Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1543
overtuigde zijn auditorium, dat men niet
langer dulden kon en dulden mocht: het
zegel op de dagbladen, het zegel op de
ad verten tien!
De Congressisten waren in vuur geraakt.
Met groote opgewondenheid besloot het
Taal- en Letterkundig Congres aan de
Nederlandsche Regeering een dringend
adres te richten, waarin het, in naam van
vrijheid en verlichting op zou komen tegen
elk langer verwijl. Bovendien liet het
Antidagblad-zegel-verbond in 1867 te Rotter
dam gesticht, van de rede 5000 exem
plaren kosteloos verspreiden. Genoemd ver
bond en Maurits H. v. Lee zetten, krachtig
gesteund door den Boekhandel, de actie
voort, en breidden het beginsel uit op alle
drukwerken.
Eindelijk, den lOn Maart 1869 werd het
ingediende Wetsontwerp tot afschaffing
van het zegelrecht op de drukwerken en de
advertentiën" in de Tweede Kamer met
41 tegen 31 stemmen aangenomen, en
weinig tijds later door de Eerste.
In April werd de wet van kracht.
Deze zegenrijke wet, een weldaad voor
Nederland, heeft men te danken aan Minister
Mr. P. P. van Bosse, en bovenal aan Maurits
H. v. Lee, wien kort na de aanneming een
geslagen gouden herinneringsmedaille werd
vereerd, met een adres van hulde en waar
deering.
Als curiositeit zij vermeld, dat de actie
van afschaffing van het zegel op Advertenties
in Dagbladen een heftigen bestrijder had
gevonden in den strijdvaardigen
HoofdRedacteur van het Dagblad voor
ZuidHolland en 's-Gravenhage, den journalist
Is. J. Lion, eertijds souffleur bij Boas en
Judels in de Salon des Variétés te Amster
dam.
Maurits H. v. Lee was van huis uit journa
list, en heeft ook, nadat hij vóór vele jaren
zich te Brussel vestigde, aan tal van bladen
in en buiten Nederland medegewerkt. In
1884 werd hij in België, referendaris bij het
Ministerie van Onderwijs. liet prachtig
Schoolmuseum te Brussel is ook zijn werk.
R.
J. OostenliroeïSr. t.
J. Oosterbroek Sr., O.-I. onder w. Ie kl., ia
35 jaren onafgebroken werkzaam geweest bij
het Europeesch lager onderwijs. Vele jaren
aan etn der belangrijkste scholen te Batavia.
Hij was een bekwaam schoolhoofd, die veel
heeft gedaan voor het volksonderwijs.
Meer dan 20 jaren was hij een gewaardeerd
deskundige by de onderwijzers-examens.
Zijn arbeid werd door de regeering zeer
gewaardeerd, getuige de benoeming tot ridder
in de orde van Oranje Nassau.
Verschillende vereenigingen strekte hij tot
steun door zyn geheele toewijding
ennauwgezetten arbeid o. a. als thesaurier van de
onderwij zers-vereeniging Onderling Hulp
betoon', secretaris der vereeniging voor
Fröbel-onderwijs, lid der commissie tot
samenstelling van den catalogus van leer
middelen van het Europeesch lager onder
wijs, enz.
Hij was als onderwijzer door zijn arbeid,
als mensch door zijn bonhommie en zijn
bekende welwillendheid algemeen geacht en
bemind.
Als vader van een talrijk gezin strekte hij
ten toonbeeld van vele.
Met verlof in Holland, overleed hij te
Haarlem, evenals zijne eirhtgenoote, na een
kort ziekbed, als offer van het klimaat.
W. F. G. K. HAANSTUA.
Mmions Yiilt
Eene verdediging der kunstverrtilschingen.
Toen de kunstcriticus Ugo Ojetti kort
geleden een bezoek bracht aan een antiqui
teitenhandelaar te Florence in diens in
barok-stijl ingericht achterkamertje van
zijn winkel, las de handelaar hem een
courantenartikel voor, waarin verteld werd,
dat er te München een reeks van
Lenbaehvervalschinaen ontdekt was en dat de
vervalschers gerechtelijk vervolgd werden. De
handelaar maakte daarbij de opmerking, dat
het onrechtvaardig was, de vervalschers te
strali'en. Over dit thema ontspon zich
tusschen den handelaar en den criticus een
amusant gesprek, dat in den Corrinre delta
Sera gepubliceerd werd.
Alles wat rnen regen de vervalschers heeft,"
meende de handelaar, toen de criticus de
vervalschers van een moreel standpunt uit
veroordeelde, is niets dan nijd. Van welken
modernen Italiaanschen kunstenaar zijn nu
schilderijen vervalscht? Ja, een paar aqua
rellen van Cremoua, een paar pastellen van
Michetti zijn nagemaakt, maar dat zijn niet
veel meer dan onschuldige grappen. De roem
van een kunstenaar blijkt, uit twee zaken :
het plagiaat en de vervakching.
IQ Italiëhebben de grootste schilders van
onzen tijd hoogstens n plagiaat van hun
werken gezien; wanneer zij hopen een
vervalsching te beleven, sterven zij meestal
voor dien tijd".
Beste vriend," antwoordde de criticus,
denk nu eens niet aan de kunstenaars maar
aan den kooper!"
Aan den kooper? Wel, een vervalschte
schilderij is óf m<>oi Of leelijk, nietwaarïNu,
als het even mooi is als het origineel, dan
wil dat zeggen, dat de zoogenaamde
vervalscher evenveel waard is als de vervalschte
schilder. Wanneer zij leelijk is, dan valt de
schuld aan het bedrog op den kooper zelf,
die op deze wijze voor zijn gebrek aan ken
nis, zijn slechten smaak en zijn aanmatiging
bestraft wordt. Een schilderij is geen gebruiks
voorwerp zooals een broodje of een geldstuk.
Men kan ook leven zonder een Lenbach in
zijn salon te hebben. Wie zich zulk een
weelde waard acht, moet ook het daaraan
verbonden gevaar en de moeite op zich
nemen. De kunst is als de liefde en een
kunstwerk als de vrouw. Wie niet in staat
is een natuurlijke heup van een opgevulde,
een roode wang van een geschminkte, een
vollen, donkeren haardos van een zwarte
pruik te onderscheiden, laat hij zeggen : Mea
culpa", laat hij zwijgen, om niet voor den
gek gehouden te worden, en laat hij een
volgende maal voorzichtiger zijn. Heeft men
ooit een vrouw een proces aangedaan omdat
zij zich schminkte?"
Zeg mij nu eens ronduit: hoeveel
imitaties hebt ge al voor echt verkocht ?"
Vele, maar altijd aan menschen, die het
verdienden."
Hoe bedoelt ge dat?"
Ik zal u een voorbeeld geven. In de
laatste jaren is het barokbeeldhouwwerk weer
in de mode gekomen. Vijftig jaar geleden
kon men een buste van Btrnini voor een
kleinigheid krijgen. Op 't oogenblik staat in
het Bargello de buste vanConstauzaBonarelli
naast een Verrocchio en een Bernini, en als
ik die had, dan zou ik ze voor geen honderd
duizend lire afstaan. Jaren geleden had ik
door een van mijn marmerwerkers acht
Secento-bustes laten maken, waarbij ik me
eerlijk voornam, ze voor 400 lire per stuk
te verkoopen, teneinde er een salon of
een gang in een oud Palazzo mee te laten
versieren. Ik had ze naar goede oude af beel
dingen laten maken en er voor gezorgd, dat
het marmer op de gezichten glanzend als
zijde werd en de patina kreeg van beelden
die iets meer dan 200 jaar oud zijn. De
beeldhouwer had de af beeldingen met groote
bekwaamheid verlichaamd; alleen bij het
vormen van schouders en hals, waar hij
zonder model had moeten werken, was hij
te kort geschoten. De acht bustes hadden
een platte borst en proül zagen zij er wegens
hun platten schedel als idioten uit. Ik had
al besloten ze tegen verminderden prijs te
verkoopen. Daar kwam op een goeden dag
in gezelschap van een gids een Amerikaan
uit San Francisco binnen, die zonder om
zich heen te zien zeide : Ik ben heel rijk,
ik heb de mooiste vi'la van Californiëen
wil in mijn Atrium zes bustes van liernh
plaatsen, Hebt u zes bustes van Bernini in
uw magazijn ? Mijn vrouw houdt alleen maar
van Bernini en zij weet in de Vereenigde
Staten het meest van Italiaansche kunst. De
zes bustes moeten allen even groot zijn. Ik
ben bereid, eiken prijs te betalen. Ik weet,
dat men hier in Florence alles kan krijgen
en dat de burgers geld noodig hebben. Ik
wil de bustes morgen zien en ze over twee
maanden bij mijn terugkeer in mijn huis
vinden." Ik moest den Amerikaan ant
woorden, dat het onmogelijk was, zes bustes
van Bernini in vier en twintig uur bij elkaar
te krijgen. De ciceroue, die ondertus-ichen
in mijn magazijn had rondgekeken, kwam
op dit oogenblik teru» en zei in het Engelsch,
terwyl hij tegen mij knipoogde, dat het niet
verstandig van mij was aan de soliditeit van
den Amerikaan te twijfelen; iedereen wist
dat ik acht bustes van Bernini had en de
Amerikaan zou nnj daarvoor een cheque van
40.000 lire willen geven. Vóór ik nog iets
kon antwoorden, had hij den eigenaardigen
klant naar mijn acht bustes gebracht en gaf
den gelukkige Amerikaan mij zijn cheque.
Den gids moest ik 10.000 lire geven.
Nu komt echter nog het beste. Voor een
paar jaar verschenen de fotografieën van mijn
acht bustes in de Revue des trois arts. De
schrijver van het daarbij behoorende artikel
hield ze wel niet voor een werk van Bernini
zelf, maar stellig voor een voortbrengsel uit
zijn school.
Overigens heeft mijn Amerikaan ze bij tes
tament voor het museum van een kleine stad
in het Westen bestemd. Sedert dien tijd
verdetl ik mijn klanten in twee klassen: zij,
die verdienen solide behandeld te worden
en zij, die voor hun aanmatiging gestraft
moeten worden. En zou men nu hen, die
voor deze daad van rechtvaardigheid zorg
dragen, als vervalschers moeten strail'en V"
Maar komt het u niet eenigszins aanma
tigend voor, op deze wijze als rechter op te
treden ?"
De antiquaar naderde den criticus met een
veelzeggende uitdrukking op zijn gelaat en
zeide zachtjes:
En vergeet u dan vaderlandslievenden
kant ?"
Zni h-tt niet beter zijn, dat de vreemde
lingen al de namaakseli mee naar huis namen
en de echte kunstwerken met het geld voor
de vervalschingen bij ons achterlieten ? liet
ware putriotisrae mag met den vreemdeling
geen medelijden hebben. Wanneer de Staat
de bekwame vervalschers beschermde in
plaats van ze slechts te dulden, zou het
grootste deel der som bespaar l blijven kun
nen worden, dat nu bestemd is om kunst
werken op te koopen vóór ze naar de vreemde
gaan. Er is nog een punt, dat men in arht
moet nemen, n. 1. de ri'rbreiiliny van onzi ,i
kunxtmaiimroi'iii in het buitenland.
Door vervalschingen ?"
Vergenoegt men zich niet op de scholen
met fotografieën en gipsafdrnkken ? (iij weet,
dat de moderne mensch de kunstvoorwerpen
naar hun waarde en niet naar hun schoon
heid beoordeeld. Een afgietsel van den hei
ligen Ueorge van Donatrllo is bij een goeden j
Au-itraliër honderd maal minder in tel dan i
een valsche Donatello, die door een van mijn <
kunstenaars is gebeeldhouwd, alleen omdat j
hij honderd maal minder kost". i
l'w logica mag gelden, zoolang het na
gemaakt werk in een par ieuliere woning
belieft. Maar zocidra het namaaksel in een
museum komt, wordt het een openbaar ge
vaar".
U verwisselt kunst en moraal op een be
denkelijke manier. Wanneer iemand een
vervalsching voor mooi en echt houdt, dan is
dat, een teekeu, dat dt vervalsching zooveel :
waard is als het origineel, óf, dat, de be- i
schouwer niet in staat ts, de schoonheden i
van het origineel te genieten, wanneer het '
hem onder de oogen kwam. Het verbazende
en voortdurende succes der duizende na- !
maaksels van meubels, schilderijen, beelden,
kanten, juweelen, glazen, ivoorbewerkingen
en Moffen, die dagelijks van 1'aliëuitgevoerd
worden, bewijzen een feit, mijnheer, n. 1. dit,
dat wij onze hedendaagsche kunstenaars te
pessimistisch beoordeelen. Deze namaaksels,
waar omtrent geen twijfel bestaat noch bestaan
kan, bewijzen, dat onze kunstenaars, al zijn
ze minder origineel, toch waard zijn, met Do
natello, Verrocchio, Benozzi en Ghirlandajo
verwisseld te worden.
Toen Dr. Alessandro Foresi in 't jaar 1868
bekend maakte, dat de beroemde buste van
Gerolamo Benivieni, die de directeur van het
Louvre-museum, graaf Nieuwerkerke, ver
kregen had als het bijzonder mooie werk
van een onbekenden schilder uit de vijftiende
eeuw, het werk was van mijn besten vriend
Gio-vanni Bastianini uit Florence en toen
graaf Nieuwerkerke hardnekkig bleef volhou
den haar in zijn museum te behouden en
als oud te beschouwen, beleefden wij toen in
Europa niet de onverwachte openbaring, dat
wij tenminste n kunstenaar hadden, die de
gouden eeuw waardig was? Vindt u dat een
kleinigheid ? Geloof mij: De kunst is als de
liefde en een kunstwerk als de vrouw.
Wanneer een vrouw mooi is en zij bevalt
u, dan is het slechts tijdverlies, naar haar
geboorteakte te vragen. Bewonder haar zoo
veel mogelijk dat is voldoende!"
De stedelijke kunsttentoonstelling en fle
neer L Simons.
De heer Simons (L.) schrijft naar aanlei
ding van mijn stukje van 5 Dec. jl. over de
dreigende afschaffing der stedelijke tentoon
stelling van kunstwerken, in het Weekblad
van Zaterdag 12 December een artikel, waarin
hij zegt dat ik niet op de hoogte" ben.
Hij bedoelt, dat ik niet op de hoog e ben
van zijn faits et gestes in den gemeenteraad.
Nu, dit is waar ; ik vind het niet noodig
alles na te gaan wat hij daar uitvoert.
Ik wist dus niets van zijn voorstel (ge
steund door de, heeren Tak en Zimmerman)
om het geld der tentoonstellingsme iailles
te besteden tot aankoop van kunstwerken
voor het Suassomuseum.
Ik had tot uitgangspunt voor mijn schrijven
genomen een vluchtige uitlating in den raad
van reeds voor eenige maanden, een uitlating,
den aanval op het voortbestaan der tentoon
stelling voorbereidend.
De heer Simous laat zelfs voorkomen alsof
ik iets van dat voorstel (den aankoop der
kunstwerken) wist, edoch zulks verzweeg.
Maar waarom zou ik het verzwegen"
hebben ?
Omdat ik bang zou zijn over die grootsche,
moeilijk te bedeuken daad te spreken en
daardoor den roem des heeren 8, te
verbreeden ! ?
Kom. De zaak was eenvoudig dat ik dat voor
stel niet kende en daarom sprak ik er niet van.
Ken feit is het, dat de heer S. en zijn
vrienden de tentoonstelling willen afschaffen
en daartegen protesteerde ik.
De tijd ligt achter ons dat wat de heeren
wijzen de burgers zullen prijzen."
De argumenten des heeren Simons voor
de opdoeking der stedelijke' vind ik waar
deloos, en hij versterkt ze werkelijk niet
door zijn schoolmeesterachtig vitten op een
minder sierlijken zin in mijn stukje van 5
December. Ook niet door mij min of meer uit
te schelden.
De heer S. wil door de gemeente kunst
werken doen aankoopen.
Goed.
Want het spreekt als een boek dat een
stad als Amsterdam, een stedelijk museum
van moderne kunst bezittend, er iets voor
over moet hebben om hare collectie van tijd
tot tijd uit te breiden.
Maar aan dat voorstel is gekoppeld de
aftuiging onzer gemeentelijke expositie en
dat is het waartegen ik opkom.
De heer S. vindt het onzinnig om all er
bijv. 6 meesterwerken per tentoonstelling
ingezonden worden, die te exposeeren, omge
ven door een vierhonderdtal minderwaardige
stukken." Hij spreekt van massa prullen."
Maar nu heb ik voor mij de vaste over
tuiging, dat hij over die meerder- of minder
waardigheid niet in staat is te oordeelen en
in allen gevalle is des heeren Simons' pres
tige als kenner van beeldende kunst te gering
om, al ware het dan ook maar in com
missie" zulke aanmatigende taal te voeren.
Ik heb ook nergens gelegd dat er op de
stedelijke tentoonstelling 400 kunstwerken
moeten geëxposeerd worden en nooit een
aannemingsjury toegejuicht, die niet streng
toezag dat geen minderwaardig werk werd
toegelaten.
Maar waarschuwen moet ik tegen de nei
ging om onze nationale kunst verpersoonlijkt
te zien in het zeer uiteenloopeude werk van
eenige weinige kunstenaars, hoe knap ook,
en het werken en streven van honderden
met breed gebaar te proeiameeren tot
prutserij of /.oo iets.
Waarlijk, het is nog altijd mogelijk dat
men zich in zijn appreciaties vergist, en
daarom mag men van de- regeerng der stad
Amsterdam niet .?erwachten, dat zij hare
expo^itie/.alen zal sluiten voor de breede rij
der Nederland-che kunstenaars, die nog niet
door de kritiek en den heer Simous tot
pat en; beroemd heden -ijn gestempeld.
Dat zij oflii'ieel den rug zal toedraaien aan
het gros der Xederlandsche schilders, beeld
houwers en graveurs, waaronder
veelbeloveiide jonge kunstenaars.
Want het gevolg zou /ijn dat de
kenzetentooiisteliiiig-* jens wel zouden g-houden
word n, maar dan bijv. in Den Haag, en dan
was er van a! den kunstijver des heeren
Simons nieis overgebleven dan de verplich
ting voor de gemeentekas om jaarlijks voor
/'l-iuo kunstwerken aan te koopen van kun
stenaars voor het meerendeel buiten Amster
dam geve-ligd
A m s t . l'.i Jan. '07. <'u:i:i l.. DAKE.
llHIIIIIHIillllinlMIMIlnifMMMIIIIIIIIII IIIMIIIMlmMIUIIIIIIIMUIIIMIIMIII
Kuusiti.-ni"üiiMi iiiiir', i'aiiorctma
Amsterdam.
Gebilde! lleiienhi u sie,' in de kunst/.aal
ti n toen een aantal |MT i,'it''ekeningtjn,
tafereeien uu de groot industrie, ij/er- en
kopersiu-lterij, j-'teenkolen m ij nen , steengroeven,
metaalbewerking, enz.
Tentoonstelling bij Oldenzeel i
te kc tterclam. ',
Tot en me! '_'"i de/.er zijn in de
kunstzaai lentoonges'e d eenige schilderijen door
Ku^ène llarli uit i'.irijs en eene belangrijke
eoileelie tn'niintii* feekeningen en aquarellen
i:it het bekende Miincbener Tijdschrift :
., liigend", n. a. van: L'-o l'utz, Frits Krier,
Max Feldiiaiier, K. v;u, Kuningi, l'aul Kiutl,
A. Sal/.mann c.a.
J. J. BIESING,
Mimi* f handel.
?B-GRA.VENHAQE,
Molenstraat 65,65* ei 67.
Moderne Schilderij»!,
Aquarellen ei firavtrii.
Ill P
van ttr. D. A. KOOL,
kunnen nog eenige abonné's opgenomen worden.
Aanvragen te richten tot:
SCHELTEMA & HOLKEMA's BOEKHANDEL,
Kokin 74-76, Amsterdam. Telefoon 621.
Kunstzaal Panorama.
Panorarna-Gebouw, Plantage.
TENTOONSTELLING
van Werken van
HERM. HEYENBROCK.
JKttlrêe 9& elft. Itai/elijlmt yrttitrinl.
; Bekroond jNijverheidstentoonstelling Leeuwarden l !'(J6
Magazijn
Oud-Holland"
Damrak 75, Amsterdam.
Directie: P._C. PAERELS.
Imitatie- en Antiek Kunstsnijwerk, Koper- en
Ziluerwerk, Porselein, Glas, Tin, Oude Perzische
Tapijten enz. enz.
ATELIER VOOR HET VERVAARDIGEN' - _
VAN OUD-HOLLAXDSCH SNIJWERK.
TELEFOON 7261.
Alp. Keest- en
S I ER KUNST"
IV. SSpiegelstraat tïii,
Verschillende soorten Aardewerk,
Batik- en Borduurwerk, Koperwerk,
Beeldhouwwerk.
Schilderijen, Teekeningen, Etsen,
Foto's en Lithografieën.
Antiquiteiten (Meubelen, Aarde
werk enz.)
RUDOLF ELION & C".
Gt&°W..FELIX MER1TIS
K. £ l Z E R5G R AC
HT. 20 Q~7
Js. VAM G1WKEL
-C I H T
FABRIKANT VAN
KCNST-KOPEK
WEKKEN IN OUD-HOLKAND8OHE
MODERNE- EN ANDERE STIJLEN
PERMANENTE - ~ ?
- TENTOONSTELLING
VAN
KLEUEETSEN VAN FRANSCHE
MEESTERS -f- -f J- + + 4.
REPRODUCTIES PROCÉDÉVAN
MEURS + + + + + + +
PHOTOGRAVTJREN NAAR OUDE
EN NIEUWE SCHILDERIJEN + +
FAC-SIMILE-AQUARELLEN -f- +
ANTIEKE EN MODERNE BEELDEN
LIJSTEN EN SPIEGELS + -f +
n* DEN
KÜNSTHANDEL-ÏED.&.DOEENS&ZN.
R O K I N 56. AMSTERDAM,
ui
AFD-HOLLAnDSCH
n
m MAnDW?RIV *
- "--,;i:*'v*iï^ - '
':
t
il..
v& H LDDPUIT-5P?U?F\