De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 13 januari pagina 2

13 januari 1907 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE A M i T K R D A M M E II W E K K B L A D V O O II N E D E R L A N D. No. 1G42 degenen, die minder weerstandsvermogen bezitten, tegelijk ook hun kameraden aan geven. Wie echter, trots alles, niets be kennen wil of kan, die wordt na al die folteringen eenvoudig kreupel geslagen. Zoo (iebeurde het b.v. met Grüning. Einde October gevangen genomen, werd hij eerst drie weken lang gefolterd en toen alles niets baatte, in het gevangenislazaret ver voerd, terwijl zijn proces voor 't ^krijgsgerec ht kwam. Toen echter de in November gevangen genomen personen hem hadden aangegeven, wtrd hij weer in de geheime pohtieafdeeling gesleept en opnieuw gefol terd. Zijn eebeele baard is hern uitgetrokken, zijn goofdhaar is grijs geworden, .ofschoon hij. eerst 24 jaar oud is. Zijn s;ebeele gezicht is ontzettend stuk geslagen; op vele plaatsen is de huid afgescheurd of verzengd; zijn ruggegraad is verbogen en zijn ribben zijn gebroken. Volgens de eigen aangifte van Grüning hebben Davus en Michejew, toen zij niets uit hem konden krijgen, over zijn rug een plank gelegd, waarop zij zoo lang rdansten en sprongen, tot zijn ruggegraad brak. En toch heeft Grüning noch over zichzelf noch over zijn makkers het geringste be' kend. Die namen der offers van deze constitutioneele" inquisitie zijn de volgende: Ferdinand Grüning, Valerian Shurowski, Peter Beljajew, Karl Legsting, Jan Euman, Paul Laiidinann, Jan Krumina, Jan Luhs, ...Peter Paeglis, Wilhelm Muzenek, Peter Brenkus, Eduard Reining, Jan Muller, A1J8- Suiker, Adolf Jordan, Jan Luchs. Den. 4en December 1906. ' P.S. Van de genoemde 16 personen zijn er 10 volgens het vonnis van den Veldkrijgsraad den 8en December ter dood ge? bracht. De overigen zijn tot dwangarbeid van 6 20 jarigen duur veroordeeld ; daarbij bevinden zich Grüning, Shurowski, Beljajew. V. Keten op het Kroondomein en bezittingen van particulieren. Zou er op Donderdag IJ Januari in Ne derland wel over iets anders zijn gedacht en gesproken, als alle menschen Brusse's artikel in de iV. li. ('rt. hadden gelezen? Ik heb een gevoel, dat het in het gemoed van alle lezers van dat stuk net zoo moet koken en bruisen van erontwaardiging als in het zijne. Dat rijke menscben zóó hun ondergeschikten laten wonen en werken is werkelijk al te bar! Dat mag en dat kan toch niet langer zoo blijven, en die bezet tingen, daar in den Biesbosch, behooren ' aan het Kroondomein en aan de meest be schaafde familicn van ons land. Het schreit ten hemel, dat die menschen nog n nacht rustig kunnen slapen, als ze weten, boe de Biesbosch-arbeiders hun nachtrust moeten zoeken in de ellendige biesbosschen! Ik weet wel, er is zooveel ellende en onrecht in de wertkl, en niemand van ons is zon der zonde, en er wordt in hooge en lage kringen mon-terachtig veel onre<-htvaardigs geduld, maar dit is nu eens zóó iets, dat niet met zoo heel ingewikkelde toestanden in verband staat, en dat verbeterd kon worden, als er bepaalde, niet heel groote, maar wel machtige groepen zich voorspanden. O, laten zij dat dan toch doen! Het zijn imnaeiM ook mensehen die werkers; zij hebben ook gevoel van het lijden, van pijn en ziekte, Van de uitwerkingen van slechte omstandigheden! Moeten die stumpers nog langer zoo leven, terwijl de anderen, die al dat leed duldeti, in weelde datgene verteren, dat bij machte zou zijn, aan al die ellende een eind te maken voor goed? Komt, heeren, eigenaars van die polders en bestuurders van het Kroondomein^ laat al uw ander werken, al uw andere belangen in den steek, om nu dadelijk weken van DE SPION. Naar het EngeUch, van JOSEPH CONEAD. III. Nadat ik alleen was achtergebleven met ome Beschermvrouwe, bracht ik haar met veel omzichtigheid op de hoogte van het doel vaa mijn bezoek. Ik gaf haar 't een en ander te kennen omtrent onze vermoedens. Ik was er bepaald benieuwd naar, wat zij te zeggen zou hebben, en verwachtte half en half de een of andere misschien onbewuste ont hulling. Alles wat zij zeide was: Dat is verontrustend," terwijl zij een allerliefst be zorgd en ernstig gezicht zette. Maar er was een schittering in haar oo^en, die duidelijk zeide: Hoe heerlijk interessant!" Per slot van rtkening wist zij weinig van iete anders dan van woorden. Toch nam zij op zich, mij in aanraking te brengen met Home, die niet gemakkelijk te vinden waf, behalve in de Hermionestreet, waar ik mij voorloopig liever niet wilde vertoonen. Ik had een bijeen'tomst niet Horne. Dit was weer een gel.eel ander soort dweeper. Ik vertelde hem tot welke conclusie wij in Brussel waren gekomen, en wees hem op de veelbcteekende reeks van mislukkingen. Hierop autwo irdde hij met vervoering: , .,Ik heb iet» in gereedheid, dat die zwel gende ellendelingen met schrik en ontzet ting zal Vervullen.'1" En toen vernam ik, dat hij en eenige zijner makkers door middel vandoor,gravingen in een van de kelders van het huis zich een weg hadden gebaand tot onder de gewelven van het groote openbare gebouw, dat ik u reeds heb genoemd. Zoodra het benoodigde materiaal Re eed wns, zouden zij een heelen vleugel van het gebouw in de lucht laten springen. Ik was niet zoo ontzet 'over de verre gaande domheid van dat plan, als ik zou geweest zijn, wanneer het nut van ons centrum in de llermioneslreet niet reeds zeer problematisca was geworden. Volgen j mijn mtening was het langzamerhand meer een 'hinderlaag van de politie geworden dan iets anders. Wat ons op 't oogenblik te doen stond v as, te ontdekken wat, of liever wie er niet in den haak was, en ik slaagde ten slotte ei n, dit denkbetld ingang te doen vinden in Hurne's hoofd. Hij staarde mij in ver bij.- erin? aan, en zijn neusvleugels trilden hti' g, a'sof hij verraad speurde in de lucht. l n nu komt er een stuk werk, dat op u uw leven te gaan wijden aan de verbetering van die toestanden! Zet ploegen aan het werk om de oude keten af te breken en nieuwe te bouwen! Ziet af van uw divi denden voor deze zaak, en besteedt de duizenden, die ge zoudt belegpen, aan de verbetering van het lot dezer zwoegers, dan belegt ge ze in levenskracht voor uw medemenschen, en dat is de mooiste be stemming, die ge aan uw geld kunt geven. Ik kon niet gewoon aan mijn werk gaan en schrijven over die mooie, kalme, eeuwige natuur, eer dit n ij van het hart was. Lochem. FKEDERIKE UILUMKS. Wij laten hier enkele beschrijcingen uit het artikel van den heer Brtisse vo'gen. llicn. Op .o nzen tocht langs den Bandijk bezocüten we nog verschillende keten. De eerste ligt niet zoo ver van de hulpschool af, aan het gat van den Hardenhoek. IJ et is weer grond van het kroondomein, en pachtster is de firma P. A. Bos, te Gorinchem, waarvan de heer H. Bogers, wethouder van Werken dam, lid i?, die uit vroeger jaren het hakkersleven bij ervaring kent. Maar deze omstandig heden beletten niet, dat dit verblijf in een ergerlijken toestand vereert, en zelfs berucht is onder al de slechte keten. Het is tot in zakken toe vervallen, doch jammer genoeg blijft de armzalige bouwval nog maar altijd in elkander hangen. De planken wanden zitten vol spleten en kieren, het dak lut heelemaal oper, zoodat je er stuk ?rjesi", ? zei een van de werklui, die er moet wonen. 't Is er stikdonker op k!aarlichten dag. De slaapplaats is met een paar takkebossen af geschoten. En de menechen brengen brokken van oude kleeden mee, om 's nachts toch maar eenigszins tegen het in regenen en -iasneeuwen bedekt te wezen. Maar vaat genoeg liggen ze doorwaternat op de kooi. Want het vermolmde krot houdt niets teaen. Wat het volk er op hangt, slingert heen en weer op den tocht. En dit smerige krot is boven lien zoo laag gelegen, dat het vloed water er bij een stand van even ].(iümeter binnenkomt' . En nu kwamen we al gauw aan de keet op de Kuiterplaat, gebied van den Staat, en mede verpacht aan den heer Boaers Uit schuurtje staat tegen den Bandijk; je kruipt er binnen door een gat van l "20 M. hoog, waar een vermolmd brok deur in hangt. Geen sprake van, dat je in de e woning rechtop zoudt kunnen s aan; de hanebalk, immers, ligt 90 cM. boven den grond. In het dak is een gat gepord, want ztiden de menschen, die er schaften \ rookt er ontaard, 't Was er d n ook alles roet-dik besmookt. En 't was er sük-donker, toen we er dien zonnigen dag biiinengekropen kwamen. Vaak moeten hier zestien w-trkliedea in wonen; het opper.lak is viermaal negen meter. Als het uit het noorden waait, zit het volk onbeschut in den wind door het deurgat. Toch kunnen ze om den ver stikkenden rook niet Hink genoeg stol en; en ook is het zoo laag van verdieping, dat een groote vlam het dak aan zou steken. Komen ze dm 'w winters nat uit de grienden, de hakkers, dan kunnen ze zich niet eens drogen". We gingen aan wal, t n stonden alweer op gebied van het Kroondomein, in eigen be heer. Als een groot open nest ligt dit plaatje in den dichten aanplant rondom vert-cholen voor alle verkeer van buiien. En dat is maar gelukkig voor wie de verantwoordelijkheid draden voor zoo'n arbeidersver Mij f. Want de toestand daarvan is rond weg ergerlijk. Deze rietstulp is zóó vervallen, dat ze met een flinke bries wel weggevaagd zal woiden. En 't is maar te hopen dat het gauw mag ge beuren. Want de bewoners zijn er aan allerlei plagen blootgestel I. Zoo leeft het riet er van het ongedierte. We zagen het, toen we er een vuur hadden aanneatoken, waarvan de dikke rook dat ontuig aan 't krioelen bracht. zonder twijfel den indruk zal maken van een soort comedie-truc. En toch, wat anders hadden wij kunnen doen? Ik wildeerachter komen, wie het onbetiouwbare lid van de groep waa. Er was hoegenaamd geen reden, een hunner meer te verdenken dan een ander. Hen allen te doen bewaken wss haast niet uitvoerbaar. Bovendien is dat een maat regel, die maar al te dikwijls mislukt In elk geval neemt het veel tijd, en het gebaar was dringend. Ik was ervan overtuigd, dat het huis in de Herruione Street binnen korter of langer tijd zou worden overvallen, hoe wel de politie b.ijkbaar zulk een groot ver trouwen in den spion stelde, dat het perceel, voorloopig alihans, niet eens werd bewaakt. Hiervan was Horne beslist zeker. Onder de gegeven omstandigheden was tiet een slecht teeken. Er moest gehandeld worden, en dat wel zoo vlug mogelijk. Ik besloot, zelf een overval op de groep te organiseeren. Begrijpt ge mij ? Een overval door andere betrouwbare kameraden, die als politiebeambten moesten optreden. Een samenzwering in een samenzwering. Natuur lijk begrijpt ge het doel daarvan. Wanneer de siaon schijnbaar op het punt zou zijn. te word- n gearresteerd, hoopte ik, dat hij zich op de een of andere wijze zou verraden, hetzij door een ondoordachte handeling, het zij eenvoudig door zijn kalme houding, bijvoorhte'd. Natuurlijk liepen wij gevaar, dat de list ten eenemnale zou mislukten, of, wat nog erger was, dat de onvermijdelijke po gingen tot verzot en ontsnapping aanleiding zouden geven tot ongelukken. Want, zooals ge natuurlijk in/Jet, moest de groep in du Hermione Street werkelijk en absoluut on verwachts worden overvallen, even als vol gens mijn vaste overtuiging binnen niet al te langen tijd door de echte politie zou ge schieden. De sp:on bevond zich onder hen, en Home was de eeuige, dien ik in het geLei in kon nemen." Ik zal niet in de details van mijn voorbereidselen tre len. liet was iret zoo heel gemakkelijk, alles in orde te krijgen, maar toch gelukte het uitstekend, en de uitslag overtrof mijn verwachtingen. De zoogenaamde pol'tie drong het restaurant binnen, waai van de luiken onmiddellijk werden gesloten. liet grootste deel van de Hermione Street-groep werd gevonden in den tweeden kelder, bezig niet het vergrooten van de gang, die naar de sewelven onder het groote openbare ge bouw leidde. Bij het eerste alarm namen verscheiden hnnner zonder zich een oogen blik te bedeuken de vlucht in het gewelf, waar zij natuurlijk, als de overval werkelijk geweest was, hopeloos in den val zouden zijn geloopen. Wij bekommerden ons geen oogen.blik om hen. Zij waren onschadelijk genoeg. De bovenverdieping bezorgde Horne De zwermen ratten vlogen er uit. Bart vertolde : hij had er 's nachts wel honderd van z'n gez'cht afeegooid. als ze 'm wakker maak ten met die ijskoude pooijes. Het oppervlak van dezen door-en-dror vervallen rieten bouw a is 8.50 M. bij 3.60 M?inbegrepen de mes vaalt, waanp het Kroondomein h er zijn werklieden laat slapen. In het deurgat hangt nog een brok hout, maar van afsluiting is., geen pprake. Er zijrj oorspronkelijk twee venstertjes van (50 bij 80 cM. in gemaakt, maar oude Bart heugde zich den tijd niet, dat daar glas in geweest was. Zoo goed en zoo kwaad het aaat zijn die tochtgaten met d >tten bladriet dicht gestopt, zoodat 't er aarde-dnis er was. terwijl buiten de zon scheen. Een schoorsteen is er niet, zdfs geen gat in het dak om den rook door te laten, en toen het vuur er een paar minu'en gebrand had. konden we elkaar oprecht niet meer zien. Moesten we vluchten Bovendien lisst het krot zóó laag. dat bij een even hoogen vloed het wa:er er m loopt. En als het een springvloel wordt, en er is volk in de keet, loopen de menschen hard kans om te verdrinken, want de vermolmde bintbalkjes, die twee meter boven den grond liggen, houden de vracht van een paar man nen zeker niet meer, en het ddk valt dan onherroepelijk in." Haagsche brieven. We staan hier in den Haas in het teeken van het Vredespaleis. Dat wil nu niet zeg gen, dat we vredig hier voortleven, want evenmin als elders is 't in onze goede stad, Napoleon's schenking. vrede op aarde. Neen het wil iets anders zeggen. We leven in 't teeken van het Vredi spaleis, omdat alles hier ter stede langzaam gaat. Langzaam zijn wij Hagenaars in heel ons doen en laten. Dat zie je zelfs aan deze correspondentie, die een nieuwjaarswensch, een veel heil en zegen", moet uitspreken, nu ik mijn babbel-functie in 't nieuw ingetreden staartnommerjaar, I'JOT, heb aanvaard. Doodbedaard, in alles op zijn elf-en-dertigsf, is de Hacenaar, en dat zelfde, mijne veelgeliefde lezers en leze ressen wensch ik u van ganscher harte toe bij het savoureeren van mijne opstelletjes. Laat uw gal niet overloopen als ik te pi kant; uw bloed geen karnemelk worden als ik te zoetsappig schrijf. Blijft in 's Hemels naam bedaard, en vooral nu, nu ik schrijf over ons langzame den Haag, want ieder woord moet uitbeelden het trage, slepende wat in den echten Hagenaar huist. Voortvarend zijn we allen in het woord, maar als de daden moeten volbracht worden, dan geschiedt alles met gepaste» spoed. Gepaste spoed; dat is eene uit drukking, welke hier op ieders lippen zweeft. Het is zooveel als ja, dat is te zeggen neen, en zelfs nu de electriciteit haar scepter is gaan zwaaien doet het tje/iuat, de voortvarendheid en den spoed den dood aan. De oppermachtige tram-directie m ><re met het omzetten der paardentrekkracht in eleetrische beweegkracht o k haar vroeger sleurgangetje tot bliksemsnelheid willen voeren, het publiek wil er niets van weren, en de snelheid bij het in- en uitstappen, dringend aanbevolen, wordt tot nul gere duceerd, door de weinige haast van ons Hagenaars. Waarom zouden wij ons ook haasten ? Den Haag wordt toch rooit een groote stad. Daartoe is zij te dorpsch. Alles slentert en sleurt. We komen er toch wel. De snel loopende man loopt zich hier ineenommezieu dood. Denkt maar eens aan enkelen onzer Ministers, Jie met presentielijsten werkten, om hun ambtenaren te dwingen vroeger op te staan, vroeger van huis te gaan, vroeger op hun Departement te zijn. Wat heeft die maatregel uitgewerkt:- Hoe genaamd niets. Een feit is 't b. v. dat een en mij eenige angstige oogenblikken. Een van de leden der groep, de Professor bijge naamd, was daar te mi Iden van blikken met Stone's Gedroogde Soep bezig, eenige bommen af te maken. Hij was een verstrooid, vaag glimlachend, uitgedroogd mannetje, gewapenl met een b'il met groote ronde glazen, en wij waren bang, dat hij onder een onjuisten indruk, zich zelf in de lucht zou laten vliegen en het heele huis er bij. [k snelde naar boven en vond hem reeds bij de deur -taan. aan dachtig luisterend naar verdachte geluiden beneden" zooals hij zeide. Nog voordat ik hem geheel had uitgelegd, wat er aan de hand was, haalde hij zijn schouders op en wendde zich weer tot zijn weegschalen en kolven. Hij bezat den waren geest van den revolutinnnair van de daad. Ontplofbare stollen waren zijn geloof zijn hoop, zijn wapen en zijn schild. Hij is een paar jaar later in een geheim laboratorium omgekomen door de ontijdige ontplolling van een zijner ver beterde bommen. Ik haastte mij weer naar beneden en zag daar in de sombere ruimte van den grooten kelder een indrukwekkend tooneel. De man, die den insptetetir voorstelde (hij had die rol we! eens meer vertoond) was bezig op strenaen toon te spreken en yaf zoogenaamde orders aan /ijn zoogenaamde ondergeschikten betref fende het wegleiden zijner gevangenen. Blijk baar was er tot nu toe niets gebeurd, dat eenig licht had kunnen geven. Horne met ' zijn dapper. ,M-phi-to-aehtig gezicht, die niet i over elkander geslagen arrnen en een sombere berusting op zijn gelaat stuud te wachten, had (en t-oort stoieijnsche kalmte over zich, j die uitstekend bij de gelegenheid paste. Ergens in een donkeren hoek ontdekte ik een der leden van de groep, die heimelijk een si tikje papier kauwde en doorklikte. 't F/en of andere compromitteerende krabbeltje, veronderstel ik; misschien een opgave van eerii^e namen en adressen, l lij was een oprecht en trouw ..kameraad'. Maar de geheime boosaardigheid, die zelfs op den bodem van on e sympathieën ver.-cboUn ligt, maakte dut ik in mij zelf spottend lachte om die volkomen overbodige vertooning. In elk ander opzicht se':.een de gewaagde onderneming, de c >up de théatre, als ge het 7,00 wilt noemen, te zijn mislukt. Wij zouden het bedrog niet veel langer meer kunnen volhouden; de opheldering zou .natuurlijk aanleiding geven tot een zeer onaangenamen en zelfs ernsligen toestand. De man, die het papier had opgegeten zon woedend zijn. Degenen, die waren weugeloopen. zouden i natuurlijk ook boes zijn. ; Tot overmaat van ergernis aing de deur, die toegans; gaf tot den anderen kelder, waar de drukpersen stonden, plotseling wijd o| en. en in de opening verscheen onze anarchistische steleliik ambtenaar even 10 uur des morgens een Rijksambtenaar op zijn bureau trachtte te spreken. Het werd elf uur, eer meneer present was, en toen de stedelijke ambte naar waagde te zeggen, dat hij reeds van 10 uur af had zitten wachten, klonk het ironisch terug, wat moet je nu om 11) uur al op je bureau doen ! Het is hier volslagen suggestie, waardoor men er toekomt oin van vlug langzaam te worden. De gepensionneerden die voor 12 uur hun hondjes uitlaten, slenteren: de met-irepenSionneerden slenteren naar hunne bureanx; de Openbare Reiniging = O. H., -?- niet alles is echter goud waterolmkt,?schept op 3 Januari 't laatste hoopje sneeuw weg, waarin de dooi het grootsche lichaam twee dagen heeft geholpen; moties worden twee j.tar later in den Gemeenteraad behanield: raadsleden zetten kort voor 't sluiten der vergadering, als 't tegen half zes loopt, een boom op, alsof de dag pas begint, en zeggen niet in tien woorden wat zij te zeggen hebben, maar houden eene ellenlange redevoering alsof er 't heil van land en stad van af hing; voorstellen, plannen, praeadviezen blijven weken, maanden, jd, jaren onderweg, en voor de onnoozelste zaak wordt gebeioigneerd, geredeneerd, geschreven en gewreven op zulk eene langdradige wijze, dat er geen eind aan komt. Plastisch heeft eenmaal een stout hoofdarabtenaar van een der depar tementen, die zelf echter geen stoutigheden kon verdragen,?den tragen enomslachtigeti gang der zaken voorgesteld door den staart, van een vlieger in /.iju bureau opgehangen ; maar men moge al s pot t er, zei f werkt nie.n niet mede, en een andere men bespot den eersten men. Het zit hier in 't bloed, en die 't niet in 't bloed heeft krijgt het, en op die wijze gaat liet over van vader op kind, en berust men ten slotte in deze erfelijkheid. De lange pijp moge zijn verdwenen; in plaats van pruiken moge men kale knikkers z en; de Jan Salie-geest is er ingebleven, zelfs tegen wil en dank. Wij leven 111 't teeken van het Vredes paleis. Wij leven dus ook in 't tei ken van den spot, welke op ons nederdaalt door al het gesarninel en gezeur dat daarin, bij all-K*, den gang vertraagt en tegenhoudt. Wij willen een nieuw stadhuis; wij willen een nieuwen schouwburg; wij willen een nieuw museum; wij willen een abattoir; wij willen een brandvrij arciiief: we pi aten nu alleen over gemeentezaken, en we willen nog \eel, voel uu-er, rnaar er komt van dctt alles niets, en nog jaren aaneen zullen we kunnen vragen: zuster Anna ziet ge nog niets komen:' Wachter, wat is er van den nacht 'f 't Ant woord is, niets dan een langzame sleur-en slentergeest, waar geen verzetten aan is. Bergen te verzetten! Probeer 't eens. Toch kon dat alles anders en beter zijn, maar haat-1 j e-re pj e-spoed j e zou eerst in den Haag gewaardeerd worden, en hooggehouden als du handelsman den rentenierende!! Hage naar kwam verdringen. Visschei'shaven, zeehaven, Laak kanaal, tnet los en zwaaiplaats. leder dacht al de rijkbeladen schepen te zien binnenkomen, oin den Haag om te tooveren, en uit zijn doezeligen dommel te d>.en ontwaken. Maar 't ligt daar alles rustig en stil; t een is niet gereed, 't ander is deinend verzand; en zoo de rest, en niemand verzet zich tegen de/e onmogelijke toestanden. DU traue langzame Hagenaar brei gt traag en langzaam zijn stedelijke belasting naar 't ontvangersbureiu waar men even traag en langzaam geholpen wordt, en ieder wascht zijn handen in onschuld. Alleen de auto's, de tietsrijders en de groente karren rijden alsof Joost hen achterna zat. Maar daartegen bestaat ook eene verorde ning! jonge dame, een zwart silhouet in een nauw sluitende japon en met een grooten zwarten hoed op, scherp uitkomende tegen een door gasvlammen verlichten acatergrond. Over haar schouder heen, zag ik de gebogen wenkbrauwen en de roode das van haar broeder. De laatste menschen ter wereld, die ik op dat oo«enblik daar had willen hebben ! Zij waren dien avond naar het een of andere concert geweest, zoo een, waar amateurs op treden, tot nut en vermaak van het volk, u begrijpt wel, maar zij had erop aange drongen, vroeg weg te gaan, om op weg naar huis nog even te kunnen aanloopen in de Hermione Streel, waar zij beweerde, nog eenig werk te doen te hebben. Haar gewone taai was het corrigeeren van de proeven der Italiaanpche en Eransche uitgaven van de Alarm Bell en den Tirebrarid.. ." Goede hemel!" mompelde ik. Ik had ns ?n mijn leven exemplaren van die tijdschriften gezien. Volgens mijn meening kon niets ter wereld minder geschikt zijn voor de oogen van een jonge dame. Het waren de meest geavanceerde zaken van die soort ; geavan ceerd buiten alle grenzen van verstand en welvoegelijkhei i. In n ervan .werd de ver breking van alle mogelijke maatschappelijke banden gepredikt; het andere bepleitte systematischen moord. Het denkbeeld, dat een jong meisje in al!e kahrite drukfouten ::at op te zoeken, in aller lei van die afschuwelijke phrases en zinste den, die ik mij nog levendig herinnerde, was geheel in strijd niet mijn gevoelns omtrent de vrouw. De heer X. keek mij even aan en ging toen op afgemeten toon verder: Ik ben echter van meenina, dat zij hoofd zakelijk kwam, om haar bekoring uit te oefenen op Sevrin, en zijn hulde aan te nemen op haar koninklijke neerbuigende wijze. A] was zich zeer wel bewint, zoowel van haar bekoring als van zijn hulde, en genoot van die beide in dat durf ik ge rust zi'ggen -?alle onschuld. En er besiaat niet de minste reden, om iiaar dat kwalijk te nemen. Bekoorlijkheid in een vrouw en buitengewone intelligentie in een man hebben hun eigen weiten. Vindt gij dat. ook nirft?" Ik bedwong mijn verontwaar liging over dat zonderlinge principe ter wille van mijn nieuwsgierigheid. Maar wat gebeurde er toch?'' vroeg ik haastig. H. verkruimelde met zijn linkerhand op nonchalante wijze een stukje brood, j Wat er gebeurde?' y.eide hij. Wel zij redde de situatie." Zij gaf u een gelegenheid, een einde te maken aan uw wel wat sinistere comedie, meent ge?" vroeg ik. Juist," zeide hij, altijd op dezelfde onverMuziek in de HcoiMi Het is toch onbegrijpelijk dat een alt zangeres zoo hoog staand als mevr. Adrienne von Kraiis-Osboine, een getransponeerde sopraan aria kiest als h-ooi'dnummer van haar piogramma. Zou zij i iet begrijpen dat het klankkarak- " ter van het orchest, bij een transpositie naar de onderterts (fel.), een geheele wijziging ondergaat? Met liederen is dit een anjer geval; die verdragen een veran lering van den oorspronkelijken toonaard in den regel veel ge makkelijker. De meeste compon'stei), vooral van den tegenwoordigen tijd, doen hunne liederen dan ook dikwijls in twee of meer zettingen verschijnen. De Ah Pertido-aria" van Beethoven, die zoo rijk is aan allerlei finesses in de instru mentatie, eigent zich in het. geheel niet voor een transpositie. Daarom was het jammer dat mevrouw Kraus deze aria gekozen had op het laatste abonnementsconcert in het C'on. eertgebtnisv. U'at den zang aangaat, daarmede kon zij zeer hooge eischen bevredigen. Haar schoon, vol orgaan, in alle liggingen even gemakkelijk aansprekend en so. oor klinkend en haar voortreffelijke uitspraak verdienen ten zeerste geroemd te worden. Niet minder de ver scheidenheid in liet weergeven der verschil lende expressies Zoowel de dramatische accenttn, als de zuiver lyrische gedeelten van het wondervolle Per piëta", deden ons de warm voelende zangeres kennen. Indien mevrouw Kraus niet deze. aria niet zoo heel veel succes heeft ingeoogst,dan is dit zeker niet toe te schrijven aan haar zang, maar aan het feit dat de orchistratie niet ge lacht is voor een dergelijke lage ligging. Bij de liederen «as het succes van de zangeres buitengewoon groot en verdiend. Het eenvoudige Hoil'nung", een volkswijze uit de 17e eeuw, werd met al de innigheid en soberheid gezongen, waarmede dit liedeken vertolkt moet worden. Maar ook de schalksche liederen van Branms kwamen zonder over drijving en met echten humor tot hun recht. Het toegegeven ,,Ivreiu/u'" van Schubert zou in een minder langzaam tempo nog meer voldaan hebben. Mejuffrouw M. Janette Walen begeleidde zeer muzikaal. Het orchest s pee de onder leiding vanden heer J. Martin S. Heuckeroth, ter vervanging van den heer W. Mengelberg, die ongesteld. wa?, de xro >te Leonore-ouverture vsn Beet hoven, liet derde Brandenburgsche concert voor strijkorche^t van Bach en de eerste drie deeleu uit Beetboven's negende sytnphonie. De onveitnre werd flink en echt mannelijk gespeeld. Het concert van Bach wel forsch en goed in den stijl, doch rhythmisch niet geheel vast ; misschien omdat dirigent eu orchest in dit werk weinig gelegenheid gehad hadden voeling met elkaar te krijgen. De drie deelen van Beethoven's negende moe-it men nooit op concerten in grootm stijl doen uitvoeren. Ik vind zulks otartistiek. Is men niet in de gelegenheid het geheele werk ten gehoore te Drengen, dan kieze men een andere symphon'e. Wanneer Pablo Cassis, in vereeniging met zijn kunstbroeder Harold Bauer in ons midden vertoeft, dan is het feest. En wanneer hij dan Bach speelt, doet hij ons een blik slaan in zijn ziel en openbaart hij ons zijn edele, sobere, en daarom grootsche opvatting van de werken des Thuringer kunstenaars. Dan tiniiMmmiimitiniiiimniumiiMnmttutiimtMttimniimmnmiimm schillige wijze. De comedie moest uit den aard der zaak spoedig afloopen. En zij liep binnen een paar minuten af. En zij liep goed af. Zij zou misschien slecht zijn afgelocpen, wanneer de jonge dame niet was binnen. gekomen. Haar broeder rekende natuurlijk niet mee. Zij waren eenigen tijd van te voren onbemerkt het huis binnengekomen. De drukkelder had een afzonderlijken ingang. Toen zij daar niemand aantrof, was zij haar proeven gaan corrigeeren, verwachtende, dat Sevrin elk oogenblik zou kunnen terug komen. Hij kwam niet te.-ug. Zij werd ongeduldig, hoorde door de deur heen, dat er blijkoaar iets bijzonders aan den gaag was, en kwam eens kijken, wat dat te beteekenen had. Sevrin bevond zich bij ons. In het eerst was hij klaarblijkelijk de meest verbaasde geweest van het geheele overvallen troepje. Een oogenblik scheen hij verlamd te ziju van verwondering. Hij stond als aan den grond geworteld. Hy verroerde geen lid. Een eenzame galvlam flikkerde boven zijn hoofd; al de andere licliten waren bij het eeaste alarm dadelijk uitgedraaid. En na eenigen tijd had ik, van uit mijn duister hoekje op zijn gladgeschoren acteursgezicht een uitdrukking zien verschijnen van nietbegrijpende, geërgerde oplettendheid, verge zeld van een fronsen van zijn zware wenk brauwen. De hoeken van zijn mond trokken minachtend naar beneden. Hij was boos. Zeer waarschi nlijk had hij het spel doorzien, en ik betreurde het, dat ik hem niet van het beiin af in het vetronwen had geLornen. Maar de verschijning van het jonge meis-ja verontrustte hem blijkbaar. Het was dui lelijk te zien. Ik kon zijn angst zien toenemen De verandering in de uitdrukking van zijn gelaat was snel en verbazingwekkend. Alle andere gevoelens en gewaarwordingen weiden verjaagd door een plotselinge vloedgolf van zuivere ontzetting. En ik wist niet waarom. De reden daarvoor kwam geen oogenblik bij mij op. Ik was alleen maar verbaasd over de enorme verandering op het gelaat van dien man. Natuurlijk had hij niet geweten, dat zij zich in dien anderen kelder bevond. Maar dat was geen voldoende verklaring voor den schok, dien haar onverwachte verschij ning hem had gegeven. Een oogenblik was het, alsof de schrik hem wezenloos had ge maakt. Hij opende zijn rnond, alsof hij wilde roepen, of misschien alleen maar om naar adem te snakken. In ieder geval was het een ander, d .e begon te roepen. Die andere was de heldhaftige jongeling, dien ik op het opeten van een stukje papier had betiapt. Met prijzenswaardige tegenwoordigheid van geest, slaakte hij ee'u waarschiiwenden kreet: 't Is de politie! Terug, terug! Loop terug, en grendel de deur achter n dicht l" f Wordt vervulydj.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl