De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 19 mei pagina 3

19 mei 1907 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No.ilöCQ D E ;AM S TERRA MM E-R WEEKBLAD VOOR NE D E R L A N D. gevinsr, omdat de afgekeurde .wonir gen dan ingericht worden voor pakhuis. Er is ' meent de gezondheidscommissie alleen grondige verbetering te verkrijgen door onbewoonbaarverklaring op groote sclual, desnoods hier en daar gepaard met ont eigening, waardoor de naam sloppen en stegen vervangen kunnen worden, door broedere straten, waaraan ruimere en lich tere woningen met flinke open achterterreinen. Het klinkt... haast al (e ideaal! Maar dit bet noodig is, zóó in te grijpen, wie zou htt kunnen ontkennen? JOHAN. Door het k-en. door Jos. M. VAN MENS. 's Gravenhage, Martinus Ny'hoif, 190(3. De titel kan beteekenen : hoe Johan door het le»en komt, en het heeft erveelvan.dat * Bchry ver 't«zoo bedueld heeft, toen hy hem koos, ofschoon het hoek uit is sóór dat de hoofdpersoon s erft. Johan is een brave jonRelinj!, opgevoed in een vrome RoomMihKstboliefce familie, die zeer aan haar kerk gehecht is. Hij is geëngageerd rnet Lies, en gaat de wereld in, dat wil zegaen naar Transvaal om daar fortuin te maken, en daarna met het meisje van zyn hart te kunnen trouwen. De ondernemende jongeling heeft onze volle sympathie, en wij hebben met L»m te doei», als bij aan boord van de Dunbar Castle ,een witten vo^el na«taart die veriwijnt in de richting van het land bepluimd met bootnen, gekleed in fluweel van gras, bejuweold met bloemen." Wat voelt hij zich eenzaam, als hu diar staat voor en in rlie eiadelooze vlakte, die zoo spookachtig ligt t» blikkeren in verlatenheid f' Maar by is niet onvatbaar voor troost, allerminst als hem die geboden wordt door twee rnooie meisjes, d:e ook op weg zijn naar Transvaal, en nu komt de oude ge«jhi^denis: al vry gauw m^et Johan zich zelven bekennen, dat Ellen zijn zinnen be koord heeft. Zyn licht ontvlamde verbeelding vertoont hem, als hij in zijn hut te bed ligt Ellen op haar verleide'ijkst, al de goddelijk black e schoonheid van hare rijpe meisjes lyl". De schrijver hangt er een heel tafereel van op. Die Ellen was niet gewoon meneehelyk maar goddelijk blank. Geen wonder, dat de goede jongen 't erg kwaad heefi. Hij springt zyn bed uit, slaat als razend om zich heen om te verjagen dat roze lijf, dat voor ht-ia ataat zoo duidelijk, zoo heerlyk duidelijk met uitdagende borsten,' dan roept hij : God, l oef je, Vader, Maria, Jezus, Moeder, moeder van den armen Jesus help me, help me. ik kan niet meer, en dan begint by 1e bidden ala klein kind huilend te bidden om verlost te worden can de bekoring, hij bidt het onze Vader, en als hij de woorden : leid ons niet in bekoring gesproken heeft, herhaalt hij die telkens en telkens weer; totdat bij inslaapt, pag 20. Vermoedelijk weer in zijn smalle bed. Deze bekoring" is door den auteur waarschynlyk zoo uitvoerig beschreven om begrüpslyk te maken des jongelingg val. Ho hield zich natuurlijk goed, zoolang hij aan boord waa, maar toen hij aan wal ge komen in het.zelfde hotel kvvam, waar ook Ellen logeerde en 's avonds haar aardige echoentjea voor haar kamerdeur zag staan, die zij. goed van vertrouwen, niet gesloten liad, toen sloop bij na veel strijd haar amerktn binnen, en zijn ontrouw aan Leesje' was een voldongen feit. De historie is banaal maar verklaarbaar. En nu de gevolgen? Ellen is vrij kalm ; zjj fchryft Joban nog een briefje, en ver dwijnt vervolgens spoorloos uit het verhaal. Joban wordt verteerd door berouw. In zijn geest warrelde, zoo wordt ons verteld, alles door elkaar, en u;t het rondtollend gedachlenklnwen jammert het duidelijk op met een peli ui l a's van een hond in den nacht; dat gebeurt soms a's gedachtenkluwens een maal aan 't rondtollen zijn dat hij een ploert is, en dat woord herhaalt zich telkens weer, en hij zit stil, luisterend, de tanden als in krampklemming op elkaar gedrukt, pag. 51. Na het erotische komt tiet didactische deel van den roman, waarin aan de orde wordt gefteld de kwestie, hoe Johan, die zich zelven terecht een ploert vond, zich door 't leven slaat, en ten elotte de achting voor zich zelven terugvindt. Ellen's vertroostend briefje, pag. 54, waaruit duidelyk blijkt, dat zy 't geval zoo heel erg niet vond begreep hij nog niet. Hij voelde zich wel degelijk zeer schuldig, en ontrouw aan zijn Loepje, 't Is waar, die infame geschiedenis raakte een weinig op den achtergrond hij zijn vruchteloos solliciteeren naar een be trekking ; het bericht van zijn vaders dood berokkende hem een hersenkoorts; hij kon nauwelijks hersteld al weer grapjes beginnen met de mooie pleegzuster, die hem bijstond in 't hospitaal, zoo was bij nu eenmaal, maar hij bleef zijn daad van ontrouw be treuren ah een laagheid. Dat hij met het leven, en met zich zelven verzoent werd, was het werk van den dokter, die eenmaal wegens niet te noemen zonde, zyn land had moeten verlaten, maar een subliem man en groot menschenvriend was geworden. Die dokter redde hem, vooreersl door deelnemende toespraak, maar vooral door hem ter lezing te geven... het leven van Jesus van Renan Dit boek beviel Johan al dadelijk van den buitenkant, want het was in rood leer gebonden en het voelde zoa zacht aan, pag. 135. En de inhoud? God allemachtig!' zegt hij tot den dokter want gedurende en na zijn bekeering blijft hij vloeken zoo'n boek moest ieder kind van buiten kennen; 't is zoo dood eenvoudig \rat Reoan van Jezus zegt, zoo dood een voudig menschelijk, dat je al lezende je liefde voor Hem voelt groeien, zonder aan eerbied of wat anders te denken, pag. 139. Die af wezigheid van eerbied of wat anders" ver klaart den gedeuageerden toon van Johan. Intusschen kon de lectuur van Renan's boek onzen jongeling niet verzoenen met zyn geweten. Hij werd alleen afkeerig van zijn kerk, zóó dat de dokter hem waar schuwen moest, en zeggen : jonger verlaat yw kerk niet,'ze, beeft zooveel moois, bijv de Mariavereèriug vq'oral in de Meimaand en dat is 't hem juist, dat je je naar den bliksem :ielpt, als je uit de kerk gaande niet rotsvast n j<3 schoenen komt te staan. Denk eens wat zouden die miljoenen aruie roomsche werklui zijn zonder hun kinderlijke liefdevereericg voor hun goeie moeder Maria, die ze met bun bier- en jeneverkeien bezingen, gedwee als launaeren loopend twee aan twee in de processie..." tnz, pag. 147. Maar de/ie mooie apologie kon Johan niet weerhou den van de hevigste verwijten tegen kerk en geestelijkheid. Zonder den dokter was hij na bet bericht van Louise's ontrouween relfmoo'denaar geworden. Ge.lukïig ontrukt deze hun 't pis'.ool, en brengt eindelijk zijn ziel tot rust door de merkwaardige ver troosting: Ik heb ?oo echt mit je meege leefd Johan; ik kon me zoo goed begrijpen, hoe je tobde over dat Komische mei#jf, dat je am boord ontmoet heit. Pat was zoo echt men-chelijk dat getob van jou. Je vindt je zelf zuo interneen, en toch weet ik zeuer, dat er ergeni diep in je binnenste een stem was, die je zei, dat dit gedoe" met dat mei-je in geen enkel opzicht te kort deed aan je liefde voor je meisje in Holland. En zoo is het ook. Wat heeft zoo'n liefde ten slotte te maken roet wat het lichaam doet". Toen was Joban met zich zelven verzoend; en er heelemaal boven op, want hij begon te be grijpen, 1. dat wat het geweten verwijt maar tobben is, en 2. dat 't er minier Op aankomt wat het lichaam doet. Hy was voor de:e moraal zco dankbaar, dat hij niet wist wie hern liever was, de dokter of zijn vader. Op zyn zachtst uitgedrukt heeft onze auteur de kwestie, hoe een mensen na een misstap met zichy.elven verdoend wordt, zeer onvol doende opgelost. Er komen in zijn boek wel enkele zeer goed geschreven bladzijden voor, maar als geheel is het foeileelijk. A. v. H. Scharrelvrevyi, door Run. FEEXSTKA. Uitga/e Schellens en Giltay Amst. Talent heeft deze auteur zeker. Dat Wil zeggen: hij heeft een rappe hand van schrij.-en, een kort-affe manier om de din gen te zeggen, hij legt de kleuren dik er op, smijt als een durvend jonguienscïi met allerlei astraiitigheden. 't Is een rare snuiter, dei-m Ru J. Feenstra. Wat l s van monJ, grof, o erg grof. Poch eerlijk en rechtuit. In zijn grofheid via* gevoelig tot op het sentimenteele af en dan weer broekjusae.ltig-naief bij al zijn would-oe wereldkennis, zyn geforceerd cynifine, dat vervloeit in weekheid en Multatuliaatische hooiopgedrevenheïd. Dat ougare Multatuliaaiuche komt sterk uit in de tA-tede novelle, d >or den schrijver maar aangehaakt om den b jndel vol te maliën, naar bij zelf erkent, werk uit zijn gryene jaren, hem altijd nog hef naar de synthese en naar het naief-idealisties-che van 'i geluid. Jawel, stel a voor, dat morg'-n uw kleer maker pantalon en vest thuis brengt en een jas-jöer bij uit zijn vlegeljaren ... ik dei k, dat zelfs Rud. Feenstra daarvoor hartelijk zou bedanken. Synthese en 't naief ideahstiesche van 't geluid ... dit zou hoogiteni van waarde kunnen zijn als tegenhanger van 't veifjjiid-brute cynisme inde Scharrelvreugd. Jiaar dan zou deze tweede novelle literair op dezelfde hoogte moeten slaan, want syn these en hoog gefluit van eehiid nemen we gaa ne aanals groote deugd, indien 'tlevenzelf maar er iu staat verbeeld, 't zij dan heerlijk of wrang. Nu zijn 't snorkende woorden en't verhaal zelf is een schim, een besch m _nelde schim. Geen taal, geen plast ek, geen psychologie, geen tragiek, niets letft, niets beelt er in dit dwa!eiid geheim van een verwarde geest,die sterft aan zeltuiedelij ien. De synthese loopt hier uit op 't malkontente menschzijn, ouisausd door frazeii van een wereldverbeterend idealisme. \VüRud. Feenstra door dit verhaal, van een noot voorzien, nu betoogen dat de naiefideahs-iïei-che bombast, hoe groen en bioek jesachüg ook, hem eigenlijk nog liever blijft dan zijn s-cliarrel vreugd cyniMiie,zoo ja, dan iou dit pleiten voor zijn meiit-ch-ziju, maar niet voor z'n artistiek begrip. Zooals ik zeg : Kud. Feeustra blijkt een rare snuiter te zijn, het auteurschap beeft nog geen overhand bij hem. hij is een krachtig-leveude vent, die wil en durft, maar zichzelf nog niet voldoende kent, en daarom alles maar eruit flapt zooaU hij iets l.eeft gezien en zooals 't hem nu voor den mond of voor den geest komt. Uf is de j >nge man, die in een Veglione-nacbt te Mz-.a te^en een onoekende vrouw zegt: ik lel twee dozijn jaren, maar ik hou.l van 3 X ^2, eükel o ui'de vrouw van wie hij 't gedicht nog niet heeft gezien, zelfs geen tipje, tot iti wil te hebben, jawel te hebben voor niemendal, geen ras'a quouère in den dop. Hij biedt aan, vers aciiert zijn jonge lichaam aan 'n vrouw d\e hij in 't geheel niet kent . . . Maar die jonge man heeft geen bedt, geen middelen en hij duizelt van 't bloed, uan de felle begeerten . . . hij he.-ft adelaarsvlucht, oftewel roofvogelnatuur Daarom niet te kies kentig, grijpen »at z'ch 't makkelijkst aanha ken laat I Grover, bruter kan het al niet, maar a's uiting van het leven op zichzelf is 't echt. 't Is niet sy rapar hiek en niet nobel dat werk. En toch... hier houd ik van Rud. Feenstra. Hij wil tenminste geen schijnheilige zijn en geen huichelaar. Zijn Won is zeifs geen jakhals. Voor wie voelt als hij ligt er de stof tot geweldig werk. De eeuwige trafiek van 't menschbeftaan, de aldoor tern^keerende bot sing tusschen de door-ons-versland-en-gevoel zich voi mende formules en de iaet te stilen onstuimige leefüracht van dierlijk krachtige individuen. Had Feenstra 't zoo opgevat en zoo door gezet dan hadden de schauwste dingen ons minder gehinderd. Immers een aaugtainde rasta uitbeelden naar zijn waren aard kan tot kunst worden, zo> gi.ed a's de kuitcbe en reine weergave van 'n heilige, maar dan moet het zijn doorwerkt, doorademd inet dat onzegbare wat men een dichterziel noemt tn dat i;: samenvloeiing van gevoel en ge dachte, van werkelijkheid en verbeelding Maar tot hiertoe steeg de heer Feeiistra niet. van dit machtig gesjeven heeft bij niet meer terechtgebracht dan een vluchtig ge schreven i-ctiairelechets, die juist door die grove vluchtigheid al tegenstaat. Met zijn dithyrambipche zinnen, sommige zeer raak en gevoelig door de vlucht naar de hooge lijn van 't leven, in vreemde samenkoppeling van het studentikooze scharreljargon, grijpt hij vaak naar 't hoogere, maar dan raakt hij zoo verlekkerd op z'n mooie over drachtelijke zinnen, dat hij verlet het wer kelijke leven in' alle diepte uit te beelden. 't B.ijft lichteen luchtig, oppervlakkige toets zonder het ;Xlom"a'tend, samen schakelend ver band. Ondanks symbool en synthe?e,dichterlijk, al te dichterlijk er onder, er over gesprenkeld, werd zijn verhaal niet meer dan een geval, een scharrekeval met al te afgesleten kanten van 'c gevallen meisje, wat men later ontmoet als prostituee en dat hij dan heel sentimenteel laat binnr nzei'.en in veilige haven. Ook blijft 't nog aldoor wat veel zich zelf die hij be'.iet, bewondert of minacht, en dit laatste kan gelden als een bewijs voor zijn literaire eerlijkheid, voor zijn gevjeligheid als menfch, ondanks den g'oven bast van opzettelijkheid, een schrijverij kwazie-realistiscb, maar die voor ware reailiteit toch te veel naar e/lekten reikt. 't I-t alles zoo rel, zoo flor.kereLd, brutaal gekaats van spiegels in felle kleuren, elke fijnere nuacce, elke halftoon terzij w/et. Bezie dit stukje beschrijving, een zons ondergang te Nijza. De zon dook. 'n Vuur was van den hemel gevallen, sitfte, kringelde in de reu'.enkom, vol blao*gesmo'.ten metaal." Dit nu wordt in zijn felle vizie en kortaf'ieid eenvoudig karikatuur. Al die flikkerende «oorden mo gen gebruikt worden, als daar andere woorden naast staan zijn, die ons duidelijk maken dat het maar een vergelijking is, dat het vuur en het blauwiceamolten lood en 't sissen en krinkelen kleuren zijn en geen metaalrealiteit. Maar er komen in zijn prcza ook prachti jrappe hr jkken voor, zinnen die 't ineens doen. Rud. Feenstra heeft viz'e en temperament. Hij treuzelt niet, kwakt zijn impressies er neer zonder om iets te geven. Evenwel, hij moet het niet al te "rap willen doen, want dan wordt 't barok, dan wordt het artistiekeriae' reportage of fensatiegespeku oer a la Willy, die na z'n beroemde cinwrfine's leelijk aan 't zakken is en met /,'n Kuzet.'e w-ut me lacher daalde tot een pornografisch feuil etonnist' 't Zi n jammer van Rud. Feenstra zijn als hij dien weg opging. Er steekt te veel goedi in heui; hij moet eerst er bovi-n uit en niet zoo aan kracbtpolserij- willen doen. Scharrelvreiigd" lijkt ine Been boek erg ge schikt voor jongelui, ik ppreek nu eens bij opzet niet van jonge meisjes, want die zal 'c enkel stuiten en niet aantasten, 't Is niet zoozeer de naakte realiteit die hier hindert, maar de wijze waarop de schrijver in zijn oningetootndneid alles tentoonspreidt zonder de noo i-akelijke lijn te hebben die 't hoogere van 't lagere scheidt. Dit hoek is ook een merkwaardig staa'tje, dat men kranig, kleurig kan stileeren, impres sionistisch werken met alle moderne mid delen en toch geen auteur zijn. Hoe ^pwaagder de stof, te meer artiest, te meer dichter en ... denker moet de schrijver zijn. De jealiteitsuitbeeldinz heeft een grens; met enkel de dingen uitflapptn kan men niet volstaan en met 'n verstandslijn te trekken al evenmin. Er is maar dik een woord voor: men moet dichter zijn, ook in 't proza; mis-chien daar wel 't meest. En toch, deze schrijver wilde wel deugdelijk langs de hooge lijn van 't leven, maar hij speurde niet hoe diep hij door 't dal ging en in 't slik bleef steken. De oppervlakkige lezers zullen nu 't boek realistisch noemen en 't allicht veroordeelen; ze denken er dan niet aan dat er goed en . ?decht realisme bestaat, zoo iroed als goede en slechte pruimer. De schrijver zelf moest zich hiervan evenwel bewust zijn geweest en zich niet zoo liThtvaardig hebben laten gaan. Daarom kan 't oordeel hier niet zóó n verdeeld gtinetig zijn. M o n t r e u xGVAN T. K. E. DE HAAS OKKKN*, In 11 urn van Herrd. Groningen, l'. Noordhi ff In llörn van Heerd" het klinkt ouder wets gezellig. Het herinnert aan stemmen en beelden uit den tijd, toen de door Bilderdijk zoo vervloekte kacheldoozen" nog maar alieen de kamers van bevoorrechten ont sierden. Herinnert aan de breedsprakige gemoedelijkheid van typen uut Gri'nnigerland '. Aan eenvoud, die bijna synoniem wordt met achterlijkheid; aan zuinigTeiti, di^ ,,'c knifperig»;" nabijkornt; aan vrijmoedig heid, die van ruwheid r.iet ver afsraat; aan gevoeligheid, die grenst aan sentimentaliteit. En wat in de.ien de titel belooft, geeft het boek. Eealisti-che kunst de eenige. die voor schetsen en verhalen in dialect bestaanbaar is. Van de beste voor 't overige. 't Is een genot deze novellen en teekeningen te lezpjj en te herlezen, en wanneer er voor de schrijfster iets te betreuren valt, is het wel dit, dat haar lezerskring uit den aard der zaak beperkt moet blijven. Het Groning-eh, het chte Groningse!), zooals mevr. De Haas het schrijft, wordt door Outsiders niet verstaan. Een recensent over de ,.Oile Vrunden in Gri'mnigerland" een vroeger werk van de^e auteur klaagde dat hij de taal niet kon begrrpen, maar, zei bij, op amlerer oordeel afgaande, wilde hij graag gelooven, dat de stukjes mo ,i waren. Ze :ijn, mooi. All« Groningers waren het daarover eens. En die van den tweeden bundel lijken, alles in alles, cóg mtoier dan die van den e-rsten. Ddiirin geen zweern van ge/.ochtheid, van geforceerden humor: alles leven, alles natuur. Zooals ze hier worden geschilderd, zóó zijn de Betjes; zóó praten de Van Burens, als ze volk krieaen"; zóó overtroeft Hidde mien Jong Scheltje mien Wicht; ?óó vegen een paar slonzige buurvrouwen elkaar den mantel uit. Maar ook het ontroerende ontbreekt niet. Aandoenlijk is 't verhaal van Joapke Me morie, het snijdertje dat door lankmoedigheid en piëteit het hart van een astrante" schoonzuster kon vermurwen. Tragischweemoedig ook is de geschiedenis van Lotaperke en zijn tante. Doch de kroon ppant nog, in dit genre, ,,'n Lutje veur 'n Groote.' De vertelling is anders eenvoudig genoeg. De weduwe Lanting ziet er erg tegen op dat haar eenige dochter zal trouwen. Mijmerig en triest wordt ze bij het denken daaraan, al beseft ze dat ze als moeder het geluk van haar kind niet mag in den weg staan. Ook doet ze wat ze kan, dat. bét nestje van 't aanstaande paar zoo geriefeüjk mogelijk wordt ingericht (n misschien zou ze later, «a het l uwelijk, verzoend zijn geraakt met haar lot, wanneer ze toen niet vol angst den dag had te gemoet ge den dat 't zoo ver zou zijn' met Elske. Want kiek", 't is moar zoo'n tien dingtje en. moar septiel." Haar voorgevoel bedriegt haar niet. 't Jong vrouwtje staat van haar kraambed niet weer op. Voor 't kind. dat spreekt, zor^t grootmoeder zij behoeft haar schoonzoon dat niet eens te beloven. Moar o, o, nren jong, 'n lu'je veur 'n grojte dat is zoo stoer." Het is ver van my' te meeoen dat deze aanduiding der sc'hets van de kunst daarvan een denkbeeld geeft. Wie deze kunst wil genieten, moet 't verhaal lezen, lezen met aandacht en s-temming. Daarvoor is echter kennis vau het Groningsche dialect noodig, kennis die alleen te verkrijgen it door lang durig verblijf in de noordelijkste onzer proviiiciërj. Studie, in gewonen zin, is daarvoor nit-t voldoende. Er zullen trouwens weinigen zijii, die zich deze willen getroosten voor zu ke Kleinmalerei." Want Kleinmalerei" is en blijfc de dorpsnovelle. Daarom is ze rnisscl ijn niet minder, maar stellig anders dau de denkers en zwoegers van onze dagen ze verlangen. Utrecht. AV. TIK. Bibliothekea Hettinga Tromp, Gun ning, Schim v. d. JLoeff, Grundiug, e. a. Bij de tiima Biirgersdijk & Siermans te L"iden zal van 3 12 Juni a.?, een uitge brt-ide en belangwekkende boekverkooping gehouden worden. O. m. worden dan ver kocht de boekerijen van mr. T. van Hettinia Tromp, deken van de o de van advocaten te Leeuwaiden, ds. E. B Gunning, Ked. Herv. pred. te Oosthem (Friesland), voorzitter v. d. a g. synode, ds. H, P. Schim v. d. Loetf, rernonstrantsch predikant te L*iden, d . J. P. H. C. Grunding, leeraar in de klassieke letteren en geschiedenis aan het gymnasium te 's Hertogenbosch, en meerdere grootere en kleinere nalatenschappen en verzamelingen. De catalogus (pi. m 5000 ars) ?ermeldt een bijzonder rijke collectie van standaardwerken, curiosa en zeldzaamheden op het gebied der rechtsgeli erdheid en staathuishoudkunde, god geleerdheid en wijsbegeerte, geschiedenis en aardrijkskunde, vooral va ierlandsche geschie denis, waarbij o. a. een unieke verzameling zeld'-ame geschriften bet'eüenle het Nederlandache zeewezen der 17e eeuw (de Ruyter, enz.) reisbeschrijvingen, klassieke letteren, geschiedenis der oudheid, nieuw ei e taal- en letteren, (Ooatersche talen, Hoogduitsch, Ensjelsch, Noorsch, Middel- en Nieuw Nederlands,ch, Fransch, Italiaansch, en<.) kunst geschiedenis, plsatwerken. De catalogus is verkrijgbaar en wordt per post toegezonden tegen 2ó cents. De hoeken zijn te zien Vrijdag en Zaterdag 31 Mei en l Juni. Inhoud van Tijdschriften. Onze Ef.uw, ósi ah1.: Bjete, door G. F. Has pels. Kerk en Siaat in Frankrijk, door jhr. proJ. dr. B. 11. O. K. van der Wijck. Diederickstocht naar Bertat/gaUnd, een kinderspel naar oudy bronnen beA-erkt, djorprof R.C. Boer. Javanen en Bataks, door W. Meijer Ranneft. Verzen, Jjor J. van der Pant Jr. Verzeu, door LaureiiS van der Waals. Vragtn >-an 'ten Dar/, au. ft: J J. Hort', Carolus Linuaeus 23 Mei 17u7 H) Jau. 1778. G. U. Prieui, Ue nieuwere Duitsche lyriek. r. IJ. Blink, Het agrarische vraagstuk eii de Joden vervolging iu Roemenië. Prof. R"Uiberg. Z^ii er middelen ter verlenging van liet mensctielijk leven? Bitaliographie. Van maand tot maand: liet zeijU vlijden, door dr. il. Z. Binden. Het Meifeest, d >or F. W. Drijver. De Karaul'unnel nisschen Engeland en Frank rijk. Verbreiding van muskusrt-uk. Ltrensreclit, Xo. 5: Jjh. B., l Meiavond. Dr. A. J. O. Snijder, lint spiritisme tegenover de wetenschap. tmile (Juarlut, Kuinenië. P. E. van R 'nes>e. De emancipatie der vrouw en ilesoci tle evolutie. II. U n mijn dagboek. Da V i ouwen haar H ds, Ne. l: Herinnering, door Nora. O ver Grieksc-u kautwerk, door Etuilie M. F. van Kerrkhoff. Om en bij bet EageUche Home, door H. Baande la Faille. Het menu van een wetenschappelijk stand punt bekeken, d»or dr. J. Schrijver. Zomer sport, Ons rijwiel, door A. G. Z Het kraaien der hanen, door J. F. V. Levenslust, door Adelhtid C. Horch. Over relorm b'ousesen fietspakjes, do^r D.B,?Voor onze jonge meitjes-, Hoeden van papier, door Biuy Snoe Het kunstambacht voor meisjes, do ir R. W. P.de Vries Jr. LTitvo-;riD{< van onzehuissprtuk, door Ens M. Rugge. Kick wat wils. I'el-rine voor buiten. Wat men zitten leest. Ome kleeding. Nieuwe uitgaven. ? Aan onze nieuwe abonnees. Bericht over naaldwerk patronen ie dit nummer. JJe N-C'iwe Tijd, No. 5: Van een program' eisch, door mr. M. Mendels. Ons beginse. en de nieuwste taktiek, door Th. van der Waerden. Historische resulta'eu, door W. van Ravesteijn Jr. Amblenaars- en arbeiders beweging, door L. J. C. Poppe. Buitenstaan ders over vakbeweging, door D. J.Wijnkoop. De nieuwe vakvereenigingstaktiek van Kosa Luxemburg, (.slot), door H. Spiekman. Vtaan itrrn, Mei '07: Nu de avond dailt. De d aok van heil en smerte, door Hugo van Walden. De zuivere jongeling en zijne zatte moeder, door Karel v. de Woestijne. Leven en kun^t. Roman literatuur. Opvoeding. Volkskunde. Kunst. Toonkunst, No. 19: Onze mn7,iek-ren»issance en hare paedagog sche beteekenis. - - De con certen vau Beethoven in de koninklijke biblio theek te Berlijn. Niet gecomponeerde oper i's. Een brief van Verdi. - Ameri kaansch! ? «"aria. Ingezonden. Berichten en mede eelingen. Uit het vereenigingsleven. Het Tooneel, No. 19: Otlicieel. Van Riems dijk, Een paar aanieekeningen. Stellwagen Jr., Vorstenschool en de eeravond van den heer Herman Schwab, in het Grand-Tneatre. De prijsvraag van het Ned. Tooneelverbonc (afd. Amsterdam) monologenavond.?B., Amsterdamsche kroniek. Knipsels en snippers De Lerende Natuur, afl. II: De koolmees. door Jac. P. Thijsse. Wijk aan Zee, vervolg, door W. de Koning. Blaricum, vervolg, door J. Postma. Natuurgenot, vervolg, door H A. van Dam. De wilgenhoutrups, door S. Leefmans. Nederlandsche plantennamen voor algemeen gebruik, door Leonard A, Springer. Vragen en korte mededeelingen, Pro en Contra", No. 3: Evolutie, Pro: dr. P, G. Buekers. Cont ra: dr. H. Bavinck. Miütairume, No. 4: Pro: jhr. F. A. G. Beelaerts van Blokland. Contra: dr. Louis A Bühler. Orgaan van den Ne i. Bond tot bestrijding der Vivisectie, No. 11: Algemeene vergade ring. Het comitétot beperking der vivi sectie. Iets beters dan vivisectie. Een kenschetsing van vivisectieproeven. Bacte riologische proeven. Algemeene vergade ring. Oproepingsbrief. Vergadering van afdeelingen. Mededeelingen. Eigen Haard: Herwonnen, oorspronkelijke schets, door Ben-Ravo, I Nederland voor honderd jaren, door Generaal Wüppermann III, met af b. Caaolus Linnapus, 1707?1778, door dr C. K-rb"rt, met af b. Michiel Adriaenszoon de Ruyter feesten in Medan Deli, op '23 Maart 907, door E R., met af b. Mevrouw Sophie Pauwels van Biene, t met portret. Feuileton. Artis-bezo k. Vreugde in Spanje. Goede instellingen; ,Kinder enot." L^den van Bestuur, Com missie van Bijstand en Jury der Ned. Orchidophil rjc'.ub. Ernstigetheatergevaren, alles met af b. IIIIMIlmilllllllHIIIIIIHIttMIIIMHmniMMIIMIIIIIMIIIIIIlHMIIUIttl Zijde is Mode Vraagt Stalen van onze voorjaars -» zomer-nouveautés, voor costumes en blouses: Ecriizen, Taffetas lustre, Louisine, a jour, Mousseline 120c.\l. "ireed, van tic cent per meter at, in zwart. wit. ^fl'en en gfkleurd.als ook geborduurde blouses en robes in batist. Wy leveren alleen geearandeerd solide Zijde stoffen direct aan par ticulieren, franco vracht en rechten aan huis. SCHWilZ:R & Co., luzern H26. (Zw.tserland). Zijdestoffan-Export Kon. Hcfl V Echt V i c t o r i a w a t e r OBERLAHNSTEIN Echt Victoriawater OBERLAHNSTEIN «oor dni/.enden al* HET BESTE ejk.-nu/ Wie altijd versche en heerlij < smakende Groent 'n en Vruchten hebben wil, bestelle KRUMElCH's !nmaakpolien. Met metalen deksel. Van steen met zoutglazuur overtrokken. Vraagt uwen Winkelier in huishoudelijke artike!en d-t brochure: Hoe maakt me;i bet brs Fruit e,i G «enten ia", welke U graiis vonk ve strekt. En gros bij: JOX II. IA\ HUI JIHIlEï, lni(r>fuort. NEDERLANDSCHE INDUSTRIE TER'VER VAARDIG ING -VAN IEDER STUK D/1 T KRIMPT WORDT TERUWEHOMEH FABRIKANTEN VALTDN ZONEN. AMSTERDAM. Verkiygbaar bn: H. MEIJER. Hofl. Amsterdam. KI-" jH"^HnTS. Old England, Amst. ,/?<",.. Haarlem. U . H i /v' K KK Wormerveer. E'RS. Zwolle. C. X 'H<t >/, Leeuwarden. H tttlKM t VA eu n. A. "'KKRNW 4 AT. (jrumiiKeii. JÜIJUft H V F. Amsterdam May. H h', l A \r/TER. Den Haag. C' -u. il tïJÏK'ij. i i B). .V I>K LIK.MK. en KDW TROK Arnhem. Gedeponeerd Filialen: SPUI 25, VAN WOUSTRAAT S. Depots: v. Baerlestraat 38, Job. Verhulststraat 105, 1ste Const. Huvuensstraat 92, 1ste Helmersstraat 201, Nasi-aukade 304a.de Clercqstraat 8, Marnixstraat 257, Haarlem merdijk 20. Van der Hoopstraat 38, Plantage Kerklaan 15. Von Zesenstraat 29, OoMenhurgergrachtt 17, Javastr. 5 Carnperstr. 20, Weesperzijde 74, Watergraafsmeer: Breedeweg 1. FRANS JOZEF Bitterwater BOUWT te NUNSPEET o d, VELUWE. Inlicht, b/d Vereeniging Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland te Nunspeet.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl