De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 5 mei pagina 5

5 mei 1907 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1558 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. lot der vrouw in den loop der tijden, aan merkelijk heeft verbeterd. De Amerikaangche feministe en woordvoerdster, mevrouw Perkins-Gilman die in haar conferenties aardig en luchtigjee over de dingen heenglipt, hing tafreeltjes op over het lot der vrouw in lang vervlogen dagen, toen zij was slavin en lastdier van den man, geheel afwijkend van den idyllisch-lyrischen toestand door mevrouw Benooz geschetst. Tot niet geringe voldoening van den heer Joran, is mevrouw de néosophe voortdurend met zie d-zei f in tegenspraak. Zij schrift in haar Psychologie comparée de PHomme et de la Femme" op bladz. 212. Het schrikbarend toenemen van den ver koop van absinth, in Frankrijk, is gedeeltelijk te wijten aan de vrouwen, die er rijkelijk van nuttigen, terwijl zij op bladz. 210 de vrouw stempelt tot het symbool der matigheid: De vrouw drinkt slechts uit vriendelijkheid jegens den man. Terwijl de man zich be drinkt, richt zy matigheids-genootschappen op." De Néosophe heeft geen maat weten te hou den. Een der spreekwoorden van de natie, waartoe zij behoort, luidt vermanend: Wie te vél bewijst, bewijst niets." Hieraan heeft mevrouw Eenooz niet gedacht. Als een kolderend paard is zij voortgehold; voort l voort! door dik en dun; niets spa rend ; belust het oude onder den driftigen voet te krijgen, te verpletteren. Het oude is muf, versleten tot op den draad. Voort! Voort! Hdar wetenschap" zal het nieuwe, het goede brengen, In haar opgewondenheid is zij haar doel voorbij gerend. Zij is er niet ingeslaagd voor het leelijke, het schoone, voor het kwade, hei betere te brengen. Dit is te betreuren, want haar ijver en werkkracht hebben aanspraak' op waar deering. Een luie vrouw schrijft geen respectabel aantal lijvige boekdee en. Ik hoop, dat zij, door gelukkiger omstan digheden nog eens een anderen kijk op 't leven zal krijgen. Haar droef e, persoonlijke ervaringen heeft zij gegeneraliseerd. Zy neemt het voor zich zelf op; is haar eigen pleitbezorgster en speelt in alles Ie beau röle. Vrouwen zijn niet de streng-zedely'ka, hóógverstandelijke, onkreukbaar-eerlijke, stiptrechtvaardige wezens die mevrouw Renooz van haar maakt... Haar eigen werken bewijzen hot tegendeel. Mannen zijn niet de gevaarlijke monsters, door deze Néosophe geteekend. A. S K. Twee sprookjes. Sloemenkindje.Spioo^e van goed en kwaad; Sneeuwwitje. Opnieuw verhaald door G. VAN DER HOEVEN. Het is schrikkelijk hoe er tegenwoordig met het sprookje gesold wordt. En het schijnt wel dat het hoe langer hoe erger wordt. Maar de heer van der Hoeven heeft ons een paar staaltjes gegeven, die alles wat er tot nog toe geknoeid werd overtreffen. Tegen Sint Niklaas zijn er by de firmaCoenen twee boeken van den heer Van der Hoeven uitgekomen Bloemensprookje en Sneeuwwitje, dat door hem opnieuw verhaald is. Z ioals het in den grooten toevloed met Sint Niklaas gaat, zijn de beide boeken in de bladen vluchtig besproken. Zoo is er geen klaar heid o ver deze boeken gekomen.Wel zijn,zoover ik ze gelezen heb, alle recensenten over de Hoogdravende bombastische" taal van den iiiiiMimiimiii heer Van der Hoe ven ge vallen, maar aan den anderen kant werd de uitgaaf, vooral ?an Sneeuwwitje, dat door mej. Drupsteen geïllus treerd is, zóó geprezen dat de kopper eigenlijk niet weet waaraan zich te houden. En daar bij het kinderboek er veel op het uiterlijk wordt afgegaan, vooral als het modern-artistiek is, scheen het mij niet overbodig nog eens op beide boeken terug te komen. Bonduit gesproken vind ik de uitgaaf van Sneeuwwitje (de illustraties daargelaten, waar ik nader op terugkom) een schande. In zijn Das Elend unserer Jugendliteratur" geeselt Heinrich v. Wolgaet de omwerkingen die van de sprookjes van Grimm zijn gemaakt, maar de aanhalingen die hij daarbij geeft beteekenen nog weinig bij hetgeen de heer Van der Hoeven ons schenkt. Zijne bewerking is zoo wee en teemerig en misselijk van sen timentaliteit dat men nog verwonderd staat hoe zoo'n decadente, ongezonde ziel het sprookje zelfs nog kent en, waartoe anders zyn arbeid, schijnt mooi te vinden. Of is het alleen zijne bewerking, die hij bewondert. De verklaring hoe het mogelijk is, dat iemand Sneeuwwitje zoo verkanseli als de heer Van der Hoeven doet, vinden we in zijn Bloemensprookje. Bloemensprookje is oorspronkelijk werk van hem, geeft ons dus een kijk op zijn fantasie. Maar wat 'n slappe decadente rommel, allemaal bleekzuchtsentiment. Ik geloof wel dat de schrijver de natuur liefheeft en voor zichzelf schoonheid daarin vindt, maar die kinderen de schoonheid van de natuur wil doen gevoelen moet een zeer klare, eenvoudige ziel hebben die de natuur zuiver weergeeft, en bovenal, dieren en planten met hun eigen gevoelens en stemmingen laten terug-leven. 't Is weer het gewone, lieve onderwerp. Een meisje is goed voor dieren en bloemen, wordt daarom natuurlijk door alles wat in het bosch leefc uitbundig bemind en vereerd; twee jongens mishandelen een kikkert en ondergaan de wraak van de natuur. Kosa, het lieve meisje wordt door de woudkoningin Atalanta veranderd in 'n Bloemen kindje, dat met Atalanta het bosch doorgaat en dan de taal der vogels en bloemen verstaat. De tranen, die ze om den mishandelden kikkert heeft geschreid ontvangt ze van Atalanta terug in den vorm van twee diamanten *) waarbij Atalanta deze toespraak houdt : Twee tranen zijn 't, die ge daar straks hebt geschreid uit medelijden. Niet om je er mee te sieren, geef ik ze: een bloem in 't havr is schooner tooi l In deze edele steenen schuilt wonderkracht! Ze bezitten het ver mogen, slechte kinderen een weinig te kunnen verbeteren, en zijn dus kostbaarder dan alle schatten ter wereld." Er ligt een wee lievigheid over dit boek, die vooral, waar het het leven der dieren aangaat, akelig aandoet Het gaat maar niet aan eigen verwaterd sentiment op de dieren over te brengen, die zoo vol humor en levens lust zijn. Een enkel voorbeeld. Op hun tocht door het bosch ontmoetten Atalanta en Bloemenkindje juffrouw Goudvink, die droe vig zingt. Atalanta begroet haar. Wees gegroet, moedertje. In de verte hoorden we uw ge zang. Maar droevig klonk uw lied." De weduwe vertelt dan dat haar man dood is, en dat zij de kleintjes nu zingen leert. Of dit waar is, ik heb er nooit van gehoord dat wijfjes jongen leeren zingen, al zou het wel heel treffend zijn. En de weduwe oreert: 's Avonds, als de hemel kleurt, vertel ik mijn armen kleinen van hun vader, hoe goed UIT DE NATUUR CCXXI. Primula Veris. Als Hildebrand zijn opstel in deze week had geschreven, zou hy de Primula veris niet met een witte zomerbroek in verband hebben gedacht. 't Was koud van morgen in de vroegte, kouder dan 't dit jaar in Maart is geweest; en de hoop dat ik nu eindelijk eens iets van de bestuiving van Primula's in de natuur zou zien, is weer voor een jaar voorbij. Want al zyn de boomen en de voorjaarsbloemen niet merkbaar achter, de insecten zijn 't bepaald wel: op een paar stoere hommels na, was er zoo goed als geen insectenbezoek waar te nemen. En toch had ik zoo graag eens met eigen oogen de mekaniek van de sleutelbloe men in werking ge zien, niet in mijn tuintje bij mijn drie exemplaren, maar op een plek aan een beekje, waar er hondeïd bijeen slaan, en waar die wilde bijen niet rechts of links met de kop tegen een schutting vliegen, als ze niet oppassen. De wilde bijen lie ten zich wachten en de vier tamme en twee dikke hommel koninginnen deden kalmer dan gewoon lijk hun plicht; maar dat had ik thuis ook kunnen nagaan. 't Staat met de primula's zoo; de bloemen bezitten een buitengewoon merk waardige inrichting voor kruisbestuiving; je leest het en teekent de inrichting na, vergelijkt de stuifmeelkorrels onder 't microscoop en dan wil je natuurlyk de practijk toetsen aan de theorie en de machine in werking zien, waarvan je de beschrijving en verklaring in alle opzich ten hebt begrepen. En zie, dat mislukte mij tot nu toe zoo goed als geheel. Eens zelfs ben ik er voor naar de Maas in Limburg geweest, waar duizenden Primula's langs 't gele golvende water stonden te wiegelen, maar 't woei en 't regende en ik zag geen bezoekers. Maar ook trof ik wel eens een mooien, warmen, zonnigen voorjaarsdag; uren heb ik dan bij de bloeiende sleutelbloeCursiveering van mij. menzi:ten wachten en niets van beteekenis zien gebeuren. 't Kan toeval zijn, maar ook van anderen hoorde ik, hoe zelden ze 't troffen, dat 'tbestuivingswerk bij wilde Primula's in vollen gang was; men wordt geneigd te gelooven, dat de sleutelbloemen net als de kieviisbloemen en sneeuwklokjes eigenlijk niet bij ons thuisbehooren, dat het ingevoerde planten zijn. Dan moet het echter heel lang geleden zijn, sedert zij bij ons zijn overgeplant, misschien wel in den tijd van de kruistochten. Slanke Sleutelbloem, fIII. uit In 'l Bosch"}. 't .Kon ook zijn, dat de sleutelbloemen uit het midden of zuiden van ons werelddeel af komstig zijn, en dat zij bij ons wel de middelen behouden hebben voor een kruisbestuiving, maar dat zij die zelden in gebruik nemen bij gebrek aan voldoende overbrengers. De bestuivende insecten houden bij ons wel degelijk rekening met de temperatuur, ze blijven in een koud voorjaar lang verborgen; de bloemen zijn, schijnt 't, minder gevoelig op dat punt; en de meeste planten verliezen er niet veel bij, doordat ze behalve de zaadvor ming nog andere middelen tot voortplanting bezitten, ze hebben een blijvenden wortelstok hy was, hoe trouw, en ... hoe mooi! Donker zwart was zyn kop, zacht als fluweel. Vurig als de Westerkim bij avond, gloeide zijn borst. Een streep van het reinste wit sierde zyn sterke vleugels, grys als de nevel, die hangt over het veld! Ach, vader, lieve, trouwe, mooie vader, kom toch terug bij ons! Zonder u zullen we ziek worden en sterven 11" .. . Me dunkt, dit is wel genoeg. Wie zoo iets leest en bedenkt dat dit als kinderlectuur wordt uitgegeven, gooit het boek dicht. Dieren die spreken in een mystiek van lijntjes en stippeltjes, waar het boek vol van is, je hoofd duizelt er van, het lijkt nachtmerrie. En deze schrijver heeft het gewaagd eene nieuwe bewerking van Sneeuwwitje te geveu. Het is onbegrijpelijk hoe iemand van het schoone, sterke sprookje, dat zoo zuiver en menschkundig in zyn typeering is, zulk een teemerig zoet verhaaltje heeft gemaakt. Van het oude Sneeuwwitje" blijft feitelijk niets over. Maar niet alleen dat de heer van der Hoeven den inhoud verandert, ook de geheele toon waarin het geschreven is, mist al het naïve, het directe van het sprookje. Er is geen nheid van verhaal, geen doorgaande activiteit in, al zijne kleine peuterige hoofdstukjes zijn alle op zichzelf staande honing-zoete verteltelseltjes. En 'n dwaze détails, die toonen dat de schrij'er niets van het wezen van het sprookje begrijpt. Het fijne, zuivere verhaal, dat alles in zich bevat, is daardoor een ge moedelijk gezeur geworden, over wat de schrijver zich als Sneeuwwitje voorstelt. Die subjectiviteit deugt niet in het sprookje, bovenal niet in het weergeven van een oud verhaal, dat in zoo geheel andere tijden, uit zoo geheel andere gronden ontstond. Al de frischheid. de echtheid is er uit weg. Onze fantasie blijft werkeloos, er is niets, dat haar opwekt,alles wordt ons al dwaselijk, langdradig uitgekletst. Een enkel voorbeeld, dat ik niet overdrijf. In het oude verbaal zijn de dwergen flinke baasjes, zooals te verwachten valt van manne kens, die den ganschen dag in den Bergen nach Erz hackten und grüben". Ze stellen zakelijk en bondig Sneeuwwitje eischen, dat ze bij hen mag blijven. Die thuiskomst vaa de dwergen, als ze ontdekken, dat iemand in hun huis is geweest, is schitt'rend. Wat een rumoe righeid, wat een bedrijvigheid ?anklein,haastig gedoe. Wie kent ze niet, de kleine, snel elkaar opvolgende zinnetjes: Wie heeft in mijn bed geslapen ? enz. En dan de kostelijke humor in dat, als er nu maar, doordat Sneeuwwitje het bedje van den grootsten dwerg in beslag heeft genomen, zes inplaats van zeven bedjes zijn: der siebente zwerg aber schlief bei seinen Gesellen, bei jedem eine stunde, dan was die Nacht herum." En nu, wat een weeësuikermannetjes geeft ons de heer van der Hoeven. Op de flauwe détailleering ga ik nu niet verder in. Alleen dit ne citaat tegenover wat ik van Grimm aanhaalde. Het hoofd van de dwergen heeft Sneeuwwitje slapende ontdekt. Hij knielt voor het bedje, waar de anderen hem vinden blootshoofds en de handjes gevouwen. Zoodra bij het gefluister der andere dwergen hoorde, stond hij op, wenkte hen en sprak: Stil nu, vriendjes, nadert zacht! Een won der is geschied! Nog kan ik mijn oogen niet gelooven l" Zacht kwamen ze binnen, de dwergjes onhoorbaar. Ook zij knielden vol eerbied voor het bedje, waar het mooie kindje sluimerde... Dien nacht sliepen de dwergen niet. Allen hielden tiouw de wacht." Me dunkt verder commentaar is hier overbodig. of ze vormen knollen, bollen of uitloopers. Vroeger besloten de bloembiologen uit de aanwezigheid van de inrichtingen totbestuiving ook tot het daadwerkelijk bestaan er van; maar sedert het gebleken is, dat bij een aantal planten de mooiste en wonderlijkste mekaniek in de bloem gevonden kan worden, zonder dat die ooit in werking wordt gesteld, is men niet meer tevreden rnet het constateeren van de werktuigen; ze moeten bij het gebruik worden waargenomen; anders is 't niet met zekerheid te zeggen, dat de voortplanting door kruisbestui nng geschiedt. Bij de sleutelbloemen is 't al heel gemak kelijk uit te maken, hoe 't in zijn werk nioet gaan, als 't gaat. Hebt ge een aantal gekweekte sleutelbloemen in uw tuin of in uw buurt in 't wild groeien, kijk dan eens van boven in de bloemen van de verschillende planten. Bij de eene ziet ge in 't hartje van alle bloemen een lichtgroen knopje, juiftop de plek, waar 't gele buisje in de vlakke zoom overgaat; dat is, zooals ieder weet, de stempel van de stamper; een lang en dun steeltje voert vand >ar naar 't groene bolletje onder in de bloernbuis; dit bevat de eitje?, waai uit zaadjes zullen, ontstaan, indien er op een of andere wijze stuifmeel op den stempel is geraakt; de inhoud van zoo'n stuifmeelkorrei immers groeit door de buis heen en zoekt de eitjes in 't vruchtbeginsel op om zich daarmee te vereenigen tut een bevruchte zaadknop; die verandert dan in een rijpe zaad korrel. In andere oloemen evenwel ziet ge opper vlakkig niets van zoo'n stuifmeelvangenden stempel; en op de plek, waar ge 't ronde knopje mist, vindt ge vijf gesloten of al geopende stuifmeeldoopjes; bij alle bloemen van een zelfde tros en bij alle trossen van een zelfde Primulaplant is dit het geval; onverschillig welke Primula ge onderzoekt: de slanke gele soort, of die met alleenstaande bijna witte bloemen of de geneeskrachtige (primula ollicinalis) of bonte kweeksoorten ; ook de paarse en rooile Chineescbe primulas's vertoonen 't verschijnsel. Trekt ge twee zulke verschillende bloemen overlangs doormidden, dan ziet ge dat beide wel degelijk een stempel en dat beide ook meeldraden bezitten. Bij den vorm waar de stem pel tot aan de oppervlakte van den zoom reikt, zitten de meeldrnchn in de diepte, bij den anderen vorm waar de helmknoppen, de buis afsluiten, ligt daarentegen, de stempel in de diepte. Heteroiti/lie, verschil van stijl, heet in de biologie dit verschijnsel, dat nog bij eenige andere planten wordt aangetroil'en, o. a. bij onze boekweit. De beteekenis van deze tweevormigheid bij een en de zelfde plantensoort ligt voor de hand, dat wil zeggen de theoretische ver klaring. Een insect met een linge zuigtong, dat honing put uit een bloem, waar 't stuif meel aan de oppervlakte ligt, bepoedert zijn kop; dat is duidelijk.Gaat 'c daarna op de zelfde wijze tewerk bij een primula die zijn nauwe bloembuis door een stempelknop afsluit, dan wordt 't meegebrachte stuifmuüzonder twijfel Maar we kunnen niet genoeg er tegen waarschuwen, dat kinderen zulke slappe kost gegeven wordt. De groote zedelijke en aesthetiache kracht, dat we in de echte, oude sprookjes lectuur voor onze kinderen hebben, die niet opzettelijk voor hen is pas klaar gemaakt, gaat hiermede ganech verloren. We kunnen die schat maar niet zoo laten aanranden. Hoe meer we ons in de oude sproken verdiepen, hoe meer we verbaasd staan over de volkomenheid en echtheid, die bij elke lezing opnieuw onze fantasie rijker maakt, onze verbeelding verdiept. M. i. mag op 'n paar echte na, onze gansche kinderlectuur verdwijnen, als we die schat van oude sproken maar behouden. En ik geloof niet, dat de geest van onze kinderen er armer door zou worden. Als 'n gelukkig verschijnsel tegenover het boek van den heer van der Hoeven staat eene uitgave van de Werel i-Bibliotheek: eene vertaling van de Sprookjes van Grimm door mevr. van Eden?van Vloten, die in haar werk eene by'na doorloopend zuivere weergeving geeft. Er komen zeer geslaagde, intieme illustraties in foor van mevr. J. B. Midderigh?Bokhorst. Wat een genot deze eenvoudige uitgaaf, maar die echtheid geeft, naast die and're pretentieuse te zien. Op de illustraties van mej. Drupsteen in Sneeuw witje hoop ik 'n volgend maal terug te komen. TE. KRÜYT?HOGEKZEIL. Mar ij Crawford. Dr. (rertrud Maier. Onzuivere kapok. Maude Roosevelt. Nieuw miniatuur van Oertrud Vijf-en-dertig sollicitanten, 34 heeren en n dame l ... en de dame werd door de examen-c ,mmissie gekozen tot chirurg, om werkzaam te zijn in het ziekenhuis van Williamaburg. De kordate jonge dame, met zulk een geweldigen voorsprong op haar mededingers" heet Mary Merritt Crawford, een Amerikaansche die slechts drie-en-twintig lente's telt ; zij is de eerste vrouw in Brooklyn, aan wie zulk een onderscheiding te beurt valt. Ongeveer hetzelfde ondervond Mary Dunning in Manhattan, die eenigen tijd als chirurg in een ambulance werkzaam was, en later huwde met een oilicier. Mary Crawford zal den loden Januari van het volgend jaar in functie treden. Om in aanmerking te komen voor de vacature aan 't ziekenhuis .te Williamsburg, moesten de candidateu zich aan een ver gelijkend examen onderwerpen. Schriftelijke en mondelinge proeven van bekwaamheid werden gecontroleerd door een commissie van " medici. Bij meerderheid van stemmen werd mejuffrouw Crawford gekozen. Behalve een groote bedrevenheid in chirurgie, is Mary Crawford een vrouw wier spierkracht en lenigheid door het beoefenen van allerlei sport tot buitengewone ontwikkeling is ge komen. Bij het chirurgische werk zullen vaardigheid en kracht baar ongetwijfeld van dienst wezen. Zou deze dappere Mary een dochter of nichtje zijn van de denkbeeldige verwanten, Amerikaansche milliardaires, der vindingrijke madame Thérèse Humbert ? Hoe dikwijls heeft la belle Thérèse zich energiech beroepen op de enorme erfenis, waarnaar zij wel zal blijven uitkijken, die nimmer zal worden omgezet in comptanten, betaalbaar aan de tallooze goedgeloovigen, die dupe werden van Thérèse's aplomb en gloedvolle fantasie. * * * Nog een andere, merkwaardige medica, staat op 't punt naar China te vertrekken, om aldaar als arts werkzaam te zijn : Dr. Maier, uit Wurtemberg. daarop geheel oftendeele gelost, en de levens taak in de bloem is volbracht; de eitjes kunnen bevrucht worden, In zooverre bereikt de natuur dus met die betrekkelijk zeldzame heterostylie hetzelfde als met nslachtigheid; d. w. z. 't is of de bloem maar n geslacht had Of mannelijk en vrouwelijk; en dan is kruisbestuiving de eenige mogelijke; want, waar geen stuifmeel aanwezig is, kan 't toch stellig niet op den stempel in dezelfde bloem komen. Maar die scheiding van geslachten is een dure manier, om tot kruising te dwingen; immers op elke twee individuen is er n tot onvruchtbaarheid gedoemd; en indien vruchtdragen 't levensdoel van de plant is, Tweevormigheid van de Sleutelbloem. dan mist die eene dat doel; dese is dan alleen bevorderlijk om bij de andere op een bijzon dere wijze bevruchting mogelijk te maken. Stel u nu w^eer even de beide vormen van sleutelbloem voor; ook de stuifmeelgever kan ontvanger worden, die heeft ook een stamper; d. w. z. eitjes, en een losplaats op zijn stempel, al zit die wat lager. Hoe kan op die lage stempels stuifmeel komen? lo. Doordat 't van boven ui; de eigen helmknoppen neervalt, dus door zelf bestuiving; 2o. doordat de in sectentong 't overbrengt uit een langstijlige bloem,waar 't uit de diepte wordt meegevoerd, daar 't aan de zuigtong kleeft, terwijl die wordt teruggetrokken. Dus, zult ge zeggen, in de ongelukkige konstijlige bloem is zelfbestuivmg regel; want lichter valt er eenig stuifmeel van boven neer 'm 't pijpje, dan dat er door de Geboren op Germaanschen grond, al s dochter van een metselaar, vertrok Gertrud Maier, toen zij de schoolbanken vaarwel zei, naar Engeland, waar zy als ijverige, doodeenvou dige dienstbode haar brood verdiende. Door de vlugheid waarmee zy de Engelsche taal leerde, trok zij de aandacht van de familie bij wie zy in betrekking was", bij wie zy' diende, zooals de ouderwetsche term luidt, z-^gt men niet meer, sedert vrouwelijke dienstboden niet meer als meisje'' of vrijster" maar als juffrouw" worden aangesproken. Toen de intelligente Gertrud Maier de En gelsche taal volkomen machtig was, vertrok zij op aanraden van vrienden en belangstel lenden naar Edinburgh, om in de medicijnen te studeeren. De ijverige studente deed met goed gevolg al haar examens. La Chine est un pays charmant", van harte hopen wij dat dr. Maier in 't land harer vrije keuze, een aangenamen werkkring zal vinden. « * * Dokters en medicijnen voeren ons vanzelf op 't belangwekkend gebied der hygiëne. Het Aprilnummer van 't maandblad van dr. Van Haaiel Roos en Harmens, gewijd aan hygiëne en industrie gekant, tegen vervalschingen, geeft een bericht over de on zuiverheid van kapok-bedden, dat menige vrouw ter harte kan nemen. Een woeker veld van ongerechtigheden is onzuivere kapok. Vier nieuwe kapokbedden van ?4.50 tot/ö.50 kostende (voor dat geld kan men geen goede kapok verkrijgen, C ) zijn te Bristol en Glasgo w gekocht en door Buchanan en Harris lacteriologisch en sebeikundigonderzocht.Zij be vatten, volgens the Lancet p. gram 2M tot 110 maal zooveel organismen als... bet rioolwater van Glasgo * ; 11/12 van het gewicht was oplos baar i a wa^er, en het wascnwater bevatte meer organische stof dan het oolwater. Agarplaten neergezet in een vertrek vóór en nadat daar zulk een bed was geplaatst, toonden aan, dat door het goedkoopste bed het bacteriëngehalte der kamerlucht werd verdertigvoudigd, en, door een bed uit de tweede hand zelfs 230 maal grooter werd. De duurdere bedden hadden zulk een uit werking niet en veroorzaakten ook geen onaangename reuk. Hoe lucht, voedsel en drank gevaar loopen op bedenkelijke wijze te worden bedorven in de tallooze woningen, waar men goedkoope kapok ledden gebruikt, behoeft geen betoog." * ?* * Een nicht van tireless Teddy," even on vermoeid en even vél tusschen de wielen als de Duitsche keizer, Maude Roosevelt, debu teerde met zooveel succes in het stads theater van Elberfeld, als opera-zangeres, dat de directie haar onmiddellijk als prima donna" engageerde voor de aanstaande iheater-campagne. Mand Roosevelt debuteerde als Elsa in Wagner's muziekdrama Lohengrin. * * # De miniatuur-schilderes Gertrud Massey heeft een miniatuur van koningin Alexandra van Engeland gemaakt, dat zér geprezen wordt om het artistieke en geache veerde werk der schilderes, voor wie de koningin in Buckingham Palace met het grootste geduld poseerde. Van den koning en van de koningin van Noorwegen, en van hun stamhouder, den kleinen, vlasblonden prins Olaf, maakte Gertrud Mas.-ey eveneens hoogst verdienstelijke miniaturen. Koningin Alexandra in 't wit gekleed, ge tooid met de kroon en het breede lint van de Kouseband-orde, lijkt op dit laatste portret jeugdiger en bekoorlijker dan ooit. CAPIUCE. bovenste laag heen vreemd stuifmeel naar beneden wordt geschoven, en... 't mooie middeltje heeft een fout. die bij de nslach tigheid, b. v. van wilgen of komkommers niet kan voorkomen; (een fout alleen, als we aan nemen dat kruisbestuiving steeds een of ander voordeel ?oor elke plant oplevert; wat nog zoo zeker niet is). Maar nu komt er iemand op de ge lachte om 't stuifmeel van de beide primula-vormen eens onder 't vergrootglas te nemen, ea niet zonder grond. Want, zoo redeneerde die iemand, de stuifmeelkorrei die door een langen stijl heen zal groeien, moet noodzakelijk meer inhoud hebben dan n die maar een korten weg heeft af te leggen. En 't microscoop gaf den denker gelijk; de meelkorrel uitdekortstijlbloem is dikker dan die van de langstijlbloem. Als dus in een primulablüem, waar zelf bestuiving mogelijk is dus in een kortstijl stuifmeel op den eigen stempel valt dan . .. ontkiemt 't aeelemaal niet; 't is te groot, of de daaruit groeiende stuifmeelhuis is te dik of wat dan ook, 't past er niet op; wel doet dit 't stuifmeel, dat door de bijen tong werd meegebracht. Zoo'n onnoozel uitziende, bleekgele primula volvoert daar een kunststuk van natuur techniek, maar zoo practisch ingewikkeld. dat 't heel lang geduurd heeft, eer de ver nuftige mensch er achter kwam. De sleutelbloem bezorgt zich zoo doende kruisbestuiving, zonder dat een van de twee individuen kinderloos behoeft te blijven. Hebt ge de wonderlijke inrichting zelf ge zien en begrepen, dan begrijpt ge ook, waarom ik zoo graag de bestuiving eens in volle werking zou willen zien. Wie een heel grooten tuin of een bosch met veel primula's bezit, of buiten woont, dicht bij een ryke sleutelbloemengroei plaats, moet er eens op letten; ten eerste of de wilde bijen en hom mels zich een tijdlang uitsluitend met de primula's bemoeien, en dan ook, of ze her haaldelijk van de eene vorm op de andere overvliegen, ook als die wat ver van elkaar staan. Want indien ze eerst alle langstijlen afwerken; voor ze aan de andere beginnen, heeft alleen 't oogenblik van overgaan be teekenis, en dan, ja dan was de heele mooie mekaniek van weinig waarde. 't Is niet te gelooven, dat de natuur zoo iets als de wonderlijke heterostylie zoo maar voor niets zou tot stand brengen; en toch, er zijn overeenkomstige gevallen ontdekt in de bloemenbiologie, die tot voorzichtigheid in deze zaken dwingen ; wij oordeelen zoo licht dat onze verklaring de juiste moet zijn, omdat die zoo aannemelijk is en zoo vlak voor de hand ligt; toch kan er wel heel iets anders achter zitten dan een heensturen op kruis bestuiving, iets waarvan wij tot nu toe zelfs geen vermoeden kunnen hebben. E. HHIMANS. Mevr. de B te L. Uw hazelaar zal of te jong zijn, f te weinig zon en lucht krijgen. Een bruine hazelaar draagt bij ons gewoonlijk heel weinig bloem.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl