De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 17 februari pagina 1

17 februari 1907 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N'. 1547 DE AMSTERDAMMER A°. 1907 WEEKBLAD VOOR NEDERLAND On.c5Ler rec5La.ctie Dit nummer bevat een bijvoegsel. J". DD IE !RI O O. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Elad wcrdt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni IE 81 (Staatsblad Ao. 124). Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.05 Voor Indiëper jaar « mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/> Dit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Eoulevard des Capuciaes tegenover het Graud Café, te Parijs. Zondag 17 Februari. Advertciitiën van l?5 regels / 1.25, elke re;;el meer f .i'f> Reclames per regel 0. iO Annonn'S uit Piiitsch'.ruiJ, Ojsicnrijk en Zwitserland wurilen iiifslniti lul aangenomen tloor <le firma KlDOLl' ilOSSE te Keulen en duor alle filialen Je/er lirma. IJ e prijs per regel is 35 Pfenni;, INHOUD: VAN VERRE EN VAN XABIJ: Na den Slag. Inmenging van de Kroon De Sahoolcommissie op een dwaa'spoor, (Ingez \ door E. Heimans en H. Deelman. SOCIALE AANGELEGENHEDEN": Is de tentoonstelling van huisindustrie geheel op den goeden weg0, door C. J. l'. Zaalberg. Haagsche Brieven. FEUILLETON: Caricaturen, I. KUNST EN" LETTEREN: Textiel-tentoonstelling in Voor de Kunst" te Utre dit, door R. W. P. de Vries Jr. Het derti ;-jarig zwijgen van pastoor (iuilo Gezelle. VOOR DAMES: Opvoeding van, kinderen, door mevr. KruytHogerzeil. Mrs. Dora- Montefiore, door Johanna W. A. Naber, met portret. AL LERLEI, door Caprice. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. Oud-Amsterdam, VIII, door A. W. Weissman, met af b.?Tentoon stellingbij Buffa, van werken van meviouw Van Duyl-SchwarUe. 't Koggeschip, met afb. Mmiek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. E. G. Verkade, t, met portr. Prof. H. W. Bakhuys Roozeboom, f, met portret. De avond der Herstemmingen te Berlijn. FIMANCIEELE EN' OECONOMISCHE KRONIEK, door Alex. J. Hendrix en V. d. S.?INGEZONDEN.?Technische Hoogeschool. Be tuchteloosheid der Nederlandache jeugd. DAMKUBRIEK. SCHAAKSPEL. ADVERTENTIEN Na den slag. Geheel zooals hij was voorbereid, is de slag ook geleverd. Met een stemming van rechts tegen links werd het democratisch beleid van Minister Staal veroordeeld, den Minister zijn portefeuille ontnomen en het minis terie, wilde het niet een volslagen gemis van karakter aan den dag leggen, ge dwongen zijn zetel te ontruimen. Natuurlijk aan praatjes ter verdediging van deze eerste-kamer-taktiek geen ge brek bij de schuldigen. De heeren dach ten in 't minst niet aan politiële, 't Was hier louter de techniek... .Nu, na de bekende eindstemniing van politieke partij tegen politieke partij, is het zeker niet de moeite waard hieraan nog een woord te verspillen. Het ministerie heeft dan ook zijn por tefeuille der Koningin aangeboden. Een daad door ieder te prijzen, ook door hen, die het om de gevolgen zouden willen betreuren. Wat nu ?* Naar onze meening staat nog geen anderen uitweg tot opheffing van den treurigen toestand voor heden open, als dien wij anderhalf jaar geleden hebben aangewezen bij de crisis na Kuyper's val. Labyrinth en moeras, waren in Juli 1!)05 de woorden, waarmee die toestand werd aangeduid, toen een Tweede Kamer met vrijzinnige meerderheid tegenover een Eerste Kamer met clericale meer derheid kwam te staan. En het is de vraag of thans, nu de clericale Eerste Kamer de vrijzinnige Tweede Kamer tot machteloosheid heeft gedoemd, de crisis niet nog moeielijker op te lossen zal zijn, dan die van anderhalf jaar ge leden, waaraan Borgesius zijn duivels kunstenaars slimheid heeft gewijd. Allereerst geven wij enkele beschou wingen destijds door ons gehouden. Na een strijd, zoo fel en vinnig ge voerd, als met de antithese van Ku\ per het politieke vaderland in beroering heeft gebracht,en bij den fanatieken kant,welken zulk een antithesestrijd uit den aard deizaak aan beide zijden moet vertoonen, kan er bij de verhouding van 48 en 52 niets goeds worden verwacht, hoe men een Kabinet, zoogenaamd parlementair, of wel een Cabinet d'affaires, ook vorme. En zal ons arme vaderland, dat zoo noodig heeft de voorwaarde voor rustige ontwikkeling, ook nu verder weder wor den gewaagd aan nieuwe periodes van volstrekt gemis aan doortastenden wetgevenden arbeid? Het komt ons voor, dat de vaderlands liefde van Kechts en van Links, zoowel de eene als de andere zijde der Volksver tegenwoordiging behoort te doen uitzien naar een middel, om den zoo verwarden, den voor het welzijn van land en volk zoo gevaarlijken toestand... te breken, althans te beproeven een uitweg te vinden uit het labyrinth, waarin alleen de poli tieke strevers zich welbehagelijk ge voelen. Indien ooit het oogenblik gunstig was, om zonder tijdverlies en schade aan de wetgeving te berokkenen, grontfwefsherziening aan de orde te stellen, dan zeker het huidige, dat ons, wordt er niet inge grepen, jaren van armzalig politiek ge tob voorspelt. Een grondwetsherziening, teneinde allereerst de ontbindbaarheid der Pro vinciale Staten, als politiek kiescollege, ? volgens wijlen den ouden heer Heems kerk in der tijd vertieten?vast te stellen, opdat het bij een ernstigen politieleen strijd, gelijk thans gevoerd is, niet mogelijk blijve, dat de Eerste Kamer jarenlang tegenover de meerderheid der kiezers staat. Een grondwetsherziening, opdat de voorstanders van kiesrechtuitbreiding, met de anti-revolutionairen die immers nog altijd het kiesrecht *roor huislieden en daarmee gelijkgestelden recht achten, te samen een formule vinden, welke, een eind maakt aan de dwaze kieswet, waaronder wij thans leven. Een grondwetsherziening, waarbij het beginsel van evenredige vertegenwoor diging wordt aanvaard, alzoo mede recht doende zoowel aan katholieken als aan socialisten, die door de wijze, waarop hun kiezers in den lande zijn verspreid, terecht zich over het te gering aantal hunner vertegenwoordigers kunnen be klagen. Eon grondwetsherziening, welke, diene zij ook andere punten te betreffen, een zuivering geeft aan het vertegenwoordi gend en wetgevend organisme, dat in zijn allergebrekkigste wezen van het oogenblik, het parlementaire stelsel, tot steeds grooter schade, met onvruchtbaar heid slaat c u zijn prestige bij de natie ondermijnt.'' Dat de liberalen over dit kritiekste van al het kritieke" bij de poging tot oplossing der crisis liefst zwijgen, hoeft zijn reden. Te onzaliger ure hebben zij over Hu\pers ontbinding zóó veel woor den vuil gemaakt, dat -/el f s nu nog het spreken hun een weinig moeilijk moet vallen. "NVij hebben hen toen reeds her innerd aan do dagen dio komen'zouden, en tot matiging moesten dwingen. Toch, naar onze overtuiging, bestaat er voor hen geen ander middel om de fuik, die voor hen openstaat, te ontwijken, dan rondweg elke kabinets-formatie te wei geren, waarbij niet op het program staat, als eerste aller eischen: (jroixlirettherzicn'ing tot rdxfxfi'Uintj run ili'otithindbaurlii'i/l diT l'roi'. iïfnfeii, natuurlijk in verband met andere punten, opdat het stelsel van volksvertegenwoordiging in zijn wezen en werking krachtiger worde gemaakt en gezuiverd. Zooals de zaken thans staan mag mon o. i. niet weder het land aan jaren van stilstand in de wetgeving, wagen: want deze grondwetsherziening moet komen toch, maar dan na eindeloos krakeel : immers in welk beschaafd land duldt TIICII op den duur zulk een parodie op de volks vertegenwoordiging, en, verrneencn wij te mogen vragen, waar elders dan ten onzent zou het mogelijk zijn bij zulk een ontwrichting van het wetgevend organisme nog mannen te vinden, die bereid zijn de opheffing van dit ana chronisme te verschuiven tot een lateren tijd ?" Wat ons zelf betreft wij dringen op grondswetherzitning aan in de eerste plaats, opdat door de ontbindbaarheid van de l'rov. Staten, de Eerste Kanier in overeenstemming met de Tweede Kamer zal kunnen worden gebracht, en het regeeren mogelijk gemaakt. Dit kan en mag, dunkt ons, niet uit gesteld worden; te minder omdat de politieke toestand, welke een gevolg is van de ontbinding der Eerste Kamer door de kerkelijken, Links en Rechts bereid moeten zijn deze voortdurende oorzaak van verwarring op te heffen, willen zij zich niet verraden als stellende het partij belang boven het landsbelang. Zoo ooit dan is nu (Grondwetsherziening urgent en daardoor veel minder tijdroovend, dan anders het geval zou zijn. Spreken wij daarbij van de ontbind baarheid der Prov. Staten en van een nog eenigszins beperkte uitbreiding van kiesrecht, met invoering van evenredige vertegenwoordiging, dan is dat, wijl wij meenen, dat er op dit moment voor iets meer of van anderen aard geen meer derheid te vinden zou zijn." * * Welnu 11*07 heeft ons zeker niet in het ongelijk gesteld. Wat wij voorzagen de onmogelijk heid om met twee Kamers, die eikaars politieke tegenstanders zijn, te regeercn, is gebleken. Het aanvaarden der portefeuilles dooi de Meester c.s. onder zulke omstandig heden, was de grootste fuut. Het poli tiek geknutsel van Borgesius, waarbij in de gewone kortzichtigheid van knoeilustigcn, het door priuciepe geëischte eenerzijds en het onmogelijke om het bederf van den toestand zonder radicaal middel te temperen anderzijds, werden geringgeschat of voorbij gezien, het bracht over het vaderland deze ramp, welke zjo krachtig moet bijdragen tot een min achten van het parlementaire stelsel. Een ministerie ad hoc tot oplossing deiop andere wijze onoplosbare crisis van l!)!).")-. de liberale partij heeft het ver smaad. Waarom P Wel, het zou immers zoo mooi staan ? een liberaal kabinet, dat aan 't werk trok voor vier jaren, alsof er geen wolkje aan de lucht was... en dan grondwetsherziening aan 't slot van die vier jaar, een tijd, waarin het zou rijden met een wolf en een muil ezel samen voor het regeeringskarrerje gespannen. Een (;i;oM>\VKTsm-:i:/iL-:xiN(; orer fier j(t«r... in welke politieke wijsheid van oenig land komt zoo iets voor? Maar neen, het moest eu het zou ... en de vrucht wordt uu geplukt i Wat nu? zoo klinkt het van alle kanten. Zoo vragen ook wij. Zal het libe ralisme toonen iets geloerd te hebben ? En het liberalisme niet alleen, ook de kerkelijke partijen; de eer der natie vor dert toch, dat een eind aan deze ver warring kome, die, na het nu gebeurde, allicht bij elke M;/* (//(-oplossing nog grooter en gevaarlijker wordt. O politiek al kunt gij niet sterven verdwijn toch ecu wijle, en laat boven uw ijverzuchtig en ijdeltuitig gekras, dor vaderlandsliefde het woord ! Daar is maar n oplos-ing mogelijk. II. M. weigerc het aangeboden ontslag en het Ministerie koere tcvug op zijn besluit, aanvaarde de portefeuilleopnieuw, maar dan als ... een inhiiïtcr/i' ml hor, om met den meesten spoed, de grond wetsherziening tot stand te brengen, nu reeds anderhalf jaar besproken, berapportecrd en in gedachte voorbereid. (irondwetsher/iening, zooals wij huur in 1!)0.~> hebben gevraagd. 'Waarlijk, in drie vier maanden tijds kan, lij int*tiyr)i cv'/, deze arbeid worden voltooid en nimmer was een tijdstip gunstiger om hem tot een goed eind te brengen dan nu, wijl de zucht om uit het ,,moeras" te komen bij elk nadenkend staatsburger sterker moet zijn dan ooit. Alleen op zulk een voorwaarde kan o. i. het Ministerie-Do Meester zich bereid betoonen nog een poos aan te blijven, daar het tegenover Staal zuiver staat, wijl het een poging zal doen, om ten spoedigste langs den cenig mogelijken, d. i. den rechten weg, een einduitspraak vuu het Nederlandscho volk te verkrijgen teu opzichte van de democratische legerpolitiek : een uitspraak dio bij het zoo algemeen veroordeeld bestaand kiesstelsel en de onontbindbaarheid der l'rov. Staten niet te vernemen is. Zulk een oplossing moet, meenen wij, ook in den geest van het llaiti/i'/.Ji/ifi/ wezen,dat reeds tevreden zou zijn, als de kiezers voor de Tweede Kamer nog eens naar hun inzicht wer den gevraagd. Inmenging van de Kroon, Toen wij in ons nummer van Zondag verklaarden, dat het alleszins wenschelijk was zoo mogelijk tegenspraak te geven van het bericht in De Telegraaf, volgens hetwelk de IVins-iiemaal zich reeds vóór den val van minister Staal rnet den heer Kool in betrekking had gesteld nopens de aanstaande kabinetcrisis, hebben wij niet aan een doovemansdeur geklopt. Intusschen had De Telegraaf zijn be richt nog eens herhaald, het voorzien van opmerkingen, ook door ons gemaakt, en er het eeu en ander aan toegevoegd, dat het nog meer waarschijnlijk deed zijn. Zij schreef in haar Zondagochtend nummer: Er is aan dit conllict nog een zeer beden kelijke kant te voorschijn gekomen ; de in menging van het Hof. Kort nadat de inspecteur der cavalerie, generaal Smeding, zijn ontslag had genomen, vermeldde De Telegraaf dat H. M. de KoninginMoeder den generaal in audiëntie had ont vangen. Ook Prins Hendrik interesseerde zich plotseling voor den met den minister overhoopliggenden ex-opper-officier, die, zooals de hoofdredacteur van de conservatieve Nieuwe Courant, een onverdacht getuige, in Onze Eeuw van deze maand, echrijft, ontslagen werd zonder den gebruikelijken Koninklijken dank, schoon allerminst (gelijk sedert duidelijk bleek) met ver beurte van de Koninklijke gunst. Juist een week geleden, was het alweer de echtgenoot van H: M. de Koningin, die onverwacht verscheen aan den achteringang van het bureau van den generalen staf van de Kal vermarkt what is in a name? ea ruim 'a half uur 'n conferentie had met generaal Kool, nadat minis:,er Staal den dag te voren een lang onderhoud met generaal Kool had gehad. Van welingerichte zijde deelde ;nen oris daarop uit Den Haag mede, dat dit geconfereer in verband stond met de dreigende crisis. In een constitutioneelen staat noemt men 'n dergelijke inmenging van het Hof inconstitutioneel. Vergissen wij ons niet, dan is Nederland immers nog altijd een constitutioneele staat, waar het Hof boven de partijen behoort te staan ? ' De tegenspraak nu luidt als volgt: Naar aanleiding van de verkeerde gevolg trekkingen die gemaakt zijn uit het bezoek dat de Prins gebracht heeft aan luit.-generaal Kool in diens bureau op bet Plein te's-C ravenhage, kan het Haagsche Correspondentie bureau uit de meest betrouwbare bron mededeelen dat dit bezoek, evenals reeds vroeger dergelijke van dien aard, geen ander doel had dan een gesprek over tactische oefe ningen op de kaart, welke onder leiding van den chef van den generalen staf met offi cieren worden gehouden en waarbij de Prins meermalen in persoon tegenwoordig was." Gaarne aannemende, dat de meest ver trouwbare bron" van het Haagsche Cor respondentie-bureau dat zal dau zijn een officier, die bij het gesprok tusschen den heer Kool en den Prins-Gemaal tegenwoordig is geweest van meer beteekenis is dan de welingelichte /.ijde" van .De Telegraaf, behoeft men zich over de onderstelde inmenging niet langer ongerust te maken. Alleen zou men het wenschelijk kunnen achten, dat bij het opnieuw voorkomen van spannende leger toestanden de Prins-zich aan dergelijke morgen-gesprekken ter tactische oefening speende, en zoo zij niet voor uitstel vatbaar mochten zijn, dat Z. H. dan niet dooi den achteringang, maar door den hoofd ingang zich tot den chef van den gene ralen staf begaf; immers hoogstwaar schijnlijk heeft, behalve de verzekering, voorkomende in Onze Eemr, van de gunst aan generaal Smeding door het Hof betoond, juist die achteringang do ver denking van liet publiek gaande gemaakt althans die van de welingelichte zijde" der T'-legi-uaf. De Schoolcommissie op eoii dwaalspoor. (Ingezonden). (/ie de Groene" van Je voorlaatste week.) Geachte Reductie ! Mag ik even iets in 't midden brengen tegen bovenstaand artikel van m'n collega Deelman? Niet om 't nut van handwerken ook voor jongens op de I.. S. te bepleiten oi'den aanval van den heer D. te keeren ; dat kunnen en zullen meer bevoegden dau ik wel doen ; dat is hun trouwens niet moeilijk gemaakt door den schrijver. Maar collega D. heeft de onhandigheid gehad, het in 't publiek voor te stellen, alsof de onderwijzers te Amsterdam clandestien iets onderwijzen dat door de wet verboden is. Wie niet op de hoogte is van L. O.-zaken, en dat zijn allen die er buiten staan, dus verreweg de meeste lezers van de viroene:', zou kunnen gaan denken, dat het inderdaad zoo is; ten minste wie 'l stuk niet kriüesch leest, zal licht dien indruk krijgen. Wie 't met aandacht overleest, moet 't wel treüen, dat ten eerste het verwijt aan de Amst. Schoolcommissie : een verboden artikel aan te bevelen, ook gericht is aan B. en W., aan het Rijksschooltoezicht, maar eigenlijk de onderwijzers raakt. Immers de heer D. schrijft, na gesproken te hebben van werk van vijf scholen, ingezonden op de sl jdtentoonstelling: Niemand bewere, dat de vrees om de wet te o .-eitreden de onderwijzers op school weerhoudt, aan slüjtt te doen; de overheid en de schoolautoriteiten zijn meegaand genoeg, en zullen 't niet euvel duiden, ah iemand bij zijn rekenen of natuur kundig onderwijs een proef neemt met een nieuwen leer .-orm." 't Is niet aeel duidelijk, waarin die wetsovertreding dan bestaat. Maar als dat zoo is, wat valt er dan te laken wan neer een adviseerend instituut als de school commissie bij B. en W. de invoering aan beveelt op een twaalftal scholen van iets, dat al gedaan wordt op andere O. L. S. in deze gemeente; en nog wel onder goedkeuring van de autoriteiten. De schoolcommissie heeft ook wel schoolwandelingen aanbevolen, en die staan ook niet in de wet genoemd.. Twintig jaren lang stond 't vak: Aanschou wen" op onze lesroosters en ook dat staat niet in Art. 2. S;raks kan de redactie een stuk verwachten dat protesteert tegen 't bin nensmokkelen op de L. S. van chemie, physica, geografie, hygiëne, botanie, zoölogie, cosHiografie; wy doen heusch aan al die vreemde vakken, op zijn tijd, op zijn plaats en in gepiste en bescheiden mate, en zoo zullen wij ook aan siöj d gaan doen. Verboden waar? Och kom ! Terwy'l de meisjes poppenrokjes knippen, een hemdje naaien, werkelijk aardige tafelloopers haken, mooie letters merken, zouden wij door de jongens geen netwerk van een pyramide uit karton mogen laten teekenen, uitknippen en samenplakken; of hun penseelteekenen leeren Of hen handig met passer, driehoek en liniaal leeren omgaan. (Pak me. collega, rechtlijnig teekenen is niet genoemd in Art. 2), geen kunst- of natuurvoorwerpen van klei leeren nabootsen ? Dit toch was de bedoeling van de hoofden van de opliidings-scholen met jongens en mtisjes, die 't voorstel aanhangig maak ten : Terwijl de meisjes handwerken (2 uur per week), mogen, om deze niet achter te doen komen (wat de er ervaring leert, dat gebeurt) de jongens niet voortgaan met 't gewone onderwijs. Deze moeten wat anders doen, vallende onder een der vakken van art. 2, dat zooveel mogelijk overeenkomt met het handwerk der meisjes en dat voor jongens gepast en nuttig is. Zal de gemengde school der 3de kl. (volgens sommigen die er over kunnen oordeelen, een onding) behouden blij ven, dan moet er wel zoo 'n pendant komen. De bekende tirade van Den Hertog door den heer D. geciteerd, sloeg meer in't bijzon der op slöjd in den zin van huisvlijt: 't leeren vervaardigen in school, door houtslöjd vooral, van voor verkoop geschikte gebruiks voorwerpen en ook op de wanhopige accura tesse daarbij Over 't nut daarvan valt inder daad te twisten, maar aan de invoering als leervak van zooiets is in 't onderhavig geval in 't geheel niet gedacht; dat is ook meer zaak van vervolgd onderwijs. Daarvan was Den Hertog tegenstander; in ij e.a. bekend is ook zijn uiting: Leer de kinderen niet iets met de handen maken, dat een stuiver aan de fabriek kost en als handenwerk twee dub beltjes aan materiaal en tijd." We zijn al weer zeven jaar verder en er w?ren ook dingen waarvan zelfs Den Hertog geen ervaring had. 't Is ons onderwijzers juist te doen om 't ontwikkelend en op voedend element, dat er in de handenarbeid ligt; op vele bijzondere scholen voor meer gegoeden is dat al lang erkend en toegepast. Over de kwestie kercak of leervorm zullen wij in de Echoololadeii en onder deskundigen 't nog wel eens hebben. De raad docr coll. D. aan de Amst. schoolcommissie gegeven, had hij zelf alvast ook wel kunnen volgen: bestaat dat college volgens hem gruoteudeels uit leekeu en dillettanten op 't gebied van schoolopvoeding" er zitten andeis nog al wat oud onderwijzers en leeraars in de lezers van de Groene" stellig voor eeu nog grooter d=ei. Die in den strijd mengen, in nog veel minder practisch, dat leidt tot niets dan oppervlakkig oordeelen bij de ouders en bij veltn, die er inderdaad geen verstand van hebben. Hoogachtend E. HEIMAXS. * -;;?* Den lieer E Ileimans. Daar u op de hoofdzaak niet ingaat, de beteekenis van den handenarbeid op de lagere school, zal ik u slechts kort beantwoorden. ('w redene?ring, dat men sloïd mag onderwijzen op de lagere school, omdat men daar op zijn tijd ook iets doet aan chemie, physiua meetkunde, hygiëne, botanie, zoölogie en cosmogralie, welke wetenschappen niet genoemd worden in art. 2 der wet, houdt geen steek. Chemie, physica, hygiëne, bo tanie en zoölogie vallen onder het begrip natnurkennis in zijn ruiinsten omvang, cosmo gralie valt onder aardrijkskunde, de aan schouwelijke meetkunde onder rekenen. Maar wie eenigen zin heeft voor logica, zal er nooit toe komen sloïd te rangschikken onder een der vakken van dat artikel. Slojdiseen vaardigheid, doch een geheel andere dan de in de wet genoemde vaardigheden: leien, schrijven, rekenen, zingen en nuttige hand werken voor meisjes. V zegt nu, dat u in het slojd-uur de jon gens slechts wilt bezighouden met het lee kenen en plakken van vormleerügnren, met penseelteekenen, mot een weinig rechtlijnig teekenen ea het nabootsen in klei van som mige natuurvoorwerpen. Al deze bezigheden kunnen gerekend worden tot het onderwijs in een der vakken van art. 2. Het teekenen en plakken van vormleerliguren. dat wij ook al gedaan hebben, toen de vormleer in art. 2 nog afzonderlijk genoemd werd, is niets nieuws. Bij het teekenen bedienen wij ons sinds de hervorming in het teekenonderwrjs van andere hulpmiddelen, toch blijft het teekenen. Alleen het nabootsen in klei van natuur voorwerpen is iets nieuws, doch het nieuwe betreft alleen de methode van het onderwijs in een der leervakken. Doch dit alles is volstrekt geen sloji. silojd omvat grootendeels andere bezigheden en wat de hoofdzaak is, bij slojd is het ver vaardigen van voorwerpen geen middel maar doel. Hoe is men er toch toe gekomen, de bezigheden door u genoemd den weidschen naam van slojd te geven? Het komt mij niet waarschijnlijk voor, dat de hoofden der scholen voor jongens en meisjes, die 't be wuste voorstel bij de schoolcommissie aan hangig maakten, dien naam hebben genoemd. Zij wisten immers te goed, dat wat zij vroegen geen slojd was. De naam zal dus het eerst gebruikt zijn door de schoolcommissie. Door den verkeerden naam is deze op een dwaal spoor gekomen. De gevolgen der dwaling komen reeds aan het licht. Men heeft o. a. in het Handelsblad gevraagd, of er wel personen genoeg te vinden zijn om het nieuwe leervak slojd op de openbare scholen te onderwijzen. En het bestuur der afd. Amsterdam van de Ver. t. B. v. H. in N. heeft zich gehaast de menschen gerust te stellen door te publiceeren, dat zij cursussen geeft bestemd om onder wijzers te bekwamen in klei-, karton- en houtarbeid. Niemand denkt er dus aan, dat het onderwijs, door u gewenscht zonder voor bereiding kan worden gegeven door den

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl