Historisch Archief 1877-1940
No. 1554
DE AMS1EKDAMMER WEEKBLAD V O O K NEDERLAND.
MAGGI's Soepen in tabletten,
merk Krnisster,
maKen het mogelijk om in den kortst
mogelijken tijd (10?25 minuten), slechts
met water, voortreffelijke krachtige
soepen klaar te maken. Per tablet voor
2 flinke borden
Fransehe soepen 10 Ct.
Pikante soepen l* »
MAGGI's Bouillon-Capsules,
merk Kruisster,
geven door oplossing in kokend water
oogenblikkelijk een voortreffelijken voor
het gebruik gereed zijnden bouillon. Per
capsule voor 2 koppen
CoBBOmmé(extra sterk vleeschnat
zonder vet) 12 Ct.
Braillom (vleeschnat met vet) . 9
MAGGI's Aroma,
merk Krnisster,
geeft aan zwakke soepen, sausen, groen
ten, hutspot zoowel aan allerlei
vleeschgerechten oogenblikkelijkeen Terrassenden.
fijnen smaak. Zeer toereikend, derhalve
spaarzaam te gebruiken.
Verkrijgbaar in flacons vanaf SO Ct.
iiiiiiliiimillimiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiniiiiiniiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMHiiiii iimmiiiiiimmni uur miniiim u mi 111 H i i iim n 1111
LIBERTY
O E L A l N E
CANTON SILK
SIRANG SILK
TYRIAN SILK
RANZA SILK
B L O O M SILK
THRACIAN CRAPE
SILK ORAPE
77 oH. wldi Fl. 1 20
86 cM. wlde Fl. 1.50
65 oM. wlde Fl. 2.35
87 cM. wide Fl. 2.95
115 cM. wlde Fl. 3.85
115 cM. wlde Fl. 3.85
110 cM. wlde Fl. 4.85
115 cM. wlde Fl. 4.85
A GENERAL PRICED CATALOGUE
AND PATTERN8 ON REQUE8T.
COSTUME AND MILLINERY
DEPARTMENT
LATEST MODELS OF
LIBERTY DAY DRESSE8
LIBERTY TÉA GOWNS
.LIBERTY COATS
LIBERTY BLOUSES
LIBERTY CHILDREN'S WEAR
LIBERTY HATS
FOR LADIES AND CHILDREN.
LIBERTY & CO'S BOOKLETS
WITH
FULL-PAGE ILLUSTRATIONS
AND PRICES
A BOOKLET OF HIEXPENSIVE
BLOUSES, HATS,
SCARVES, LACES
WORKBAGS AND
P E R F U M E.
AROOKLETOFINEXPENSIVEI
TABLE COVERS, l
CUSHION SQUARES, l
CUSHIONS AND TEA j
COSIES.
POSTFREE ON REQUEST.
A M
SOLE AGENTS FOR HOLLAND
iiimiiiiinmiiiiiiiiiiiiiHiiiiiimiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiH
geeft ook het geneesmiddel, op zoo'n wijze,
dat het werkt. Kan daar redelijker wijze aan
merking op gemaakt worden ?
* *
*
Intusschen, bedoelde boeken worden niet
slechts afgekeurd om de kwajongensstreken,
die er in voorkomen, ook omdat daarin ge
lezen wordt over onderwijzers, die door de
klas uitgelachen worden, waardoor zoo
het heet het prestige- van /iu* onderwijzer
schade lijdt. Welk een bezorgdheid voor dat
prestige l Dat missives over het toedienen
van lichamelijke straffen gepubliceerd worden
of berichten over onderwijzers, die geschorst
worden om overtreding van dat verbod, dat
hindert niet, maar dat kinderen Inen over
UIT DE NATUUR.
April.
Dat is de maand van de opening, van de
herleving en de uittocht, 't Leek er tot ver
leden week niet naar, dat 't begin van de
maand een goed begin zou zjjn; maar deze
eene week van lente-zonneschjjn heeft alles
vergoed, wat wij in Februari en begin Maart
te kort zijn gekomen. Op zulke echt zomersche
dagen vóór en met Paschen, had niemand
durven hopen.
't Was werkelijk al iets te warm in den
trein, die ons gisteren naar buiten bracht.
Wel wezen alle haantjes en vaantjes naar 't
oosten; maar we voelden geen kilte, ook niet
als we langs den heikant pal tegen den wind
op karden. En we waren de eenigen niet, die
Vr\jdag en Zaterdag de stad ontvluchtten".
Nog kaal, buiten, hè?" Dat is de gewone
vraag-mededeeling van de kennissen die je
op zoo'n dag in't vroege voorjaar tegenkomt;
en in den toon ligt meest iets van een teleur
stelling, iets van moet je daar nu voor naar
buiten?"
Natuurlijk is 't op 't einde van Maart en ook
nog in 't begin April nog kaal buiten. Waar
zouden de bladeren zoo opeens vandaan
moeten komen? Die barsten niet opeens uit
de knoppen, als 't- een dag of zes geleden nog
vroor of ijzig koud was; 't zijn geen kuikens
die met veer en al, kant en klaar uit de
eieren wippen. Het gaat bij de boomen altijd
geleidelijk; ook als 't tot half April koud is
gebleven, doen de knoppen er nog een dag
of acht over, en dan eerst is het buiten niet
kaal meer.
Maar juist dat geleidelijk uitschuiven, dat
samengaat met een dagelij ksch wisselen van
tinten, is 't aantrekkelijke van't verschijnsel.
En al voor de jongste bladeren buiten de
knopschubben zijn geraakt, bloeit er menige
boom dat 't een lust is; althans voor de
menschen, die er op letten; want in 't oog
vallend is 't niet, en lang duurt 't meestal
ook niet.
Zoo waren van de week de olinen net n
dag, Goeden Vrijdag, prachtig van tint; tegen
den namiddag begon 't rood al te verbleeken
en Zaterdag waren de meeste al uitgestoven;
dit gaat elk jaar zoo in irnsterdam, de stad
van de olmen of iepen. De oorzaak van de
kortstondige kleur der iepen ligt, in de hel
dere roode knoppen van de ineengebogen
meeldraden; de draden zelf zijn wit; barst
nu de helmknop opeii, en dat gaat bij alle
bloemen vrij wel gelijk, dan strekt zich meteen
de lange witte draad, maar weg is de gloed,
die vooral bij lage zonnestand zoo treffend
mooi kan zijn.
Wel bloeit er van de week nog een andere
boom op' 't kale hout, ook met roode bloe
sem; dat is geen olm, wat dadelijk blijkt door
de takkenstand en door 't gemis van 't fijne
kantwerk, dat de heele iepenkroon omhult.
't Is een roode eschdoorn of ahorn; in de
Plantage te Amsterdam en in Artis staan er
een paar prachtexemplarsn van.
Alle eschdoorns bloeien mooi; en 't aller
mooist ongetwijfeld de Noorsche, een soort
met spitse bladeren. Toch moet men ook op
een uitgelachen onderwijzer, dat is voor dat
prestige schadelijk ! Geloove het, wie wil l
Waarachtig, op school vertellen de kameraden
elkaar sterke stukjes genoeg (al of niet
historisch, ze worden verteld, en wel
pakkender, dan zelfs Top Naeff ze beschrijven
kan). Ja, het kan zelfs voorkomen, dat het
uitlachen door het kind meegemaakt wordt,
en voor dat allts vreest men niet, wel voor
het lezen van die dingen. Is die vrees ge
motiveerd? En als dan nog bedacht wordt,
dat alle staaltjes door genoemde schrijvers
zóó verteld worden, dat de lezer de afkeuring
meevoelt, zou dan van die lectuur slechte
invloed kunnen uitgaan ? Geen sprake van
en het is dan ook te hopen, dat bedoelde
schrijvers zich door niets laten weerhouden
om te blijven putten uit den schat hunner
herinneringen, om zoo te geven gezonde lectuur
voor het kind.
W. A. W. MOLL.
Het boet en het Volkikind, geschreven voor
de moedersder arbeidergkinderen, door
* M. WIBAUT- BERDENIS VAN BERLEKOM.
f- In haar inleiding wijst mevrouw Wibaut
erop hoe het nieuwe leven, dat nu opbloeit
in het gezin der vooruitstrevende arbeiders
de lust naar hooger beschaving wakker roept,
waarmee als dadelijk gevolg gepaard gaat
belangstelling in de opvoeding der kinderen.
En de moeders zullen gaan uitzien welk een
krachtig middel bij de opvoeding het mooie
boek kan zijn, hoeveel kwaad slechte boeken
kunnen doen en zij zullen zich rekenschap
willen geven, wat haar kinderen zooal lezen."
In de volgende bladzijden geeft de schrijfster
dan eene uiteenzetting van de verhouding van
het tegenwoordige boek en het volkskind.
Kunnen die twee woorden eigenlijk in n
adem genoemd worden. Het echte volks
kinderboek bestaat niet. Tot voor kort werd
er bij het kinderboek niet aan het volkskind
gedacht. Zóó men aan het boek voor het
volkskind de eisch stelt dat het een stuk
zuiver, echt leven uit eigen omgeving geeft,
dan is er bitter, bitter weinig. Wie zulk een
boek geven kan moet zeer zuiver en zeer
fijngevoelig zy'n, vol warmte en vol liefde.
Een prachtig voorbeeld hiervan is Afke's
Tiental" van N. van Hichtum.
Serieus, goed werk is ook de groote, zoo
veel voortreffélijks bevattende Volks- en
Kinder bibliotheek van Nellie van Kol, sprook
jes en verhalen van Ida Heijermans, en
kleine aitgaven als de series van Ligthart
en Scheepstra en anderen.
Maar anders wat 'n leugen; dikwijls on
bewuste leugen. In het boek voor het kind
moet alles een .vriendelijke schijn hebben,
geduldig en blij leven de arme kinderkens
in de nauwe stegen, en wat een dankbaarheid
als een rijk kind dadr een vriendelijke gave
brengt. Zoo iets wordt tot een smakelijk
verhaaltje gemaakt, het doel hebbend het
rijke kind mededeelzaamheid te leeren in
dezen bloei opmerkzaam gemaakt worden, om
het te zien. Dat komt doordat de
eachdoornbloei zoo licht kan gehouden worden voor de
bladontplooiing, die tegelijk er mee begint.
In de volgende week moet u maar eens
opletten; als er tenminste geen sneeuw of
vorst van beteekenis meer komt. Dan komen er
groengele pluimpjes van bloemen bij dt izenden
uit de knoppen. Al die staande bloemtrosjes
geven aan de lichtgroene kroon een prachtige
goudgele tint, zoodra er de zon doorheen
schijnt. Wanneer er nu een aantal van deze
boomen bijeen staan, is 't iets, om tel
kens en telkens weer naar te kijken; 't is
zoo fijn en ijl en mfleen zoo schitterend
mooi, dat bloeien en botten van de Noorsche
eschdoorn, dat 't op menigeen een machtigen
onvergetelijken indruk maakt.
Veel minder in 't oogvallend maar aardiger
om van nabij te zien en te teekenen, is de
bloei van veer-ahorn, de Negundo, die -rtaat
voor hem zoo aantrekkelijk mooghjke vorm.
Enfin, we kennen al die zoetelijke moraal,
die niets doet.
Wat blijft er dan over voor het volkskind?
Natuurlijk het sprookje, maar het echte.
Dat kent geen standgmoraal, dat is open en
eerlijk.
Verder geeft mevrouw Wibaut een over
zicht van wat er wezenlijk goeds is in
de tegenwoordige kinderlectuur en wat daar
wezenlijk goed is, is niet storend voor het
volkskind. Men denke aan de boeken van
mevr. De Pressensé, als daar het leven van
het arme kind in voorkomt, wat 'n ontroe
ring, wat 'n waarheid is daarin.
Apart worden behandeld : meisjesboeken,
jongensboeken, geschiedenisboeken, en zoo dat
de moeder zich bewust kan worden waarom
'n boek goed of niet goed is. Natuurlijk zal
deze enkle brochure haar niet plotseling
daarvoor rijp maken, maar, en dat is de
groote verdienste ervan, ze wekt de moeder
op tot nadenken, laat ze eens zien wat eigen
lijk het boek voor haar kind beteekent. En
daarom al is deze brochure voor de moeder
der arbeiderskinderen geschreven, ze heeft
waarde voor eiken kring. Het is voor alle
moeders. Want de meeste boeken die er in
behandeld worden zijn boeken, die door de
kinderen der gegoeden gelezen worden. En
het oordeel dat b.v. de jongenslectuur treft,
blijft hetzelfde al wordt het door rijk of arm
gelezen. Bovenal op het gebied van jongens
lectuur is men zoo onvoorzichtig, het is of
de moeders nog verder van de ziel van hun
jongens dan van die van hun meisjes afstaan.
Wel zeer eigenaardig zijn de voorbeelden
van ruwheid en onbeschuafdueid uit de be
schaafde" jongenslectuur, die mevr. Wibaut
aanhaalt.
En in het hoofdstuk verderfelijke
meisjeslectuur" worden wenken gegeven, die mis
schien meer dan de moeders der arbeiders
kinderen andre moeders noodig hebben.
Aan het eind van het boekje wordt een
praktische lijst gegeven van eenige
goedkoope, mooie boekjes en een lijst van eenige
eenvoudige wetenschappelijke boeken.
TK. KRUYT-HOGERZEIL.
Kumtnaaldweik. Primes Clémentine
van Saxen-Coburg Gotha. Mevrouw
Cecil Edwardes. Tragisch, eind eener
Amerikaansche portretschilderen.
De April-aflevering van het geïllustreerd
Maandschrift voor Dames, bevat een bijdrage
der redactrice, mej. Elis M. Bogge, over
Kunstnaald werk".
De schrijfstw-??Sjrwdgt haar causerie in
deze afleveringnaëtnk herinnering te bren
gen, dat het onmisbaar gereedeehapje voor
het vervaardigen van kunstnaaldwerk: de
naald, zoo oud is ala de wereld
De door ons gebruikte en gekende naai
en machine-naald heeft eerst in den loop der
tijden haar tegenwoordigen vorm en afmeting
al is 't in weinig exemplaren in bijna alle
parken; en toch weten maar weinig menschen,
hoe mooi de bloemen van die vedereschdoorn
zijn. De mannelijke boom is als een fontein
van roode stialen, de vrouwelijke is beschei
dener, effen geel groen met fijne hangende
trosjes. Zij bloeien tegelijk met de Noorsche
esctidoorn. Bij ons zijn 't meestal heel
kleine boomen.
Of ge met een eschdoorn, welke goort
dan ook, te doen hebt, weet ge al gauw; ook
als er nog g.jen ontplooiing te zien is;
eschvorm-knoppen staan twee aan twee, net als
bij kastanje en esc h, maar ze zijn groen en
niet bruin of zwart zooals bij deze beide. Ook
bij seringen staan de groene knoppen twee aan
twee tegenover elkaar, maar die seringen
kent of onderscheidt ge wel, doordat 't meest
heesters en geen n- en hoogstanioiige
boompjes zijn.
Nu treft ge in ons land 't allermeest de
verkregen: De eerste naalden in gebruik
voor grove weefsels of beestenvellen, ver
vaardigde men van vischgraten of beenderen
van dieren; men sleep ze af, al n aar de l engte
of breedte die men wenschte, tot men den
vorm kreeg ongeveer gelijk aan onze
hedendaagsche rijgpen, breed en plat bij het oog,
smaller uitloopend naar de punt. In gebruik
voor fijnere weefsels, sleep men ze meer als
onze .stopnaald. Niet alle naalden echter
waren van zooprimitief gehalte. Inde graven
der Egyptenaren, die vrijwel gerekend kun
nen worden de eerste borduursters der oud
heid te zijn geweesty heeft men bij opgravin
gen in de laatste eeuwen naalden gevonden
van koper en brons; in Scandinaviëzelfs
van goud. Allen hebben echter denzelfden
vorm, een dun of plat lichaam, een scherpe
.punt, een afgerond bovenstuk, waarin het
oog zit, dat den draad moet vasthouden.
Stalen naalden dateeren eerst uit het midden
der 16a eeuw, en, wat wel opmerkelijk is,
züwerden door Indianen het eerst vervaar
digd in Engeland, toenmaals het land bij
uitnemendheid der borduurkunst."
Aangaande de sierkunst toegepast op klee
ding, tapijten en wandbedekklng, hebben
opdelvingen van Egyptische en Koptische
graven treffende getuigenissen afgelegd.
De schrijfster deelt over de Kopten nog
het volgende mee: Al mogen de oude
Egyptenaren als de beste weefsters en bor
duursters der oudheid bekend staan, zoo
deden de Kopten, hun afstammelingen, niet
voor hen onder. De werkstukken der Kopten
meest samenstellingen gebaseerd op de ge
stileerde bloem, omgeven door geometrische
lijnen en lofwerk, kunnen eenigszins be
schouwd worden de voorloopers te zijn van
de latere zoo beroemde gobelins, zij werden
ook betiteld met den naam van Koptische
Gobelins".
De illustraties behoorend bij het opstel
van mej. Rogge, zijn vier beeldige
werktasschen, vervaardigd op de Royal Hellenic
School" te Athene. Deze handwerken doen
eer aan den klassieken schoonheidszin der
Grieken.
* *
*
Prinses Clémentine van Orléans, onlangs
op negentigjarigen leeftijd in het paleis
Coburg te Weenen overleden, was de
laatst overgeblevene der tien kinderen van
den Franschen burgerkoning Louis Philippe
en koningin Marie Amélie. Van dit tiental,
verkreeg prinses Clémentine met haar broe
ders de hertogen van Aumale en van Ne
mours, en den prins van Joinville, de meeste
bekendheid. Door haar huwelijk met August
van Saxen Coburg Gotha, den '30sten April
1843 voltrokken, werd zij verwant aan die
invloedrijke tamilie Coburg, die naar onlangs
de rector magnificus van de Utrechtsche
hoedeschool herinnerde, vast alle
Europeesche tronen beheerscht.
Hoe het gezin van prinses Clémentine's
vader, te Parijs was ingericht, leeren wij uit
de gedenkschriften van een harer neven,
gewone eschdoorn, en d'e is de minste onder
de broederen, wat schoonheid en bloei aangaat.
Niet evenwel wat de merkwaardigheid er
van betreft. Ik kijk altijd met bijzonder
genoegen, en zoo lang en vaak ik er gelegen
heid toe heb, naar bloeiende eschdoorns; dat
is een zwak van me, wat zijn bijzondere oor
zaak heeft. Niet om 't mooie dus; de gewone
ahorn heeft groene bloemen, die in trossen,
onder beschutting van een paar bladeren
hangen; maar om het leven en de beweging
die er dan in zoo'n boomkroon heerscht;
't is of er jaarmarkt is, zoo suist en soemt
en bromt 't daar boven; wat er verkocht
wordt, is honing en niets dan honing, maar
die is er in zulk een hoeveelheid, dat 't zoete
goedje somwijlen op den grond druppelt, en
ook daar door vliegen en torren wordt opgelikt.
Ongelooflijk is 't aantal vliegen, kevers,
bijen en wespen dat op een bloeiende
ahorn gaat smullen; en of 't uitsluitend aan
Mannelijke Veereschdoorn. (Uit l>e Lerende Natuur).
Vrouwelijke Veereschdoorn.
den weibekenden Ernst van Saxen Coburg
Gotha kennen : Das Familienleben des ganzen
Hofes hatte etwas bürgerliches und so
anziekendes, das es.auf mich und meinen Bruder,
den wohlthuendsten Eindruck machte.
Hertog Ernst wist, toen hij in 1836 aan
het hof van Louis Philippe met zijn broeder.
den lateren prins Albert, gemaal van koningin
Victoria van Engeland, verkeerde, niets van
de trouwplannen die men met hem veor had.
De Fransche koning liet door koningLeopoldl
van Belgiëden jongen hertog Ernst polsen
over een verbintenis met prinses Clémentine,
die echter niet tot stand kwam wegens het
verschil in geloofsbelijdenis der jonge lieden.
De voorwaarden, die de Fransehe, anders
zoo inschikkelijke burgerkoning stelde voor
de mogelijke uakomelingen uit een gemengd
huwelijk, werden door de familie Coburg
niet aanvaard.
# *
*
Mevrouw Cecil Edwardes, schoon auster van
lord Kensington, heeft te Parijs met succes
gedebuteerd als oratorium-zangeree. Cecil
Edwardes, geboortig uit Fransch Canada,
krijgt te Parijs haar muziekale opleiding.
De beroemde zanger, Jean de Beszké, is
naar leermeester. Mevrouw Edwardes stelt
zich voor, opera zangeres te worden.
# #
De Amerikaansche portret-schilderes, mevr.
Rigby, is haar echtgenoot spoedig in den
dood gevolgd. Een maand geleden, stierf
Burnham Rigby op zyn terugreis naar
NewYork, komend uit Peru, waarheen hij was
gegaan om f en schilderijen-ver zameling te
bezichtigen, door een Peruviaansche familie
te koop aangeboden.
Taans is zijne echtgenoote, eene bekende
portretschilderes dood gevonden in haar
atelier, te New-York in East Sixteenthstreet.
Een defecte gas-slang verbonden aan een
kacheltje in het schilders-atelier, was de oor
zaak ran het noodlottig einde der kunstenares.
Haar huishoudster had haar reeds dringend
verzocht de kapotte leiding niet meer in
gebruik te nemen, maar een nieuwe slang
te laten aanbrengen. Een aantal onvoltooide
portretten zijn op 't atelier van mevrouw
Rigby gevonden en verschillende brieven
met verzoek voor de artiste te poseeren.
Opgaand in haar kunst, wijdde zij allicht,
zooals 't meerendeel kunstenaars, weinig
aandacht aan materieele beslommeringen en
praktische dingen van 't leven. Die huis
houdster had maar op eigen houtje den boel
in orde moeten laten maken l Waarvoor is
zy anders huishoudster ?! Artisten zijn in
den regel, of vlotte betalers, df met de zorge
loosheid der goden laten zij hun rekeningen
aangroeien. Zou de Amerikaansche schilderes
hierop wel zulk een uitzondering zijn geweest,
dat de housekeeper" niet eigenmachtig durfde
handelen ? Ik betwijfel het. Had zy maar
gehandeld en niet gebabbeld; artisten uit
hun denk- en werk-sfeer voeren is kloppen
aan dooven-mans-deur.
CAPRICE.
't bezoek ligt, weet ik niet, maar er zijn ook
weinig boomen met insecten bloemen, die
zooveel vrucht dragen, Die vruchten herinnert
zich iedereen uit zijn kinderjaren; het zijn
die aardige vleermuizen of vogeltjes, die zoo
leuk kunnen ronddraaien bij 't neervallen,
als je ze eerst omhoog heb gegooid; 't gaat
bijna zoo mooi als bij de sparrezaden; ook
die hebben zoo'n vleugel, waarmee 't zaadje
ver van den moederboom wegvliegt; viel 't
onder den boom, dau zou de kans op ont
kiemen en groot worden al heel klein zijn;
want boomen mogen niet te dicht op elkaar
staan; en om te gedijen is er, rooral in de
jeugd, ook voor boomen veel licht, lucht en
voedsel noodig.
Wanneer nu straks de eschdoorns bloeien
en 't er op zonnige dagen wemelt, let dan,
zoo 's morgens tegen zeven of acht uur eens
op, wat een vogeis er in en om en door de
eschdoorn vliegen. Veel leven maken ze
niet, tenminste de vliegenvangertj es en de
tjiftjaf zijn o zoo stil en bedaard; ze pikken
hun mondje vol, wippen van hun takje even
omhoog en vallen draaiend, soms duikelend
weer neer, bij elke toer heeft n vlieg of
torretje 't leven gelaten. De roodborst zit op de
loer, hij is al te vol en te lui om zich nog druk
te maken; de gebraden varkens vliegen
iemand hier werkelijk in den mond, 't is
een echt luilekkerland «oor insecten-vogels,
zoo'n eschdoorn. 'k Heb eens in een uurtje
tijd een kleine vijftig vogels geteld in mins
tens acht verschillen Ie soorten, die op een
eschdoorn vlak voor mij a venster kwamen
smullen. Geen van alle zongen of piepten ze;
wel kon ik vaak door 't zoemen heen de
bekjes hooren kleppen als er weer eentje
gesnapt was. Vooral een roodstaart deed zich
te goed. Beu fitis, die toch onmogelijk nog jon
gen kon hebben, ving kleine vliegen bij risten,
zo )dat ze aan weerskanten uit zijn bek hin
gen en vloog dan weg. Een paar minuten
later hoorde ik het zacht dalend lijfdeuntje
van 't mannetje, dat een paar boomen verder
ronddribbelde tusschen 't jonge blad, en
dadelijk daarop kwam 't vogeltje weer een
zoodje vangen op mijn eschdoorn. 'k Geloof
vast, dat 't moedige wijfje aan 't wat schuwer
uitgevallen mannetje telkens een versnapering
bracht, 'k Had het graag ook gezien om 't
niet alleen te gelooven maar ook te weten.
Fitissen zijn toch al zulke sympathieke
vogeltjes, en er ia al zooveel moois van ver
teld, dat waarschijnlijk waar is, dat ik er
nu wel eens iets met eigen oogen van wilde
zien; dan was 't zeker waar; maar 't lukte
niet.
Wie een eind buiten de groote steden
woont, aan den hei- of bosuhkant moet vooral
eens op dat vogeltje letten' Het is voor heide
en dennenland in April de overheerschende
zanger. Luister maar naar een vinkenslag, die
wel begint maar niet eindigt, die, als verdoe
zeld ver wegvloeit met den wind, of die als 't
volkomen windstil is, zacht afrolt in een lief
gemoedelijk golvend valietje, in plaats van
op 't slot omhoog te stijgen tot het: Lust
je bier? van de vink; de filisdeun is net als
de vinkenslag n enkel motief, zoo goed als
zonder variatie. E. HEIMANS.