Historisch Archief 1877-1940
No. 1553
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
waarmee hy de onbillijke straf dan maar
moet vergeten.
Ik vrees, dat al dat draaien en wegmoffelen
Aagotje's waarheidsbegrippen een beetje in
de war heeft gebracht. Want op een goeien
keer, als ze een vriendin van haar moeder
bezig ziet met het maken van een nieuwen
haartooi, en deze zegt: dat moois zal ik wel
bg jullie op het doopfeest dragen, want daar
word ik zeker ook gevraagd, dan verzint
Aagot: Denkt u dat maar niet, want moe
der vindt u heelemaal niets aardig meer, zij
zegt, dat u eerst wel eens iets mocht terug
geven voor de lekkere gehaktballetjes, die
moeder u laatst gebracht heeft."
Ik kan dit kleine-meisjes-verzinsel met den
besten wil niet aardig of pnschuldig vinden.
En evenmin begrijp ik, dat moeder zulke
leerrijke verhalen aan haar kinderen doet.
Voor kinderen kan men het begrip waarheid
of onwaarheid niet te scherp omlijnen. Ze
zijn gelukkig nog niet in de droeve nood
zakelijkheid, te moeten schipperen, rekening
te moeten houden met onware vormen en
conventies. Laten we hen dan in vredesnaam
leeren, dat iedere onoprechtheid uit den
booze is, en al wat zij doen, het daglicht
moet kunnen zien. Geen knoeierij, geen
heimelijk wegstoppen, maar open en flink
met alles voor den dag komen.
Het zou juffrouw Bakke's prestige niet
geschaad hebben, als ze haar spijt had betuigd
over een begaan onrecht. En als ze niet in
staat was, alle kinderen tegelijk te tracteeren,
wel, dan kon ze hen bij wijze van belooning
eens om de beurt van dat voorrecht laten
genieten, maar dan openlijk en niet op zulke
sluipwegen. Dat was zeker opvoedkundiger
geweest.
Heel veel begrip van paedagogiek heeft de
schrijfster blijkbaar niet. Zoo loopt Aagot,
die 's nachts, bij een hevigen brand in de
buurt, met de andere kinderen onder de
hoede van een oude meid naar een tante
wordt gezonden, midden in 't gevaar terug,
omdat ze haar nieuwe poppen niet wil laten
verbranden. Dat wordt nu wel heel edelmoe
dig en heldhaftig voorgesteld, hoe ze zich
door geen waterstralen en vonken laat weer
houden, om haar lievelingen te redden. Er
is ook wel iets liefs in die gehechtheid aan
haar poppekinderen, maar of Aagot's moeder
nu verstandig doet, dat ondeugende dwingen
en wegloopen te midden van al die verwar
ring te beloonen, door op zulk > en oogenblik
het kind haar zin te geven ? Me dunkt, het
lag meer voor de hand, dat Aagot met een
duchtige vermaning werd teruggestuurd, dan
dat moeder onder 't knetteren der vlammen
nog in de speelgoedkast gaat zoeken. Maar
Aagot huilde ,,'k wil mijn Hallingboertje
en mijn andere pop, en of ze wou of niet, er
zat voor moeders niets anders op."
Het is jammer van het boekje, want het
heeft goede kwaliteiten. Hoe langer de schrijf
ster vertelt, hoe meer ze er in" komt en hoe
losser en natuurlijker haar toon wordt. En
ze weet al verhalende heel aardig de aandacht
te vestigen op beroemde personen, die ze in
haar jeugd van nabij heeft gekend. Ook in
imiiiiiiiiiiiiiii
UIT DE NATUUR.
CCXVI. Transparante bloemen.
Een paar jaar geleden heb ik al met voor
beelden trachten aan te toonen, dat wij de
natuur dikwijls verkeerd beoordeelen, en
ons vergissen b\j de verklaring der feiten,
doordat wij nog veel te vaak de dingen be
kijken, alsof ze voor ons alleen zoo en zoo
zijn gevormd en gekleurd en gegroepeerd.
Niet zooals de bloemen zich aan ons voor
doen, moeten wy trachten ze te zien, maar
zooals ze zich vertoonen aan 't wezen, dat
met ze samenleeft, dat voor en door die
bloemen bestaat.
Wie een typische insecten- bloem wil be
grijpen in zijn geheel en zijn deelen, moet
Gedeelte van de holte van de bloem,
naar boven gekeerd.
zichzelf verkleinen en vervormen tot het
diertje, dat bij de bloem behoort; moet zijn
menschelijk lichaam een oogenblik wegden
ken; dan eerst gelukt 't soms een aanneme
lijke verklaring te vinden voor de vreemde
en doelloos schonende bijzonderheden in den
bouw en de kleur der bloemen. Al blijft 't
dikwijls bij een onbewijsbare meening, een
wankele theorie, 't dieper inzicht dat wij
menschen door die studie krijgen in de won
derlijke schepping, waarin niets kleins is en
niets nietigs, maakt ons zelf grooter en
bescheidener.
Hoe een bij een sneeuwklokje ziet, heb ik
verleden jaar al verteld en geteekend. Nog
bloeien er enkele, pluk er eentje; ge kijkt er
natuurlijk op of tegen aan, 't bloempje lijkt
u effen wit, op 't groene boogje na, dat elk
kiudergrieven kan ze zich goed verplaatsen.
Wat is het vreeselijk, als kind iets ongewoons
aan te hebben, waar iedereen naar kijkt. En
wat wordt er dan al niet verzonnen, om zoo
iets ongemeens zoo gauw mogelijk te laten
verdwijnen. We voelen mee met de kleine
Aagot, die zoo verdrietig is over de vreemde
bruine pluim op haar hoed, omdat deze baar
den bijnaam Eekhorenstaartje" bezorgde.
En we begrijpen best, dat ze die gehate veer
zoo langzamerhand een beetje plunderde,
tot ze ryp was voor... de regenput.
Levendig en kinderlijk geteekend is ook
de logeerpartij bij een vriendinnetje in het
ruime landhuis, waar met kerstmis altijd een
kinderbal werd gegeven De klinkende slede
bellen in de heldere vrieslucht, het huis vol
licht en warmte en vroolijkheid, de geur van
al de kerstmisheerlijkheden, en dien eersten
avond het aankleeden van de kleine gasten
op de logeerkamer in witte rokjes en op-
nna-de-mooiste jurk, dat alles leeft.
Een aardig kijkje krijgen we nog van het
groote buitenhuis, waar zooveel oude ooms
en tantes woonden, l en kalm, vriendelijk,
gemoedelijk thuis, met eenvoudige,
welmeenende bew .ners, die eigenlijk allen hun
eigen leven hadden uitgeleefd en nu slechts
dat van anderen leefden. Maar hier toont
zich ook een ander zwak van de schrijfster,
een zwak, dat het boekje zoo tweeslachtig
maakt. Moeder vertelt van de weldadige rust
op Gjösegaarden: geen onrust, geen gevlieg,
geen haast en van de oude tantes, wier
aanblik haar altijd zoo treurig maakte. Toen
begreep ze niet, waarom, maar DU wist ze
het: die goede oudjes waren verwelkt ? te
vroeg. Kijk, dat zijn dingen, die ouderen
voelen en verstaan, maar ze hooren niet thuis
in een kinderboek. En zulke veel te hoog
vliegende gedachten spreekt moeder mér voor
haar kinderen uit. De kleine Aagot was
onbewust een dichterlijk natuurtje, gevoelig
voor indrukken van schoonheid en sentiment.
Maar de vorm, waarin moeder nu
diejeugdimpressies kleedt, is het resultaat van den
kijk, dien zij als volwassene daarop gekregen
heeft, het zijn niet meer haar kindergedachten.
Het kind droomde van een wonderland met
blauwe meren en witte zwanen. Begrijpelijk
voor een kind met phantasie. Maar een
tusschenzin als : O, reine droomenwereld, wat
is aan schoonheid u gelijk! hoort daar niet
bij. Dat valt uit den toon. En overpein
zingen over 't wonderland van de Kunst,
van de Liefde en van den Arbeid en over
het treurig lot van hen, die de beide eerste
niet kennen en alleen het laatste bereiken,
ze liggen absoluut buiten een kinderbevatting
Slechts zü, die een dieperen blik in het leven
hebben geslagen, kunnen dat verstaan. En
dit voelen wij als een tweede bezwaar tegen
dit boekje. Heeft de auteur voor kinderen
willen schrijven, dan vliegt zij te hoog, be
doelt zij haar werkje voor ouderen, dan is
de toon te kinderlijk. Kinderlectuur, die wij
zonder eenig voorbehoud onzen kleinen in
handen kunnen geven, is het niet.
C. B.
MAGGI's Soepen in tabletten,
merk Kruisster,
maKen het mogelijk om in den kortst
mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke borden
Fransehe soepen 10 Ct.
PikaBte soepen 18
n
MAGGI's Bouillon-Capsules,
merk Kruisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
Consommé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Bouillon (vleeschnat met vet) . 9
MAGGI's Aroma,
merk Kruisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerechten oogeablikkelijk een verrassenden,
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrijgbaar in flaeons vanaf 80 Ct.
van de drie binnenste blaadjes versiert, die
samen 't klokje vormen. Volgens de
honingmerktheorie is dat van buiten zichtbare groene
figuurtje een aanwijzing voor de bezoekers,
dat daar binnen de weg naar den honing
moet gezocht worden.
Denk u nu zelf in zoo'n bijtje, dat met zijn
duizend en drie oogjes om 't hoekje gluurt.
Het hangt dan onder de bloem en kijkt naar
binnen, in een groote wiI-schemerige koepel.
De zon schijnt er door de wanden heen, niet
er onder in; het dier ziet de bloem bij
doorvallend licht, zooals wij menschen 't uitdruk
ken, niet bij diffuus of teruggekaatst licht.
Houd de bloem ook eens zoo, dat 't zelfde
effect ontstaat. Wat vertoont dat witte kelkje
zich dan dadelijk anders, 't Is geen doffe witte
bloem meer, maar een diepe wijde gang
waarin smalle, heldere vensters omhoog
rijzen van den voet naar den top, waar ze
samenkomen ; binnen in den buitf nkoepel
met drie open vakken, rijst een tweede
rondom gesloten groenige kegel, die eveneens
verlicht wordt door lange smalle vensters; en
daarin staan de zes donker oranje kegels
met de lange zevende als koning in 't mid
den. Wat die beduiden en waartoe de spitse
naaldjes aan hun voet dienen, weten wij
waarschijnlijk beter dan de bij en,'t bestuiven
echter gaat buiten hun kleine hersentjes om;
maar 't heeft lang geduurd, eer de menscben
begrepen, dat ook die vensters wegwijzers zijn
voor de diertjes, die het zoete voedzame sap
komen weghalen, waarvan ze moeten leven.
Zulke doorschijnende lijnen en vlekken,
een watermerk zou ik ze willen noemen,
zijn in verscheidene andere bloemen opge
merkt, sedert meester Sprengel ze bij 't
sneeuwklokje ontdekte en ze aanwees bij
de gele pijpbloemen van onze duinen en
de slingerende moffenpijp van onze prieelen
en veranda's.
Binnenkort bloeit weer de zonderlinge
Aronskelk, een inlandsche verwant van de
alom bekende groote Richardia's uit de
bloemwinkels; ge weet wel die groote witte wijde
beters, spits van onder, met sierlijk omgebogen
bovenrand, waar die oranje knots uit opsteekt.
Ook bij vele van die Aronskelken, wier
levensraadsel nog altijd niet opgelost is, komen
in den wijden ketel, waar zich d3 vruchten
vormen, licht-doorlatende plekken of ringen
voor; die hebben wellicht ook iets met de
bestuiving te maken, al weten wij er nog 't
rechte niet van.
Maar vooral bij hangende bloemen, moeten
wij er op verdacht zijn, dat een insect voor
namelijk met de binnenkant te maken heeft
en niet met de buitenzijde, die ons 't meeste
treft.
In een tijdschriftartikel van deze week,
vestigt dr. Bob. Stager er de aandacht op,
dat wij die hangende insectenbloemen uit
een insectenoogpunt moeten beschouwen.
Vele zijn bij opvallend licht aan de buiten
zijde, dof en mat van kleur, maar houdt men ze
tegen de zon of maar tegen 't heldere dag
licht, dan schitteren de kleuren en komen
er lijn- en vlakflguren te voorschijn, die wij
MINIMI MIMI mum milimillll MIMI iiiiiMiiMiiMiiiiiiiMiimiiiimMiiHmmiiMiiMiliiiimiMmiMl
Een mooi beroep.
Geachte Redactie.
Mag ik naar aanleiding van het artikel:
Len mooi beroep" een plaatsje in uw blad
om het volgende mee te deelen :
De Haagsche afdeelin» van den Vrouwen
bond tot rerhooging van het zedelijk bewust
zijn" zond nu eenige maanden geleden een
adres aan burgemeester en wethouders, met
het verzoek, om bij de aanstaande aanzien
lijke uitbreiding van politiepersoneel, ook
vrouwen daarvoor in aanmerking te laten
komen als rechercheurs, het bijstaan van naar
het bureau van politie vervoerde vrouwen enz.
Meermalen was het toch voorgekomen, dat
het mannelijk personeel, waar het de infor
maties nemen naar vrouwen gold, niet met
de noodige kieschheid was opgetreden.
Dat de commissarissen of de inspecteurs
hieraan schuld hadden, daarvan is natuurlijk
geen sprake; maar het feit bestaat.
Het adres was onderteekend door de pres.
jonkvrouwe A. van Hogendorp, der Haagsche
afdeeling en ondergeteekende.
Enkele weken daarna, kwam het bericht,
dat door B. en W. afwijzend, op het adres
was beschikt. In den Raad is het niet eens
besproken geworden. Blijkbaar werd die zaak
van niet veel gewicht geacht.
Het doet mij dus zeer veel genoegen dat
men er elders anders over denkt.
U dankend voor de plaatsing.
Hoogachtend,
Uw dw.,
H. VAN DE MOER, 2e Secr.
Detta Zilcken. Georgette Revert. Het
Duitscke prinsesje Victoria en haar
leermeesteres. Vrouwelijke chauffeur
te Berlijn.
Detta Zilcken, van wie uit het Duitsch, meer
malen vertalingen in ons weekblad werden
opgenomen, en o ver wie ik het voorrecht had
in mijne wekelijksche rubriek een-en-auder
mee-te-deelen, is, helaas, geheel onverwacht
op dertigjarigen leeftyd te Keulen overleden.
Een harer verwanten richtte het verzoek tot
ons, aan de diep-betreurde afgestorvene in
deze rubriek eenige regelen te wijden. Gaarne
voldoen wij hieraan, den auteur het woord
gevend:
Als journaliste, had Detta Zilcken, zich,
door haar talent alleen, een belangrijke plaats
weten te verwerven.
Bij de opening der tentoonstelling
teDusseldorf, een paar jaar geleden, was zij o.a.
de eenige vrouwelijke journaliste van
WestDuitschland.
Als mede werkster -van het Berliner Tagblatt,
de Frankfurter- en de Kölnische Zeitung was
zij zeer gunstig bekend in geheel Duitschland,
door haar uiterst gevoelige, in-humane opvat
ting van sociale aangelegenheden, en door
de teere, artistieke touch" die haar litterair
niet anders kunnen opvatten, dan als trans
parante honingmerken. Zoo zijn de blauwe
gentianen, die in onze vochtige heiden en in
duinpannen groeien, in 't geheel niet schit
terend van kleur, maar bekijkt men ze op
de juiste manier, dan komen hun kleuren
heerlijk uit en de fletse strepen en bleeke
stippen van de buitenzijde worden, van binnen
uit gezien, schitterende lichtflguren.
Op de bloemenvelden en in de tuintjes
bloeien straks de keizerskroon, dat is ook zoo'n
doffe, gewoonlijk van den verkeerden kant
bekeken vensterbloem. De vijf grijswitte
kuiltjes,waarin zich de honing afscheidt worden
werk kenmerkte. Altijd had zij, hier of daar,
een zin, of een mot de la fin", die dat iets
hoogere bevatte, dat de stempel is van ware
kunstgevoeligheid, en een artist karakteriseer t.
In den laatsten tijd verzamelde zij de grond
stoffen voor een belangrijken roman, waarin
zij veel zou hebben gezegd van haar onder
vindingen; want voor vrouwen-arbeid had
zij een levendige sympathie, al was voor haar
de kunst toch het hoogste. In haar vader
land, evenals gedurende lange verblijven te
Parijs en Londen, waar zij alles opnam en in
zichzelve verwerkte, het leven zoowel als
de werken der menschen ging zij dikwijls,
kalm en vastberaden, verkleed als arme vrouw
of als dienstmeisje, in de misère-buurten van
Parijs, of in White-Chapel, of unter
Arbeiterinnen" om met de tobbende, zwoegende
vrouwen dier plaatsen mee te leven.
Heel haar doen en optreden waren van den
grootsten, mooisten eenvoud, van zeldzame
oprechtheid en volkomen onpartijdigheid.
Naar aanleiding van het heengaan van deze
schrijfster kan men zeggen, dat Duitschland
met haar een literair figuur verliest van veel
toekomst, want als kunstcriticus van een
jonger geslacht, zou zij veel gepresteerd
hebben, door haar juisten, gevoeligen,
diepgaanden kijk op kunst, ontwikkeld en ver
ruimd door grondige, geduldige studieën in
de grootste centra der wereld, helaas afge
broken door den dood. Albert Verwey zeide
eens van een jonggestorven vrouw dat zij
het mooie had van gevoelige menschen die
toch niet sentimenteel worden" ; dit was ook
volkomen waar van Detta Zilcken."
Mevrouw Georgette Revert, uit Bordeaux,
vriendelijke en pikante brunette met ener
giek gezicht, heeft den eersten prijs be
haald bij den in het Cirque M
tropole te Parijs gehouden wedstrijd op de
schrijfmachine. Georgette Revert heeft in
vier uur tijds 17.000 woorden geschreven,
met een gemiddelde snelheid van 70 woor
den in de minuut.
Honderd-een-en-zestig personen, dames en
heeren, namen aan den wedstrijd deel. Een
oorverdoo vend getik van type-writers in het groote
Cirque, dat, bijna nog te klein was, door den
toeloop van fotografen, reporters, 70 jury
leden en nieuwsgierige toeschouwers. De
meeste schrijvers en schrijfsters tikten op
hun eigen machine, en hadden hun eigen
menschen meegebracht om hen te dicteeren.
Georgette Revert had haar dicteur" uit
Bordeaux. Haar schrijfmachine had zij steeds
in den spoorweg-coupébij zich.
Zij zegt: Een type-writer verliest evenmin
zijn schrijfmachine uit 't oog, als een violist
zijn Stradivarius."
Den deelnemers aan den
rikketikwedstrijd, werden hun plaatsen door loting
toegewezen. Dus, zoo eerlijk mogelijk. Geor
gette Revert, had het buitenkansje, in een
loge geplaatst te worden. Toen het praatje
de ronde deed, dat zij de meeste kans had
den eersten prijs te behalen, kreeg zij m haar
loge veel last van fotografen en nieuwsgierigen.
bij doorvallend licht rooekleurig en er
vertoonen zich op een oranje veld doorschijnende
aderen; al weer wegwijzers voor insecten.
Nog sterker komt dit uit bij dekievitsbloem,
ook een vaak gekweekte bolplant; maar die
groeit hier en daar ook in 't wild; bij duizenden
en duizenden, staat hij tegen Pinksteren te
bloeien in de natte Weezen landen bij Zwolle,
aan de Vecht bij Kiek-in-de-Vecht en nog
op enkele lage landen in Holland. Wij jongens
gingen ze elk jaar geregeld plukken en de
meisjes, die bang waren voor natte voeten,
haalden ze bij boezelaars vol onder langs den
kanaaldijk; maar daar waren ze niet zoo mooi,
Cyclamen.
De wedstrijd liep op zijn eind; het werd
steeds voller in Georgette's beperkte ruimte,
en tikken moest zij ! tikken ! tikken l tikken I
wat zij maar kon.
Een fotograaf had de onbescheidenheid
Georgette's dicteur" van zijn plaats te willen
dringen. De verontwaardigde toeschouwers
zetten hem de loge uit en deden wat zij
konden om de nervositeit der in razend
tempo schrijvende dame niet te vermeerderen.
* *
*
Uitnemende zangeressen en
tooneelspeelgters, afkomstig uit Australië, behooren op
Europeesche planken" niet meer tot
zeldzaamheden.
Het snoezige, gracieuse en talentvolle
kindtooneelspeelstertje, de 12-jarige Wanda
Radford, uit Meibourne, begint haar
rozen-endoornen loopbaan, onder gunstige omstandig
heden.
's Keizers eenige dochter, prinses Victoria,
zag Wanda komedie spelen, en was opgetogen
over het mooie, sierlijke spel der jeugdige
coinédienne; prinses Victoria heeft haar liefde
en belangstelling voor het tooneel.rechtstreeks
van haar vader, Wilhelm II geërfd. Ter ge
legenheid van den verjaardag van den
Duitschen keizer, wordt aan het Berlijnsche hof
meestal komedie gespeeld, niet in den zin,
zooals hovelingen dit dagelijks moeten doen,
maar, in den reëelen zin van spel, waarbij
gehaald" wordt, en, waaraan coulissen en
voetlicht te pas komen.
Prinses Victoria wil bij die jaarlijksche
voorstelling gaarne ink meedoen, ook
dit trekje, heeft zij met haar vadrtje" ge
meen : niet au second plan, maar op den
voorgrond treden. Om dit doel te bereiken,
is Wanda Radford uitgenoodigd het prinsesje
eenige lessen te geven in plastiek en mimiek.
Het schattige professortje" met haar aller
liefst gezichtje, donker haar, ernstige, donkere
kijkers en rank kinderfiguurtje, zal zeker wel
haar best doen, om haar vorstelijke leerlinge
vorderingen te doen maken in een kunst die
haar in hooge mate boeit.
Wie wét, welke artistieke verrassingen
papa Wilhelm op zijn eerstvolgenden verjaar
dag wachten?!
* *
*
Parijs heeft zijn vrouwelijke koetsiers, zijn
cochères." Berlijn wil voor Frankrijk's hoofd
stad niet onderdoen. Berlijn heeft zijn eerste
vrouwelijke chauffeur: Frau Scherenstein,
weduwe van een bekend rechtsgeleerde.
Erau Scherenstein, die in haar eigen onder
houd moet voorzien, nam les van een expert,
en slaagde schitterend, toen zij als chauffeuse"
examen deed voor een commissie van des
kundigen.
Naar de foto van Frau Scherenstein te
oordeelen, is zij vél meer een Japansch
dan een Germaansch type. Mocht zij uit een
Duitsch Japanschen echt zijn gesproten, dan
heeft Frau Scberenstein benijdenswaardige
chauffeer-hoedanigheden : stoere pootigheid
van den Germaan; volharding en plichts
betrachting van de Japansche.
CAPRICE.
wij kinderen beoordeelden ze wel degelijk
van binnen uit en keken er door heen naar
de zon; dan kwamen bij sommige de vlekjes
veel dieper en mooier uit; juist die noemden
wij dambordjes. Van buiten is 't een fletse
bloem, van binnen bekeken bij helder weer
komt 't honingmerk eerst duidelijk te voor
schijn.
Stager wijst er ook op hoe 'n mooi ofschoon
moeielijk te verklaren voorbeeld van een trans
parante bloem de Cyclamen is. Ik heb er
van morgen dadelijk zoo'n bloem op aange
keken en ze geteekend. Ieder kent ze anders
wel, die roode of witte pluimbalvormige
bloem met dofgroene bladeren, mooi van
vorm en meest met een donkere band versierd,
ze worden tegenwoordig in verschillende
soorten en variëteiten gekweekt, meest de
grootbloemige Perzische Cyclamen. Maar ook
nog wel de kleine Europeesche soort, meer
als Alpenviooltjes bekend, en die ook wel,
meer teekenend, maar minder vleiend,
varkensbrood wordt genoemd; omdat de varkens
de knol uit den grond weten te snuffelen,
denk ik.
Deze Cyclamen heeft een eigenaardigen
vorm van bloemen ; ze hangen, doordat de
bloemsteel naar onder ombuigt; maar de
kroonbladen zijn weer omhoog geslagen en
deze geven er door hun golvingen en bulgin
gen een bijzonder teekenachtig uiterlijk aan.
De eigenlijke bloemkelk, waarin meeldraden
en stampers geborgen zijn, vormt een holle
klok en de wand van deze ronde koepel is
tot over de helft doorschijnend; daartegen
steken de vijf kelkbladen af als een donkere
sterversiering op een glasheldere kom. Een
tiental smalle, opliggende ringen loopen op
de grens van licht en donker en deze ver
hevenheden omvatten een cel weefsel met een
suikerhoudend sap. Van de omgeslagen rand
van de bloembladeren loopen naar de
honingringen weer dwarslijnen en evenwijdige
aderen, die op de glasheldere partijen prachtig
uitkomen.
Zonder 't venstertje zou de koepel geheel
donker zijn en 't ligt voor de hand ook deze
transparant als een inwendig honingmerk te
verklaren. Meer dan een gissing of hoogstens
een meening kan 't niet zijn; zekerheid kun
nen wij menschen omtrent deze dingen haast
nooit krijgen, en 't is niet onmogelijk, dat er
feiten ontdekt worden, die een andere ver
klaring aannemelijker maken. Zoo heeft dr.
Burck op de laatste vergadering van de Ned.
Botanische Vereeniging onderzoekingen me
degedeeld over een andere beteekenis van
de suiker- of honingafscheiding in bloemen;
die staat namelijk in verband met 't openen der
helmknoppen, die door de vochtonttrekking
wordt ingeleid. Maar 't komt meer voor, dat
de natuur, om 't eens plat uit te drukken,
twee vliegen in een klap slaat;
honingafscheiden om insecten te lokken, en daarmee
tegelijk een ander practisch doel bereiken,
dat zijn twee dingen, die wel eens samen
konden gaan.
E. HBIMANS.