelegd, waarop zij zoo lang
rdansten en sprongen, tot zijn ruggegraad
brak.
En toch heeft Grüning noch over zichzelf
noch over zijn makkers het geringste
be' kend. Die namen der offers van deze
constitutioneele" inquisitie zijn de volgende:
Ferdinand Grüning, Valerian Shurowski,
Peter Beljajew, Karl Legsting, Jan Euman,
Paul Laiidinann, Jan Krumina, Jan Luhs,
...Peter Paeglis, Wilhelm Muzenek, Peter
Brenkus, Eduard Reining, Jan Muller,
A1J8- Suiker, Adolf Jordan, Jan Luchs.
Den. 4en December 1906.
' P.S. Van de genoemde 16 personen zijn
er 10 volgens het vonnis van den
Veldkrijgsraad den 8en December ter dood
ge? bracht. De overigen zijn tot dwangarbeid
van 6 20 jarigen duur veroordeeld ; daarbij
bevinden zich Grüning, Shurowski, Beljajew.
V.
Keten op het Kroondomein en
bezittingen van particulieren.
Zou er op Donderdag IJ Januari in Ne
derland wel over iets anders zijn gedacht
en gesproken, als alle menschen Brusse's
artikel in de iV. li. ('rt. hadden gelezen?
Ik heb een gevoel, dat het in het gemoed
van alle lezers van dat stuk net zoo moet
koken en bruisen van erontwaardiging als
in het zijne. Dat rijke menscben zóó hun
ondergeschikten laten wonen en werken is
werkelijk al te bar! Dat mag en dat kan
toch niet langer zoo blijven, en die bezet
tingen, daar in den Biesbosch, behooren
' aan het Kroondomein en aan de meest be
schaafde familicn van ons land. Het schreit
ten hemel, dat die menschen nog n nacht
rustig kunnen slapen, als ze weten, boe de
Biesbosch-arbeiders hun nachtrust moeten
zoeken in de ellendige biesbosschen! Ik
weet wel, er is zooveel ellende en onrecht
in de wertkl, en niemand van ons is zon
der zonde, en er wordt in hooge en lage
kringen mon-terachtig veel onre<-htvaardigs
geduld, maar dit is nu eens zóó iets, dat
niet met zoo heel ingewikkelde toestanden
in verband staat, en dat verbeterd kon
worden, als er bepaalde, niet heel groote,
maar wel machtige groepen zich
voorspanden. O, laten zij dat dan toch doen! Het
zijn imnaeiM ook mensehen die werkers; zij
hebben ook gevoel van het lijden, van pijn
en ziekte, Van de uitwerkingen van slechte
omstandigheden! Moeten die stumpers nog
langer zoo leven, terwijl de anderen, die al
dat leed duldeti, in weelde datgene verteren,
dat bij machte zou zijn, aan al die ellende
een eind te maken voor goed?
Komt, heeren, eigenaars van die polders
en bestuurders van het Kroondomein^ laat
al uw ander werken, al uw andere belangen
in den steek, om nu dadelijk weken van
DE SPION.
Naar het EngeUch, van JOSEPH CONEAD.
III.
Nadat ik alleen was achtergebleven met
ome Beschermvrouwe, bracht ik haar met
veel omzichtigheid op de hoogte van het
doel vaa mijn bezoek. Ik gaf haar 't een en
ander te kennen omtrent onze vermoedens.
Ik was er bepaald benieuwd naar, wat zij te
zeggen zou hebben, en verwachtte half en half
de een of andere misschien onbewuste ont
hulling. Alles wat zij zeide was: Dat is
verontrustend," terwijl zij een allerliefst be
zorgd en ernstig gezicht zette. Maar er was
een schittering in haar oo^en, die duidelijk
zeide: Hoe heerlijk interessant!"
Per slot van rtkening wist zij weinig van
iete anders dan van woorden. Toch nam zij
op zich, mij in aanraking te brengen met
Home, die niet gemakkelijk te vinden waf,
behalve in de Hermionestreet, waar ik mij
voorloopig liever niet wilde vertoonen.
Ik had een bijeen'tomst niet Horne. Dit
was weer een gel.eel ander soort dweeper.
Ik vertelde hem tot welke conclusie wij in
Brussel waren gekomen, en wees hem op
de veelbcteekende reeks van mislukkingen.
Hierop autwo irdde hij met vervoering:
, .,Ik heb iet» in gereedheid, dat die zwel
gende ellendelingen met schrik en ontzet
ting zal Vervullen.'1"
En toen vernam ik, dat hij en eenige
zijner makkers door middel vandoor,gravingen
in een van de kelders van het huis zich een
weg hadden gebaand tot onder de gewelven
van het groote openbare gebouw, dat ik u
reeds heb genoemd. Zoodra het benoodigde
materiaal Re eed wns, zouden zij een heelen
vleugel van het gebouw in de lucht laten
springen.
Ik was niet zoo ontzet 'over de verre
gaande domheid van dat plan, als ik zou
geweest zijn, wanneer het nut van ons
centrum in de llermioneslreet niet reeds
zeer problematisca was geworden. Volgen j
mijn mtening was het langzamerhand meer
een 'hinderlaag van de politie geworden dan
iets anders.
Wat ons op 't oogenblik te doen stond
v as, te ontdekken wat, of liever wie er niet
in den haak was, en ik slaagde ten slotte
ei n, dit denkbetld ingang te doen vinden
in Hurne's hoofd. Hij staarde mij in ver
bij.- erin? aan, en zijn neusvleugels trilden
hti' g, a'sof hij verraad speurde in de lucht.
l n nu komt er een stuk werk, dat op u
uw leven te gaan wijden aan de verbetering
van die toestanden! Zet ploegen aan het
werk om de oude keten af te breken en
nieuwe te bouwen! Ziet af van uw divi
denden voor deze zaak, en besteedt de
duizenden, die ge zoudt belegpen, aan de
verbetering van het lot dezer zwoegers,
dan belegt ge ze in levenskracht voor uw
medemenschen, en dat is de mooiste be
stemming, die ge aan uw geld kunt geven.
Ik kon niet gewoon aan mijn werk gaan
en schrijven over die mooie, kalme, eeuwige
natuur, eer dit n ij van het hart was.
Lochem. FKEDERIKE UILUMKS.
Wij laten hier enkele beschrijcingen uit het
artikel van den heer Brtisse vo'gen. llicn.
Op .o nzen tocht langs den Bandijk
bezocüten we nog verschillende keten. De eerste
ligt niet zoo ver van de hulpschool af, aan
het gat van den Hardenhoek. IJ et is weer
grond van het kroondomein, en pachtster is
de firma P. A. Bos, te Gorinchem, waarvan
de heer H. Bogers, wethouder van Werken
dam, lid i?, die uit vroeger jaren het
hakkersleven bij ervaring kent. Maar deze omstandig
heden beletten niet, dat dit verblijf in een
ergerlijken toestand vereert, en zelfs berucht
is onder al de slechte keten. Het is tot in
zakken toe vervallen, doch jammer genoeg
blijft de armzalige bouwval nog maar altijd
in elkander hangen. De planken wanden
zitten vol spleten en kieren, het dak lut
heelemaal oper, zoodat je er stuk ?rjesi", ?
zei een van de werklui, die er moet wonen.
't Is er stikdonker op k!aarlichten dag. De
slaapplaats is met een paar takkebossen af
geschoten. En de menechen brengen brokken
van oude kleeden mee, om 's nachts toch
maar eenigszins tegen het in regenen en
-iasneeuwen bedekt te wezen. Maar vaat genoeg
liggen ze doorwaternat op de kooi. Want het
vermolmde krot houdt niets teaen. Wat het
volk er op hangt, slingert heen en weer op
den tocht. En dit smerige krot is boven lien
zoo laag gelegen, dat het vloed water er bij
een stand van even ].(iümeter binnenkomt' .
En nu kwamen we al gauw aan de keet
op de Kuiterplaat, gebied van den Staat,
en mede verpacht aan den heer Boaers Uit
schuurtje staat tegen den Bandijk; je kruipt
er binnen door een gat van l "20 M. hoog,
waar een vermolmd brok deur in hangt.
Geen sprake van, dat je in de e woning
rechtop zoudt kunnen s aan; de hanebalk,
immers, ligt 90 cM. boven den grond. In
het dak is een gat gepord, want ztiden
de menschen, die er schaften \ rookt er
ontaard, 't Was er d n ook alles roet-dik
besmookt. En 't was er sük-donker, toen we
er dien zonnigen dag biiinengekropen kwamen.
Vaak moeten hier zestien w-trkliedea in
wonen; het opper.lak is viermaal negen
meter. Als het uit het noorden waait, zit
het volk onbeschut in den wind door het
deurgat. Toch kunnen ze om den ver
stikkenden rook niet Hink genoeg stol en;
en ook is het zoo laag van verdieping, dat
een groote vlam het dak aan zou steken.
Komen ze dm 'w winters nat uit de grienden,
de hakkers, dan kunnen ze zich niet eens
drogen".
We gingen aan wal, t n stonden alweer op
gebied van het Kroondomein, in eigen be
heer. Als een groot open nest ligt dit plaatje
in den dichten aanplant rondom vert-cholen
voor alle verkeer van buiien. En dat is maar
gelukkig voor wie de verantwoordelijkheid
draden voor zoo'n arbeidersver Mij f. Want de
toestand daarvan is rond weg ergerlijk. Deze
rietstulp is zóó vervallen, dat ze met een
flinke bries wel weggevaagd zal woiden. En
't is maar te hopen dat het gauw mag ge
beuren. Want de bewoners zijn er aan allerlei
plagen blootgestel I. Zoo leeft het riet er van
het ongedierte. We zagen het, toen we er
een vuur hadden aanneatoken, waarvan de
dikke rook dat ontuig aan 't krioelen bracht.
zonder twijfel den indruk zal maken van een
soort comedie-truc. En toch, wat anders
hadden wij kunnen doen? Ik wildeerachter
komen, wie het onbetiouwbare lid van de
groep waa. Er was hoegenaamd geen reden,
een hunner meer te verdenken dan een
ander. Hen allen te doen bewaken wss haast
niet uitvoerbaar. Bovendien is dat een maat
regel, die maar al te dikwijls mislukt In
elk geval neemt het veel tijd, en het gebaar
was dringend. Ik was ervan overtuigd, dat
het huis in de Herruione Street binnen korter
of langer tijd zou worden overvallen, hoe
wel de politie b.ijkbaar zulk een groot ver
trouwen in den spion stelde, dat het perceel,
voorloopig alihans, niet eens werd bewaakt.
Hiervan was Horne beslist zeker. Onder de
gegeven omstandigheden was tiet een slecht
teeken. Er moest gehandeld worden, en dat
wel zoo vlug mogelijk.
Ik besloot, zelf een overval op de groep
te organiseeren. Begrijpt ge mij ? Een overval
door andere betrouwbare kameraden, die als
politiebeambten moesten optreden. Een
samenzwering in een samenzwering. Natuur
lijk begrijpt ge het doel daarvan. Wanneer
de siaon schijnbaar op het punt zou zijn. te
word- n gearresteerd, hoopte ik, dat hij zich
op de een of andere wijze zou verraden,
hetzij door een ondoordachte handeling, het
zij eenvoudig door zijn kalme houding,
bijvoorhte'd. Natuurlijk liepen wij gevaar, dat
de list ten eenemnale zou mislukten, of, wat
nog erger was, dat de onvermijdelijke po
gingen tot verzot en ontsnapping aanleiding
zouden geven tot ongelukken. Want, zooals
ge natuurlijk in/Jet, moest de groep in du
Hermione Street werkelijk en absoluut on
verwachts worden overvallen, even als vol
gens mijn vaste overtuiging binnen niet al
te langen tijd door de echte politie zou ge
schieden. De sp:on bevond zich onder hen,
en Home was de eeuige, dien ik in het
geLei in kon nemen."
Ik zal niet in de details van mijn
voorbereidselen tre len. liet was iret zoo heel
gemakkelijk, alles in orde te krijgen, maar
toch gelukte het uitstekend, en de uitslag
overtrof mijn verwachtingen. De zoogenaamde
pol'tie drong het restaurant binnen, waai van
de luiken onmiddellijk werden gesloten. liet
grootste deel van de Hermione Street-groep
werd gevonden in den tweeden kelder, bezig
niet het vergrooten van de gang, die naar
de sewelven onder het groote openbare ge
bouw leidde. Bij het eerste alarm namen
verscheiden hnnner zonder zich een oogen
blik te bedeuken de vlucht in het gewelf,
waar zij natuurlijk, als de overval werkelijk
geweest was, hopeloos in den val zouden
zijn geloopen. Wij bekommerden ons geen
oogen.blik om hen. Zij waren onschadelijk
genoeg. De bovenverdieping bezorgde Horne
De zwermen ratten vlogen er uit. Bart
vertolde : hij had er 's nachts wel honderd van
z'n gez'cht afeegooid. als ze 'm wakker maak
ten met die ijskoude pooijes. Het oppervlak
van dezen door-en-dror vervallen rieten
bouw a is 8.50 M. bij 3.60 M?inbegrepen
de mes vaalt, waanp het Kroondomein h er
zijn werklieden laat slapen. In het deurgat
hangt nog een brok hout, maar van afsluiting
is., geen pprake.
