Historisch Archief 1877-1940
D E
T ^ E, D 4 M ME
E E K B LA P V 0,0 R N E ft E R L,A N D.
1558
wie heeft belang bij de controle op de
spaarders"? Niemand. Het bedrog is hier
te vreezen'', zegt V-arlez.
Daarom heeft Varlez. dan ook reeds aan
den Gemeenteraad van Brussel, die.i-hem
daaromtrent advies vroeg, den raad gegeven,
om 'het subsidie aan de afzonderlijke
spaarders lager te stellen dan dat aan de
vakvereenigingon, en ook het Gentsehe
reglement zal in dien geest gewijzigd worden.
Waar aldus de ondervinding te Gent
spreekt, en men daar dus al terugkomt op
de gelijkstelling van georganiseerden met
ongeorganisesrden, daar mogen zich ten
onzent de Gemeentebesturen wel driemaal
bedenken, vóór ze het subsidie ook voor
andere kassen dan die van de
vakoereenigingen, verleenen!
De werkelijke vakorganisatie en die
kan dan onafhankelijk of christelijk zijn
is de eenige betrouwbare basis!
* *
*
Het bovenstaande was reeds ge^chrev^n,
toen mij on Ier de oogen kwam het ontwerp,
? dezer da jen door B. en W. van Den Haag
' ingediend bij den Raad, waarin weer een
geheel .nieuwe oplossing wordt beproefd
voor de vraag, wat de gemeenten moeten
doen, bij hut ter hand nemen der
werke,loozen-verzekering, voor de niet-leden der
vakvereeniging, willen zij het verwijt, de
-. organisatie te bevorderen, ontloopen.
De;e oplossing is: de vakvereenigingen,
. die van het gemeente-subsidie willen
profii teeren, te verplichten, ook die vakgenooten
op te nem^n, die allén willen toetreden
to"; het werkrloozenfonds, en overigen? niets
met de vakvereniging te maken willen
hebben.
Ook nieuw is deze oplossing niet: in
Noor? wegen is ze in de werfceloozen-verzekering
van Regeeringswege. reeds ingevoerd, voor
< de vakbonden.
Osntrent de praktijk is nog niets bekend.
Hoewel ik geloof, dat ook daarvan de
.ongeorganiseerden weinig gebruik zullen
maken, acht ik deze oplossing zér
on: wensehelijk. Ze zal heftige oppositie uit
lokken van de zijde der vakvereenigingen,
en... .de zelfzuchtigen onder de arbeiders
de gelegenheid geven voor een zeer gun
stige geldbelegging. Misschien kom ik iaarop
?nog eens terug.
.... , . ' . . H. S. :
Moziek ia-te Hoofdstad.
Hét baitéhgjewoon fea'ccea dat verleden jaar
aan de Toonkunst-opvoering van die
Jahresieiten ' ten deel ia gevallen, heeft zeker den
. ,heer Mengelberg er toe gebracht, dit. werk
Ie kiezen voor den avond, die aan het,
0nderBteuningsfocds'* van de leden van het
Concertgebouw-orchest was gewyd.
Hoewel h$t zfJter eigenaardiger ware ge
weest voor een d/sr ge'vj ken avond een of meer
werken te kiezen, waarin het orchest geen
begeleidende rol had te vervullen,maar waarin
het in al zjjn voortreffelijkheid op den
voorgipnd hal kunnen komen, moet men toch
erkennen dat men het doel wel heeft bereikt,
want de zaal was bg'na geheel bezet en de
toehoorders hebben buitengewoon genoten;
zij lieten dat duidelijk blijken dior de her
haaldelijk geschonken, dikwijls enthousiasta
toejuichingen.
Bij de uitvoering van verleden jaar heb
ik er op gewezen, hoe Haydn bij
hetcomponeeten van zyn Jahreszeiten de drukkende
last van den ouderdom ondervond; maar
hoe nogthans het wonder is tot stan l
gekomen, dat de toehoorder in geenen deele
bespeuren kan met het werk van een bijna
zeventigjarige te doen te hebben trots
deze over het moeitevolle arbeiden klaagt
maar veeleer meegesleept wordt door de
frissche schoonheid van die onophoudelijk
doorstroonende melodieën, zeldzaam bekoor
lijk, die uit een onverdroogbare bron schijnen
voortgekomen te zijn.
Ook rieb ik er op gewezen dat Handel
met zijn VAllegro ed il Pensieroso" en
Telemann met zijn Vier Tageszeiten", Haydn
reeds zijn voorgegaan in de muzikale bewer
king van een soortgelijke stof. Beide werken
moeten het echter beslist afleggen tegenover
de onsterfelijke Jahreszeiten.
Een navolger heeft Haydn ook reeds
geitiiimiilillliMlllMiillimiiiiMimMMiiiiiiiiilMi IMMUUN i imniiiMMii urn
EEN ONRUSTIGE REIS.
Naar het Daitsch, van Dr. HUGO GAXZ (Weenen).
I.
In normale tijden is er geen kalmer reis
te bedenken dan die van Budapest over
Verciorova naar Boekarest. De trein met den
slaapwagen vertrekt tegen drie uur in den
middag uit de Hongaarsche hoofdstad e,n
bereikt den volgenden dag tegen twaalf uur
de Roemeensche. Het interessantste deel
van den om rek van Orsova pas-eert men
midden in den nacht. Gedurende de uren,
dat het licht is, rolt de trein door de wel
dadig vruchtbare, maar toch eentonige
tlongaarsche en later Koemeensche laagvlakte.
Er is nooit iets nieuws te zien, en als men
eens even opkijkt va,n zijn lectuur of na een
ge<prek weer eens een blik werpt uit het
raampje van den coupé, ziet men altijd weer
precie-i feeuelfde als een uur geleden. Deze
route wordt dan ook alleen gekozen door
reizigers, de haast hebben en niet «graag
's avonds laat in een vreemde stad aankomen.
Anders doet men beter met de route over
Predeal te nemen, wairbij men door geheel
Zevenburgen en langs den züverglansenden
Bucsecs komt en tenminste een paar uur
lang buitengewone landschappen voorbij zie;
vliegen.
Het halve doign reizigers, dat ditmaal be
sloot, de reute over Verciorova te nemen,
had zijn bepaalde redenen daarvoor. De
middagtr^in over Predeal heeft 's winters geen
slaapwagen, de avondtrein rijdt minder snel
en kout eerst 's avonds l*at in Boekarest
aan. En de berichten, die over de grenzen
doordrongen waren van dien aard, dat?het
vonden in Friedrich Koch, die met zijn
von den Tageszeiten" achtereenvolgens be
schrijft het duistere, sombere van den nacht,
waarin dan echter een moeder hare teedere
zorg voor haar kind tot uiting brengt, aldus
een lichtstraal werpende in deze donker ge
tinte episode; daarna het imponeerende op
gaan van de zon en het heldere, vroolijke,
onbezorgde leven ten platten iandf-; vervolgens
(Mittag) de tevredenheid van den landbouwer
over den rijkdom van zijn oogst eu ten
slotte. in .lm Abend", de levensvreugde
van het boerenvolkje, na den harden arbeid,
zich uitende in onschuldigen dansen spel.
Het is niet moeilijk uit dezen oozet, zij
het dm ook in eenigszins andere volgorde,
het voorbeeld van Haydn's Jaares;eiten te
herkennen.
Koch's.werk is dezen winter door perneng l
Koor" onder George Kijken te Hutierdarn
uitgevoerd. Tot mijn spijt kon ik :deze uit
voering niet bijwonen; ik hoorde er echter
veel goeds van. In het buitenland kon ik
mij echter overtuigen van de belangrijkheid
van Koch's werk. Mag ik deze interes-ante,!
. uiterst moeilijke en door en door moderne:
compositie den heer Mengelberg en zijn pr-ich-;
tig koor een.saanbevelen ? Mij duukt. zg zouden
de talryke schoonheden er van ju:st.op bij-i
zondere wijze in het licht kunnen stellen,!
omdat een groot en mooi koor een l^ofd :
voorwaarde is voor het welslagen eencr uit-:
voering.
Doch ik had het over de Jahreszeitfn."
Zonder eenigen twijfel hebben de korenden
steiksten iudrnk gemaakt. De verhouding der
stemmen was zoo gunstig mogelijk; !-teeds<
was de klank nobel en mooi genuanceerd,
zoodat de verschillende stemmingen, waar-j
aan het werk zoo rijs is, prachtig totuiung;
kwamen. Slechts een paar uitzonderingen;
moet ik maken. Het wynkoor was rnij nog:
niet overmoedig genoeg in de wtdergave;
wél de Lan lier" daaruit, die was prachtig
van tempo; maar het begin en het slot denk'
ik mij veel meer uitgelaten en dartel; ook
hebben de dames en heeren, bij HannaV
verbaal van den gefopten ridder, sedert ver ,
leden jaar er niet toe kunnen besluiten een'
hartelijker en guller lach ten baste te geven.i
Het orchest was eveneens onovertroffen.,
Niet alleen ala al die fijne schilderende trek
jes moesten worden weergegeven, maar ooki
in het voorspel en in de begeleiding van zoo;
menig fraai en indrukwekkend koor.
De solopartijen uit de beide oratoria van!
Haydn gelden met recht als proefs ukikeni
van klassieken stijl yoor ieder zanger of «an-;
geres, die in de goede school is grool gebracht.)
En toch... en toch... hoe weinigen zijn;
in staat om b. v. een Simon-partij zóó te!
zingen, dat ook aan de fijnste nuance de
noodige aandacht geschonken wordt. Eigenlijk;
kan 't er maar a, en dat is natuurlijk Mes
schaert. De meeste baszangers vanden
tegenwoordigen tijd beschikken niet over genoeg
humor. Zij zijn bijna allen te ernstig, te,
pathetisch, aangelegd en daarmede is niets
gedaan bij het gemoedelijke boerij e, dat in
zyn welgedaanheid zich zoo echt kan ver
heugen in he,t genot van het gezonde land
leven.
Ook de heer Zilsman is een te erns'ie man
om ons ; Haydn's Sim on te schetsen, zooals
wij 003 dien van de herhaaldeliJK gehiorde
creatie van Measchaert, uu eenmaal voor
stellen. Daarvan kunnen wij ons niet meer
losmaken. Wij moesten ons spenen van het,
gekwaak der kikkers en ook hol fette Kind"
maakte thans bij lange na niet den
b«bagelijken inirut van vroeger. Ea toch zijn dit
nog maar kleinigheden.
Overigens zij gaarne toegegeven, dat de
heer Zalsman uitstekend bij ^tem was en,
behoudens een paar ougedekte hooge tonen,
zijn partij gesinglich" volkomen meester
wasMevrouw Jeanette Crumbacher de Jong.
die voor mevrouw Noordesvier was inge
sprongen, is meen ik, na haar huwelijk niet
meer hier opgetreden. Mevrouw Crumbaclier's
stem is goed geschoold. Zij heeft geen groofe
kracht en ook geen bijzonder grooten om
vang. Glansrijke en strale,nle tonen heefc zij
tot haar beschikking Mevrouw Crumbacher
zingt echter zeer verstandig; zij zal zich niet
licht laten verleiden tot eeu krachtsont wik
keling die de klankschoonheid van haar orgaan
in gevaar brengt; een paar malen was dit het
geval in het begin en toen klonk de stem
ietwat schril. Het komt mij echter voor dat
de bedachtzaamheid van mevrouw Crum
bacher afbreuk doet aan de naïeviteit der
Hannapartij. Als mijn herinnering mij niet
bedriegt was vroeger deze zangeres bij uitstek
geschikt voor het zingen van schaalksche,
jeugdige partijen. In ieder geval was het ook
thans zeer respectabel wat mevrouw
Crutaba"her ons te hooren gaf.
iiiiiiimiiMiiiiiiMiimiiiiiiimiijiiiiiiiiimimiiiiiiiMiiii iimiiiiiiiin
niet raadzaam leek, in den laten avon l
in Boekarest aan te komen. Er stond zelfs
in de couranten, dat de stad v elf in gevaar
was. dat gewapende troepen boeren uit alle
deelen van het land caar de hoofdstad trok
ken en reeds voor haar poorten stonden.
En wie heeft lust, in den duisteren nacht
door een troep woe lende boeren te worden
opgevangen ? De belichten waren onwaar, en
hun onjuistheid lag bij eenig nadenken ook
zeer voor de hand Boekarest is een sterke
vesting, die in geval van nood zelfs een
weigeordend leger tenminste eenigen tijd kan
tegenhouden. En wat zouden slecht gewa
pende boeren tegenover modern ingerichte
veHingwerken kunnen beginnen? Juist de
route o vet Predeal was volkomen veilig, en
Koningin Elizabeth, die den dag van te
voren den kamerzan^er Idezak had ontvan
gen, gaf hem den zeer juisten raad, dezen
weg te kiezen, omdat die over Ve/ciorova
elk oogenblik versperd zou kunnen worden.
Doch voor ons gaven de slaapwagen en het
overdag aankomen den doorslag, en daar in
Bulapest geen berichten waren ont-'angen
over storingen in het verkeer, vertrouwden
wij ons toe aan het gesl-bruine gevaarte, dat
ditmaal heel iets anders zou blijken te worden
dan een slaapwagen.
Het waa geen vroolijk gezelschap, dat daar
naar het Zuiden trok. Aan het uiterste eiade
van den wagen een Koemeensch echtpaar
met een ernstig bezorgde uitdrukking op het
gelaat. Zooals wij later vernamen waren het
de directeur van een bank uit Galatzenzijn
vrouw, die bij het hooren van de vreselijke
barichten over oproer in ds havenstad zich
naar huis spoedden, om hun. kinderen te be
schermen. Men kan zich de angst, vooral
van de moeder, voorstellen. Dan een Duitsche
fibrikant uit dezelfde stad, en de eigenaar van
ef>n engroszaak in landbouwkundige machines,
Weener van geboorte, die in Boekarest
zijn magazijnen had. Baiden waren vrijwel
De heer Jac. Urlus zong de Lucas-partij.
Hoe vaak reeds heb ik de voortreffelijke
eigenschappen van Urlus kunnen op ommen.
Die waren thans ook weder ruimschoots aan
wezig ; maar toch moet bemerkt worden dat
de zuiverheid steeds onberispelijk dient te
blijven en dat ook de toon in alle omstandig
heden rustig en vast moet staan. Niet steeds
was dit bij den heer Urlus bet geval.
Met een woord vau dank aan den heer
Mengelbeïa voor alles wat er dien avond te
genieten viel, wil ik dit verslag besluiten.
AXT. AVERKAMI'.
steiïini! in Arti.
Deze maakt ietg boter figuur dan die van
de vereeniying St. Lucas; bet totaal laat er
zich ook beter overzien. Er is aanmerkelijk
m n il er overtolligheid, daar hier wijselijk
eeni^n perk werd gesteld aan de
expO;itielust der leden, door het maximum der
inzending op twee stuks te stollen. Boven
dien schijnt het, dat verschillende
ArtiLucasle len voor de tentoonstelling op het
Itokin hun betere dingen bestemden. Zoo bij v.
W. Roelofs Jr., Vin Raalt.e, Egmond, Van
Beever «n ,ook M°j. Ansingb, die, hoewel
haar vertegenwoordiging in Lucas ree isdeed
opmerken, dat haar werk, naar het uiterlijk
-minder opzienbarend, maar hi den groni
toch welmeenender is dan dat van Mevr. van
Duyl?Schwartze, in Arti beeft geëxposeerd
het werk, waarmede zij zelf wel 't meest
zal ingenomen zijn onder de dingen die zij
gereed had staan. Een enkele als Hulshoft' Pul
laat zich meer in Lucas apprecieeren al is het
wel ongelijk, terwijl hierde S'ifome van
Monniukenlam volstrekt geen aanleiding geeft
tot revisie der overwegingen bij zijn Zigeu
ners; zelfs kan hij deze kunstig gemonUerde
beelding dier Woold-be Salome het vol
slagen gemis aan eenigen geestelijken inhoud
van dit p-atte geschilder duidelijker nagewe
zen worden. Alleen de gevierde Gorter, met
zijn toch zoo onverstoorbare vruchtbaarheid,
liet in Lucas de.i baan vrij voor den hemoj
zijde en zelfs voor bij- strevenden Sehaip
met een bloeiende boomgaard; bij bepaalde
zich er toe voor Arti s zalen een enk -l schoon
doek in de verf te zetten, dat hij October
betitelde! Maar ons dan nog even houdende
aan de toevallige vergelijking, en om te
kenmerken de redelooze grilligheid in den
voerkeur van Benig schilder bij net publiek,
m,Qfit' ook hier weer geconstateerd worden,
dat Sahaap's, landschap toch : o.pr-echtar
be?d^eld.'en in de uitvosring ook zuiverder
van. handel' is... - ,
Dan zijn er ook in Arti enkelen uitge
komen wier namen den klank hebben
van mindere en meerdere vermaardheid in
he.t gropte schilderscor.ps, van tegenwoordig,
met B.eitner aan het hoofd. Zijn nogal om
vangrijk schilderij Schuiten m h«t Dok, doet
echter vermoeden een wijfelend tasten, bij
het afdwalen van den grooten kijk op dit
belangrijk geval, een in 't onzekere raken
met de treffende kleur- intonatie.
Het' werk werd sin is zijn eersten opzet wel
licht herhaaldelijk gewijzigd, en zoo is bet dan
i u zijn geheel niet tot voldragenheid kunnen
komen, al zijn er ook genietbare brokken
in. Geringer echter is toch Bauer's
teekening, waarin de onbestemdheid al te duide
lijk op ontzenuwing der fantasie wijst.
Karsen's Avondrust heeft wel weer die zekere
aantrekkelijkheid van een eerzaam-
vveemoedig aanzien der in de wijdheid v, n
velden «?«?ï'joleerde boerenhuizingen met
de intimiteit der belemmerde erven. De/e
emotie van de aanschouwing, meestal op
onbeholpen wijze door lijn en kleur verwe
zenlijkt, werd hier wel al te veel overge
dragen met de middelen, die ik de eenmaal
vastgestelde attributen van de dezen schilder
eigene gemoeds aard zou willen noemen.
De bladërkroon, uitgeblazen als een
wolkbocht, op Oude buurt" is ten eenemale
onverklaarbaar. De beteekenis van Dupouc
als baanbreker voor de opleving der oude
jraveerkunst, in haar naakte waarheid, door
de stelligheid van het enkele burijn een
zeer gev>*enschte reactie op zooveel tegen
woordige losbandige proeven met de
be?handeling van het sterkwater laat zich
hier begrijpen uit zijn bekende reproductie
van Potters schilderij. Dan is er Dysselhott'
met een aquarium schilderij, als altijd knap
maar weinig ontroeren i, Baster met vveri
uit zijn later tijd en Mesdag, met een
zeestuk als overbekend. (Ik denk hierbij
ineens aan eeu niet onverdienstelijke
zeestudie in efn andere zaal van ec'ii mij
onbekende: Franken )
Ken merkwaardigheid van deze tentoon
stelling, voor een zeijer deel van het
ervan overtuigd, dat zij geruïneerd waren, en
haastten zich EU naar de plaats, waar zij hun
zaken hadden, om te redden wat tr nog te
redden viel. Verder reisde ei een R>emeen<ch
ingenieur mee, die in Xeuremerg een
oproeping voor de reserve naar Jassy had
ontvangen, een andere ingenieur v»n de
Skodawerken, die voor dienstzaken reisde,
en de ondergeteekende. Ook mijn gedachten
waren niet bepaald rooskleurig, want terwijl
ik os reis was had Koning Karol den ouden i
Sturdza de regeering opge Iragen en ik had
al lang ondervonden, dat de oude r.eer niet
bijzonder vriendelijk jegens mij gednd waj.
.Maar de toekornsïzorgen, die in het begin
het geheele gezelschap beheerschten en
menigen diepen zucht door den langen cor
ridor deden klinken, maakten al spoedig
plaats voor de veel dringender zorgen van
het oogenblik. Hoe meer wij de grenzen
naderden, des te bedenkelijker werden de
berichten. In Temesvar werd aan een van
de passagiers een telegram overhandigd. Hij
scheurde het open en verschoot van kieur.
Het gemeenschappelijk gevaar had ons natuur
lijk al lang met elkaar doen kennis maken,
en daardoor konden wij zonder indringend
te zijn vragen of hij slechte tijding had
ontvangen.
Mijn compagnon," antwoordde hij. die
mij nog gisteren dringend heeft getelegrafeerd
haast te maken met miju rei--, telegrafeert
mij nu wter dringend in geen geval ver Ier
dan Orsova te reiznn, daar van de grens tot
aan -ilatina het geheele land in oproer i'.''
Alle gezichten werden langer en er werd
een algerneene beraa islaging gehouden : uillcn
wij in Orsova blijven of zullen wij verder
reizen? Dat wasde quaestie. De conducteur
?verklaarde, dat hij de verantwoording voor
den wagen had, en bovendien eenoude moeder
Als hij niet in Orsova of op zijn allerlaatst
in Verciorova volkomen geruststellende be
richten kreeg, zou hij afkoppelen en naar
beschaafde publiek, wel te verstaan blijkt
te zijn de moeder met haar kind, oftewel
Slapedoe van Simon Maris.
Het onderwerp draagt tot dat succes niet
weinig bij en... de voordracht! Met een
en ander wordt in dit'pronkschilderij ge
speculeerd op de sentimentaliteit en den
verdwaasden schoonheidszin, die adel van
vormen weet te schatten! Het werk is kunstig
afgeploeterd, maar er is niets echts in.
Wat misschien er een deugdelijk brok in
kan hecten, als een nog wat natuurgetrouwe
studie: het kinderkopje, het heeft toah
slecht-- den nuchteren icaliteits schijn van
een duidelijke fotografie. Het geheel is een
behendige trucage; tot aan de mooie kleurtjes
in den achtergrond, die deze schilder mot
ver uit zijn nabijheid behoefde op te sporen,
is alles voorwondsel. Een andere jongere,
deze?ook de nazaat van een vermaardheid
uit don tegenwoordigen tijd: A. R. Mauve,
kan '1111 in voonleelige tegenstelling met
voorgaan len, genoemd worden Zijn ge
zicht over eenige, ietwat welziende, akkers,
begrensd door kreupelhout, op een
Januarimor4'en, acht ik een der zeer enkele zelfstan
dige uitingen op deze tentoonstelling en ook
als een aanmorkelijken vooruitgang op vroe
ger werk van .dezen schilder. Wat mij daar
wel eens te ijl scheen is hier tot meer gede
genheid gekomen. Met zijn sober gegeven is
het een solied gebonden schilderij?; het staat
vol in zijn kleur; hot middelste plan tot
m f t de struiken, vooral is goed; er drijft
lichtende nevel van een kil Ie heldere ochtend;
de lucht staat er helaas wat valschen vervig
boven. Van Mouliju's Burcht te Montjoie,
waarin het landschap doorzichtiger is dan
de lucht, nuch van de landschappen van
Wiggers, eveneens met een ideale tèndenz,
valt er veel te zegden. Het fi^uurstuk: van
Hart Xibbrig is curieus, HoitUtakkers van
de Zwarl te zwaar in de verf, eveneens het
stilleven van Van der Valk met zijn te
oppervlakkige lichtuit irukking.
liet ba<eh met sneeuw van Van Soest is,
met iets voornaams in voorkomen, nog te veel
in den toestand van op^et, die zich rijper ver
werkt wil doen denken. Ue egile zuiverheid
in Dooijewaard's schilderijen, hoewel zijn ver
zorg Ie schilderwijze op prijs 'ts stellen i?,
vertoont zich te veel als eeti dunne kleur
laag, (in het meisje bij de piano hindert het
dat de kop te zwaar is) terwijl Akkeringa
weer ean te troebel bruin in zijn schilderij
heeft Bij de grootouder* van Briët, al kan
het een zeer kundig doorwerkt schilderij
heeten, is een gemeenplaats in het genre:
Binnenhuis en Jurres'schilderijenlond
rscheiden zich van die van Hoynck van
Papendreuht, hier zoowel als in Lucas door
de... pretentie. In "Wijsmuller]s landschap
even een bekorende losse lijning, van Van
der Voo twee aardige koeiensrudie's, van
Kuypers, Savery, Dingemans, Van
Wijagaerdt A.H. Koning landschappen of buiten
studies, waarin een zekere stoutheid van
aanslag, die niet geheel zonder klank is.
Tot een andere soort, dieper van meening
waarschijnlijk, behoort M i'idaij ion vanEdzard
Koning, wrak echter in zijn kleurgeheel en
OixjslM tand van Van Oosterzee, een schilder
met stille kwaliteiten, maar die hij, schijnt
het, niet vermag sterker geprononceerd te
ontwikkelen- De portretstudie van Rueter
is misschien de beste van de talrijke op deze
tentoonstelling, (wat nog niet veel zegt) maar
ook kan het portret door Hubert Vos het
bekwaannte werkstuk van dat vak genoemd
worden... of W. Martens soms P Van vaardig
heid in uitvoering getuigt anders ook het
portretje door van llegtereii Altona, zonder
meer echter; een goe Ie maatstaf bij de
booordeeling hier, levert het correct maar
droog geschilderde tafelkleed. NOÏeen paar
figuuritiikkea van Mej. Wally Moes, acht
baar tot zekere hoo<SJ|e als aliijd een
studieus behandeld wiesdekentje op een er
van, is het aantrekkelijkst en we A'illen
ons bij beschouwing van deze tentoonstel
ling aan het laatste woord gekomen ach
ten.... zoo er het stilleven van Verster
niet was.
Niet zoozeer dit schilderij in't bijzonder,
maar het werk van Verster in het algemeen,
geeft aanleiding tot ruimere overwegingen
bij het overzicht en het afmeten der waarde
bepalingen van alles wat er tegenwoordig
aan kunst wordt voortgebracht. Waar zoo
talrijke midielmatigliiden in het blinde
tasten op «oe\ geluk af veelal, en grooteren
den grond waarop zij eenmaal vast stonden,
voelen verschuiven, verzekert dezi kunst
zich stabiliteit in de toekomst door de be
wustheid van haar doelen, steunend op den
basis van Rede: aanschouwelijk maken wat
in werkelijkheid gezien en in wezen
doorvorscht werd. De schilder is doordrongen
nmniiiiiMMiijiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiii
Budapest terug rijden. De koopman uit
CialaU was het met hem eens.
Ieder mensch heefc maar n leven. Aan
deu bedelstaf ben ik toch al. maar ik heb
geen lust me ook nog door een hoop dronken
boeren te laten doo i-iteken."
Ken ander ?,e de, dat liet reizen door een
land, da' in oorlog was, voor noncoinbattanten
niet het minste gevaar opleverde, maar dat
de anarchie geen conventie van Gencve kende.
De Uoemeensehe ingenieur had van voor
bijkomende landslieden gehoord,dat de boeren
vreselijk huishielden, dat zij een grond
eigenaar bij levenden lijve ie stukken hadden
gesneden en aan zijn honden voorgeworpen,
dat zij alle vrouwen schenden, kiii leren in
het vuur gooien en dergelijke schanddaden
van losgebroken slaven meer. Lang* de
uehee'e spoorbaan s'aan alle landhuizen
in brand," werd er toen weer verteld. We
zullen Buekarert niet eens kunnen bereiken.
De boeren zullen de rails wel hebben opge
broken, en al derailleeren we niet, dan zullen
we toch zeker worden aangevallen,
iiirgeplunderd en misschien wel verinoord ook.'1
!)e patronen, waarover wij te be-cMkken
had len, werden geteld. In 't geheel over de
honderd stuk-!. Daarmee kunnen wij den
wasren met den smallen corridor wel ver
dedigen! ' Ja, maar de boeren zullen hem
mis-chien in bracd steken." Dat is waar,
en gebraden te worden is ook geen plezier.
I/iat ons dm in elk geval maar in Orsova
blijven! Daar kom je i iet onder dak. Alle
hotels zijn over?ol met vluchtelingen...
Dan moeten we maar in den wagon over
nachten en morgenochtend teruggaan naar
Budapest."
De blonde ingenieur van de Skodawerken
zeide koöloloedig : Ik reis in dienst, ik
ga door, z:>o ver h>t mogelijk is."
, Mij viel Bernard Shaw's treffend gezegde
in : De mensch ia een lafhartig dier, maar
als hij door een denkbeeld wordt
gehypvan de wezenlijkheid der materie die hij
verwerkt, wat meer is dan het zich ver
trouwd maken met allerlei systemen en
hulpmiddelen der techniek. Erf wel als
gevolg, dttt hij tot inzicht is gf komen dat
de waarneming zich voortzettend in'gewaar
wording, niet meer natuurlijkerwijze ging
in de impressionistische scnilderkunst of
liever, dat door het verbasteren van een
principe tot leer, de fuctionneerende eigen
schap tot kunstproductie een ijdele werd
bij eindelijke moedwillige negatie van het
eerste vereischte der geestelijke werking:
de observatie. Eerst de kennis van de din
gen, dan het begrip van hunne houding in
de, ruimte, bepaald, gekarakteriseerd naai
de belichting, naar de eigenaardige kleur;
Dat beteeküut alweer: eerst de v,<i>rm dan
de kleur: alleen op dezen grondslag kan do
ontwikkeling van nieuwe kunst plaatsvin
den. Er is nu geen plaats hierop .verder in
te gaan en ook niet dit stilleven in Arti te
gaan critisceren. Er was reeds beter werk
van hom tentoongesteld.
Ik hoorde aanmerkingen maken door
bedillers dat het achterste ei niet roudt, r on
gegrond echter. Eerder kan over het, mid
delste in de voon-te rij wat gezegd wórden,
maar daar mag het criterium bij
beoor.deeling van dit werk niet li?gen, althans niet
in eerste inttantie, orndat- het daarboven
verheven is. Maar als gezegd wordt: het
zinken tafelvlak staat te veel op, waar het
wijken moest, cUn raak ik nader het wezen
van dit werk in zijn défauts des cjualitcs".
De kennis der realiteit in plastische uit
beelding is daar dan zonder geleide van
het begrip der waarschijnlijkheid bij da
plaatsing in de ruimte. Verder een raad, die
misschien beter is dan alle gepraat er over:
Verdiep u eens in beschouwing van een
werk van Verster op een tentoonstelling,
en zie daarna rond op de tal'ooze schilde
rijen in hunne lijsten.
"W. STEKSHOFK.
Eene Mimfirg.
Het schijnt weinig de aandacht getrokken
te hebben, dat de veelbesproken voorstelling
van Stützen der fje-iejlschaft;' door het
Lessing Theater in kostuum werd gegeven.
Toch dunkt mij dit, naast hut deugdelijk
ensemble spel eu de zeereigen opvatting van
Bas<erinarjn wel een der markanste feiten Van
het achtdaagsch bezoek aan Amsterdam. Men
mag inderdaad zeggen, dat Brahm's gezelschap
de eer toekomt, voor htt eerst de vraag te
hebben opgeworpen, of het raadzaam en
gewenscht is, stukken van, Jbsen BÜreeds in
de kleeding van hun" tijd te spelen: b.ij
mijn weten althans heeft men in Nederland
dit kostuum verschil nooit anders dan terloops
aangeroerd o. a. do6r de afbeelding *an de
Kopenhaagsche première van Een Poppen
huis" (NTora 187y) in de uitgave der
Weieldbibliotheek".
Ofschoon toejuichend, dat door een ernstig
gezelschap eeiie dergelijke proef eens is ge
nomen, moet het mij echter van het hart, dat
ik zoo min verlangend ben naar eene her
haling ervan als ingenomen met het principe,
dat er aan ten grondslag ligt.
He.t is absoluut fout.
Elk tooneelweik, staande op het -plan der
realiteit, dient die realiteit recht te laten
wedervaren, en de gewaarwording van
den toeschouwer,, dat bij met een levend
organiime te doen heefi. openbaart zich 't
directgt, wanneer hij dit leven Aerkent aan
allerlei vaak uiterlijke détails, als die
van zijne omgeving en van zijn tijd, erkent
als tot op zekere hoogte, het zijne Zoolang
de indruk, dat hetzelfde nog van daag of
morgen net een Ier of haast nét-eender
gebeureu kan, levendig is, dient men hiervan
partij te blijven trekken. De mensch w il niet
graag oud zijn vóór zijn tijd, welnu, een drama
wil het evenmin, en Ibsen's werken zijn
even goed van onzen tijd als van J877: de
wereld- en beschavingsgeschiedenis sta,,t op
ze?enmijls'aarzen, niet op slott'en en sinds
het ontstaan van ,,S;ützen''is slechts de mode
niet de kleederdracht veranderd. :
Ging het hier om eene hoogere Eenheid
van kleur en lijn en actie, contra realistische
vizie, dan was het pleit moeielijker te be
slechten, maar zóó veelomvattend isdekwestie
niet, veeleer gaat het tusschc-n tweeërlei
opvatting van werkelijkheidsweergave; eene
harmonieuze Eenheid op het tooneel (ala
boven bedoeld) laat zich in eene disharmonische
samenleving moeilijk denken, terwijl het nog
twijfelachtig blijft, of een schrijden langs
andere Banen dan die van het realisme,
gezondbeidsiuur mag heeten tegen een kwaal
met zoovele comidicatiee.
notiseerd, is hij een held." De dienst"
is zulk een denkbeeld.
En ook de vrouw van den bankier zeide
eenvoudig : Ik moet naar mijn kinderen."
Toen was het dus al uit met de eensge
zindheid, waarop de conducteur zich na de
afkoppeling van den slaapwagen in het rap
port aan zijn chefs had willen beroepen.
Eindelijk werd aan een der medereizigers,
van wien de anderen om de een af andere
reden een bezadigd oordeel verwachtten,
opgedragen een beslissing te nemen. Zijn
uitsDraak luidde als volgt: In Verciorova
kruist ons de tegentrein uit Boekarest. Komt
die op tijd aan en hooren wij daar, dat da
weg nog intact is, dan reizen wij verder.
Want in Boekarest zelf zijn wij het
allerteiligst. Bovendien is liet voile maan en wij
zullen 4wn machinist verzoeken voorzichtig
te rijden."
Deze uitspraak werd door allen goedgekeurd,
en wij besloten een uurtje rte gaan liggen,
oua, zooling wij nog op Hongaarsch grond
gebied waren, krachten op te doen voor
he'geon ons te wachten stond. Slapen kon
natuurlijk niemand. Tenminste toen de trein
Orsova binnenreed, stond iedereen gereed en
gek:eed voor zijn coupédeur.
Hier bereikten de onrustbarende tijdingen
hun toppunt. De elk oogenb'ik aankomende
vluchtelingen hadden verschrikkelijke dingen
verteld, die zich om het grensstation heen
verdicht hadden tot een ware onweerswolk
vau bloed en gruwelen. Indien het besluit
niet reeds genomen geweest ware in Verciorova
over al of niet verder reizen te beslissen, dan
zou zeer zeker niemand meer voor doorgaan
hebben gestemd Verciorova is het
Koemeensche grensstation, slechts enkele minuten van
Orsova .verwijderd.
(Slot volgi).