De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 19 mei pagina 8

19 mei 1907 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR S K D K K L, A N D, 60 B. J. Moor. Van hem heeft zij comedie' leeren spelen. Veel van het buitengewoon grpote succes, dat zij gehad heeft in werken als ardou's Dora heeft zij aan zijne raad gevingen te danken. Gaarne erkende zij zelve Moor heeft mij comedie" leeren spelen. Toch was zfl nog meer verplicht aan mevr. M. J Kleine Gartman, die zy als mensch en leermeesteres boven allen hoog achtte. R. Toorop (büKrflger), een na-bescBonwing. Ik besprak de vorige keer de zwart-op-wi portretten. Ik zal nu, achtereenvolgens, be handelen wat de tentoonstelling gaf aan werk ' in olieverf etc. Uit 1885, den tijd in Londen waren hier: de Bedelares (No. 5, olieverf) en No. 63 het Dejeuner, een aquarel. De bedelares, een hoofd met een klein gedeelte van tiet lichaam, ie in een donkere kleur opeen donkeren grond geschilderd ; de aquarel, een groep personen om een tafel zittend, is door zijn witten" niet onbekoorlijk te typeeren In de Bedelares is aangeduid het tragische dat een tijd lang (en niet den slechtsten en niet den minst eenvoudigen) een van Toorop'g eigenschappen waa soms nog is. Deze eigenschap dunkt me altijd een wezenlijke trek in den van geest te heweeglijken schil der. Ze komt zuiverder voor, en met per soonlijker accent in No. 48 vervoer van een bomschuit te Katwijk aan Zee uit 1890. In deze jaren, om 90, toen Toorop in Katwijk woonde zijn een aantal teekeningen hem ge komen die het minet beïnvloed door uiter lijkheden het tragische zuiver bezaten; die een onderwerp dat zeer na aan Israëls sub jecten lag, eigen hielden ; hoewel natuurlijk een invloed van dezen en gene hierin niet Ie miskennen is De onderwerpen staan niet buiten hunnen tijd maar bevatten indi vidueels, menschelijks, in voldoende hoe veelheid. De teekeningen zyn dikwijls geken merkt door naast een donkere kleur, een krachtig, zwaar gebroken contour. Ook dit vervoer van een bomschuit" voor mij een der belangrijkste dingen van deze tentoonstel ling heeft beide eigenschappen. Het is een voorstelling van een schuit die voortgeduwd, naar zee getrokken wordt. De compositie is vol. De paarden met de dunne manen; de mannen met de lange beenen, de Toorop eigenaardige gezichten zijn donker, zwaarexpressief. Op de zee gaat een driemaster voorbij, die gansch in de stemmingen stijl ? het geheel bleef. Te betreuren il, hoewel na tuurlijk niet meer te veranderen, dat in deze dingen Toorop's genegenheid niet bleef; mij dunkt nog dat, naast sommige zijner potloodportretten, deze kant aan hem belangrijk was. De drie Bruiden" zijn uit 1893. Er. is verband met de tragiek van de Katwijksche dingen. Een vraag is of de figuren om de expressie niet te zeer on-anatomisch werden : mij dunkt ja een andere is: zy'n deze zoogenaamde symbolieke" teekeningen (alsof hij vroeger niet veel eenvoudiger, toch symbolisch was) niet eigenlijk zuiverder beschouwd als zijnde decoratief werk met soms onjuiste styleering: mij dunkt dan ook van ja. Het onderwerp der 3 bruiden is gekend, en beschreven, bekend. Het is de vrouw beschouwd als bruid, als non, en als verderf. Tusschen de figuren staan de verschillende overgangen; om ze, bij ze, de naar den aard der vrouw verschillende symbolen. De deco ratie /e lynen vin klokkeklanken, etc. steunen den bouw van het geheel ? De geluids-golven zijn aangeduid met dezelfde soort lijnen als de omtrekken van zijn figuren zijn, met zwaar gebroken gedeelten, curve en rechte lyn, maar ze zijn in deze teekening, tegenover het overige, niet zwierig en niet spannings vol genoeg tevens. Tevens zijn deze sym bolische werken waarschijnlijk aan de eene zijde te reëel nog en mocht anderszijds de bouw van een symbolisch werk niet stijl voller zijn, dat is ruimer en vaster van bouw. Uit ik meen 1896 zijn de bloemen. Uit 1898 twee beschreven portretten (zie I). Uit 1899 de gepointilleerde zee (No. 49). Het is een zee, groen, met schuimkoppen; 3 scheepjes er op. Het geheel is stijfjes, zonder lustigheid ; zonder weligheid. Daarbij heeft het schilderij voor mij de zeer hinderende fout, dat er geen rhythme is, geen schoone verhouding in de gedeelte van het schilderij die de schuim koppen zyc. Uit ditzelfde jaar 1899 is ook de teekening die nu Dorst naar rechtvaar digheid" heet. Ze is, indertijd, gereproduceerd in het tijdschrift De Tuin. Ze had toen een and'ren naam. Het stelt een aantal werk lieden voor (met de zware contouren der lijven) sommige lichaamedeelen zijn te zeer buiten het verband gekomen als vlakverdeeling is deze teekening niet het zwakst. Uit L900 ie (No/44 het portret van Elsa Luk vel en) het portret in olieverf van mevr. Bouman, ia enkelvoudige kleuren. Het geheel van dit portret is niet aangenaam. Het is te zwaar tevens is de schaduw in den hals niet vloeiend genopg van overgang naar het andere vleesch van den hals. Het is niet hier de plaats om zoo iets als pointilléen gediviseerde kleur, en den invloed van deze op het werk-van Toorop, volledig te bespreken maar meesten tijch is het blijvende in zijn werk, en het meest be^onkene niet in deze werk cijze gegroeid. Uit 1902 zijn de bespro ken kinderportretten (No. 54 en No. 61). In 1903 ontstonden, onder meer natnurlijk (Toorop is zeer productief, en een volledige lijst van zijn werk zelfs een maar eenigszins volledige zou wonder lang zijn) No. 24, No. 27 de Kruispolka en No. 29 Het schaap, etc. De Kruispolka: drie meisjes dansend, de rechtsche danst wél. Achter ze staat links Toorop's dochter vioolspelend; meer naar de diepte zijn twee figuren gezeten. De zwier van het dansen is te sterk gegeven. Het portret van den heer Hendrik Muller, een man zittend in een gelen stoel is niet zoozeer het portret van den mensch dan een vrij fleurige studie om 't licht. De No. 8, 9, 10 en 11 zijn niet belangrijk. Het zijn gediviseerde studies uit Zeeland, om Domburg heen gezien, vermoedelijk; als ook het Domburgsche Breistertje is (No. 25) en No. 28 Spelende kinderen. Het lezend en breiend meisje uit 1904 werd besproken (zie I); onbelangrijk was No 31 Moeder en kindje. De schelpendrager (No. 51) was een goed geschilderde studie van een visicher staand voor een zee; niet zoo klaar van kleur als soms een Isaac Israëls is, maar vaster van bouw dan deze laatste gemeenlijk is. Opmer kenswaard in dit aar is nog de Boonenzever, een Zeeuwsche boer bezig; een katje bij hem verder op kippen. In mijn herinnering is echter de inhoud" van het werk niet groot en de bouw van den mensch deswege niet zoo beduidend als kon. 1905. De houthakker" is een groot, gediviseerd, schilderij. Het is een Zeeuwsche boer bezig in een bosch. De beenen van den man zijn wat brokkelig"; de lijn van 't been is niet als eenheid genoeg gegeven. Tot de beste gedeelten in dit werk behooren de lucht en de hoornen daarbij. De omgehouwen stammen hebben een niet expressief zwaar contour, en het blauw kaatsend in de opgehouden bijl. is niet in harmonie, niet juist op de plek waar het zich in het schil derij bevindt. No. 3, 4 schetsen uit Zeeland. Het portret van M. T. Steijn (No. 7) is H rechts genomen. Het is niet meer een portret te noemen. Het lijkt een stroomgod". Het oog is er 't belangrijkst in. Het is te betreuren daarom, wijl de bouw van het geheel niet klein" is. Uit dit jaar is nog de Boonensnijder; de 13 teekeningen (eer krabbels) uit de Kon. Stearinefabriek; de Herdertjes die wat bekorends hebben (No. 55) door het licht en de fijnheid, en het portretje van den dichter P. C. Boutens (links profiel). Uit 1906 zijn hier een groot getal werken, waarin tevens duidelijk de overgang tot een nieuwe religie uitkomt. Zie 12, 13, 16, 20, 43. De regenboog (No. 19, waardoor Boutens een vers schreef) is een gegeven van een boer zijn zeis scherpend, rechts een boerrinnetje in een stijven stand staand. De NOS. 21, 22, 23, 36, 37, 38 (goudvisschenvijver, waar de visschen boven het water zwem men :) NOS. 39, 40, 47, 5L, zijn klein, eigenlijk niet belangrijke studies. Belangrijker is nog No. 43 de portretten van een jongen man en meisje. Uit 1907 was er een werkje No. 60 de aardappelrooiers, niet zonder in vloeden. Het schijnt me, ten slotte, toe dat ook door dit werk bewezen wordt dat daar waar Toorop het eenvoudigst en zorgzaamst werkt (zie potlood-portretten) dat hij daar het be^t is anders vaag van gedachte, en dat hij tragischer was in en tot zijn Katwijksche periode, dan nu. PLASSCHAERT. P.S. Lees in Portrettentent. II, regel 17 en 16 v. o. zachtzinnige innigheid i. pi. v. vinnigheid. Een lente in Italiëen Hellas, door dr. P. J. M. GILS, praeceptor te Rolduc. Ingenaaid ? 1.25, geb. ? 1.60. Van Langenhuijsen, Amsterdam. In Zweden Eeisherinneringen van dr J. H. GUNNING J. HZN. Ingenaaid ?3.25, geb. ?3.75. G. J. A. Kuijs, Utrecht. 1906. II. (Slot). Na de staatkundige en godsdienstige uit weidingen, waarover wij in het eerste deel onzer beschouwingen spraken, zal men den protestantschen gids gaarne volgen waar hij ons in zijn vijfde hoofdstuk Stockholm de schoone zondares'1... niet beschrijft, maar schetst, want het beschrijven, het inventariseeren laat hij terecht over aan Baedeker en andere reisboeken." Maar een schets van iemand, die een frisschen kijk op de dingen beeft en geeft, is meer waard dan een minutieuze catalogus. Verrukt mug men zyn over de heerlijke ligging van Stockholm op de groene eilanden gebouwd, zich spiege lend in 't heldere zeewater van den Miilar. Doch dan doet zich hier weer een ken merkend onderscheid voor tusschen den R. K. priester en den predikant. Terwijl de eerste ons in Florence, Home, Napels van museum tot museum voert, ons over schilder- en beeldhouwkunst, zaakkundig en met bezieling bezighoudt, mét en voor ons de Italiaansche schilders in opgewondenheid behandelt, hunne kenmerkende eigenschappen aangeeft, treft men in de Zweedsche reisherinneringen nagenoeg nietq daarover aan. Museums heb ik in Stockholm weinige of geen bezocht. Het nationale museum heb ik even doorgeloopen, maar de rijkdom aan schatten van allerlei aard ia zóó overweldigend groot, dat iemand, wiens hoofd moe was van den drukken arbeid thuis en die vooral natuur en menschen wilde genieten, zich er niet aan wagen kon, hier zich te willen oriënteeren." Bevreemdend inderdaad waar men toch msherinneringen wil geven; bevreemdend bij een man, die wetenschap, poëzie en kunst hoog wil houden en zich door zulk een uiting den naam zou kunnen verwerven: geen gevoel te hebben voor kunst. Gelukkig dat zij, die hem kennen van Dr. Gunning beter weten I Een ruime plaats (18 bladz.) daarentegen neemt de beschrijving in van de ethnographisch belangrijke Skanse" bij Stockholm; :en park waarin men het volk van Scandi naviëin zijn omgeving kan ieeren kennen: den boer in zijn woning, den Laplander op zijn hoogvlakte met zijn tenten en rendieren. Boerderijen uit alle streken verrezen er, vertegenwoordigend de provincie, die men wilde laten zien. De huizen werden ge meubeld als in de werkelijkheid. Ook planten en dieren zijn er aanwezig de rendieren soowel als de alpenkoeien, de bijenkorven zoowel als de geiten. Men krijgt er een dierentuin te zien met beeren en zeehonden, jergvossen en roofvogels. Dut is een museum waarover de Zweedsche reiziger wél met ngenomenheid spreekt, dat op den dag toen iij 't zag, een publiek van wel 50000 drank vrije bezoekers telde, een grooter getal dan wellicht het aan schilderkunst zoo rijke Nationaal Museum te Stockholm in een geheel aar trekt. De reiziger, die naar het zuiden trok, had iellas lief en het werd hem steeds dier barder bij het zien en genieten van zijn iostbare kunst-overblijfselen en van de lerinneringen uit de oudheid. De tourist die naar Zweden ging, leerde de Zweden liefhebben niet alleen door hun wonderschoone letterkunde" (waaruit Dr. 3-unning tal van gedichten weergeeft) ,,maar vooral ook door den omgang met verschillende mannen en vrouwen van dat rijkbegaafde olk." Ik voel ten volle, dat dit laatste bij Dr. Gils niet het geval kón zijn, maar ók dat 't bij Dr. Gunning zoo moest wezen, niettegenstaande hij op gezag van Dr. von ieidenstam (in een artikel: Om Svenskarnes ynne, d. i.: de aanleg van Zweden) dit volk ,de meest kosmopolitische en gemoderniseerde latie van 't Germaansche ras" noemt. In ge zellige, huiselijke omgeving opgenomen, kennismakende met tal van personen uit de bete'.e" kringen, waarmee hem zijn be trekking in aanraking bracht, moest hij wel een vriendelijken kijk op de Zweedsche wereld krijgen. Men scheidt' niet gaarne uit een omgeving' waarin men 't goed heeft, zelfs al heeft men nog den tocht naar de oude Hanze-stad Visby op Gotland in 't vooruitzicht. Dr. Gunning wilde zijn Rotterdamsjhen ambt genoot Haspels controleeren, die door Visby in zijn Skandinavische schetsen tot een zoo hooge geestdrift werd opgevoerd." Nu, 't viel gelukkig niet tegen en zoo kon dan het slot van het boek, de peroratie der zes door Dr. Gunning gehouden lezingen in den bundel samengevat,een opgewekten toon doen hooren, al behandelt 't ook een stad die voorheen zoo ontzaglijk veel meer beteekende dan tegenwoordig. Men zal dus begrepen hebben het reuzenverschil in opzet der beide boeken. Het ne: de reis naar Rome en Hellas geeft ruime beschouwingen over beeldhouw- en schilderkunst en over wetenschap. Het is geschreven door de band van een dóór-endóór katholiek man (in Italiëzelfs venijnig en fanatiek tegen het Italiaansche die ven gouvernement gestemd), een enthousiast beminnnaar en kenner van de oudheid, die weet dat zijn doel is: de wetenschappelijke bevindingen van zijn reis vast te leggen in een geschrift voor-hen die belangstellen in klassiekekurst een beperktaantal personen. Het andere: de reis in Zweden, is een boek niet van wetenschappelijke strekking. Het is een boek voor des d >miné's gemeente, voor zijn volgelingen en vereerders, die er belang in stellen, waar hun herder en leeraar zijn zomer doorbracht, toen ze hem een poos als voorganger moesten missen en toen hij verpoozing en ontspanning zocht om verloren werkkracht te herwinnen. Men proeft uit eiken regel r"en strenggeloovigen, den wel willender, den letterkundig ontwikkelden protestant en predikant, die 't geen hij zag in en hoorde van en las over 't land, dat hij bezocht, in de allereerste plaats aan zijne mede-gereformeerden wil doen kennen. Dr. Gunning noemt het boek Reisherinneringen". Men zou het eerder: Politieke, sociale en kerkelijke beschouwingen over Zweden" kunnen betitelen. Want de persoonlijke herinneringen van de reis vinden we be trekkelijk dun gezaaid te midden van den rijkdom aan stof dien het boek schenkt. Verreweg het grootste deel van het werk had ook kunnen geschreven zijn zonder de reis naar het larM waarover de besprekingen loopen. Een ander reuzenverschil zien we óók in den prijs. Hellas (270 blz.) kost ?1.25; de Zweedsche reisherinneringen (344 blz, dus slechts 74 pagina's meer) ?3.25! Het eerste mirakuleus goedkoop, zelfs nog met een paar photo's, het laatste ongemotiveerd duur. En overeenkomst tusschen de beide boeken ? Dat ze beiden geen slot hebben. De R. K. priester laat ons op het Griekse hèeiland Thera zitten: de gereformeerde predikant in Kalmar aan de Oostzee. We moeten maar zien hoe we thuis komen! Een tweede overeenkomst dat de beide boeken goed gedrukt zijn en net uitgevoerd. Een derde dat men afbeeldingen mist. De hoogst enkele p^ioto's in Hellas doen verlangen naar moei,, naar andere. Vooral naar die, welke niet zóó algemeen bekend zijn als de ons wél geschonken plaatjes van 't Erechthcion en 't Dionysustheater. Hoe welkom zouden er meerdere zijn naar 't voorbeeld van de mooie afbeelding van Thera l Die van 't Archaeologisch reisge zelschap heeft, dunkt mij, slechts waarde voor de deelnemers aan den tocht. In de Zweedsche reisherinneringen mist men de afbeeldingen geheel. Een vierde overeenkomst in beide ge schriften worden in de Hollandsche zinnen tal van Duitsche woorden onvertaald ingelascht. Waarom in Hellas gesproken van: bestimmbar, Geschaft, Politik, Ausdauer, im Freien, geprüft, uralt, eintiiglich, Schriftproben, versteinert, Regionen, Führer, gleich, bestechendes, ediert, Schifi'sgefiihr, zusammenstoszen, dunne machen, eingesperrt, Liebenswürdigkeit, e. d. wanneer men daar voor Hollandsche woorden tot zijn beschikking heeft ? Waarom in Zweden van: herablasseud, naturwüchsig, einheitlich, volksthümlich, e.d. waarvoor toch gelijkwaardige Hollandsche woorden wel te vinden waren? Ten slotte déze overeenkomst: beide boeken laten zich aangenaam lezen. De beoefenaar der klassieke oudheid zal intusschen eerder grijpen naar 't boek van Dr. Gils, een belangstellende ia eenigszins kerkelijk getinte lectuur raar Dr. Gunnings werk. L' t r e c h t. Dr. X. J. SINGELS. liiiiniiiiiiiiimiiiiiii lltllltliiiigiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiii ofna&zonb&n iiiiiiiiiiuiijfiititiiiiiiiiiiiiiimiiiMiiuiiiiiiiiiiuiiiiitii Vereenyonfligde spelling. Van de gastvrijheid der redactie mag ik geen misbruik maken. Ik bepaal me dus tot een paar opmerkingen en vragen. Aan dr. Schepers : Grammatikaal en natuurlik geslacht onatscheidelik aan elkaar koppelen?" Geen kwestie van. Wel van: belangrijke ver eenvoudiging van de geslachtsregeling van De Vr. en Te W., zoo ver mogelijk in de richting der Vereniging. Er zijn er ook die in een commissie geen dwaasheid zien. Met den grootsten eerbied noem ik den naam van prof. H. Kern, eer in hem een braaf Neder lander." Is tnen dit niet als men anders deukt over spelling regeling? (Zie 't No. van 23 Mrt.) De Woordelijst", vooral de vreemde woordenspelling, moet m. i. herzien worden. Dr. Gombault zal ik niet in zijn trant ant woorden, gedachtig aan : wie wat van een ander zegt, zegt eigenlijk iets van zich zelf." Is dr. Kollewiju geestig als hij in De Beweging van April spreekt van een De- Vries-en- teWinki liaan f Maar dr. G. ziet zelfs geestigheid in mijn lid worden van de Veren. Ook in mijn terugkomen op mijn bedanken bij den alg. sekret. na correspondentie ? Op twee punten van de elf denk ik nu anders dan voor vijfjaar; is dat dwaze veranderlijkheid, onbekookt"? Met vertrouwen noodig ik de lezers van dr. G.'s critiek uit daarnaast De mdi van Febr. te lezen. Dr. G. valt me aan, J. J. BIESING, i4tin#f/»anffel. 's GRAVENHAGE, Molenstraat SSJS'en 61. Moderne Schilderijen, Aquarellen en Gravures. MEUBEL-BAZAR, Singel 263 283, t>y de Falelmtraa*. Kantoor-Meubelen J. MEIJERINK MEIJER. Telefo«a SOOS. «U. J. O. Plein »»«, H- H Moderne Schilderijen, Aquarellen enz. ook als ik de Vereeni. tegen een ongegrond verwijt verdedig (Gids bl. 278?279). Wil ik de kinderen dichter- en redenaarstaai opdwingen ? (bl. 27G?280). Welken indruk geeft Pro (en Contra) bl. 3 omtrent de hoofdregels der Vereenv. ? Spelling is voor gans het volk en niet alleen voor kansel, balie, spreekgestoelte en Parnassus" ; ik zeg: spelling is voor ganbch het volk, ook voor kansel, enz ; wat is ruimer? Een enkele maal zijn we het eens : ook spelling onderwijs kan opvoedend werken.'J (Zie did» 289). Er staat heel wat in dr. G.'g critiek dat den leek verbijstert. De zaak is zóó : Het hoofdbestuur nam verleden jaar het besluit: geen wijziging der voorstellen meer. Daartegen ben ik zoo stout te protesteeren, vooral omdat ik het niet goed acht de spel ling in zake buiging uitsluitend naar de beschaafde spreektaal" te regelen (bl. 279 en vlg.) Evenals in woordenkeua, zinsbouw, stemmen spreek- en schrijftaal ook niet in woord vorm en geheel overeen, vormen die niet alleen in kunsttaal voorkomen en in de spraakkunst erkend dienen te worden. (Zet in de wetten altijd de gedaagde, de echtgenoot, die, enz.) In de school komt de Vereenv. niet zonder officieel verlof. (Men denke ook aan de leer middelen, het leerplan). De minister, voorgelicht door een com missie, zal dit kunnen geven aan een stelsel, dat misschien gewijzigd, toch zeker nog wel de Vereenvoudigde zal heeten, en vergenoeg den invloed van den arbeid van dr. Kollewijn zal vertoonsn, om ook zijn naam te dragen. W. H. HASSELBACH. Middelburg, 6 Mei l',»07. De eerste geneeskrachtige moflflerbron in Nederland. Geachte Redactie! De talrijke beric iten, die omtrent genezing van rheumatiek- en jichtlijders door bestanddeelen uit deze eerste modderbron in ons vaderland, tot mij kwaaien, hebben mij er toe genoopt persoonlijk een nauwkeurig onderzoek in te stellen. Ik begaf mij daartoe naar de bron, op 2 uur afstand van Brielle, gelegen in het dorp Rockanje, in een zijarm van het bekende rotsachtige, vulkanische meertje de Waal" omgeven door prachtig begroeide duinen, in de onmiddellijke nabij heid van de steeds in bloei toenemende badplaats Oostvoorne. Het bleek mij inder daad, dat reeds verschillende lijders aan rheumatiek en jicht, nu door doctoren be handeld te zijn met bestanddeelen uit ge noemde modderbron, genezing mochten erlangen, terwijl ik bovendien vernam, dat op den ,,Huize Walesteijn," gelegen vlak bij de bron, van af den Susten Mei a s. gelegen heid zal zijn voor rheumatiek- en jichtlijders om onder nauwkeurig, toezicht van een ervaren geneesheer, die van het een en ander bijzondere studie heeft gemaakt, be handeld te worden. Daar het m'n besliste overtuiging is, dat hier kwestie ia van een ernstige, weten schappelijke behandeling, heb ik het m'n plicht geacht om hieraan ruchtbaarheid te geven, te meer daar zoovelen in het buiten land zoeken, wat zij thans in ons eigen vaderland kunnen vinden. De communicatie met het vaste land is in den laatst en tijd zeer veel verbeterd, dank zij een geregeld stoombootverkeer op Brielle en het tramnet Rotterdam?Oost voorne, vermoedelijk zal Rockanje ook aan het tramnet worden verbonden. Wenscht men inlichtingen omtrent een en ander, adreseeer uw schrijven dan aan den Huize Walesteijn" te Eockanje, eiland Voorne. De geachte Redactiën van verschillende blalen in ons Vaderland worden beleefd verzocht dit schrijven in hunne kolommen op te nemen. Bij voorbaat dankt reeds De Directeur-uitgever van de Nieuwe Brieltche Courant, Brielle, Mei 1907. J. K. OVBRBEBKE. KUNSTHANDEL - - - ????? WED. G. DORENS & ZN. =-= ??-? ?-? EXPOSEERT : - - - - EOKIN 56, ORIGINEELE ETSEN EN LITHO'S VAN BAUER, DUPONT, GE. VA S ROGGEN MOULIJN, NIEUWENKAMP, WITSEN, E. A. ORIGINEELE FRANSCHE _ KLEURETSEN. ETSEN' NAAR SCHILDERIJEN VAN HOLLANDSCHE MEESTERSVAN PROF. DAK E, GR. VAN ROGGEN. E. A. t t t REPRODUCTIES PROCÉD VAN MEURS. SIMILI-AQUARELLEN, KLEURDRUKKEN, ENZ. f + t t t t t COPFNHAGEN-PORCELEIN t t f f REPRODUCTIES NAAR BEELDHOUW WERKEN t t t t t t t t t t - SPIEGELS EN ENCADREMENTEN AIAISON DROI/OT -*? -*? WKSSEB A C«. ?*-?»? * LANGE HOUT8TBAAT 7*2* - - - Den Haat; - - . - TBLBFOON UITIEBC. «74 . . GROOTSTE INRICHTING VOOE COMPLETE MEUBILEERING = IN ALLE STIJLEN = = ANTIQUITEITEN = = EIGEN MEUBELFABRIEK Een natuurgetrouw Portret V) JJ» VAUIM&W AJ \J\Jt JUJ.IAL J, fc* l naar iedere foto geschilderd, is een allerdankbaarst ge schenk voor elke gelegenh. Prijttcnurant yratift. H. BOGAERTÖ&C0, B O X T K t,. | Ion, Dtr, Fabriek van Zilverwerta, l = Ho f juwelier. i l Oudegracht E 17, Utrecht, f l -~ZEGEl,Kmr«E UT.?l Kunsthandel KR'ÜGER & 37a Noordeinde. 's-Gravenhage. IIIIIIIMIIIIIHIIIIIIIIIIIIH Permanente Tentoonstelling v: Schilderijen en Aquarellen. J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl