Historisch Archief 1877-1940
DE A M i T fc E D A M M E 11 WEEKBLAD V O O H NEDERLAND.
No. 1559
Doch deze overweging bewijst slechts dat
artikel 40 uit het oogpunt van maatschappe
lijke verdediging beschouwd niet voldoende is.
IV.
De eisch ia 14 jaar. Het O. M. wilde geen
levenslang eischen. A's deze beklaagde deze
etraf heeft uitgezeten kan hij naar Mr. Cnopius
meent zonder bezwaar in de maatschappij
terngkeeren en z\jn leven beteren. Gelukkig
optimisme l Hoe zullen 14 jaren gevangenis
straf dezen erotischen gemoedsmisdadiger ver
beteren. Zijn karakter is door het O. M.
geteekend met houtskool en zwart krijt. Heelt
de gevangenis op zulke karakters zulk een
invloed?
Het is waar, wanhopig waar, dat ons W.
v. S. niet anders dan gevangenissen kent,
geene werkgestichten bijvoorbeeld, waar men
seden als Ente Zwan léven-lang gehouden
worden en behandeld naar den aard, als zijnde
onmaatschappelijk, daarom no» niet toereken
baar in moreelen zin, gesteld dat zulk eene
toerekenbaarheid als grondslag van ons straf
recht behou len bleye.
Er is ineer in een misdadigersgemoed dan
er in alle "vetboeken van strafrecht ter wereld
ia. Zulke wanhopige gevallen als van Ente
Zwan betonen het onvoldoende van een
vergeldend strafrecht. Wy wen se hen een
strafrecht, dat op het beginsel eener maat
schappelijke verdediging berust. Dat zal lang
niet .alty'd zachter ziju en volstrekt niet sen
timenteel, maar wel zal het doelmatig wezen.
Buiten doelmatigheid is geen recht.
JACOB ISKAËL DE HAAST
Dit voor de drukpers verbeterend, heb ik
uitspraak na eisch al geweten. Die zijn gelijk,
dus 14 jaar. Maar dat is ruime onrecht
vaardigheid. Welnu: bij meester Huizinga,
den toegevoegden verdediger, dring ik aan
ep hooger beroep en een hooger pleidooi.
J. Is. D. H.
IIUUHIHMIIIM1IIIIIII
IIIIUHHnilHIMfHIItltllI
Sociale,
IIIIIIIIIIIIIHMIIHIHIIH
KinderherstellLii^s- en
vacantiekolonies.
Telken jare worden de hoofden der Ie en
2e kl. scholen te Amsterdam door het bestuur
der Ainsterdamsche vereeniging voor
gezondheids- en vacantiekolonies uitgenoodigd
drie of vier leerlingen uit te kiezen om tot
herstel van gezondheid voor drie weken
naar buiten te gaan. Dat die keuze moeilijk
is, zal men wel begrijpen. Op elke groote
Ie kl. school zijn er wel een honderdtal
kinderen, die het is aan te zien, dat zij
lijden aan gebrek aan voedsel of licht en
lucht en 't is geen kunst uit dit honderdtal
er twintig aan te wijzen, waarvan een dok
ter onmiddellijk zal zeggen, dat zij wegens
ziekelijkheid en zwakte noodzakelijk eenigen
lijd raar buiten moeten. Doch hoe zal het
koofd der school nu uitmaken, welke drie
of vier van deze twintig stumpers er wel
het ergst aan toe zijn P
Zoo komt bovengenoemde vereeniging aan
haar candidaten voor de vacantiekolonies.
I n 19 '6 bedro°g het geheele aantal 721.
Men meene echter niet, dat nu al deze
kinderen ook werkelijk- naar buiten gaan.
Ze worden eerst nog aan een geneeskundig
onderzoek onderworpen. In 1906 werden van
de 'i 2' candidaten 4r6 geschikt geoordeeld
en daarvan konden nog wegens
verschille.ide omstandigheden velen niet meegaan.
Slechts 401 gingen werkelijk naar buiten,
naar Zand voor t of Soest. En waarom werden
zoovelen niet geschikt bevonden ? ?Men
moet niet denken," schrijft de vereeniging
in haar jaarverslag, dat de niet goedgekeurde
kinderen een verblijf buiten niet noodig
hadden. Integendeel veronderstellen wij, dat
er behalve de opgegeven candidaten, zeker
nog veel meer behoeftige kinderen te
Amslerdam zijn, voor wier gezondheid een
ve 'blijf buiten de stal van het grootste
belang zou zijn. Ieder jaar ziet onze genees
kundige commissie zich genoodzaakt een
groot aantal kinderen af te wijzen, hoe
ziekelijk ze ook zijn, omdat de aard van
HllllltllllMHIIlMMII
EEN ONRUSTIGE REIS.
Naar het Duitsch, van 9r. HUGO GANZ (Weenen).
II.
Eindelijk zijn wij over de grens De
douaneen stationsbeambteu weideren eenige inlich
tingen te ge /en, blijkbaar op bevel van hooger
hand. Een bedenkelijk teekcn. Daar komt de
tekent rein uit Boekarest binnen en iedereen
vliegt op den con-luoteur van den slaapwagen
toe Is de weg vrij ?" klinkt het als uit ii mond.
Vrij!" is het antwoord. Van Turn Severin
tot aan Siaüna staat weliswaar e,k huis en
eike schuur in brand, maar a!Ie stations, alle
overwegen en alle bruggen zijc door soldaten.
bezet."
Zijn de sollaten nog betrouwbaar?''
Tot nu toe wel."
Laat oas dan maar verder gaan en het
beste ervan hopen.'
En wij ging n verder. Niemand trok zich
terug, hoewe! de meesten hun bagage al gereed
hadden g«maakt om in geval van nood te
kunnen uitstappen.
Maar wat een reis was dat ! Geen van ons
zal die wel ooit vergeten l Wij zaten geheel
gekleed op onze bedden met revolvers op
de tafeltjes vóór ons en den geheeleu voor
raad patronen ernaast. Niemand deed de
deur van zijn coupédicht, liet was een
vooridüiend heen en weer loopen in deu
corridor.
Ziet gij dien brand daar?" roept de een
den ander toe.
Ik ben niet blind!" klinkt het terug
Daar nog een en nog een !
Is tel er al acht, nt-en, twaalf, nu
al nepe; tien ! '
Plotseling verstomden allen. Wij behoefden
niet meer te tellen. een vurige gloud
sloeg ons regelrecht in 't gezicht.
De spoorbaan staat in brand," riep een
van d* reiziger* uit.
O.i/tin," b orode de Skoda-ingenieur.
' Hij bad gelijk. Niet de spoorbaan stond
in brand, maar vlak daarnaast, misschien op
dertig schreden afstands, een lang gerekt
hun ongesteldheid, een bijzondere verplegin 3,
een bijzonder toezicht vereischt, die onze
vereeuiging hun niet kan geven." Do kin
deren, die er het ergst aan toe zijn, worden
dus niet eens geholpen. Wat de veronder
stelling der commissie betreft, de hoofden
van scholen en onderwijzers zien telkens,
welk een treurige waarheil ze is. Uit een
opzettelijk onderzoek in Dee. j.l. op 180
scholen te Amsterdam ingesteld is trouwens
gebleken, dat het totale aantal der kinderen,
die tot herstel van gezondheid noodzakelijk
eenigen tijd naar buiten dienen te gaan,
1700 bedraagt.
Wat wordt er nu te Amsterdam voor deze
arme kinderen gedaan? In 1906 hebben er
404 indeidaad aan een vacantiekolonie deel
genomen. Dit getal was buitengewoon groot,
want de vereeniging, die zich met de uit
zending der kolonies belastte, had hulp ge
kregen. Twee onderwij sers-oorporaties, de
besturen der afdeelingen Amsterdam van
het Ned. Ond. Gen. en van den Bond van
Ned. Ond., hadden zich voor de kinderen
geïnteresseerd. De onder wijzers," lezen wij
in het verslag der vereeniging, behield
door het verlangen om meer kinderen des
zomers naar buiten te zenden, dan onze
middelen ons veroorloven, zetten een krach
tige propaganda op het touw met het doel
daardoor onze kas te ver 4erken. Het woord
van de onderwijzers sloeg; bij de
Amsterdamsche burgerij zóó in, dat een vijfde
kolonie naar Soest kon worden gezonden.
Ook kon worden gezorgd voor een tiental
kinderen, die een afzonderlijke verpleging
behoefden." Voor n kolonie van 20 kin
deren en voor 10 ernstige zieken, kon u en
nu meer dan andere jaren zorgen. Zooveel
had de propaganda geholpen.
En welke zijn de verwachtingen voor
1907 ? Weer hebben bovengenoem ie onder
wijzers-corporaties de Amsterdamsche ver
eeniging voor gezondheids- eii vacantie
kolonies bijgestaan in de propaganda ter
verkrijging van de noodige gel ien. Het
resultaat ? Wij hebben er naar geïnformeerd
en kunnen zeggen, dat als alles goed gaat
ook iu den komenden zomer ongeveer 400
kinderen naar buiten kunnen gaan.
Alzoo in de rijke stad Amsterdam heeft
men het zoo ver gebracht, dat van 1700
zwakke en ziekelijke kinderen, voor wie
een kortstondig verblijf buiten red iing,
althans hulp kan brengen, er werkelijk
400 die hulp zullen ontvangen, nadat men
daarvoor zeer krachtig heeft gepropageerd!
Lazer, dat is beschamend. Waarom kun
nen wij niet al dezo kinderen helpen ?
Beschamend op grond van moreele over
wegingen. Wat is hartvochtiger dan kin
deren een geneesmiddel te onthouden, als
zij ongesteld zijn buiten eigen schuld. Men
moet het gezien hebben, hoe zij opknappen,
de stumpers, door dat verblijf van drie
weken te Zandvoort of te Soest. Zeg niet,
drie weken is toch niet genoeg. Bleek,
zwak en lusteloos gaan zij, met bolle wan
gen en vol levenslust komen zij weerom,
ten minste de groote meerderheid. Die drie
weken goed voedsel, reine lucht en zonne
schijn kunnen heel veel goedmaken. En
welk een genot smaken die kinderen. Gaan
ze niet, dan blijven ze rondslenteren in
de stoffige straten, of ze vervelen zich in
4de kleine, raurt'o, soms o 'zindelijke woiiing.
Gaan ze wel, dan hebben ze alle dagen
pret en genieten volop van al het nieuwe,
dat zij in bosch en veld voor 't eerst aan
schouwen. Zoo'n vacantie is een blijde
zonnestraal in het dikwijls vreugcloloozo
kinderleven.
Beschamerd ook, omdat het geld, dat wij
voor de gezondheid d'jr kinderen uit
geven, zoo nuttig is besteed. De belangen
der menschen worden het be-it gediend.
;iLmen die der kinderen behartigt. Want
alles wat men doet voor dn welvaart van
het kind voorkomt, en voorkomen is beter
en gemakkelijker dan genezen. liet een
voudig eigenbelang moest de gemeenschap
er toebrengende vacantiekolonies te steunen
Beschamend eindelijk, omdat, wij voorde
arme en zieke kindoren zooveel minder
doen dan in andere staten voor hen wordt
gedaan. Hamburg, een stad van woin g
meer beteekenis dan Amsterdam, zond in
1896 2034 kinderen uit. Li de eisi'h dan te
zwaar, dat wij er 1700 naar buiten zenden ?
heerenbuis niet aüe schuren en stalU-n. E^v
verschrikkelijk, maar toch prachtig
schouwspel. Geen sterveling was er te zi-n,?alles
in het rond was doodstil. Gevlucht of ver
moord," werd er gezegd. En du duivels
zijn, na hun werk te hebben volbracht, veider
getrokken "
Langhaam rolde de trein voorbij. Het bleek
waar te zijn, dat alle stations en o/erwegen
door militairen waren bezet.
e bajonetten ;onkelden in den maneschijn.
Langzamerhand bedaar Ie d»1 aigerneene
opgewon lenheid een weinig. Wij komen er wel
door heen," wa? nu de a geaieene opinie.
En toen de dag begon aan te breken o .er
de met sneeu 'f bedekte akkers, en in plaats
van vuurgloed (n vlammengt (likker in bet
morgenlicht slechts rookkol»inaien de plaat
sen der vei woesting keumt-rUten, toen begon
de een na den ander v«n afmatting te geeuwen.
en ten slot e viel hier en daar ook een cou;^
deur in her, slot. Ik weet iemand, die aelfd
een paar uur beef! geslapen
Des morgens was er in d'n
restauratiewagen a'gemeene breenkomst van alle passa
giers van den trein, wasroj bet tamelijk
levendig toeging, leder bad wat anders ie
ve?feilen, ieder had wat anders gehoor! of
ge/,ie.D. Aan elk station v.ej'den couranten
gekocht, maar slechts met een 'r.nisnsir!;. k agio,
daar de verkoop eigen 'ijk verbod- n wa ?-. Keu
Parij'.er modiste, die terugkeerde naar
B'>ekarest, waar zij gevestigd is, maakte eenige
sensatie door haar onverstoorbare opgeruiti
dheid. Men vroeg haar, of ha^ir zaak nie' leed
onder het ong'-'luk dut het geheele land li id
getrotï'eii. Zij haaide iuc.'itit-irti:;-de Sfiio'i-le.rK
op: Knh. en J!nuiiin>,ie It.x duim» <n,t leur fnnis
ftcrelf.' Hoge haar vertrouwen niet worden
beschaamd !
In Tiiu bleven wij langen tijd stilstaan.
Wij moesten een anderen trein laten
pa»seeren, waaruit het gegons van vele stemmen
tot ot;s doordrong. \\ ij snelden allen naar de
raampjes. Het, was een trein met sol laten,
minstens een'geheel balaiüon iu vol
uiarschtenu', en zelfs wij durfden onze oogen
baast niet vertrouwen ariillerie rnet licht
veldgeschut. Onze Koemeeusche ingenieur
werd erop uitgestuurd, om inlichtingen in
te winnen. Ja, hjt was werkelijk zoo. Er
werd artillerie naar de dorpen gestuut d
niet omdat de infanterie het niet niet de
De stad Züricb, dis nog niei het vijfde deel
van het zielenaantal telt van onzs hoofdi tad,
verschafte in 1897 aan 764 zwakke kinderen
oen gezonde en aangename vacantie. Van
andere steden zullen wij maar zwijgen. In
gansch Duitschland en Zwitserland beseft
men levendig, dat het plicht is voor het
zieke schoolkind behoorlijk te zorgen. Elke
s" ad van beteekenis heeft haar koloniehuizen
in de bergen of aan zee.
Lezer, het is dringend noodig, dat wij
nog eens in de bears tasten. Er is nog tijd
om te zorgen, dat in den zomer van 1907
een veel grooter getil kinderen dan die
400, waarvoor juist geld genoeg is, naar
buiten kunnen gaan. Er is nog tijd om
onze fout te herstellen. Do heer dr. G. ter
Heulen, Heerengracht 310, penningmeester
der Amsterdamsche vereeniging voor
gezondhei'ls- en vacantiekolonies, neemt de
bijdragen in ontvangst.
H. DEELMAN".
Dr echat des hemeU, door MARIE COKELIJ.
De be3r David Helmsley is archi-millionair
en 70 jaar oud. Hij heeft geen erfgenaam,
want zijue vrouw bedroog hem en zijne beide
zonen, die verkwisters waren, zijn gestorven.
Hij weet t iet, aan wien hij zijue vele
ir.illioenen zal nalaten. Er zijn natuurlijk genoeg
vrienden (?), d,e ze graag willen hebben,
maar t is hun om 't hebben begonnen en
niet om er gos d mee te doen. Onder die
vrienden is eene jonge dame, kind van ver
armde ou Iers, voor wier opvoeding hij zo g
droeg. Hij stelt haar op de proef, of zij waard
is, zijne erfgename te worden. En vraagt
haar, of zij, de 21-jarige hem, den 70-jarige,
zou willen trou-ven. Als zij bevestigend ant
woordt, is de kans ook voor baar verkeken.
Ze zul later, tenzij 't baar gelukken mocht,
een anderen rijken echtgenoot te krijgen, zelve
dus den kost moeten verdienen met werken,
dat ze niet heeft geleerd en dat HeluiBlty
baar ook tiet liet leeren. Aan wie de schuld,
aan Lucie S irrel is «.oals ze is ? Toch mede
aan David Helmsley den miiHonair.
Deze bluft dus verlegen met zijn muloenen.
Nu vat bij een eigenaardig plan op en gaat
dat volvoeren ook. Hij gaat iemand zoeken,
iemand die hem liefheeft en liefde bewijst
om zijoszelfs wil. Als een landlooper en
bedelaar D. David trekt de milionair Helmsley
't land in en beeft allerlei ontmoetingen.
Eerst met den kruidenzoeker Matt Peke, dan
met dien-i vrienden in de herberg De trouwe
man", van wie vooral de 'zigeunerhoofdman
Toin Weerlieht heel vriendelijk is, met het
boerinn^tje Meg Knsg. die hem laat meerijden
en eindelijk in de afgelegen kustplaats
Wtircombe", waar Mary Deane hem, d ;n dood
zieke, zorgvuldig verpleegt en verzorgt uit
louter goedheid, daarin bijgestaan door aen
dorpsdokter Suace, '..aar viienl en iVerec
verloof Ie Angus lieay, ten aenie in den dop
en vervolgde om der gerechtigheid wil. Maiy
Deane wordt zijne universele erfgename,
dieigt d-iardoor echter baar verloofde te ver
liezen, wil zich daarom in zee werpen, maar
Refcy koiut juist op 't goede oozenblik en 't
boek vindt in zijne laaiste alinea 't volgend
bevredigend" slot;
Goddank, dat ik in tijds kwam. God zij
dank dat ik je veiliu' heb, en Anytis trok
baar dichter en nog dichter in zijn vurige
omarming. O, mijn Marie, mijn lieveli* g!
liefste van alle vrouwen! Hoe kon je er aan
denken mij te verlaten? Wat zou ik gedaan
hebben zouder jou Armoede of rijkdom
het een of het ander, bet is mij onverschillig
wat bet is. Omdat ik j uu niet kan verliezen
Marie. Ik kan mijn s bat des iietnels niet
laten gaan. Niets kan mij inde wereld anders
schelen, ik verlang alleen litfde. en jou! '
Men heeft een boek met, zulk een s'ot,
een boek van 510 bladzijden, waarin he^l
wat passages van dezelfde spanning, nog \vel
boeren zou hebben kunnen klaarspelen, maar
om een voorbeeld te stellen.
Die boeren zijn anders een eigenaardig slag
menscbnn. De gruwelen.die zij hebben begaan,
moeten hun niet al te zwaar worden aange
rekend, want meestal werden door bun wree Ie
wraak alleen die personen tsetrollVn, die zich
eerst tegenover hen zwaar hadden bezondigd.
Maar een ander verbaal, dat uit zeer
betronw1 are bron tot mij is gekomen, werpt ook op
de/.e gemoed meuscheu een eigenaardig licht.
l'it bet centrum van een distiict moest een
s rafexpeditie naar een groot doip verirekkvn.
Den dag van tevoren waren juist uit dat dorp
de reservisten aangekomen, van wie men met
recht vermoeden kon, dat zij bij het brandstich
ten, plunderen en moorden niet werkeloos
badden toegekeken. De kapitein van de uitruk
kende compagnie was meuschelijk genoeg fin
de reservisten uit. het beluste dorp voor het
front te laten treden en hun mede (e deeïen,
dat de expeditie tegen bun dorpsgenootJn
was gericht en zij dus niet mee behoef ien te
gaan. En wat antwoordden die brave kerels?
.Als er toch Beschoten wordt, dan willen wij
ineestbieten !" Commentaar is dunkt mij
overhodip. 't 7.\}i\ beesten bier en beesten daar, ?
zoo beer, zoo kueobt
0;> 't ia itsfe oogenblik betrint 01120
glaapwaaen, tengevolge van een bescbad'igiiig aan
een der assen, ook nog te branden un moeten
wij overhaast de vlucht nemen in een andert-n
wagi'ii. Ma.-ir eindelijk komen wij toch zunder
verdere ongevallen in Boekarest aan.
Hoe duet zich de hoofdstad van een land
voor, waarin de griuunipite. van alle revo
luties, d.e boerenopstand, heer-cht? f/ie v*''aag
Hat, voor de band voor iemand, di-.:'s nachts
loor vlammen en overdag duor roiiei~.de,
kanonnen uit den *-ïaap is !<ehoud->n. M ma r
in Boekarest komt die vraaa mij onberecliti^d
voor. Nitis, werkelijk volstrekt irels
vermalt op den langen rit van bet staiion naar
bet, bóiel B< n'.evard, n;i iden hi de srad, dat
er iets biii'.ond^rs aan de band is. 'xe biijart-i;
(koetsiers) jagen als altij l met bun ei<'i,'ar.te
?rijtuigen door de Calea V-ctorici. v!a-.'g>'n
en aanplakbiljetten kondigen reeds van verre
ren tentoonstelling; aan, de Ikuieurs veidringen
e kaar o;> bet aspha't, en de eer-te persoon,
die in <lp vestibule van het l.ntel vont!.ij
komt, is Kieonora Duse, die juist met baar
troep hier is. In de groote eetzaal is geen
eene geautorisearde uitgave, waarvan ik de
vertaling, meer maakwerk din verdietsching,
in elk geval slecht gecorrigeerd, niet prijzen
kan, voor de som van f 1.50. Wie van melo
dramatische gemoedsschokkingen houdt, kan
hitr terecht. Waarbij hij nog andere aan
doeningen op den koop toe krijgt: afschuw
van een in zijn'automobiel niets ontziet den
lord, weerzin tegen een fielt van een
romaniseerenden en schijnheiligen dominee, eene
afgrijselijke moord en vil-, tevens wraak-"cène,
de noodige verwijten aan 't adres van
nietsdoenerige weelde, geldruakenie medici, ver
dorven groote wereld en hof-atmosfeer,
omkoopbare journalistiek, enz. en?. Daarbij
eenige dichterlijke ontboezemingen, wier
Hollandscbe bewerking nu niet juist groote
bewondering afdwingt, maar wier aanwezig
heid toch gekleed staat. En bovenal de
tendentie, die er overal vingerdik op ligt:
liefde, goed:;eid, barmhartigheid, medelijden,
ontferming i met in de genot- en zelfzuchtige
wereld der rijken, maar bij de bedelaars en
schooiers, de arme tobberg voor hun dage
lij ksch brood.
Z«-gt dit alles genoeg of moet men nog
dui lelijker zijn ? Eene gro ite f ut is, wanneer
men niet van anderen wil leeren. Die fout
is de fout van Marie Corelli. Er is zoo iets
geweest en er is nog steeds zoo iets van eene
realistische richting in de lette/kunde. De
naam zegt genoeg: zy wilde en wil de
werkelijkheid uitbeelden, ons deze doen zien
zooals een kunstenaar ze zier. Zij was als
elke richting eene reactie en zag vaak een
zijdig. Niet altijd toonde zich in de beperking
de meeste. Maar zij heelt oogen geopend voor
'D onwezenlijke en onware, 'c onwaarachtige
en natuur-ontrouwe. Zij heeft durven meten
met re maat, haar waarbeids-maat.
Na'uurlijk was d.it niet de maat der volie
waarheid, maar er werd eerlijk meegenieten
en dat was niust. Van dit realisme heeft
Marie Corelli niet geleerd Zij meet met twee
maten: al wat in baar boek rijk is, deugt
niet, wat arm is, deugt wel. Ik gutf baar
toe: ouder armen is meer bulpvaardieieid
en daad merkelijk hulpbetoon dan ouder rijken.
Het moet er zijn, de nood dringt er toe.
Maar niet elke jke is louter geldwolf, niet
elke mtdicus een man vi*n louter wirmicht,
niet elke lord een ra ende Kolom! in een
automobiel. En dien indruk wekt M Corelli.
Zij kont daarmee alle op-rijken-afgunstigei,
al e m >dici-wantrouwenden, alle
automobielha'enden, alle dominees-veracbtenden in '
gevlei en zegt intusschen soms zeer ware
en zeer juiste dingen, die ieder beamen zal,
die neg niet overweldigd is door de
ne-ieninaen onzer meestal te booggenoemde be
schaving. Zoo vind ik't met bair scbandelijk,
dat jonge, sterkgebouwde kerels den ganscbeu
dig niets anders doen dan ietwat lakeienwerk,
't welk geene inspanning hoegetaamd eischt.
Met baar houd ik 't er voor, da' een diepe
teug uit eenvoudig en ongekunsteld
natuurleven m-er goed doet aan een verblijf aan
alle luxe badplaatsen der wereld. Ook met
haar, dat 't voor eene jonge vrouw honderd
maal beter is, zelf de kost te moeten verdienen
dan zich te verkoopen aan een rijken, mtestal
ouden man. Met haar, dat er vaak enorme
gebreken kleven aan menig georganiseerd
bariuharti^heids-irstituut, dat geldelijk be^it
een maar al te grooten invloed heeft in de
staatkunde, da" weelde groote gevaren mee
brecgt n u-t alleen voor de redelijke vorming
maar cok voor 't. menscbeiijk geluk in 't
algemeen, dat daar niet buiten omgaat.
Edoch, ik vrees dat deze opmerkingen iiiet
tot baar r cot zuilen komen juist omdat
ze s;aan in etn tendenz roman, welks tendentie
onjuist en onzuiver is. 't Welk bet slot van
't botk zelf bewijst. Mary Dedne en Angus
Reay worden rijken menscben ; de tleiiad
wordt materiee. beloond, rijkelijk. En juist
de overvloed dezer materie s-aat 't geluk
in den weg. Wij draaien rond in een
vicieu"ien cirkel.
De schrijfster zelf weet het beter. Op blz.
77 lees ik: ..Het geheim van on "ie steeds
groeiende maatscbapptiijke misstanden ligt
niet iu de naturlijke orde van de dingen der
schepping ; maar alleen in ons zelf. Wij willen
geen redelijke grens trekken voor on^e be
geerten, lu.iien w-ij dit slechts deden, wij zouden
langer en gelukkiger leven!" Ue:e wijsheid
is niet nieuw. <i;j vindt baar korter en
Rrachtafel onbezet, de diplomaten zitten bij deu
lunch als gewoonlijk in hun hoekje, en de
dames zijn naar de allerlaatste mode gekleed,
zooah in Weenen, of neen, zooals in Parijs.
Op bet eert-te gezicht i< alles dus ;olkomen
geruststellend. Langzamerhand bemerkt men
echter wel. dat de rust slechts uiterlijk is'
en elk oogenblik kan plaats maken voor een
paniek. De iau resario van Eleonara Du.-e
komt met de tijding, dat hij niet meer kan
instaan voor dj veiligheid van de troep. Wij
lacbeu w~el is waar om dien truc van een
handig man van zaken, die zich op een ge
makkelijke wij :& van zijn verplichtingen wil
afmaken, maar wij merken toch ook wel,
dat het oogenblik niet yunstit; is voor
wereldrfcue vermaken (voor de Boekarester
maatschappij is ook een gastspel van LiL'u-e
niets ander"). Er werd; over niets andrrg
gesproten dan over den opstand en de
coujaiiien worden ^etterlijk verslonden. Zij bren ?
gen slechts weinig nieuws, niets dan
zevenmaal gezuef Ie berichten, maar wat zij bevatten
is altijd nog erg genoeg.
Wij zijn erop g°s!e;d on:;e behouden aan
komst KOO epoeiig mogelijk mee te deelea
aan onze natuurlijk wel eeniis/.ins ongeruste
fii'iiiliiibetri'kkingen, en een teief misehe
mededt-el-nj; via Budape-4 komt ons heïmeest
geschikt voor. Wij verzieken dus deu portier,
ons met Bu ianest te vei Irnden. Na een poosje
komt de ojave mail ierüi en vraagt, of 'iet in
Jïudapest opgegeven adres particulier
ofrrfj'ii:tl'.ïn't'l is. Wij .stellen hem gerust niets kan
particulierder zijn dan dit adres. Nakortt ntij-1
komt de brav« man weei terug en vertelt,
dat <!e verbinding met B'idupest verbroken
is. Wij begrijpen b--t al, vriend Stuidza
beeft <!H tentre's der re<_'eeii:ig ia handen
genomen, feu de eerste maat regel van dezen
iibeiaal is bel opleggen van de censuur aan
(?(?unintfn, telegraaf en telefoon, en vóór alle.s
aan die sr.oode journalisten.
Vri- nd Sturdza is nitt ges'eld op
journalieten en bei schijnt dat de oiidt:rgeteekeiide
daar de oorzaak van is.
l>e terugreis was rustiger. Nog altijd
ston<1' n K(-ndarn:o-' en so dalen met de bajonet
o'o la-t geweer bij e ken overweg-, maar de
opstand kon als bedwongen beschouwd
word<-ji, eu vuor d« internationale treinen
had eigenlijk nooit eenisz gevaar bes-taan.
Xu eerst hcorden wij van onse
medereitiger uitgesproken n door oud-Indieche n
d ror oud Israëlitische leeraars.
Pjondkon heeft het geestig gezegd: Ie plus
heureux des hommes est celui gui tait Ie mieux
eire f,auvre. Zóó kan ze fs eene welbespraakte
Engelsche schrijfster 't niet zeggen. Maar
M. Corelli's laatste boek zou aan psycho
logische waarde zeer gewonnen hebben indien
zij daarin had getracht wat in deze gedachte
waar is te illustreeren. Nu geldt t van haar
werk.: qui trop embrasse, mat tïeint. Maar
bovenal is de figuur van Helmsley mij ten
slotte antipathiek en zegt deze tendens
roman zoo bitter weinig, omdat deze
archinaillionair ten s'otte arm aan lief te en geluk
is door eigen toedoen, voor zoover wij hier
't denkbeeld van eigen schuld kunnen hand
haven. Hij heeft vóór alle dingen liefde
gevraagd in plaats van vóór alle dingen liefde
en daarin zichzelven te geven. Ie posi'ivist
A. Cooate wist 't beter, toon hij schreef:
l'amonr pour principe et l'ordre pour base, Ie
pror/rc* pour but. Hij heeft verzuim l bij het
begin te beginnen, m. a. w. uit het beginsel
te leven. Daarom laat dit tendenz-boek, af
gezien van zijna geringe kunstwaarde, geen,
bevredigenden of verheffen den indruk na.
Zijne figuur is niet zoo hoog en nobel als
oppervlakkig pchijijt. Deze man is te bezorgd
ever wat er van zijne müiioenen zal worden.
Zullen straks Mary Deane en Angus Reay
niet voor de'.elf ie moeilij kheden staan als bij ?
Het woord van den zrooten Meester, waar
aan de titel van dezen roman doe', denken,
zegt in al zijne kortheid meer dan dit lange
boek. Waarom ? Omdat het forscher is en
geweldiger, een woord u't n stuk. Een
woord van dat realisme, dat het hoogste is,
omdat 't wortelt in den diepst mogeUjken
ideëelen zin. Overdenk dat woord een uur
lang en gij zult meer winst behalen dan door
menig uur te wijden aan de lectuur van
Marie Corelli's boek, dat zelf deze vergeiijkint;
uitlokt door zijn titel: de scha* des hemels".
P. B. WESTESDIJK.
Enschede, Maart Iüu7.
Lanillofip'rij. door M. J. BRUSSE. Rotter
dam, W. L. en J. Bruase.
De litteraire reportage leed tot nu toe aan
tweeslachtigheid. Zij was niet geheel
oevre(iigend, zoomin voor degenen, die allereerst
naar het schoone vragen als voor hen, die
in de aankleedirig van sociale misstanden, in
de opsmukking daarvan met kunst-mooi, een
rnisbiuik van de ellen ie zien, die den kunste
naar het dankbaar motief levert voor het
toonen van eigen vaardigheid. Een schilder,
die een bedelaarskin l schildert oin het fraaie
effect, dat diens lompen ma"?en tegen den
blanken grond van ean marmeren trap die
naar de. kerk leidt, is eigenlijk toch niet de
geschikte propagandist voor verbe eung der
armenzorg. De Nederlaudsche schilders, die
zoo vlijtig zijn t-ewtest in het vertoonen van
armelui'* binnenhuizen met aardappel etende
zwoegers; van visschersvrouwen uitkijken l
naar de zee, waarop 't scheepje verdween ; van.
viswherspinken op 't strand en op de golven,
hebben gedurende de halve eeuw, dat zij deze
voor 't oog schoone gevallen op't doek brach
ten, bitter weinig gedaan voor de verbeteting
van de toestanden der personen dier aantrek
kelijke onderwerpen ja zelf-t, door bet met
kunst ver-achten, bemantelen van den waren
toestaiid, verbeteringen zij 't dan ook passief, in
den weg gestaan. Het zou b.v. den mensch J >zef
Israels zeker geëerd hebben iud:en hij, die
toch do >r aanschouwing van visschersellenda
op de hoogte kou zijn, eens de pen, die hij
immers ook weet te voeren, had opgevat,
o:n op d', sociale toestanden te wijzen in
devisschersbutten en eveneens zou een brochure
van Mesdag's hand, waarin hij de toestanden
op de vis,schersvloot aan 't licht had ge
bracht een gave aan het Vederlandscbe volk
zijn geweest, die met het geschenk van zijn
sehooue schilderijen-collectie zeker hal
kuniien wedijveren.
Br isss nu in zijn boek Landlooperij" toont
op schitterende wij 'e aan, dat een boek een
sociale tendenz kan bezitten en tegelijk een
volkomen kunstwerk zijn. Dat Landlooperij"
een kunstwerk is ge,vorden, is te danken
aan Brusse's bijzondere »aven van hoofd
en hart. Reeds in zijn allereerste werk, als
jongste rep-.r er aan De Amsterdammer,
zigers, boe er aan beide zijden was buis
gehouden, en bijni kregen wij nog rilde
mee een Bojar, die triomfantelijk vertelde,
dat in urii beverin een Donau boot met
UI C) gevangen boeien lag. die wel allemaal hun
verdiende oon zouden krijgen, Eergisteren
zijn er 52 gefusilleerd. gisteren de burge
meester, de pope en nog twee belhamels.
Ze moeten allemaal maar uitgeroeid l" riep
de patriot uit.
,,Maar bet zijn toch ook menschen en zelfs
laiidjenooten van u?" waagden wij op te
aierkt-n.
Wat? Menschen?! Beesten zijn hst! mij
beoben ze mijn kasteel ver' rand, al mijn
mooie -c'iildeiijen s;uk/esueden, een vrouw
met haar drie dochters hebben ze eerst onteerd
en toen vermoord, zoo laf en k uipendals
ze gewoonlijk zijn, zoo beestachtig zijn ze nu !"
Het was onmogelijk den opgewonden man
tot inzicht te brergen van het verband
tussfhen oorzaak en gevolg in het optreden
van de grondeigenaars en de boeren. Het
lifprenrecht van uitzuiging was in zijn oogen
iets van zelf sprekends, elke poging tot
verlet daartegen muiterij, die met geweld
moest worden orderdrukt. Dit laatste gesprek
op Koemeensch grondgebied kwam mij oijna
f-yuj'ooli.kcïi voor.
il >e verlicht baalden wij allen adem, toen
wij in Orsova bet schoone Hongarenland
hadden bereikt! Kr is ook heel wat niet in
di u haak in het land van den heiligen
Stephanus, maar toch ligt er een geheele eeuw
van cu! tuur vooruitgang tusschen deOobtenrij
kllongaarsche monarchie en het Bojarenrijk.
j Wij voildtn ons zoo veilig, alsof wij weer
j thuis waren, en a in de mogelijkheid van eenig
g-\aar dacht m-mand meer. En toch
pasheeiden wij misschien juist op hetzelfde
oogt-nblfk, dat wij ons bet allerveiligst ge
voelden, de plaats van het, grootste gevaar.
Acht da jen later brak een uur voorbij
Szeaedin een verrotte dwarsligger; de geheele
KoemtetiFche sneltrein detailleerde en bijna
al:e passagiers van den slaapwagen, die ons
gelietbcrgl hal, kwamen om bet leven. Ons
beeft de dwarsligger nog gedragen; ditmaal
zijn wij er alleen afgekomen met de onaan
genaamheden van een onrustige r.is.