De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 20 januari pagina 1

20 januari 1907 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

F. 1543 DE AMSTERDAMMER A°. 1907. WEEK O :n_ cL e r- 1-ecLa.ctie Dit nummer bevat een bijvoegsel. ?v- a. zi J". ID IE K O O. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.05 Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2 Bit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capuuiues tegenover liet Graud Café, te Parijs. Zondag 20 Januari. .A d verten tien van l?5 regels / 1.25, elke regel meer f 0:2^ lleclames per regel 0.10 Annnnci'S uit Duit^-lilaml, Oostenrijk on Zwitserland worden uitsluitend :ian£cnoincn door do (u in a 11L Du LI1 JMüSSE te Keulen cu duor alle (llialcu J e/er linna. IJ c prijs per regel is o5 Pïenm's;. INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ : De genees heer en de .gemeenschap, II, door L. L. Poathumn, Een onzedelijke zedemeester. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Sta tistiek van bedrijfsdekten, door C. J. P. Zaal berg. Het vervaardigen van rolmatten in het Noorden van Overijssel, door S. FEUILLETON: De Spion. Naar het Engelsen, van Joseph Conrad, IV. KUNST EN LETTEREN: Muziek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. Emile Verhaeren, doar G. van Hulzen. De ramp van 12 Januari 1807, door dr. K. E. W. Strootman. VOOR DAMES INGEZONDEN. AL LERLEI, door Caprice. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. Het Museum Willet Holthuysen, door Frans Coenen, met afb. Emile Verhaeren's nieuwe gedichten, door W. G. van Nouhuys, met portret. Sloppen en stegen, met afb. Maurits H. van Lee, t, door R., met afb. J. Oosten broek Sr., f, c'oor W. F. G E. Haanstra, met portret. Mundus vult decipi. FINANCIEELE EX OECONOMISCHE KKONIËK, door Alex. J. Hendrix en V. d. S. Een acciJESzaak in drie bedrijven, door Const. Morris. DAMRUBRIEK. SCHAAK SPEL. ADVERTENTIES. iimiiliiHlHHMiimiiHtiiimiiiitiililiiiMiiMiMiMimiiiiiiltiiMllluuM De geneesheer en de gemeenschap. IL Wanneer de gemeenschap de kosten op zich neemt, zoowel die welke het onderwijs als zoodanig met zich meebrengt, als de kosten noodig o TI in het levensonderhoud der medische studenten te voorzien; dan kan uit hen een corps artsen worden gevormd, zooals nuttig en noodig is voor het algemeen welzijn en behoeven tinancieele overwegin gen niet ontijdig de studie af te breken. .Eenmaal afgestudeerd treden zij in dienst dier gemeenschap en verleenen zij hunne diensten zooals door haar zal worden voor geschreven : hare leden krijgen die hulp kosteloos, de arts ontvangt een salaris, is ambtenaar. Het is hier niet de geschikte plaats om tot in de onderdeelen te schilderen hoe de werkzaamheden van den jongen arts zullen kunnen worden geregeld. In ruwe omtrekken stel ik mij dit als volgt voor: Na, afloop zijner studie blijft hij l a 2 jaar in de grootere centra onder controle bezig en leert langzamerhand zelfstandigoptreden; hiorna wordt hij in functie gesteld gedurende b.v. tien jaren op het platteland. Na afloop hiervan wordt hemde gelegenheid gegeven, gedurende een jaar het vergetece wat op te frisschen en zich verder te bekwamen; ver volgens wordt hij aangesteld in ecu der grootere centra, waar hem tevens het toezicht wordt opgedragen over een of meer der jongere artsen. Na aldus opnieuw plus minus vijftien jaar werkzaam te zijn ge weest, worden zijne bezigheden langzamer hand in hoofdzaak van cpnsultatieven en controleerenden aard; terwijl na het zestigste a vijf en zestigste jaar van praktiseeren geen sprake meer is. Hier is de arts voldoende toegerust, met beperkte bevoegdheid en goed gecontroleerd zonder financieele zorg op behoorlijke arbeidsvoorwaarden werkzaam, uitsluitend om zieken te behandelen en niet tevens om te trachten rijk to worden. De, meest bekende, bezwaren tegen dit systeem aangevoerd, wil ik in het kort bespreken en trachten te weerleggen. Allereerst mag het bevreemden, dat een voorstander der vrije artsenkeuze, (d. w. z. de vrijheid van een ieder om den arts te kiezen, wien hij het liefst belast ziet met de zorg voor zijn ziek lichaam) met een dergelijk dwangsysteem genoegen kan nemen; doch, wanneer men zich rekenschap geeft over het waarom men dit beginsel bij de bestaande verhoudingen voorstaat, dan behoeft deze bevreemding niet meer zoo groot te zijn. Vrije artsenkeus wenscht men vooral als een prikkel voor den modi eus om zijn best te doen, verder uit billijk heid tegenover de artsen, opdat voor allen het veld van concurrentie vrij is, maar in hoofdzaak omdat het persoonlijk vertrouwen van den patiënt, blijkend uit zijn keuze, als een gunstig werkende factor bij de behandeling wordt beschouwd. Schijnbaar gaat van dit laatste argument veel kracht uit; maar het moet toch voor den patiënt een rustig, vertrouwen inboezemend idee zijn te weten, dat hij niet zoozeer de patiënt is van Dr. A. of Dr. B.; maar dat hij bij ziekte de beschikking heeft over den geheelen geneeskundigen dienst, voor zoo ver zijn ziekte dit noodig maakt. Als voorbeeld hierbij mag ik aanhalen de rege ling, volgens welke de behoeftige kraam vrouwen in de stad Utrecht en misschien ook in andere universiteitssteden verlos kundige hulp wordt verschaft door de verloskundige afdeeling der universiteit en waarmede de betrokkenen hoogelijk zijn ingenomen. Prof. Kouwer is gemeente verloskundige te Utrecht. Is er een be hoeftige zwangere in partu, dan wordt om hulp gezonden naar het zoogenaamde praktikantenhuis, vanwaar student X of Y mee gaat. Deze leidt de bevalling; is er iets bijzonders, dan staat de geheele verlos kundige dienst de zwangere ter dispositie. Een tweede bezwaar is, dat de bekendheid, die de huisdokter heeft met zijn patiënt, diens familieverhoudingen, levensomstan digheden, beroep, woning; met zijn gestel" zooals het publiek meent, bij de herhaalde wisseling der behandelende geneesheeren niet meer, zooals thans, in staat is haar nuttig effect op te leveren en ik erken, dat hiervan wat waar is. Niet wat dat gestel" betreft, deze bijzonderheden zijn gemakkelijk genoeg in maten, cijfers en symptomen vast te leggen, voor ieder deskundige u la minute te vatten; hetgeen hierin mystiek is, blijft ook voor den huisarts mystiek, al keut hij hem vijftig jaar; maar wel zal de ambtenaar minder dan de huisarts de vertrouwde" zijn van zijne patiënten en zullen daardoor van tijd tot tijd belangrijke aetiologische data onbekend blijven. Toch moet men dit bezwaar niet te hoog aan slaan; de huisarts is ook nu lang niet altijd de biechtvader en bij het stellen eener diagnose heeft men slechts zelden behoefte aan die vertrouwelijke rnededeelingen tenzij men met psychische lijders te doen heeft. Huisdokter-psychiater zijn er niet veel en de specialist-psychiater heeft een aparte knobbel om dergelijke zwijgers aan het .praten te krijgen, het verlies dier vertrouwe lijke verhouding wordt door mij dan ook niet zwaar geteld. De antipathie, die het begrip,ambtenaar bij de menschen heeft vermogen op te wekken wordt ook gaarne den arts in staats dienst toebedeeld. Men verwacht, dat ook bij hem de noodige toewijding bij zijn beroep zal ontbreken, wanneer de prikkel om ter wille van eigen voordeel zijn best te doen, ontbreekt. Dat egoisme een correctief is tegen nonchalance wordt grif door mij toegegeven; doch is dit egoisme juist bij den arts een ondeugdelijk en onbetrouwbaar correctief. Het heeft zijn plicht gedaan als de patiënt uit de handelingen van den dokter den indruk heeft gekregen, dat deze ijverig, belangstellend, consciëntieus, zorgvol, flink enz. is. Nu is het echter doorgaans totaal onmogelijk voor den patiënt of zijn omgeving om de motieven van des dokters handelingen te doorgronden, (iewichtig op treden, poseeren en ander komedie-vertoon heeft juist ten doel den patiënt te imponeeren, waarheid en verdichting vermag deze niet van elkaar te onderscheiden. Veel beter waarborg voor een juiste en zorgvuldige behandeling ligt er in een gepaste, doch scherpe deskundige controle en wel vooral dan, wanneer de behandelende medicus niet angstvallig zich zal behoeven af te vragen of het hom ook schade kan berokkenen in zijn affaire, als hij bij moeilijk heden voorlichting zoekt daar, waar hij veronderstelt ze te kunnen vinden. Vrij krachtige tegenstand is te verwachten van den kant der egoïsten nit don gegoeden stand; zij vinden den bestaanden toestand nog zoo kwaad niet; zij tocli kunnen met hun duiten ongeveer den geheelen groep van beroemde" medici, noodig of niet noodig, in hun dienst nemen. Wanneer een Kuropeesch vorst of'een Amerikaansch spekof staalkoning zij a verlangen kenbaar maakt, komt de grootste beroemdheid per extra gelegenheid toesnellen om ter wille van een lintje, een handvol bankpapier of beide zijn diensten te verleenen... naar analogie roept ook menig gegoed burger overeen komstige precieuse hulp in voor zijn acht baar corpus. Hunne kinderen behoeven tot nu toe weinig vrees te hebben voor concurrenten-medici, voortgekomen uit proletariërs gelederen. Intusschen is dit groepje van buiten gewone menschen van zoo weinig belang voor het menschdom, dat ik hunne verlangens wel durf negeeren en bij hunne luimen ook niet verder stil zal staan. De groote voordeden, die tegenover deze weinig zwaarwichtige bezwaren staan, xijn als ik ze nog eens mag herhalen : 1. De opleiding van den arts zal uit sluitend ton doel hebben het afleveren van zoo volledig mogelijk toegeruste geneeskunstbeoefenaren. 2. Geen zieke zal uit vrees voor de kosten geneeskundige verzorging behoeven te missen; en elke zieke is toevertrouwd aan den rijksgeneeskundigen dienst. 3. Geen medicus zal uit tinancieele over wegingen anders handelen dan het belang van zijn zieke eischt, hij zal niet gedrukt worden door den strijd voor het bestaan en zal geen vaardigheid zien te verwerven in eene kunst, die de zijne niet is, n.l. die der kwakzalverij. Hoe wij van uit den bestaanden toestand tot de staatsartsen" zullen komen vermag ik niet in de finesses aan te geven. _De behoefte van het volk aan kostelooze uitmuntende geneeskundige hulp en de wensch der medici om ten volle berekend voor hunne taak, hun arbeid te kunnen verrichten, zonder bemoeilijkt te worden door concurreerende collegae of geëxploi teerd te worden door veeleischende ziekenfondsbesturen, zonder in het kort al de onaangenaamheden, verbonden aan een ongebreideld concurrentiestelsel, te moeten ondervinden, deze beide krachten zullen, naar ik verwacht, ons brengen wat ik wensch. L. L. PÜSTUUMA, Arts. Vreeland, Dec. '06. De onzedelijke Zedemeester. Men zond ons het onderstaand uitknipsel uit de Maasbode van 29 Dec.: Deze waarschuwing van De Tijd, waar mee wij geheel accoord gaan, wenschen wij nog uit te strekken tot een ander blad, wat wij voor Katholieken zeer verderfelijk achten. en waaraan ook een der beide bovenge noemde Katholieke schrijpers, de eerw, beer Balet, zijn medewerking verleent. Wij be doelen de Groene Amste-i dammer, die in vrijdenkerij, radicalisme op alle gebied, verheer lijking van pornogralische auteurs etc. voor Lcrensrecht volstrekt oiet onderdoet. Wat b.v. de Groene zich permitteert op het stuk van advertenties, is van zoo groote schaudelijkheid als ons in liberale bladen nog niet onderde oogeti kwam. Alleen uit de Jaatste nummers van dat blad hebben wij vier uitknipsels van aunoncen vóór ons liggen, die wij ter over tuiging itlleen aan belanghebbenden ter inzage willen zenden. Deze gelegenheid grijpen wij dan ook gaarne aan om ouze Katholieken ten sterkste tegen dat blad te waarschuwen en wij achten het gewetensplicht voor Kath. ouders dergelijke lectuur in hunne huisge zinnen niet toe te laten." Ging- deze aantijging niet alle perken te buiten, wij zouden het niet uoodig achten er op te antwoorden, wijl de soort van katholieken, die getrouwe lezers van de Maasbode zijn, zich wel niet zullen abouneereu op het weekblad. Toch voor dit soort hebben, wij alle respect. Zeker, de Maanholle vertegenwoordigt een doctrine; ze staat op een standpunt; n.l. op dit: wilt gij een goed katholiek zijn en blijven, lees dan geen onroomsche bladen; breng u zelf'niet in de verleiding : de duivel gaat om als ten briescheude leeuw, zoekende wien hij zou kunnen verslinden. liet katholicisme is, wijl het voor de groote menigte uitsluitend op gezag rust, voor deze zeer zwak van verweer, en mits dien is het plicht die massa niet bloot te stellen aan een kennismaking met afwijken de meeningen. De/.e bezorgdheid voor het xieleheil van zoovelcn is alleszins eerbied waardig - - en ook in onze radieale oogen, veel eerbiedwaardiger dan de zorgeloos heid van anderen, die het water maar over Gods akker zouden laten stroomen, eenvoudig omdat hun het uoodige principiëcle besef ontbreekt. Maar - willen katholieken, als de redactie van de Maasbode, dat wij eerbied voor hun streven behouden, dan hebben zij zich van eerlijke middelen te bedienen, om hun doel te bereiken. Dat er in een abjemeen weekblad als het on/.e veel voorkomt wat in den geest van dezen en indruischeiid tegen den geest van genen is, het spreekt wel vanzelf; en dit aan te tooncu, op grond daarvan zijn lezers te waarschuwen, het is der Maasbode recht. Edoch te schrijven: dat de Groene zich permitteert op het stuk van advertenticn een zoo groote sehandelijkheid als in geen enkel liberaal blad voorkomt, - ziedaar een verdachtmaking, gelijk wij er nog nooit cenc in ecu blad van welke richting ook gelezen hebben. Een feit toch is. dat als regel is aangenomen, elke -/cdenkwetsende advertentie te weige ren. Nukanernatuuiiijk bij de beste re geling som wijlen een fout worden gemaakt. Maar wij durven ons to beroepen op de duizenden en tienduizenden katholieke en niet-katliolieke lezers van ons blad, bij ons protest tegen de vieze insinuatie, als zou het Weekblad in den rcdactioneelen inhoud of' in advertentiön van een pornografische richting doen blijken. Zeker, over het punt waar het porno grafische begint en dit eindigt, zal een groot verschil onder de lezers van !)<? Aiiifferdammer bestaan: ook onder de katholieke, maar om de zedekwetsende bedoeling van ecu orgaan te schetsen, heeft men iets anders te doen dan waar toe de Maasl><></<' zich bepaalt: d. i. in het openbaar te spreken van vier uitknipsels uil de laatste -AVs.", die men alleen aan belanghebbenden ter inzage wil zenden." Onze uitgever heeft zich dan ook tot de Redactie van do Maasbode gewend, om nadere toelichting te ontvangen tot bovenstaande infame beschuldiging en wat bleek nu? De vier uitknipsels be troffen drie advertenties van een en dezelfde firma, dus n advertentie in gewijzigden vorm, welke het laatst ge plaatst is 4 Xov. Deze advertentie, kwam derhalve volstrekt niet voor, zoo als de Maasbode., om toch het geval maar ernstig te maken, schreef, alleen in de laatste Nrs", er waren reeds zerm Nrs. verschenen, zonder haar te be vatten, toen het Kotterdamsche blad, den 29sten Dec. zich zijn uitval tegen ons veroorloofde; en dat deze annonce sedert dien niet meer in ons blad is voorge komen, was eenvoudig het gevolg van eene door ons van bevriende zijde ont vangen opmerking; zoodra de redactie op de opname dier advertentie gewezen was, heeft zij de Administratie verzocht haar niet verder te plaatsen, aan welk verzoek onmiddellijk werd voldaan. Had dus de redacteur, van de Maasbode, gelijk dan toch bij zulk een beschuldiging be taamde, nauwgezet de advertentiekolommen van het blad, dat hij aan de ver achting zijner lezers wilde prijsgeven, nagezien, hij zou zijn leugenachtig be richt hebben achter gehouden, en reden gevonden hebben om juist de Amster dammer te prijzen, in plaats van te laken! Maar, waar hij schreef, alteen 1) uit de laatste A'rs." vier uitknipsels van annonces voor zich te hebben" liggen, geeft hij in zijn toelichting aan onzen uitgever mede op: een advertentie van de Parijsche firma 13. Gennert, welke advertentie voor de laatste rnaal geplaatst is in het nummer van // .Maart li)0(i. Toch zeker niet in een der laatste bladen! Nu verzekerde de Hedactie van de Maas bode in haar brief', datookdefirinaGennert tot de meest beruchte pornografische in richtingen van Europa behoort; en wij nemen dit na hare verklaring gaarne aan; maar iemand minder deskundig ten opzichte van de pornografische wereld dan de katholieke redactie, zal d. o. er toch niet licht toe komen, iets zedebedervends te ontdekken in een annonce als volgt: Photografieën, zeer mooi en artistiek voor kunstminnaars en verzame laars. Catalogus, in Eransch, Engelseh of' Duitsch, vergezeld eener met smaak gekozen collectie, .") frs.. goed gesorteerde collecties 10, 20 en 5üfrs. B. Gennert, 8!) Uue du Eaubourg St. Martin, Paris." Intusschen dit annoncetje heeft op de gevoelige verbeelding van den Maas/ioderedacteur zulk een diepen indruk ge maakt, dat hij, na liet verleden jaar Maart te hebben gelezen er op 2!) Dec. over schrijven gaat, als had hij het gisteren pas gezien. Tegen pornografie te strijden, wie zal het niet prijzenswaardig achten? Maar een blad voor pornografisch uit te maken, zooals de redacteur van De Maasbode bet doet, terwijl hij om amlere redr/ie» het ongeschikt voor zijn geloofsgenooten oordeelt; het zoo vinnig en vies te belas teren dit verlaagt den zedemeester maar al te zeer. Lees de aanklacht, zooals wij haar hierboven hebben afgedrukt, met dat alleen in de laatste nummers"; be schouw de vier uitknipsels in het licht, waarin wij ze hebben vertoond en wie gevoelt niet, dat het dezen censor morum zoo bitter aan zijn hart is ge gaan, nu hij niet meer dan vier en dan nog vier op ~ijn manier, heeft kun nen vinden? Ach, waarom moest hij met zoo iets povers voor den dag komen ? Waarom gunde de hemel hem, zuivoraar, niet het genoegen op fieinfi/j stuks van dat ongedierte de hand te loggen? Maar vier ....!! * * * De redacteur van De Maas-boi/e, en dat is de eenige verzachtende omstandigheid, die wij kunnen aanvoeren, is, als zoovelen, slachtoffer geworden van zijn beroep. Geen gevaarlijker ambt dan dat van zcdemeester. Immers dit vordert een bij uitstek hoogstaand persoon, in wien niet slechts n enkele zijde van het zedelijke tot kracht is gekomen, maar door wien het yelieele. zedelijke leven in liefde tot zui verheid wordt omvat; ontbreekt dit laatste, of is het te zwak aanwezig, daar wordt de deugdijver zoo licht tot bron van velerlei ondeugd; dan dringen de min edele karaktereigenschappen vad den zeloot zich al te zeer op den voorgrond... en men aanschouwt telkens den man, die met liet wiedmes zich de vingers snijdt. I Toe men in de Katholieke wereld over den persoon van dezen zedemeester denkt, liet is bekend genoeg. Men weet nog hoe de Eerw. Heer Th. Kwak man hem eens aan de Goede-Vrijdag advertentie van CaféPschorr, opgenomen in De Maasbode, herinnerd heeft, toen dezelfde redacteur het tijdschrift der jon gere Katholieken Van onzen Tij<l ver dacht had gemaakt, ongeveer als hij het nu ons doet, omdat ook dat tijd schrift 't een en ander had behelsd, dat hem ongeoorloofd voorkwam. Maar heef'f D<- Maasbode" daardoor liet recht 1) Wij cursiveeren. gekregen, nu. te gaan verdacht maken en kef publiek ter/en //e redaetie en het tijd schrift zelf op te ruien?''1 zoo vroeg de heer Kwakman, en wij mogen aannemen dat deze kapelaan dit evenzeer ook voor ons nu vragen zou. Het verdachtmaken, het aanklagen, het verketteren, zit den heer Thompson in het bloed. Wat Dr. Schaepman van hem te verduren had", zoo schreef het Centrum verleden jaar is nog lang niet ver geten"... En hoe het er in de Iloomsche kerk zelve en in de samenleving tusschen roomsch en on-roomsch zou uitzien, als de?e redacteur te bevelen had, men kan het denken. Gelukkig echter hebben ia de katholieke kerk hoogeren en wijzeren de leiding, die zulk een lichtvaardigen, oneerlijken en bekrompen ijveraar, tot een ongevaarlijk individu weten te maken. Tot een ongevaarlijk individu, maar aller minst voor hemzelf' immers met het woord gewetensplicht" op de lippen, verzuimt hij naar eigen geweten te luis teren ;tast den naam van andersdenkenden aan met de bepaalde bedoeling om zijn lezers van afschuw voor hen te vervullen; spreekt onwaarheid teneinde toch maar indruk te maken; en schaamt zich niet een aantal van de meest geachte katho lieken beroemde dooden en hoogge erde levenden daar zijn er tientallen; een wolk van getuigen! den volke voortestellen als zich in bondgenootschap begeven te hebben of te begeven met gebleken voorstanders van pornografie!! Eoei! maar, uogeens, daar is een verzachtende omstandigheid .... De zwakke mensch ... en het hooge métier. Uit deze wanverhouding schiet, onder zoo veel meer, de ijdeltuiterij maal al te spoedig op. Nimrod, geweldig jager voor het aangezicht des Heeren, kan toch niet platzak thuis komen; hij stopt naar eisch van het bedrijf, waarmee dan ook, de weitasch vol. Wat nu betreft, de vrijdenkerij, radi calisme op alle gebied, verheerlijking van pornografische auteurs" maar aller minst om de jiornog ra/b'! de Maas bode heeft gelijk, de inhoud van het weekblad geeft zoo velerlei en veelsoortigs, en eischt een te geoefend denk vermogen, en te groote gave van onderscheiding,om geschikte lectuur voor weinig ontwikkelde katholieken te zijn. Wij hebben bij onze lezers steeds, zooals wij reeds zeiden, niet aan de abonné's van de Maasbode, maar aan de beschaafde, de denkende katholieken van dieper in zicht en broeder opvatting gedacht; mannen als onze vele katholieke mede werkers gedurende langer dan vijf en twintig jaar; wij noemen slechts de beide hoogleeraren Alberdingk Thijm, pastoor Kaag, kapelaan Balet, Eren s, v. Calkor, en zooals het toeval wilde, ook voor het Nr. van vóórverleden week, den heer v. d. Kallen, journalist. (iing het den Maasbod/- bijzonder naai den vleesche, dan zouden ook deze katho lieken, of hun talrijke broeders van ge lijken geestesstand, noch in het Weekblad schrijven, noch het ter hand nemen orn het te lezen, tenzij dan de kuische advertentie-paginaas. Maar hoe lang zal zelfs hij bij dien wensch volharden ? Best mogelijk immers, dat hij door het katho liek geloof zich te eeuiger tijd laat ver heffen tot een hoogere zedelijkheids- en geesteskracht. En dan, een verleden den rug toekeerende, dat hem zooveel onvol daanheid en zelfverwijt bracht... wie zal zeggen, hoe zeer men dezen zelfden man. in wieu dun toch een ijveraars-aanleg steekt, nog eens zal kunnen waardeeren ? AVant laat de strenge afscheiding en afzondering van de grootste klasse deikatholieken om des geloofswille noodig wezen ; de heerlijke glans der gedachte, dat er onder de overigen nog velen zijn, die, bij alle verschil van inzicht, toch sterk genoeg van brein en warm genoeg van hart zich gevoelen, om in volle vrijheid en vrede met andersdenkenden te verkeeren en samen te werken /e zal hem allicht doen verlangen zijn scheldblad ook eens te mogen verlaten, en tot zulk een edeler wereld te worden opgevoerd. iiiiimniNiiMMiuitmuiiiiii Sociale, HiimiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiMiitiiHimiiimiiiiiiiiiiiiitiii Statistiek van Beflrüfszietten. Het ontbreken van dit onderwerp op het programma van het Vilde Intern. Congres voor Arbeidersverzekering in 1005 heeft deu J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl