De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 24 februari pagina 8

24 februari 1907 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

J» T, i.., , «.brachten) genoot een in vertolking: I) K A M S T E H D A M M K K W K K K li L A D V R JN' K D K K L A .N 1). 1548 Martin Wolff. f pMtttiinimiimiitiHmittiwimitmiiiiiiiniiitHiniiiiitiiitttmmintmu Aaale iietelaan m Dr. GEÜDIOE'S tirocbttre OngeTraaiii AMes". Dominee Gunning schjjnt mij de zondenbok te moeten worden, -waartegen enkele kleine blaadjes en vele anonymi hun gal in meerdere of mindere mate meenen te moeten uitspuwen. In tal van namelooze smaad briavép, wier inhoud toch, zooals Dr. Gunning terecht schryft, alleen de afzenders onteeren kan, wordt den schrijver van het On^èVraaffd Advies" verweten, dat hij een ^v&rrad«r is van het geloof .zijner vaderen". IJe ^yeröntwaardiging der' anonymi is zoo hèvifc, dat'züv,,'diep gegriefd", en half ziek" hun voorganger verklaren nooit meer zijn woord ie willen hooren of lezen". Waarom die diepe verontwaardiging? Omdat Doctor Gunning als openbaar pleit bezorger is opgetreden voor den verkoop van; den Utrechtschen Dom, die hij noemt vQ0r de Hervormden een kostbare, nuttelooze last, welke met aanzienlijke winst van den hals moet geschoven worden. ,In het Ongevraagd Advies" vind ik geen spoor van verraad of overloopen naar een ander kamp, wat den schrijver wordt aan gewreven door anonymi, die klaarblijkelijk de brochure niet gelezen hebben. Rond borstig zegt de doctor zijne meening; eene raeening welke gebaseerd is op het ontegen sprekelijke: een Katholieke kerk is vol komen ongeschikt voor den Protestantschen eéredienst. Doch niet alleen deze meening deed den schrijver de pen" opvatten. Bij Dominee Gunning spelen liefde en eerbied voor onze kunstschatten een groote hoofdrol en hij bejammert het vandalisme, dat hoogtij viert in de aan de Katholieken ontnomen kerken. Hoort hetgeen Dr. Gunning reeds in 1897 schrijft, toen tusschen hem en den predikant Schouten een polemiek werd gevoerd, naar aanleiding van het denkbeeld door eerst genoemde geopperd om de oude katholieke kerken maar aan de Katholieken te verköopen, omdat het onderhoud de krachten te boven gaat van de tegenwoordige eigenaren. Dat verweerschrift getuigt van waren kunstzin. , Wij kunnen op den duur onze kostbare kathedralen (sic.) niet meer onderhouden. Ik laat nu hare volkomen ongeschiktheid voor onzen eéredienst nog daar! Dat is ten deel e een quaestie van smaak. Ik voor mij vind het een jammerlijk gezicht, zoo'n machtig gebouw, als bijv. den Dom te Utrecht, door dat houten getimmerte ont sierd te zien, terwijl het nobelste en heer lijkste in zoo'n kerk, het koor denk aan de prachtige Hooglandsche kerk te Leiden! geheel ongebruikt en ledigstaat, indien het niet met brandspuiten of kalkemmers en dergelijken bezet is. Maar anderen denken daar anders over, en vinden- de koude (ook al bevriest soms het glaasje water op den preekstoel en de tocht (al waait het ook letterlijk in de kerk) en de rookende stoofjes en wat verder bijkomt, zeer draaglijk. Maar guur uit een finantieel oogpunt worden zy voor ons gaandeweg onhoudbaar. Die geweldige daken kosten duizenden aan reparatie en onderhoud. Die/machtige vensters, waar wind en straatjongens hun vernielingswerk aldoor op beproeven, moeten gerepareerd worden. Die geweldige muren, booggangen, ge welven ze zijn alle op voortgezette, liefde volle verzorging aangelegd. Een Boomsche kerk' is geön Kerkzaal" maar een levend ets, wa»r, 'alles voortdurend moet worden veranderd, verfraaid en versterkt. Zoodra er de lie/demet meer voor is, worden ze antiqui" en. Indien er, gelijk te Leiden, geen rijks"iie bijkomt, zijn de meeste van die tot een langzaam verval gedoemd. r kBltyoogderi missen veelal den moed al omdat zij weten, dat duizenden hun lidmaatschap opzeggen, als het hun ook maar enkele guldens kost een fermen boofdelijken omslag in te voeren, om hunne htti&uouding waardig en overeenkomstig hunnen staat op te houden. En zoo zijn er gemeenten met vijf, zes, zeven kerken, waar men een, twee, drieduizend gulden uitgeeft, waar 20 a 30.000 gulden benoodigd zouden zyn,' wilde alles er behoorlijk uitzien. Wat zegt ge van de vervelooze banken in onzen Dom? Wat van de muren onzer Janskerk? En dat zyn dan nog wel Utrecht's hoofd kerken! Loop dan eens een of andere Boomsche kerk in, en bezie eens die zachtgetinte muren," die keurig onderhouden banken, die frissche, ingelegde vloeren (om nu van verdere versieringen maar te zwij gen) wordt dan uwe ziel niet met weemoed vervuld, als ge aan onze schamelijke bede huizen denkt?".... Treedt hier de kunstenaarsziel niet in het volle daglicht en verdient zij de striemende zweepslagen van een troep kleinzieligen? Laten zij ook hooren wat Mr. J. C. van Overvoerde schrijft, nadat hij de gruwelijke verwoesting verhaalt van. da O. L. Vrouwe Kerk te Dordrecht. "Deze pronk verdween echter na 1572, toen het uiterlijk zoo gloedvolle en kunstlievende katholicisme verdrongen werd door het ernstige, prachtschuwende calvinisme. Menig heerlijk kunstwerk ging toen voor goed verloren en hiermede het gevoel voor gothieke kunst; zoodat wij na* dien tijd, voor het gebouw althans, haast alleen kun nen wijzen op verminkingen door onkunde en gebrek aan gevoel voor de lijnharmonie van het g,eheel." Hoe schoon moet niet de aanblik geweest zijn toen de kerk nog prijkte in volle pracht, toen de bezielende 'gedachte van den bouwmeester nog sprak tot den verwanten geest van den tijdge noot." (Oud-Holl. 1898.) Wijlen mijn vriend N. de Boever, de stadsarchivaris van Amsterdam,, in z^jn ju weeltjes van schetsen Uit onze oude Amstelstad". zegt Onze oude kerken doen mij immer denken aan pas ontruimde huizen, zoo hol en kil en ongezellig. Wilde men ze weder in fleur zien, men zou ze moeten teruggeven aan de katholieken". Dr. Jan ten Brink, die een dezer schetsen recenseerde schrijft: De Roever's onderzoek naar de wording der Nieuwe Kerk schijnt, hoe volledig ook, een somber geheel aan te bieden. Al wat er schoons of fraais in dit Godshuis geweest is, werd door witkalk of toemetseling der kapellen vernield. En volkomen juist zegt de schrijver, dat onze oude kerken, zoo hol en kil, hem doen denken aan ontruimde huizen. Hij zou ze willen teruggeven aan de katholieken. Toen ik eens de groote kerk te Haarlem in gezelschap bezocht, en de fraaie gerestaureerde gewelven van dit no bele gebouw waarvan nauw de helft bij den eéredienst der Hervormden wordt ge bruikt mij tot geestdrift en bewondering stemden, zeide ik al te luid, dat deze kerk alleen voor katholieken geschikt was. Eene uitbarsting x van algemeene Protestantsche verontwaardiging legde mij het zwijgen op. En toch heeft De Boever volkomen gelijk. Men rjoeme zoovele kerken door de Her vorming aan de oude religie ontnomen, als men wil, steeds keert de gewaarwording terug dit gebouw is voor den protegtantschen eéredienst niet geëigend. Hier baat geen beroep op de abdij van Westminster te Londen. De hooge Engelsche Staatskerk heeft in zijn eéredienst veel van het voor treffelijke der katholieke kerk behouden. Daarenboven het mausoleum van vorsten en groote mannen uit de Westminster abdij staat buiten den eéredienst en maakt deze kerk eerlang tot een eenvoudig museum. Mij doet de Nieuwe Kerk te Amsterdam steeds denken aan een October-morgen vol gulden zonneschijn, toen het Vondelstand-' beeld stond onthuld te worden, toenJacob van Lennep bij de zerk die Vondel's asch dekte, een eenvoudig woord tot de verza melde menigte van lettervrienden richtte. Later heeft het Amsterdamsche kerkbestuur zelfs den vereerders van Vondel belet ten gedenkdag van zijn overlijden, een krans op zgrj grafsteen te leggen . En nu ten slotte Mr. S. Muller Fz.: Zien wij onzen eigen Domtoren voor ons, kaal en stijf, tot de schouders gewikkeld in zjjn vervelenden chambercloak van rooden steen, die hem zoo slecht staat en die maakt, dat hij er zoo saai kan uitzien. En opeens herinneren wij ons allen: de heele lange H. F. Bultman, f ellende schiet ons weer te binnen, hoe na de Hervorming (1585) de kunstrijke altaren en be'elden zijn uitgebroken, en hoe in den eersten puriteinschen ijver (1598) ook de kerkdeuren en de geheele kerk van binnen zwart geverfd zijn; gewikkeld in een somber iijkkleed, dat schril afsteekt bij de nu witgekalkte muren .. . Dan volgt opnieuw slag op slag: de val van den dakruiter in 1630, het instorten van het geheele schip door de hoos van l Augmtus 1674, de jammer der ruïne, die onherstelbaar scheen en bloot gelegd bleef aan weer en wind, jaar in jaar uit... En dan komt ten slotte de ergste slag: het ontwijden van het inwendige der kerk door het afschuwelijke caroussel, dat het doorzicht onmogelijk maakt, met zijne houten trappen en met de zware palissade voor het koor. Huiverend herinneren wij ons al dezen jammer. En nu wij de kathedraal (in onze studie) gezien hebben in al hare kleurrijke pracht, kunnen wij den aanblik derzelfde kerk in hare kille en huiveringwekkende leegte, verwaarloosd en overdekt met won den, niet meer verdragen. Wegvluchten wij met schrik ; want wij schamen ons, dat de hoofdkerk van ons land tegelijk de gruwelijkst bedorven tempel heeten moet van geheel Nederland." Ziedaar het onbevangen oordeel van vijf mannen, die met eere genoemd mogen worden om hunne groote verdiensten en talenten. Zijn zij nu allen verraders van het geloof hunner' vaderen ?" Neen. Zij zijn verlichte Protestanten van gezag, wier kunstenaar's hart schreit by al het onrecht onze kerken aangedaan door onkunde en vandalisme. Het eeresaluut aan Doctor Gunning, in wiens brochure ik slechts een bevestiging zag van zijn liefde en eerbied voor Nederland's oude monumeritenV ónze" oude katholieke kerkgebouwen. BBENAKD I. M. DE BOKT. NIEUWE UITGAVEN. De Verloren Zoon, door HALL CAINB. Geauth. Nederlandsche uitgaaf door dr. L. A. J. BTJR'GERSDIJK Jr. 4e druk, met portret^van den schrijver. Amsterdam, L. J. Veen. 'e Gravenhage en Scheveniigen, Verzameling van stadsgezichten, 's-Gravenh., M. M.Couvée. De Ruyter'i Afrikaansche reis. .Een vergeten bladzijde uit het leven van onzen grooten zee held, aan het volk verteld, door A. WBRUMEUS BuNiJsa. Rotterdam, D. Bolle. De Drankwet en hare toepassing. Eenige wen ken voor de herziening, door 8. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. Levensvragen", Serie I, No. 6. Waarom wij materialist zijn, door dr. A. J. C. SNIJDERS, Baarn, Hollandia- drukkerij. C. J. Gonnet. (50 jaar archivaris.) MEÜBEL-BAZAR. SINGEL 263-283, hij <le Paleitttraat. Kantoor-meubelen, enz. J. MEIJERINK MEIJER. TELEFOON J.J.BIKSING, ftMttst/utttdel. 's-GRAVENHlGK, MoletistraatM'.sHI. SchiUUriju, A^uartllen M IrtfirM. U INr S T11 A. N D E L. J. O. Plein Moderne Schllcierijen, Aquarellen, ertz. * ? umnumt Ter gelegenheid..der a.s. feesten, ter eere van MICH1KL ADKIAANSZCOW DG KUVTKR, wordt door ons een aedenkbord sangebo len. Het bord is vervaardigd door de bekende faysnccfabii^k Alnminia", te Kopenhagen. Artistieke uitvoering Verkrijgbaar in alfa Kunsthandels. (graai Souvenir. Waar uiet verkrijgbaar wonlt iet bord Joor ons franco tegen den prijs van ? 5.?geleverd. < H4KOT «fc ALKKtt*. - AJÜSTEltDAJH. Windel 164, Telef. 6519. E TAALVAR Kunsthandel B, L. Yoskuil Jr. Spui 15. l S en l O, Amsterdam. TENÏOOASTI-.LLWG VAN Schilderijen EN Aquarellen door W. B. THOLEN. MEUBEL KN. Ouden Engweg 18, WONING-INRICHTINGEN SPUISTRAAT. 76 DAMRAK. AMSTERDAM Een natuurgetrouw Portret t ? * *^ A AA. l M A W JLf Vr IA AA JLJ A. t J, R4 ? naar iedere foto geschilderd, is een al Ierdankbaarst ge schenk voor elke gelegenh P t'f j* c ituran l yratis. H. BOCAERTS&C0, B O Ji. T K t. PERMANENTE ~ » ? ~ TENTOONSTELLING K.LEURETSEN VAN FRA.NKCHE MEESTERS + -f- ± -f + 4. RKPROUl'CTIKd l'ROCKDE VAN MEÜKS f -f + + + + -f PHOTtXJKAVUKK.V NA. A R OCJDS EN NIEUWE SCHILDERIJEN + -f FAC-SIMILE-AQUARELLKN -f + ANTIEKE EN MODERNE BKEJ-PEN U.lsrKN EN tiPIfcGELÖ-f + + ID18mMDEI.-fEO.e.'DOBEH8»l, R O K I N ft tt. niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiujiiiiiiiiiMHtiiiiiiiiti I h, Ik Fatt m lilnmki l = Hofjuwelier. i f Oudegracht E 17, Utrecht, f s = I -MEDAILLES. f TiiiniiiiiiiiiiiiiMiiHiiiiMiiiiHiiiMiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiriiiiifi DROUOT ?f * WESSEB & Co. ?«??«? * LAN6E HODTSTKAAT 7*2* ? - - Oen Haag- - - . . TB1.EFOO.M 1NTKKC. «74 . . GROOTSTE INRICHTING VOOR COMPLETE MEUBILEERING = IN ALLE STIJLEN === = = ANTIQUITEITEN = = = EIGEN MEUBELFABRIEK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl