Historisch Archief 1877-1940
10
> E AMSTERDA ft M E R W E E K- B L AD V O O R N E D E R L A N D.
No. 1554
de koer j later weder eeniggzins is teruggegaan.
Op de algemeene stemming heeft dit niet
gunstig gewerkt, al blijft de grondtendenz
op het oogenMik heel wat beter-dan enkele
?weken geleden.
Veel minder uitwerking dan het
Gulfdividend had dat der Atchison Topeka. .Deze
aandeelen zijn thans op een 6 pCt. basis ge
bracht, en .waar. een aanzienlyk overschot
boven dit verhoogde dividend wordt verd end,
lijn de Shares beneden pari zeker niet duur.
Tegenwoordig, nu gosde obligatiën tot ex
ceptioneel lagen prigs verkrijgbaar zijn, worden
«enter terecht ook aan het rendement van
aandeelen heel wat hooger eiscien gesteld,
zoodat divideniverhoegingen als die der
Atchison, welke vrij algemeen werd voorzien,
de beurs lang niet in die mate infl nes ceeren,
als in ty'den van goedsooper geld het geval
zon zijn geweest. Niet slechts in het buiten
land, doch ook hier doet zich de schaarschte
op de geldmarkt nog steeds duchtig gevoelen.
3ïen prolongatiekoers van 6 pCt. is hier thans
reeds iets doodgewoon s en zelfs een van 7 pCt.
met inbegrip der maandelijksche provisie op
8.2 pCt. 'sjaars uitkomend, schrikt de spe
culanten nauwelijks meer af. Daarentegen
ondervindt de beleggingsmark t ter dege den
invloed der hooge geldprijzen en de emissies,
die na den April-coupon plegen Io4 te komen,
schijnen dan ook ditmaal achterwege te zul
len bleven. De eenige belangrijke uitgifte,
die tot dusverre werd aangekondigd, is die
der 4 pCt. New-York, New Haven and
Hartford-obligatiën, die thans door de heeren v.
Loon & Co., namens de heeren Hope & Co.,
tegen 94 pCt. worden aangeboden. Het leeu
wendeel der emissie ad frs. 145.000.000, zal
?wel elders, voornamelijk in Frankrijk, zijn
weg moeten vinden, maar toch verdienen de
obligatiën, zelfs in de WE tijd van duur geld
ook voor Nederlandsche geldbeleggers wel
de aandacht. Gedurende de 35 jaren van
baar bestaan heeft de maatschappij onafge
broken dividenden van minstens 8 pCt. 'sjaars
uitgekeerd, zelfs in de crisisjaren omstreeks
1895, toen de Union Pacific, de Baltimore
& Ohio, de Atchison Topeka etc., niet eens
de rente op hare obligatiën konden betalen
en in receivers" handen geraakten.
Koers op:
18 Maart 4 April
Amsterdam Langkat. . . . 2't 9 226
Oeli Maatschappij 592^')5962)
Medan 374 K 368
Rotterdam Deli 468 506
Senembah 59254 602 X
Koninklijke Petroleum . . , 830X 840 M
Bedjang Lebong 940 949
') cum. 2) ex 322,'i0 pCt. div.
Van onze binnenlandse waarden valt
feitelijk in de korte beursweek, d.e achter
ons ligt, niet veel nieuws te vermelden. Het
herstel in de Amefikaansche afdeelingis ook
aan deze fondsen ten goede gekomen, zooals
uit het bovenstaande koerslijstje blijkt. Zelfs
Tabaksaandeelen profiteerden van deze betere
Stemming, sommige zooals Rotterdam?Deli
in aanzienlijke mate, hoewel de schattingen
itoor de inschrijving op 5 dezer niet zijn
meegevallen. Bij het schrijven van dit bericht
. wae de uitslag der veiling nog niet bekend,
doch Men mag aannemen dat de taxaties,
jBooals gewoonlijk, belangrijk overschreden zijn.
..Slechts enkele locale fondsen zijn in prijs
gedaald; als gecolg van bijzondere oorzaken.
Zoo waren de aandeelen der Internationale
Kumeensche Petroleum-Maatschappij voorbij
gaand aangeboden, in verband met den
Boeren-opstand daar te lande, doch kon de
koers zich herstellen, toen het bestuur be
richtte, dat de eigendommen der Maatschappij
geen gevaar liepen. ALEX. J. HBNDBIX.
Handel en Industrie van Italië.
De tijd, waarin Italië's handel en nijver^
beid den druk ondervond van het
goudagio, is na 1903 gevolgd door jaren van toe
nemende verbetering op industrieel, linan>
cieel en economisch gebied.
Vooral heeft het afgeloopen jaar in dit
opzicht zeer bevredigende resultaten opge
leverd en op verschillend gebied een ver
deren vooruitgang aangetoond.
In de eerste plaats geldt dit voor de ijzer
industrie en de machine-fabricage, waartoe
vooral de belangrijke behoefte voor de
Italiaansche Staatsepóorwegen heeft bijgedragen.
Deze werden sedert 1885 beheerd door par
ticuliere exploitatie-maatschappijen en zijn
in den loop van 1905 weder in eigen beheer
aan den Staat overgegaan.
De benoodigde locomotieven,
passagiersen goederen wagens, rails en andere ijzeren
.constructie werk en werden grootendeels door
de binnenland-che fabrieken geleverd en de
bestellingen, die nog voor dit zelfde doel
moeten worden uitgeroerd, verzekeren aan
deze tak van nijverheid nog gedurende ver
scheidene jaren volop werk.
De gunstige omstandigheden, waarin over
't algemeen de textiel-nijverbeid in de laat
ste jaren verkeerde, waren ook in Itali
duidelijk merkbaar door een onafgebroken
werkzaamheid der katoenweverijen en spin
nerijen, terwijl de zijde-industrie zich
eveneecs op voordeelige wijze ontwikkelde en
voor hare producten een prijsverbetering kon
bedingen van meer dan 25 pCt. waardoor zij
roor verliezen, in vroegere jaren geleden,
r«imschoot schadeloos werd gesteld.
Op het gebied der electriciteit werd door
een meer veelvuldige toepassing der nieuwe
beweegkracht en toenemenden aanleg van
tramwegen in en om de voornaamste steden
des lands een ruim veld van loonenden
Arbeid geopend en de vooruitzichten blijven
gunstig in verband met een aantal ontwerpen
Toor werken van grooten omvang, o. a. van
?eleetrische spoorwegen.
Door verschillende industrieelen werden
verder krachtige pogingen in het werk gesteld
om zich niet, als tot dusver, uitsluitend te
bepalen tot het noordelijk gedeelte des lands,
doch ook meer in het zuiden fabrieken te
bouwen en in werking te brengen.
Tot voor korten tijd golden Lombardije,
Piemont, Venetiëals h"t industrie-gebied van
Italiëbij uitnemendheid, doch meer en meer
breidt de werkzaamheid der fabrikanten zich
thans uit tot Centraal- en Zuid-Italië. Zoo
zijn -te Ferrara reeds verschillende fabrieken
van huishoudelijke artikelen en kleine stuk
goederen, waardoor vele duizenden vrouwen
in haar onderhoud kunnen voorzien, terwijl
in de omstreken van Florence en Piza ver
schillende weverijen van wollen goederen in
werking zijn en eerlang katoen-spinnerijen
en weverijen te Bimini, Spoleto en Bari in
exploitatie komen, evenals nabij Napel?, waar
bovendien metaal-gieterijen, machine-fabrie
ken en andere industrieele inrichtingen hare
voltooiing na leren.
De zuidelijke arbeider schijnt minder
veeleiachend dan zijn noordelijke broeder, voor
wien het klimaat andere levensvoorwaarden
stelt. Deze omstandigheid heeft vermoedelijk
tot het overbrengen der industrie naar het
zuiden veel bijgedragen, doch in de toekomst
zal eerst kunnen blijken, of de werkkracht
van den bewoner van het zuiden niet ge
ringer is dan die van den arbeider van het
noorden des lande.
In ieder geval zal de consumptie der zuide
lijke bevolking, als een groot gedeelte daarvan
geregeld loongevenden arbeid heeft, toenemen,
want, ondanks de meerdere welvaart der
laatste 10 jaren en de daarmede gepaard
gaande toename van de behoeften der be
volking, is de verhouding, wat het verbruik
der voornaamste consumptie artikelen betreft,
in Italiëno* niet in overeenstemming met
de overige cultuurstaten van Europa
Wat den handel met bet buitenland betreft,
is Italiëin den laatsten tijd merkbaar vooruit
gegaan.
In 1906 was de waarde van den invoer
ongeveer 2350 millioen lire en die van den
uitvoer 2025 millioen, d.i. in vergelijking van
het voorafgegane jaar een toename van resp.
330 en 140 millioen lire. De meerdere invoer
vertegenwoordigt voprnamelyk grondstoffen
voor de industrie, machines en
spoorwegmaterieel.
De invoer van steenkolen h met + 30
millioen lire, van ruwe katoen met 14 en
van onbewerkt ijzer met 13 millioen toe
genomen. De toename der in ge voerde machines
bedroeg bijna 55 millioen. Aan voedings
middelen werd in 1906 voor bijna f O millioen
Lire meer aan tarwe en mais ingevoerd.
Aan de olijven-cultuur schenkt de regee
ring in den laatsten tijd bijzondere aandacht
door het uitloven van premie's. In het afge
loopen jaar werd dan ook voor ruim 10
millioen lire olijven olie minder ingevoerd
en ruim 35 millioen meer uitgevoerd.
Van groote beteekenis zijn deze gunstige
omstandigheden op de geldmiddelen des
lacds geweest. Het overschot van den dienst
van het afgeloopen jaar, op ruim 23 millioen
geraamd, bleek in werkelijkheid 63 H millioen
lire te bedragen. Voor het loopend dienst
jaar wordt een voordeelig saldo van ruim
45 millioen lire verwacht.
In de geschiedenis van Italië's financiën
zal de 29 Juni 1906 een gedenkwaardige
datum blijven.
Op dien dag werd het voorstel tot con
versie der circa 8 müliard lire 5 pCt.
Italiaansche staatsschuld met bijna algemeene stem
men door de volksvertegenivoordiging
aangenomer».
De 5 pCt. schuld was door de belasting,
waaraan de rente coupons waren
rnderworpen, feitelijk reeds een 4 pCt. schuld. Door
de aanneming van het conversie-ontwerp, is
zij thans vrij van belasting sedert
l Januari 1907 een 35i pCt. fonds, terwijl
van l Juli 1,912 af de rente op Z1A pCt.
wordt gebracht. Aan de schatkist wordt
hierdoor een rentelast van jaarlijks 20 mil
lioen en na 1912 van 40 millioen lire bespaard.
De vooruitzichten van reederij en scheep
vaart zijn niet ongunstig. In de laatste jaren
zijn drie nieuwe maatschappijen voor
overzeesche stoomvaart opgericht en de reeds
bestaande ondernemingen van dien aard
hebben hare vljot belangrijk uitgebreid.
V. D. S.
Naar Zse en Duin.
Door het bestuur der Hendrika-Stichting
te Egmond aan Zee, Herstellingsoord voor
on- en minvermogende vrouwen", werd de
onderstaande circulaire verspreid:
Wanneer wij ons de vrijheid veroorloven
uwe wel willende aan dacht eanigeoogenblikken
te' verzoeken, voor dit ons schrijven, en u
daarbij verplaatsen naar de huisgezinnen der
mindei bedeelden, de behoeftigen onzer steden,
alwaar wij ze vinden, die uitgeteerde en zie
kelijke schepselen, door wie het leven slechts
van de bittere teleurstellende zijde gekend
wordt, omdat zij bij lichamelijke zwakte en
ziekelijken toestand, missen, wat voor het
leven zoo hoog noodig is, de factoren, frissche
gezonde lucht en hygiënische voeding en
verpleging dan doen wij zulks om het
vo'le licht op de Hendrika Stichting, het
Herstellings oord voor on- en minvermogende
vrouwen en kinderen, te laten vallen.
Wijlen de heer P. W. Janssen die in volks
gezondheid, volkswelvaart, zulk een helderen
blik had, die zag en voelde wat ontbrak bij
het vele dat gedaan wordt voor ruimer wo
ningen, vacantie-koloniën, enz., besloot in
19U7 een Herstellingsoord te stichten voor
on- en minvermogende vrouwen en kinderen;
want hoev len er ook van deze laatsten niet
vacantie kolonies naar buiten gaan, er blijft
misschien een nog grooter gedeelte van ver
stoken, omdat zij door den ziekelijken toe
stand en zwakte met geen vacantie-kolonie
mede kunnen gaan, want de verpleging, die
deze eisenen, kunnen vacantie-kolonies niet
verstrekken, wyl die daarop niet zijn ingericht.
Door den heer Jansen werd voor dat doel
het te Egmond aan Zee staande flinke groote
gebouw aangekocht, op eenvoudige wijze ge
meubeld en voor 80 bedden toegerust; doch
boven dit alles seiock hij ieder jaar tot aan
zijnen dood, de gelden benoodigd voor de
exploitatie.
In de 10 jaar van het bestaan der stichting
werden er meer dan 2GOO patiënten gedurende
5 of 6 weken, sommigen dikwijls langer
verpleegd.
Vorig jaar werden er 290 met 9800
verpleegdagen verpleegd, het getal aanvragen
door de ruim 50 doktoren ingezonden, was
nog veel grooter en nu reeds bereikt dit
getal aanvragen 70 voor kostelooze plaatsing.
Doch als wij geen geld hebben staan wij
daar machteloos tegenover.
Na het overlijden van den heer Jansen
moet de Stichting bestaan van giften en bij
dragen, die haar door milde handen en mede
voelende harten voor armen gebonden werden.
Het Bestuur dat na rijp beraad, al was het
dan ook aarzelend, besloot om in den geest
van dien rnensch en vriend voort te gaan,
omdat het de hoop bleef voeden, dat er velen
zouden gevonden worden, die bij het vele
dat er reeds van hen gevraagd weid, hier
een offer wilden brengen, dat ruime renten
brengt in de toekomst, als de zwakkeling,
de achterblijver door de frissche zeelucht zal
geworden zijn een individu bestand tegen
wat hem omgeeft, althans minder vatbaar
voor de invloeden van ziektekiemen.
Zal deze hoop tevergeefsch zyn? Wij ver
wachten van neen, met het oog op de resul
taten van vorige jaren. Wij verwachten
immers steun voor hen die gebukt gaan
onder lichamelijk lijden door ziekte of anders
zins ontstaan.
Wat ons ook scheiden mag, in het beoefe
nen der Weldadigheid smalten al de kleuren
en schakeeiingtn in het maatschappelijk en
zedelijk leven te zamen, en lossen zich op
in de eeaheid van het licht der
mens^henliefie. Eendracht maakt machi".
Bestuurders der Hendrika-Stichting zijn:
G. E. A. van Hall, Dir. Prins Hendrik Stich
ting, Voorzitter; J. van der Poll Jr.,
GemeenteOntvanger; Mevr. Schipper?van Hall.
Voorzeker hebben s'echts weinigen deze
circulaire ontvangen, en zullen er velen zijn,
die misschien gaarne d_>or het zenden eener
bijdrage het goeds doel zouden willen steunen.
Aan ben het vriendelijk verzoek, zendt ons
uwe bij 'rage.
MlllilMltmiiiiMniliiillillifiiiiiiMillimiiimmiiMiMimiiiiitHiliiiMimii
I NGEZONDEN.
fedtrföord aaii dr. H J. Boeten.
WelE't. Heer!
In uw stukje, opgenomen in het 24 Maart
nummer van dit weekblad, i) n uitspraak
welke het de moeite waard is 'e weerleggen.
Wat gij onder I en II voortbrengt is in ier
daad beneden uw hoogte. Uw gezegde grauw,
grauw, grauw is de wereld... grau w is de
wijsgeerige beweging" is een voldoend
dokument ten bewijze van uw gemis aan inzicht.
Zoo spreekt de beperkte litterator, die slechts
de scaoonbeid van het beel l ziet, maarniet
de waarde van het begrip. De denkbeelden
zijn echter op bun wijze niet minder
gestaltely'k en vormedel dan de plastische voor
stellingen. Wie glansloos noemt hetgeen
blinkt, is op een of ander manier blind.
Daar gij de emfaze van het loutere intellekt
niet kent, dekreteert gij in uw beperktheid,
dat de wijsgeerige beweging grauw moet
zijn als waart gij ontstemd over den nevel,
welke voor den ziener vo* is met ingetogen
licht.
Evenzo} wanneer gij niet wilt begrijpen wat
het zeggen wil: de 19de eeu # is naar het
konkreet-voorstelbare heengekeerd. Gij haJt
op myn blz. 4 kunnen ingelicht zijn, dat niet
de poëtische, maar de induitrieele praestaüe
de kenmerkelyke uiting van den geest dier
eeuw is. De hoofd karakteristiek van een
tijd/ak moet de tegendeelen uitsluiten, anders
vindt men geen hoofdlijnen: de bewering
aangaande het hoofdkarakter der 19 Je Keu w
is dus geen ontkenning, dat daar een Shelley
en een Wagner geweest zijn.
Wat gij onder U zegt slaat op niets: van mijn
bewering, dat de Nederlandsche geestesaard
als naar het konkrete gekeerd, in de regenten
en schutterskoppen ligt uitgedrukt, en dat
deie menscben de vaderen der Nederlanlsche
beschaving zijn, maakt gij, dat de wijgyeerige
beweginf/ van hen afstamt l Op die minder
juiste lezing gaat dan uw beschouwing vooil.
Maar thans het bedoelde punt. Ik kooi
hier op uw terrein; maar te meer heeft hier
uw schrijven mijn verbazing gewekt, d<tar
ik u oordeelkundig rekende. Waaneer ik uw
beweringen over de litteraire beweging van
'80 bestrijd en tegen u mijn definitie volhoud
dan moet ik u eenigszins toeschijnen als de
man, die bij u aanschelt om te zeggen waar
gij woont; mair inderdaad maakt uw schrijven
op mij den indruk of gij de geschiedenis der
beweging, waarin gij zelf zijt opgetreden,
vergeten zijt.
Ii heb het (psychologisch) wezen der be
weging van '80 gezocht in den hartstocht
der Taai" (?de Taal te heoben was een ge
loof; de eigen verbeeldings-waarde en het
muzikaal karakter der Taal te kweeken, was
een roeping. Het Woord was niet maar
ongevoelde klank en uitdrukkingsmiddel ten
bate van voorstelling en begrip, doch een
vrije Macht") Gij verwijt mij dit deze definitie
een misverstand is van de artistieke en psy
chologische stelling: de taal met geweten
gebruikt stelt den dichter ia staat zijne harts
tochten en stemmingen du eet te u tten, hunne
equivalenten door zijne woorden bij den
hoorder te wekken, zonder ze te hullen in
abstracties." Deze stelling" voegt gij daaraan
toe, heeft hij zoo verkeerd begrepen, dat
hij kan spreken van den hartstocht der Taal."
Dan verscherpt gij uw stelling (die dan wel
het wezen van '80 moet bepalen) door te
gewagen van den zieledrang van den nieuwen
dichter, om zelf een gansche nieuwe wereld
uit de oude stukgesligjne te doen herrijzen. '
Ziehier uw opvatting over '80; maar zij is
niet juist; gij hebt een ander beeld voor
oogen dan het oor.spronkelijüe der tachtigers.
Dat de situatie heden veranderd is, maakt de
zaak voor '80 niet anders, en niet van de
tegenwoordige houding, maar van de be
weging '80 heb ik gewaagd.
Wat gij zegt van die stukgaslagen wereld
en dien zieledrang is zoo weinig het eigen
aardige van '80 dat daarin veeleer het wezen
aller romantiek is uitgedrukt. Gij ontleent
die woorden aan Faust (du hast sie
zer^chlagen, die schone Welt, prachtiger, baue sie
wiedti). Dit reeds bewijst dat zij den geestes
aard van '80 onjuist aanduiden. Zij gelden
voor den jongen Gö'-he; voor de beweging
Kousseau; voor Kant en Fichte; zelfs voor
de Holliiidsche dichterschool van '30. H:)t
naturalisme dat een wereld van banaal
gijborden romantiek stukgloeg kon uw
s:elling evenzoo voor zich opeischen. Ja,
zelfs de wijsgeerige beweging van Cartesiu-',
die uit de stukge-slagen aristolische methode,
een nieuwe?methode als een nieuwe wereld
verryzen deed, kon onder uw formule be
grepen worden. En welke jonge richting
slaat niet eerst de ou Ie wereld stuk eer zij
een nieuwe bouwt? De/.e formule zegt dus
nietj voor het wezen van '8i>. Wij rekurreeren
naar uw stelling".
De taal met geweten gebruikt, stelt den
dichter in staat zijne hartstochten en stem
mingen direct te uiten, hunne equivalenten
bij den hoorder te wekken." Deie stelling
is vooreerst reeds te beperkt, daar zij alleen
den dichter betreft, terwijl de beweging 80
o:>k den prosateur omvat, die in den dichter
niet is meegeteld, daar hij nog iets anders te
uiten heeft dan stemmingen en hartstochten."
Maar zelfs voor karakteristiek van den dichter
is uw stelling fout, want gij definieert niet de
hoofdzaak, maar de bijzaak en verduistert de
hoofdzaak. Gij stelt het voor alsof ile taal middel
was om zich te uiten en alsof d^ uiting s-trekte
tot het opwekken van equivalenten der
poëtische stemmingen en hartstochten. Wat
gij hier opgeeft is oestreef'l door ten Kate
en Beets, Hugo en Laraartine, Bilderdijk en
Da Costa: equivalenten wekken, gevoelens
ontsteken, de menschen roeren en verheffen ;
maar de tachtigers hebben altijd gezegd
dat dj dit niet wilden.
Ik vraag u, zoo het te doen was om deze
equivalenten" (en dat moet wel nu gij de
taal niet tot doel maar als middel der tach
tigers verklaart), moeten wij dan bij Kloos'
Ik ben de duivel-god dier gruwbre oorkonde
ons zelf mee voelen als duivel goden ? De
poëzie ware dan tot vervalsching des gevoels
en troebleering der hersenen. Maar wij zien
het dichtergemoed gereflecteerd in de laai en
wij genieten het vers De direkte uiting,
zonder de taal als doel, onderscheidt zich in
niets van de familiaire meedeeling. Maar de
tachtigers hebben de taal ontdekt als zelf een
wereld zijnde. Zie hier de nieuwe wereld,
waarvan gij zegt dat zij uit d« stukgeslagen
oude wereld verrijzen moest. En zoo gij die
bewering aldus hadt voorgedragen, zoudt ge
niet maar een algemeenheid heoben voort
gebracht, die op alles sloeg, maar een bepa
ling van '80 gpgeven hebben ? doch dan
hadt ge mijn definitie onderschreven, die gij
u echter voorgenomen hebt af te wijzen
(omdat gij de wijsgeerige beweging u van het
hjf wilt houden). De beweging '80 heeft ons
geopenbaard dat, stemmingen enz. gereflecteerd
in de taal, verbeeld en verklanla in de taal,
gelukigevend en kleur hebbend in de ta-il,
een sctioonheids wereld zijn. Om aan den lezer
het veitaalde (tot taal geworden) dichters
gemoed te laten zien, daa> toe is uw litteratuur
geweest. Op die wijze de taal te ontdekken
was de ontdekking vin een nieuw werelddeel.
Dat ik hier het wezen van '80 juist aan
duid, kan ik mtt citaten uit de jaargangen
van deu Nieuwf n Oidi voldoende staven; maar
het blijkt ook uit de bekende aestbetika
Waarom die herhaa'da nadruk op klank
expressie en zuivere beeldspraak, zoo het vers
alleen maar ware oor het wtkken van equiva
lenten bij de hoorders? Waarom de theorie der
rythmiek zoo uitgelegd en bepleit?Wil ik in uw
gemoed equivalent wekken voor myn toorn,
dan doe ik dit het beste door een betoog en
aangifte der reden mijner verontwaardiging.
Doch neen, hier gold hot heel iets anders:
Het gold geen opwekking van equivalenten,
maar het go'.d de schoonheid: net gold de
transpositie van den gemoedsinhoad les dich
ters ?ra de schoonheiisifeer, die de taal il. Ei!
daarom moest zoo de nadruk vallen, niet op
hartstocht en stemming of op bet equiva
lenten-wekken, maar op klank-expressie,
bee ding en rhytmiek.
Waarom werden zoo andere geesten als
Vondel en Milton, zelfs Potgieter door de
tachtigers voor hun verwanten verklaard,
waarom werd zelfs aan Beets recht gedaan,
zoo niet omdat hier taai-eigen ichappen ont
dekt werden, die met de beweging- 80 over
eenstemden? Verweij's kursiveeringen in da
Vondel uitgave zeggen bier genoeg; en van
Deijssel's liefde voor het woord zejf, zegt de
rest. V-rgun mij echter twee Nieuwt
Gidscitaten (III Jaarg.) wij houden van alles
wat mooi is, wij houden van verzen om hun
klank, die kan hoog op-klinkend, of teer
naruifchend, of fijn-bewegelijk zijn. Wij houden
er ook van om hun verbeeldingen, die kun
nen rijk zijn en kleurig, of blank en sober,
fijn en kolossaal (t bl. 299,
Boekbeoordeeling.) . .. Als dan het werkelijke lied met zijn
woorden naast elkaar, voor hètn staat als n
zingend stuk taal, waarin beelden en gedach
ten, en vreugden en smarten, vielen en zich
vervluchtigden en werden tot het
uitdmkKngsvol/e geluid dat hen ze.f is, dan heeft
hij zijn ziel belichaamd voor de wereld."
(lb;d bl. 174, Litt. Kroniek.) 1)
De situatie is veranderd en de tegenwoor
dige poëet zal niet meer deze aesthetika
kortweg vojr zyn rekening nemen. Maar
dit is geen reden om te loochenen dat zij
de leer van '80 wae. Het dogme van den
nieuwen dichter" is een oud dogme; het
is op den sta a van '80 opn:euw ingeënt;
maar, geachte heer Boeken, er bestaat ook
de wijsgeer, de denker; en ook hy stamt
uit '8 >, evenals de tegenwoordige poëet. De
wijsgeer is ruim en erkent den poëet; zoo
echter de poëet den wijsgeer niet erkent, dan is
hij bekrompen en de geest des tyds gaa', door
hem onbegrepen, langs zijn kortzichtig oog
voorbij. Hoogachtend,
Dr. J. D. BIBRBXS DE HAAN.
Haarlem, 30 Maart,
1) Kursiveeringen van mij.
ZweeiscHe
In zijce bespreking van het werk
physiologie der lichaamsoefeningen door dr.
F. A. Schmidt, veitaald daor P. J. Schuil",
zegt de heer Van Aken o. a.:
In het Voorwoord" zegt de heer Schuil,
dat hij de voordrachten van dr. Schmidt
hier te lande wilde bekend maken, in de
eerste plaats om een einde te maken aan de
veroordeeling van de Zweedsche
schoolgymnastiek, die niet op veel kennis van dit
ste sel berust".
De ;e veelzeggende zin, aldus de heer Van
Aken, beteekent, dat de uit zeven beroem ie
geneeskundigen bestaande commissie, die
indertijd met den grooten Virchow aan het
hoofd, door de Duit-che regeering benoemd
werd om o. m. een onderzoek naar de
Zweedsche gymnastiek in ie stellen, blijkens
hare veroordteling van dit stelsel niet tot
oordeelen bevoegd was".
Het schijnt, dat de he = r Van Aken hier
dichter bij de waarheid was dan hij vermoedde,
want in het voorwoord van de Duitsche
vertaling van het Zweedsche Schooltuinen
door C. II. Liedbech" zegt dr. Schmidt, door
den heer Van Aken een autoriteit op
wetecschappelijk-gyrnnastisch gebied genoemd, o.a.:
Vóór het jaar 1900 zou men, zeifs in
tijdschriften op gymuastisch gebied, de koste
lijkste voorbeelden kunnen aanhalen van de
verwisseling van Zweedsche school- met
Zweedsche heilgymnastie)1.
Voortdurend werd de physioloog du
BoifKeymond *) op den voorgrond geschoven
als Je man der reddende daad, die in zijn
twistgeschrijf met majoor li-ithstein eens en
voor altijd met onweierlegbaro gronden het
waardelooza van het Zweedsche turnen be
wezen en vastgenageld had.
Tegenwoordig weten wij, dat datgene wat
Kothstein omstreeks 18(10 van Berlijn uit bij
ons zocht in te voeren ie;s geheel anders
was al j het tegenwoordige schoolturnen in
Zweden.
Het valt ook niet zwaar te bewijzen, dat
du Bijis Keymond zelfs met het toenmalige
ZweeJ-che .-choolturnen site lts weinig bekend
was en in het geleel geen onderscheid wist
te maken tusscben het vereenigings- en het
schoolturnen.
Het ging hem hiermede juist zooals met
zoovele anderen van zijn tijd".
J. J. v. HAAOEN.
*) Ook een der commissieleden door den
heer Van Aken bedoeld.
4e Jaargang. 7 April 1907.
Bed.: C. H. BBOKKKAMF, Damrafc 59, Amst.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubrii k
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
Prob'eem No. 83 ter mededinging" No. 23.
Zwart (^ schyven en l dam).
Wit (9 schijven en l dam).
Oplossingen moeten binnen 14 dagen worden
opgezonden aan bovenstaand adres.
Oplossing van het phantasie-problèem, (zie
de rubriek van 17 Maart 1.1.) W. 3 L-26, 9-4,
4- ] 5 50 44, 15 24, 25 : 34, 35 : 44, 26 : 48!
Wij ontvingen een goede oplossing van J,
Fortgens, Helder; G. Bakker Wz., Hilversum;
J. Meijer, Nijmegen.
Oplossing van bladprobleem No. 5, w 17-12,
27 21, 15 10, 28-22, 33: l!
UIT DE DAMWERELD.
Deze winter hield de dam vereen iging Ons
Genoegen" van Edam, hare jaarlijksche huis
houdelijke wedstrijd met voorgift, waaraan,
ongeveer 30 leden deelna-nen. In de flink
bloeiende club, worden meestal serieuse par
tijen sespeeld, en spoedig hopen wij enkele
hiervan op te nemen in de rubriek.
Na een hardnekkigen strijd, werden de vol
gende heeren overwinnaars: J. D. Kikke, met
39 p.; 2. N. Bouwes, met 37 p.; 3. H. Leeuw, met
34 p.; 4 en 5. J. Bouwes en M. Gorteainlder,
met 33 p ; 6. W. de Boer, met 32 p.; 7. W. root,
met 30 p.; 8. L. Boersma, met 27 punten.
D* schoonste combinatie, voorkomende in
een spelende partij, waarvoor een premie was
uitgeloofd, werd uitgevoerd door den nestor
en voorzitter van Ons Genoegen", den heer
K. Bonwes. Bravo!
Ook was gelijktijdig een problemen-wed
strijd uitgeschreven, en hierin werden de
prijzen behaald door de heeren W. de Boer
en W. Groot, beiden met 19 oplossingen van
de 20 problemen, een prachtig resultaat.
Woensdag 27 Maart 1.1. werden in een gezellige
bijeenkomst, de prijzen uitgereikt.
Eigenaardig is, dat deze vereeniging, die
's winters hare bijeenkomsten houdt, in een,
midden in de stad gelegen lokaal, des jomers,
eens per maand, hare bijeenkomsten heeft,
in het heerlijk aan zee gelegen Caféfan den
heer Kwantes.
2e op'ossing van eindspel No. 80, ingezon
den door verschillende oplossers. S and : wit
drie dammen; op 9, U, 22; zwart schijf
op 34 en dam op 35.
W11 2 . 32-11*), 9-22 , 2-35. _
Z 3"ó"-4UA.B., 40 4o C. 40 40 U t, 4U-45,
_ 11-0 . 35:14. 4440. 6-1 . 1-6 en*.!.
~ 34-4U F, 40-23, J«:4.% 46 OU,
. 22:50, 35 40. 6-1!
F 34 3 d, 10 ?£&, 23:40,
, 11-G . 22.50. 2-7, 50-4-ï!
E 34 4U, 4U-Ü, 4Ö-Ü,-!, 23:1,
. 2'2:riO. 2 7. 50 45, 45 501
D 04-39, 4Ö-2Ü, 2d:l, 1-6 ,
, 'J-i3 of 27 en;.!
C 40-35 of 49,
. 2-16. 22-4*. 9-27 enz.!
B 30-49,
. 2250 . 5045 of 2-16 enz.l
A b4-3Ua, 35 4Uol4V(,
, 9 13 enz ]
a 34-40,
*) Ook kan als 2e zet geschiede : 22-33 of 6r
waardoor evenwel dezelfde ontleding wordt
verkregen.
Oplossing van eindspel No. 82 van den
auteur C. H. Broekkamp. (Solution du fin de
partie No. 82, didée a M. F. Bouillon, Marseille
W14-9 ,94 , 4-22.23-19 , 19-14
Z -iiA, ao-aöB.C, ll-lö, lö-21L»,3ö-40EF,
22-33 . 33 50 , 14-10 10-5 , _
4'i4öGH., 21-27 of?, 27-32, 3238, ~
_1 50 44 , 44 40 of 29 23!
~~ 38-4'J of 43 of 45 60, "
. 14 10 ,10 5 ,33:42, 19-23 er.z.!
H 21-27, 27-32a.b., 32-38c.d., 40 44,
., ,, . 33-50. 50-8.3. 33-39 en*.'
d 4y-44, 32 :iS, 3S 4:i,
. ó 40. 38-6 , '"-l en;.!
c 40.45, 45 5(1, 50 4ó.
,. ., . 10 5 fn 33-501
b 27-3',
., . 10 5 , 19-23 enz t
a 40-45, 45-50 TT
., ,5:4ii en?, a]n bij c!
1) 2""32, "
,. . 14-10, 10 5 enz.!
G 21-26,;
14-10 , 22-50 enz.!
F 2i-:ib', 36-40 ot '.'.
2'? '.W, 36-22, 22-50!
E 21-27, 3o-40, 4U-4-Ï,
,. . 10 14 , 22 50, 14-10. 10-5 enr .
D 35 40, 40 4öa, iü-21, 2I-1'7,
,, . 22-33 en*, al» in hoof l variant.
a lü21,
., . 4-27 *) . 27 49 enz.!
C 11-16, 30 3öot 7,
...2924!**). 4-27 , 27-43, 43-16 e,n*J
B l U. 7, < :Is , 5:8-33 i-f', L'. -21,
94 , 422,22-50,50:6 , 23-18 en?.l
A OU- >ó, 3ó-4Ua, 40-40, (5-11, 45-51',
a Op 6-11 volgt weder 4 22 enz., als hoofd var !
*) 4-22 wint ook, volgens bovenstaand spel.
**) Hier kan ook gespeeld worden:
4 27 .27 49 , 23-18, 29-23!
30-iógedw.. 17-22a, 22:L3,
. 49:16, 16 11. 11-501
a 17-21, 35 40, 40 45,
Soortgelijke afwijkingen zijn in
onder-varianttn altijd toegestaan.