Er zijrj oorspronkelijk twee venstertjes van
(50 bij 80 cM. in gemaakt, maar oude Bart
heugde zich den tijd niet, dat daar glas in
geweest was. Zoo goed en zoo kwaad het aaat
zijn die tochtgaten met d >tten bladriet dicht
gestopt, zoodat 't er aarde-dnis er was. terwijl
buiten de zon scheen. Een schoorsteen is er
niet, zdfs geen gat in het dak om den rook
door te laten, en toen het vuur er een paar
minu'en gebrand had. konden we elkaar
oprecht niet meer zien. Moesten we vluchten
Bovendien lisst het krot zóó laag. dat bij
een even hoogen vloed het wa:er er m loopt.
En als het een springvloel wordt, en er is
volk in de keet, loopen de menschen hard
kans om te verdrinken, want de vermolmde
bintbalkjes, die twee meter boven den grond
liggen, houden de vracht van een paar man
nen zeker niet meer, en het ddk valt dan
onherroepelijk in."
Haagsche brieven.
We staan hier in den Haas in het teeken
van het Vredespaleis. Dat wil nu niet zeg
gen, dat we vredig hier voortleven, want
evenmin als elders is 't in onze goede
stad, Napoleon's schenking. vrede op
aarde. Neen het wil iets anders zeggen.
We leven in 't teeken van het Vredi spaleis,
omdat alles hier ter stede langzaam gaat.
Langzaam zijn wij Hagenaars in heel ons
doen en laten. Dat zie je zelfs aan
deze correspondentie, die een
nieuwjaarswensch, een veel heil en zegen", moet
uitspreken, nu ik mijn babbel-functie in 't
nieuw ingetreden staartnommerjaar, I'JOT,
heb aanvaard. Doodbedaard, in alles op
zijn elf-en-dertigsf, is de Hacenaar, en dat
zelfde, mijne veelgeliefde lezers en leze
ressen wensch ik u van ganscher harte toe
bij het savoureeren van mijne opstelletjes.
Laat uw gal niet overloopen als ik te pi
kant; uw bloed geen karnemelk worden
als ik te zoetsappig schrijf. Blijft in 's Hemels
naam bedaard, en vooral nu, nu ik schrijf
over ons langzame den Haag, want ieder
woord moet uitbeelden het trage, slepende
wat in den echten Hagenaar huist.
Voortvarend zijn we allen in het woord,
maar als de daden moeten volbracht
worden, dan geschiedt alles met gepaste»
spoed. Gepaste spoed; dat is eene uit
drukking, welke hier op ieders lippen
zweeft. Het is zooveel als ja, dat is te
zeggen neen, en zelfs nu de electriciteit
haar scepter is gaan zwaaien doet het tje/iuat,
de voortvarendheid en den spoed den dood
aan. De oppermachtige tram-directie m ><re
met het omzetten der paardentrekkracht
in eleetrische beweegkracht o k haar vroeger
sleurgangetje tot bliksemsnelheid willen
voeren, het publiek wil er niets van weren,
en de snelheid bij het in- en uitstappen,
dringend aanbevolen, wordt tot nul gere
duceerd, door de weinige haast van ons
Hagenaars.
Waarom zouden wij ons ook haasten ?
Den Haag wordt toch rooit een groote stad.
Daartoe is zij te dorpsch. Alles slentert en
sleurt. We komen er toch wel. De snel
loopende man loopt zich hier
ineenommezieu dood. Denkt maar eens aan enkelen
onzer Ministers, Jie met presentielijsten
werkten, om hun ambtenaren te dwingen
vroeger op te staan, vroeger van huis te
gaan, vroeger op hun Departement te zijn.
Wat heeft die maatregel uitgewerkt:- Hoe
genaamd niets. Een feit is 't b. v. dat een
en mij eenige angstige oogenblikken. Een
van de leden der groep, de Professor bijge
naamd, was daar te mi Iden van blikken met
Stone's Gedroogde Soep bezig, eenige bommen
af te maken. Hij was een verstrooid, vaag
glimlachend, uitgedroogd mannetje, gewapenl
met een b'il met groote ronde glazen, en
wij waren bang, dat hij onder een onjuisten
indruk, zich zelf in de lucht zou laten vliegen
en het heele huis er bij. [k snelde naar boven
en vond hem reeds bij de deur -taan. aan
dachtig luisterend naar verdachte geluiden
beneden" zooals hij zeide. Nog voordat ik
hem geheel had uitgelegd, wat er aan de
hand was, haalde hij zijn schouders op en
wendde zich weer tot zijn weegschalen en
kolven. Hij bezat den waren geest van den
revolutinnnair van de daad. Ontplofbare
stollen waren zijn geloof zijn hoop, zijn wapen
en zijn schild. Hij is een paar jaar later in
een geheim laboratorium omgekomen door
de ontijdige ontplolling van een zijner ver
beterde bommen.
Ik haastte mij weer naar beneden en zag
daar in de sombere ruimte van den grooten
kelder een indrukwekkend tooneel. De man,
die den insptetetir voorstelde (hij had die rol
we! eens meer vertoond) was bezig op strenaen
toon te spreken en yaf zoogenaamde orders
aan /ijn zoogenaamde ondergeschikten betref
fende het wegleiden zijner gevangenen. Blijk
baar was er tot nu toe niets gebeurd, dat
eenig licht had kunnen geven. Horne met
' zijn dapper. ,M-phi-to-aehtig gezicht, die niet
i over elkander geslagen arrnen en een sombere
berusting op zijn gelaat stuud te wachten,
had (en t-oort stoieijnsche kalmte over zich,
j die uitstekend bij de gelegenheid paste.
Ergens in een donkeren hoek ontdekte ik
een der leden van de groep, die heimelijk
een si tikje papier kauwde en doorklikte.
't F/en of andere compromitteerende
krabbeltje, veronderstel ik; misschien een opgave
van eerii^e namen en adressen, l lij was een
oprecht en trouw ..kameraad'. Maar de
geheime boosaardigheid, die zelfs op den
bodem van on e sympathieën ver.-cboUn ligt,
maakte dut ik in mij zelf spottend lachte
om die volkomen overbodige vertooning.
In elk ander opzicht se':.een de gewaagde
onderneming, de c >up de théatre, als ge het
7,00 wilt noemen, te zijn mislukt. Wij zouden
het bedrog niet veel langer meer kunnen
volhouden; de opheldering zou .natuurlijk
aanleiding geven tot een zeer onaangenamen
en zelfs ernsligen toestand. De man, die het
papier had opgegeten zon woedend zijn.
Degenen, die waren weugeloopen. zouden
i natuurlijk ook boes zijn.
; Tot overmaat van ergernis aing de deur, die
toegans; gaf tot den anderen kelder, waar de
drukpersen stonden, plotseling wijd o| en. en
in de opening verscheen onze anarchistische
steleliik ambtenaar even 10 uur des morgens
een Rijksambtenaar op zijn bureau trachtte
te spreken. Het werd elf uur, eer meneer
present was, en toen de stedelijke ambte
naar waagde te zeggen, dat hij reeds van
10 uur af had zitten wachten, klonk het
ironisch terug, wat moet je nu om 11) uur
al op je bureau doen !
Het is hier volslagen suggestie, waardoor
men er toekomt oin van vlug langzaam te
worden.
De gepensionneerden die voor 12 uur hun
hondjes uitlaten, slenteren: de
met-irepenSionneerden slenteren naar hunne bureanx;
de Openbare Reiniging = O. H., -?- niet
alles is echter goud waterolmkt,?schept
op 3 Januari 't laatste hoopje sneeuw weg,
waarin de dooi het grootsche lichaam twee
dagen heeft geholpen; moties worden twee
j.tar later in den Gemeenteraad behanield:
raadsleden zetten kort voor 't sluiten der
vergadering, als 't tegen half zes loopt, een
boom op, alsof de dag pas begint, en zeggen
niet in tien woorden wat zij te zeggen hebben,
maar houden eene ellenlange redevoering
alsof er 't heil van land en stad van af hing;
voorstellen, plannen, praeadviezen blijven
weken, maanden, jd, jaren onderweg, en
voor de onnoozelste zaak wordt
gebeioigneerd, geredeneerd, geschreven en gewreven
op zulk eene langdradige wijze, dat er geen
eind aan komt. Plastisch heeft eenmaal een
stout hoofdarabtenaar van een der depar
tementen, die zelf echter geen stoutigheden
kon verdragen,?den tragen enomslachtigeti
gang der zaken voorgesteld door den staart,
van een vlieger in /.iju bureau opgehangen ;
maar men moge al s pot t er, zei f werkt nie.n niet
mede, en een andere men bespot den eersten
men. Het zit hier in 't bloed, en die 't niet
in 't bloed heeft krijgt het, en op die wijze
gaat liet over van vader op kind, en berust
men ten slotte in deze erfelijkheid. De
lange pijp moge zijn verdwenen; in plaats
van pruiken moge men kale knikkers z en;
de Jan Salie-geest is er ingebleven, zelfs
tegen wil en dank.
Wij leven 111 't teeken van het Vredes
paleis. Wij leven dus ook in 't tei ken van
den spot, welke op ons nederdaalt door al
het gesarninel en gezeur dat daarin, bij
all-K*, den gang vertraagt en tegenhoudt.
Wij willen een nieuw stadhuis; wij willen
een nieuwen schouwburg; wij willen een
nieuw museum; wij willen een abattoir;
wij willen een brandvrij arciiief: we
pi aten nu alleen over gemeentezaken,
en we willen nog \eel, voel uu-er, rnaar
er komt van dctt alles niets, en nog jaren
aaneen zullen we kunnen vragen: zuster
Anna ziet ge nog niets komen:'
Wachter, wat is er van den nacht 'f 't Ant
woord is, niets dan een langzame sleur-en
slentergeest, waar geen verzetten aan is.
Bergen te verzetten! Probeer 't eens. Toch
kon dat alles anders en beter zijn, maar
haat-1 j e-re pj e-spoed j e zou eerst in den Haag
gewaardeerd worden, en hooggehouden
als du handelsman den rentenierende!! Hage
naar kwam verdringen. Visschei'shaven,
zeehaven, Laak kanaal, tnet los en
zwaaiplaats. leder dacht al de rijkbeladen schepen
te zien binnenkomen, oin den Haag om te
tooveren, en uit zijn doezeligen dommel
te d>.en ontwaken. Maar 't ligt daar alles
rustig en stil; t een is niet gereed, 't ander
is deinend verzand; en zoo de rest, en
niemand verzet zich tegen de/e onmogelijke
toestanden. DU traue langzame Hagenaar
brei gt traag en langzaam zijn stedelijke
belasting naar 't ontvangersbureiu waar
men even traag en langzaam geholpen wordt,
en ieder wascht zijn handen in onschuld.
Alleen de auto's, de tietsrijders en de groente
karren rijden alsof Joost hen achterna zat.
Maar daartegen bestaat ook eene verorde
ning!
jonge dame, een zwart silhouet in een nauw
sluitende japon en met een grooten zwarten
hoed op, scherp uitkomende tegen een door
gasvlammen verlichten acatergrond. Over
haar schouder heen, zag ik de gebogen
wenkbrauwen en de roode das van haar
broeder.
De laatste menschen ter wereld, die ik
op dat oo«enblik daar had willen hebben !
Zij waren dien avond naar het een of andere
concert geweest, zoo een, waar amateurs op
treden, tot nut en vermaak van het volk,
u begrijpt wel, maar zij had erop aange
drongen, vroeg weg te gaan, om op weg
naar huis nog even te kunnen aanloopen in
de Hermione Streel, waar zij beweerde, nog
eenig werk te doen te hebben. Haar gewone
taai was het corrigeeren van de proeven der
Italiaanpche en Eransche uitgaven van de
Alarm Bell en den Tirebrarid.. ."
Goede hemel!" mompelde ik. Ik had ns
?n mijn leven exemplaren van die tijdschriften
gezien. Volgens mijn meening kon niets ter
wereld minder geschikt zijn voor de oogen
van een jonge dame. Het waren de meest
geavanceerde zaken van die soort ; geavan
ceerd buiten alle grenzen van verstand en
welvoegelijkhei i. In n ervan .werd de ver
breking van alle mogelijke maatschappelijke
banden gepredikt; het andere bepleitte
systematischen moord.
Het denkbeeld, dat een jong meisje in al!e
kahrite drukfouten ::at op te zoeken, in aller
lei van die afschuwelijke phrases en zinste
den, die ik mij nog levendig herinnerde, was
geheel in strijd niet mijn gevoelns omtrent
de vrouw. De heer X. keek mij even aan
en ging toen op afgemeten toon verder:
Ik ben echter van meenina, dat zij hoofd
zakelijk kwam, om haar bekoring uit te
oefenen op Sevrin, en zijn hulde aan te
nemen op haar koninklijke neerbuigende
wijze. A] was zich zeer wel bewint, zoowel
van haar bekoring als van zijn hulde, en
genoot van die beide in dat durf ik ge
rust zi'ggen -?alle onschuld. En er besiaat
niet de minste reden, om iiaar dat kwalijk
te nemen. Bekoorlijkheid in een vrouw en
buitengewone intelligentie in een man hebben
hun eigen weiten. Vindt gij dat. ook nirft?"
Ik bedwong mijn verontwaar liging over
dat zonderlinge principe ter wille van mijn
nieuwsgierigheid.
Maar wat gebeurde er toch?'' vroeg ik
haastig.
H. verkruimelde met zijn linkerhand op
nonchalante wijze een stukje brood, j
Wat er gebeurde?' y.eide hij. Wel zij
redde de situatie."
Zij gaf u een gelegenheid, een einde te
maken aan uw wel wat sinistere comedie,
meent ge?" vroeg ik.
Juist," zeide hij, altijd op dezelfde
onverMuziek in de HcoiMi
Het is toch onbegrijpelijk dat een alt
zangeres zoo hoog staand als mevr. Adrienne
von Kraiis-Osboine, een getransponeerde
sopraan aria kiest als h-ooi'dnummer van haar
piogramma.
Zou zij i iet begrijpen dat het klankkarak- "
ter van het orchest, bij een transpositie naar
de onderterts (fel.), een geheele wijziging
ondergaat?
Met liederen is dit een anjer geval; die
verdragen een veran lering van den
oorspronkelijken toonaard in den regel veel ge
makkelijker.
De meeste compon'stei), vooral van den
tegenwoordigen tijd, doen hunne liederen
dan ook dikwijls in twee of meer zettingen
verschijnen.
De Ah Pertido-aria" van Beethoven, die
zoo rijk is aan allerlei finesses in de instru
mentatie, eigent zich in het. geheel niet voor
een transpositie. Daarom was het jammer dat
mevrouw Kraus deze aria gekozen had op
het laatste abonnementsconcert in het C'on.
eertgebtnisv.
U'at den zang aangaat, daarmede kon zij
zeer hooge eischen bevredigen. Haar schoon,
vol orgaan, in alle liggingen even gemakkelijk
aansprekend en so. oor klinkend en haar
voortreffelijke uitspraak verdienen ten zeerste
geroemd te worden. Niet minder de ver
scheidenheid in liet weergeven der verschil
lende expressies Zoowel de dramatische
accenttn, als de zuiver lyrische gedeelten van
het wondervolle Per piëta", deden ons de
warm voelende zangeres kennen. Indien
mevrouw Kraus niet deze. aria niet zoo heel
veel succes heeft ingeoogst,dan is dit zeker niet
toe te schrijven aan haar zang, maar aan het
feit dat de orchistratie niet ge lacht is voor
een dergelijke lage ligging.
Bij de liederen «as het succes van de
zangeres buitengewoon groot en verdiend.
Het eenvoudige Hoil'nung", een volkswijze
uit de 17e eeuw, werd met al de innigheid
en soberheid gezongen, waarmede dit liedeken
vertolkt moet worden. Maar ook de schalksche
liederen van Branms kwamen zonder over
drijving en met echten humor tot hun recht.
Het toegegeven ,,Ivreiu/u'" van Schubert
zou in een minder langzaam tempo nog meer
voldaan hebben.
Mejuffrouw M. Janette Walen begeleidde
zeer muzikaal.
Het orchest s pee de onder leiding vanden
heer J. Martin S. Heuckeroth, ter vervanging
van den heer W. Mengelberg, die ongesteld.
wa?, de xro >te Leonore-ouverture vsn Beet
hoven, liet derde Brandenburgsche concert
voor strijkorche^t van Bach en de eerste drie
deeleu uit Beetboven's negende sytnphonie.
De onveitnre werd flink en echt mannelijk
gespeeld. Het concert van Bach wel forsch
en goed in den stijl, doch rhythmisch niet
geheel vast ; misschien omdat dirigent eu
orchest in dit werk weinig gelegenheid gehad
hadden voeling met elkaar te krijgen.
De drie deelen van Beethoven's negende
moe-it men nooit op concerten in grootm
stijl doen uitvoeren. Ik vind zulks otartistiek.
Is men niet in de gelegenheid het geheele
werk ten gehoore te Drengen, dan kieze men
een andere symphon'e.
Wanneer Pablo Cassis, in vereeniging met
zijn kunstbroeder Harold Bauer in ons midden
vertoeft, dan is het feest. En wanneer hij
dan Bach speelt, doet hij ons een blik slaan
in zijn ziel en openbaart hij ons zijn edele,
sobere, en daarom grootsche opvatting van
de werken des Thuringer kunstenaars. Dan
tiniiMmmiimitiniiiimniumiiMnmttutiimtMttimniimmnmiimm
schillige wijze. De comedie moest uit den
aard der zaak spoedig afloopen. En zij liep
binnen een paar minuten af. En zij liep goed
af. Zij zou misschien slecht zijn afgelocpen,
wanneer de jonge dame niet was binnen.
gekomen. Haar broeder rekende natuurlijk
niet mee. Zij waren eenigen tijd van te voren
onbemerkt het huis binnengekomen. De
drukkelder had een afzonderlijken ingang.
Toen zij daar niemand aantrof, was zij haar
proeven gaan corrigeeren, verwachtende, dat
Sevrin elk oogenblik zou kunnen terug komen.
Hij kwam niet te.-ug. Zij werd ongeduldig,
hoorde door de deur heen, dat er blijkoaar
iets bijzonders aan den gaag was, en kwam
eens kijken, wat dat te beteekenen had.
Sevrin bevond zich bij ons. In het eerst
was hij klaarblijkelijk de meest verbaasde
geweest van het geheele overvallen troepje.
Een oogenblik scheen hij verlamd te ziju
van verwondering. Hij stond als aan den
grond geworteld. Hy verroerde geen lid.
Een eenzame galvlam flikkerde boven zijn
hoofd; al de andere licliten waren bij het
eeaste alarm dadelijk uitgedraaid. En na
eenigen tijd had ik, van uit mijn duister
hoekje op zijn gladgeschoren acteursgezicht
een uitdrukking zien verschijnen van
nietbegrijpende, geërgerde oplettendheid, verge
zeld van een fronsen van zijn zware wenk
brauwen. De hoeken van zijn mond trokken
minachtend naar beneden. Hij was boos. Zeer
waarschi nlijk had hij het spel doorzien, en
ik betreurde het, dat ik hem niet van het
beiin af in het vetronwen had geLornen.
Maar de verschijning van het jonge meis-ja
verontrustte hem blijkbaar. Het was dui lelijk
te zien. Ik kon zijn angst zien toenemen
De verandering in de uitdrukking van zijn
gelaat was snel en verbazingwekkend. Alle
andere gevoelens en gewaarwordingen weiden
verjaagd door een plotselinge vloedgolf van
zuivere ontzetting. En ik wist niet waarom.
De reden daarvoor kwam geen oogenblik
bij mij op. Ik was alleen maar verbaasd over
de enorme verandering op het gelaat van
dien man. Natuurlijk had hij niet geweten,
dat zij zich in dien anderen kelder bevond.
Maar dat was geen voldoende verklaring voor
den schok, dien haar onverwachte verschij
ning hem had gegeven. Een oogenblik was
het, alsof de schrik hem wezenloos had ge
maakt. Hij opende zijn rnond, alsof hij wilde
roepen, of misschien alleen maar om naar
adem te snakken. In ieder geval was het
een ander, d .e begon te roepen. Die andere
was de heldhaftige jongeling, dien ik op het
opeten van een stukje papier had betiapt.
Met prijzenswaardige tegenwoordigheid van
geest, slaakte hij ee'u waarschiiwenden kreet:
't Is de politie! Terug, terug! Loop terug,
en grendel de deur achter n dicht l"
f Wordt vervulydj.