De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 5 mei pagina 7

5 mei 1907 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1558 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. J J J ?:! Tegeltableau, vervaardigd in de Koninklijke Porcelein- en Kunstaardenwerkfabriek: Roozenbargh te 's-Gravenhage, voorstellende de winkels kantoren, magazijnen en pakhuizen der firma Pecfc & Co., haar aangebeden door het personeel bij haar 50 jarig bestaan, 27 April 1907. G. PECK, G. LEOJJHARDT en W. LEOJJHARDT, onder den firma's naam : PECK & Co. De firma PECK & Co. is voor hare inzen dingen van alles wat op water- en gas leidingen, sanitaire goederen, pompen, ij zeren bouwartikelen, badinrichtingen, Engelsche en Amerikaansche artikelen op technisch gebied, metaalbewerking, verwarming, ma chines, gereedschappen en bouwartikelen op de Koloniale en Uitvoerhandel-tentoonstelling, Mjverheids en Landbouw-tentoonstel ling en vele andere exposities met eerste prijzen bekroond. In 1859 kreeg de firma de vergunning tot het voeren van het koninklijk wapen. Door het leggen der waterleiding in Am sterdam heeft de firma Peck en Co. zich populair gemaakt. Eigenaardig is het thans, d»t de werkzaamheden van John Aird en Een praatje over Mele Hut. Iets bijzonder goeds is op 't ogeblik aan 't gebeuren te Zoeterwoude, en daar wilde ik het eigen lik overhebben. Jan Stuijt heeft daar een juweeltje van een kerk gezet, die daar zo natuuriik en zo intiem doet. dat we haast zouden gaan denken dat ze in dit landelike milieu als vanzelf uit de grond gegroeid is. Ze had onmogelik anders kunnen worden als we ze nu zien. Even rustig als ze van buiten is, even rustig is alles van binnen. Je voelt dat je in een kerk bent. Maar, o, lieve hemel, wat had dat mooie intieme kerkje misschien verknoeid gewordau, wanneer daar een ander over pastoreerde dan deken Mosmans, die n door de keuze van zy'n architekt, n van zijn dekorateur van ongewone kunstbeschaving ons blijde zekerheid schonk. Dan waren we daar misschien uit de vrome stemming, waarin dat harmoniese bouw geheel ons van zelfbrengf, aange vloekt door de bonte verfoeielikheden uit de kunsJfabriek b.v. van een Jozef Muller uit München (om geen hollandse peinture fabrieken te noemen) of tot lachens toe gekieteld door het clown achtige doen van allerlei gedrochtelikekerkmeubelen. Nu is Theo Molkenboer bezig daar een kruisweg in tegels te plaatsen, die ik onder heel veel opzichten als een model wil prijzen. Er zullen er misschien zyn, die de schou ders ophalen voor een tegel-procédé, en van mening zijn dat alleen graphito, ceramiek, sektiel, mozaïek, beeldhouwwerk of zo, erdoor kan, wanneer men nu eenmaal geen schilde ring op doek of fresco- behandeling verkiest; maar Molkenboer had niet alleen rekening te houden met wat bij zelf misschien ook mooier vond, maar op de eerste plaats met de bescheiden middelen waarover hij be schikken mocht, en dan geloof ik, dat hier in ons land onder de goedkopere procédés, tegels te verkiezen zijn boven schilderingen op doek en boven fresco, omdat deze twee laatste veel te lijden hebben van de ongedu righeid van ons klimaat, en hun kleurfrisheid tamelik gauw begint te verweren door invretend vocht. Een kruisweg in tegels is onverwoestbaar. En het fabrikaat dat in Zoeterwoude gebruikt is, is bovendien van zo superieure kwaliteit dat men nagenoeg geen verschil ziet tussen de kleuren van de kartons en van de tegels 't Was interessant dat na te gaan op de laatste tentoonstelling van kunstnijverheid in het Suasso museum te Amsterdam, waar een tegeltableau hing van Molkenboer, voorstellende de vlucht naar Egypte, en daarnaast de oorsprokelike teke ning in kleuren. Ik heb er nog overgedacht om op de een of ondere manier een foto van de XIII en XIV statie machtig te worden, ten einde er een clichévan te laten maken voor De Am sterdammer, maar op de eerste plaats ken ik Molkenboer niet persoonlik, en vervolgens zou een reproductie van een of twee staties u toch geen idee kunnen geven, waarom juist dit laatste werk van Molkenboer zo hoogst in orde is. Het is onmogelik die kruisweg op zichzelf te beschouwen en te beoordelen. Men moet hem zien in die kerk. Want zijn allergrootste verdienste is: de zuiver gewelde eenheid met het gebouw. Vergelyk dit werk van Molkenboer bijv, Peck en Co, behalve het leggen van het hoofdbuizennet en van binnenleidingen voor de waterleiding ook behoorde: het geven van inlichtingen e a het aanprijzen der voordeelen dezer waterleiding, de eerste in Nederland. Toch was dit wel noodig, als men bedenkt, dat, tot opening der Duin waterleiding, Amsterdam van drinkwater werd voorzien of door regenwater, van de daken vergaard, of door het z.g. schuitwater", dat door 27 schuiten z.g. waterhaalders", uit de Vecht nabij Weesp gehaald werd, of uit de Mariapomp te Utrecht en ook uit Haarlem in kruiken werd aangevoerd. De feestelijke aanvang der werkzaamheden in de duinen op 11 November 1851 in tegenwoordigheid van den Prins van Oranje werd dan ook allerwege begroet en door den dichter Nic. Beets met een lied, Het Oranjewater" beeens met een soortgelijk werk, waar Jan Dunselman op 't ogeblik mee bezig is in de kerk van de H. Willibrordus buiten de Veste te Amsterdam, dan zult ge aanstonds voelen wat ik bedoel. De kruisweg van Duaselman (afgezien er van dat ik de voorstellingen vreselik slap en leeg vind), kan men gerust uit zijn milieu waar hij voor gemaakt is, wegnemen en in welke andere kerk ook, ja zelfs in een gouden lijst in een zaal ophan gen, dan zal het overal even goed, of e ven weinig, net zoals men het neemt?voldoen (Met Mengelberg wil ik Molkenboer helemaal niet vergelijken, want Mengelberg heeft niet eens de verdienste van Dunselman van neu traal te zijn). Dat kan men met de kruisweg van Molkenboer niet doen. Dat ia geworden een stuk van die kerk. Stuijt heeft het interieur van de kerk te Zoeterwoude gebouwd in twee kleuren steen. Molkenboer schildert zyn kruisweg in drie dominerende kleuren, die met de twee kleu ren van het gebouw een zuiver akkoord vormen. Ga er maar eens voor staan dan zult ge zien hoe heerlik dit doet, wat een prachtige stemming of dat geeft. En als ge die kleuren-harmonie gevoeld hebt, le< dan eens op die lijnen harmonie. Zie eens wat een mooie verdeling van het muurvlak, met hoeveel bewustheid de pro portie gevoeld is; ga eens aandachtig na de komposietie van die twee staties (er waren er twee klaar, toen ik te Zoeterwoude was), en de fijne architekturale lijnen in de teke ning, en hoe dat alles in wondere eenheid is met de lijnen van het gebouw. Die eenheid was een van de eerste wetten die de bloeitijd van vroegere dekoratieve religieuze kunst beheerst hebben, en nu nog moeten beheersen, wil men iets moois krijgen. En dat juist is de allergrootste verdienste van Molkenboer, en daar is tot dus verre beslist niemand (ik spreek alleen over reli gieuze kunst) zo ingeslaagd als hij. Wat nu de voorstellingen zelf betreft, er waren nog maar twee staties klaar en het zou dus een beetje voorbarig wezen om nu al te gaan oordelen over het religieuze sen timent. Dan pas wanneer de gehele kruisweg in kleuren en lijnen gedramatiseerd was, had ik het durven wagen over de religieuze in druk die het werk van Molkenboer maakt, iets te zeggen. Maar we kunnen uit hetgeen af is, toch al met tamelike zekerheid prognosticeren, dat al zal het ver beneden blijven het onbegrijpelik mooie en tere dat onze katolieke kunstenaar Jan Toorop maakt, *) het van de andere kant toch weer heel ver ooven het gesahilder in die richting zal uit staan van alle andere katolieke artisten, en wat zich voor artist uitgeeft. Het is mannelik en krachtig geconcipieerd, eerder te streng, ja soms zelfs heeft het iets van het stroeve van de school van Burne Jones.. . Maar laat ik niet voorbarig wezen, en af wachten tot alles klaar is. .. FRANK VAN DEN BEKQ. *) Ik heb hier speciaal het oog op de tekeningen voor de Aloysius-Kapel in de St. Bavo te Haarlem, waarvan twee zijn geëxposeerd geweest te Arnhem en in den Haag. Later hoop ik nog eens gelegenheid te hebben hierover wat uitvoeriger te han delen. zongen. En wel eigenaardig klinkt thans, waar waterleiding voor veel kleinere steden, dan Amsterdam destijds was, een noodza kelijkheid is geworden, de aanbeveling in het prospectus,uitgegeven door deDuinwaterMaatsch., dat men het door haar geleverde duinwater voor alle huishoudelijk gebruik kan aanwenden, zoowel om te drinken, te kooken, te wasschen, het huis mede schoon te maken, de glazen te reinigen, in n woord te wasschen en te plasschen naar welbehagen." De firma PECK & Co. bestond 27 April 1907 vijftig jaar. Bij de herdenking van dit feit, is haar, bij vele andere blijken van belangstelling ook een tegeltableau aange boden, waarop de magazijnen en pakhuizen voorkomen, gelijk de reproductie van het tegeltableau aantoont. Bij den Expert J. Schulman wordt van 13?15 Mei in De Brakke Grond" te Am sterdam eene belangrijke verzameling kunst verkocht, die voor ieder aldaar te zien is Donderdag 9, Vrijdag 10, Zaterdag 11 en Zondag 12 Mei. De kostbare en zeldzame kunstvoorwerpen zijn afkomstig uit de collectie F. W. Ross te 's-Gravenhage, A. Durand te Parijs, uit de bekende verzame lingen en nalatenschappen te Hoorn, Gronin gen en Amsterdam. Om uit de groote verscheidenheid eene keuze te doen, worde gewezen op het volgende: I. De fout in deze tentoonstelling is dat de lijn die scheidt niet duidelyk is gebleven. Een lichaam als de Rotterdamgche Kunstkring is niet ten eerste ingericht op verkoop en de daaruit komende baten het is, het moet, ten eerste gericht zijn naar goede ten toonstellingen. En het is niet te ontkennen dat de Kunstkring wel de beste, de meest actieve is; dat hij een aantal belangrijke tentoonstellingen reeds hield en waarschijn lijk dit zal voortzetten. Maar juist diarom omdat h;j de beste is in Holland zou ik wenschen dat hij dit bleef. En wil hij dit, dan dient de lijn die scheidt" strak door getrokken te worden niet hier en daar, op enkle plekken, vervaagd, half uitgewischt. Er ontstaat verwarring. En er is verwarring, vaagheid, voosheid, genoeg dan dat de niet verkoopzieke" Kunstkring daaraan mee zou doen. Hij heeft geen concessies te doen. Ik wou dat hij de?gentleman"bleef onder de kunst genootschappen?wat hem vooral gemakkelijk gemaakt wordt omdat het bestuur bestaat uit leden, die niets anders in hunnen werkkring in dit opzicht te zoeken hebben, te dienen hebben, dan de schoonheid. Ze hebben geen vriendendienst te bewijzen zooals schilder aan schilder soms haast doen moet ? Ze kunnen vr\j als een kritikus zich zetten tegenover het werk dat ze willen laten zien. De fout van deze tentoonstelling is dat ze waarom toch? gedeeltelijk hiervan weken; dat het aantal schilderijen door sommigen hier inge zonden te groot wierd; dat sommigen zooal-i Jozef Israëls hier te onbelangrijk werk gaven. De twee portretten door Th. Molkenboer konden hier zeer gemist worden; het portret van den heer van der Maarel is wel groot, maar niet belangrijk (ik zal deze later uitvoeriger bespreken); waarom kwam hier het portret door professor van der Waay ; er zijn interessante Witsens; er zijn hier te veel Thérèse Schwartze's (een dacht me vol doende); te veel Kamerlingh Onnes; een portretje als dat van mej. van Hettinga Tromp moge voor teedre gemoederen bekoring heb ben het staat buiten de kracht van het meeste werk hier. De Alma Tadema is eer onbelangrijk; het portret van mevr. Toorop meer een genre-stuk. De onthoudingen verder van Allebé, van Derkinderen, zijn te betreuren. Hart Nibbrig's portretje is eveneens niet een van zijn beste. Dit zijn de bezwaren tegen deze tentoon stelling. Ik zal enkle hiervan nog bespreken in de volgende karakteriseeringen. Er zal natuurlijk hier of daar een goed portret ver geten zijn maar dat kan niet anders. Verder hoop ik dat deze tentoonstelling nog gevolgd moge worden door een zwart-en-wittentoonstelling, eveneens van portretten. Er zijn van deze een groot aantal gemaakt: ets, litho etc. en een dergelijke tentoonstelling ware zonder interesse? Ik geloof het tegendeel, De vraag die van zelve komt na het zien van zulk eene tentoonstelling is: wierd de kunst van het portret grooter? Er is niets dan te constateeren dat ze achteruitging. Een uitvoeriger betoog hierover past op een andre plaats. Maar het feit ig duidelyk voor wie werk kent uit vroegren tijd. Het meisje in het wit, met met de paarse bloemen in de ceintuur, door Alma Tadema is niet eens precieus". Het mist natuurlek de schoone kleurbegaafdheid en de invloed der andere, te vele wei-archeologische schilderyen, is niet van dien aard geweest dan dat het door detailstudie nog interessant werd. Het is een portretje dat gemist kon worden. Het damesportret van Fridolin Becker 1868, de vrouw breeduit gezeten in een bruin kleedje heeft een goedmoedige burgerlijkheid maar mist alle diepzinnige kracht Het is iets dat een burgerkamer niet ontsiert, maar dat te kort schiet naar eigenschappen van weidscher pogen. De beide Blommers zijn zeer verschillend. Het kleine kinder portretje met de gouden kleuring in het gezicht is veel beter dan het andre ujt 1819. Dit is ruw. De oogen zijn goed, diepzwart, maar de kleur is te dik. Ik weet dat iemand hierbij van Frans Hals geschreven heeft, maar inderdaad de vlugge genialiteit van Hals die de kleuren levend maakt, wordt in dit gemist. De heer J. Zoetelief Tromp heeft hier eveneens een portret. Het is totaal onder den invloed van Blommers geschilderd. De invloed van den schoonvader is in allen gevalle te groot op den schoonzoon. J.Zoetelief Tromp is, ik herinner me, begonnen met een gansch ander soort werk: nauwkeurig en toen nog mager" maar het had een eigener aanzicht kunnen worden dan het nu is. De kleur van Zoetelief Tromp bleef beschaafd maar te zeer is tot nu toe bouw en gegeven en kleur verwant aan het werk van Blommers. Breitner's drie zelfportretten zijn, zooals te verwachten is van dezen (ruwen) rasschilder : boud neer gezet. De kop dédaigneus. Rauw-hoogmoedig. De kleuren niet zoo belangrijk als ik hoopte. Expressief. Therèse Schwartze's werk op Pulchri was beter dan wat hier is. De Gabriëlle een liggend figuur was uiterst inhoudloos; het portret van den heer Wolinarans, met de totaal onuitdrukkingtlooze handen trok niet aan; het beste werk was nog dat van den heer Duyl. Er hadden hier van deze schil deres van de drie zeker twee gemist kunnen worden eveneens hoorde, zooals ik schreef, het portretje van mej. van Hettinga Tromp er niet thuis. Het was zwak. Niet onverdienste lijk maar te krachteloos om hier tusschen te hangen. Professor van der Waay's werk het is me een raadsel hoe dat hier kwam. Eveneens het werk door Th. Molkenboer. Deze in bruine stroop \ erst jjfde figuren, met onbeduidende hoewel woeste oogen wat hadden deze objecten hier te maken. Door wiens invloed verzeilden op de muren van den Rotterdamschen knnstkring deze zaken zonder belang en gansch zonder schoonheid. Plaatselijke belangen ? Familiebelangen ? Vriendschappelijke betrekkingen? Hoe ook, hij die ze aanvroeg, zag hij niet in, dat een zoodanige vraag een onkieschheid is tegen over de meesten der schilders die inzonden ? PLASSCHAERT. Twee zilveren bekers zilver m insigne twee groote drinkhoorns twee kleine drinkhoorns met zilver gemonteerd alle van het Vleeshouwersgilde te Dordrecht" uit het bezit van den W.Ed. heer C. Bos man van Oudkarspel. In deze verzamelingen bevinden zich: Kostbaar oud Delftsch, waarbij zeer groote blauwe en gekleurde kaststellen, papagaaien, doedelzakken, koeien en paarden, schotels, borden, enz. enz. Porselein. Fraai blauw en gekleurd Chineeseh en Japaansch porselein, waarbij familie verte en familie rose ; lijzen porselein; een zeldzaam blauw eetservies. Europeesch porselein, waarbij een groot Doorniksch eetservies, enz. Meubelen. Oud Hollandsche kasten, waarbij een Ridderkast, een antieke notenhouten porceleinkast. Staande klokken en pendules, waarbij een fijn Fransch Lodewijk XVI penduletje. Empire pendules. Een notenhouten staande klok met speelwerk en beweging. Zilverwerken. Paarlen, juweelen, waarbij antiek Hollandsch zilverwerk, een gedreven chanoukalamp,met Amsterdamsche keurteekens, twee verguld zilveren plaketten gedre ven en gecisileerd door Stephanus van Hol land, voorstellende de zalving van David tot koning van Judea en het oordeel van Salomo, antiek zilveren speelgoed, colliers paarlen. Gothieke beeldhouwwerken, gobelins. Twee groote steenen leeuwen, antiek koperwerk, kristal, enz. Oude en moderne schil derijen. Zilveren schaal. Het drijfwerk, door Stephanus van Holland, stelt voor: De Zalving van David tot Koning van Judea".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl