De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 10 maart pagina 6

10 maart 1907 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

f" Jw DÉAMSTERDAMMER WEEKBLAD VOO R "N E D ERL AN D. No. 1550 Munt- en Penningveiling. Frederik Muller en Co. houden van 18?21 Staart in'hunne veilingzaal. Doe lenstraat 10, eene belangrijke auctie van munten en penningen. Het zijn de ver-' zamelingen van den heer Gustave van Havre-te Antwerpen, Prof. Dr. J. "W. "Würfbain, nog een gedeelte Nederlandache munten uit de bekende verzameling van den beer Joh. W. Stèphanik, die onder den hamer zullen komen, en waar aan men eenige kleinere collectiën heeft toege voegd. De verzame ling van Prof. Wurfbain is vooral voor, Am, ster dam van be lang, daar zij nagenoeg uitsl ui tend penningen bevat, op de stad betrekking hebbende. Op de door Arondeaux vervaardigd óp het eeuw feest der Oost-Indische Compagnie. Deze stelt aan de keerzijde de Compagnie voor als een schip, dat door roeiers, die de wapens der verschillende Kamers dragen, wordt voortbewogen naar de uyterste eijnden der werreld," zooals de beschrijving luidt. Nog vermelden ' wij de spotpenningen op John Law en den actiehandel in 1720. Een dezer vertoont aan de voorzijde het borst beeld van Law en op de keerzijde kan vader's roem niet hindren, zijn oorlochsdaden zijn zijn kindren" zegt het versje op de keerzijde. Ida Blok, door Vondel in twee gedichten ver eeuwigd, is door een grooten gouden gedenkpenning, op haar overlijden in Muntmeesterspenning van Antwerpen 1663. (No. 763). Historische Ten toonstelling, in 1876 te Amster dam gehouden, waren de voornaamste stukken uit deze collectie tentoongesteld, na dien tijd is zij, meenen wij, niet meer te zien geweest. Van eenige der fraaiste en belangrijkste stukken zijn wij thans in de gelegenheid den lezers de afbeeldicgen te kunnen geven. Schier geen belangrijke (of ook wel onbelangrijke!) gebeurtenis in Amsterdam voorgevallen, of züis door een of meer penningen herdacht; wij noemen slechts de eerste steenlegging van het stadhuis in 1648, de fraaie serie penningen op 't beleg door Willem II in 1650, de penningen op de Beurs in 1654, de inwijding van het stadhuis in 1655, den fraaien door P. van Abeele om streeks 1650 gedreven penning, waarop de afbeelding van 't schenken van 't nieuwe wapen in 1342 en van de Keizerskroon in 1488 voorkomt, de fraaie reeks penningen op het begrafenisoproer in 1696, de penningen aan de schutter» vereerd bij de intrede van Willem IV in 1747 en Willem V en zijn gemalin in 1768, de draagpenningen op burgemeester Hooft en den patriottentijd in 1787, den penning met de afbeelding van den in 1795 op den Dam geplanten Meiboom. Uit de Napoleontische periode herdenken twee zeer belangrijke stukken: het bezoek van den keizer aan Amsterdam in 1811, Het eerste is een gegraveerde penning, vertoonende aan de voorzijde de borstbeelden van den keizer en zijn .gemalin benevens het Amsterdamsche wapen, terwijl de keerzijde het opschrift bevat: Plegtig bezoek van den Franschen Keizer met zijne gemalin op den Uden October 1811 in zijne goede stad Amster dam. Het andere is een eenzijdige ijzeren Toegangspenning tot den Amsterdamse hen schouwburg in 1651. (No. 429). Allercurieust is verder een omstreeks 1720 geslagen zilveren penning ter eere van Jacques de Beaulieu, een bekend steensnijder, die ook te Amsterdam werk zaam was,' en zelfs door de regeering dier stad met een gouden penning ver)' eerd werd. Onze medaille vertoont aan ' de voorzijde ,zijn naar rechts gewend borstbeeld en op de keerzijde, binnen een krans van blaassteaatea -ea'Steensnij derswerktuigen het volgende versje van den dichter L. Smids: 1676. Admiraal de Kuyter. (No. 55). het volgende opschrift: Lundi: nous achettons des Actions Mardi: nous avons des Millons Mecredi: nous reglons notre ménage Jeudi: nous nous mettons ea quipage Vendredi: nous allons au ball, Et Samedi 4 l' hopital. Niet minder rijk vertegenwoordigd zijn de penningen met de borstbeelden van bekende Amsterdammers. Een zeer fraaie door Wouter Muller, goutsmit tot 1693 geslagen, vertegenwoordigd. Van den Amsterdamschen predikant Balthazer Bekker, den schrijver van De betoverde wereld," waarin hij het bestaan van den duivel ontkende, zijn vier penningen aanwezig. Hoogstbelangrijk is ook de penning in 1654 vervaardigd op Gerard Huift, in 1645 Secretaris van Amsterdam, Directeur-Generaal van Oost-Indië, die in 1656 in een aanval tegen Colombo sneuvelde. Dirk van Rijswijk, die in de Dukaten in 1673 te Enkhuizen geslagen. (No. 1416). Bezet dit met geen diamant Een snoer aaneengeregen steenen Den mens ontrokken door mijn hand Sal beter luister m\j verleenen. Behalve eene uitgebreide reeks van huwelijks- en begrafenispenningen, waar onder vooral vele bidpenningen bij het overlijden van R. C. geestelijken, worden onder afzonderlijke rubrieken vermeld: Kerken, Vrijmetselaarspenningen, Hoogeschool, Beurs, Weldadigheidsinrichtingen, platen, gebeurtenissen voorstellende uit de belegering en de inneming van het kasteel van Antwerpen in 1577. Uit de rijke serie familiepenningen noemen wij den koperen penning bij de begrafenis van den schilder Rubens uitgereikt, met op de keerzijde gegraveerd: Bidt voor de ziele; verder, den penning van den Antwerpschen burgemeester Antonie van Straelen, in 1568 op last van Alva ont hoofd. Zeer belangrijk zijn ook de rubrie ken gilde- en schutterspenningen, die o. a. de penningen be vat van 23 ver schillende bier brouwerijen, tusschen 1555 en 1581 vervaar digd. Drie fraaie gegraveerde pen ningen van de muntmeesters geven aardige af beeldingen van hun bedrijf. Nog noemen wij uit deze rubriek de penningen der rederijkerska mers De Olijf tak", De Goudbloem" en De Violieren". 1702. Eeuwfeest der O. I. Compagnie. (No. 75). De Beurs te Amsterdam omstreeks 1655. (No. 285). Het Stadhuis te Amsterdam in 1655. (No. 283). Joost van den Vondel op 67-jarigen leeftijd in 1654. (No. 38). penningplaat, met borstbeeld van den keizer en tot omschrift: Napoleon in Holland, 1811". ? Belangrijke stukken den Amsterdam schen handel betreffende, komen ook in deze verzameling voor, reeds noemden wy de serie penningen op de beurs. Verder zijn er gildepenningen en herkenningsteekens voor de makelaars, een medaille van 1624 met de wapens van Venetië, Amsterdam, Hamburg en Neuren berg, de voornaamste handelsbanken van ?Europa, de fraaie penning in 1702 iiiiiiiiiMiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiMiimiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiMiMi Tentoonstelling Basten büm G^ii 't Is goed dat Bastert ons eens gelegenheid geeft tot een onafgeleide beschouwing van zijn werk. In de groepeering der beteekenende schilders van ons geslacht raakte hy wel wat naar den achtergrond. Meermalen ook waren zijn inzendingen op officieele tentoon stellingen van het gehalte, om achteloos er langs te loopen. Een aanblik van zijn gezamenlyken arbeid echter, kan de oude ?waardeering van dezen schilder doen aanstijven. Onder de talrijken, die naam verwierven, zy'n er zoo weinigen wier gemis 'als een wezenlijke vermindering in waarde der moderne hollandsche kunst kan geacht . worden. Bastert ia een waarlijk deelgenoot van de bent, die de Marissen, Mauve, Weissenbruch en Gabriël tot voormannen heeft. En hy is een der meest sympathiëken; sympathiek, omdat zijn werk getuigt van onbevangen schilderslust en omdat het zoo rechtuit van doen is. Hy is wel niet een eerste macht, maar hy is echt. Zijn landschappen lokken aldra overwegingen uit tot o vereenk omst met Poggenbeek; nemen we zijn meest voldragen uitingen, dan gaat het niet grif de hoedanigheden dezer twee tegen elkaar uit te meten om te beslissen wie de meerdere is. Men kan zeggen : PoggenAmsterdam, in de vergulde dolphijn," gedreven penning, vertoont aan de eene zijde hot borstbeeld van Prins Willem I, en aan de keerzijde de vier burgemeesters: Huydekooper van Maarseveen, De Graaf, Van der Pol en Spiegel om een tafel gezeten met het kernachtige opschrift: Dit zijn de vaderen en burgermeesters daar dit vrije volk op rust in vree en krijghsgevaar." Ook de burgermeesters Coenraad van Beuningen (1668), Nicolaas Tulp (1672), Cornelis Witsen (1669), Nicolaas Witsen (1695) en Jan Oorver in 1716 gedurende 50 jaren lid van de Raad en 18 jaren burgemeester, zijn door penningen, hunne borstbeelden dragende, vertegenwoordigd. Ook aan penningen van Vondel en zijn tijdgenooten is deze verzameling rijk. Van Vondel zelf is er, behalve de fraaie bekende penning bij zijn overlijden ge geven aan de dichters, die zijn lijk ten grave droegen, een fraaie penningplaat van 1654, hem op 67-jarigen leeftijd vertoonende; verder de penning, uitge deeld bij de begrafenis van zijne eenige dochter Anna, als geestelijke in 1675 gestorven, en in de Nieuwe Kerk be graven, in 't zelfde graf, waarin haar vader in 1679 te rusten kwam. De zuiverheit der leli blinkt schoon in 't evangelie" staat op dezen penning ge graveerd, eene navolging van dergelijke regels, door haar vader gedicht. Van zijne tijdgenooten, die door penningen vereeuwigd zijn, noemen wij de admiralen Tromp en De Ruyter, den penning met borstbeeld van Johannes Lutma, den beroemden goudsmid in 1659 overleden, de begrafenispenning van Bartha Wirtz, dochter van den velomaarschalk Paulus Wirtz, (van wien eene zeldzame penning plaat aanwezig is), in 1680 gestorven ea in de Oude Kerk begraven. Mijn dood miiiiiiiiiiiiiMiHiiiiMMimiimimi beek is knap per, Bastert ech ter hartelijker. Wat Poggen beek voor had naar den vorm in beschaafd heid en fijner duidende uit beelding, daar wint Bas tert weer in door de gulle uitzegging van een trouwhartiger verruk king. Hij is een buitenman te genover Poggen beek een heer. Hij is de echte Hollandgche landschap schilder en van gezindheid voor het pittoreske der Holland sche vlakten en beemden, in de rechtstreeksche Berenstraat woonde en zich eene Europeesche vermaardheid verwierf door zijne toetssteenén, njét paarlemoer ingelegde bladen, dreef op de voorzijde zijn naar voren gewend borstbeeld, en graveerde op de keerzijde: Om aen Agnees Huift Door uyterlijcke tekenen te doen hebben mijner geheugenisse is deze penninh haer vereert door haer Oom Gerard Huift 1654. Een treurig feit vermeldt de gegra veerde penning in 1659 vervaardigd, toen de schuitenvoerder De Wit door een saluutschot gedood <verd. De voorzijde vertoont ons een gezicht op den Amstel, op den voorgrond De Wit in zijn roeiTurfdragersgil iepenning van Amsterdam. (No, 545.) boot, achter hem een groot zeilschip, waaruit het noodlottige schot gelost werd. Op de keerzijde staat gegraveerd: De Wit die om zijn vracht te haelen voer op het IJ voor Amsterdam. Een eerschoot die hem neer dee daelen waardoor zijn ziel ten hemel klam. Gesciet den 21 Sep tember Anno 1659." Fabrieken, Wetenschappelijke Genoot schappen en Tentoonstellingspenningen. De merkwaardigste stukken vindt men zeker wel in deonderafdeelingen Schouw burg" en Gilden". Eerstgenoemde bevat fraaie en hoogstzellzame toegangspen ningen tot de Rederijkerskamers Uyt levender jonst" en In Liefde bloeiiende" benevens penningen op het eeuwfeest (1738), den brand (1772) en een unieke gedreven penning op het halve eeuwfeest van den in 1774 herbouwden schouwburg. Geen gilde schier, of het is door een of meer penningen vertegenwoornigd in de rubriek Gildepenningen", en vaak door zeer fraaie of belangrijke exemplaren, meest typische voorstelling aan het gildebedrijf ontleend, vertoonende. Wij noemen slechts de fraai gegraveerde penningen der korenmolenaars, der kuipers, der lakenbereiders en der turfdragers. Ten slotte vermelden wij uit deze ver zameling de rijke serie noodmunten van het beleg in 1578, geslagen van het zilver afkomstig van de Oude- en de Nieuwe kerk, de complete serie munten door de Compagnie van Verre" in 1601 geslagen en eindelijk de in 1(>72 en 1673 bij de nadering der Franschen geslagen nood munten. Even belangrijk als de verzameling Wurfbain voor de geschiedenis van Am sterdam is, is die van den heer Gustave van Havre voor Antwerpen's geschiede nis. Aanvangende met de aldaar geslagen munten van Jan III (1312?1355) loopt deze serie onafgegebroken door tot de in 1814 tijdens het beleg geslagen koperen noodmunten. De afdeeling penningen be vat menig stuk, ook voor onze geschiede nis van belang, zoo b.v. de 5 fraaie looden omzetting ook van zijn seDsatie's, is bij van geaardneid meer verwant aan Weissen bruch, dan aan Poggenbeek. (Zie bijv. de schets no. 9). Al wat ons bij zoovele behoor lijke schilde rijen van tegen woordig, van twijfelachtige waarde lijkt on der hun welstandige toerus ting met mooie kleurtjes, dat kunnen we nog uit zuiveren oorsprong ge weld, herken nen in de schil. derijen van Bas tert. De stem ming is hier natuurlek uitDe afdeeling Nederlandsche munten bevat menig stuk, dat door fraaiestaat of zeldzaamheid uitmunt. Wij noemen slechts de munten door Leicester geslagen in 1586 en '87, den fraaien Hollandschen dukaton met kantschrift van 1671, de reeks munten van Vianen, de serie munten tusschen 1673 en 1678 te Enkhuizen gemunt, de munten van Batenburg en der heerlijkheden en steden van Brabant en Lim burg. De Nederlandsche munten van Lodewijk Napoleon en van de koningen Willem I, II en III zijn door zeer fraaie exemplaren vertegenwoordigd, en bevatten vele proefslagen, evenals de kleine serie munten van Nederl.-Indië. Aan proefslagen is ook de buitenlandsche afdeeling rijk, die naast fraaie en zeldzame Duitsche thalers, o.a. een grooten gouden sovereign van Koningin Elizabeth van Engeland, interessante Carolingische en Merovingische munten en eene rijke reeks munten van keizer Napoleon I bevat. Wanneer we nu eindelijk nog vermelden eene verzameling van 16 stuks gildepenningen van Middelburg, eene aardige serie muntgewichtdoosjes met de namen en adres sen van de Amsterdamsche of Antwerpsche mr. Balansmakers" en ten slotte hebben gewezen op de hoogstbelangrijke verzameling van ongeveer 2500 zegelafdrukken van de 8ste eeuw tot heden meerendeels tot de stad Antwer pen en de Zuidelijke Nederlanden behoorende, dan meenen wij voldoende 1654. Ter eere van Gerard Huift (No. 35). het belang van deze veiling te hebben aangetoond. Een bezoek op de kijkdagen (16 en 18 Maart)zal hopen wij, menigen liefhebber er toe brengen te trachten om uit dezen rijken voorraad zijne collectie aan te vullen. De met groote zorg samengestelde cata logus die op een 16-tal platen een aantal der belangrijkste stukken afbeeldt, is van een uitvoerig register voorzien, hetgeen het zoeken zeer' vergemakkelijkt. A. O. VAX KERKWIJK. gevloeid in de kleur, in de milde ongedwon genheid van behandeling. 't Is hier niet de doelmatige toepassing van een techniek, al te zeer toegelegd op het profijt van sommige methoden en de werking uit een weibekenden kleuren-keus, die een grijze lucht wazig doet schijnen, een blauwe teeder, het groen sappig, een verschiet nevelig, een water vloeibaar en lichtkaatsend 't is hier kennelijk een ontroerde kijk op de dingen van buiten, die zich heenwerkt door den sehildertrant vlot, die de kleur welig doet zijn. De landschappen van Bastert doen wel dadig aan, door de intimiteit van het wer kelijk Hollandsch karakter, dat ze eigen is. Slechts weinigen ook hebben bij ons zoo warm gestemd en onomslachtig weg de mooie goorheid van een winterdag met sneeuw gegeven. Ik weet niet of het streven naar verfijning dat uit zijn laatste werken blijkt, om de conceptie \an een geval overwoger, de kleur reiner-parelend te doen zijn zal leiden tot wijder ontplooien van zijn talent. De uitkomsten waren nog maar ten deele bevredigend het meest in Grijze dag, en Veer te Ebenen. De andere, ook het groote, heb ben te veel de kille gemanierdheid van maak werk. Toch zal ook deze schilder, niet alleen uit den onbestendigen aard van de richting

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl