Historisch Archief 1877-1940
1555
DE AMSTERDAMMER
A°. 1907
WEEKBLAD VOOft NEDEKLAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
O n. d. e r redactie -van. J". ID E IC O O.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden f 1-50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar .?mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . . . 0.121/!
Dit bl*d ii TerlcrygbMr Kiwk 10 Boulevard dei Capucines tegenorer liet Grand Café, te Parij».
Zondag 14 April.
Advertentiën van 1?5 regels ? 1.25, elke regel meer f 0.25
Reclames per regel 0.40
Annonces nit DuitscUand, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen SLOOT f.e flrrn»
KUDOLF MOSSE te Keulea ea door alle filialen dezer firma. De prijs j>er regel ia 35 Pfcnuig,
.u
Redactie en Directie van DE
AMTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR
NEDERLAND", berichten.dat
opbovengenoemde Prijsvraag ingekomen zijn:
113 inzendingen.
Uit deze ingezonden compositiën zal
eene keuze worden gedaan door de
Jury, bestaande uit de heeren:
ANTON AVERKAMP te Amst.
S. VAN MILLIGEN
. Dr. E. D. PIJZEL
«innniiiiniiiiiiiiiiniiiiiiitMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHMiiiiiiiiiiuiHiiiHi
INHOUD:
VAN VEBEE EN VA N NABIJ: Verzoening
in de 8. D. A. P. Einde der crisis.
Aanbevelingen b\j de Rechterlijke Macht,
doof X. Decentralisatie der post in de
grootere steden, door B. O. Brieven uil
Nieuw-Nederland, door A. E. M. S. Te Laer.
De standaaidmunt, door P. C. C. Kansen.
KUNST EN LETTEREN: Dr. R. Jacobson
over Carel Mander, door Albert Verwey.
FEUILLETON: Het Rendea-vous. Naar het
Duitsch, van Engen Isolani. Het Leege
Leven, door Jeanne Reyneke, beoord. door
J. Steynen. De nieuwe kazerne, van A. E.
Bedelé, door A. G. Tooneelkwaliteiten, door
B. Feenstra. UIT DE NATUUR, door E.
Heimans. VOOR DAMES: Een navolgen»
waardig voorbeeld, door Vrouwke. Liberty,
met ai b. ALLERLEI, door Caprice.
Antiquiteiten, met af b. Nieuwe
Huishoudschool te Amsterdam, met afb. Muziek
in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp.
.Antwoord op het Wederwoord van dr. J. D.
Bierens de Haan, door dr, H. J. Boeken.
Deengche volkshoogeseholen, d. Vrouwke.
Techniese hogeschool, (Ingez.), door H.
3Sen zee-hospitaal voor zieke kinderen, door
X. FINANCIEELE EN OECONOM1SCHE
KRONIEK, door Alei. J. Hendrix en V.
<L S. SCHETSJE. ALLERLEI.
6NUIFJES. DAMRUBRIEK.
SCHAAKSPEL. ADVERTENTIËN.
Verzoening in de S. D. A. P.
Het Congres van de Soc. Dem. Arb.
Partij, op Paschen gehouden, moet voor
de deelg«nooten een aangename herinne
ring zijn.
Formeel althans heeft het een einde
gemaakt aan den bitteren strijd tusschen
principieelen eu opportunisten reeds
geruimen tijd, en wel het felst op en na
het Utrechteche Partij-Congres gevoerd.
Aan beide zijden, onder den invloed
van binnen- en buitenlandsche feiten,
was de wensch opgeleefd naar verbroede
ring in het belang der partij, en zoo had
men desnoods wel de lange speeches
van Gorter en Troelstra zich kunnen be
sparen om maar dadelijk principieel en
opportunistisch te verklaren: wij moeten
zien het iets beter met elkaar te kunnen
?vinden. Immers dit gevoel van behoefte
heeft het wonder gewrocht, uit de debatten
is het niet voortgekomen.
Hoeveel thans bereikt is, valt moeilijk
te zeggen.
Een tijdelijk voordeel zeker.
Tijdelijk misschien voor lang
misschien ook maar voor kort, de tijd
zal het moeten leeren. Veel zal afhangen
van het betrachten der billijkheid en van
het beleid der opportunisten. Wordt b.v.
voor de principieelen wel de propaganda
opengesteld, maar staat het blad der
partij meest tegenover hen en blijft
de kamerfractie eenvoudig een oppor
tunistische groep, zonder enkele prin
cipieelen in zich op te nemen, dan zouden
wij van de nu geboren eendracht weinig
goeds durven voorspellen. Yooral dit
laatste punt schijnt ons, als buitenstaander,
van gewicht. Het is ons steeds voorge
komen, dat de eenzijdig-opportunistische
vertegenwoordiging van de 8. D. A. P.
een fout was, die zich zou wreken. Daar
bestaat ongetwijfeld niets gevaarlijker
voor de volgelingen van welke richting
het ook zij, dan de parlementaire atmos
feer, het Rijk van woorden, waarin men
door dubbelzinnigheden, slimmigheden
en listen heeft te slagen. Hoe menigeen,
die niet zonder reden in den waan ver
keerde, dat hij vast in zijn schoenen stond,
heeft het daar afgelegd als beginselman, en
wat moet er dan wel terecht komen van
hen, die een opportunistisch leven te leiden
als politicus zich tot plicht verklaren ? In
welken kring zal het meer noodig zijn
de krachtigste figuren te brengen, wier
aanwezigheid, wier leiding en verzet
kunnen gelden als bederfwerend zout?
Om een voorbeeld te noemen tot ver
duidelijking onzer meening, hoe was het
mogelijk, dat de S. D. A. P. voor steeds
meer vrienden een plaats in de Tweede
Kamer wist te vinden en voor een
principieel, ijzer-sterk-principieel man als
v. d. Goes, nooit iets anders heeft ont
dekt dan een tel-candidatuur ? Uit een
socialistisch oogpunt beschouwd, mogen
we zeggen: juist den waardigste als
Kamerafgevaardigde, wat zijn kennis en
karakter betreft, hield men buiten de
Kamerfractie. En van hoeveel
socialistisch-ge weten bleef men dientengevolge
in de club te 's-Hage niet verstoken ? Nu
zullen er bij voorkomende Kamer-ver
kiezingen, men mag er op rekenen,
weder genoeg liefhebbers zijn van de
gewone soort maar de verzoening
van den Paaschdag zou, dunkt ons, toch
wel het best in hare volle heerlijkheid
blinken, waaneer men nu eens een der
opportunisten in een niet twijfelachtig
district zijn plaats zag aanbieden aan
een principieel socialist, en men later
bij eerstvolgende Kamerontbinding het
principieel, d.i. ook het wetenschappelijk
element, een deeltje der| vacante plaatsen
trachtte te verzekeren. Was dat niet
eigenlijk eerst een zoen"?
"Wij schrijven dit, ons stellende op
het standpunt van de voorstanders eener
politieke, parlementaire actie, wat eigen
lijk het onze niet zou zijn.
Waren wij sociaal-democraat, hechtten
wij ons aan een stelsel, tot
revolutioneering van den bourgeois-staat, wij
zouden ons zeker geen heil beloven van
het met alle macht en kracht zich in te
spannen ter verwerving van eenige
Kamerzetels. Hoogstens zouden wij
het afvaardigen van een paar, van zeer
enkele begaafden, voor de
Kamerpropaganda nuttig achten; het in de
Kamer zitting nemen echter van een
aantal mannen, die tot de elite der
partij behooren, een te betreuren
verlies- rekenende voor de zoo onmisbare
dagelykache, met onverdroten ijver te
voeren beginselprediking. Volgens de
socialisten kan de Kamer op zijn best
lapmiddeltjes" geven, en welk nut mag het
nu voor hen hebben, dat er in het
parlement vele hunner hoofdmannen
daartoe meiewerken, inplaats van twee
of drie? De invloed van hunne partij
hangt niet af van het aantal harer
leden in de Kamer als minderheid maar
van haar beteekenis, van haar kracht in het
land. Deze kracht nu zal eerst ontstaan,
wanneer het volk doordrongen wordt van
de beginselen en begeerten, waarvoor
men ijveren wil. En het volk is hiervoor
slechts te winnen door persoonlijke
werkzaamheid der leiders en voortdurend
zich uitbreidende organisatie. Maar
thans wordt door de voormannen van
het socialisme in het parlement een zee
van tijd vermorst, aan dat propaganda
werk onttrokken, en voert de politieke
actie tot verkiezingscampagnes, die geld
en arbeidskracht verslinden en tot de
onzuiverste combinaties en de afschuwe
lijkste taktiek dwingen, terwijl zij met
hun bedriegelijken schijn van
socialismevictories het socialistisch streven veel
meer benadeelen, dan het betrouwbare
aanhangers verschaffen. Want het lokken
van allerlei soort van stemmers om een
socialist te kiezen (opdat er dan toch
naar het getal een groepje van eenige
beteekenis in de Kamer zal kunnen
vertoond worden) maakt van de partij, die
fundamenteel den Staat en de Maat
schappij heet te willen hervormen en
vierkant tegenover het bourgeois-element
te staan, een naar de bourgeois-manieren
wroetend politiek clubje. Inderdaad,
de 8. D. A. P. beschouwende, is het
ons meermalen voorgekomen, dat deze
anti-bourgeois-partij, door haar deel
nemen aan het parlement, anders dan,
;elijk wij boven reeds opmerkten, om
lat te gebruiken voor
propaganda-doeleinden, zich juist in den ge vaarlijksten
bpurgeoisstrik heeft laten vangen, die
bij de bestrijding van het
bourgeoisregime voor hen openstond. Immers het
kan niet anders zijn dan een oorzaak
van te zwakke werkzaamheid onder
het volk der meest tot activiteit aange
wezenen; een bron van inprincipieele
overleggingen en taktiek; het moet
leiden tot een veel te hooge waarde
hechtten aan het parlement, en tot een
te geringe partij-energie buiten het
parlement. En juist dit laatste, zou
men, al ware de Kamer geheel verstoken
van socialistische vertegenwoordigers,
ieel wat meer lapmiddeltjes" kunnen af
dwingen, dan nu bij medewerking van ver
scheidene socialisten worden verkregen,
Want, in 't algemeen gesproken, wat een
kabinet en de Kamers aan sociale maat
regelen geven, is niet wat zij zelven zoo
noodig of nuttig achten, of wat enkele |
socialistische afgevaardigden vragen,
maar wat het volk buiten het parlemenl
eischt, en waarin het buitenland reeds
is voorgegaan.
Heel wat minder parlement, en heel
wat meer propaganda door de daartoe
meest-bekwamen, zou de S. D. A. P.
onzes inziens, veel sterker maken. En
waarom zouden ook wij dat niet wenschen,
nu wel ieder met ons zal erkennen, al
staat hij ook niet op socialistisch stand
punt, dat in ons traag en consertief land
de drijfkracht van het socialisme niet
mag ontbreken.
Toen wij het vorig Paaschcongres be
spraken, waarop de motie werd aange
nomen, welke de opportunisten hadden
gesteld om de principieelen te kortwieken,
hebben wij er op gewezen, hoe gebrek
aan een krachtig zedelijkheidsbesef mede
oorzaak moest heeten van den strijd
tusschen de beide groepen. We zullen
op de feiten daar vermeld niet terug
komen, maar meenen toch, nu de beide
partijen zoetelijk zijn aangemaand om
wat zachter te zijn in kritiek, om
zichtiger in aanval en verweer, de op
merking te mogen maken, dat dit voor
schrift omtrent den vorm alleszins te
waardeeren is; maar dat het behoud der
eendrachtiglijke samenwerking nog veel
meer afhankelijk zal zijn van een ver
levendigd zedelijkheidsbesef bij het voeren
van de taktiek, in en buiten het parle
ment. Niets immers irriteert gemakke
lijker en meer dan het scheeve in de
actie. Komt er bij de beginselzwakheid
nog een ergerlijke gewetenszwakheid te
kijk, dan wordt het een al te satanische
eisch den vrede te bewaren. Wij eindi
gen gaarne als idealist, met in dit op
zicht het beste te hopen.
Einde der crisis.
De fameuse crisis loopt sjflfs zonder
een sisser af.
Ridder v. Rappard vervangt Staal,
dat wil zeggen: de Eerste Kamer
triumfeert toch... want het was het ministerie,
blijkens de solidariteitsverklaring, om be
houd van Staal te doen. Het is waar,,
men heeft nu al de mededeeling kunnen
lezen, dat Staal zelf liever niet bleef.
Als doekje voor het bloeden kan dit
echter geen dienst doen. Nadat juist
Staal's portefeuille het geheele ministerie,
tot het vragen van ontslag had genoopt,
kon Staal, als man van karakter toch
moeilijk minder karakter betoonen dan
het ministerie, dat het zoo ernstig voor
hem had opgenomen. Hij mocht niet
zeggen: neen, laat me nu liever toch
maar los - en zoo hij dit werkelijk
heeft gezegd: dan rust de verantwoor
delijkheid voor de veel te langdurige
crisis, waarmede zoo goed als niets be
reikt is op Staal in de eerste plaats.
Wat blijft er dan van zijn heldhaftigheid,
van zijn trouw en plichtbssef over?
Neen, zoolang Staal's wensch om terug
te treden, een onderstelling, dus niet
bewezen 13 of vaststaat, mag men hem
zulk een eerroovende retraite niet aan
wrijven.
Hebben dan zijn collegaas-ministers
hem den bons gegeven P
Na de herhaalde solidariteitsverklaring,
na de gezamenlijke ontslagneming, na een
tweetal maanden van demissionair zijn,
met Staal, is het overboord werpen van
dien minister, oen daad van lafhartigheid,
en een bewijs van lichtzinnigheid, bij
het inslaan van den nu afgelegden weg...
zonder voorbeeld.
Welk soort van politieke mannen, die
het volk zoo iets'vertoonen ? Immers
toen zij, na het votum der Eerste Kamer,
deze crisis-campagne aanvingen een
daad van zóó groot gewicht! had er
een vastheid van plan en een on
wrikbaarheid van overtuiging moeten
bestaan, die geen afwijking, en allerminst
afwijking van de hoofdlijn, gedoogden .
Of zijn ministers niet ernstige menschen?
Dat de kerkelijken na dezen afloop van
de crisis alle recht hebben, een ministerie
te yeroordeelen, dat acht a negen weken
crisis heeft noodig geoordeeld, om te
volvoeren wat zij haar dadelijk hadden
aanbevolen; een ministerie dat zulk
een herrie in den lande heeft veroorzaakt,
zonder door ngroot denkbeeld te worden
gedreven; een ministerie dat ten slotte
als een politieke zwakkeling weder zitten
gaat wij erkennen het gaarne.
En zulk een houding, juist nu het
wist, dat het door geen ander vervangen
ion worden dus sterker was dan het
ich ooit had gevoeld!
Men heeft ter verontschuldiging reeds
jesproken over den tegenstand van het
[lof tegen het aanblijven van Staal.
Daargelaten dévraag of hiervan iets aan
is: welke voorstelling zou men zich
moeten vormen van een kabinet, dat de
crisis geopend hebbende om Staal, haar
tevens maanden voortzettende met Staal,
ten leste dezen voortreffelijken geestver
want laat schieten, onder den invloed
van sympathieën of antipathieën, die, is
het niet het abc van alle constitioneele
politiek? volstrekt niet mogen gelden.
Welnu, Dinsdag a.s. zal het Ministerie
in de gelegenheid zijn te spreken. Wie
is niet nieuwsgierig te vernemen, wat
het motief is geweest voor deze
tweemaandsche crisis, en hoe de Excellenties
hunne houding zullen verklaren als ver
sterkende hun goeden naam en bevor
derlijk voor het... landsbelang ?
Aaiibeyelinp ig ie Rectiterlüfce MacM.
M. d. R.!
"Werd in 1906 in uw blad op eene aan
bevelingslijst gewezen, op welke dubbele
namen prijkten, thans weder is er een tweetal,
hetwelk handhaving van de daarbij oogen
schijnlijk toegepaste methode aanduidt.
Waarschijnlijk is het toch niet, dat enkel
met dubbelen naam bevoorrechten solli
citeerden. Spreekt er dan echter niet een
geest van uitsluiting uit ? Ligt daarin dan
niet opgesloten, dat de volkskringen geen
toegang hebben tot de rechterlijke macht?
Is dit niet bedenkelijk, als men zich voor
houdt, dat juist het openstaan van de rech
terlijke macht voor ieder deskundige de
instelling slechts het vereischt vertrouwen
kan doen verwerven en populair doen
worden ?
Voedt men door deze wijze van aanbeveling
niet de schadelijke opvatting klassejustitie?"
Is in handen van colleges, die zulk eene
wijze van aanbeveling voorstaan, het recht
tot aanbeveling veilig ?
Zoovele vragen, zoovele bedenkingen.
Heeft men in de gevolgde wijze van aan
beveling een stelsel te zien, dan staat het
vast, dat het versleten is. Voor den
tegenwoordigen tijd past het in het geheel niet
meer. Immers, het vloekt met den tijdgeest.
Men doet wijs dien niet te tarten. Bijgevolg
is afschaffing de slotsom.
Op het t weetallijsten, hetwelk strekte tot
aanbeveling voor het ambt van rechter,
vond ik ambtenaren van het Openbaar
Ministerie. Een leek denkt zich de opklim
ming in het ambt van den ambtenaar van
het Openbaar Ministerie in rechte lijn en
dus in de rijen van het Openbaar Ministerie.
Immers, daarin bleek zijne geschiktheiden
verwierf hij zich een recht op bevordering.
Niet elders. Voor den der zake kundige
komt daar nog eono overweging bij. Het
Openbaar Ministerie als wachter van de
openbare orde, en in het bizonder de ambte
naar van het Openbaar Ministerie bij de
Kantongerechten, beweegt zich op het gebied
van het strafrecht. Ook bij den huldigen
stand der wetgeving zal de laatste dat ge
bied slechts zelden, en zeker niet om ernstige
rechtsvragen, verlaten. Deze omstandigheid
echter houdt het burgerlijk recht zoo goed
als geheel buiten zijn gezichtskring. Ik
heb altijd gemeend, dat het burgerlijk recht
een gewichtig onderdeel des rechts was en
niet dan na behoorlijke voorbereiding en
bij voortdurende beoefening zich naar eisch
liet behandelen. Misschien dwaal ik door
overschatting van het gewicht van
rechtsdeel en door onderschatting van het
menschelijk talent. Maar anders komt het mij voor,
dat bij een tijdsduur van het ambt van acht
a tien jaren de herinnering aan het burger
lijk recht tamelijk wel is uitgewischt. Is
dus de ambtenaar van hetOpenbaarMinisterie
wel de aangewezen toekomstige rechter ?
X.
^centralisatie oer post in fle potere steden.
Grooter en grooter wordt de stroom publiek
vullende de wachtkamers der postkantoren,
grooter en grooter wordt de stapel door die
zelfde kantoren te verwerken correspondentie,
kleiner en kleiner worden in verhouding de
wachtkamers, langer en zenuwachtiger de
diensten der ambtenaren. Wie ziet niet de
foule die zich Dinsdags verdringt voor 't loket
Kijksverzekeringsbank, en den len der maand
voor spaarbank of wissels. Een foule die
steeds toeneemt. Eindelijk moet er toch een
grens gesteld worden aan de hoeveelheid
werk te verrichten door de hoofdkantoren.
Is een groot kantoor gebouwd (b.v. Amster
dam, 's-Gravenbage) eenige jaren later hooren
we de klacht: 't is te klein". En door de
grootere uitbreiding van kapitaal in de groote
centra, door de wassing der grootere steden
moet er in 't belang van publiek en ambtenaar
beiden verandering komen in de wijze van
werken. Ik heb hier het oog op de centrali
satie van werk, waarover reeds eenige malen in
de Kamer is gesproken. Het geven van meer
werk en dus minder eentonig werk aan de
bijkantoren.
Ik stel mij voor de bijkantoren te kunnen
belasten met:
1. Uitbetaling van postwissels boven de
? 10 (of f 20 voor de steden Amsterdam, den
Haag, Rotterdam). Op sommige bijkantoren
v. Haarlemmerdijk te A'dam) gebeurt dit,
;och 't is geen regel.
2. Uitbetaling van afrekeningen van
qni;anties. Het voorschrift is, dat op verzoek
die afrekeningen op de bijkantoren kunnen
uitbetaald worden. Van dat op verzoek"
weet het publiek al heel weinig.
3. Uitbetaling van uitkeeringen dar
Rijksverzekeringsbank, wanneer dit vooraf verzocht
werd. (Wanneer eindelijk gebroken zal worden
met de omslachtige manier van betaling en
een soort postwissels werd ingesteld, zou dat
verzoek vooraf niet noodig zijn).
Ik wees reeds op 't feit dat Dinsdags de
wachtkamers overvol zijn (in R'dam is b.v.
n loket zoodat anderhalf uur wachten geen
zeldzaamheid is), hierbij komen nog de groote
afstanden. De arbeiders toch wonen niet in
het centrum der stad doch meeat op tamelijken
afstand ervan (denk eens aan Kattenburg,
Wittenburg en Muiderkwartier te Amsterdam;
Looaduinscheweg te 's Gravenha?e;
Feijenoord, Peifshaven, het Noorden te Rotterdam).
Heeft men te doen met heele" invaliden,
die ttich niet kunnen werken, dan is zoo'n
loopje van n uur heen, n uur wachten,
n uur terug, wel eens gezond; doch bij
halve" invaliden, menschen die nog werken,
of die reeds weer aan 't werk zijn, en. niet
altijd menschen vinden die gemachtigd kunnen
worden is 't niet pleizierig en voordeelig.
De zeer onpraktische manier van machtigen,
kan dit nog meer ophouden.
4. Het aannemen van betalingen voor de
Rijks verzekeringsbank.
5. Het afgeven van poste restante, mits dit
op den brief vermeld of vooraf verzocht is.
6. Het afgeven van post-box stukken. Daar
de stukken toch uitgeschoten moeten worden,
is dit voor de administratie niet moeilijk in
te voeren. Door de uitbreiding der steden
kan b.v. bet volgende geschieden : vroeger was
Delfshaven postkantoor en kon men daar
busrecht krijgen, nu na de annexatie moet
't publiek naar B'dam wandelen.
7. Het bestellen van aangenomen
expressestukken voor de plaats zelve en het brengen
van de overige expresse-stukken naar hoofd
kantoor of station. Is die afstand te groot
dan kan dit geschieden via een ander bij
kantoor.
Gewoonlijk moet een expresse van en voor
de stad een tamelijken afstand afleggen. Moet
het stuk wachten op een volgende post-zen
ding, dan kan enorme vertraging ontstaan
(wat gewoonlijk ook gebeurt).
8. Het lichten van bü-brievenbussen, het
stempelen van den inhoud, het verzenden
ervan. Hierdoor zou de groote vertraging die
brieven uit bijbussen ondervinden achterwege
blijven. Ik zou voorbeelden kunnen aanhalen
van brieven die vijf uur voor 't vertrek van
een internationalen trein gepost moeten
worden aan een bij bus.
9. Het aannemen van fonogrammen (daar
telefoon toch op de bijkantoren aanwezig is,
is dat gemakkelijk in te voeren).
Mocht er toe overgegaan worden dit werk
aan de bijkantoren op te dragen, het publiek
zou vlugger geholpen worden, 't Spreekt van
zelf dat op vele bijkantoren meer personeel
zou moeten zijn, doch dit bezwaar weegt niet
op tegen de groote voordeelen.
B. O.
Brieven uit Nieuw-Nederland.
De Nieuwe Wereld h bij uitstek de plaats
voor clubs en andere vereenigingen ter be
vordering van gezellig verkeer en maat
schappelijke samenwerking. Wij gevoelden
ons, als Nieuw Nederland's vertegenwoor
diger van het Groene Weekblad", verheugd
getuige te wezen van een nieuw teeken
van vereenigingsleven binnen de ten hemel
torenende muren van een van Oud-Nieuw
Amsterdam's kenmerkende gebouwen. Even
als zoovele maatschappijen, met name The
Standard Oil Co.', de Steeltrust' enz , welke
verlangen zoo min mogelijk grondwettige
bemoeilijking te ondervinden, om des te
verder hare vleugelen te kunnen uitsprei
den, had ook bovenbedoelde verecniging hasr
wettig domicilie gekozen aan de overzijde
der Hudsonrivier in den Staat Nieuw Jersey.
Haar veld van werkzaamheid was echter,
evenals bij die andere, voornamelijk gelegen
onder den rook van Nieuw York's Wall
Street, dat Mekka der dollarsrepubliek.
Daar zat telkens weer een lid vanden uitge
lezen kring van merkwaardige personen ter
neer bij het gezellig knetterende haardvuur.
Terwijl het buiten stormde en de wind in
stroomen neerviel, hadden zij dat koude weór
getrotseerd, om te komen getuigen van hun
edel streven.
De groote gebeurtenis rechtvaardigde zoo
veel opoffering. Eindelijk immers was de
Inzenders As_sociati<" tot stand gekomen,
zooals de officieele titel luidde, door de bij
dragers van ingezonden stukken" in nieuws
bladen voor hun genootschap,bij meerderheid
van stemmen aangenomen. Thans was do
I. A., overeenkomstig de wet, een erkend
lichaam en aldus de droom harer steun
pilaren verwezenlijkt.
Achtereenvolgens kwamen de schriftge
leerden het vergaderlokaal binnen. Nau
welijks ontwaarden de aankomelingen de
welbekende trekken hunner vermaarde
gildebroeders en -zusters, of alle onaangename
gewaarwordingen van het gure weder weken
als met een tooverslag. Gold het heden niet
de viering van het verkrijgen van het charter
met het groote roode zege), uit Nieuw Jersey's
hoofdstad Trenton toegezonden ? Aller oogen
konden niet nalaten zich nu en dan te gaan
vergasten aan den aanblik v*n die geboorte
akte. Weldra zouden de vergaderden d. w.
z. uitgezonderd de als outsiders" te beschou
wen pers vertegenwoordigers hunne
handteekeningeo hechten aan het ledenboek van
de Inzenders Associatie van Amerika eu
Nieuw Jersey (Limited)".
Het vijftiental auteurs, dat hier
bijeencwam, mocht worden aangemerkt niet alleen
als een bond van grondvesters der
heden