De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 7 april pagina 5

7 april 1907 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1554 DE AMS1EKDAMMER WEEKBLAD V O O K NEDERLAND. MAGGI's Soepen in tabletten, merk Krnisster, maKen het mogelijk om in den kortst mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts met water, voortreffelijke krachtige soepen klaar te maken. Per tablet voor 2 flinke borden Fransehe soepen 10 Ct. Pikante soepen l* » MAGGI's Bouillon-Capsules, merk Kruisster, geven door oplossing in kokend water oogenblikkelijk een voortreffelijken voor het gebruik gereed zijnden bouillon. Per capsule voor 2 koppen CoBBOmmé(extra sterk vleeschnat zonder vet) 12 Ct. Braillom (vleeschnat met vet) . 9 MAGGI's Aroma, merk Krnisster, geeft aan zwakke soepen, sausen, groen ten, hutspot zoowel aan allerlei vleeschgerechten oogenblikkelijkeen Terrassenden. fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve spaarzaam te gebruiken. Verkrijgbaar in flacons vanaf SO Ct. iiiiiiliiimillimiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiniiiiiniiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMHiiiii iimmiiiiiimmni uur miniiim u mi 111 H i i iim n 1111 LIBERTY O E L A l N E CANTON SILK SIRANG SILK TYRIAN SILK RANZA SILK B L O O M SILK THRACIAN CRAPE SILK ORAPE 77 oH. wldi Fl. 1 20 86 cM. wlde Fl. 1.50 65 oM. wlde Fl. 2.35 87 cM. wide Fl. 2.95 115 cM. wlde Fl. 3.85 115 cM. wlde Fl. 3.85 110 cM. wlde Fl. 4.85 115 cM. wlde Fl. 4.85 A GENERAL PRICED CATALOGUE AND PATTERN8 ON REQUE8T. COSTUME AND MILLINERY DEPARTMENT LATEST MODELS OF LIBERTY DAY DRESSE8 LIBERTY TÉA GOWNS .LIBERTY COATS LIBERTY BLOUSES LIBERTY CHILDREN'S WEAR LIBERTY HATS FOR LADIES AND CHILDREN. LIBERTY & CO'S BOOKLETS WITH FULL-PAGE ILLUSTRATIONS AND PRICES A BOOKLET OF HIEXPENSIVE BLOUSES, HATS, SCARVES, LACES WORKBAGS AND P E R F U M E. AROOKLETOFINEXPENSIVEI TABLE COVERS, l CUSHION SQUARES, l CUSHIONS AND TEA j COSIES. POSTFREE ON REQUEST. A M SOLE AGENTS FOR HOLLAND iiimiiiiinmiiiiiiiiiiiiiHiiiiiimiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiH geeft ook het geneesmiddel, op zoo'n wijze, dat het werkt. Kan daar redelijker wijze aan merking op gemaakt worden ? * * * Intusschen, bedoelde boeken worden niet slechts afgekeurd om de kwajongensstreken, die er in voorkomen, ook omdat daarin ge lezen wordt over onderwijzers, die door de klas uitgelachen worden, waardoor zoo het heet het prestige- van /iu* onderwijzer schade lijdt. Welk een bezorgdheid voor dat prestige l Dat missives over het toedienen van lichamelijke straffen gepubliceerd worden of berichten over onderwijzers, die geschorst worden om overtreding van dat verbod, dat hindert niet, maar dat kinderen Inen over UIT DE NATUUR. April. Dat is de maand van de opening, van de herleving en de uittocht, 't Leek er tot ver leden week niet naar, dat 't begin van de maand een goed begin zou zjjn; maar deze eene week van lente-zonneschjjn heeft alles vergoed, wat wij in Februari en begin Maart te kort zijn gekomen. Op zulke echt zomersche dagen vóór en met Paschen, had niemand durven hopen. 't Was werkelijk al iets te warm in den trein, die ons gisteren naar buiten bracht. Wel wezen alle haantjes en vaantjes naar 't oosten; maar we voelden geen kilte, ook niet als we langs den heikant pal tegen den wind op karden. En we waren de eenigen niet, die Vr\jdag en Zaterdag de stad ontvluchtten". Nog kaal, buiten, hè?" Dat is de gewone vraag-mededeeling van de kennissen die je op zoo'n dag in't vroege voorjaar tegenkomt; en in den toon ligt meest iets van een teleur stelling, iets van moet je daar nu voor naar buiten?" Natuurlijk is 't op 't einde van Maart en ook nog in 't begin April nog kaal buiten. Waar zouden de bladeren zoo opeens vandaan moeten komen? Die barsten niet opeens uit de knoppen, als 't- een dag of zes geleden nog vroor of ijzig koud was; 't zijn geen kuikens die met veer en al, kant en klaar uit de eieren wippen. Het gaat bij de boomen altijd geleidelijk; ook als 't tot half April koud is gebleven, doen de knoppen er nog een dag of acht over, en dan eerst is het buiten niet kaal meer. Maar juist dat geleidelijk uitschuiven, dat samengaat met een dagelij ksch wisselen van tinten, is 't aantrekkelijke van't verschijnsel. En al voor de jongste bladeren buiten de knopschubben zijn geraakt, bloeit er menige boom dat 't een lust is; althans voor de menschen, die er op letten; want in 't oog vallend is 't niet, en lang duurt 't meestal ook niet. Zoo waren van de week de olinen net n dag, Goeden Vrijdag, prachtig van tint; tegen den namiddag begon 't rood al te verbleeken en Zaterdag waren de meeste al uitgestoven; dit gaat elk jaar zoo in irnsterdam, de stad van de olmen of iepen. De oorzaak van de kortstondige kleur der iepen ligt, in de hel dere roode knoppen van de ineengebogen meeldraden; de draden zelf zijn wit; barst nu de helmknop opeii, en dat gaat bij alle bloemen vrij wel gelijk, dan strekt zich meteen de lange witte draad, maar weg is de gloed, die vooral bij lage zonnestand zoo treffend mooi kan zijn. Wel bloeit er van de week nog een andere boom op' 't kale hout, ook met roode bloe sem; dat is geen olm, wat dadelijk blijkt door de takkenstand en door 't gemis van 't fijne kantwerk, dat de heele iepenkroon omhult. 't Is een roode eschdoorn of ahorn; in de Plantage te Amsterdam en in Artis staan er een paar prachtexemplarsn van. Alle eschdoorns bloeien mooi; en 't aller mooist ongetwijfeld de Noorsche, een soort met spitse bladeren. Toch moet men ook op een uitgelachen onderwijzer, dat is voor dat prestige schadelijk ! Geloove het, wie wil l Waarachtig, op school vertellen de kameraden elkaar sterke stukjes genoeg (al of niet historisch, ze worden verteld, en wel pakkender, dan zelfs Top Naeff ze beschrijven kan). Ja, het kan zelfs voorkomen, dat het uitlachen door het kind meegemaakt wordt, en voor dat allts vreest men niet, wel voor het lezen van die dingen. Is die vrees ge motiveerd? En als dan nog bedacht wordt, dat alle staaltjes door genoemde schrijvers zóó verteld worden, dat de lezer de afkeuring meevoelt, zou dan van die lectuur slechte invloed kunnen uitgaan ? Geen sprake van en het is dan ook te hopen, dat bedoelde schrijvers zich door niets laten weerhouden om te blijven putten uit den schat hunner herinneringen, om zoo te geven gezonde lectuur voor het kind. W. A. W. MOLL. Het boet en het Volkikind, geschreven voor de moedersder arbeidergkinderen, door * M. WIBAUT- BERDENIS VAN BERLEKOM. f- In haar inleiding wijst mevrouw Wibaut erop hoe het nieuwe leven, dat nu opbloeit in het gezin der vooruitstrevende arbeiders de lust naar hooger beschaving wakker roept, waarmee als dadelijk gevolg gepaard gaat belangstelling in de opvoeding der kinderen. En de moeders zullen gaan uitzien welk een krachtig middel bij de opvoeding het mooie boek kan zijn, hoeveel kwaad slechte boeken kunnen doen en zij zullen zich rekenschap willen geven, wat haar kinderen zooal lezen." In de volgende bladzijden geeft de schrijfster dan eene uiteenzetting van de verhouding van het tegenwoordige boek en het volkskind. Kunnen die twee woorden eigenlijk in n adem genoemd worden. Het echte volks kinderboek bestaat niet. Tot voor kort werd er bij het kinderboek niet aan het volkskind gedacht. Zóó men aan het boek voor het volkskind de eisch stelt dat het een stuk zuiver, echt leven uit eigen omgeving geeft, dan is er bitter, bitter weinig. Wie zulk een boek geven kan moet zeer zuiver en zeer fijngevoelig zy'n, vol warmte en vol liefde. Een prachtig voorbeeld hiervan is Afke's Tiental" van N. van Hichtum. Serieus, goed werk is ook de groote, zoo veel voortreffélijks bevattende Volks- en Kinder bibliotheek van Nellie van Kol, sprook jes en verhalen van Ida Heijermans, en kleine aitgaven als de series van Ligthart en Scheepstra en anderen. Maar anders wat 'n leugen; dikwijls on bewuste leugen. In het boek voor het kind moet alles een .vriendelijke schijn hebben, geduldig en blij leven de arme kinderkens in de nauwe stegen, en wat een dankbaarheid als een rijk kind dadr een vriendelijke gave brengt. Zoo iets wordt tot een smakelijk verhaaltje gemaakt, het doel hebbend het rijke kind mededeelzaamheid te leeren in dezen bloei opmerkzaam gemaakt worden, om het te zien. Dat komt doordat de eachdoornbloei zoo licht kan gehouden worden voor de bladontplooiing, die tegelijk er mee begint. In de volgende week moet u maar eens opletten; als er tenminste geen sneeuw of vorst van beteekenis meer komt. Dan komen er groengele pluimpjes van bloemen bij dt izenden uit de knoppen. Al die staande bloemtrosjes geven aan de lichtgroene kroon een prachtige goudgele tint, zoodra er de zon doorheen schijnt. Wanneer er nu een aantal van deze boomen bijeen staan, is 't iets, om tel kens en telkens weer naar te kijken; 't is zoo fijn en ijl en mfleen zoo schitterend mooi, dat bloeien en botten van de Noorsche eschdoorn, dat 't op menigeen een machtigen onvergetelijken indruk maakt. Veel minder in 't oogvallend maar aardiger om van nabij te zien en te teekenen, is de bloei van veer-ahorn, de Negundo, die -rtaat voor hem zoo aantrekkelijk mooghjke vorm. Enfin, we kennen al die zoetelijke moraal, die niets doet. Wat blijft er dan over voor het volkskind? Natuurlijk het sprookje, maar het echte. Dat kent geen standgmoraal, dat is open en eerlijk. Verder geeft mevrouw Wibaut een over zicht van wat er wezenlijk goeds is in de tegenwoordige kinderlectuur en wat daar wezenlijk goed is, is niet storend voor het volkskind. Men denke aan de boeken van mevr. De Pressensé, als daar het leven van het arme kind in voorkomt, wat 'n ontroe ring, wat 'n waarheid is daarin. Apart worden behandeld : meisjesboeken, jongensboeken, geschiedenisboeken, en zoo dat de moeder zich bewust kan worden waarom 'n boek goed of niet goed is. Natuurlijk zal deze enkle brochure haar niet plotseling daarvoor rijp maken, maar, en dat is de groote verdienste ervan, ze wekt de moeder op tot nadenken, laat ze eens zien wat eigen lijk het boek voor haar kind beteekent. En daarom al is deze brochure voor de moeder der arbeiderskinderen geschreven, ze heeft waarde voor eiken kring. Het is voor alle moeders. Want de meeste boeken die er in behandeld worden zijn boeken, die door de kinderen der gegoeden gelezen worden. En het oordeel dat b.v. de jongenslectuur treft, blijft hetzelfde al wordt het door rijk of arm gelezen. Bovenal op het gebied van jongens lectuur is men zoo onvoorzichtig, het is of de moeders nog verder van de ziel van hun jongens dan van die van hun meisjes afstaan. Wel zeer eigenaardig zijn de voorbeelden van ruwheid en onbeschuafdueid uit de be schaafde" jongenslectuur, die mevr. Wibaut aanhaalt. En in het hoofdstuk verderfelijke meisjeslectuur" worden wenken gegeven, die mis schien meer dan de moeders der arbeiders kinderen andre moeders noodig hebben. Aan het eind van het boekje wordt een praktische lijst gegeven van eenige goedkoope, mooie boekjes en een lijst van eenige eenvoudige wetenschappelijke boeken. TK. KRUYT-HOGERZEIL. Kumtnaaldweik. Primes Clémentine van Saxen-Coburg Gotha. Mevrouw Cecil Edwardes. Tragisch, eind eener Amerikaansche portretschilderen. De April-aflevering van het geïllustreerd Maandschrift voor Dames, bevat een bijdrage der redactrice, mej. Elis M. Bogge, over Kunstnaald werk". De schrijfstw-??Sjrwdgt haar causerie in deze afleveringnaëtnk herinnering te bren gen, dat het onmisbaar gereedeehapje voor het vervaardigen van kunstnaaldwerk: de naald, zoo oud is ala de wereld De door ons gebruikte en gekende naai en machine-naald heeft eerst in den loop der tijden haar tegenwoordigen vorm en afmeting al is 't in weinig exemplaren in bijna alle parken; en toch weten maar weinig menschen, hoe mooi de bloemen van die vedereschdoorn zijn. De mannelijke boom is als een fontein van roode stialen, de vrouwelijke is beschei dener, effen geel groen met fijne hangende trosjes. Zij bloeien tegelijk met de Noorsche esctidoorn. Bij ons zijn 't meestal heel kleine boomen. Of ge met een eschdoorn, welke goort dan ook, te doen hebt, weet ge al gauw; ook als er nog g.jen ontplooiing te zien is; eschvorm-knoppen staan twee aan twee, net als bij kastanje en esc h, maar ze zijn groen en niet bruin of zwart zooals bij deze beide. Ook bij seringen staan de groene knoppen twee aan twee tegenover elkaar, maar die seringen kent of onderscheidt ge wel, doordat 't meest heesters en geen n- en hoogstanioiige boompjes zijn. Nu treft ge in ons land 't allermeest de verkregen: De eerste naalden in gebruik voor grove weefsels of beestenvellen, ver vaardigde men van vischgraten of beenderen van dieren; men sleep ze af, al n aar de l engte of breedte die men wenschte, tot men den vorm kreeg ongeveer gelijk aan onze hedendaagsche rijgpen, breed en plat bij het oog, smaller uitloopend naar de punt. In gebruik voor fijnere weefsels, sleep men ze meer als onze .stopnaald. Niet alle naalden echter waren van zooprimitief gehalte. Inde graven der Egyptenaren, die vrijwel gerekend kun nen worden de eerste borduursters der oud heid te zijn geweesty heeft men bij opgravin gen in de laatste eeuwen naalden gevonden van koper en brons; in Scandinaviëzelfs van goud. Allen hebben echter denzelfden vorm, een dun of plat lichaam, een scherpe .punt, een afgerond bovenstuk, waarin het oog zit, dat den draad moet vasthouden. Stalen naalden dateeren eerst uit het midden der 16a eeuw, en, wat wel opmerkelijk is, züwerden door Indianen het eerst vervaar digd in Engeland, toenmaals het land bij uitnemendheid der borduurkunst." Aangaande de sierkunst toegepast op klee ding, tapijten en wandbedekklng, hebben opdelvingen van Egyptische en Koptische graven treffende getuigenissen afgelegd. De schrijfster deelt over de Kopten nog het volgende mee: Al mogen de oude Egyptenaren als de beste weefsters en bor duursters der oudheid bekend staan, zoo deden de Kopten, hun afstammelingen, niet voor hen onder. De werkstukken der Kopten meest samenstellingen gebaseerd op de ge stileerde bloem, omgeven door geometrische lijnen en lofwerk, kunnen eenigszins be schouwd worden de voorloopers te zijn van de latere zoo beroemde gobelins, zij werden ook betiteld met den naam van Koptische Gobelins". De illustraties behoorend bij het opstel van mej. Rogge, zijn vier beeldige werktasschen, vervaardigd op de Royal Hellenic School" te Athene. Deze handwerken doen eer aan den klassieken schoonheidszin der Grieken. * * * Prinses Clémentine van Orléans, onlangs op negentigjarigen leeftijd in het paleis Coburg te Weenen overleden, was de laatst overgeblevene der tien kinderen van den Franschen burgerkoning Louis Philippe en koningin Marie Amélie. Van dit tiental, verkreeg prinses Clémentine met haar broe ders de hertogen van Aumale en van Ne mours, en den prins van Joinville, de meeste bekendheid. Door haar huwelijk met August van Saxen Coburg Gotha, den '30sten April 1843 voltrokken, werd zij verwant aan die invloedrijke tamilie Coburg, die naar onlangs de rector magnificus van de Utrechtsche hoedeschool herinnerde, vast alle Europeesche tronen beheerscht. Hoe het gezin van prinses Clémentine's vader, te Parijs was ingericht, leeren wij uit de gedenkschriften van een harer neven, gewone eschdoorn, en d'e is de minste onder de broederen, wat schoonheid en bloei aangaat. Niet evenwel wat de merkwaardigheid er van betreft. Ik kijk altijd met bijzonder genoegen, en zoo lang en vaak ik er gelegen heid toe heb, naar bloeiende eschdoorns; dat is een zwak van me, wat zijn bijzondere oor zaak heeft. Niet om 't mooie dus; de gewone ahorn heeft groene bloemen, die in trossen, onder beschutting van een paar bladeren hangen; maar om het leven en de beweging die er dan in zoo'n boomkroon heerscht; 't is of er jaarmarkt is, zoo suist en soemt en bromt 't daar boven; wat er verkocht wordt, is honing en niets dan honing, maar die is er in zulk een hoeveelheid, dat 't zoete goedje somwijlen op den grond druppelt, en ook daar door vliegen en torren wordt opgelikt. Ongelooflijk is 't aantal vliegen, kevers, bijen en wespen dat op een bloeiende ahorn gaat smullen; en of 't uitsluitend aan Mannelijke Veereschdoorn. (Uit l>e Lerende Natuur). Vrouwelijke Veereschdoorn. den weibekenden Ernst van Saxen Coburg Gotha kennen : Das Familienleben des ganzen Hofes hatte etwas bürgerliches und so anziekendes, das es.auf mich und meinen Bruder, den wohlthuendsten Eindruck machte. Hertog Ernst wist, toen hij in 1836 aan het hof van Louis Philippe met zijn broeder. den lateren prins Albert, gemaal van koningin Victoria van Engeland, verkeerde, niets van de trouwplannen die men met hem veor had. De Fransche koning liet door koningLeopoldl van Belgiëden jongen hertog Ernst polsen over een verbintenis met prinses Clémentine, die echter niet tot stand kwam wegens het verschil in geloofsbelijdenis der jonge lieden. De voorwaarden, die de Fransehe, anders zoo inschikkelijke burgerkoning stelde voor de mogelijke uakomelingen uit een gemengd huwelijk, werden door de familie Coburg niet aanvaard. # * * Mevrouw Cecil Edwardes, schoon auster van lord Kensington, heeft te Parijs met succes gedebuteerd als oratorium-zangeree. Cecil Edwardes, geboortig uit Fransch Canada, krijgt te Parijs haar muziekale opleiding. De beroemde zanger, Jean de Beszké, is naar leermeester. Mevrouw Edwardes stelt zich voor, opera zangeres te worden. # # De Amerikaansche portret-schilderes, mevr. Rigby, is haar echtgenoot spoedig in den dood gevolgd. Een maand geleden, stierf Burnham Rigby op zyn terugreis naar NewYork, komend uit Peru, waarheen hij was gegaan om f en schilderijen-ver zameling te bezichtigen, door een Peruviaansche familie te koop aangeboden. Taans is zijne echtgenoote, eene bekende portretschilderes dood gevonden in haar atelier, te New-York in East Sixteenthstreet. Een defecte gas-slang verbonden aan een kacheltje in het schilders-atelier, was de oor zaak ran het noodlottig einde der kunstenares. Haar huishoudster had haar reeds dringend verzocht de kapotte leiding niet meer in gebruik te nemen, maar een nieuwe slang te laten aanbrengen. Een aantal onvoltooide portretten zijn op 't atelier van mevrouw Rigby gevonden en verschillende brieven met verzoek voor de artiste te poseeren. Opgaand in haar kunst, wijdde zij allicht, zooals 't meerendeel kunstenaars, weinig aandacht aan materieele beslommeringen en praktische dingen van 't leven. Die huis houdster had maar op eigen houtje den boel in orde moeten laten maken l Waarvoor is zy anders huishoudster ?! Artisten zijn in den regel, of vlotte betalers, df met de zorge loosheid der goden laten zij hun rekeningen aangroeien. Zou de Amerikaansche schilderes hierop wel zulk een uitzondering zijn geweest, dat de housekeeper" niet eigenmachtig durfde handelen ? Ik betwijfel het. Had zy maar gehandeld en niet gebabbeld; artisten uit hun denk- en werk-sfeer voeren is kloppen aan dooven-mans-deur. CAPRICE. 't bezoek ligt, weet ik niet, maar er zijn ook weinig boomen met insecten bloemen, die zooveel vrucht dragen, Die vruchten herinnert zich iedereen uit zijn kinderjaren; het zijn die aardige vleermuizen of vogeltjes, die zoo leuk kunnen ronddraaien bij 't neervallen, als je ze eerst omhoog heb gegooid; 't gaat bijna zoo mooi als bij de sparrezaden; ook die hebben zoo'n vleugel, waarmee 't zaadje ver van den moederboom wegvliegt; viel 't onder den boom, dau zou de kans op ont kiemen en groot worden al heel klein zijn; want boomen mogen niet te dicht op elkaar staan; en om te gedijen is er, rooral in de jeugd, ook voor boomen veel licht, lucht en voedsel noodig. Wanneer nu straks de eschdoorns bloeien en 't er op zonnige dagen wemelt, let dan, zoo 's morgens tegen zeven of acht uur eens op, wat een vogeis er in en om en door de eschdoorn vliegen. Veel leven maken ze niet, tenminste de vliegenvangertj es en de tjiftjaf zijn o zoo stil en bedaard; ze pikken hun mondje vol, wippen van hun takje even omhoog en vallen draaiend, soms duikelend weer neer, bij elke toer heeft n vlieg of torretje 't leven gelaten. De roodborst zit op de loer, hij is al te vol en te lui om zich nog druk te maken; de gebraden varkens vliegen iemand hier werkelijk in den mond, 't is een echt luilekkerland «oor insecten-vogels, zoo'n eschdoorn. 'k Heb eens in een uurtje tijd een kleine vijftig vogels geteld in mins tens acht verschillen Ie soorten, die op een eschdoorn vlak voor mij a venster kwamen smullen. Geen van alle zongen of piepten ze; wel kon ik vaak door 't zoemen heen de bekjes hooren kleppen als er weer eentje gesnapt was. Vooral een roodstaart deed zich te goed. Beu fitis, die toch onmogelijk nog jon gen kon hebben, ving kleine vliegen bij risten, zo )dat ze aan weerskanten uit zijn bek hin gen en vloog dan weg. Een paar minuten later hoorde ik het zacht dalend lijfdeuntje van 't mannetje, dat een paar boomen verder ronddribbelde tusschen 't jonge blad, en dadelijk daarop kwam 't vogeltje weer een zoodje vangen op mijn eschdoorn. 'k Geloof vast, dat 't moedige wijfje aan 't wat schuwer uitgevallen mannetje telkens een versnapering bracht, 'k Had het graag ook gezien om 't niet alleen te gelooven maar ook te weten. Fitissen zijn toch al zulke sympathieke vogeltjes, en er ia al zooveel moois van ver teld, dat waarschijnlijk waar is, dat ik er nu wel eens iets met eigen oogen van wilde zien; dan was 't zeker waar; maar 't lukte niet. Wie een eind buiten de groote steden woont, aan den hei- of bosuhkant moet vooral eens op dat vogeltje letten' Het is voor heide en dennenland in April de overheerschende zanger. Luister maar naar een vinkenslag, die wel begint maar niet eindigt, die, als verdoe zeld ver wegvloeit met den wind, of die als 't volkomen windstil is, zacht afrolt in een lief gemoedelijk golvend valietje, in plaats van op 't slot omhoog te stijgen tot het: Lust je bier? van de vink; de filisdeun is net als de vinkenslag n enkel motief, zoo goed als zonder variatie. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl