Historisch Archief 1877-1940
No. 1553'
DE AMSTERDAMMER W E E K B LA D YO OH NEDERLAND.
3
Maar
naijver
levend
der leeken doen omslaan in een verzet tegen
de doodsche, versteende hieraichie der pries
ters. In Italiëis die werking veel later en veel
meer opeens gekomen dan in de noordelijke
landen, waar en leeken en kerk meer geleidelijk
zich hebben kunnen aanpassen aan nieuwe
denkbeelden en maatschappelijke veranderin
gen, daarvan het gevolg. Daardoor is de
tegenstelling in Italiëveel plotselinger en
sterker. .
Ia de kerk zelve is dit gevoe'.d. En ook
is gevoeld hoe noodlottig het voor baar zou
kannen worden, indien hare dienaren bleven
volharden in sleur en traditie. Nieuw levtn
moest er zjjn in haar, wilde van haar een
nieuwe leven wei kende kracht uitgaan. De
macht van de noodlottige tegenstelling: Rede
en Geloof diende gebroken. E»nvoudig door
die tegenstelling niet te dalden, door ook
de Rede als harmonisch deel van het geestelijk
leven der. trouwe geloovigen te erkennen.
Niet de we;enschap buiten, maar ia de Kerk,
alle denkers bezield door haar geloof.
Van deze geestelijke beweging is het boek
vau Fogazzaro een get .igenis. Zyn P. er o
Maironl ia de man door wien hy' den strijd
dezer dagen aanechou wlyk heeft willen maken.
Piero is de tweede zoon van Franco en
Luisa Maironi. Zijn vader bezweek aan de
voeden 'in den ooi log van 1869 bekomen,
zijn moeder stierf bg zijn geboorte.
Wij hooren, van zyn jonge leven in het
tweede deal der reeks: eea leven van ge
luk, strijd en leed. Na het over y'den van
zjjn jong« vrouw verdwijnt hij op geheim
zinnige w\jze; niemand weet waarheen. In
het derde deel vinden we hem terug, ge
broken hebbende met heel zijn vroeger bestaan,
zich wijdend aan den dienst van God.
Deze dweper wordt door het volk i,de>
Heilige genoemd, om zijn echt vroom leven.
Hy is een asceet, een strever naar enkel
goedheid, met als hoogste doel het dragen
kleed der ai moe en wereld
/erng.
juist als leek wekt hij dra den
der geestelijken. Hy' is hun een
verwet*. Zij zetten hem den voet
dwars: hy vindt geen rust, trekt eindelijk
nttv Rome, waar hq in alle stilte, arbeidt
met het vrome woor J. Doch ook daar ontdekt
men hem ias door zijn aanhang. En de
behoudende elementen in déKerk verbinden
«ish met de burgerlijke machthebbers om
dien man, wiens invloed zij vreezen, het
verblijf in Rome onmogelijk te maken.
Het hoogtepunt van 't boek is het onder
hond met den Pao?. Dézen wijst hu op het
kwaad dat de Kerk bedreigt, niet Vin buiten
af maar van binnen uit,, en vraagt hem dat
te «verhoeden. Het antwoord van den Paus
ist een van goeden wil, maar machteloosheid.
Aan het slot van het boek sterft Benedetto
(dazen naam had Piero Maironi aangenomen),
als een heilige, vereerd door de velen die hem
liefhadden.
Het spreekt vanzelf dat wij objectiever
slaan, tegenover het boek dan de meeste
Italianen. En dat we ons niet geheel
kannenlaten beheerschen duor het belangrijke van
het onderwerp. Juist voelen we aU een
bezwaar dat dit al het andere overvleugelt.
Een Piero is een mogelijkheid alt persoon,
maar lykt ondanks alle mystieke aspiraties
geheel bedacht voor het doel. En ook bij
de anderen zy n verscheidene met een persoons
naam betitelde abstracties. Het meest levend
is mogelijk juiat door baar zwakheid en
onvolkomenheid de vrouw, die Piero
liefheeft en aanhangt met heel haar ael,
maar die voelt dat haar ongtloof hem van
haar scheidt. De efeer waarin de meesten
zich bewegen is niet de werkelijke wereld
waarmee wij voeling hebben, maar de ideeën
wereld waarin zij als onmaterieele gedaanten
hun weg gaan, weinig reëel zelfs in hun
hartstochten en aandoeningen.
Het boek is niettemin belangwekkend.
Niet alleen om den inhoud, ook om den
schrijver. Hu heeft de afkeuring der Kerk
gehoord en buigt zich l... Maar hy zal
niet zwijgen. In bet nieuwe Italiaansche
tijdschrift 11 Rinnovamuite bracht hijzelf het
bericht dat bij binnen kort met anderen
wetenschappelijk-godsdiensiige lezingen zal
houden. Zal hij zijn Benedtlto opzijn wijze
gaan volgen?
De vertaling ik kom hier tot myn
bedenking in 't begin terug lykt mij te
vluchtig bewerkt. Van vorige vertalingen
van E. J. T. kreeg ik beteren indruk.
Al dadelijk in den aanvang zijn er blijken
van niet begrijpen. Het gesprek tusschen
Jeanne en Noeini wordt half in 't Italiaansch,
half in 't Frausch gevoerd. Jeanne vraagt
schertsend aan Noerni, of ook zy' niet dol
op haar. is. Noemi antwoordt ondeugend:
Mais point du toutl" En dan Jeanne,
plapend, in het Italiaansch:
In italiano si dice: ti, di tutto cuore!"
wat E. J. T. vertaalt met: In het Italiaansch
«egt men: ja, van ganscher harte l" waar
door de pointe verloren gaat. 'c Moet natuurlijk
zijn : Dat wil in 't Italiaansch zeggen" enz.
Op blz. %- zegt Carlirjo dat hij 's avonds
wil wandelen om noten te neoien:'. Moet
z£n: aanteekeningen te maken" prender
note".
Blz. 11 laat Cartino een 9jerp" om den
hals winden.
Dan heeft zij in dat eerste hoofdstuk al
dadelijk heel wat gekapt, waardoor het er
niet Guidelyker op geworden i?.
Ik moet het wel aan vluchtigheid wijten
als op blz. 233?34 een delegato di pubblica
secarezza, nu eens een inspecteur van de
Openbare Veiligheid", dan een afgevaar
digde" genoemd wordt. De man is commis
saris van politie.
Veel doet zij den schrijver soms te kort
door snoeien en vry stileeren. Zoo wordt er op
blz. 56 van een Abt gesproken, van wien
Fogaziaro zegt; Era intelligente, alquanto
bizarro, ricco di une cultera letteraria, tiloso.
flca e religiosafermasdegnosamentesul L850".
Dat is : Hij was intelligent, wat zonderling
en in zijn letterkundige, wijsgeerige en gods
dienstige ontwikkeling omtrent 1850 blijven
stilstaan, minachtend wat daarna kwam".
Maar de vertaalster wil ons genoegen doen
nemen hiermede:
Hy was ontwikkeld, een beetje zonderling,
belezen op letterkundig,
philogofisch en godsdienstig gebied"!
Een boek als II Santo' is niet in de eerste
plaats literair, maar de schrijver heeft toch
recht op een billijk literaire behandeling. En
daar is werkelijk niet voldoende voor gezorgd.
Laat ik dit nog met een enkel voorbeeld
toelichten.
Tegen het einde van zijn leven denkt Be
nedetto dat zy'n sterven niet zóp zal zijn, in
werkelijkheid, als bij het in een vizioen gezien
heeft. Maar hij vindt daarin zelf zonde en
egoïsme. Nu vertaal ik: Telkens had hy in
zyn hart verstikt dat zelfbehagen, niet vrij
van zelfzuchtige, menschelijke ijdelheid, niet
geheel n geworden met en opgaande in de
eerbiediging van den goddelijken wil; maar*
bij had het niet met den wortel kunnen uit
rukken".
Men ziet het: vry' van het conventioneele
is het niet. Maar luister nu een) naar de
vertaalster, blz. 289 :
Telkenmale had hy' dit welgevallig
beeld, dat niet vrij was van zelfzuchtige,
menschely'ke ijdelheid, niet ganschelijk door
drongen van berusting in den Goddelijken
wii, in zijn faart onderdrukt (fet wel:
het beeld!); maar hy' had het niet met
wortel en al kunnen uitroeien".
Vertalen is een moeiely'k werk !
W. G. VAX NOTJHÜYS.
Zie, er wordt veel voorgedragen tegen
woordig; het i» mode geworden er naar toe
te gaan" schreef ik in mijn beoordeling van
L ki door Mare Emants en ik heb een ogen
blik gedacht er aan toe te ?oegen: gelukkig,
maar daar zag ik mij zelf weer zitten onder een
voordracbtavond van Róyaarce, waarbij hij
moderne gevoels verzen voordroeg, verzen, die
allén afeil genoten moeten worden, maar wier
intimiteit verloren gaat in een schouwburg,
waar een voorirager zit te wachten tot een
deur goed dicht is, of iets anders heeft, dat
hem hindeit. Ik durfde er toen een eed op
doen dat de menigte naar huis ging meteen
vage sensatie van klank-mooi, dat niet verder
doordrong. En daar zag ik van de/.e'fde aan
gekondigd stukken van Potgieters Florence"
en nu weer Nederlandse en Duitse brokken
kunst, die scen zich nergens ter lezing kan
verschaffen. Welnu, men mag nu duizendmaal,
roepend, schreeuwend, uuitend, giilend het
publiek de raad geven zo iets eerst te gaan
kopen, te bestuderen, de rol van de aan die
de Sahara probeert te overschreeuwen is zo
weinig beny'denswaard, dat de mond my'
ontbreekt naast hem te gaan staan.
Zsker, als ze het daden, geen beter les in
letterkunla denkbaar, mits hier en «laar iets,
veel verklaard werd, maar hel klubje dat er
dan zou overblijven om daarvan te genieten
kon best in een moderne suite ziiten. En
dat is de bedoeling niet.
Evenmin om nu in 't biezonder de heer R.
aan* te vallen; zijn voorbeelden zyn mij het
felst bijgebleven ook al wegens zyu kunst
van zeggen.
Dat ik daarmee de. Vöprdrachtkunet ver
oordeelde 1 't Zou wat inoois zijn, ik die al
m'n best doe om Albert Vog^l te horen, als
by' hier komt; om hem hier te Krijgen zelfs.
Maar met htm en Verkade is men ook
weer op ander terrein als het door my ver
smade. Als Vogel S;a'kadd, Verkade Alacbeth.
geeft, is dat toneelspeelkunst, uitbeelden van
ietf, doen leven van'menstn en meeleven van
hun strijd. Dat is aangrijpend ook voor de ge
wone mens, terwyl een voordracht als ik eens
hoorde van de Geboorh kloek van Vondel alleen
een tijdelik, snel voorbijgaand klanksuksèa
waarborgt, als men 't goed doet; hoogste-aa
eens grg pen naar Vond als boekje, om er dan
allicht het mooie niet weer in terug te vinden.
Vogels voordrachten van toneelstukken heb
ben dit voor, voor de volksopvoediag, dat
nu eens niet de middelpunten van ruk of
provinsie allén kunnen gemeten van deze
kunst., Nutedepartementen te Uithuizen en
Akkrum b. v. verschatf-m velen uit de om
trek dat kunstgenot, dat meeleven met helden.
En dan hindert het ook niet zo, als men niet
van te voren het toneelstuk bestudeerd
heeft; men krijgt de machtige indruk mee
en wanneer dan maar, b v. door de
VVereldbibliotheek",gezorgd wordt vooi een goedkope
uitgave, is er meer gedaan voor opvoeding
van het gemoedsleven, voor het biengen uit
de sleur van het leven, dan door de voor
dracht van honderden geraels- en verstands
verzen.
Maar daarom juist was ik niet zo voor LoU
van Emants als stof voor Vogel. Het is niet
dramaties genoeg, de tragedie in Slarkadd en
Macbetk is honderdmaal aangrijpende» ; ook
al weer omdat de schryver zich niet vry ge
noeg geworsteld heeft van de Noorse Eddd,
omdat er te veel van het verstand gevorderd
wordt en het gemoedsleven van die
EdJagoden te ver afstaat van het onze. Ook in
dit opzicht zou hersmeden van het glanzige,
hechte, klinkende versmetaal van de
G'odtnscherrurwg, grote verdienste hebben, al
betwijfel ik ook dan nog of er in de
Lokigescbiedenis genoeg tragiek is om te kunnen
wedijveren met Shakespeare, Molière en
Vondel, de door do heer Kiesseltaann ge
noemden, wier stukken wél pakken, ook de
Luciftr, als laatst bij de opvoering door de
Utrechtse tudenten bleek.
Voordrachtkunst is dm mooi, mits beel
dend, mits natuurlik, d. w. z. eenvoudig,
wat mij in Vogels spel altijd tieft. Ik zeg dit
zonder Royaards te smaden
Een ding een aanmerking moet hier
nu _meteen uit de pen. Ook Vogel heeft de
eigenaardigheid om angstvallig te zorgen voor
het uitspreken van de geschreven zachte
medeklinkers. Als wij af val s chrijven spreken
wij a ff al uit; zet te zeegen we, we schrijven
zet ze. Scherpe medekhukers verscherpen in
de regel de volgende zachte medeklinkers.
Hit omgekeerde doet zich ook voor, waar
?wij b.v. zakdoek en zakboek uitspreken met
in plaats van k de Fra., Hgd., Eng., Friese 0;
zelfs wordt die g samengesmolten met do d
bij het eerste en velen zeggen zaddoek; liet
is de wordt uitgesproken als het te te of als
het iz de, niet overal gelijk
In een woord de medeklinkers oefenen
natuurlik invloed op elkaar uit, omdat de
mondstand bij scherpe medeklinkers anders
is dan bij zachte. Doet men nu z'n best om
te zeggen af-val, dan moet men n van beiden
doen : of de ? verzachten tot D en men geeft aan
het geheel iets weeks, zwaks, f rusten achter
de ? om de mond tot de r-stand te brengen.
Dit laatste gebeurt in de regel niet, houdt
te lang op, dus het eerste wel en zo geeft
deze eigenaardigneid voor mijn gehoor iets
vrouwehks zachts, iets wekeliks aan de krach
tigste taal.
Het is dus nodig voor heren- en dames
voordragers niet alleen goed te leren spreken
maar vooral te luisteren naar datgene wat
beurtelings de kracht en de zachtheid van
de Nederlandse taal uitmaakt.
Massaas zachle beginletters; zachte mede
klinkers die in het woordlichaam zich ver
harden tot stevige klankkomplexen, om aan
het slot vaak onder invloed van een volgende
b of d zich weer te verzachten, of zich als
vaste klankmassa aan met scherpe medeklin
kers beginnende woorden aan te sluiten.
Grote rijkdom van klankmooi I
Haarlem. J. B. SCHEPERS.
ANNIE WOTHE, Toch gelukkig, door C. VAN
ROSKEL. P. Kluitman, Alkmaar.
Toch gelukkig ! Deze titel stelt alle lezeres
sen gerust, die haar hart vast houden, als haar
verteld wordt onder welke omstandigheden
Jolande en Hasso van Hassenburg een paar
worden. Deze roman toch eindigt niet, maar
begint met het huwelijk. Jolande is een
eenigszins zonderling meisje. Haar moeder
fjuwehjkt Laar uit aan den rijken adelijken
Hasso, die een prachtig kasteel bewoont aan
den Duit-chen Ry'n en, van zijn ontrouwe
vrouw gescheiden, een meesteres op zijn slot
en een vriendelijke tweede moeder voor zyn
kind verlangt. Jolande verzet zich een poosje
niet eens hevig, maar geeft al gauw zuh
gewonnen, omdat 't belang der familie 't
eigcht, en jong, dom en onervaren gelooft ZP,
dat werkelyk de liefde voor Hasso zal komen
als zy aan zijn arm kerkwaarts gaat. Mama
die zooveel verstand van die dingen heeft",
heeft nog nadrukkelijk tot haar gezegd: de
liefde komt in het huwely'k, en Ha'soiszoo
goed en ridderlijk jegens haar. Zy geeft haar
bruidegom geen enkele reden om te ver
moeden, dat zij niet ten volle bereid is met
hem te trouwen, zelfs in de kerk terwyl het
huwely'k door den priester wordt ingezegend,
denkt ze dat de liefde wel komen zal evenals
in den roman van Marlitt, déTweede Vrouw.
(pag 4 en 5). Maar ziet wat gebeurt er. Een
kwartier later, als de jongelui op den weg
zyn naar den Hassenburg, z'et Jolande in,
dat zy' schandelijk door haai moeder is ver
kocht, en dat Hasso haar als koopwaar heeft
weggevoerd. De liefde is niet gekoaen op
weg mar de kerk, en nu haat de jonge vrouw
haar man en zijn engelachtig kind de kleine
R»na. Ik laat mij niet dwingen, zegt ze 4103
vóórdat zy haar reismanf el heeft afgeleg l
ik laat mij niet dwingen tot liefde, ik wil hen
kind riet liefhebben, welks vader myale eet
s: uk koopwaar zyn huis binnensleept, die mij
van myn moeder gekocht heeft zonder mij
met een enkel woord te vragen, hoe ik zelf
over dezen smalelijken handel denk."
Die Jolande! die Jolande was er toch
een'jp; als Hasso onderweg naar de kerk nog
had gevraagd, hoe zy over de saak dacht, dan
zou ze geantwoord hebben: Och de liefde
zal wel komen, zie Marlitt's Tweede Vrouw.
En toch meent zij 't recht te hebben haar
man te beleedigen. zijn g zin te
verwaarloozen, zijn dochtertje van zich te stöoten, vy'f
jaar lang zijn leven te ?erbitteree, totdat
eindelijk toch het geluk komt. Hoe ? dat zal
ik niet verklappen. Hasso' wordt wel eens
boos, maar verdraagt alles met engelen geduld
en iedere geroutineerde romanlezer gevoelt
terstond, dat de kleine Rena détraiut'union
zal zijn. Al heeft het boek een feninistische
strekking, het zal ouderwetsche romaiilezers
wel bevallen. De personen spreken lang niet,
zooals gewone mensehen spreken in het
dagelijksch leven, maar zouden voor 50 jaren
op de planken een prachtig effect gemaakt
hebben.
A.
v. H.
Rectme-piaat. E. Braösia.
De plaat trekt, de plaat spreekt, de reclame
plaat van E. Brandstna, voor zjg'ne thee. Een
meis-je, met dikken haardos, lachen! gezicht,
open mond om de mooie witte tanden,
bovenkleed wijd open, zit by' een trekpot
en warmt de handen, d e blauw van de
kou zien of blauw, om het effekt, even
als de neus. Het licht onder de trekpot
bepaald geen Verkade's nacht lichtje
sterk als een wachuuur der Kozakken, ver
licht als een vuurschyn het gp.zicht, de open
borst en het binnenste deel der handen van
het meipje, en werpt een schijnsel pp een
vaasje voor lepeltjes. Het meisje zit niet in
het zonnetje," maar in het vuurtje." De
verlichting is fel, zoodat er van het verlichte
meisjeskopje warmen gloed uitstraalt. Dit
steik geïdealiseerde verlichte kopje dwingt
tot aandacht. Het begrip: reclame" heeft
de schilder, die bepalaid Duitse her is, vol
komen bereikt, want ziende naar het kopje,
leest men van zelf dat, bij E. Brandsma, thee
te koop is, van Karavanen-thee af.
Bij deze, slechts uit het oogpunt: reclame,
wei-geslaagde plaat, vraagt men zich toch af
of den schilder zich niet aan de waarheid
had moeten houden. Wanneer de theepot
staat op een vuur, waarop men een os kan
braden, zal de thee alles behalve lekker
smaken. Bovendien strijdt het begrip van
theezetten" op een groot vuur of
albeschijnend licht, tegen het bepro fde recept.
Ook is het warmen der handen, alsof het
ui-ntir is, regelrecht in strijd met het
zomerlandschap buiten het kamertje, waar het
meisje zit.
Mag de reclame schilder zoo ver buiten
waarheid, werkelijkheid en begrip gaan?
De Duitsche schilder schijnt, in zijn
lichtgloed op een gelaat, den ITden eeuwschen
Hollandscliec schilder Jcbaleken na te vol
gen, die op zijn beurt Gerard Dou navolgde,
maar hem nooit na >ij ij gekomen R.
NIEUWE UITGAVEN.
Journalen van de admiralen Van
WassenaerObdam 1058,59 en De Ruyter 1059/60,
u'tgegeven door G. L.Grove. Amsterdam, Joh. Muller.
Nederl. vereeniging van ambachts- en
nijverheidskunst, Verslag betreffende de enquête
naar den toestand in deambachts-
ennijrerheidskunsten, gehouden door de commissie
voor den artistieken eigendom. Amsterdam,
L J. Veen.
Brie f'wisseling van Bakhuizen van den Brink
met zijne vrienden gedurende zijne balling
schap 184-t i851, uitgegeven door mr. S.
MULLER Fzn. Nalezing. Haarlem, Da Erven
F. Bohn.
D<: boekzaal, No. 2 Zwolle, Ploegsma & Co.
In de Nachtbuurt, door M. J. Brusse. Rotter
dam, W. L en J. Brusse.
Sociaal-technische vereeniging van
democratitche ingenieurs en architecten,
Staatsexploitatie onzer spoorwegen. Amsterdam, Maas
& van rfucfotelen.
Prcekfn tnn J'. Sijbolts, met een voorwoord
van A. BIXNEKT.S Si Assen, L. Hansma.
Etnborkv&n Henri Hartog. In d'r nieuwe
woning". Realistische novelle, met een portret
van den schrijver.Rotterdam,W.L. &J. Brusse.
Twee en-veertigftejaarverslag van het
Emmakinder-ziekenhuis te Amsterdam 1906.
Inhoud van Tijdschriften.
De Lerend? Natuur, afl. XII: Goethe her
dacht, door B. E B. Ziekten van
aquariumvisschen, door E. Heimans. De harkwesp in
Bloemendaal, door Jac. P. Thy'sse. Een
guitfnatreek van den luien Uuk VVunk", naar
W. J. Long, door Spphie O. H. R. Een
observatiekast voor bijenvrienden, door Cbr. H.
J. Raad. Imkeren te Amsterdam, vervolg en
slot, door L. Dorsman Cz. Buitenlandsche
vogels, door J. Pustma.. Van myn
Uiterwaa' den, door H. J. Kuylaars. Vragen en
korte mededeelii gen.
Schoonheid en Onderwijs, Ie jaarg. No. l en 2:
Aan de lezers. Schoonheid en onderwijs,
door Ida Hcyermais. Schoolgebouwenen
inrichting- n, door J. D. Ros. Iets over
tempo, door S. Brons. J. A. H. Mialaret, door
K. De Belgi-che vereeniging l'art a l'école
et au foyer", door W. A. L R. V. Goethe en
het onderwijs in de muziek, door X. Nieuwe
leden, Orgaanfond'. Bibliotheek?De
plannen onzer vereenigtng. Sejaarlijksche
algemeene vergadering.
Handeliber chten, No, 1: Ambtelijke berich
ten van persoonlijken aard. Economische
en handelsberichten: A. van Nederlandsche
diplomatieke en consulaire ambtenaren; B. uit
verschillende bronnen. Handelsverdragen
en tarieven. Tentoonstellingen. Aanbe
stedingen.?Scheepvaartstatistiek. Bijlage:
Jaarverslag over 1906 van den consul-gener.
Pianten, New-York.
Toonkunst, No. 12: Dj onzedelijke Salomé",
door H. R. Van Dy'ck's opei a- onderneming
te Londen Ist 's erreicht ? Richard
Srraoss en de Sociétédes auteurs" te Pary's.
Eigen f/aard: De erfenis van oom
Gerbrand, door Lutte Klaver, IV, slot.
Marcelin Berthtlot f en zyne synthese van
organische lichamen, mei portret. De
slag bij Kykduin (21 Aug. 1673). (Naar aan
leiding van een nog niet beschreven schil
derij van Willem van de Velde den Jonge),
door J. F. L. de fialbian Vereter, met af b.
KunBtfotogiafieën van Clansing, met afb.
Wirnp-e en Robbedoes, duor M. J. Salverda
de G, ave?Herderschèe. Mededeeling: De
Ruyter nummers. Feuilleton. Geheele
demping van het Rokin. De Vlissingsche
Feestdagen. Nederl. Opera, alles met af b..
iiiiiiiiiiMiiiimfiiiiiiiittMiiitiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHmiiiiiiii'tHiimiti
VOOR DAMES.
Een ToortjiM ttr Dayo!p2,
In den Deenschen Rijksdag is in behan
deling een wetsontwerp regelende de rechts
positie van het buitenechtelijke kind en van
de ongehuwde moeder. De wetgeving op dit
gebied is sinds baar eerste ontstaan in 1763,
dikwijls Ijerzien en uitgebreid, het laatst bij
de wet van L895, maar ouderging toch in al
dien tijd geen i r ucipieele verandering. Al
kan men ze in zekeren zin nog niet verou
derd noemen, n 1. vergeleken met die der
andere Europeesche landen, waaronder ze
zelfs een hooge plaats inneemt, begint zich
toch meer en meer de opvatting te doen
gelden, dat een grondige herziening, een
breken met het principe waarop de tegen
woordige wet berust, urgent is.
Of de regeering die opvatting geheel deelt
kunnen wij moeilijk uitmaken; waarschijnlijk
is het de drang der omstandigheden, de meer
en meer zich n»ar voren dringende
volksmeening, die den Minis-ter van Justitie in Novem
ber van het vorig jaar er toe bracht, een wets
ontwerp in te dienen, dat werkelijk radicale
hervormingen brengt
Eere wien eere toekomt l Aan het initiatief
van den Deenschen Vrouwenbond is het in
de eerste plaats te danken, dat dit voorstel
zóó is uitgevallen Eigenlijk is het niets anders
dan een bewerking van een ontwerp, dat op
initiatief van dien bond werd samengesteld
en ia den vorigen zomer aan den minister
ingezonden. De bond heeft het terrein
ontgonnen, het voorbereidende onderzoek
gtdaan naar de oorzaken der veelvuldig
voorkomende kindermoorden en de daarmede
in verband staande toestanden en is gekomen
tot de gewone conclusie: dat kindermoord
zeiden zijn oorzaak heeft in aangeboren cri
minaliteit; dat de ongehuwde moeders die
haar kind dooden blechta bij uitzondering
voortkomen uit in eenig opzicht erfelijk be
laste families (krankzinnige, drankzuchtige
enz) en dat zij hoogst zelden nadat haar
straftyd om is, zich aan een tweede misdrijf
schuldig maken. De ongelukkige omstandig
heden, dit blijkt duidelijk, dragen hier hoofd
zakelijk de schuld.
Een volgende maatregel van den bond
was, een commissie van vier leden te be
noemen, tot voorbereiding van het zooeven
genoemde 'wetsontwerp. "Ze Bestond uit
mej. Helerie, Berg, die ook reeds het
voorloopig onderzoek geleid had er verder uit
den inspecteur van' politie A. Goll, het
rijksdagslid Jengen en den gemeen,te secretaris
S. Bentzon.
Xu was de groot e vraag deze: Welke moet,
in onzen verlichten ty'd, de positie zijn van
de ongehuwde moeder en van haar kind
tegenover den tadjr en tegenover de maat
schappij?
De tegenwoordige wet kent aan beiden
zektre leohten toe. Recht op bijdrage van
den vader in de kosten der bevalling en in
de onderhoudskosten van het kind, totdat
dit zijn veertiende jaar heeft bereikt, een
verplichting, die soms tot het achttiende
jaar kan worden verlengd. De maatschappij
stelt zich in zekeren zin borg voor den vader,
omdat, in geval van nood. de moeder zich
tot de overheid kan wenden om de uitbe
taling der bijdragen, wanneer de vader in
gebreke blijft. Nu varieert dese bijdrage,
voorzoover natuurlijk de vader niet uit eigen
beweging een honger bedrag uitkeert, al naar
de plaats waar het kind verzorgd wordt,
tuaschen 30 en £0 gulden per jaar, de z. g.
miniinum-bijdrage, die door de locale over
heid wordt vastgesteld. Een kleine o
'erpenning dus, waarmede de man zijn schuld
heeft betaald en maatschappelijke absolutie
verkregen. Het natuurlijke kind is hiermede
door zijn geboorte alleen, al tot kind der
armen' gestempeld.
Het recht om zijn vader te kennen heeft
het niet; de moeder kan den vader aanwij
zen, maar niets dwingt er haar toe en noch
het kind zelf, noch iemand anders in zijn
naam kan eenig onderzoek doen instellen,
tenminste, wanneer het kind niet aan het
armenwezen vervalt, dat in dat geval het
recht heeft, den vader te doen opsporen.
Dan is er nog een merkwaardige
by-omstandigheid waardoor het mogelijk is, dat in
sommige gevallen ook de naam van de moe
der verborgen blijft.
In 1753 werd namelijk te Kopenhagen op
gericht het nu nog alty'd bestaande Konink
lijke gesticht voor geboorten". ledere onge
huwde zwangere vrou v vindt daar kosteloos
opname en verzorging en kan er haar kind
achterlaten. En bovendien rust op de be
ambten van het gestic'it de plicht der
geht-imhouding. De geboorten moeten natuurlijk
worden aangegeven, maar zonder vermelding
van den naam der moeder. Een maatregel,
die in den ty'd waarin by gegeven werd een
nitv oeisel was van een toen ontwakend
humaniteitsgevoel : medelijden met de ongeluk
kige ongehuwde moeder, die men de gele
genheid wilde geven haar fchande te ver
bergen om niet voor alty'd uit dj maatschappij
te worden uitgestooten.
De Deensche Vrouwenbond meent, naar
myn opva tin g zeer terecht, dat die geheim
houding uit den booze is. Dat ieder kind
het recht heeft beide cuders te kennen, dat
de ongehuwde moeder, zoo goed aU de ge
huwde, de verautv>oord;ng van haar eigen
daad moet dragen en verplicht is haar kind
te erkennen. Dus schrijft het ontwerp voor,
dat deze bepaling ?an het Koninklrk gesticht
moet vervallen, en ei>cht tevens, dat by de
geboorte van ieder kind, ook naam, woon
plaats t-n beroep van den vader worden
vermeld, voor zoover de moeder in staat ij
daarover inlichtingen te verstrekken.
Maar dan eischt het. ontwerp ook, dat bij
het onderhoud en de opvoeding van het
kind rekening zal worden gehouden met de
levensomstandigheden van beide ouders, en
dat de koiten zóó veideelj zullen worden,
40 ??ntt p «r r*g«l.
COGNAC J. & F. MARTELL
Vraagt Uwen Wijnhandelaar naar deze
absoluut zuivere Cognac, welke vanaf
? 3.5O tot / 8.5O p. flesch geleverd wordt.
Generale Agenten voor Nederland en Koloniën:
KOOPJ1AN* *V Klit IMKlt.
eixei1 Zijde!
Vraagt Stalen van onze
voorjaars- en zomer-nouveautés, voor
costumes en blouses: Echizen,
Taffetas lustre, Louisine, a jour,
Mousseline 120cM.oreed,van ocent
per meter af, in zwart, wit. pffen en
geI kleurd,ais ook geborduurde blouses
en robes in batist.
Wij leveren alleen gegarandeerd
solide Zijde-stoffen direct aan par
ticulieren, franco vracht en
rechten- aan huis.
SCHWEIZiR & Co., luzern H25.
(Zw.tserland'.
ZijdestofTan-Export. Kon. Hof)
Bitterwater
Emser Waler (Kranchen
26 CENT PER HBELE KRUIK.
Emser Pa stil l es
50 CE NT PER DOOS.
Normual-OnÉrkleedin
van
Prof.DrG
Eenige
Fabrikanten
W.BengerSöhne
Stuilgarfr
Hoofddepöt te AMSTERDAM: Kalver^tr. 157
K. F. DEÜSCHLE-BENGER.
Gedeponeerd
Filialen: SPUI 25, VAN WOTJSTRAAT 9.
Depots: v. Baerlestraat 38, Joh.
Verhulststraat 105, 1ste Const. Hii}venss!raat 92,
1ste llelmersstraat 201, Nasj-aukade 304<z. de
Clercqstraat 8, Marnixstraat 257, Haarlem
merdijk 20, Van der Hoopstraat 38, Planlage
Kerklaan 15, Von Zesenstraat 29,
ostenburgergrachtt 17, Javastr. 5 Camperstr. 20,
Weesperzijde 74, Watergraafsmeer: Breedeweg 1.
TE HUUR
DE VELUWVJLU
te l\untpeet.
Te bevragen Vereeniging KANTOREN
VOOE VASTE GOEDEBEN IN NEDERL.,
afd. Nunspeet.