De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 24 februari pagina 6

24 februari 1907 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

'V-M D E A M S T E R D A M M E lt W E EK B L A D VOOR NEDERLAND. No. 1548 r ?kiiltoor A. w. WqriMHitJiL' OjMfc^ > , - "i-, *. **- t va Nieuwe Kerk. Ken was «r «p bedacht, de kerk zoo veel mogelijk in h-iar ouden toestand te brebgen. Daarom werd liet; koor weder TW banken en een bek voorzien, ofschoon die «oor den Protestanjtschen eeredienst niet noedig waren. Dit koorhek heeft een borstwering va» zwart en-wit marmer, .doch i* overigens, van geel-koper. Een ?traag klassieke Korinthische ordonnantie vormt liet geraamte yan bet geheel. Maar. de grijUge vullingen zijn blijkbaar een herinnering aan Eet Laat-Gothische hek, dat door oen brand vernield werd. B» prachfige predÜMtöel, Met meester stuk vaa Albert YinckeBbrinck, in 164T H*in 1649 voleindigd, is ongenaar den ouden, di« ia de }6e _ sr*aardigd was, gevolgd, Dtt'bewijst met slechts de ordonaaatje van,«h«t geheel; maar blijkt ook uit de ' **"" Ier aeven werken van en van het. Laatste ie de paneelen versierd werden in de 16 eeuw i, doch na de Hervorming f e pèrspectievische zalen, reelèa. als het ware slechts _ jg, waren «en liefhebberij der" On&rfuaaciéh, in de détails bleef Vinckenbrinck oorspronkelijk, al nam hij de ordonnantie van het geheel uit de 16e eeuw ot«r. Vaar een. vroeger voorbeeld gevolgd moet ook liet kleine orgel zijn, dat in .den zuiderkruisbeuk een plaats kreeg, en voor den Hervormden eeredienst geen nat had; in den Katholieken tijd was zulk een orgel noodig, om het zingen dele getijden in hét koor te begeleiden. Een orgel uit 1511, in de Groote Kerk te Alkmaar nog aanwezig, doet zien, hoe gebouw het Amsterdamse hèvoorbeeld m 1648 moet zjjn gevolgd, al behield de houtsnijder in de détails zijn vrijheid. Het ontworpen van het groote orgel werd .opgedragen aan Jacob van Campen, die in 1638 ook de orgelkas in de Groote K*rk te Alkmaar had geordonneerd. HftM Wolff Scboaat uit Kit dneen bq Fmnkenthal voltooide in 1652 het inrtrument. D« galerrj beslaat uit zwart en wit marmer; Quellan bracht in 1652het prachtig beeldhouwwerk aan. Jan Bronkno»t beschilderde de luiken. S In 1653 werd aan Jaeob van Campen do»r. de Generale Staten het ontwerpen van< een graftombe voor Jaa van Galen opgtfdrageB, welk kanetwerkin de Nieuwe Kerft zou worden geplaatst. Van Campen droeg de uitvoering op aan Willem de Keysec^ het liggende beeld van den held weid ~ gemaakt door Rombout Verhuist, dip met Quellijn voor het versieren van het Stadhuis uit Vlaanderen wu gekomen. Volgens een opschrift op het voor de tombe geplaatste hek U het werk 31 Januari 1656 gereed gekomen. Naar het gebruik van die dagen werd het opschrift 'in het Latijn gesteld. Maar Vondel zorgde' ook voor een vers in de taal des lands, het bekende : ..'. , ;. Hier leit int Graf van Eer de dappere Van ' ' "' " " "" ' ' Die eerfet gine bait op buit Castiliën af baaien, En met een Leeuwenhart, nabij 't Toekaner l strandt, De Britten heeft verjaagt, verovert ..en verbrandt. De graftombe van den Luït nantAdmiraal Michiel Adriaan szoon de Ruyter | Het koor der ^Sieuwe Kerfc. is in hefr koxS> wafcr vróegef het hoofd altaar placht te zift, ^eplasfst. JJe Rüytef/'^erB^'aÖJrll 1676 voor Sicilië, in nét ie*z?entTan.d^J''e.rgEtpa, bij een geYec^t .tecen d^ FjfanB.chen prider Duquësne $è^^d^J^;^fjpi^Bed.2ÖApril daaraanvolgende, toen 'zqn schip in de baai van I8'yracüsè'"nigJ' Zfn lijk werd naa^fiet vaderland ovei0 gebracht en zou, volgens zijn verlangen, in de Oude Kerk te Amsterdam, waar hij altijd de godsdienstoefeningen placht bij te wonen, begraven worden. Maar de Schepen Mr. Cornelis Roch, die een graf bezat in het koor der kerk, was niet te bewegen, dit te yerkoopen, ofschoon de andere eigenaars yan graven, die voor den te maken graf kelder ben'oodigd waren,, reeds in verkoop hadden toegestemd. De bezitters van grafsteden in het koor der Nieuwe Kerk waren schappelijker, en dus werd daar de kelder gemaakt, waarin het stoffelijk overschot den 18den Maart 1677, op kosten des lands, met groote -staatsie werd bijgezet. De Algemeene Staten besloten tot eene memorie voor de posteriteyt" op het graf een tombe te doen plaatsen. Het werk werd aan Romhbut Verhulst, die te 'a-Chrav«nhage woonde, opgedragen en kwam in 1681 gereed. Reeds 4 Maart 1683 werd Engel de Ruyter, de eenige zoon van den Admi raal, in den kelder bijgezet. Hem volgden 24 November 1683 Johan de Witte, ge huwd met Michiels dochter Cornelia de ^Ruyter, en tegelijk begraven met zijn zoon Michiel de Witte. Weder opende men den kelder, toen de predikant Bernardus Somer, gehuwd met Michiels dochter Margaretha 9 Juni 1684 ten grave daalde. Margaretha stierf 22: December 1688, Cornelia pas 11 Januari 1720. Zij was de laatste der familie, daar 's Admi raals echtgenoote Anna van Gelder 24 Februari 1687 overleed, en zijn kleinzoon Cornelis Ie Witte 26 September 1701. De grafkelder ging later in eigendom aan de familie lias over. Voor het gedenkteeken heeft Verhulst een tombe als hoofdmotief gekozen, die tegen een architectonisch behandelde wand, door Adriaan Dorsman geordon neerd, geplaatst werd. De ordonnantie van de Toskaansche orde en bestaat is uit zwart, rood en wit marmer. Links staat het relief beeld van de Voorzichtig heid, rechts dat van de Standvastigheid, Het paneel in het midden vertoont de Faam, wapens, een zeeslag en kind rfiguurtjés, alles in reliëf. De Ruytep ligt op dff-^ömbe uitgestrekt, met twee tritons achter zich. De Toskaansche architectuur van den wand is wat droog, en weinig in har monie met de tombe. Verhulst heeft te vergeefs getracht, door tusschen de zuilen decoratief beeldwerk aan te brengen, dit gebrek te verhelpen. Daarenboven zijn de allegorische figuren niet bijzonder geslaagd, en vullen zy de ruimte slecht, die zij moeten versieren. Waarschijnlijk zijn zij het werk van helpers. Weinig beter is de figuur der Faam. Maar Ver hulst heeft de volle maat van zijn kunst fegeven in het beeld van den held en e daarachter geplaatste tritons. Drie lange Latijnsche opschriften, door Nicolaas Heinsius Daniëlszoon gemaakt, verkondigen den lof van den held. Doch een kernachtig quatrain" dat tot het volk in het Nederlandsen spreekt, en dat bij vroegere gedenkteekenen haast nooit gemist werd, ontbreekt hier. Hooft was reeds haast een halve eeuw dood, en in 1679 was ook de hoogbejaarde Vondel gestorven van de kou," zonder een kort grafschrift op De Ruyter te hebben ge maakt. En zoo is het gekomen, dat Nederlands grootste en meestbekende zeeheld slechts op zim graf herdacht werd in Latijnsche lofdichten, welke hy zelf, die geen klas sieke opvoeding had gehadi, niet zou kunnen lezen, wanneer hjj tot ons terug keerde. , De Ruyter, geboren toen de republiek der Vereenigde Nederlanden nog jong en frisch was, geboren in hetzelfde jaar, dat Jacob van Heemskerck den 7den Mei voor Gibraltar sneuvelde, geboren toen Hooft dichtte: l De Nieuwe Kerk van binnen. Praalgraf van De Ruyter.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl