De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 28 april pagina 8

28 april 1907 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1557 over, want na de Kreutzer-sonate namen de huldigingen der beide kunstenaars het karak ter aan eener ovatie. Ik moet dan ook zeggen dat in deze sonate (met uitzondering der variaties) roor mij weer veel werd goed gemaakt. Maar toch geloof ik dat het meer aanbeveling verdient twee kunstenaars samen te doen optreden, die eikaars intentiën volkomen begrijpen en die geheel n van zin zijn in hunne opvatting dan twee eerste rangs-virtuosen, wier denk wijze zoo heterogeen is als bvj Busoni en Isaye bleek te zijn. ANT. AVEBKAMP. Een praatje orer Meute tuut, i. Wanneer J. K. Huysoaans in het Vle hoofd stuk van zijn laatst verschenen werk het heeft over de kunst (?) te Lourdes, dan krijgen we van deze mystiek-voelende Fransman het volgende te horen: De lelikheid van alles wat men hier te zien. krijgt, gaat zo ver dat we het niet meer natuurlik kunnen verklaren, want het is gewoonweg onder het allerlaagst denkbare peil; de mens aan zichzelf overgelaten en niet gesuggereerd vanuit de gemoniën van het andere leven, zou er nooit toe kunnen komen om zijn God zo verschrikkelik te onteren; Lourdes is van zo'n bloederige gemeenheid, zo'n doodbloeden. van goede smaak, dat we onmogelik ergers a aders aan kunnen denken dan aan een inwerken van de Satan." Dan schetst Huysmans ons in een paar lijnen de rammelende basiliek met zijn pierrot-hoed, de Rogaire, dat aan waterzucht lijdende circus, in een byzantijnse-romaanse paardenspel-casino-lokomotieveloodstijl. Over de schilderingen in de Rosaire schrijft hij: 't is nog niet eens grappig, 't is nog niet eens zot, 't is eenvoudig kinderachtig, 't is idioot. Het vloekt en het raast..." Naar aanleiding van een beeld van de H. Maagd die aan Dominicus een rozekrans geeft, waarvan de kralen elektriese lichtjes zijn: Wat voor half kindse bisschop, wat voor toogmannen, door boze geesten bezield, heb ben zulke dingen toch durven bestellen en accepteren? Maar wacht even, ze hebben nog wel erger gedaan." Hij zwijgt o ver een ander Mariabeeld met een kroon van elektriese gloeilampjes, met een gezicht als van een demente vadée d'un asyle" en geeft ons dan een korte beschrijving van een kruisweg... ja een kruisweg... Maar ici les invectives défaillent". Waarachtig," besluit bij dan, in geen enkele streek, in geen enkel land, in geen enkele tijd, heeft men ooit zulke heiligschennende afschuwelikheden durven uitstallen: en als men dan daarbij bedenkt, dat ze expres gemaakt zijn voor Lourdes, expres gefabriceerd voor Onze Lieve Vrouw, dan komt men er van zelf toe uit dergelike ver toningen zijn gevolgtrekkingen te maken. Er valt eenvoudig niet aan te twijfelen, zulke aanrandingen kan men alleen maar verklaren als moppen van de duivel om zich te wreken. Het is zijn wraak tegenover Haar die hij verafschuwt en men hoort hem duidelik zeggen: Ik volg u op de hielen, en overal waar gij u ophoudt, daar ga ik mij ook vestigen ; gij zult nooit bevrijd zjjn van mijn tegenwoor digheid ; gij moogt voor mgn part te Lourdes zoveel gebeden hebben als ge maar wilt; gij moogt gerust denken dat die mooie tijd van de Middeleeuwen voor u weer teruggekeerd is ; het yolk zal naar u toestromen, de hoera's over de wonderen, de Magniflcat's der gene zingen, het eeuwig glyden der rozekranskralen, dat alles zal een wierook voor u zijn als nergens ter wereld, allemaal best mogelik; in een eeuw die ik kneden kan en die ik bederf precies zoals ik het verkies, daar zult gjj misschien nog wat heiligheid vinden in de zielen die aan uw voeten verspreid liggen, ook nog best mogelik; maar de kunst, die het enige wezenlike is na de heiligheid, niet alleen dat ge daar van af zult blijven, maar daar zal ik me zo van bedienen, dat ik n voortdurend zal laten uit vloek en door de onophoudelijke godslastering van het lelike ; en ik zal zó het begrip van uw bisschoppen en van uw priesters, en van uw gelovigen benevelen, dat ze er zelfs niet over zullen denken, om van uw lippen weg te nemen de eeuwige kelk van mijn smaad. Alles wat u moet voorstellen, u en uw zoon, dat zal gedrochtelik wezen; alles wat uw engelen en heiligen moet afbeelden zal gemeen zijn. Gij zult moeten toegeven dat ik niet in gebreke ben gebleven; ik heb zelfs gedacht aan de gewijde vaten, aan datgene vooral waarmee het vlees van Christus zelf in aanraking komt; ik heb mijn bijzondere studie ge maakt van de monstranzen en de cibories, en ik het* gewild dat ze van een weelderige en gruwelike smaak zouden getuigen. Ik heb me niet eens tevreden gesteld met het extra verfoeielike van de kerkelike juwelierskunst in Europa, daar waart ge misschien al aan gewoon geraakt; nee, ik wist nog wel wat anders; ik heb de rasta's van Zuid-Amerika ontboden, en die hadden me in de gaten. En ik ben waarachtig tevreden over het verschrikkelike dat zij u kwamen aanbieden. Ha l al die kostbaarheden uit uw schat kamer te Lourdes, wat heb ik dat allemaal stuk voor stuk zelf uitgezocht. En die woorden zijn wanhopig waar, wan neer men de estetiek van Lourdes een beetje van nabij bekijkt" Ik la tt natuurlik de mystieke duiding in de appreciati^ van de heer Huysmans voor wat ze is, maar voor zijn moed en durf om al dat monsterachtig lelike aan te durven wijzen, op gevaar af van de ongenade te belopen van het katolieke Frankrijk, ja daar ?oor zou ik hem de hand willen drukken. Onder het lezen van dat Vle hoofdstuk moest ik vanzelf telkens terugdenken aan het land van de heerlijkheden van Maria", en onwillekeurig kwam de verzuchting bij mij op, dat zolang er niet in ieder diocees een door de bisschop aangestelde permanente kommissie yau kunst-bevoegden is, zonder welks uitcirukkelike machtiging er in geen enkele kerk of kapel iets mag gebeuren, er dan maar vast ook onder ons een Huysmans moest opstaan, die in de meeste onzer gods huizen waar de incarnatie van het lelike haar hoogtij viert, met dezelfde onbarmhar tige kritiek ging beeldestormen. Wat een kerken worden er altijd nog maar ajebouwd door niet veel meer dan metselbazen en heibazen, die niet het minste begrip tonen te hebben van mooie lijnen, mooie proporties, verwerken van materiaal, van aanpassing van een bouwwerk aan zijn omgeving, enz. enz. die eenvoudig maar wat gotieke of romaanse vormpjes napeuteren en dan een stenen gedrocht afleveren, dat dikwijls een, twee ton kost, terwijl men voor de helft iets een voudigs, iets moois, iets intiems had kunnen hebben, wanneer het werk was opgedragen aan wezenlike kunstenaars als Jan Stuijt, Dr. P. Cuypers, Jacques van Gils, te Eiele en mis schien nog enkele andere. En dan het innerlike van onze kerken l Wat een infernale wansmaak bij de meesten ! Hoeveel kerken zou ik niet kunnen noemen, waar voor twintig dertigduizend gulden de muren zijn volgesmeerd door de eerste de beste behangers- of verversjongen, die de brutaliteit had kerkschilder" op zyn visite kaartje te laten drukken. Wat een monster achtige beelden worden er nog altijd geleverd door Duitse en Franse en last not least Hollandse kunstfabrieken. Loop de eerste de beste katolieke kerk maar in, en u is overtuigd: H. Hart-beelden met kappers koppen, Maria-beelden met gezichten van fondant, enz. enz. De wansmaak gaat zelfs zover, dat we in de Kersttijd te Amsterdam (I) de potsierlike vertoning hebben gehad van een offerblok met een Engel er op, dat nota bene op de kommuniebank stond. En als dan een cent in het sleufje werd geworpen, knikte die engel met zijn zoete gezicht je heel lief goeie dag. In een andere kerk ook al te Amsterdam was een voorstelling van het stalletje van Bethlehem in bijna levensgrote wassenbeelden met heuselik haar en heuselike klederen, van die dooie poppen zoals er in de etalage's van heren- en dameskonfektie staan te lummelen ? Waarlik ici les invectives défaillent." En wat een nougat-taarten van altaren I Wat een bazarrommel van monstranzen, cibories, kelken ! Wat een Mis-gewaden, met korsten goud er op, brullend van parvenuachtige weelde, maar ook van parvenuachtige kunsteloosheid. Ik zou aan 't opnoemen kunnen blijven, maar laat ik liever al die knoei-kunst voor een ogeblik vergeten, om er even op te wijzen, dat er gelukkig ook nog wel mooie dingen gebeuren, en vooral wat onUettend ver blijdend is dat eindelik in zekere kringen, die tot dusverre met de meest souvereine oppermachtigheid kerken lieten bouwen en versieren volgens eigen zogenaamd kunst gevoel, men zo zoetjes aan bewust be gint te worden dat men in zake kunst toch maar liever zijn mond moest houden, en dat het toch eigenlik al te idioot is om te menen dat vroegere flilosoflese en teologiese studiën en tegenwoordige genade van staat die over 't algemeen allerabsoluutste kunst-onge ?oeligheid zouden kunnen verhelpen. Dit is een hoogst verblijdend verschijnsel, want dat negatieve bewust worden moet in de gegeven omstandigheden noodzakelik voorafgaan alvorens een positief kunstbe wustzijn mogelik wordt, waaruit een prachtige religieuse kui tuur-kunst eenmaal zal kunnen opbloeien. (Slot volgt). FRANK v. D. BERG. De Nieuwe Spellg in De Gids. ui. Een ander bezwaar. De vereenvoudigde werpt in theorie duizenden n't overboord, ze behoudt ze alleen in oude vormen als groten deels, in eigennamen ('s- Gravenhage) en in de samenstellingen waarvan het eerste lid op en uitgaat: evennaagte, keukenpiet, enz. Ze spelt naast vele woorden uitsluitend zonder n (gekkehuis, enz.), weer uitsluitend met n b.v. eeuwenoud, blindenimtituut, ogenblik en weer met en zonder n: strotte- en strottenhoofd, trane(n)dal, helde(n)daad," en nog enige andere. Dit is verwarrend volgens de heer H. Wel verklaren de schrijvers in de inleiding van hun Woordelij st: Wij hebben de verbindings-n laten staan, waar men hem in 't be schaafd Nederlands uitspreekt. Mogelik is het dat sommigen in meer woorden nog die n laten horen. Onnodig te zeggen, dat dan de vormen met n evenveel recht van bestaan hebben als die zonder." Waar blijft hier de eenheid van spelling ? vraagt hij. En hoe moet het op school ? Hebben de leerlingen maar te kiezen, nu eens n dan zonder n ? Wanneer een minder deskundige dan de heer H. dit leest, zal hij bedenkelik 't hoofd schulden, maar laat ik hem geruststellen door vooreerst mee te delen, dat de heer H. met grote zorg de weinige dubbel vormen met n en zonder n heeft uitgelezen, die de Woordelijst heeft op gegeven. Ver volgen s, laat ik hem er op wijzen dat dubbelvormen in iedere taal voorkomen en moeten voorkomen. Vergun mij hier de woorden aan te halen van cU man die in Europa als een autoriteit op taalgebied be kend staat, van H. Paul : Es ist gar nicht zu vermeiden, das; zu jeder Zeit gewisse Schwankungen vorhanden sind, dasz sich Altes und Neues mit einer ge wissen Gleichberechtigunggegenüberstehen. Das gilt von allem, was zur Sitte gehort, das ^ilt von der Sprache und von der Orthographie" (Zur orthographischen Frage, S. 23). Vindt de heer Hasselbach het zo verschrik kelik, indien zijn kwekelingen schrijven naast elkaar: vneg-vraagde, woei-waaide, van de men8. hen der menschen, courant-krant, adspirantaspirant, pruik-paruik, canaille kanalje, dronkeman-dronkenman, kwestie-quaesti'e (vgl. Woor denlijst-De Vr. en Te W.), enz. enz.? Maar waar blijft hier de eenheid? verstout ik mij met de heer H. te vragen. Der langen Rede kurzer Sinn van 't ver dere betoog des heren H is, dat hij juist 't zelfde voorstelt als de Vereniging, behalve dat hij noodzakelik vindt, dat in samenstel lingen, waaruit duidelik blijkt dat het eerste lid een meervoudig begrip is, de en geschre ven wordt, want de n blijft in woorden als keukendeur ter wille van de gelijkvormigheid büde vereenvoudigers, waarom dan niet in meervouden? en waarom geeft de Woordelijst, dan eeuwenoud, blindeninstituufi er zijn toch ook een massa duidelik herkenbare meervou den in samenstellingen; waarom past men daar ook de regel der gelijkvormigheid niet toe? Het antwoord is niet moeilik. Bij keuken deur enz. is niet van een overgangsklank sprake; 't is de uitgang van 't woord keuken, waarvan de n evenals bij ijzeren, zagen, wagen, werken door ons, hoewel door vele beschaafden niet gesproken, niet wordt verwijderd, omdat vele andere beschaafden in 't Oosten van ons land die n wel laten horen. In eeuwenoud, blindeninstituut wordt niet en geschreven als meer voudsteken, maar als overgangsklank, dat wil zeggen : men hoort hier en. Er zijn een massa duidelik herkenbare meervouden in samenstellingen, voorzeker, maar niet krachtens hun vorm, doch krachtens hun betekenis; men vergelijke bloembed, bloemkrans, boekwinkel, boekverkoper, boomgaard, briefwisseling, broedertwist, horlogemaker, naamlijst, nagelschuier, oesterbank, parelvisser, lepeldoosje, roverbende, schaapherder, sleutelrir,g, tandpoeder, toonladder, enz. enz. Waarom dan, waar men naast sommige van deze woorden vormen met de overgangsklank e aantreft, de n hier achter gevoegd? Indien men hier de overgangsklank e door en weergaf krachtens de meervoudige betekenis, zou men niet alleen de aard van de overgangsklank miskennen, maar ook tot allerzonderlinge nevenvormen aanleiding geven: koeiestaart- koeienstaarten, paardebekpaardenbekken, omdat, waar men hier de samenstelling de meervoudsuitgang geeft, het niet anders kan dan ook 't eerste lid 't meervoudsteken te geven. Waar blijft hier de eenheid? Op twee voorstellen van de Vereniging laat de heer H. verder nog zijn kritiek en zijn geest neerdruppelen: op de regeling der bastaardwoorden en op de regel dat men zich bij de verbuiging van lidwoorden, bijvoeglike naainw. en voornaamw. richte naar de be schaafde spreektaal. De kommissie die bij de regeling der bastaardwoorden heeft gead viseerd, is dezelfde als van de i-(ie-)regel. Het gehalte van de kritiek verheft zich hier niet boven het voorafgaande; het zou te ver voeren, als ik hierop nader inging. Genoeg zij het te vermelden, dat ik 't volkomen eens ben met wat Dr. Kollewijn daaromtrent in het April-nummer van De Beweging heeft aangevoerd. Nog een enkel woord over de verbuiging. De regel der vereenvoudigers is : Bij de verbuiging van lidwoorden, bijvoeglike naam woorden en voornaamwoorden richte men zich uitsluitend naar het beschaafde spraakgebruik. Men schrijve dus de, hij, hem, zijn, enz., wan neer men de, hij, hem, zijn, enz. zegt; b.v. Zet de stoel in d« hoek -r- De boeken van die aardige kleine jongen Is de kachel al aan? Neen, hij is uif, enz." Nergens, zegt de heer H., wijken de vereen voudigers sterker af. Hij geeft toe, er is veel wat voor vereenvoudiging pleit, want in geen ander deel der spraakkunst en der spelling is het Nederlands zo zeer onder de druk der Latijnse en Germaanse grammatica gebracht als bij de buiging- en geslachtsregeling van De Viies en Te Winkel. Iedereen ondervindt de last er van. De Vries en Te Winkel maakten een regeling die, door de vele regels, met uitzonderingen en uitzonderingen op uitzon deringen, terwijl honderden woorden er buiten vallen, de leek aan willekeur doet denken. Och kom, weet de wetenschappelike heer Hasselbach niets van de litteratuur over deze kwestie van de laatste 10 jaren, dat hij hier schrijft; die den leek aan willekeur doet den ken," of is het uit geestigheid of uit...? dat hij deze woorden zo ex kathedra verkondigt? Men vergunne mij hierover eyen uit te wei den, opdat ik zo straks de retoriek van deze heer ook sterker kan belichten. 1) (Slot volgt). Dr. W. F. GOMBAÜLT. 1) Opstellen over spelling en verbuiging, door dr. R. A. Kollewijn, p. 54 f. v. Inhoud van Tijdschriften. Nieuwe Gids, afl. VIII: De Genei, dr. K. H. de Raaf. Verzen, J. van der Pant Jr. Nazomer, Daan van der Zee. Verzen, Willern Kloos. Eenzaamheid, Jeanne Reijneke van Stuwe. Tooneelkroniek, Frans Mijnsseu. Literaire Kroniek, Willem Kloos. De Maand, afl. 4 : P. van der Meer, Het geluk, II. Alb. Piasschaert, Verzen. J. Steijnen, De Vagebond. Alb. Pias schaert, Kritieken Aanteekeningen Eigen Haard: Openbaring, door Margot Greeve. Si Bopèng (de pokdalige) schets uit 't Indische volksleven, door Netly Nunniks de Jongh, III. Prof. Dr. A. G. van Hamel, f (1842?1907), met portret. Een Roekenkolonie, door J. Daalder Dz., met afb. Stilte, door Jer°. de Vries, (bij de plaat). In het Weeshuis te Katwijk-Binnen", naar de schilderij van D. A. C. Artz. Motten, door Ericus. Haar vriend, door Nelly D. Oud-Roosen-Burch, met afb.?Deakoustiek in gesloten ruimten. Eene Willem Maris" en andere schilderijen, met afb.?Feuilleton. De Koloniale Conferentie. Fonds voor De Ruyter Medaille". Spanje in spanning. Nederlandsen Operette-Ensemble. De hoogste ladder in Nederland, alles niet afb. Magazijn Oud-Holland Damrak 75, Amsterdam. Directie: P._C. PAERELS. Imitatie- en Antiek Kunstsnijwerk, Koper- en Zilverwerk, Porselein, Glas, Tin, Oude Perzische Tapijten enz. enz. ATELIER VOOR HET VERVAARDIGEN VAX ODD-HOLLANDSCH SNIJWERK. - TELEFOON 7261. J. J. BIESING, Kunsthandel. '8-GRAVENHAGE, Molenstraat 65,65*13161. Moderne Schilderijen, Aquarellen en firavnrn. V* VOOR HET 5UCCE5 VAN W ARTIKEL 15 HET H.V.ARnHEM5CHE 5TEENDRUKKERIJ & ETIKEIWABRIEK mUPPELUEBELWG ARHHEM VERL PARKSTRAAT 9fl TtLEPOOM 370 TELEGRAM ADRES ..LITHO" Kunsthandel J. C. Schüller, PLEIN 22«, 'S-GRAVENHAGE. 25 APRIL,?15 MEI TENTOONSTELLIHG ETSEN, KLEUR-ETSEN EN LITHO'S VAN + + + + + + + + BÉJOT CHAHINE, DAUCHEZ, HELLEU, LE HEUTRE, LEPERE, PAILLARD EN STEINEN + + IN DEN - - KUNSTHANDEL - WED. G, DORENS & ZN. TOEGANG VRIJ. - ROKIN 56. Alp. Knust- en SIERKUNST" IV. Spiegelstraat 32. Verschillende soorten Aardewerk, Batik- en Borduurwerk, Koperwerk, Beeldhouwwerk. Schilderijen, Teekeningen, Etsen, Foto's en Lithografieën. Antiquiteiten (Meubelen, Aarde werk enz.) RUDOLF ELION & C'. AT?LJ?R2°RD?CORATÏV ?:- Ontwerpen en uitvoering van -:PLAFOND- EN WANDBESCHILOERING KUNSTNAALDWERK Ontwerpen, begonnen patronen en -:- -:- uitgevoerd werk z.a.: -:- -:Tafelkleeden Theewarmers Kussens Japonversieringen - Kinderkapjes - Kinderkleeding - Damestaschjes ENZ. Dekservetten ENZ. ENZ. BATIKS V AH HEIN MERCKENS. ONTWERPEN EN TEEKENINGEN ? op het gebied van Kunstnijverheid WONING-INRICHTINGEN SPUISTRAAT. 76 DAMRAK. AMSTERDAM B.DEBIÈVREBIESAART ACHTER ST. PIET EB 16 -:- -:- Utrecht -:- -:MAGAZIJN VAN COMPLETE MEU BELEERINQ EiN' STOFFEERING = VERHUIZINGEN, TRANSPORTEN, SPECIALE AFDEEL1NG ANTIQUI TEITEN EN KUNSTVOORWERPEN D RKSCHMflBEL /=KMSTERDX^r^> OP KOPER EN ZIM GtB°W..FELIX MERITI5" KEIZERSGRACHTSZ^ TEL.2ÖO-7 Ja. VAN G1NKEL === ZEIST ? FABRIKANT VAN KUN8T-KOPBK~~ WKKKKN IN OUD-HOLLAHD8CHF MODERNE- EN ANDERE 8TIJLHS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl