De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 10 maart pagina 5

10 maart 1907 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. MAfiei'«S0eiea u tabletten, MACCI: jn&Ken net mogelijk om in den kortst mogelijken tjjd (10?25 minuten), slechts met water, voortreffelijke krachtige soepen klaar te maken. Per tablet voor 2 flinke borden Fransche soepen . .^ . . . 10 Ct. Pikute soepen ...... IS MABGI's faiillea-GiBSiiles, merk Krnimter, geven door oplossing in kokend water oogenblikkelijk een voortrefelijken voor het gebruik gereed zgnden bouillon. Per capsule voor 2 koppen CoBBommé(extra sterk yleesehnat zonder ret) 12 Ct. BouiHoB (vleeschnat met vet) . 9 M 's Aroma, merk Krnisster, geeft aan zwakke soepea, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleeschgerechten oogenblikfcelijk een Terrassenden, fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Yerkrfcbaar in flaonu raaf 10 Ct. out dorp, waarmede wt kan gaan wand aha J Ik gif baar bet adres, alwaar meisjes uit 4en vreemde haar avond prettig en gezellig kunnen doorbrengen. Maar wat zal er van zulke kinderen terecht komen in de meeste gevallen, als ze zoo zonder bescherming naar een stad zóó vol verleiding worden gezonden ? Wél staan once Bonden in betrekking met correspondenten, zoodat wJy menigmaal be richt ontvangen, wanneer de verhnisbiljetten naar den Haag tullen worden opgezonden, doch dit gebeurt nog lang niet genoeg l H«t i* aftchuwelijk om het bij te wonen, dat loeren op prooi door dat als heer en 'dame gekleede prostitotie-perwneel, zal ik bet maar noemen. ; Het kennereblik taxeeren zy bon niets 'kwaade vermoedende slachtoffert en al beel 'ganw weten zjj haar te volgen, die in hunne oogea wat waard is. .' Het is dan ook een geluk, dat wy dat volkje vaa aan/ien kenaen, ten minste de 'meesten van deze bende schurken en zielverkoopers l Om zeker te zijn, wordt dikwijls door een der leden van het nobele gezelschap in Delft ?of een der aangrenzende stations plaats in "?den trein genomen. ; Natuurlijk in de 3e klasse en in een coup jii waar een meigie niet lief gezichtje is gezeten. ,. Onmiddellijk wordt een jesprek aangeknoopt en ale men ia den Haag is aangekomen, heeft bet meisje een prachtige offerte gekregen. ' Maar 'meneer1' of mevrouw" vindt het "beter, dat bg het verlaten van den trein, het ?meisje niet in hun gezelschap wordt gezien, ;en daarom nemen ze dan ook op bet perron ?féftjjnbaar «feeheid, of negeeren elkaar. Ia .?decfpMJke gevallen, mocht de stationsdame wel enkele paren oogen meer hebben, dan >waarov«r zjj kan beschikken. De souteneur weet wel, dat zyn slachtoffer 'niet uit het oog zal worden verloren door een zijner handlangers. Hq trotseert dus onbescëaamd de hem toegeworpen wantrou wende blikken der récherche of stationsdame; Mér kans is er op een bevrijding van het aanstaand slachtoffer, ale de placeurof placeuse bun aanslagen in de wachtkamer willen doen. Vroeger, vóór het aanvangen van het stations werk, werden op deze wijze, jaarlijks honderde meisjes op den slechten weg gebracht. Nu durven de schurken zóó driest bet hoofd niet meer opsteken. Ik herinner me bg myn stations werk eens aan de staat- spoor een opgedirkt echtpaar te hebben ontmoet, waaraan de vrouw mgn blauwe strik, ziend: uitriep: Wel (ïod allemachtig, daar heb je waar achtig aan dit station ook zoo'n spion l Nou is er voor ons niet veel meer te halen''' Zijn -die woorden niet teekenend, en . ee niet mér dan honderd bladzijden . Aan dat station, door gebrek aan, gent>« same- hulp, tot nu toe niet bazet, trof ik diw» morgen succeasievelijk zes verdachten jtian, die op bet zien van de blauwe strik, quasi onverschillig bieren rondloopen en daarna verdwenen. " Dat ze mijn verschenen nu juist niet -zoo heel aangenaam vonden, was me duidelijk niet alleen door de op mij geworpen blikken, maar tevens door de onaangename ontdekking , bij mijne thuiskomst, dat mijne japon van achteren in niet geringe mate bevuild was. En nu nog enkele voorbeelden van de slimheid der souteneurs. Zg hebben den IIIIIIUIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIUIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII ..... IIIIIIIIIIIIIIIVIII UIT DB NATUUR Hulpbetoon door dieren. 't Volgend ware verhaal ontving ik al een heele poos geleden van een collega uit onze Oost, met verlof 't in de Groene te zetten, mits ik de kop enden staart er niet afknipte. Nu was de kop niets anders dan een hoffe lijkheid te' mgwaart ; die kwam daarop neer, dat de leestrommel .. daar ginds in 't warme land met een ware jubelkreet wordt ontvan gen niet het minst om de Groene; destaart behandelde iets, wat ik voor opneming in een krant niet geschikt, acht. Om die reden bleef 't gevalletj e liggen; nu ben ik een compromis met den schrijver aan gegaan, dat mij, 't recht geeft den kop wat in te drukken, den staart te kappen en u alleen de middelmoot voor te zetten. U moet 't maar beschouwen als een reactie op een opstel Óver Instinct of Verstand, dat al meer dan een mail vice-versa oud is. Door uw opstellen Uit de Natuur" heb ik er behagen in leeren scheppen, het leven en streven der dieren na te speuren en de beschouwing van de nederigste onder hen beeft mij dikwijls een groot genot verschaft. Ook uw poging om aan tatoonen, dat althans sommige dieren, die met menschen omgaan, iets kunnen vertoonen dat op menschelijk ver stand lijkt en dat zij enkele menschelijke gevoe lens schijnen te bezitten, heb ik -met aandacht gevolgd, 't Zal u en misschien uw lezers niet ongevallig zijn, als ik n uit mijn ervaring een treffend voorbeeld mededeel van mede lijden en hulpbetoon bij en door een kat. Ik kreeg indertijd een bond en een kat ten geschenke. De kat was een paar maanden oud en de hond een week of vijf. De hond kreeg ik, met de verzekering, dat 't een echte rashond was; maar toen 't beest opgroeide, kreeg ik den indruk, dat een van zy'n voor ouders wel eens een snoepreisje naar de Eampong had gemaakt, want hij vertoonde alle slechte eigenschappen van 't Kamponghondenras. Ik gewende beide dieren uit n bak te eten, maar dat gaf in den aan vang tot heel wat oneenigheid aanleiding. De kat was spoediger ontwikkeld dan de hond en toonde zich -de geestelijke mindere van zqn makker, door zich 't meeste en lekkerste toe te eigenen. Doch toen de hond zoo langzaam aan tot 't bewustzijn van zijn meerdere kracht kwam, keerde 't blaadje om en de hond ging zijn eerlijk aandeel bij 't eten eischen. Die dagelijks terngkeerende strijd bij den maaltijd kon echter niet verhinderen, dat er een innige vriendschap of genegenheid iiwiiHiuiiutMimiiiiiiuutuiujiiiiimuiuiiMiumiwmuiiHiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiimiiiiiiMiijiiii^^ slag, de harten der moeders die haar dochters naar de een of andere betrekking brengen, zoodanig te winnen, en de nieuwe aangeboden posittie, zóó mooi voor te stellen, dat het vaak de stationsdame heel veel moeite kost, haar te overtuigen, dat al dat voorgespiegelde moois maar schijn is En dan is er vijj wat zeemanschap, zal ik het maar noemen, noodig o on bet meisje nit de klauwen van de verleiding te redden. Als de ouders wisten,, hoe door en door verdorven de toestanden in den Haag z^'n, dan zouden zy liever haar dochters naar het graf zien dragen, dan baar zoo z\j geen nabestaanden van goed gehalte hebben naar die stad te laten vertrekken. Ik heb recht zóó te spreken l Zelf heb ik van Mei tot November Stationswerk verricht, en niet minder dan negentien gevallen, waar van de meeste te walgelijk om hier neer te schreven, zijn direct of indirect door me behandeld. Ik zou een correspondentie kunnen over leggen, waaruit blijkt, dat, zelfs nog in onze verlichte eeuw, in ons beschaafd land toe standen heerschen en misbruiken bestaan, waaraan de bewoners van Sodom en Gemorra, volgens de overlevering hun val te wijten hebben en dat in de meeste gevallen, de vrouw niet als mensen maar als voorwerp" wordt beschouwd. Als handelswaar en niets meer, zoolang de bordeelen blijven bestaan, f) Als ik alles opschreef wat ik heb doorgemaakt in het half jaar van mijn Stationswerk, dan zon men zich na kennisneming kunnen voor stellen, dat ik lust gevoelde bovenuit artikel te zetten: Uit bet donkerst den Haag". Laat ieder die kan ons werk steunen, door geldelijke bijdragen l Den Haag. H. v. D. MOER. f) In 1901 werd een adres met 4480 handteekeningen aan den Gemeenteraad gezonden, in zake opheffing en strafbaar stellen der bordeelen. Dit jaar ging weder een adres naar dien Raad. We .hopen nu dat die zaak eens eindelijk ter tafel zal worden gebracht. De mij m let Neflerlanierscliap. Aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal beeft de Vereeniging ter behartiging van de belangen der Vrouw" te Eotterdam het volgend adres verzonden : dat zij met belangstelling kennis heeft genomen van het Ontwerp tot wijziging van de Wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, waardoor personen, die krach tens Art. 7, sub 5 dier w.et, het Nederlander schap verloren hebben, in staat worden ge steld bet Nederlanderschap zonder onkosten . r 'ï- -, Jat Sij V8n"4ieze wetswijziging gebruilF 'makende, op een onbilljjkheid wenscht te wijzen, nl. dat de gehuwae vrouw, die vol gens Art. 5, sub 3 dier wet, door de naturali satie aan haar man verleend, van rechtswege .daarin deelt, en derhalve D iet alleen zonder 'daarin bewilligd te hebben, maar ook zonder het zelve te weten en zelfs tegen haar be paald verlangen, het Nederlanderschap kan -verliezen, daardoor in zeer ongunstige conditiën verkeert; dat adressante U op grond van het boven staande eerbiedig verzoekt bij de aanstaande herziening der Wet, het daarheen te willen iiiliiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiMiiiiiiNil tusschen die twee dieren ontstond. Ze waren altijd bijeen en konden door 't huis loopen stoeien als een paar dartele kinderen. Dan hing de kat aan een oor van den hond, en dan nam de bond de kat in den bek en l iep er mee rond. Ze sprongen op mekaars rug en beten mekaar in den staart en liepen dan elkaar weer hollende achterna, 't Was een lust om 't te zien. Maar 's avonds en 's nachts, soms ook overdag, vertoonden détwee vrienden een treffend, schouwspel. Als de hond ging slapen zat de kat boven op hem en deed een dutje mede, of ook wel de kat lag tusschen de pooten van zijn makker als deze op zijn zijde lag. Met bewondering heb ik daar meermalen naar staan kijken. Daar gebeurde op eea middag een ongeluk. De hond kreeg 't wiel van een voorby gaan den wagen over zijn poot. Geweldig jankend hinkte hij de voorgalerij binnen en liep 't huis door, zy'n bebloede poot in de hoogte houdende. Onmiddellijk voegde de kat zich bij hem. Zij liep klagelijk miauwende naast haar gewonden vriend, drukte haar kop tel kens tegen hem aan en gaf op die wijze uiting aan haar medelijden. De hond legde zich in de achtergalerij onder een stoel en scheen daar te willen blijven. Maar de kat scheen daar niet mede te vreden. Ze scheen die plaats niet geschikt te vinden, ze liep eenige malen met iets ernstigs en zorgelijks in ha ir wezen rond en trok haar vriend aan 't oor. Heeft ze toen tot den hond gesproken? Heeft ze hem beduid dat 't daar geen ge schikte plaats voor hem was om te genezen? We kennen de dierentaal niet, maar i S moet toch vermoeden, dat die twee overleg ge pleegd hebben, want de hond stond op en liep, voorafgegaan door de kat, zoo kwaad als 't ging, naar een klein half rond uitbouwsel van de achtergalerij, waar hij zich nederlegde. Hij heeft daar gelegen tot hg beter was, een dag of twaalf. De kat is gedurende dien tijd niet anders van zijn zijde geweken dan om zich even te verwijderen. Met 't grootste geduld zat zg' ineengedoken bij haar vriend en scheen hem te bewaken, zooals een moeder baar ziek kind. Dergelijke gevallen van genegenheid van 't eene dier voor 't andere, zullen u wel meer bekend zijn, doch wat ik verder van 't geval te vertellen heb, zal n zeker merkwaardig voorkomen. Mijn Javaansche bediende had de gewoonte om gedurende den maaltijd de gebruikte borden en het overgebleven eten enz. op een aanrechttafel te plaatsen, vóór hij alles naar achter bracht. Den middag nu nadat de hond 't wiel over den poot had gekregen, liep de kat naar de leiden, dat Art. 5 der bestaande wet indien zin worde gewijzigd, dat de gehuwde vrouw eerst dan in de naturalisatie van haar man cal worden begrepen, indien eij binnen een bepaalde termijn na die naturalisatie, haar verlangen daartoe aan den Minister van Justitie kenbaar heeft gemaakt" Zij voegt daarbij onderstaande Memorie van toelichting : Dat de vrouw die te het huwelijk treedt den staat van haar man volgt, dat herhalve een Nederlandsche vrouw met een Vreemde ling in het huwelijk tredende, het Neder landerschap verliest, mag geen reden zijn haar staande het huwelijk het Nederlander schap te doen verlieten, indien haar man zich in een ander land laat naturaliseeren. Immers geschiedt dit in het eers! e geval met baar toestemming, daar de vrouw weten kan dat bet huwelijk met een vreemdeling haar het Nederlanderschap doet verliezen, in het tweede geval gebeurt dit van rechtswege, dat wil zeggen, buiten haar om. Dat dit vernederend fs voor de vrouw en in sommige gevallen rde_ belangen van de vrouw kunstmatig kan opofferen aan die van den man, wie zou dit durven betwijfelen? Dat de gezinseenhejd in gevaar gebracht wordt, indien de individueele naturalisatie voor gehuwden wordt toegelaten, meent adressante te mogen ontkennen, daar zoowel in Belgiëals in Frankrijk individueele natu ralisatie voor gehuwden bestaat, terwijl ook in Duitschland de mogelijkheid van indivi dueele naturalisatie van gehuwden niet is buitengesloten. Dat aan het begrip van naturalisatie, welke volgens bet oordeel van Opzoomer en Diephuis van natura individueel is, door de voorge stelde wijziging van Art. 5 minder geweld wordt aangedaan, is naar adressantes oordeel een motief te meer om, zoo mogelijk, haar verzoek in te willigen";" iiiiiiiiittiiiMiiiiiiiii'miimiiiiitiihtiiiHiiriiiiiiiiiiiiiihriiiiiiiiiimiiiiiii Marie Kolb's lachki/mit. Vrouwelijke studenten in Frankrijk in 1900. Universiteit te Tomgk. Portret van , koning'm Elena van Jtalië. Het kleine, coquetté, guitige, van schalkerng' tintelend dikkertjé, de bekende Franeche tooneelspéelster 'Jfarie Kolb, heeft de bezoekers van het TnéStréFrancais dikwijls doen schudden van 't lachen. Marie Kolb, een chte lach-virtuoos, lacht zóó jolig, zóó frisch, zóó natuurlijk en aan stekelijk vroolgk, dat men van zelf mee lacht. Haar open, eerlijk gezicht, haar goedige mon d met mooie,- blanke *tand«ri, haar lachende oogen en geestig wipneuaje, stempelen haar tot de vertolkster van Molière's bij-de-handjes. Als Nicole, de dienstmaagd van den heer Jourdain, in ,«Le Bourgeois gentilhomme," als de verrukkelijke "Toiagtte in- ;.Le Malade iftafinai|e,«/^a'' J^Bpt'ölbt'Jai baar de tranen Over* de 'wangën*T»Ueni Zn' vertelde, Onlangs . dat de rol van Uqinette teen lievelingsrol van baar is, dat zrj zich gebél Toinette voelt, de roLniet speeltj maar lé^ft "?Die rol léfj ik, 'cöe vermaakt njg' inde hoogste mate. tk lach natuurlijk er in; nooit behoef ik'mg geweld aa,n te doen, om in die rol te lachen; het schaterlachen dalt de toe schouwers van mij hooren is cht,' ik moet lachen, kan het niet laten'. Ik jaag niet naar effect door kleeding, blik of houding; ik speel de rol eenvoudig, zooals die geschreven staat; maar ik voel ieder woord er van, ik ben er hélemaal in, ik bén Toinette en dit iiilniiiiiiniiiiiiiitiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiHimMiiiMiiiiiiiiiiMiniMitifiiniiii aanrechttafel, sprong ei op, nam een stuk earcas van de kip, liep er mee naar zijn makker en legde 't vlak voor hem neer; zoodat deze er gemakkelg'k bg kon. Terwijl de bond dat stuk gulzig opat, zat de kat ineen gedoken den hond aan te kijken; en toen't op was, baalde de kat weer een stuk en daarna weer een ; en eerst daarna begon zij aan zichzelf te denken. De kat heeft met de grootste trousv zoo eiken middag den hond gevoed, totdat deze zelf weer kon loopen. Ik moet zeggen : 't kleine katje maakte mg be schaamd ; door hare liefde rijke handelwijze werd ik er opmerkzaam opgemaakt, dat 't mijn plicht was ge weest zorg te dragen voor den hond, die zich niet voort kon bewegen zonder groote pijn. Zonder in te grijpen in de treffende handelwijze van de kat voorzag ik voortaan in de overige behoeften van den hond." Intusschen heb ik eens nagegaan, of dit geval of iets dergelijks ook al vermeld is in de nieuwere werken, die over de zielkunde der dieren handelen. En 't bleek, dat niet alleen tropische katten tot zoo iets in staat zij n; en dat er ook bij de inlandsche katten en bij andere dieren dergelijke vrieudschapsbetuigingen zijn opgemerkt. In Animal Artisans van C. J.Cornish M. A., een pas verschenen werk, komt een hoofdstuk voor: Benevolence in man and beaet; daarin wordt een geval verteld en geïllustreerd, hoe een kat hulp komt vragen bij de vrouw" voor een speelkameraadje, dat in een nauwe spleet was gevallen en daar hulpeloos beklemd was geraakt. De gemoedsuitdrukking van 't dier was zoo duidelijk, dat de meesteres wel moest begrijpen, dat er iets droengs was gebeurd, en dat z\j de smeekende kat maar moest volgen om te gaan helpen. De scarijver, een uitmuntend waarnemer en een eerste vriend en kenner van dieren, zooals nit 't geheele boek blijkt, vindt dit geval niet eens iets bijzonders. Er valt, bjj de tamme" dieren althans, somtijds een groote mate van welwillendheid op te merken; ten opzichte van soortgenooten zoo wel als jegens dieren van geheel andere soort; die goedheid" uit zich vooral in den vorm van bescherming, waarschuwing b\j gevaar, en in 't aanbieden van voedsel. Bepaalde voor beelden zg'n, er zonder eenige redelijken twijfel aan de waarheid, genoeg aan te halen, dat katten en honden extra voedsel gezocht hebben en 't bij 'n behoeftige kameraad hebben neer vind ik verrukkelijk grappig. De rol is komisch. Toen men haar vroeg, hoe zg het dan aan legt om zoo smakebjk te lachen in rollen die zij zelf niet komisch vindt, en, die tóch komisch werken door haar vroolgkheid, antwoordde Marie Kolb: Ja, dan maak ik gebruik van een onschuldigen truc. Bijv. in mijn mono loog : Le foa rire." , Een alleenspraak waarin men moet lachen l van den eersten tot den laatsten regel. Juist, j omdat de vertolkster aldoor moet lachen, blijven de toehoorders soms stroef. Niets is zóó lastig, als een bevroren menigte te on t- . dooien. Maar, daar heb ik een loopje op. Ik lach voor twee, drie menschen, die ik aldoor in 't oog houd. Als, die gaan mélachen; dan duurt het nooit lang of het héle publiek proest het uit." Haar onschuldig loopje doet geen af breuk aan haar virtuositeit. Marie Kolb heeft den dartelen, onbedwingbaren lachlust in zich, daarom werkt die aanstekelijk. *** Het aantal vrouwelijke studenten aan de verschillende universiteiten in Frankrijk, be droeg in bet afgeloopen jaar niet minder dan : 2264. Cijfers zijn welsprekend Ook hier getuigen zg, dat in la douce France" de vrouwenbe weging vorderingen maakt. 86 dames studeerden in de rechten. Dat belooft voor de toekomst! Vrouwelijke gevat heid, scherpzinnigheid en welbespraaktheid aan de rechtbanken der Ville Lumière en andere Fransche steden. 721 vrouwen die geneeskunde studeeren; 64 artsenijkunde, dus, aanstaai.de apotheke ressen, een vak, uitnemend geschikt door vrouwen te worden uitgeoefend; niet minder dan 1393 wijden zich aan philosoflsche vak ken. Moge die laatste vooral, leeren, voor zoover het haar niet is aangeboren, zuiver en logisch te denken. Op deze 1393 vrouwen rust de taak, Schopenhauer's grimmig oor deel over de Logiklosigheid der Weiber" en Möbius' onuitstaanbaar gepraat over de intellectneele minderwaardigheid der vrouw" schitterend te logenstraffen, en te schande te maken. * * * Dat bij vrouwen lust tot philosopheeren en navorschen in taal en letteren aan klimaat noch omstandigheden is gebonden, bewijst de nieuw verrezen universiteit voor vrouwen te Tomsk, in Siberië. Voorloopig zal aan deze hoogeschool uit sluitend: geschiedenis en philosophie gedo ceerd worden. *** Van de hand eener aanzienlijke Epgelsche dame, mevrouw Tryphosa Bates Batcheller is een boek verschenen iu brietvorm. Brie ven," vriendelijk, sierlijk; vol t»*ond«rln|f voor het heerlgk, zonnig land Italië; epistels," gericht aan vrienden en verwanten, getuigend van dankbaarheid en geestdrift voor de ge lukkige dagen, die mevrouw Batcheller door bracht in Italia adorata." In een dezer brieven, beschrijft de auteur haar eerste ontmoeting met koningin Elena van Italië. Zij herinnert aan het feit, dat, de schoone prinses van Montenegro, toen zij iu 't huwelijk trad met Emmanuel, kroonprins van Italië, werd geroemd als de schoonste vrouw der wereld. Mevrouw Batcheller had deze uitspraak voor overdreven gehouden; zij beschouwde gelegd. Hoe kan men ook eigenlijk twijfelen aan de mogelijkheid daarvan ? 't Is toch een overbekend feit, dat vele katten de neiging vertoonen, aan den baas of de vrouw iets dat ze hebben gevangen, als een cadeautje aan te bieden. We behoeven volstrekt niet om een voorbeeld terug te gaan, zegt Cornish, naar de* historische kat die aan zijn meester, eem gevan gene in den Tower, eiken dag een duif bracht." ('k Weet niet op welk geval C. hier doelt. H.). 't Is een natuurlijke aandrift, vooral van katers, om dit te doen, volgens de eigen onder vinding van den schrijver van bovengenoemd boek; deze vermeldt ook 't feit dat een aan Schotschen herder, door zijn kat uit eigen beweging eiken dag ists eetbaars werd gebracht. Zoo kon er ook wel iets waars lig gen in de fabel van de Gelaarsde Kat. Van een dergelijke lust om goed te doen, om lief te wezen, zonder verlangen naar beloo ning, en zonder dat ook maar de gedachte aan africhting bij den waarnemer kan op komen, vertelt ook Carl Groos in zijn zuiver wetenschappelijk werk Die Spiele der Tiere, waarvan juist een tweede druk is verschenen, De bezitter van een moestuin bemerkte, dat een mand, die hij met wortelen (peenen, Mohrrüben) had gevuld, op onverklaarbare wg'ze werd leeg gehaald. Ook de tuinman be greep er niets van, er was geen mensch anders in den tuin. Zoo lang zg in de nabijheid van de wortelen bleven, gebeurde er niets, maar verwijderden zij zich een poos uit den hoek, waar de mand stond, dan waren er een paar uit verdwenen. Katten? Verdekt opgesteld, zouden ze 't uitmaken en... daar kwam de huishoud aangeslopen, hg pakte een wortel in zyn bet en sjokte er langs den hegmee naarden paardestal. De waarnemers volgden den hond en zagen, dat hij op een paard toeliep, waarmee hg altijd samen sliep. Kwispelstaartend legde de hond den gestolen wortel voor 't paard neer; dat liet zich niet bidden en at hem op. De tuinman wilde zg'n stok gebruiken, maar de baas hield hem tegen; ze verborgen zich in den stal, toen de hond weer naar buibet welwillend oordeel als een banale buide aan Italic's toekomstige koningin. In' dien waan had zg verkeerd, lot op 't oogenblik, dat zg Elena in levenden-lgve vóór zich zag, en, plots tot de overtuiging kwam, dat geen enkel portret der koningin, hoe mooi die ook zgn mogen, deongeëvenaarde schoonheid van Elena van Montenegro zelfs bg benadering weergeeft. Vóór ik mijn buiging ten afscheid voor de koningin kon maken, reikte zij mij de hand, en vroeg of ik lang in Italiëgeweest was. Zjj sprak tot mij in 't Fransch en in 't Italiaansch j men heeft mij verteld, dat de .koningin bij voorkeur Fransch spreekt. U zult willen weten, hoe de koningin gekleed was, maar ik vergat bgna er op te letten. Ik was geheel onder den indruk van de stralende schoonheid dezer vrouw, doeh zélf vrouw, heb ik toch nog een oogje ge waagd aan baar toilet. Zg droeg een robe van licbt-grija ciêpe de Chine, met gqjs-zy'de borduursel in verschil lende nuances, en kleine, zilver motieven. Een scaouderstük van prachtige Venetiaansche kant met halsboord van c répede Chine; zij droeg een snoer groene paarlen en was verder getooid met een paar diamanten. Ik geloof, dat slechts een brunette van haar type, het weinig flat t eerend, grgs met zooveel succes kan dragen, maar geen enkele robe, door zulk een pracht-*rouv gedragen, zou ooit de aandacht trekken! Elena's haar g ia t eenvoudig alle beschrij ving te boven; het is z waar en blau w-zwart; in zachte golvingen omlijsten de lokken haar gelaat en edel voorhoofd. Zjj is zeer groot, naar gestalte ia volmaakt schoon. Haar oogen zijn zwart-bruin en zeer schitterend; haar grootste aantrekkelijkheid voor mg, is haar mond; als zij spreekt, trilt haar onderlip heel even, en getuigt van een goedheid des harten, zooals men die hoogst zeiden aantreft. De lieftallige souvereine kan tevreden zijn, over de beschrijving van haar uiterlijk, door deze Engelsche vrouw. Het zou pikant zgn, om het oordeel van een man over de schoone Elena te vernemen. Het oordeel van man en vrouw over de schoonheid eener vrouw, levert meestal een hemelsbreed verschil op. De bewondering van een man zal allicht zgn hoogtepunt be reiken in Elena's stralende kijkers, eerder dan zich te concentreeren in de lieftalligheid van het lichtelijk-bevend onderlipje. CAPRICE. # * * Sneeuweieren: Het wit van 6 eieren; 100 gr. suiker, wat vanille-poeder of geraspte citroenschil, l L. melk, 40 gr. maïzena. . Bereiding. Klop het eiwit met de helft der suiker zoo stgf mogelijk en voeg daarbg of de-; vanille of de geraspte citroensohil. Kook ide melk met de overige suiker, liefst ineen lage, platte pan. Schep met een lepel het eiwit, ter grootte van een ei op de kokende melk. Zorg dat sneeuweieren elkaar niet raken. Om dit te voorkomen, moet men er niet te veel tegelgk op de melk plaatsen. De sneeuweieren moeten 3 a 4 minuten op de melk koken; zij moeten af en toe omgekeerd en daarna neemt men ze er met een schuimspean af. Men presenteert de eieren koud met een zeer dikke vanille saus gemaakt van maïzena, melk, suiker en eierdooiera. Een zoete schotel die de vreugde is van kinderen. rflIMIIIIIIUMIIIIlnlIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIlnlIlinilllMIIIIIHIIIIMIIIIIIMIIMIIIII ten was gegaan. De peenen gingen, tot de laatste toe, denzelfden weg. De hond had al lang dit bepaalde paard tot zijn vriend en gunsteling uitverkoren, een ander paard in den stal schonk hij geen attentie, laat staan een gestolen peen." Dit voorval is 't eerst vermeld in de Revue d'Anthropologie; bij tientallen zijn de voorbeel den te tellen van dergelijke uitingen bij dieren. Of nu hier van verstand" bepaald van menschelijk verstand" blg'k wordt gegeven, is een moeilijk te beantwoorden vraag. Zij die een scherpe grens trekken tusschen de uitingen van de dierenziel en die van den menschengeest, zeggen : Neen; we hebben hier te doen met een geval van instinct; maar dat is uitgebreid door zinnelijke waarnemingen, jie 't geheugen en de verbinding van voorstellingen ook bij dieren mogelgk maken, en dat zgn oorsprong vindt in 't aangeboren moederlijk instinct van 't dier, om voor zijn jongen voed sel aan te sleepen. Jammer, dat Groos niet schrijft of onze wortelenstelende paardenvriend een rekel of een teef was; en merkwaardig, dat Cornish het presentjes-brengen juist voorstelt als iets, speciaal aan katers" eigen. E. HEIMANS. De meeste vragers over de honingmieren e. a. belangstellenden, zal ik later in een opstel be antwoorden. Eerst eens weer wat anders. Dr. v. G.: Een flink boek over mieren-biologie in 't al gemeen, (ook de honingmier is er in vermeld) is verleden jaar verschenen: DU Ameise door Dr.med.etphil. K.Escherich; nogal duur ?6.20 voor 200 blz. met weinig illustraties ; maar kernachtig, up-to-date, kritisch en vol lit teratuur-verwijzing. Waar Kosmos" de mooie illustraties vandaan heeft, weet ik niet; mis schien uit een Amer. tijdschrift; 't referaat was niet onderteekend; de tekst is deels uit Mc. Cook, The Honey-Ants of the Gar den of the Gods, deels uit Torel geput. De afbeelding van de spg'skamer staat op zijn kop. Dat vond de zetter blijkbaar practischer dan de potjes aan den zolder te han gen, en daar had hij schoon gelijk in; ik begrijp ook niet, hoe die zwaar geladen die ren 't uithouden met hun dunne pootjes; maar mieren zijn sterk; en Mc Cook vertelt dat juist die zoldering de eenige in 't nest is, die ruw gelaten wordt. Juf B. te Haamstede. Uw sneeuwklokjes vertoonen't ze w bijzon dere verschijnsel dat 't binnenste kroontje bijna geheel den vorm gaat aannemen van 't buitenste. Let goed op welke bolletjes 't zg'n; ik wil heel graag er een paar van hebben, als de pollen uitgebloeid zijn; 't is om te zien of ze 't volhouden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl