Historisch Archief 1877-1940
No. 1558
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
lot der vrouw in den loop der tijden, aan
merkelijk heeft verbeterd.
De Amerikaangche feministe en
woordvoerdster, mevrouw Perkins-Gilman die in
haar conferenties aardig en luchtigjee over
de dingen heenglipt, hing tafreeltjes op over
het lot der vrouw in lang vervlogen dagen,
toen zij was slavin en lastdier van den man,
geheel afwijkend van den idyllisch-lyrischen
toestand door mevrouw Benooz geschetst.
Tot niet geringe voldoening van den heer
Joran, is mevrouw de néosophe voortdurend
met zie d-zei f in tegenspraak.
Zij schrift in haar Psychologie comparée
de PHomme et de la Femme" op bladz. 212.
Het schrikbarend toenemen van den ver
koop van absinth, in Frankrijk, is gedeeltelijk
te wijten aan de vrouwen, die er rijkelijk van
nuttigen, terwijl zij op bladz. 210 de vrouw
stempelt tot het symbool der matigheid:
De vrouw drinkt slechts uit vriendelijkheid
jegens den man. Terwijl de man zich be
drinkt, richt zy
matigheids-genootschappen op."
De Néosophe heeft geen maat weten te hou
den. Een der spreekwoorden van de natie,
waartoe zij behoort, luidt vermanend: Wie
te vél bewijst, bewijst niets." Hieraan heeft
mevrouw Eenooz niet gedacht.
Als een kolderend paard is zij voortgehold;
voort l voort! door dik en dun; niets spa
rend ; belust het oude onder den driftigen
voet te krijgen, te verpletteren.
Het oude is muf, versleten tot op den
draad. Voort! Voort! Hdar wetenschap"
zal het nieuwe, het goede brengen,
In haar opgewondenheid is zij haar doel
voorbij gerend. Zij is er niet ingeslaagd voor
het leelijke, het schoone, voor het kwade,
hei betere te brengen.
Dit is te betreuren, want haar ijver en
werkkracht hebben aanspraak' op waar
deering.
Een luie vrouw schrijft geen respectabel
aantal lijvige boekdee en.
Ik hoop, dat zij, door gelukkiger omstan
digheden nog eens een anderen kijk op 't
leven zal krijgen.
Haar droef e, persoonlijke ervaringen heeft
zij gegeneraliseerd. Zy neemt het voor zich
zelf op; is haar eigen pleitbezorgster en speelt
in alles Ie beau röle.
Vrouwen zijn niet de streng-zedely'ka,
hóógverstandelijke, onkreukbaar-eerlijke,
stiptrechtvaardige wezens die mevrouw Renooz
van haar maakt...
Haar eigen werken bewijzen hot tegendeel.
Mannen zijn niet de gevaarlijke monsters,
door deze Néosophe geteekend.
A. S K.
Twee sprookjes.
Sloemenkindje.Spioo^e van goed en kwaad;
Sneeuwwitje. Opnieuw verhaald door
G. VAN DER HOEVEN.
Het is schrikkelijk hoe er tegenwoordig
met het sprookje gesold wordt. En het schijnt
wel dat het hoe langer hoe erger wordt.
Maar de heer van der Hoeven heeft ons een
paar staaltjes gegeven, die alles wat er tot
nog toe geknoeid werd overtreffen.
Tegen Sint Niklaas zijn er by de firmaCoenen
twee boeken van den heer Van der Hoeven
uitgekomen Bloemensprookje en Sneeuwwitje,
dat door hem opnieuw verhaald is. Z ioals
het in den grooten toevloed met Sint Niklaas
gaat, zijn de beide boeken in de bladen
vluchtig besproken. Zoo is er geen klaar
heid o ver deze boeken gekomen.Wel zijn,zoover
ik ze gelezen heb, alle recensenten over de
Hoogdravende bombastische" taal van den
iiiiiMimiimiii
heer Van der Hoe ven ge vallen, maar aan den
anderen kant werd de uitgaaf, vooral ?an
Sneeuwwitje, dat door mej. Drupsteen geïllus
treerd is, zóó geprezen dat de kopper eigenlijk
niet weet waaraan zich te houden. En daar
bij het kinderboek er veel op het uiterlijk
wordt afgegaan, vooral als het modern-artistiek
is, scheen het mij niet overbodig nog eens
op beide boeken terug te komen.
Bonduit gesproken vind ik de uitgaaf van
Sneeuwwitje (de illustraties daargelaten, waar
ik nader op terugkom) een schande. In zijn
Das Elend unserer Jugendliteratur" geeselt
Heinrich v. Wolgaet de omwerkingen die van
de sprookjes van Grimm zijn gemaakt, maar
de aanhalingen die hij daarbij geeft
beteekenen nog weinig bij hetgeen de heer Van
der Hoeven ons schenkt. Zijne bewerking
is zoo wee en teemerig en misselijk van sen
timentaliteit dat men nog verwonderd staat
hoe zoo'n decadente, ongezonde ziel het
sprookje zelfs nog kent en, waartoe anders
zyn arbeid, schijnt mooi te vinden. Of is
het alleen zijne bewerking, die hij bewondert.
De verklaring hoe het mogelijk is, dat
iemand Sneeuwwitje zoo verkanseli als de
heer Van der Hoeven doet, vinden we in
zijn Bloemensprookje. Bloemensprookje is
oorspronkelijk werk van hem, geeft ons dus
een kijk op zijn fantasie. Maar wat 'n slappe
decadente rommel, allemaal
bleekzuchtsentiment.
Ik geloof wel dat de schrijver de natuur
liefheeft en voor zichzelf schoonheid daarin
vindt, maar die kinderen de schoonheid van de
natuur wil doen gevoelen moet een zeer klare,
eenvoudige ziel hebben die de natuur zuiver
weergeeft, en bovenal, dieren en planten met
hun eigen gevoelens en stemmingen laten
terug-leven.
't Is weer het gewone, lieve onderwerp.
Een meisje is goed voor dieren en bloemen,
wordt daarom natuurlijk door alles wat in
het bosch leefc uitbundig bemind en vereerd;
twee jongens mishandelen een kikkert en
ondergaan de wraak van de natuur. Kosa, het
lieve meisje wordt door de woudkoningin
Atalanta veranderd in 'n Bloemen kindje, dat
met Atalanta het bosch doorgaat en dan de
taal der vogels en bloemen verstaat. De
tranen, die ze om den mishandelden kikkert
heeft geschreid ontvangt ze van Atalanta
terug in den vorm van twee diamanten *)
waarbij Atalanta deze toespraak houdt :
Twee tranen zijn 't, die ge daar straks
hebt geschreid uit medelijden. Niet om je
er mee te sieren, geef ik ze: een bloem in 't
havr is schooner tooi l In deze edele steenen
schuilt wonderkracht! Ze bezitten het ver
mogen, slechte kinderen een weinig te kunnen
verbeteren, en zijn dus kostbaarder dan alle
schatten ter wereld."
Er ligt een wee lievigheid over dit boek,
die vooral, waar het het leven der dieren
aangaat, akelig aandoet Het gaat maar niet
aan eigen verwaterd sentiment op de dieren
over te brengen, die zoo vol humor en levens
lust zijn. Een enkel voorbeeld. Op hun tocht
door het bosch ontmoetten Atalanta en
Bloemenkindje juffrouw Goudvink, die droe
vig zingt.
Atalanta begroet haar. Wees gegroet,
moedertje. In de verte hoorden we uw ge
zang. Maar droevig klonk uw lied."
De weduwe vertelt dan dat haar man dood
is, en dat zij de kleintjes nu zingen leert.
Of dit waar is, ik heb er nooit van gehoord
dat wijfjes jongen leeren zingen, al zou het
wel heel treffend zijn. En de weduwe oreert:
's Avonds, als de hemel kleurt, vertel ik
mijn armen kleinen van hun vader, hoe goed
UIT DE NATUUR
CCXXI. Primula Veris.
Als Hildebrand zijn opstel in deze week
had geschreven, zou hy de Primula veris niet
met een witte zomerbroek in verband hebben
gedacht.
't Was koud van morgen in de vroegte,
kouder dan 't dit jaar in Maart is geweest;
en de hoop dat ik nu eindelijk eens iets van
de bestuiving van Primula's in de natuur zou
zien, is weer voor een
jaar voorbij. Want al
zyn de boomen en
de voorjaarsbloemen
niet merkbaar achter,
de insecten zijn 't
bepaald wel: op een
paar stoere hommels
na, was er zoo goed als
geen insectenbezoek
waar te nemen.
En toch had ik zoo
graag eens met eigen
oogen de mekaniek
van de sleutelbloe
men in werking ge
zien, niet in mijn
tuintje bij mijn drie
exemplaren, maar op
een plek aan een
beekje, waar er
hondeïd bijeen slaan, en
waar die wilde bijen
niet rechts of links
met de kop tegen een
schutting vliegen, als
ze niet oppassen.
De wilde bijen lie
ten zich wachten en
de vier tamme en
twee dikke hommel
koninginnen deden
kalmer dan gewoon
lijk hun plicht; maar
dat had ik thuis ook
kunnen nagaan.
't Staat met de
primula's zoo; de
bloemen bezitten een
buitengewoon merk
waardige inrichting
voor kruisbestuiving;
je leest het en teekent
de inrichting na, vergelijkt de
stuifmeelkorrels onder 't microscoop en dan wil je
natuurlyk de practijk toetsen aan de theorie
en de machine in werking zien, waarvan je
de beschrijving en verklaring in alle opzich
ten hebt begrepen. En zie, dat mislukte
mij tot nu toe zoo goed als geheel. Eens
zelfs ben ik er voor naar de Maas in Limburg
geweest, waar duizenden Primula's langs 't
gele golvende water stonden te wiegelen,
maar 't woei en 't regende en ik zag geen
bezoekers. Maar ook trof ik wel eens een
mooien, warmen, zonnigen voorjaarsdag;
uren heb ik dan bij de bloeiende
sleutelbloeCursiveering van mij.
menzi:ten wachten en niets van beteekenis
zien gebeuren.
't Kan toeval zijn, maar ook van anderen
hoorde ik, hoe zelden ze 't troffen, dat
'tbestuivingswerk bij wilde Primula's in vollen gang
was; men wordt geneigd te gelooven, dat de
sleutelbloemen net als de kieviisbloemen en
sneeuwklokjes eigenlijk niet bij ons
thuisbehooren, dat het ingevoerde planten zijn. Dan
moet het echter heel lang geleden zijn,
sedert zij bij ons zijn overgeplant, misschien
wel in den tijd van de kruistochten.
Slanke Sleutelbloem, fIII. uit In 'l Bosch"}.
't .Kon ook zijn, dat de sleutelbloemen uit
het midden of zuiden van ons werelddeel af
komstig zijn, en dat zij bij ons wel de middelen
behouden hebben voor een kruisbestuiving,
maar dat zij die zelden in gebruik nemen bij
gebrek aan voldoende overbrengers.
De bestuivende insecten houden bij ons
wel degelijk rekening met de temperatuur,
ze blijven in een koud voorjaar lang verborgen;
de bloemen zijn, schijnt 't, minder gevoelig
op dat punt; en de meeste planten verliezen er
niet veel bij, doordat ze behalve de zaadvor
ming nog andere middelen tot voortplanting
bezitten, ze hebben een blijvenden wortelstok
hy was, hoe trouw, en ... hoe mooi! Donker
zwart was zyn kop, zacht als fluweel. Vurig
als de Westerkim bij avond, gloeide zijn
borst. Een streep van het reinste wit sierde
zyn sterke vleugels, grys als de nevel, die
hangt over het veld! Ach, vader, lieve,
trouwe, mooie vader, kom toch terug bij
ons! Zonder u zullen we ziek worden en
sterven 11" .. .
Me dunkt, dit is wel genoeg. Wie zoo iets
leest en bedenkt dat dit als kinderlectuur
wordt uitgegeven, gooit het boek dicht.
Dieren die spreken in een mystiek van
lijntjes en stippeltjes, waar het boek vol
van is, je hoofd duizelt er van, het lijkt
nachtmerrie.
En deze schrijver heeft het gewaagd eene
nieuwe bewerking van Sneeuwwitje te geveu.
Het is onbegrijpelijk hoe iemand van het
schoone, sterke sprookje, dat zoo zuiver en
menschkundig in zyn typeering is, zulk een
teemerig zoet verhaaltje heeft gemaakt. Van het
oude Sneeuwwitje" blijft feitelijk niets over.
Maar niet alleen dat de heer van der Hoeven den
inhoud verandert, ook de geheele toon waarin
het geschreven is, mist al het naïve, het
directe van het sprookje. Er is geen nheid
van verhaal, geen doorgaande activiteit in,
al zijne kleine peuterige hoofdstukjes zijn
alle op zichzelf staande honing-zoete
verteltelseltjes. En 'n dwaze détails, die toonen
dat de schrij'er niets van het wezen van het
sprookje begrijpt. Het fijne, zuivere verhaal,
dat alles in zich bevat, is daardoor een ge
moedelijk gezeur geworden, over wat de
schrijver zich als Sneeuwwitje voorstelt. Die
subjectiviteit deugt niet in het sprookje,
bovenal niet in het weergeven van een oud
verhaal, dat in zoo geheel andere tijden, uit
zoo geheel andere gronden ontstond. Al de
frischheid. de echtheid is er uit weg. Onze
fantasie blijft werkeloos, er is niets, dat haar
opwekt,alles wordt ons al dwaselijk, langdradig
uitgekletst.
Een enkel voorbeeld, dat ik niet overdrijf.
In het oude verbaal zijn de dwergen flinke
baasjes, zooals te verwachten valt van manne
kens, die den ganschen dag in den Bergen
nach Erz hackten und grüben". Ze stellen
zakelijk en bondig Sneeuwwitje eischen, dat
ze bij hen mag blijven. Die thuiskomst vaa de
dwergen, als ze ontdekken, dat iemand in hun
huis is geweest, is schitt'rend. Wat een rumoe
righeid, wat een bedrijvigheid ?anklein,haastig
gedoe. Wie kent ze niet, de kleine, snel elkaar
opvolgende zinnetjes: Wie heeft in mijn bed
geslapen ? enz. En dan de kostelijke humor
in dat, als er nu maar, doordat Sneeuwwitje
het bedje van den grootsten dwerg in beslag
heeft genomen, zes inplaats van zeven bedjes
zijn: der siebente zwerg aber schlief bei
seinen Gesellen, bei jedem eine stunde, dan
was die Nacht herum."
En nu, wat een weeësuikermannetjes geeft
ons de heer van der Hoeven. Op de flauwe
détailleering ga ik nu niet verder in. Alleen
dit ne citaat tegenover wat ik van Grimm
aanhaalde. Het hoofd van de dwergen heeft
Sneeuwwitje slapende ontdekt. Hij knielt
voor het bedje, waar de anderen hem vinden
blootshoofds en de handjes gevouwen.
Zoodra bij het gefluister der andere dwergen
hoorde, stond hij op, wenkte hen en sprak:
Stil nu, vriendjes, nadert zacht! Een won
der is geschied! Nog kan ik mijn oogen
niet gelooven l"
Zacht kwamen ze binnen, de dwergjes
onhoorbaar. Ook zij knielden vol eerbied
voor het bedje, waar het mooie kindje
sluimerde... Dien nacht sliepen de dwergen niet.
Allen hielden tiouw de wacht."
Me dunkt verder commentaar is hier
overbodig.
of ze vormen knollen, bollen of uitloopers.
Vroeger besloten de bloembiologen uit de
aanwezigheid van de inrichtingen
totbestuiving ook tot het daadwerkelijk bestaan er van;
maar sedert het gebleken is, dat bij een aantal
planten de mooiste en wonderlijkste mekaniek
in de bloem gevonden kan worden, zonder
dat die ooit in werking wordt gesteld, is
men niet meer tevreden rnet het constateeren
van de werktuigen; ze moeten bij het gebruik
worden waargenomen; anders is 't niet met
zekerheid te zeggen, dat de voortplanting
door kruisbestui nng geschiedt.
Bij de sleutelbloemen is 't al heel gemak
kelijk uit te maken, hoe 't in zijn werk nioet
gaan, als 't gaat. Hebt ge een aantal
gekweekte sleutelbloemen in uw tuin of in
uw buurt in 't wild groeien, kijk dan eens
van boven in de bloemen van de verschillende
planten. Bij de eene ziet ge in 't hartje van
alle bloemen een lichtgroen knopje, juiftop
de plek, waar 't gele buisje in de vlakke zoom
overgaat; dat is, zooals ieder weet, de stempel
van de stamper; een lang en dun steeltje
voert vand >ar naar 't groene bolletje onder
in de bloernbuis; dit bevat de eitje?, waai uit
zaadjes zullen, ontstaan, indien er op een of
andere wijze stuifmeel op den stempel is
geraakt; de inhoud van zoo'n stuifmeelkorrei
immers groeit door de buis heen en zoekt
de eitjes in 't vruchtbeginsel op om zich
daarmee te vereenigen tut een bevruchte
zaadknop; die verandert dan in een rijpe zaad
korrel.
In andere oloemen evenwel ziet ge opper
vlakkig niets van zoo'n stuifmeelvangenden
stempel; en op de plek, waar ge 't ronde
knopje mist, vindt ge vijf gesloten of al
geopende stuifmeeldoopjes; bij alle bloemen
van een zelfde tros en bij alle trossen van
een zelfde Primulaplant is dit het geval;
onverschillig welke Primula ge onderzoekt: de
slanke gele soort, of die met alleenstaande
bijna witte bloemen of de geneeskrachtige
(primula ollicinalis) of bonte kweeksoorten ;
ook de paarse en rooile Chineescbe primulas's
vertoonen 't verschijnsel.
Trekt ge twee zulke verschillende bloemen
overlangs doormidden, dan ziet ge dat beide
wel degelijk een stempel en dat beide ook
meeldraden bezitten. Bij den vorm waar de stem
pel tot aan de oppervlakte van den zoom reikt,
zitten de meeldrnchn in de diepte, bij den
anderen vorm waar de helmknoppen, de buis
afsluiten, ligt daarentegen, de stempel in de
diepte. Heteroiti/lie, verschil van stijl, heet in
de biologie dit verschijnsel, dat nog bij eenige
andere planten wordt aangetroil'en, o. a. bij
onze boekweit.
De beteekenis van deze tweevormigheid
bij een en de zelfde plantensoort ligt voor
de hand, dat wil zeggen de theoretische ver
klaring. Een insect met een linge zuigtong,
dat honing put uit een bloem, waar 't stuif
meel aan de oppervlakte ligt, bepoedert zijn
kop; dat is duidelijk.Gaat 'c daarna op de zelfde
wijze tewerk bij een primula die zijn nauwe
bloembuis door een stempelknop afsluit, dan
wordt 't meegebrachte stuifmuüzonder twijfel
Maar we kunnen niet genoeg er tegen
waarschuwen, dat kinderen zulke slappe kost
gegeven wordt. De groote zedelijke en
aesthetiache kracht, dat we in de echte, oude
sprookjes lectuur voor onze kinderen hebben,
die niet opzettelijk voor hen is pas klaar
gemaakt, gaat hiermede ganech verloren.
We kunnen die schat maar niet zoo laten
aanranden. Hoe meer we ons in de oude
sproken verdiepen, hoe meer we verbaasd
staan over de volkomenheid en echtheid,
die bij elke lezing opnieuw onze fantasie
rijker maakt, onze verbeelding verdiept.
M. i. mag op 'n paar echte na, onze
gansche kinderlectuur verdwijnen, als we die
schat van oude sproken maar behouden.
En ik geloof niet, dat de geest van onze
kinderen er armer door zou worden.
Als 'n gelukkig verschijnsel tegenover het
boek van den heer van der Hoeven staat
eene uitgave van de Werel i-Bibliotheek:
eene vertaling van de Sprookjes van Grimm
door mevr. van Eden?van Vloten, die in
haar werk eene by'na doorloopend zuivere
weergeving geeft. Er komen zeer geslaagde,
intieme illustraties in foor van mevr. J. B.
Midderigh?Bokhorst. Wat een genot deze
eenvoudige uitgaaf, maar die echtheid geeft,
naast die and're pretentieuse te zien. Op de
illustraties van mej. Drupsteen in Sneeuw
witje hoop ik 'n volgend maal terug te komen.
TE. KRÜYT?HOGEKZEIL.
Mar ij Crawford. Dr. (rertrud Maier.
Onzuivere kapok. Maude Roosevelt.
Nieuw miniatuur van Oertrud
Vijf-en-dertig sollicitanten, 34 heeren en
n dame l ... en de dame werd door de
examen-c ,mmissie gekozen tot chirurg, om
werkzaam te zijn in het ziekenhuis van
Williamaburg. De kordate jonge dame, met
zulk een geweldigen voorsprong op haar
mededingers" heet Mary Merritt Crawford,
een Amerikaansche die slechts drie-en-twintig
lente's telt ; zij is de eerste vrouw in Brooklyn,
aan wie zulk een onderscheiding te beurt
valt. Ongeveer hetzelfde ondervond Mary
Dunning in Manhattan, die eenigen tijd als
chirurg in een ambulance werkzaam was, en
later huwde met een oilicier.
Mary Crawford zal den loden Januari van
het volgend jaar in functie treden.
Om in aanmerking te komen voor de
vacature aan 't ziekenhuis .te Williamsburg,
moesten de candidateu zich aan een ver
gelijkend examen onderwerpen. Schriftelijke
en mondelinge proeven van bekwaamheid
werden gecontroleerd door een commissie
van " medici. Bij meerderheid van stemmen
werd mejuffrouw Crawford gekozen. Behalve
een groote bedrevenheid in chirurgie, is
Mary Crawford een vrouw wier spierkracht
en lenigheid door het beoefenen van allerlei
sport tot buitengewone ontwikkeling is ge
komen. Bij het chirurgische werk zullen
vaardigheid en kracht baar ongetwijfeld van
dienst wezen.
Zou deze dappere Mary een dochter of
nichtje zijn van de denkbeeldige verwanten,
Amerikaansche milliardaires, der vindingrijke
madame Thérèse Humbert ? Hoe dikwijls
heeft la belle Thérèse zich energiech beroepen
op de enorme erfenis, waarnaar zij wel zal
blijven uitkijken, die nimmer zal worden
omgezet in comptanten, betaalbaar aan de
tallooze goedgeloovigen, die dupe werden van
Thérèse's aplomb en gloedvolle fantasie.
* *
*
Nog een andere, merkwaardige medica,
staat op 't punt naar China te vertrekken,
om aldaar als arts werkzaam te zijn : Dr.
Maier, uit Wurtemberg.
daarop geheel oftendeele gelost, en de levens
taak in de bloem is volbracht; de eitjes
kunnen bevrucht worden,
In zooverre bereikt de natuur dus met die
betrekkelijk zeldzame heterostylie hetzelfde
als met nslachtigheid; d. w. z. 't is of de
bloem maar n geslacht had Of mannelijk
en vrouwelijk; en dan is kruisbestuiving de
eenige mogelijke; want, waar geen stuifmeel
aanwezig is, kan 't toch stellig niet op den
stempel in dezelfde bloem komen.
Maar die scheiding van geslachten is een
dure manier, om tot kruising te dwingen;
immers op elke twee individuen is er n
tot onvruchtbaarheid gedoemd; en indien
vruchtdragen 't levensdoel van de plant is,
Tweevormigheid van de Sleutelbloem.
dan mist die eene dat doel; dese is dan alleen
bevorderlijk om bij de andere op een bijzon
dere wijze bevruchting mogelijk te maken.
Stel u nu w^eer even de beide vormen van
sleutelbloem voor; ook de stuifmeelgever kan
ontvanger worden, die heeft ook een stamper;
d. w. z. eitjes, en een losplaats op zijn stempel,
al zit die wat lager. Hoe kan op die lage
stempels stuifmeel komen? lo. Doordat 't van
boven ui; de eigen helmknoppen neervalt,
dus door zelf bestuiving; 2o. doordat de in
sectentong 't overbrengt uit een langstijlige
bloem,waar 't uit de diepte wordt meegevoerd,
daar 't aan de zuigtong kleeft, terwijl die
wordt teruggetrokken.
Dus, zult ge zeggen, in de ongelukkige
konstijlige bloem is zelfbestuivmg regel;
want lichter valt er eenig stuifmeel van
boven neer 'm 't pijpje, dan dat er door de
Geboren op Germaanschen grond, al s dochter
van een metselaar, vertrok Gertrud Maier,
toen zij de schoolbanken vaarwel zei, naar
Engeland, waar zy als ijverige, doodeenvou
dige dienstbode haar brood verdiende. Door
de vlugheid waarmee zy de Engelsche taal
leerde, trok zij de aandacht van de familie
bij wie zy in betrekking was", bij wie zy'
diende, zooals de ouderwetsche term luidt,
z-^gt men niet meer, sedert vrouwelijke
dienstboden niet meer als meisje'' of vrijster"
maar als juffrouw" worden aangesproken.
Toen de intelligente Gertrud Maier de En
gelsche taal volkomen machtig was, vertrok
zij op aanraden van vrienden en belangstel
lenden naar Edinburgh, om in de medicijnen
te studeeren. De ijverige studente deed met
goed gevolg al haar examens. La Chine est
un pays charmant", van harte hopen wij
dat dr. Maier in 't land harer vrije keuze,
een aangenamen werkkring zal vinden.
« *
*
Dokters en medicijnen voeren ons vanzelf
op 't belangwekkend gebied der hygiëne.
Het Aprilnummer van 't maandblad van dr.
Van Haaiel Roos en Harmens, gewijd aan
hygiëne en industrie gekant, tegen
vervalschingen, geeft een bericht over de on
zuiverheid van kapok-bedden, dat menige
vrouw ter harte kan nemen. Een woeker veld
van ongerechtigheden is onzuivere kapok.
Vier nieuwe kapokbedden van ?4.50 tot/ö.50
kostende (voor dat geld kan men geen goede
kapok verkrijgen, C ) zijn te Bristol en Glasgo w
gekocht en door Buchanan en Harris
lacteriologisch en sebeikundigonderzocht.Zij be vatten,
volgens the Lancet p. gram 2M tot 110 maal
zooveel organismen als... bet rioolwater van
Glasgo * ; 11/12 van het gewicht was oplos
baar i a wa^er, en het wascnwater bevatte
meer organische stof dan het oolwater.
Agarplaten neergezet in een vertrek vóór
en nadat daar zulk een bed was geplaatst,
toonden aan, dat door het goedkoopste bed
het bacteriëngehalte der kamerlucht werd
verdertigvoudigd, en, door een bed uit de
tweede hand zelfs 230 maal grooter werd.
De duurdere bedden hadden zulk een uit
werking niet en veroorzaakten ook geen
onaangename reuk. Hoe lucht, voedsel en
drank gevaar loopen op bedenkelijke wijze
te worden bedorven in de tallooze woningen,
waar men goedkoope kapok ledden gebruikt,
behoeft geen betoog."
* ?*
*
Een nicht van tireless Teddy," even on
vermoeid en even vél tusschen de wielen als
de Duitsche keizer, Maude Roosevelt, debu
teerde met zooveel succes in het stads
theater van Elberfeld, als opera-zangeres,
dat de directie haar onmiddellijk als prima
donna" engageerde voor de aanstaande
iheater-campagne.
Mand Roosevelt debuteerde als Elsa in
Wagner's muziekdrama Lohengrin.
* *
#
De miniatuur-schilderes Gertrud Massey
heeft een miniatuur van koningin Alexandra
van Engeland gemaakt, dat zér geprezen
wordt om het artistieke en geache veerde
werk der schilderes, voor wie de koningin
in Buckingham Palace met het grootste
geduld poseerde. Van den koning en van de
koningin van Noorwegen, en van hun
stamhouder, den kleinen, vlasblonden prins Olaf,
maakte Gertrud Mas.-ey eveneens hoogst
verdienstelijke miniaturen.
Koningin Alexandra in 't wit gekleed, ge
tooid met de kroon en het breede lint van
de Kouseband-orde, lijkt op dit laatste portret
jeugdiger en bekoorlijker dan ooit.
CAPIUCE.
bovenste laag heen vreemd stuifmeel naar
beneden wordt geschoven, en... 't mooie
middeltje heeft een fout. die bij de nslach
tigheid, b. v. van wilgen of komkommers niet
kan voorkomen; (een fout alleen, als we aan
nemen dat kruisbestuiving steeds een of ander
voordeel ?oor elke plant oplevert; wat nog
zoo zeker niet is).
Maar nu komt er iemand op de ge lachte
om 't stuifmeel van de beide primula-vormen
eens onder 't vergrootglas te nemen, ea niet
zonder grond. Want, zoo redeneerde die
iemand, de stuifmeelkorrei die door een langen
stijl heen zal groeien, moet noodzakelijk meer
inhoud hebben dan n die maar een korten
weg heeft af te leggen. En 't microscoop gaf
den denker gelijk; de meelkorrel
uitdekortstijlbloem is dikker dan die van de
langstijlbloem. Als dus in een primulablüem, waar
zelf bestuiving mogelijk is dus in een
kortstijl stuifmeel op den eigen stempel
valt dan . .. ontkiemt 't aeelemaal niet; 't is
te groot, of de daaruit groeiende stuifmeelhuis
is te dik of wat dan ook, 't past er niet op;
wel doet dit 't stuifmeel, dat door de bijen
tong werd meegebracht.
Zoo'n onnoozel uitziende, bleekgele primula
volvoert daar een kunststuk van natuur
techniek, maar zoo practisch ingewikkeld.
dat 't heel lang geduurd heeft, eer de ver
nuftige mensch er achter kwam.
De sleutelbloem bezorgt zich zoo doende
kruisbestuiving, zonder dat een van de twee
individuen kinderloos behoeft te blijven.
Hebt ge de wonderlijke inrichting zelf ge
zien en begrepen, dan begrijpt ge ook, waarom
ik zoo graag de bestuiving eens in volle
werking zou willen zien. Wie een heel
grooten tuin of een bosch met veel primula's
bezit, of buiten woont, dicht bij een ryke
sleutelbloemengroei plaats, moet er eens op
letten; ten eerste of de wilde bijen en hom
mels zich een tijdlang uitsluitend met de
primula's bemoeien, en dan ook, of ze her
haaldelijk van de eene vorm op de andere
overvliegen, ook als die wat ver van elkaar
staan. Want indien ze eerst alle langstijlen
afwerken; voor ze aan de andere beginnen,
heeft alleen 't oogenblik van overgaan be
teekenis, en dan, ja dan was de heele mooie
mekaniek van weinig waarde.
't Is niet te gelooven, dat de natuur zoo
iets als de wonderlijke heterostylie zoo maar
voor niets zou tot stand brengen; en toch, er
zijn overeenkomstige gevallen ontdekt in de
bloemenbiologie, die tot voorzichtigheid in
deze zaken dwingen ; wij oordeelen zoo licht
dat onze verklaring de juiste moet zijn, omdat
die zoo aannemelijk is en zoo vlak voor de
hand ligt; toch kan er wel heel iets anders
achter zitten dan een heensturen op kruis
bestuiving, iets waarvan wij tot nu toe zelfs
geen vermoeden kunnen hebben.
E. HHIMANS.
Mevr. de B te L. Uw hazelaar zal of te
jong zijn, f te weinig zon en lucht krijgen.
Een bruine hazelaar draagt bij ons gewoonlijk
heel weinig bloem.