Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER W/E
1;AD/ V O O K N E D E R E A FD.
1554
gezegd, dat de bergstreken de krachtigste,
sappigste menschennaturen voortbrengen
wat niet altijd hetzelfde is..."
Doch ook deze bewering lijkt mij zeer
aanvechtbaar.
Aannemelijk is zelf gun ik n al dadelijk een
voorbeeld van het vaak niet samenvallen van
n plastiech-schoone aarde en een teelaard
voorschoone menschen aannemelykis, dat
ons polderland, niet door de natuur gevormd
en dus onnatuurlijk, reeds uit den awd der zaak
met de beste menschen-naturen of, duidelij
ker nog, geen natuurmenschén voort zal
brengen; en men kan misschien constaleeren
zelfs, dat het volk, geboren op drassige gron
den en doorzogen van kwade dampen, over
't algemeen loom en tatn H. Men vin it dien
aangaande nr>g opmerkelyke beschouwingen
in een der eerste tooneelspelen van mevrouw
Simons-Mees, Van Hoogten en Vlakten:'.
En onze op moerassen gebouwde steden
komen als gunstige gebooitegrond natuurlijk
ia 't geheel niet in-aanmerking. Wat nd£
niet zeggen wil, dat er niet voortreffelijker
individuen geboren kunnen worden dan in
de allergunstigste bergstreefc...
Dat voor de polders en de steden.
Maar de zee? Zou de zee niet harden en
ruim maken de geslachten die 'wonen aan
hare boorden; die worstelen op haar verra
derlijke vloeren ; die doorwaaid zjjn van haar
orkanen en gevoed door haar
zinnen-wftligende visch? Ij er in beigstreken inde daad
een krachtiger geslacht, dan ons stoere
visachersvolk ?
En de hei, de geurende, de ruige, de gol
vende, de oneindige...?
* *
Dat is tron wens de zwakke zy'de van 's heeren
Erens verhandelingen: de algemeenheden,
berustend op statistische wijsheid en onbe
wezen theorieën.
Zoo is een van zijn stellingen, mede in zijn
opstel Nationaliteit" opgeworpen, dat zonder
politieke -grootheid geen groote kunst kan
ontstaan; 'en enkele feitengroepen, Ook uit
onze geschiedenis, schijnen het waar te makf-n.
Maar hoe gevaarlijk zulke, uit een aantal
losse gebeuttenijsen en verschijnselen ge
construeerde theorieën toeh eigenlijk zijn,
bewyst de heer Erens, door een oogenblik
later te overwegen, bij het ontdekken van
onszelven, politiek vernederd doch intellec
tueel beduidend : maar al zijn wij'als natie
dood, wij' zijn nog krachtig als'individuen,
verliet van cohesie u aan het individu, TEN OÖKDE
GEKOMEN" waaruit men zou mogen' afleiden,
dat, onder zekere omstandigheden, voor de
kunst' van een land, die toch maar van de
individuen moet komen, niets mér
wenscheI^jk zou kunnen zyn, dan dat het politiek zoo
morsdood mogelijk ware...
Wil de heer Erens van Deyssel gelooven,
dan is onze tegenwoordige literaire kunst niet
alleen krachtig en voarfreffely'k, zy h de beste
van Europa. Bet machtige Duitschland van
nu heeft maar een enkelen dichter en
dramaacbrijver van beteekenir, terwijl het
machtelooze Duitschland nit het laatst der achttiende
eeuw op Goethe en Schiller wrUen kon.
Het steik opbloeiende Italiëeindelijk mag
(menszing roemen op een betere letterkunde
dan het innerlijk zwaar beroerde Frankrijk.
En nog zijn er steeds de Alpen endeApenijnen,
en de heldere bronnen hebben niet opge
houden te ruischen.
* *
Er staan nog meer hachelijke beweringen
in het onderhavige stukje; zoo bijv. dit, wel
licht eenfge waarheid inhoudend oordeel:
Aan het koor onzer dichters en aan
de. tromgetten van onze prozaschrijvers
ontbreekt dat diep-menschelijke of die
eigenaardige toon, die zooveel litteraturen
\an het buitenland ons geven."
Ik wil er niet op ingaan, zoo min als op
de meening, waarover men zich kan verwon
deren maar moeilijk ledetwisten, die a's
verklaring van het voorgaande geldt:
Dffoul Vgt f;em (de cursiveering is van
den heer Erens) in ome taal die met
tiair klank de zuiverheid en de hoogheid ran
ons gevoel niet kan bereiken. Er ligt in haar
een principieele tekortkoming. Onze taal
heeft klanken, die allén de oppervlakte
onzer ziel etreelen ; zij dringen niet door,
zooals die der Romaansche talen of van
liet Duitsch."
of&uiU&tcn.
De muur aan de overzijde",
DOOR
PIERRE LOTI.
Achteraan op de binnenplaats hadden ze
een kleine woning betrokken, da moeder, de
dochter en een bloedverwante van moeders
xijde, die al heel oud was hun taute en
ouil-tante en die onlangs bij haar was komen
inwonen. De dochter was nog heel jong, 18
jaar oud en had een frisch geziehije, toen zij,
na't verlies van haar fortuin, zich daar hadden
gevestigd in 't verste hoekje van haar ouderlijk
huis. 't Andere gedeelte van de haar zoo lief
geworden woning, geheel de vroolijke kant,
die op de straat uitzag, halden zij motten
verhuren aan vreemdelingen, die alles, wat
oud en haar dierbaar waf, veranderden en do
herinneringen drdeu verdwijnen.
Een gencbtelijke verkoop had haar van
Laar mooiste meubelen van vroeger beroofd
en zij hadden haar nieuwe zitkamertje met
ongelijksoortige, voorwerpen opgesierd, sou
venirs van voorouders, oudheden, die zij op
de zolders gevonden hadden en die daar
bewaard werden. Maar dadelijk hadden ze
er zich thuis gevoeld in dat eenvoudige ver
trekje, dat haar nu gedurende jat en, met
liaar drieën zou vereenigen bij eenzelfde
vuur en met eenzelfde lamp in de lange
winteravonden.
Zg gevoelden er zich behagelijk en 't zag
er gezellig en prettig uit. Wél dachten zij
xich nu en dan in een klooster, maar zonder
somberheid, want de vensters, die met een
voudige neteldoeksche gordijntjes behangen
waren, hadden uitzicht op een zonnige bin
nenplaats, 'waarvan de lage muren begroeit
waren met kamperfoelie en rozen.
En reeds vergaten ze dan welstand de
?weelde van eertijds, gelukkig in haar een
voudig vertrekje toen eens op een da<
haar een mededeeling werd gedaan, die haar
ia diepe verslagenheid bracht: haar buurman
wilde twee verdiepingen aan den achterkant
van zijn huis zetten. Een muur zou daar
dus verrijzen vóór hare vensters, haar van
Deze volzinnen spreken een taal, die ze]fs
de oppervlakte van myn ziel niet aanraaki;
ik begrijp er geen woord van.
Maar ik wil nog iets opmerkeljjks vertellen
aangaande déze bevinding vaa den heer
Erens:
Het aanlal .schoone Hollandsere liede
ren is al uiterst gering..."
Een intelligente Duitsche vrou^ hier, zou
zingen bij de piano Daar lag, by een stapel
muziek, de ook in Hollard zoo ui den treure
afgelamenteerde Liederschat*"..
' D hebt prachtige volksliederen!" zei
ze dan.
En als ik verwonderd opkeek :
De liederen van Valeer,
Berg-opZoom," Klage," zooveel..."
Hoe kent die?"
Hoe ik die ken? Ieder Duitsch kind
kent ze, tenminste in de atretk, waar ik
gewoond heb... Wy zongen ze, hij ons in
Osnabrück, op school,- met driestemmig
koor. Verscheidene.. . Verrukkelijke dingen
zijn 't, zoo eenvoudig, zoo sterk, zoo waarlijk
grootsch. Wij kinderen begrepen dat al heel
goed l Die alt-niederlandische volkslieder *)
zongen wij 't liefst, in de hoogste klasse
ruit begei&terung" lachte ze, even beschaam i,
maar ik zag aan haar oogen en aan haar
blos, hóe 't twailfjarig kind die heftige
geuienz.angen gevoeld had.
Op onze scholen wordt óók gezongen;
aardige liedjes, zoo echt-kinderlijk, weet n,
ze pakken den waren kinder-toon, ze zijn niet
groötemenschig en styf, nee nee, ze zijn löj
en typig, honnige, knuffelige liedjes:
Klein Jantje wou uit visschen gaan,
Maar ach, hy had geen hengel
Toen nam hij zijn vaders wandelstok
Wel foei! die stoute bengel,
Wel foei l
Wel foei!
Wel foei! die stoute bengel!"
Ik ben geen paedagoog, ea ik zou niet
graag maar ineens den statigen Valerius
onzen verbouwereerden onderwijzers in de
handen willen stoppen!
Maar de tegenstelling geeft toch te denken,
en zou 't in later tij i al een treurige waar
heid blijken, wat de heer Erens nu bijna tien
jaar geleden aan mijn jonge illusies voor
spelde :
Van het lied, waarvan de heer Scharten
hier zooveel verwacht, is niet veel te hopen
ik meen nog steeds, dat dit niet a m het
zér groote aantal van «eboone Hollao
1sche liederen te wijten zal zijn.
Lugano Febr. '07. CABEL SCHARTEX.
*) De Duitsche bewerking van Sechs
Altniederlandische Volkslieder aus der
bammlung des Adrianns Valerius vorn Jahre I6i(>',
(Leipzig, verlag von T. E. C. Leuckart) ligt
voor my. Van de vertaling van Joseph Weyl
zal ik niet veel zeggen; van 't eene lied is
ze vrij knap, met behoud zelfs van de kun
stige rjjmschikking van 'c .oorspronkelijke;
maar van andere gedichten is d* kracht en
de plechtig-strenge stemming tamelijk wel
geweken. De melodieën zijn in hoofdzaak
dezelfde gebleven; in Berg op Zoom" is
van Mardéns trompetten", door het een
octaaf lager stellen van 't tweede gedeelte
van den tweeden satz, weinig terecht geko
men; eji het verzwakkend herhalen vaneen
tragisch slot, als in Klage' (Hoe groot o
Heer), is, dunkt mij, tegen den stijl dezer
geuzen-zangen. En ik heb meerdere bezwaren
tegen Eduard Kremaers bewerking; gaarne
echter zou ik die eens beoordeeld zien
door een meer bevoegd kenner oazer liederen.
Van hetzelfde zestal bestaan uitgaven voor
mannenkoor, gemengd koor, a capella koor,
school koren, orgel, piano en vioul.
De Röitdr: fleur, R land Holst,
(Dd Kif uwe Tijd, Xov )
Indien men noemen moet welken strijd
in de eerste plaats da gedachte van onsen
tijd voert, dan is het nau .velijks meer noodig
dien van de wetenschap leuren den godsdienst
te vermelden; e'enrnin als de schijnbare
belangrijkheid van welkt burgerlijke rnj'streke
richting o ik nog ovt-r .vogen behoeft te worden.
De algemeene inhou l der < chte moderne
frissche lucht berooven en de zun haar ont
nemen
.Kn geen enkel middel, helaas om dat
ongeluk aftewenden, dat haar dieper aangreep
dan alle slagen van 't noodlot, die haar
tot nog toe getroifan hadden.
't Huis yan den huurman te 'ioopen, 't
geen haar maklijk geweest zou zijn in den
tijd, dat zij nog in goeden doen waren,
dairaan viel nu niet meer te, denken, lu
haar armoede bleef haar niets anders over
dan het hoofd te birgen.
Men begon uu de steenen opeen te stape
len, stuk voor stuk, en arjgstig zagen zij hoe
de rijen stee is huouer werden : eene stiite
die aan rouw deed denken heerrchte onder
haar, in dat kleine verstrek, dat er na dage
lijks somherder begoa uitte/.ien, naarmate de
in u u r in de hoog;e schoot. Kn dan ty moe
ten denken dat de se weldra den blauwen
hemel en de grillige wolken geheel voor
hare oogen zou verborgen, de uiuur die
vroeger zoo mooi teaen de lucht afjtak met
hare frissche groene takken !
la een mauid radden dj metselaars bun
werk voltooid : het A-as een gladde opper
vlakte, vau hardsteen, dn witachtig grijs
geschilderd Wer i, en zoo dcu indruk maakte
van een troosteloo/e Xove ubi.-rluclit, voort
durend bewolkt, onveranderlijk en dood ; en
de daaropvolgende zomers werden de rozen
en du heesters van de binneuplaa s in zijn
schaduw weer groen, maar verwelkten spoedig.
In het vertrek fchenen de warme zonnestra
len, van Juni en Juli nog wei, maar's mor
gens veel later en 's avonds verdwenen zij
veel eerder; de schemering vau voor- en na
jaar viel een uur vroeger in en bracht grijs
heid en somberheid mede.
Eu de tijd en de maanden en de jaargetijden
schreden voort. Tu-schen licht en donker wan
neer deavoi d begon te vallen en de drie
vroii?Ren, de een na dd ander haa'-borduur of naai
werk neerlegden voordat zij dt lamp aanstak: D,
hief het jonge me sje dat spoedig niet
jong rnaer zou zijn altijd hare oogea naar
den muur op, die uu de plaats innam van
het b.ofeje luc.it van vroeger; dikwijls zelfs
kon zij met een soort van weemoeJ, die haar
aanhoudend overviel evenals een manie bij
een gevaug.-ne, zicti bezighouden met vaa
eene vaste plaats naar dj takken der
rozestruikeu en naar de toppeu der heesters
gedachte als basis roor den verderen bouw
is in deze opzichten vast voor imtner. Maar
onvast, en in beginsel nog onzeker ia de
wording, het sedert den aanvang der socia
listische theorie alfes overheerschen Ie groei
proces der communistische idee. Met name
meen ik, dat de in ieder land van moderne
Kapitalistische ontwikkeling, (en in ons land
van daarmee paralel loopende artistieke" ont
wikkeling) voorkomende hevige
grdachtenstrijd vaa het communisme tegenover het
individualisme nog volstreden moet worden.
De neigiug, om van het begin af der eerste
socialistische gedachte als het ware het com
munistische gevoelsleven aan te vangen in het
midden der kapitalistische wereld, is spoedig
veroordeeld geworden. Van een algemeen plot
seling omslaan" der gedachte in dezen zin
kan men zeggen dat zeker geen sprake is
geweest. Maar voor de toekomst, en in een
langzame maar besd ssende wording heeft
de communistische idee hare eerste belang
rijkheid behouden. En vanaf dien tijd heeft
zij haar grooten strijd gevoerd met den bijna
gelijktijdigen - eersten volledigen opbloei der
vrije persoonlijkheid.
Voor sociaai-democraten heeft het zy'ne
bijzondere belangrijkheid wellicht, te zeggen,
dat deze strijd niet uitloopen zal op een
overwonnen individualisme. Misschien kan
men nog eerder aannemen, dat, zoo dit laatste
absoluut veranderd is in zijn karakter vaa
vereenzaming en vijandigheid, het evenzeer
gegroeid is in kracht en rijkdom van gevoelens.
En ook in het werk van onze voorgangster
Henr. Koland Holst, on e socialistische voor
gangster, is het nu duideli-k, dat nog boven de
groote en nieuwe gevoelens van gemeens.'hap
en liefje, zich verheft een in kracht groeiende
en zün zelfbewustheid vierende persoon
lijkheid.
* *
*
De eerste maal, dat Henr. Roland Holst,
in hare ontwikkeling van sociaal-democrate
gekomen is tot op nieuw de erkenning van
de grootere persoonlijkheid, is geweest in het
laatste gedicht vau de Nieuwe Gehoon", de
Sterke. It meen nog, dat dit gedicht een
mislukking was. Daarna, en vóór het hier
boven genoemde De Ruiter", heeft zij, in niet
direct-litteraire artikels, ttveemaal als ie een
plotselinge, buitengewone manifestatie van
hare persoon! k -heid zich geopenbaard. Eens
in een, artikel in Hel Volk tegen Schaper
over dere/olutie; aan het slot, 1) en de andere
maal ia een passage in haar brochuie Al
gemeene Werkstakingen Sociaal-Democratie",
betreffende de Kussische Revolutie. E :n derde
artikel van haar, in de Neue Z''U, behande
lende een jongste geschrift van Maxim Gorki,
getuigt van diezelfdv bezieling. De aanname
van mevr. Holst, die de mijne niet is, is
daarbij, dat een aanstaande revolutie aan
een wereld van dergelijke bezielde persoon^
lijkheden het aanzijn geven zal.
* *
*
In poë/,ie, d. w. z. in klanken, die van nu af
voor altijd een openbaring kunnen zijn voor
wie het gehoor heef', heeft H. li. H. in De
Ruiter" deze gevoelens geuit. Daarmee is, voor
zoover mijn kennis gaat, het allereerste
socia1) Vooral dit slot is merkwaardig ;
Wanneer gelijk in die onvergetelijke maanden:
No-ember en December vari het voiigjaar
de pols der sociale ontwikkeling gnel en
luid. gaat kloppen en de mogelijkheid dat
het nieuwe 'ijdperk nadert door het verstand
wordt beaamd, dan zien wij als in een glimp
van licht, de geweldige verandering, die het
proletariaat dan z >u ondergaan, de geweldige
energie, die dan plotseling in hem oplaaien
'??ou. Een stroom van strijdbegeerte
doortintelt ons van het hoofd tot de voeten,
onze geestelijke vermogens groeien, ongeduld
verteert ons, verlangen bevleugelt ons; al
de krachten van ons wezen schijnen
verdubbeld. En een heilige vreugde, in het
vooruit«cht hem te beleven dier dagen
dag, dien eerste vau een reeks storm
bewogen en zon bekroonde duorsiddert de
,,',iel misschien nidt van elk
sociaal-demo..craat, of partijgenoot Jchaper maarzeker
,,van elk revolutionair'' Hei VoU; N'o. IMiO.
Het is duide'ijk dit wie de waarde van
dit nieuwe individualisme niet begrijpt, ook
dc:f bezieling om een naderende revolutie
vreemd zal schijnen.
te kijker:, hoe ze afstaken tegen de
grijsachtig geschilderde steenen en verbeeldde
zij zich dat de ac'-itergrond da home wi->,
lager ei) meer navij dia de werkelijke
evenals zij. die zich des nachts in onsamen
hangende droombee'.den verdiepen.
7>ij hadden eene erfenis in het vooruitzicht,
waarvan zij dikwijls spraken wanneer zij met
haar werk rondom de la;np zaten, evenils
van een droom a's ware het een sprookje,
zoover af n:hesn htt.
.Maar wanneer zij die gekreun -ouden
hebben van uit A:nerika, dan zouden zij het
huis van de/n buurman koo en en daarna
het geheele nieuwe gelrfehe laten afbreken,
alles weer in zijn vruegeren toestand terug
brengen en a-m du binawnplAats ec aan dx
mooie ro'.en o;> d>-n muur de zon weergeven.
Den muur omver te werpen... dat was ha ir
eenige weix-ch bier op aarde, hare aan
houdende kwelling.
Eu de oude tante zeide dan gewoonlijk :
Lit-ve kinderen, ik hoop dat (r jd mij /oo
lang bij u zal laten om dien mooieii dag
nog te heieven l ...
Het duurde lang eer de erfenis kwam.
Op het laitgt had len d .1 redens op den
muur eene soort zwarte strepen achter ga
laten, die treurig, treurig om aan te zien
waren, 't leek op een V' of ojj de t-chadu\v
van een vogel in d- vlucht. Eu het jonge
mei-je keek er ali« dagen naar. . .
Kens to»n de lente zeer wanrr vva?,
wa-irdoor de rozen vroeger en mooier bloeiden
ondauks da scbaduvv van den muur, ver
scheen er een jon.; mensch in het hoekje
van de binnenplaats en zette zich eenige
a /ouden achtereen bij de ,'e'rarmde dam-js
aan talel.
Hij bezocht op zijn reis hare stad en was
door wederzijd.-cbe vrienden aanbevolen, n et
geheel en al zonder trouwplannen. Il ij zag
er knap uit, nv^t een il-uk gelaat, waarop de
zeelucht een bruine kieur had achterge.aten...
Maar hij hieid de erfenis voor een hersen
schim; hij vond het jonge meisje te ar n, en
haai kleur wer l reedj Hits d x>r gebrek aau
licht.
Hij vertrok en keerde niet terusr, hij die
een tijd lang in dat veitrek de zon. de krac'it,
het leven gebracht had. Ka zij, die zich r«cds
zijn verloof Ie waan Ie, kreeg na dat heengatn
eun innerlijk dof gevoel van do /J.
liftische vers, in de bet eekenis als hier aan
gege ven geschreven. Dat men het oneens kan
zijn met de profetie van dit gedicht, van een
naderende revolutie, is voor de poëtüche
waarde natuurlijk van geen belang. En om
gekeerd is met de aanduiding van de groote
persoonlijkheid, die zicb hier in dit
ontzaggelijke rythme verheft, hare diepe
menschelijke liefde niet ontkend.
, er zou over het wezen van haar klanken
en rythmen zoo veel te zeggen zijn. Maar ik'
heb no jit den indruk gekregen, dat men met
citeeren iets bereiken zou, dat de lezing van
het geheele vors niets geeft. Maar wie zich
de melodieën van hare eerste sonnetten ber
innerf, moet een wereld van blijdschap ge
voelen bij de herkenning van diezelfde ge
lukkige klanken, die het teeken zijn van haar
standvastige en nu geheel volbrachte ont
wikkeling.
STELLWAGES Jr.
Aaa professor ir. H Dort.
Geachte professor.
Het deed mij genoegen te bemerken dat u,
mijn oude leermeester, aan wiens persoon en
onderwijs ik zulke aangename herinneringen
heb bewaard, de moeite hebt willen nemen
otn mijn preekbundel te bespreken. Ik dank
u voor de welwillende wijze, waarop u dit
hebt ge:laan; uwe opmerkingen betreffende
de taat zal ik ter harte nemen. Ik kan echter
niet nalaten orn met enkele woorden op
sommigH uwer opmerkingen te reageeren.
Mijne bedoeling is daarbij niet om eene
anükritiek te leveren noch om
inbijronderheden mijne opvattingen téverdedigen,
neergelegd in d-3 uitgegeten preeken. U hebt
echter een paar dingen gezegd, die ik niet
over mijn kant kan laten gaan.
Allereerst dan hebt u betover do benaming:
preeken van een revolutionair. U doet het
voorkomen, alsof ik dezen ondertitel heb
gekozen, omdat ik ,,«o :iale" p'réekeh geef,
preeken, waarbij ik in contact" blijf met de
werkelijkheid. AU dit zoo ware, ja, dan hadt
u gelijk in wat u er onmiddellijk op laat
volgen. Maar dit is geensdns diet geva'. Ik
heb die benaming; gebruikt, omdat ik inder
daad wensch Ie heettn revolutionair in den
zm van, zooals u het .noemt, geneigd om de
maatschappij onderst boven te keerenl'Dat
wil zeggen: ik ben er van overtuigd, dat de
maatschappij moet worden opgebouwd op
een anderen grondslag: den
gemeenschappelijken eigendom van grond en productiemid
delen Mij dunkf, dit standpunt blijkt duide
lijk in de preek over liet communisme.,,,
Ik mag geen misbruik maken van d^ gast-'
vrijheid mij in dit b'ad verleend; daarom
kan ik onmogelijk nader tegenover u mijne
communistische opvatting verdedigen. Ik kan
hier alleen u verklaren, daf ik meen op goede
gronden te zijn gekomen tot die vorm van
fcet socialisme, welke men kan aanduiden met
den naam van anarchlstich conavonnis ne.
Maar weet u. wat mij hinderde en pynlijk
aandeed in uwe bespreking? Het was, dat u
over dat communisme zoo smalend schreef.
Het lijkt u vrijwel onzin". Het is onbe
staanbaar". Och laat mij u de namen moge»
noemen van twee groote, ernstige denkers
uit onzen tijd, twee wetenschappelijke man
nen die diepe studie hebben a«unaakt van
het maatschappelijk vraagstuk : Klysée Rec'us
en Pierre Kropotkine. Beide krachtige ver
dedigers van het anarchistisch communisme.
Ga it het ziu aan, om maar eenvoudig het
communisme met een enkel woordaf te maken?
U gelooft er niet in. Het zij zoo! Maar
halt u dan niet <jén o«genb!ik moeten be
denken, dat ernstige, hoogstaande (u kent
(och die twee reugen!) menschen bet prediken?
U geeft me tt-n slotte den goeden raad oaa
ernstiger testudeeren en dieper na te denken.
Dien raad aanvaard ik gaarne; maar ik
wensch u toch de verzekering tevens te
geven, dat ik reeds jaren achtereen
j in hoofdtaak mij bezi^ hoil l met de
bestudeertag en overdenking van wat ik in tiet
algemeen wil aanduiden met den naam sociale
| quaestie' . >n daaron moert ik even t»lim
j lachen toen ik las wat u neerschreef o .'er
j bet vraagstuk der armoede'' en boa u
oori zaak en gevolg dooreenwarde sprekende o. a.
En de eentonige jaren (.'itigen voorbij,
evenals een kal mi liïier: eerst, v ij t, daarna tien,
duaina vijftien, zelfs t wint ij:. Oe fiisi-hheil
j v a n liet j'intre mfisje zonder bruidschat was
j langzamerhand geïieel verd'.vt-nen, daar zij
geen nut bad en iiiet begeeid werd; d«
l moeder krer-g witte haren ; (ie ouJ<* tante
vverd gebrekkig en scliu 1de haar tact
tigjarii hoofd in een verschoten Irnninjsstoel ;
7.i) zat altijd op dt zelf Ie plaats bij het donker
geworden raam, en haar eerwaardig hoofd
stak af legen !i"t groen van de binnenplaats
ondei dien grouteii muur mut de, zwarte
streden door de huppels er ingedrukt. Tegen
over den muur, den on .'er-;eue]ijken mu'ir
werden zij alle drie ou 1. Ka de ro/.estruiken
i en d« heesters werden ouk oud nvt een
minder som'ieren ]>]ant>jnouderd nn. en met
een vleugje van v<"j.>ngiug b:j ieder voorjaar.
Mi-'i^jes, ar-iie iiioi.~je.-i." zei tarde steeds
m e. t hare bi/.ondere «tem, die de «unen nooit
afmaakte, ah ik maar l ing gt-noeg U-ef..."
Kn haar hevige hand wees in dreigende
l houding naar 't stuk :miur, dat haar in den
! Wf'it stond.
j '/,?) was sinds een tiental maanden dood
; en liad een ieegto ge'a'en in 't zitk miertje
i der oj>j>0!»!o!enen endeoverje .levene hadden
haar bH-vnend a's de liefste grootmoeder...
toen eindelijk de erietrs k.vaiu, die liaar
geheel en al in de war bracht op een daa,
\va-vn>p men er totaal niet meer aan dacht.
| liet oude jonge meisje, nu reeds 40
i jaar voelde zich weer geheel jong in hare
j vreugde over 't bezit van zoovel g'-id. Xe
i zouden de huurders natuurlijk wegjagen en
zich zooa's vroegi r in ienten ; maar i>ij voor
keur zouden ze toch huizen in 't kamerje
waar ?.e woonden, toen -/.e 't 7,o--> moesten
overlegden: ten eerste bevatte het voor haar
zoovele herinneringen, en daarenboven zou
't door de zon weer zoo vroolijk worden,
nu lat de muur afgebroken was nu een ijdel
schrikbt'-tld, zoo gemakkelijk te verwijderen
door 't geërfde geld.
KiudelijS had ze plaats, de afbraak van
d<n muur, waarnaar gedurende zoo droeve
jaren verlangd was. ZH had plaats in April,
men de luc'it zoo zaci'it was en de avonden
zoo lung werden. ', t.iing haastig in zijn wt-rk,
nv-n hoorde slechts 't rumoer van neerval
lende steenen, 't gezang d^r werklieden in
een wolk van puin en oude stof. En op 't
over waren ver valschers en oneerlyke han
delaars.
Ten laatste wenBch ik nog te zeggen dat
preeken nu eenmaal geene verhandelingen
zijn; daarom kin daarin op econimische
quaeüties niet diep worden ingegaan. Er
kunnen algemeene beginselen in worden
verkondigd ; er kan in gewezen worden op
de kenmerkende fouten en eigenschappen
van een maatschappelijk stelsel enz.
De door mij uitgegeven preeken hebben
in hoofdzaak ten doel te doen beseffen lo.
het onzedelijke van het tegenwoordige
maatschappelijse leven (waaraan niemand
ontUomt); 2o. het wakker roepen van 't besef
dat er gestreefd moet worden daarom naar
de vernietiging der tegenwoordige maat
schappelijke orde.
Ik durf niet meer schrijven hoe gaarne
ik zou willen en ik eindig daarom cS nog
een enkele opmerking gemaakt te hebben.
U schrijft nl. dat ik niet alleen moet zijn in
contact met de werkelijkheid , maar er
milden in moet leven. Wat dit betreft, meen
ik u te kunnen verzekeren, dat 't daaraan
niet ontbreekt. Ik sla waarlyk het leven in,
onzen tijd niet slechts gade van uit m\jne
stu ieerkamer, maar werp er mij in met vol
bewustzyn en juist daardoor ben ik gewor
den vóór alles: een beslist revolutionair.
Want het is die werkelijkheid, welke mij
geleerd heeft, dat in eene kapitalistische
maatschappij niet alleen voorloopig n,og geen
plaats is voor den Christus, maat nooit voor
hem plaats zcl zijn.
Met dank voor uwe belangstelling, uw*
oudleerling
N. J. C. ?CirEBMERHORX.
Nieuwe Niedorp, Mitart 1907.
Noneïs oTtr de Hatüer's wjoülnis ,
aan d1 n Haat. ; ,
In de N. R. Courant van 20 Maart 1.1.
gaf de correspondent van de hoofdstad eenige i
historische mededeelingen naar 'aanleiding
van de viering van den geboortedag van M.A-.
deRuijter. Daaronder wordt betrekkelijk het
huis (131 Prins Hendrikkade),
aangewezenals dat van de E.'s woonhuis, twijfel ver
meld of de R. wel inderdaad in dat huis
en niet in het naastgelegene huis heeft
gewoond,- echter wordt geconstateerd dat
dit huis nimmer in eigendom aan de B.
heeft behoord, terwijl het vermoeden wórdt
uitgesproken dat het tegenwoordige
gedenkteeköa door .'een der ltttejte»eigeaaarsinbet
.huis' ie gosteld, vermoedelijk vóór 1829, in
welk jaar liet door v. d. Vijver in ziju
wandelingen in en om Amsterdam" wordt
vermeld. Dit laatste is volkorüen juist.
Opdat echter omtrent het andere geen twijfel
of onkunde besta, is het weuschelijfc alsnog
voor belangstellenden bet volgende hier.ter
kennisneming aan te bieden.
M. A. (de) Ruijter kocht 22 Januari 1661
ecu h*iis op het Niéuwe Waalséilan'i van
Reynier de Block en wel voor den prijs
van niet minder dan /' 28,150. Welk Huis?
Geen ander als dat van het 12e perceel van
de Buiten Bantammerstraat, of van het 7e
van de Schipperstraat af, zijnde dus nog
trjjenwoovd g het huis genummerd No. 131
of vroeger Buitenkant N o. 24. Hot huis is
aan de R.'s familie gebleven tot het jaar
17(8, toen het bij; kwijtschelding o'f trans
port voor Schepenen van B Mei, door de
R. s, kleindochter' Elisabeth Bomer werd
verkocht aan Jan Agges Sjholten voor
? 10,000. Scholtca heeft bet 10 Xovem'ier
1731 verkocht voor /' 22,000 aan Barbara
Tideman, de wed. van Hendrik Lubly.
Haar zoon 15arend draagt het in 1785, 23
Februari WRCÏover aan Fraris Oost voor
/' IS,550 en dezo Frans Oost verkoopt het
1S08, 15 Juli, weer aan Hermannus Drost
en diens tweede ejbtgenoote Wilhelrnina
Hpanceerder, voor den prijs van /' 17,000.
Bij alle deze overdrachten, te beginnen
alspo met die van liet j ,ar 1718, wordt het
huis aangewo/en als het twaalfde huis van
de Buiten-BiiutaTimerstraat. JJaarer.bjven
wordt liet getiteld met de woorden: waar
de ruiter boven de deur ttaat '. Deze aan
duiding kan geen au iere KIJ-I als die welke
Wagenaai (l 639)?dus omstreeks 1760
einde van den tweeden dag, toen alles klaar
was, d« me'.se!air.s veitrokkfn, d ) st.Ite terug
gekeerd, zaten ze tejenover elkaar aan tafel,
m ieder en doc'rler, heel verhuisd dat \ zoo
licht was en dat ze bij 't middageten geen
lamp bthoefden aan te steken, en zooals ze
dat in vroeger da^err ook gedaan hadden,
keken ze naar de bloemen op de binnen
plaats, maar inplaatg van de vreugde die ze
er over hadden moeten hebben, s?e>-oelden
z» zich integendeel zeer onbehagnlijk : er was
opeen-i te veel licht in hun kamertje ge
komen, e-n soort van al te schelle 11 k kering
en de gewaarsvordin» van eene vreemde leegte
buiten, van een groote verandering. Xtj kouden
geen woorden vinden nu haar droom zich
ve wezen'ijk t had; bi-idcn in gedachten
verdiepf, aangegrepen dojr een s; e -ds «rooier
wordenden weemoed, zaten zij -/.onder te
spreken, zonder aan den maaltijd te raken.
Kn langzamerhand kromp haar hart als 't
ware ineen, iet j als wanhoop k'.\am ove.r haar
van iet', dit voor altijd verdwenen was.
zooals men ge.v >elt bij den aanblik van een
dierbare doode.
Toen de moeder merkte, dat de oogen
ha1 er dochter vol iranen stonden, raadde zij,
de or mtgeproken gedachten, die 7.00 zeer op
de haren geleken ;
Mt-n zou den muur weer kuunen opbou
wen," 7.eid« zij. We zouden kunnen beproe
ven hem in den ouden totstand terug te
laten brengen T'
Ik dacht er ook over," antwooidle de
dochter, maar neen, ?Aet ge, dat zou uiv t
hetzelfde /.ijn ! . . . ."
Iloe kon dat ook: zij zelf, zij allée'n wis
veranderd; in Kaar binnenste was de linve
herinnering vernietigd ; uit het verleden kwam
voor haar geest het knappe gezic it van een
jong man <n het eerwaarde gelaat van de
oude tante, die gestorven was.
r-n eensklaps, bij de herinnering aan de
zwarte strepen op d^n muur, die daird'icr
de aanhoudende regendruppels ingegrift waren
en die '/-ij «ooit, nooit meer zon zien, was 't
of haar hart plotseling van-een-reet; zij
weende de bitterste tranen van haar selie^le
leven, r>ij de gedachte aaa den muur, die
onherstelbaar vernietigd wa\