De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 14 april pagina 2

14 april 1907 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1555 aagsche geschiedenis, maar bovendien^ in rokeren zin als hare omverwerpers. «Ben oud geabonneerde" had gezegd de eerste te wezen ter vergadering. Uit zijn leuningstoel glimlachte hij met nederbuigende goed heid de later komenden toe. Nadat dezen zich van hunne overkleeding hadden ont daan, richtte hij, met de -waardigheid, een hoveling van de koningin der aarde" eigen, eenige verwelkomende woorden tot elk in het bijzonder. Daarna zonk hij telkens vol gewichtig zelfbewustheid in zijn zetel terug. Ten laatste was de vergadering voltallig. De kolonel'', die zich bij gebreke van een generaal primus inter parcs" achtte, liet eenige zware kucht n hooren, welke de ver gaderden deden opzien. Hij kondigde aan, dat, zoudra de. leden gereed waren, hij er toe zou overgaan zichzelf <e verkiezen als president pro tempore". De werkzaamheden waren aldus aangevangen. Voorts werd Inertia Doolittle, aan pers en publiek be kend als Vox populi", verkozen als sscretaresse. Opstaande las de kolonel de statuten en l»et reglement der Inzenders Associatie voor. Goedkeurend hoofdknikken en halfluide be tuigingen van bijbal begeleidden de opsom mingen van de verplichtingen der leden, enz. Zelden is er op het Westelijk Halfrond, sedert de onafhankelijkheidsverklaring der Vereenigde Staten van Noord Amerika werd bekrachtigd, zulke eene gewichtige der gelijke gebeurtenis voorgekomen ala de onderteekening der I. A.-leden, welke nu volgde. Amerika's geschiedenis telt thans een belangrijk document meer. Te overbekend, om verdere persoons beschrijving te vereischen, zijn persoonlijk? heden als kolonel Keepfull Skybottle, (in ? de pers een oud geabonneerde"), Agniet . O'Hara (?Bene deskundige") Humbug Nic All (?Veritas1), Inertia Doolittle (?Vox Populi"), Olivier Von Aert ( Knickerbocker"), Bernard Shrill (?Volksvriend"), John Bemoeial (?Hervormer"), Oando Alot (?Een kiezer"), Dick Vacuüm (?Patriot"). Sterren van den eersten rang, welke het ? overbodig maken de anderen aan te duiden, waren tot dusverre ander humie schuil namen verborgen gebleven! Hunne na komelingen konden desnoods teren op hun faam. Opeens vroeg een lid het woord, om op ie merken, dat de fiev. Dr. Thirdley zich als belangstellend toehoorder onder de aan?wezigen bevond en zich gaarne bereid zoude toonen eene toaspraak tot I. A's leden te richten. De opmerking werd stilzwijgend Toor kennisgeving aangenomen en de eer waarde als verder toehoorder, want de leden bl«ken voor de meerderheid onder den indruk te verkeeren van het feit, dat de kolonel door een aannemer" een vat schui mend vocht had laten binnenrolien en .aansteken". De praeses stelde voor tot eene informeele zitting over te gaan en met dronken en kwinkslagen werd deze ingeleid. Niettemin was i. A. nog in volle werking en de wereld kon zich du« op gebeurtenissen Wijvon voorbereiden. Een oud geabonneerde" herinnerde de leden er aan hoe getrouw lezer" (Herr Otto von Meyer) zich bereid toonde ver leden zomer yster Bay te gaan bezoeken, om zoo mogelijk President RoozeveJt in zijn zemerverblijf over te halen zijne officieele instemming te verleenen met I. A.'s streven. Men mocht zich immers overtuigd houden ?vaa diens belangstelling in het doel, om de pers zoo degelijk te dienen. Getrouw lezer" was immers als geknipt voor zulk eene opdracht, want hij was in een kom kommerseizoen aan Hoboken's Weekly Wad" werkzaam geweest als kolommen bijvuller (space-killer). Getrouw lezer" vroeg en verkreeg verlof, em een verslag van zijn tocht uit te brengea, een van de schoonste geschiedenissen dezer wereld, die ooit door een inzender" is naverteld. Nadat de leden van L A. stilzwijgend maar warm den spieker hun hulde over zijn wonderdadige ontsnapping aan zoovele dreigende gevaren, als hij had doorgestaan, kadien betuigd, werd door den voorzitter HET RENDEZ-VOUS. Naar hel Duüsch, van EUOEN ISOLANI. Een snoezig meisje!" fluisterde Beneke mij toe. , Een aardig ding!" zeide Habertnann eveneeni fluisterend. Een allerliefste kleine coquettel" zeide ik toestemmend en toch den lof wat beperkend 1ot mijn vrienden. Niluurlyk had het meisje, dat naast een oude dame zat het kon wel haar grootmoeder lyn gemerkt, dat wij ons met haar bezig hielden. Zij keek wel regelrecht den anderen kaai uit, maar 100 uu ea dan wierp zy toch een heimel^ken blik onze richting uit. Als je eeu praatje wilt maken," zeide ik tegen Beneke, moet je je haasten, want zij gaan zeker naar den schouwburg en zullen wel dadelijk uitstappen!" Och, ik kan toch niet meegaan naar d >n schouwburg," zeide hij en Habermann voegde *r bij: Maar we moesten zieu te weten te iomen, waar zij woont, dan kunnen we haar nog eens meer zien. Ik zal den conducteur Tragen, waar zij zijn ingestapt l" Onderwijl stond het meisje op om uit den tram te stappen, en na haar de oude daoie, en toen zij langzaam, tussctien de banken door, voorbij ons kwamen, den blik van ons afgewend, zeide zij KÓÓ, dat wij het dui ielijk hooren konden, terwijl zij sich half omdraaide naar de oude vrouw: Morgen ochtend om «ebt uur al aan de aanlegplaats van de boot itjn I Neen dat is toch wel wat veel van een mensch verlangd!" En toen was zij ons ook al voorbij. De tram hield stil en de beide dames stapten uit. Ueh je het gehooid?" zeide Beneke, om acht uur aau de aanlegplaats van de boot! Het rende* vous gold my; zij stond vlak voo' mij, toen zij het zeide." Z'vj keek schuin naar mij l" riep Haber mann uit. Misse .lien wengcht zij ons alle drie daar re uien," zeide ik, om den strijd te beslechk'D, en voegde er bü: In tik geval had ik gt-lijk, toen ik haar een kleine coquette noemde! En daarom geloof ik ook, dat zij \jfet pfeUiier zal vinden, a'.s wy alle drie Jtoiren, dan dat er maar n van de partij ia! Djn zullen wij zien wie van ons drieën verder de vraag gesteld, of iemand een of ander ten batevan I. A. wenschte te berde te brengen. Hierop gaf Veritas" zijne indrukken weer van een bezoek aan Cuba, tijdens de laatste bloedige (!) revolutie, welke aan een half dozijn personen het leven kostte. Op boeieude wijze deelde spreker mede, hoe hij herhaaldelijk ternauwernood ontkomen was aan ontdekking zijner identiteit of aan het moordend lood. Had hij niet aanhoudend een kruisvuur getrotseerd van Ex-Presi dent Palma's doodehjke proclamatiën, van Minister-Gouverneur Taft's manifesten en van draadbemoeiingen afkomstig uit het AVttti Huis? Door Veritas' verklaringen werd het mysterie van het zenden der Amfirikaansche vloot naar Havana grootelijks opgehelderd. Humbug Mc All bekende, hoe hij ten slotte de. parel der Antillen" had dienen vaarwel te zeggen, omdat men in hem den wijd vermaarden inzender Veritas" terug vond, toen hij ontdekt had, hoe Oeneraal I Güess-so op zekeren morgen met het halve leger der opstandelingen in een Jan-plezier uit Havanna trachtte te ontsnappen. Na warme besprekingen werd Kolonel Skybottle tot blijvend voorzitter verkozen. Aangezien er 15 leden waren, werden er vervolgens stemmingen gehouden voor l ondervoorzitters en een secretaris-pen ningmeester. En daar de kasbemoeiingen nominaal mochten heeten, werd Vox Populi met beide ambten bekleed, omdat de inzendster Inertia Doolittle verzocht niet in aanmerking te komen, wegens hare scherpte van pen. Vox Populi'' was immer een steunpilaar. Dat was zelfs zijn beroep. Hij mag be schouwd worden als de steunpilaar van meer populaire ondernemingen dan eenig ander levend wezen. Hij wist precies, wan neer er veilingen waren, waar vrij kon worden geproefd van allerlei lekkernijen, wanneer nieuwe winkels hunne opening vierden met bezoekers vrij te onthalen, waar markten werden gehouden met aan biedingen tot gratis keuring van eetwaren. Had eene nieuwe patenttnedieijn iemands diensten noodig, om naam te maken, Vox" maakte zich populair. Ii Staten, waar sterke dranken waren verbannen, had hij geheimzinnige vroolijkmakende prepara ten weten ingang te doen viuden door zij ue sterke aanbevelingen. Vox" had zich eene aanstelling a's notary public" weten te verzekeren. Na te hebben kenbaar gemaakt, dat hij bereid was voor alles intestaan en tevens alle gedocumenteerde bewijskracht daarvan te leveren, liep het storm bjj hem ter ver krijging van blijken van deugdelijkheid van allerlei paardenmiddelen, enz. Zijn stelsel was economisch ingericht. Hij kon massa's Cuddle's milk food" verzwelgen, d wrgespoeld met Hilariteits-Bitter" of Murphy's Mout-whiskey" en dan het betrekkelijke document van een of ander preparaat aan bevelen als eene huismoeder van zes blakende telgen." De getuigenis beëedigde hij ten overstaan van zioh^elve, zijn notariszegel hechtte hij daaraan persoonlijk en het welverdiend honorarium streek hij eigenhandig op. Op zekeren dag had hij, helaas, Stickum's Slaapmuts" (Night Cap) verorberd, ver mengd met Edelaert's Knokkelbalsem" en in de vervoering die hem daarna beving, ambtelijk verklaard, dat een nieuw merk gecondenseerde melk als een onnavolgbaar haartniddel mocht worden aangemerkt. Dit geval verstoorde v aor eenigen tijd het publiek vertrouwen, maar deze aandoening ver dween evenals Vox's hoofdpijn en zijne zaken kwamen weldra opnieuw tot bloei. Als secretaris van I. A. zag hij nu zijn huishuur voldaan en bovenbedoelde gratismonsters voorzagen grootelijks in xijue overige behoeften. Na eenig debat over de meest geschikte plaats voorden eerst volgenden pelgrimstocht der club werd Chicago uitverkoren, voor namelijk op aandringen van Vox Populi", die daar bij de vleeschtrusthoofden een nieuw veld van voorsp>ed voor zichzelf zag openen. zij bedoelde, wie den overwinningaprijs zal behalen!" zeide Habermann. Eergt moe ten jullie er bijzijn," bromde Baneke, jullie slaapt 's Zondags altijd een gat in den dag'."' Maar morgen niet I" verzekerden Habermacn en ik. Daarop gaf Beneke geen antwoord, mis schien wel, omdat wij ons doel bereikt ba 1deu en moesten uitstappen. Toen gingen wij te samen naar het restaurant, waar wij gewoon waren ons avondmaal te gebruiken. Maar voor de deur natu Beneka afscheid, oindat hij zoogenaamd op zijn kamer wilde eteo. ie wil vandaag geen biertjes drinken," hoorde Habermanu hem, om zich m.rgim niet te verslapen !" Dat zou ik ac<J3r-< toch ook niet d K>n, wees daar maar veriektrd van !' antwoordde Beneke en liep vlug weg. Maar wij, Haber mann en ik gingen nog gezellig ten poije bier danken, hoewel nitt zoo luns; als anders en gingen toen naar Luis. Toeu ik mijn kamei binnentrad k va LU mijn hospita mij al tegemoet en zeide : Mijnheer Mente, u wilde immers legen den eerste verhuizen V ' Jawel, juifrourt' Herbst, hebt u a! een huurder?" Nten, nog niet zeker! Er 3 hier daar net een dame geweest, die een kamer ;ö>r haar neef wilde hebbeu en morgen vroeg wilde zij met hem terug komen tu er nog eens over denken. Ik wilde u daarom vragen, mijnheer Meute, morgen htel vroe* op te staau, want de dame wilde al vóór achten koujeu en daar het uiorgen toch Zondag is, en ik maar een arme viouw ben, die haar geld m jet ver dienen met het verhuren van de;e kamer, daarom wilde ik vragen... ." Goed, goed, jullrouwj ik begrijp u al! Ik was toch al van plan heel vroeg op te staat! Klopt u omhaif acht maar eens aan de d sur." Dank u vriendelijk, mijnheer Mente!' zeide mijn hospita, ea verdween. Ik giog gauw naar bed en sliep verrukkelijk den heeleu nacht aan n stuk door, tot er om half acht 's morgens aau mijn deur werd geklopt. Toen sprong ik mijn bed uit en kleedde mij vlug aan of neen, om historisch juist tézijn, ik wilde mij vlug aankleeden, want ik was nog lang niet klaar, toen er weer geklopt weid. Ja, juffrouw, ik ben al op, u kunt zoo dadelyk'de koffie binnen brengen!" Eindelijk werd de zitting verdaagd. Men zou zich gereedhouden bij de eerste op roeping van den praeses weer te ver schijnen. A. E. M. S. TE LAER. De standaardmunt. Reeds -werd betoog!, dat onze standaardmunt te groot was. Hier schuilt veel waars in, al wordt gezegd, dat een gulden gelijk is aan twee halve guldens en maakt men zich aldus af van de zaak, die daarvoor toch van te groot belang geacht moet worden. Jn de Vereenigde Staten, met ecu dollar, ter waarde van ongeveer ?250, is het duur, en moet omstreeks anderhalve gulden worden uitgegeven voor hetgeen in ons lind een gulden zou vereischen. Het is trouwens van vrij algemeene bekendheid, dat in landen met een standaarduiuiit van hooge waarde het duurder is, dan waar deze lager is. In Oost- Indiëheeft dit bezwaar van een veel te grooten standaardmunt een eigenaardig gevolg gehad. De gulden is namelijk hiervoor beslist te groot, tenminste, wanneer men de weinige Europeanen uit zondert, en nu worden daar, in tegenstelling met het Moederland, zeer veel halve guldens gevonden. De halve gulden als standaard munt aan te nemen, valt echter niet aan te raden. Behalve, dat een verschil van de helft te veel zou zjjn, kan ook het doel der maatregel moeilijk ten volle bereikt worden, als dit weinig populair geldstuk, dat ge makkelijk met een kwartje wordt verwis seld, den staadaardmunt zou moeten ver vangen. Daar er dus onder onze munten geen is, die voor standaardmunt in aan merking kan komen, blijft slechts over, een nieuwe munt in te voeren, geschikt, om standaaidmunt te maken. Hiervoor zou kunnen dienen de dubbele schelling of t waalfstui verstuk, ter waarde van 60 et., dus ongeveer gelijk aau den mark ei\ aan den shilling. De halve gulden zou dan kunnen vervallen, en eveneens het kwartje, wanneer de schelling, ter wawde van 30 et., wordt aanfi-ernunt De stuiver en de lagere munten, alsmede de dubbele stuiver oi' het dubbeltje, kunnen behouden blijven. Alleen de onderJeelen van den gulden, de halve gulden en de kwart gulden zouden, als overbodig, vervallen, terwijl een schelling en een dubbele schelling dan aangpmunt moeten worden. Misschien verdient het echter aanbeveling, het kwartje te behouden, daar dit zeer gemakkelijk is voor betaling van sommige be.'lragen, zooals25et ,35et. enz. Wanneer de schelling dan niet noodig wordt geoordeeld, zou alleen de haive gulden vervangen moeten worden door den dub belen schelling. In Oostenrijk werJ reeds de florijn van ?1.25, als standaardmunt, vervangen door den kroon, die bijna van gelijke waarde is, als de hier voorgestelde dubbele schelling. Daar zag men dus het nut van een laveren standaardmunt ten volle j», en had er de moeite voor orer, on vermijdelijk aan zulk eene verandering verbonden. P. t'. C. HANSES. Dr. R. Jacato o?er Carel m Manier, *) Dr. Jacobsen heeft een frisch en fljn gevoel voor gehoonieid. Wat hij schrijft wordt er bevallig en blinkend van. Over poëzie en proza schrijvend kan hij dit nu tevens met oordeel doen. Zijn boek H dientengevolge een zeldzaamheid: literatuurgeschiedenis door iemand met literair km vermogen. j_en voorbeeld. Van Manders Gheestelijcke *) Carel van Mander (1548?1606) Dich ter en Prozaschrijver, door r. R. Jacobsen, bij W. L. & J. Brusse, Kotterdani 1900. in de Gulden Harpe. Eene woestenij der tale Kanaans, een onafzien bare reeks van bijbelteksten, samengerijmeld tot rederijkersverzen, met veel klinkklank van som i zinledige bastaardwoorden? Dat is wel de eerst3 indruk" Maar weldra zal ook de moderne lezer die in deze liedekens niet alleen en Liet in de eerste plaats stichting zoekt, bemerken dat er bij het overdincken" een eigenaardige geur van uitgaat. Vage herinneringen aan blanke, kleur:ooze dagen, binnenskamers gesleten, schemeren voor de verbeelding op, vermengen zich met de heugenis van menig oud, zilverlicht schilderij, waar alles, de kalken wanden, de stomme meubels, de glimmende steenen kruiken, de spiegelende tinnen schotels, etillekens peinst den langen tragen dag. En als een echo uit een lang vergeten, vorig leren, klinkt het: Ghods ghemeent' is een vredich huy-i, Ia rijcke rust is haer vermaken, Daer buyten is eea fel gheruys Ver Zee, die iet can still' gheraken lo vieden, oaaer haer golven braken En werpen dieck en vuylheyt uyt. De stille binnenkamer van den qu'ëtist, waarin de geluiden van buiten nauwelyks doordringen. De wereld ziet men er slechts van verre, achter het gelige, dikke glas en het licht valt er bleek en mat naar bicnen. Zwaarder en dreunender, want de dichter beschrijft bier het jonaste Oordeel, met een somber oud testamentiach visioen, rood van bloed en brand, in het verschiet: Daar wert een groot ghebuyl vuyl, Weeningh' en tand'ghekners, Wijdt wert den helschen kuyl muyl, En daer in volek divers, De pers, oft poel sal stroomen, Ghetreden bnyten stadt, Seer verre dat T'sal wesen nat Van 't bloet, tot aan de toornen Der Peerden lancx den padt. Tot Bosra sulck een slaen »aen, En int landt Edom oock, Et-n worghen salder aen gaen, Ejd' een eeuwigh ghesmoock, Jae roouk, eeuwigh vol crachten En werdter gheen ghebreck, T'landt werdt tot peck En 't volck als dreck Blijft eeuwigh int verachten, Dat hier is boos en vreck. Dan zal d' oprechte schaer daer, In haer eoet Vaders Rijck, Vrijmoedigh openbaer claer De Sonne sijn ghelijck. Bij dit lied, waaiin het fanatisme van den kleinen burger hier en daar zoo sterk door klinkt, moet ik weer aau den linnenwever donken, alleen in zijn getouw den ganschen da.'. Zijn handen verrichten mechanisch hun wtrk, maar in zijn hersens gaat het denken als zijn draden kris en kras, op den eentonigen dreun van de houten machine." Dit noem ik meeleven met de gedichten. Wie het kan is ook in staat de gedichten scherp te onderscheiden. De dichter van de gheestelijcke liedekens" was tegelijk Renaissacce-dichter. Het zrju twee werelden, waarin hij leeft, en wat wel het meest treft, dat die twee onderling in geen verband schijnen te staan. Men zie de schrille tegenstelling: Hoe gracclijck sie ick alree nu waeyen DerX y mphen cleeders.en hooft-doeckenseylich Meest ai eenvoudig, en somwijlen draeyen Heen eu weer mei den wind, en hoe daer swaeyen Da lichte Bacchanten met toortsen veylich Kennend' op en af den beu reien steylich, En ianen» Maeghden ter jacht in 't wilde, Hoe hen slippen en wimpels golven wilde. Wie en siet nu den stier in Zee niet baden, En des Maeghts cleeren niet als seylen spelen ? Wie sal den versierschen Baltiuck versmaden Ous te lesen ? Hoe schildert hij beladen Ueesjoug' ontschaeckte ? wiea mach noch ver velen Die sluyers en linten langa Marberkelen, Met gout geel hayr, al in de loc.ht doet drijven, Te recht ons Pinceel beluystert sulck schrijven. Ja, maar mijnheer Mente, daar is die dame ai, d.e A-i kamer wil zien l'; Toen deed zij de deur eeu klein eindje open en voegde er fluisterend bij : Mijnheer Mente, zou u zich niet even kunnen vei stoppen achter dat gordijn? Hut zou toch al te jammer zijn, als die d luie weer wegg'iiijl Ik ben toch maar eeu arme vrouw, die d tarop iv aangewezen." Nu, dat klonk zo j toiefkend eit zoo treurig, dat ik iiiet auders kon duec ; ik was wel i» waar juist bezig mij ie wasschen en nog niet heeiemaal afgedroogd, maar ik verstopte mij zooals ik was achter het gordijn ea hoorde juffrouw Herbst nog geen minuut later met de dame de kamer bit n en komen. Er is nog niets opgeruimd," zeide zij, neemt u het nuj niet kwalijk, maar mijnheer is net weggegaan. IM jonge uiautién van den tegenwoordig'-n tijd s!',an anjers 'u Zondags altijd heel laat op. Sliar mijnheer Meute, een knappe man, ae -l suli.le en heel werkzaam, is nog iemand van den ouden stempel, i.ij staat altijd vroeg op." Xu, die ijuicüeiacliüge lof van juJlVouw Ilerbst, die mij goed deed, deed mij liet oinecht, dat zij mij had aangedaan, door mij acater het g jrdiju te jagen, weer eenigerrnate vergeven. Een heel aardige kamer," zeids de bezoeketer lang/.aam. \Vel, ik hoop dat ze mijn ueef zal bevallen. Als u het goed vindt, biijf ik hier evtn zitten tn wacut op hem, fiij zal wei dadelijk komen." Oaat u zitten," zeide juffrouw lïerbst, en ik hoor ;e aaar eeu stoei neer zetten en de ba^oek^ter plaats nemen. Dat was me een UA >ove ge-ehiedfnis'. F,u tervviji juli'. ou»v iierbst en haar bezoekster een gem iegelijk praatje begonnen over de dunne vüi het vletech en de slechte tyden, stond ik a hier het gordijn en bibberde van kou ea van woede, om lat de neef nog maur steeus u et kwam om myu kamer te bezic-itigen. Toen kon ik het niet meer uit houden; onvolkomen aangekleed als ik was | en maar te liciit geneit;,l verkoudheden te krijgen, voeldd ik plotseling een bedenkelijk j-sukeu in mijn neus. Lieve heuial, nu moet ik niezen, dacht ik. Wat zal er dan gebeuren, de dame loopt weg en jutt'fouv wier b oodvmi-Uig tiet i->, haar kamer te verhuren jammert je de huid vol, omdat het verhuren dour die nie4erlj mis geloopen is. Ik spande al mijn krachten in, wrijf mijn armen neus, zoo hard ik maar wrijven kan, maar maakt het daardoor nog veel erger, een stuipachüge trilling gaat door mijn geheeie lichaam, ik tracht met al mijn energie den niesprikkei te bedwingen maar... alles te vergeefs: een duidelyk hoorbaar hatsjiel" ontsnapt mij. Och," roept de op haar neef wachtende dame, wat hebt u hier een dunne muren. Je hoort duidelijk, wanneer er ieinani hier naast niest!" ,,'/oo!" antwoordde juürouw Herbst hui chelachtig, ik heb niets gehoord] Daarover heeft ook nog nooit ietnand zich bij mij beklaagd!" En zoo bleef de dame, die verder op haar neef wachtte. Mija nissen had geen uitwerking g^üad en op dat oogeublik wist ik niet, of ik dit betreuren of mij er over verheugen moest. Ik was ook veei te woedend, om aan jutlrou* H.eibst en haar belangen te decken eu wist alleen maar dat ik mij in den onaanuenaamsttn toestand bevond waarin ik nog ooit geweest was, ea inwendig, maar heel inwendig, zoo lat niemand er iets van hooren kon, stormde hut in mij. Maar toch moet iets van dien storm naar buiten gedrongen zijn, want plotseling hoorde is de wachtende dame vragen; Miar u hebt bier toch geen muizen! Ik dacht, dat ik iets hoorde ritselen'."' welke opmerking een groote verontwaardiging bij mijn hospita te voorschijn riep en mij er toe drong, den storm in m ij u binnenste nog meer Ie bed tv i n geii. De tijd, dat ik daar zoo stond, scheen mij eindeloos toe, ruanr eindelijk kwam het toch tot een eiude, want plotseling hoorde ik de dame zeggen: ..Ik merk het al mijn neef heeft zich weer eens verslapen! Dan zal het maar beier xijn, als ik eens terugkom!" Toen hoorde ik haar de kamer uitgiau en de voordeur toeslaan. Toen ik uit mijn schuühoek te voorschijn stormde vloog ik allereerst af op mijn horloge; het was kwart voor negen. En ik was nog niet gekleed en had nog niet ontbeten. Er viel niet meer aan te deuken, dat ik op tijd aan do retidez-vousplaals zou. zijn. Jall'rouv Herbst aette zoo vlug mogelijk liet onibyt op mijn tafel en verdween toen; zij vluclitte waarrciiijülijk. voor mijn woede. Toen ik eindelijk klaar was, was het kwart over negen. Toen is er maar uit, om eeu glas bier te gaan drinken. Maar nauwelijks was ik op straat, of wie Hoor nu daarnaast een graftoon ala van: Myn Ziele sucht in ellende, Soo ick mrj elders wende, Oft keer,, dan tot u Heer. Ik vinde mg ter Woestyne Paert vreesselyck is te zijne, T'dangier,, is menighertier. Heb ick u o Heere vol waerde, Naer Hemel, noch naer Aerde Ick niet,, en vraghe yat. Of dit benepen-ptiriteinsche: Al moeste Hester draghen van goude, Costelyck eieraat de wijse vrouwe cloeck, Die sprack, o Heer, ghy weetdat k-dit hou ie Als oft maer en waer eenen onreynen doeck. Al ginck haer Ju th wasschen ende sal ven, Verciereo met scnoone cleederen propija Ten gtieschiede niet van dertelheyts halven, Maer om vermeerderen des Heeren prija. Costelycke satvj/en, cleederea en croonen Hadden in de wet een Gheestelyck bediet. Die vrou wen en sullen haar niet vercierea, Wtwendigb met cleederen of gout, Maer met eenen geest stil ende goedertieren". Door dergelijke goedgekozen aanhalingen want ze gijn goedgekozen wordt een dichter treffend geteekend. Kleur en ver lichting in het tafreel van zijn tijd brengen dan de woorden van den beoordeeiaar. Hoe deze dubbel dichter Van Mander zich d jor ooi spronkelyke en vertaalde gedichten en door zijn Schilderboeck heeft doen kennen, wordt ons in de beschrijving van dr. Jacobsen duidelijk. Vergelijking van zijn eigen vroeger en later werk, van dat werk met overeenkomstigen arbeid van Vondel, van Spiegheï, van (iu het proza vatt het Schilderboec k) zijn italjaanschen voorgang'r Vasari, maakt om vertrouwd met hem. Tevens leeren we hem. schatten als vertegenwoordiger van zijn tyd en zien dien tyd tegen andere tyden afsteken. Welk dichter KOU niet verlangen door eea zoo juist en scherp onderscheidend schrijver te worden uitgebeeld. Hoe meer hij rust en vastheid in zijn oordeei, ruimte en gulueid in, zijn studie brengt, hoe meer hu bekwaam zal worden om, niet enkel oudere dichters, waardig weer te geven. Hy ziet dan die dichters, tevens als eenlin gen, door de biiondere gaaf die hun eigen is, en als mensehen van een ty'd, van een volk, wier ziel die van velen i*. In die zïel erkent hij hun veelvoudige en ongedeekle wezenheid. Hij ontdoe zich nog mesr dan tot nu van de waanwijsheid, die hij zegt het zelf ergens den mensch van iederen tyd aan kleeft, die hem eigen tijd voor den besten houden doet, eigen karakter met een meerderh'idsge»oel tegen dat van anderen doet o ver stellen, hjj volge nog meer dan in dit ge schrift die uitmuntende les, door hem ge geven, dat de wijze waarop een letterkundig werk moet beoordeeld worden, bij herhaalde lezing intuïtief wordt bepaald. Een enkel woord ten slotte over de plaats die in de best-hrijving van onze letterkunde aan Van der Noot toekomt. Invloed van Van der Noot op Hooft en Vondel is tot nu toe uit uiterlijke gegevens (getuigenis van tydgenooten) niet gebleken. Verklaarbaar is het dus dat de onderzoekers vaa dien tijd dien invloed niet bewezen achten. Toch ge loof ik bij dr. Jacobsen gehoor te vinden als ik hem verzoek de inner lijkt gegevens niet gering te schatten. Verzen zooals Hooft en Vondel ze schreven kennen we tot nu toe alleen van Van der Noot. Noch Van Mander, noch Van Hout, noch Aiarnix, noch Spiegael, noch Coornhert komen met de hunne tegeno/er de zijne in aanmerking. Van der Noots verzen hèO ben het voortuinen van een rerbindings schakel zooals er in Noord-Neder land geen is aangewezea. In de ontwikkeling van onze taal naar de Renaissance- vormen zyn zij zulk een schasel. De vraaj; is alken of zij het geweest zijn in de ontwikkeling van Hooft en Vondel. Misschien niet, maar ook die ontkenning is niet waargemaakr, wordt door uiterlijke gegevens, naar mijn meeuing, niet waarschijnlijker dan de beves tiging. Eén blik in n gedicht volstaat voor iiiMMiiMHMiiiiiimiiimMiiiiMmminimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiMHiiiititiit kwam daar aan? Habermann l Wat is dat!" riep ik, ben jij ook niet bij de aanlegplaats geweest?' Neen l" riep Habermann nog heelemaal van sireek, denk eens aan, hoe het mij gegaan is. Juist toen ik van morgen wilde opstaan, klopt mijn juffrouw aan, komt bin nen en vertelt mij, dat er " Een dam3 was," viel ik hem ia de rede, die je kauier wilde huren!' Ja," zeide hij, en toen smeekt de juffrouw mij, om een oogenblik het dek bed o ver mijn hoofd te trekken ea mij niet te bewegen. En dat deed is dan ook." En toen ging die dame zitten," ging ik voort, en wachtte zoolaug op haar neef, die niet kwam, tot lat het te laat werd om naar de aanlegplaats te gaan." Eeu oogenblik bleef Habermann stom verbaasd slaan en riep toen uit: Wat drom mel, is er bij jou ook ZOO'D tante geweest?" ,,.fa,;' antwoordde ik, maar ik stond half aangekleed achter het gordijn l" Uat heeft Beneke gedaan om zich te ver zekeren van de overwinning l" Natuurlijk!" zeide ik, dat is een streek vaa Beneke geweest. Maar daaraan kun je zien, hoe weinig vertrouwen hij m zichzelf stelt en hoe bang hij is voor onze mede dinging! ' Nu, dat zal hij boeten!" risp Haberniann zoo luid dat het op een grooten afstand te verstaan was en uit de verte kwam dan ook het autwoord: Hij heeft het al geboe1, Habermiinnchen!" Het was Beneke, die ons achterop liep en dat had geroepen. Xu bleven wij beiden stom verbaasd staan. Eindelijk vjoeg ik : Heb je soms nog eerst met de beide tante», die je ons op het dak hebt gestuurd, kamers gezocht?' Nu jal Je hebt eigenlijk wel het recht rnij uit te schelden,' zei Ie Beneke, ik wilde jullie eens een poeis bakken, maar per slot van rekening mogen jullie mjj dankbaar zijn, want nu ben ik alleen erin geloopen!" Was ?ij dan niet bij de aanlegplaats van de stoomboot?" vroegen wij beiden als uit n mond. Jawel, zij was er!' riep Beneke uit. Zij is er nu zelfs nog, zij zal er morgen ook en geheelen dag door zij u ! Zij is namelijk kassierster bij de stoombootaanlegplaats en had gisteren een vrijen avond!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl