Historisch Archief 1877-1940
f"
Jw
DÉAMSTERDAMMER WEEKBLAD VOO R "N E D ERL AN D.
No. 1550
Munt- en Penningveiling.
Frederik Muller en Co. houden van
18?21 Staart in'hunne veilingzaal. Doe
lenstraat 10, eene belangrijke auctie van
munten en penningen. Het zijn de ver-'
zamelingen van den heer Gustave van
Havre-te Antwerpen, Prof. Dr. J. "W.
"Würfbain, nog een gedeelte
Nederlandache munten uit de bekende verzameling
van den beer Joh. W. Stèphanik, die
onder den hamer zullen komen, en waar
aan men eenige
kleinere
collectiën heeft toege
voegd.
De verzame
ling van Prof.
Wurfbain is
vooral voor,
Am, ster dam van be
lang, daar zij
nagenoeg uitsl ui
tend penningen
bevat, op de
stad betrekking
hebbende. Op de
door Arondeaux vervaardigd óp het eeuw
feest der Oost-Indische Compagnie. Deze
stelt aan de keerzijde de Compagnie
voor als een schip, dat door roeiers, die
de wapens der verschillende Kamers
dragen, wordt voortbewogen naar de
uyterste eijnden der werreld," zooals
de beschrijving luidt. Nog vermelden '
wij de spotpenningen op John Law
en den actiehandel in 1720. Een dezer
vertoont aan de voorzijde het borst
beeld van Law en op de keerzijde
kan vader's roem niet hindren, zijn
oorlochsdaden zijn zijn kindren" zegt
het versje op de keerzijde. Ida Blok,
door Vondel in twee gedichten ver
eeuwigd, is door een grooten gouden
gedenkpenning, op haar overlijden in
Muntmeesterspenning van
Antwerpen 1663. (No. 763).
Historische Ten
toonstelling, in
1876 te Amster
dam gehouden, waren de voornaamste
stukken uit deze collectie tentoongesteld,
na dien tijd is zij, meenen wij, niet meer
te zien geweest. Van eenige der fraaiste
en belangrijkste stukken zijn wij thans
in de gelegenheid den lezers de
afbeeldicgen te kunnen geven.
Schier geen belangrijke (of ook wel
onbelangrijke!) gebeurtenis in Amsterdam
voorgevallen, of züis door een of meer
penningen herdacht; wij noemen slechts
de eerste steenlegging van het
stadhuis in 1648, de fraaie serie
penningen op 't beleg door
Willem II in 1650, de penningen
op de Beurs in 1654, de inwijding
van het stadhuis in 1655, den
fraaien door P. van Abeele om
streeks 1650 gedreven penning,
waarop de afbeelding van 't
schenken van 't nieuwe wapen
in 1342 en van de Keizerskroon
in 1488 voorkomt, de fraaie reeks
penningen op het
begrafenisoproer in 1696, de penningen
aan de schutter» vereerd bij de
intrede van Willem IV in 1747
en Willem V en zijn gemalin
in 1768, de draagpenningen op
burgemeester Hooft en den
patriottentijd in 1787, den penning
met de afbeelding van den in
1795 op den Dam geplanten
Meiboom.
Uit de Napoleontische periode
herdenken twee zeer belangrijke stukken:
het bezoek van den keizer aan Amsterdam
in 1811, Het eerste is een gegraveerde
penning, vertoonende aan de voorzijde
de borstbeelden van den keizer en zijn
.gemalin benevens het Amsterdamsche
wapen, terwijl de keerzijde het opschrift
bevat: Plegtig bezoek van den Franschen
Keizer met zijne gemalin op den Uden
October 1811 in zijne goede stad Amster
dam. Het andere is een eenzijdige ijzeren
Toegangspenning tot den
Amsterdamse hen schouwburg
in 1651. (No. 429).
Allercurieust is verder een omstreeks
1720 geslagen zilveren penning ter eere
van Jacques de Beaulieu, een bekend
steensnijder, die ook te Amsterdam werk
zaam was,' en zelfs door de regeering
dier stad met een gouden penning
ver)' eerd werd. Onze medaille vertoont aan
' de voorzijde ,zijn naar rechts gewend
borstbeeld en op de keerzijde, binnen
een krans van blaassteaatea
-ea'Steensnij derswerktuigen het volgende versje
van den dichter L. Smids:
1676. Admiraal de Kuyter. (No. 55).
het volgende opschrift:
Lundi: nous achettons des Actions
Mardi: nous avons des Millons
Mecredi: nous reglons notre ménage
Jeudi: nous nous mettons ea quipage
Vendredi: nous allons au ball,
Et Samedi 4 l' hopital.
Niet minder rijk vertegenwoordigd zijn
de penningen met de borstbeelden van
bekende Amsterdammers. Een zeer fraaie
door Wouter Muller, goutsmit tot
1693 geslagen, vertegenwoordigd. Van
den Amsterdamschen predikant Balthazer
Bekker, den schrijver van De betoverde
wereld," waarin hij het bestaan van den
duivel ontkende, zijn vier penningen
aanwezig. Hoogstbelangrijk is ook de
penning in 1654 vervaardigd op Gerard
Huift, in 1645 Secretaris van Amsterdam,
Directeur-Generaal van Oost-Indië, die
in 1656 in een aanval tegen Colombo
sneuvelde. Dirk van Rijswijk, die in de
Dukaten in 1673 te Enkhuizen geslagen. (No. 1416).
Bezet dit met geen diamant
Een snoer aaneengeregen steenen
Den mens ontrokken door mijn hand
Sal beter luister m\j verleenen.
Behalve eene uitgebreide reeks van
huwelijks- en begrafenispenningen, waar
onder vooral vele bidpenningen bij het
overlijden van R. C. geestelijken, worden
onder afzonderlijke rubrieken vermeld:
Kerken, Vrijmetselaarspenningen,
Hoogeschool, Beurs, Weldadigheidsinrichtingen,
platen, gebeurtenissen voorstellende uit
de belegering en de inneming van het
kasteel van Antwerpen in 1577. Uit de
rijke serie familiepenningen noemen wij
den koperen penning bij de begrafenis
van den schilder Rubens uitgereikt, met
op de keerzijde gegraveerd: Bidt voor
de ziele; verder, den penning van den
Antwerpschen burgemeester Antonie van
Straelen, in 1568 op last van Alva ont
hoofd. Zeer belangrijk zijn ook de rubrie
ken gilde- en schutterspenningen, die o. a.
de penningen be
vat van 23 ver
schillende bier
brouwerijen,
tusschen 1555 en
1581 vervaar
digd. Drie fraaie
gegraveerde pen
ningen van de
muntmeesters
geven aardige af
beeldingen van
hun bedrijf. Nog
noemen wij uit
deze rubriek de
penningen der
rederijkerska
mers De Olijf
tak", De Goudbloem" en De Violieren".
1702. Eeuwfeest der O. I. Compagnie. (No. 75). De Beurs te Amsterdam omstreeks 1655. (No. 285). Het Stadhuis te Amsterdam in 1655. (No. 283).
Joost van den Vondel op 67-jarigen
leeftijd in 1654. (No. 38).
penningplaat, met borstbeeld van den
keizer en tot omschrift: Napoleon in
Holland, 1811". ?
Belangrijke stukken den Amsterdam
schen handel betreffende, komen ook in
deze verzameling voor, reeds noemden
wy de serie penningen op de beurs.
Verder zijn er gildepenningen en
herkenningsteekens voor de makelaars, een
medaille van 1624 met de wapens van
Venetië, Amsterdam, Hamburg en Neuren
berg, de voornaamste handelsbanken van
?Europa, de fraaie penning in 1702
iiiiiiiiiMiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiMiimiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiMiMi
Tentoonstelling Basten büm G^ii
't Is goed dat Bastert ons eens gelegenheid
geeft tot een onafgeleide beschouwing van
zijn werk. In de groepeering der beteekenende
schilders van ons geslacht raakte hy wel
wat naar den achtergrond. Meermalen ook
waren zijn inzendingen op officieele tentoon
stellingen van het gehalte, om achteloos er
langs te loopen. Een aanblik van zijn
gezamenlyken arbeid echter, kan de oude
?waardeering van dezen schilder doen
aanstijven. Onder de talrijken, die naam
verwierven, zy'n er zoo weinigen wier gemis
'als een wezenlijke vermindering in waarde
der moderne hollandsche kunst kan geacht
. worden.
Bastert ia een waarlijk deelgenoot van de
bent, die de Marissen, Mauve, Weissenbruch
en Gabriël tot voormannen heeft. En hy is een
der meest sympathiëken; sympathiek, omdat
zijn werk getuigt van onbevangen
schilderslust en omdat het zoo rechtuit van doen is. Hy
is wel niet een eerste macht, maar hy is echt.
Zijn landschappen lokken aldra overwegingen
uit tot o vereenk omst met Poggenbeek; nemen
we zijn meest voldragen uitingen, dan gaat
het niet grif de hoedanigheden dezer twee
tegen elkaar uit te meten om te beslissen
wie de meerdere is. Men kan zeggen :
PoggenAmsterdam, in de vergulde dolphijn,"
gedreven penning, vertoont aan de eene
zijde hot borstbeeld van Prins Willem I,
en aan de keerzijde de vier burgemeesters:
Huydekooper van Maarseveen, De Graaf,
Van der Pol en Spiegel om een tafel
gezeten met het kernachtige opschrift:
Dit zijn de vaderen en burgermeesters
daar dit vrije volk op rust in vree en
krijghsgevaar." Ook de burgermeesters
Coenraad van Beuningen (1668), Nicolaas
Tulp (1672), Cornelis Witsen (1669),
Nicolaas Witsen (1695) en Jan Oorver
in 1716 gedurende 50 jaren lid van de
Raad en 18 jaren burgemeester, zijn door
penningen, hunne borstbeelden dragende,
vertegenwoordigd.
Ook aan penningen van Vondel en
zijn tijdgenooten is deze verzameling rijk.
Van Vondel zelf is er, behalve de fraaie
bekende penning bij zijn overlijden ge
geven aan de dichters, die zijn lijk ten
grave droegen, een fraaie penningplaat
van 1654, hem op 67-jarigen leeftijd
vertoonende; verder de penning, uitge
deeld bij de begrafenis van zijne eenige
dochter Anna, als geestelijke in 1675
gestorven, en in de Nieuwe Kerk be
graven, in 't zelfde graf, waarin haar
vader in 1679 te rusten kwam. De
zuiverheit der leli blinkt schoon in
't evangelie" staat op dezen penning ge
graveerd, eene navolging van dergelijke
regels, door haar vader gedicht. Van
zijne tijdgenooten, die door penningen
vereeuwigd zijn, noemen wij de admiralen
Tromp en De Ruyter, den penning met
borstbeeld van Johannes Lutma, den
beroemden goudsmid in 1659 overleden,
de begrafenispenning van Bartha Wirtz,
dochter van den velomaarschalk Paulus
Wirtz, (van wien eene zeldzame penning
plaat aanwezig is), in 1680 gestorven ea
in de Oude Kerk begraven. Mijn dood
miiiiiiiiiiiiiMiHiiiiMMimiimimi
beek is knap
per, Bastert ech
ter hartelijker.
Wat Poggen
beek voor had
naar den vorm
in beschaafd
heid en fijner
duidende uit
beelding,
daar wint Bas
tert weer in
door de gulle
uitzegging van
een
trouwhartiger verruk
king. Hij is een
buitenman te
genover
Poggen beek een
heer. Hij is de
echte
Hollandgche landschap
schilder en van
gezindheid voor
het pittoreske
der Holland
sche vlakten en
beemden, in de
rechtstreeksche
Berenstraat woonde en zich eene
Europeesche vermaardheid verwierf door zijne
toetssteenén, njét paarlemoer ingelegde
bladen, dreef op de voorzijde zijn naar
voren gewend borstbeeld, en graveerde
op de keerzijde: Om aen Agnees Huift
Door uyterlijcke tekenen te doen hebben
mijner geheugenisse is deze penninh haer
vereert door haer Oom Gerard Huift 1654.
Een treurig feit vermeldt de gegra
veerde penning in 1659 vervaardigd, toen
de schuitenvoerder De Wit door een
saluutschot gedood <verd. De voorzijde
vertoont ons een gezicht op den Amstel,
op den voorgrond De Wit in zijn
roeiTurfdragersgil iepenning van Amsterdam.
(No, 545.)
boot, achter hem een groot zeilschip,
waaruit het noodlottige schot gelost werd.
Op de keerzijde staat gegraveerd: De Wit
die om zijn vracht te haelen voer op het
IJ voor Amsterdam. Een eerschoot die
hem neer dee daelen waardoor zijn ziel
ten hemel klam. Gesciet den 21 Sep
tember Anno 1659."
Fabrieken, Wetenschappelijke Genoot
schappen en Tentoonstellingspenningen.
De merkwaardigste stukken vindt men
zeker wel in deonderafdeelingen Schouw
burg" en Gilden". Eerstgenoemde bevat
fraaie en hoogstzellzame toegangspen
ningen tot de Rederijkerskamers Uyt
levender jonst" en In Liefde bloeiiende"
benevens penningen op het eeuwfeest
(1738), den brand (1772) en een unieke
gedreven penning op het halve eeuwfeest
van den in 1774 herbouwden schouwburg.
Geen gilde schier, of het is door een of
meer penningen vertegenwoornigd in de
rubriek Gildepenningen", en vaak door
zeer fraaie of belangrijke exemplaren,
meest typische voorstelling aan het
gildebedrijf ontleend, vertoonende. Wij noemen
slechts de fraai gegraveerde penningen
der korenmolenaars, der kuipers, der
lakenbereiders en der turfdragers.
Ten slotte vermelden wij uit deze ver
zameling de rijke serie noodmunten van
het beleg in 1578, geslagen van het zilver
afkomstig van de Oude- en de Nieuwe
kerk, de complete serie munten door de
Compagnie van Verre" in 1601 geslagen
en eindelijk de in 1(>72 en 1673 bij de
nadering der Franschen geslagen nood
munten.
Even belangrijk als de verzameling
Wurfbain voor de geschiedenis van Am
sterdam is, is die van den heer Gustave
van Havre voor Antwerpen's geschiede
nis. Aanvangende met de aldaar geslagen
munten van Jan III (1312?1355) loopt
deze serie onafgegebroken door tot de in
1814 tijdens het beleg geslagen koperen
noodmunten. De afdeeling penningen be
vat menig stuk, ook voor onze geschiede
nis van belang, zoo b.v. de 5 fraaie looden
omzetting ook
van zijn
seDsatie's, is bij van
geaardneid
meer verwant
aan Weissen
bruch, dan aan
Poggenbeek.
(Zie bijv. de
schets no. 9).
Al wat ons bij
zoovele behoor
lijke schilde
rijen van tegen
woordig, van
twijfelachtige
waarde lijkt on
der hun
welstandige toerus
ting met mooie
kleurtjes, dat
kunnen we nog
uit zuiveren
oorsprong ge
weld, herken
nen in de schil.
derijen van Bas
tert. De stem
ming is hier
natuurlek
uitDe afdeeling Nederlandsche munten
bevat menig stuk, dat door fraaiestaat
of zeldzaamheid uitmunt. Wij noemen
slechts de munten door Leicester geslagen
in 1586 en '87, den fraaien Hollandschen
dukaton met kantschrift van 1671, de
reeks munten van Vianen, de serie munten
tusschen 1673 en 1678 te
Enkhuizen gemunt, de munten van
Batenburg en der heerlijkheden
en steden van Brabant en Lim
burg. De Nederlandsche munten
van Lodewijk Napoleon en van
de koningen Willem I, II en III
zijn door zeer fraaie exemplaren
vertegenwoordigd, en bevatten
vele proefslagen, evenals de kleine
serie munten van Nederl.-Indië.
Aan proefslagen is ook de
buitenlandsche afdeeling rijk, die
naast fraaie en zeldzame Duitsche
thalers, o.a. een grooten gouden
sovereign van Koningin
Elizabeth van Engeland, interessante
Carolingische en Merovingische
munten en eene rijke reeks
munten van keizer Napoleon I
bevat.
Wanneer we nu eindelijk nog
vermelden eene verzameling van
16 stuks gildepenningen van
Middelburg, eene aardige serie
muntgewichtdoosjes met de namen en adres
sen van de Amsterdamsche of
Antwerpsche mr. Balansmakers" en ten slotte
hebben gewezen op de
hoogstbelangrijke verzameling van ongeveer 2500
zegelafdrukken van de 8ste eeuw tot
heden meerendeels tot de stad Antwer
pen en de Zuidelijke Nederlanden
behoorende, dan meenen wij voldoende
1654. Ter eere van Gerard Huift (No. 35).
het belang van deze veiling te hebben
aangetoond.
Een bezoek op de kijkdagen (16 en 18
Maart)zal hopen wij, menigen liefhebber er
toe brengen te trachten om uit dezen rijken
voorraad zijne collectie aan te vullen.
De met groote zorg samengestelde cata
logus die op een 16-tal platen een aantal
der belangrijkste stukken afbeeldt, is van
een uitvoerig register voorzien, hetgeen
het zoeken zeer' vergemakkelijkt.
A. O. VAX KERKWIJK.
gevloeid in de kleur, in de milde ongedwon
genheid van behandeling.
't Is hier niet de doelmatige toepassing van
een techniek, al te zeer toegelegd op het
profijt van sommige methoden en de werking
uit een weibekenden kleuren-keus, die een
grijze lucht wazig doet schijnen, een blauwe
teeder, het groen sappig, een verschiet nevelig,
een water vloeibaar en lichtkaatsend 't is
hier kennelijk een ontroerde kijk op de
dingen van buiten, die zich heenwerkt door
den sehildertrant vlot, die de kleur welig doet
zijn. De landschappen van Bastert doen wel
dadig aan, door de intimiteit van het wer
kelijk Hollandsch karakter, dat ze eigen is.
Slechts weinigen ook hebben bij ons zoo
warm gestemd en onomslachtig weg de mooie
goorheid van een winterdag met sneeuw
gegeven.
Ik weet niet of het streven naar verfijning
dat uit zijn laatste werken blijkt, om de
conceptie \an een geval overwoger, de kleur
reiner-parelend te doen zijn zal leiden
tot wijder ontplooien van zijn talent.
De uitkomsten waren nog maar ten deele
bevredigend het meest in Grijze dag, en Veer
te Ebenen. De andere, ook het groote, heb
ben te veel de kille gemanierdheid van maak
werk. Toch zal ook deze schilder, niet alleen
uit den onbestendigen aard van de richting