Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
MAfiei'«S0eiea u tabletten,
MACCI:
jn&Ken net mogelijk om in den kortst
mogelijken tjjd (10?25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke borden
Fransche soepen . .^ . . . 10 Ct.
Pikute soepen ...... IS
MABGI's faiillea-GiBSiiles,
merk Krnimter,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortrefelijken voor
het gebruik gereed zgnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
CoBBommé(extra sterk yleesehnat
zonder ret) 12 Ct.
BouiHoB (vleeschnat met vet) . 9 M
's Aroma,
merk Krnisster,
geeft aan zwakke soepea, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerechten oogenblikfcelijk een Terrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Yerkrfcbaar in flaonu raaf 10 Ct.
out dorp, waarmede wt kan gaan wand aha J
Ik gif baar bet adres, alwaar meisjes uit
4en vreemde haar avond prettig en gezellig
kunnen doorbrengen. Maar wat zal er van
zulke kinderen terecht komen in de meeste
gevallen, als ze zoo zonder bescherming naar
een stad zóó vol verleiding worden gezonden ?
Wél staan once Bonden in betrekking met
correspondenten, zoodat wJy menigmaal be
richt ontvangen, wanneer de verhnisbiljetten
naar den Haag tullen worden opgezonden,
doch dit gebeurt nog lang niet genoeg l
H«t i* aftchuwelijk om het bij te wonen,
dat loeren op prooi door dat als heer en
'dame gekleede prostitotie-perwneel, zal ik
bet maar noemen.
; Het kennereblik taxeeren zy bon niets
'kwaade vermoedende slachtoffert en al beel
'ganw weten zjj haar te volgen, die in hunne
oogea wat waard is.
.' Het is dan ook een geluk, dat wy dat
volkje vaa aan/ien kenaen, ten minste de
'meesten van deze bende schurken en
zielverkoopers l
Om zeker te zijn, wordt dikwijls door een
der leden van het nobele gezelschap in Delft
?of een der aangrenzende stations plaats in
"?den trein genomen.
; Natuurlijk in de 3e klasse en in een coup
jii waar een meigie niet lief gezichtje is gezeten.
,. Onmiddellijk wordt een jesprek aangeknoopt
en ale men ia den Haag is aangekomen, heeft
bet meisje een prachtige offerte gekregen.
' Maar 'meneer1' of mevrouw" vindt het
"beter, dat bg het verlaten van den trein, het
?meisje niet in hun gezelschap wordt gezien,
;en daarom nemen ze dan ook op bet perron
?féftjjnbaar «feeheid, of negeeren elkaar. Ia
.?decfpMJke gevallen, mocht de stationsdame
wel enkele paren oogen meer hebben, dan
>waarov«r zjj kan beschikken.
De souteneur weet wel, dat zyn slachtoffer
'niet uit het oog zal worden verloren door
een zijner handlangers. Hq trotseert dus
onbescëaamd de hem toegeworpen wantrou
wende blikken der récherche of stationsdame;
Mér kans is er op een bevrijding van het
aanstaand slachtoffer, ale de placeurof placeuse
bun aanslagen in de wachtkamer willen doen.
Vroeger, vóór het aanvangen van het
stations werk, werden op deze wijze, jaarlijks
honderde meisjes op den slechten weg gebracht.
Nu durven de schurken zóó driest bet hoofd
niet meer opsteken.
Ik herinner me bg myn stations werk eens
aan de staat- spoor een opgedirkt echtpaar
te hebben ontmoet, waaraan de vrouw mgn
blauwe strik, ziend: uitriep:
Wel (ïod allemachtig, daar heb je waar
achtig aan dit station ook zoo'n spion l Nou
is er voor ons niet veel meer te halen'''
Zijn -die woorden niet teekenend, en
. ee niet mér dan honderd bladzijden
.
Aan dat station, door gebrek aan, gent>«
same- hulp, tot nu toe niet bazet, trof ik
diw» morgen succeasievelijk zes verdachten
jtian, die op bet zien van de blauwe strik,
quasi onverschillig bieren rondloopen en
daarna verdwenen.
" Dat ze mijn verschenen nu juist niet -zoo
heel aangenaam vonden, was me duidelijk
niet alleen door de op mij geworpen blikken,
maar tevens door de onaangename ontdekking ,
bij mijne thuiskomst, dat mijne japon van
achteren in niet geringe mate bevuild was.
En nu nog enkele voorbeelden van de
slimheid der souteneurs. Zg hebben den
IIIIIIUIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIUIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII ..... IIIIIIIIIIIIIIIVIII
UIT DB NATUUR
Hulpbetoon door dieren.
't Volgend ware verhaal ontving ik al een
heele poos geleden van een collega uit onze
Oost, met verlof 't in de Groene te zetten,
mits ik de kop enden staart er niet afknipte.
Nu was de kop niets anders dan een hoffe
lijkheid te' mgwaart ; die kwam daarop neer,
dat de leestrommel .. daar ginds in 't warme
land met een ware jubelkreet wordt ontvan
gen niet het minst om de Groene; destaart
behandelde iets, wat ik voor opneming in
een krant niet geschikt, acht.
Om die reden bleef 't gevalletj e liggen; nu
ben ik een compromis met den schrijver aan
gegaan, dat mij, 't recht geeft den kop wat in
te drukken, den staart te kappen en u alleen
de middelmoot voor te zetten. U moet 't maar
beschouwen als een reactie op een opstel
Óver Instinct of Verstand, dat al meer dan
een mail vice-versa oud is.
Door uw opstellen Uit de Natuur" heb
ik er behagen in leeren scheppen, het leven
en streven der dieren na te speuren en de
beschouwing van de nederigste onder hen
beeft mij dikwijls een groot genot verschaft.
Ook uw poging om aan tatoonen, dat althans
sommige dieren, die met menschen omgaan,
iets kunnen vertoonen dat op menschelijk ver
stand lijkt en dat zij enkele menschelijke gevoe
lens schijnen te bezitten, heb ik -met aandacht
gevolgd, 't Zal u en misschien uw lezers
niet ongevallig zijn, als ik n uit mijn ervaring
een treffend voorbeeld mededeel van mede
lijden en hulpbetoon bij en door een kat.
Ik kreeg indertijd een bond en een kat
ten geschenke. De kat was een paar maanden
oud en de hond een week of vijf. De hond
kreeg ik, met de verzekering, dat 't een echte
rashond was; maar toen 't beest opgroeide,
kreeg ik den indruk, dat een van zy'n voor
ouders wel eens een snoepreisje naar de
Eampong had gemaakt, want hij vertoonde
alle slechte eigenschappen van 't
Kamponghondenras. Ik gewende beide dieren uit
n bak te eten, maar dat gaf in den aan
vang tot heel wat oneenigheid aanleiding.
De kat was spoediger ontwikkeld dan de
hond en toonde zich -de geestelijke mindere
van zqn makker, door zich 't meeste en
lekkerste toe te eigenen. Doch toen de hond
zoo langzaam aan tot 't bewustzijn van zijn
meerdere kracht kwam, keerde 't blaadje om
en de hond ging zijn eerlijk aandeel bij 't
eten eischen.
Die dagelijks terngkeerende strijd bij den
maaltijd kon echter niet verhinderen, dat
er een innige vriendschap of genegenheid
iiwiiHiuiiutMimiiiiiiuutuiujiiiiimuiuiiMiumiwmuiiHiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiimiiiiiiMiijiiii^^
slag, de harten der moeders die haar dochters
naar de een of andere betrekking brengen,
zoodanig te winnen, en de nieuwe aangeboden
posittie, zóó mooi voor te stellen, dat het
vaak de stationsdame heel veel moeite kost,
haar te overtuigen, dat al dat voorgespiegelde
moois maar schijn is
En dan is er vijj wat zeemanschap, zal
ik het maar noemen, noodig o on bet meisje
nit de klauwen van de verleiding te redden.
Als de ouders wisten,, hoe door en door
verdorven de toestanden in den Haag
z^'n, dan zouden zy liever haar dochters
naar het graf zien dragen, dan baar zoo
z\j geen nabestaanden van goed gehalte
hebben naar die stad te laten vertrekken.
Ik heb recht zóó te spreken l Zelf heb ik
van Mei tot November Stationswerk verricht,
en niet minder dan negentien gevallen, waar
van de meeste te walgelijk om hier neer te
schreven, zijn direct of indirect door me
behandeld.
Ik zou een correspondentie kunnen over
leggen, waaruit blijkt, dat, zelfs nog in onze
verlichte eeuw, in ons beschaafd land toe
standen heerschen en misbruiken bestaan,
waaraan de bewoners van Sodom en Gemorra,
volgens de overlevering hun val te wijten
hebben en dat in de meeste gevallen,
de vrouw niet als mensen maar als voorwerp"
wordt beschouwd. Als handelswaar en niets
meer, zoolang de bordeelen blijven bestaan, f)
Als ik alles opschreef wat ik heb doorgemaakt
in het half jaar van mijn Stationswerk, dan
zon men zich na kennisneming kunnen voor
stellen, dat ik lust gevoelde bovenuit artikel
te zetten: Uit bet donkerst den Haag".
Laat ieder die kan ons werk steunen, door
geldelijke bijdragen l
Den Haag. H. v. D. MOER.
f) In 1901 werd een adres met 4480
handteekeningen aan den Gemeenteraad
gezonden, in zake opheffing en strafbaar
stellen der bordeelen.
Dit jaar ging weder een adres naar dien
Raad. We .hopen nu dat die zaak eens
eindelijk ter tafel zal worden gebracht.
De mij m let Neflerlanierscliap.
Aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal
beeft de Vereeniging ter behartiging van
de belangen der Vrouw" te Eotterdam het
volgend adres verzonden :
dat zij met belangstelling kennis heeft
genomen van het Ontwerp tot wijziging van
de Wet op het Nederlanderschap en het
ingezetenschap, waardoor personen, die krach
tens Art. 7, sub 5 dier w.et, het Nederlander
schap verloren hebben, in staat worden ge
steld bet Nederlanderschap zonder onkosten
. r
'ï- -, Jat Sij V8n"4ieze wetswijziging gebruilF
'makende, op een onbilljjkheid wenscht te
wijzen, nl. dat de gehuwae vrouw, die vol
gens Art. 5, sub 3 dier wet, door de naturali
satie aan haar man verleend, van rechtswege
.daarin deelt, en derhalve D iet alleen zonder
'daarin bewilligd te hebben, maar ook zonder
het zelve te weten en zelfs tegen haar be
paald verlangen, het Nederlanderschap kan
-verliezen, daardoor in zeer ongunstige
conditiën verkeert;
dat adressante U op grond van het boven
staande eerbiedig verzoekt bij de aanstaande
herziening der Wet, het daarheen te willen
iiiliiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiMiiiiiiNil
tusschen die twee dieren ontstond. Ze waren
altijd bijeen en konden door 't huis loopen
stoeien als een paar dartele kinderen. Dan
hing de kat aan een oor van den hond, en
dan nam de bond de kat in den bek en l iep
er mee rond. Ze sprongen op mekaars rug
en beten mekaar in den staart en liepen dan
elkaar weer hollende achterna, 't Was een
lust om 't te zien. Maar 's avonds en 's nachts,
soms ook overdag, vertoonden détwee vrienden
een treffend, schouwspel. Als de hond ging
slapen zat de kat boven op hem en deed
een dutje mede, of ook wel de kat lag tusschen
de pooten van zijn makker als deze op zijn
zijde lag. Met bewondering heb ik daar
meermalen naar staan kijken.
Daar gebeurde op eea middag een ongeluk.
De hond kreeg 't wiel van een voorby gaan
den wagen over zijn poot. Geweldig jankend
hinkte hij de voorgalerij binnen en liep 't
huis door, zy'n bebloede poot in de hoogte
houdende. Onmiddellijk voegde de kat zich
bij hem. Zij liep klagelijk miauwende naast
haar gewonden vriend, drukte haar kop tel
kens tegen hem aan en gaf op die wijze uiting
aan haar medelijden. De hond legde zich in
de achtergalerij onder een stoel en scheen
daar te willen blijven. Maar de kat scheen
daar niet mede te vreden. Ze scheen die plaats
niet geschikt te vinden, ze liep eenige malen
met iets ernstigs en zorgelijks in ha ir wezen
rond en trok haar vriend aan 't oor.
Heeft ze toen tot den hond gesproken?
Heeft ze hem beduid dat 't daar geen ge
schikte plaats voor hem was om te genezen?
We kennen de dierentaal niet, maar i S moet
toch vermoeden, dat die twee overleg ge
pleegd hebben, want de hond stond op en
liep, voorafgegaan door de kat, zoo kwaad
als 't ging, naar een klein half rond
uitbouwsel van de achtergalerij, waar hij zich
nederlegde. Hij heeft daar gelegen tot hg beter was,
een dag of twaalf. De kat is gedurende dien
tijd niet anders van zijn zijde geweken
dan om zich even te verwijderen. Met 't
grootste geduld zat zg' ineengedoken bij haar
vriend en scheen hem te bewaken, zooals een
moeder baar ziek kind.
Dergelijke gevallen van genegenheid van
't eene dier voor 't andere, zullen u wel meer
bekend zijn, doch wat ik verder van 't geval
te vertellen heb, zal n zeker merkwaardig
voorkomen.
Mijn Javaansche bediende had de gewoonte
om gedurende den maaltijd de gebruikte
borden en het overgebleven eten enz. op een
aanrechttafel te plaatsen, vóór hij alles naar
achter bracht.
Den middag nu nadat de hond 't wiel over
den poot had gekregen, liep de kat naar de
leiden, dat Art. 5 der bestaande wet indien
zin worde gewijzigd, dat de gehuwde vrouw
eerst dan in de naturalisatie van haar man
cal worden begrepen, indien eij binnen een
bepaalde termijn na die naturalisatie, haar
verlangen daartoe aan den Minister van
Justitie kenbaar heeft gemaakt"
Zij voegt daarbij onderstaande Memorie
van toelichting :
Dat de vrouw die te het huwelijk treedt
den staat van haar man volgt, dat herhalve
een Nederlandsche vrouw met een Vreemde
ling in het huwelijk tredende, het Neder
landerschap verliest, mag geen reden zijn
haar staande het huwelijk het Nederlander
schap te doen verlieten, indien haar man
zich in een ander land laat naturaliseeren.
Immers geschiedt dit in het eers! e geval
met baar toestemming, daar de vrouw weten
kan dat bet huwelijk met een vreemdeling
haar het Nederlanderschap doet verliezen, in
het tweede geval gebeurt dit van rechtswege,
dat wil zeggen, buiten haar om.
Dat dit vernederend fs voor de vrouw en
in sommige gevallen rde_ belangen van de
vrouw kunstmatig kan opofferen aan die van
den man, wie zou dit durven betwijfelen?
Dat de gezinseenhejd in gevaar gebracht
wordt, indien de individueele naturalisatie
voor gehuwden wordt toegelaten, meent
adressante te mogen ontkennen, daar zoowel
in Belgiëals in Frankrijk individueele natu
ralisatie voor gehuwden bestaat, terwijl ook
in Duitschland de mogelijkheid van indivi
dueele naturalisatie van gehuwden niet is
buitengesloten.
Dat aan het begrip van naturalisatie, welke
volgens bet oordeel van Opzoomer en Diephuis
van natura individueel is, door de voorge
stelde wijziging van Art. 5 minder geweld
wordt aangedaan, is naar adressantes oordeel
een motief te meer om, zoo mogelijk, haar
verzoek in te willigen";"
iiiiiiiiittiiiMiiiiiiiii'miimiiiiitiihtiiiHiiriiiiiiiiiiiiiihriiiiiiiiiimiiiiiii
Marie Kolb's lachki/mit. Vrouwelijke
studenten in Frankrijk in 1900.
Universiteit te Tomgk. Portret van
, koning'm Elena van Jtalië.
Het kleine, coquetté, guitige, van
schalkerng' tintelend dikkertjé, de bekende
Franeche tooneelspéelster 'Jfarie Kolb, heeft de
bezoekers van het TnéStréFrancais dikwijls
doen schudden van 't lachen.
Marie Kolb, een chte lach-virtuoos, lacht
zóó jolig, zóó frisch, zóó natuurlijk en aan
stekelijk vroolgk, dat men van zelf mee lacht.
Haar open, eerlijk gezicht, haar goedige mon d
met mooie,- blanke *tand«ri, haar lachende
oogen en geestig wipneuaje, stempelen haar
tot de vertolkster van Molière's bij-de-handjes.
Als Nicole, de dienstmaagd van den heer
Jourdain, in ,«Le Bourgeois gentilhomme,"
als de verrukkelijke "Toiagtte in- ;.Le Malade
iftafinai|e,«/^a'' J^Bpt'ölbt'Jai baar de
tranen Over* de 'wangën*T»Ueni Zn' vertelde,
Onlangs . dat de rol van Uqinette teen
lievelingsrol van baar is, dat zrj zich gebél Toinette
voelt, de roLniet speeltj maar lé^ft
"?Die rol léfj ik, 'cöe vermaakt njg' inde
hoogste mate. tk lach natuurlijk er in; nooit
behoef ik'mg geweld aa,n te doen, om in die
rol te lachen; het schaterlachen dalt de toe
schouwers van mij hooren is cht,' ik moet
lachen, kan het niet laten'. Ik jaag niet naar
effect door kleeding, blik of houding; ik
speel de rol eenvoudig, zooals die geschreven
staat; maar ik voel ieder woord er van, ik
ben er hélemaal in, ik bén Toinette en dit
iiilniiiiiiniiiiiiiitiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiHimMiiiMiiiiiiiiiiMiniMitifiiniiii
aanrechttafel, sprong ei op, nam een stuk
earcas van de kip, liep er mee naar zijn
makker en legde 't vlak voor hem neer;
zoodat deze er gemakkelg'k bg kon. Terwijl de
bond dat stuk gulzig opat, zat de kat ineen
gedoken den hond aan te kijken; en toen't
op was, baalde de kat weer
een stuk en daarna weer
een ; en eerst daarna begon
zij aan zichzelf te denken.
De kat heeft met de grootste
trousv zoo eiken middag
den hond gevoed, totdat
deze zelf weer kon loopen.
Ik moet zeggen : 't kleine
katje maakte mg be
schaamd ; door hare liefde
rijke handelwijze werd ik
er opmerkzaam opgemaakt,
dat 't mijn plicht was ge
weest zorg te dragen voor den hond, die
zich niet voort kon bewegen zonder groote
pijn. Zonder in te grijpen in de treffende
handelwijze van de kat voorzag ik voortaan
in de overige behoeften van den hond."
Intusschen heb ik eens nagegaan, of dit
geval of iets dergelijks ook al vermeld is in
de nieuwere werken, die over de zielkunde
der dieren handelen. En 't bleek, dat niet
alleen tropische katten tot zoo iets in staat
zij n; en dat er ook bij de inlandsche katten
en bij andere dieren dergelijke
vrieudschapsbetuigingen zijn opgemerkt.
In Animal Artisans van C. J.Cornish M. A., een
pas verschenen werk, komt een hoofdstuk
voor: Benevolence in man and beaet; daarin
wordt een geval verteld en geïllustreerd, hoe
een kat hulp komt vragen bij de vrouw"
voor een speelkameraadje, dat in een nauwe
spleet was gevallen en daar hulpeloos beklemd
was geraakt. De gemoedsuitdrukking van 't
dier was zoo duidelijk, dat de meesteres wel
moest begrijpen, dat er iets droengs was
gebeurd, en dat z\j de smeekende kat maar
moest volgen om te gaan helpen.
De scarijver, een uitmuntend waarnemer
en een eerste vriend en kenner van dieren,
zooals nit 't geheele boek blijkt, vindt dit
geval niet eens iets bijzonders.
Er valt, bjj de tamme" dieren althans,
somtijds een groote mate van welwillendheid op
te merken; ten opzichte van soortgenooten zoo
wel als jegens dieren van geheel andere soort;
die goedheid" uit zich vooral in den vorm van
bescherming, waarschuwing b\j gevaar, en in
't aanbieden van voedsel. Bepaalde voor
beelden zg'n, er zonder eenige redelijken twijfel
aan de waarheid, genoeg aan te halen, dat
katten en honden extra voedsel gezocht hebben
en 't bij 'n behoeftige kameraad hebben neer
vind ik verrukkelijk grappig. De rol is komisch.
Toen men haar vroeg, hoe zg het dan aan
legt om zoo smakebjk te lachen in rollen die
zij zelf niet komisch vindt, en, die tóch komisch
werken door haar vroolgkheid, antwoordde
Marie Kolb: Ja, dan maak ik gebruik van
een onschuldigen truc. Bijv. in mijn mono
loog : Le foa rire." ,
Een alleenspraak waarin men moet lachen l
van den eersten tot den laatsten regel. Juist, j
omdat de vertolkster aldoor moet lachen,
blijven de toehoorders soms stroef. Niets is
zóó lastig, als een bevroren menigte te on t- .
dooien.
Maar, daar heb ik een loopje op. Ik lach
voor twee, drie menschen, die ik aldoor in
't oog houd. Als, die gaan mélachen; dan
duurt het nooit lang of het héle publiek
proest het uit."
Haar onschuldig loopje doet geen af breuk
aan haar virtuositeit. Marie Kolb heeft den
dartelen, onbedwingbaren lachlust in zich,
daarom werkt die aanstekelijk.
***
Het aantal vrouwelijke studenten aan de
verschillende universiteiten in Frankrijk, be
droeg in bet afgeloopen jaar niet minder
dan : 2264.
Cijfers zijn welsprekend Ook hier getuigen
zg, dat in la douce France" de vrouwenbe
weging vorderingen maakt.
86 dames studeerden in de rechten. Dat
belooft voor de toekomst! Vrouwelijke gevat
heid, scherpzinnigheid en welbespraaktheid
aan de rechtbanken der Ville Lumière en
andere Fransche steden.
721 vrouwen die geneeskunde studeeren;
64 artsenijkunde, dus, aanstaai.de apotheke
ressen, een vak, uitnemend geschikt door
vrouwen te worden uitgeoefend; niet minder
dan 1393 wijden zich aan philosoflsche vak
ken. Moge die laatste vooral, leeren, voor
zoover het haar niet is aangeboren, zuiver en
logisch te denken. Op deze 1393 vrouwen
rust de taak, Schopenhauer's grimmig oor
deel over de Logiklosigheid der Weiber"
en Möbius' onuitstaanbaar gepraat over de
intellectneele minderwaardigheid der vrouw"
schitterend te logenstraffen, en te schande
te maken.
* *
*
Dat bij vrouwen lust tot philosopheeren
en navorschen in taal en letteren aan klimaat
noch omstandigheden is gebonden, bewijst de
nieuw verrezen universiteit voor vrouwen
te Tomsk, in Siberië.
Voorloopig zal aan deze hoogeschool uit
sluitend: geschiedenis en philosophie gedo
ceerd worden.
***
Van de hand eener aanzienlijke Epgelsche
dame, mevrouw Tryphosa Bates Batcheller
is een boek verschenen iu brietvorm. Brie
ven," vriendelijk, sierlijk; vol t»*ond«rln|f
voor het heerlgk, zonnig land Italië; epistels,"
gericht aan vrienden en verwanten, getuigend
van dankbaarheid en geestdrift voor de ge
lukkige dagen, die mevrouw Batcheller door
bracht in Italia adorata."
In een dezer brieven, beschrijft de auteur
haar eerste ontmoeting met koningin Elena
van Italië. Zij herinnert aan het feit, dat, de
schoone prinses van Montenegro, toen zij iu
't huwelijk trad met Emmanuel, kroonprins
van Italië, werd geroemd als de schoonste
vrouw der wereld.
Mevrouw Batcheller had deze uitspraak
voor overdreven gehouden; zij beschouwde
gelegd. Hoe kan men ook eigenlijk twijfelen
aan de mogelijkheid daarvan ? 't Is toch een
overbekend feit, dat vele katten de neiging
vertoonen, aan den baas of de vrouw iets dat
ze hebben gevangen, als een cadeautje aan te
bieden. We behoeven volstrekt niet om een
voorbeeld terug te gaan, zegt Cornish, naar de*
historische kat die aan zijn meester, eem gevan
gene in den Tower, eiken dag een duif bracht."
('k Weet niet op welk geval C. hier doelt. H.).
't Is een natuurlijke aandrift, vooral van
katers, om dit te doen, volgens de eigen onder
vinding van den schrijver van bovengenoemd
boek; deze vermeldt ook 't feit dat een
aan Schotschen herder, door zijn kat uit
eigen beweging eiken dag ists eetbaars werd
gebracht. Zoo kon er ook wel iets waars lig
gen in de fabel van de Gelaarsde Kat.
Van een dergelijke lust om goed te doen, om
lief te wezen, zonder verlangen naar beloo
ning, en zonder dat ook maar de gedachte
aan africhting bij den waarnemer kan op
komen, vertelt ook Carl Groos in zijn zuiver
wetenschappelijk werk Die Spiele der Tiere,
waarvan juist een tweede druk is verschenen,
De bezitter van een moestuin bemerkte,
dat een mand, die hij met wortelen (peenen,
Mohrrüben) had gevuld, op onverklaarbare
wg'ze werd leeg gehaald. Ook de tuinman be
greep er niets van, er was geen mensch anders
in den tuin. Zoo lang zg in de nabijheid van
de wortelen bleven, gebeurde er niets, maar
verwijderden zij zich een poos uit den hoek,
waar de mand stond, dan waren er een paar
uit verdwenen. Katten? Verdekt opgesteld,
zouden ze 't uitmaken en... daar kwam de
huishoud aangeslopen, hg pakte een wortel in
zyn bet en sjokte er langs den hegmee naarden
paardestal. De waarnemers volgden den hond
en zagen, dat hij op een paard toeliep, waarmee
hg altijd samen sliep. Kwispelstaartend legde
de hond den gestolen wortel voor 't paard
neer; dat liet zich niet bidden en at hem op.
De tuinman wilde zg'n stok gebruiken,
maar de baas hield hem tegen; ze verborgen
zich in den stal, toen de hond weer naar
buibet welwillend oordeel als een banale
buide aan Italic's toekomstige koningin.
In' dien waan had zg verkeerd, lot op 't
oogenblik, dat zg Elena in levenden-lgve
vóór zich zag, en, plots tot de overtuiging
kwam, dat geen enkel portret der koningin,
hoe mooi die ook zgn mogen, deongeëvenaarde
schoonheid van Elena van Montenegro zelfs
bg benadering weergeeft.
Vóór ik mijn buiging ten afscheid voor de
koningin kon maken, reikte zij mij de hand,
en vroeg of ik lang in Italiëgeweest was.
Zjj sprak tot mij in 't Fransch en in 't
Italiaansch j men heeft mij verteld, dat de
.koningin bij voorkeur Fransch spreekt.
U zult willen weten, hoe de koningin
gekleed was, maar ik vergat bgna er op te
letten. Ik was geheel onder den indruk van
de stralende schoonheid dezer vrouw, doeh
zélf vrouw, heb ik toch nog een oogje ge
waagd aan baar toilet.
Zg droeg een robe van licbt-grija ciêpe de
Chine, met gqjs-zy'de borduursel in verschil
lende nuances, en kleine, zilver motieven.
Een scaouderstük van prachtige
Venetiaansche kant met halsboord van c répede Chine;
zij droeg een snoer groene paarlen en was
verder getooid met een paar diamanten.
Ik geloof, dat slechts een brunette van
haar type, het weinig flat t eerend, grgs met
zooveel succes kan dragen, maar geen enkele
robe, door zulk een pracht-*rouv gedragen,
zou ooit de aandacht trekken!
Elena's haar g ia t eenvoudig alle beschrij
ving te boven; het is z waar en blau w-zwart;
in zachte golvingen omlijsten de lokken haar
gelaat en edel voorhoofd. Zjj is zeer groot,
naar gestalte ia volmaakt schoon. Haar oogen
zijn zwart-bruin en zeer schitterend; haar
grootste aantrekkelijkheid voor mg, is haar
mond; als zij spreekt, trilt haar onderlip heel
even, en getuigt van een goedheid des
harten, zooals men die hoogst zeiden aantreft.
De lieftallige souvereine kan tevreden
zijn, over de beschrijving van haar uiterlijk,
door deze Engelsche vrouw.
Het zou pikant zgn, om het oordeel van
een man over de schoone Elena te vernemen.
Het oordeel van man en vrouw over de
schoonheid eener vrouw, levert meestal een
hemelsbreed verschil op. De bewondering
van een man zal allicht zgn hoogtepunt be
reiken in Elena's stralende kijkers, eerder
dan zich te concentreeren in de lieftalligheid
van het lichtelijk-bevend onderlipje.
CAPRICE.
#
* *
Sneeuweieren: Het wit van 6 eieren; 100
gr. suiker, wat vanille-poeder of geraspte
citroenschil, l L. melk, 40 gr. maïzena.
. Bereiding. Klop het eiwit met de helft der
suiker zoo stgf mogelijk en voeg daarbg of
de-; vanille of de geraspte citroensohil. Kook
ide melk met de overige suiker, liefst ineen
lage, platte pan. Schep met een lepel het
eiwit, ter grootte van een ei op de kokende
melk. Zorg dat sneeuweieren elkaar niet raken.
Om dit te voorkomen, moet men er niet te
veel tegelgk op de melk plaatsen.
De sneeuweieren moeten 3 a 4 minuten
op de melk koken; zij moeten af en toe
omgekeerd en daarna neemt men ze er met
een schuimspean af. Men presenteert de
eieren koud met een zeer dikke vanille saus
gemaakt van maïzena, melk, suiker en
eierdooiera.
Een zoete schotel die de vreugde is van
kinderen.
rflIMIIIIIIUMIIIIlnlIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIlnlIlinilllMIIIIIHIIIIMIIIIIIMIIMIIIII
ten was gegaan. De peenen gingen, tot de
laatste toe, denzelfden weg.
De hond had al lang dit bepaalde paard
tot zijn vriend en gunsteling uitverkoren, een
ander paard in den stal schonk hij geen
attentie, laat staan een gestolen peen."
Dit voorval is 't eerst vermeld in de Revue
d'Anthropologie; bij tientallen zijn de voorbeel
den te tellen van dergelijke uitingen bij dieren.
Of nu hier van verstand" bepaald van
menschelijk verstand" blg'k wordt gegeven,
is een moeilijk te beantwoorden vraag. Zij die
een scherpe grens trekken tusschen de
uitingen van de dierenziel en die van den
menschengeest, zeggen : Neen; we hebben hier te
doen met een geval van instinct; maar dat is
uitgebreid door zinnelijke waarnemingen, jie 't
geheugen en de verbinding van voorstellingen
ook bij dieren mogelgk maken, en dat zgn
oorsprong vindt in 't aangeboren moederlijk
instinct van 't dier, om voor zijn jongen voed
sel aan te sleepen.
Jammer, dat Groos niet schrijft of onze
wortelenstelende paardenvriend een rekel of
een teef was; en merkwaardig, dat Cornish
het presentjes-brengen juist voorstelt als iets,
speciaal aan katers" eigen.
E. HEIMANS.
De meeste vragers over de honingmieren e. a.
belangstellenden, zal ik later in een opstel be
antwoorden. Eerst eens weer wat anders. Dr. v.
G.: Een flink boek over mieren-biologie in 't al
gemeen, (ook de honingmier is er in vermeld)
is verleden jaar verschenen: DU Ameise door
Dr.med.etphil. K.Escherich; nogal duur ?6.20
voor 200 blz. met weinig illustraties ; maar
kernachtig, up-to-date, kritisch en vol lit
teratuur-verwijzing. Waar Kosmos" de mooie
illustraties vandaan heeft, weet ik niet; mis
schien uit een Amer. tijdschrift; 't referaat
was niet onderteekend; de tekst is deels
uit Mc. Cook, The Honey-Ants of the Gar
den of the Gods, deels uit Torel geput.
De afbeelding van de spg'skamer staat op
zijn kop. Dat vond de zetter blijkbaar
practischer dan de potjes aan den zolder te han
gen, en daar had hij schoon gelijk in; ik
begrijp ook niet, hoe die zwaar geladen die
ren 't uithouden met hun dunne pootjes;
maar mieren zijn sterk; en Mc Cook vertelt
dat juist die zoldering de eenige in 't nest is,
die ruw gelaten wordt.
Juf B. te Haamstede.
Uw sneeuwklokjes vertoonen't ze w bijzon
dere verschijnsel dat 't binnenste kroontje
bijna geheel den vorm gaat aannemen van
't buitenste. Let goed op welke bolletjes 't
zg'n; ik wil heel graag er een paar van
hebben, als de pollen uitgebloeid zijn; 't is
om te zien of ze 't volhouden.