Historisch Archief 1877-1940
Na 1561
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
mannen zich het geld toeëigenen voor de
vrouw en het kind bestemd!
Ter tegemoetkoming aan de ziekenkassen,
die door een eenigszirs behoorlijke verzekering
van zwangereu en kraamvrouwen onevenredig
zwaar zouden worden belast, is door den
staat een subsidie te verleenen. Het alge
meen belang, dat big een goede verzorging
van de arbeidende moeder en haar kind be
trokken is, wettigt volkomen deze extra hulp
uit de rijkskas.
Als een eersten gemeenschapsplicht be
schouwt mej. fungius het om de onkosten
der kraamverzekering op te brengen door
het heffen van een omslag over de geheele
bevolking, door bijv. op elke f W van ieder
aanslagbiljet in de rijksbelasting l of 2 ets.
kraamgeld op te leggen of bij iedere trouw- of
geboorteaangifte een klein kraamgeld" in te
.«tellen, zoo zouden de overheidssubsidiën zijn
te verkrijgen. Hoe scherpzinnig ook bedacht,
lykt mij deze manier om aan debenoodigde
geldmiddelen te komen even weinig
aanbevelenswaard en practisch als het denkbeeld van
Louis Franc, die in zjjn werkje L'assurance
tnatcrnelk, een der eerste geschriften over de
moederschapsverzekering, in 1897 verschenen,
voorstelt een deel van de onkosten te vinden
uit een belasting op de ongehuwden en
kicderloozea l Een algemeene volksbelasting
zou niet alleen de moederscbapsverzekering
van haar invoering af zeer impopulair
maken, zy zou tevens onevenredig zware, ja,
niet te dragen lasten leggen op de vrouwen,
te wier behoeve zy in het leven is te roepen.
Waar voor instandhouding van leger en
vloot steeds meerdere millioenen beschikbaar
zjjn, staan andere wegen open tot het vinden
van de middelen, noodig om de gezondheid
en het leven te bevorderen van het toe
komstig geslacht onzer arbeidersbevolking.
Het is te hopen, dat het met zijn ont
moedigende gegevens zoo sterk sprekend
rapport van het Bureau voor Vrouwenarbeid
er toe bijdraagt ook in ons land meerdere
belangstelling te wekken voor het vraagstuk
der moederschaps verzekering.
Laren (N,H.), Mei 1907. H. v. D. M.
Ik heb in my'n familie een dame, die tot
voor korten tijd belast was met de leiding
van een mode-atelier. Zy' heeft aan het hoofd
gestaan van verscheidene ateliers, zoodat,
wat zij naar aanleiding van haar praktijk
mededeelt, gezegd kan worden op ondervin
ding te berusten.
In dat vak is thans sedert hoe lang
weet ik niet een wet, die verbiedt,
dat de eigenaar der zaak zijn personeel
's avonds na een bepaald uur laat werken.
Ik geloof dat om acht uur het atelier
gesloten moet worden. Niet wordt dus be
paald, dat hij zy'n personeel maar acht uur
per dag mag laten werken, doch slechts dat
om acht uur 's avonds de arbeid gestaakt
moet worden. Dit is een wet, waarover elk
menich, ze beschouwend als overgang naar
eene van verder strekking, zich zal verheugen.
Hooren we dan ook van een ondernemer
eener groote modezaak, die, zich om deze
uliliiiiiiiiiiiiilliiliHllliiiiiiiiiiimiilliliiiiiiiiiiiiiiMiiiiniiiliHHiiiiiiMli
UIT DB NATUUR
Zwaluwen.
't Begin van den zomer is de drukste tijd
voor een natuurvriend; dan is de belangstel
ling nog sty'gende, en ieder heeft, althans zoo
na en dan, een open oog voor wat er buitens
huis onder de vrijen hemel gebeurt. Dat merk
ik 't beste aan 't aantal van de doosjes,
tieschjes, briefjes, die ik om dezen tijd ont
vang. In geen enkel deel loopt 't zoo druk
met vragen van 't jaar als van half Mei tot
half Juni.
Met de meeste kom ik gauw klaar; een
naam met een byzonderheidje is gewoonlijk
alles wat verlangd wordt; soms evenwel vraagt
iemand zoo maar bij zy'n neus weg iets, waarop
'c antwoord in gien uur isaf te pennen. Dat
zoo iemand wel eens lang op bescheid moet
wachten, is te begrjjpen; toch komt het meestal
wel, al wacht ik dikwyls tot er twee of meer
vliegen in n klap zy'n te slaan. Ook nu.
Iemand wilde weten of al die verschillende
zwaluwen, die hy' ziet en hoort, n soort zy'n;
mannetjes en wijfjes by'v.; ofwel onderschei
dene soorten ; met verzoek even op te geven,
wat in dit geval van elk de kenmerken zijn
en nog veel bijzonderheden meer.
In deze week kreeg ik van een goede kennis
't verzoek zijn waarnemingen over
gierzwaluwen eens te toetsen aan my'n kennis en
litteratuur. Hij heeft er een kolonie van,
vlak o ?er 't venster van zijn studiekamertje,
en meent opgemerkt te hebben dat de man
netjes 's avonds de wy'fjes naar h u is jagen en
er daarna zelf van door gaan.
Een ander vraagt, hoe de kleine zwakke
oeverzwaluwen't klaar spelen.in den vry' harden
zandmuur van een oude schans gangen te
graven van een 2 a 3 Meter diepte.
Laat ik maar net als in een leerboekje
beginnen met te zeggen, dat er bij ons vier
soorten zwaluwen leven; eigenlijk maar drie :
de boeren-, de huis- en de oeverzwaluw ; want
de gierzwaluw wijkt al zoo ver van't
zwaluwtype af, dat de vogelkundigen hem tot een
andei geslacht rekenen. De nachtzwaluw of
geitenmelker van duin en heide, heeft met
zwaluwen alleen de naam gemeen, en de zee
zwaluw of vischduifje is een meeuw met
een zwaluwstaart; die leeft op de eilanden
en ook verder landwaarts in de moerassen en
langs rivieren.
De overige vier wonen bij ons in stad en
dorp, de oeverzwaluw alleen een eindje er
builen, waar een zandery, een veendery of
een booge berm gelegenheid biedt tot nestelen.
Hoe die nu te onderscheiden ? 'k Wou dat
't bij alle vogels zoo gemakkelijk ging. In
de vlucht zy'n ze al te herkennen. De
boerenzwaluw is de zwaluw, die komt 't meest
algemeen voor; hy' is 't, die zonder eenige
schuwheid in huizen, schuren en scholen
nestelt; hy is 't ook die een leuk kwetterig
liedje zingt, waarby' hy vliegt of op een ven
sterbank of een telegraafdraad zit; n ij heeft
ook den diepst ingesneden staart van alle vier:
de uiterste at aar t pennen zy'n by oude mannet
jes zoo lang als 't heele lichaam. Als u 't dier op
een goed plaatje ziet, treft 't u dadelyk wat
een mooi gekleurd beentje zoo'n boerenzwaluw
is; vooral de roestroode keel en 't roode
bandje oin zijn petje, steken zoo goed af
tegen 't staalblauw en wit; en dan die witte
oogen op den zwarten staart.
In de lacht en de vlucht echter ziet ge
van al dat moois maar zelden iets; alleen
's morgens bij 't krieken van den dag en ook
wet niet bekommerend en als bestond ze
niet, rijn. personeel, als vroeger, tot elf en
twaalf uur 's avonds laat werken, dan
zy'n we geneigd zoo'n onmenschely'ken man,
zooveel ah in onze macht staat, van ons
misnoegen bly'k te geven. Zoo iemand
te berichten, dat we hem voortaan onze
achting onthouden, zou de gewenschte uit
werking missen. Maar als vrouw zouden we
kunnen nalaten onze bestellingen langer bij
hem te doen, als man zouden we onzen
vronwelyken familieleden kunnen verzoeken
hun japonnen by' een humaner ondernemer
te laten maken.
Toch moet het nog al vaak voorkomen,
dat wegens overtreding der arbeidswet boeten
worden opgelegd, ook in dit vak. Wat de
zaak nog erger maakt is, dat, naar ik van
bovenbedoeld familielid hoorde, er oneindig
veel meer tegen de wet gezondigd wordt,
dan men, afgaande op het aantal processen,
zou denken. In vele (de meeste? bijna alle?
alle?) ateliers wordt er in de drukke ty'den
tegen gezondigd. Het gaat zóó. Als het acht
uur is geworden en er is nog veel werk,
dat af moet, dan moet overgewerkt. Nu is er
een wet die dit verbiedt en dus moet die
wet ontdoken worden. Het schynt, dat arbeids
inspecteurs tot een controlebezoek aan
dergely'ke inrichtingen vooral gebracht worden
door het zien branden van licht na acht
uur in het lokaal, dat zy' weten, dat als
atelier dienst doet. Als het daarom acht uur
geworden is, gaan de naaisters eenvoudig
met pak en zak verhuizen naar een kamer"
waar ze dan voor haar plezier" den arbeid
tot elf of twaalf uur 's nachts voortzetten.
Op deze wijze heeft de bedoelde wet
natunrlyk niet de weldadige gevolgen, die
de wetgever er zich van had voorgesteld.
Maar zou dan de vrees door een publiek
proces de achting zijner medemenschen,
zy'ner afneemsters vooral, te verliezen, of wat
nog erger is beboet te worden, of wat nóg
erger is n belangrijk deel zy'ner klanten
te verliezen, zou die vrees zulke slechte
ondernemers niet weerhouden de wet op
deze wy'ze te ontduiken? Het antwoord op
deze vraag zal sommigen dames, sommigen
lezeressen ook misschien, onaangenaam zy'n.
Ik hoop het.
Als we* zulke ondernemers straffen, door
hun onze bestellingen te onthouden, dan
doen we vaak, ja bijna steeds, iets
onrechtvaardigs. Want wat is onrechtvaardiger dan
onschuldigen te straffen, niet waar l Daarvoor
willen we allen ons hoeden. Welnu, niet die
slechte en inhumane ondernemers zy'n de
schuldigen, maar gij, lieve dames, bekoorlijke
lezeressen, die voor uw avondfeest van morgen
of overmorgen, voor uw pic-nic in het duin
terrein, waarby' ge een verovering hoopt te
maken door uw lieftalligheid en gracieus
toilet, eischt, dat uw japon klaar zal zijn,
ook ten koste van overwerk; gij zy't de
schuldigen, echtgenooten, zusters en dochters
van de mannen, die deze wet hebben helpen
tot stand komen; gy allen vrouwen en
meisjes, die by' het stellen uwer eischen
meent, dat ge over zulke geringe bezwaren
als het overwerk van naaisters wel kunt heen
stappen, dit niet eens bezwaren acht; gij en
niet de ondernemers, die door u genoodzaakt
worden. Terwyl gij u gereed maikt tot een
feest van glans en schittering, tot het ge
nieten, een heelen langen dag van
zonnewarmte en voorjaarsweelde, laat ge daar
meisjes en vrouwen, de bleeke gezichten
over het werk gebogen, naaien, naaien van
's morgens acht tot 'e nachts twaalf uur. Ja,
gij zy't wél de schuldigen en niet de onder
nemers.
De dame komt by de atelier-directrice en
bespreekt met haar het te maken toilet. En
wanneer moet het uiterlijk klaar zijn,
mevrouw ? O, uiterlyk Dinsdagavond juf
frouw, Woensdag moe t ik ze aan. Maar dat
gaat niet, mevrouw, dat is onmogelijk, denkt
u eens even ... ? Juffrouw ik moet de japon
per se Dinsdagavond thuis hebben. Als u
niet kunt, kunt u natuurlijk niet, maar dan
zal ik tot my'n spy't bij X moeten gaan.
Die krijgt ze zeker klaar, dat wét ik. Maar
mevrouw, zóó'n japon ken niet in twee dagen
klaar, of 'k zou een heelen nacht moeten
doorwerken. Wel, dat doen ze dan bij X
zeker ook. Nou, mevrouw, als u een
oogenbiik wacht, zal 'k er met mijnheer over
spreken. En, als de juffrouw terugkeert:
mevrouw, de japon zal Dinsdagavond thuis
bezorgd worden.
Zoo bly'kt, dat de ondernemer zijn klanten
niet verliest door het overtreden van de
arbeidswet, maar door er zich aan te houden.
En gy', feitelijk schuldigen, kunt niet voor
wenden, dat ge onbewust zondigt. Dit blijkt
ook uit het gesprek dat ik boven weergaf,
en dat een specimen is van de gesprekken,
die de directrice van elk groot atelier maar
al te vaak te voeren heeft. Neen, ge wét,
dat ge zondigt, het wordt u telkens en tel
kens door de atelier-directrices gezegd, die
wél menschen zijn en u doen weten, ten
koste van hoeveel ge mooi" en?beeldig" zijt.
En ik beloofde my'n familielid dit den
lezeressen van De Amsterdammer ook nog
eens te zeggen.
H. C. J. BlBSSBLMANN.
Den Haag. den 20sten van BI oei maan d.
later vlak bij 't nest, laten ze zich en détail
bekyken, anders hebben de dieren 't meestal
veel te druk om stil te zitten. Als 't wat
verder in den ty'd is en de jongen voor zich
zelf beginnen te zorgen, dan willen ze wel
eens voor u poseeren en hun liedje
kweelen; hetzij op een telefoonpaal, op een
schuttinghek, of op de bleek op een touw,
waarover de wasch te drogen hangt.
Wie dus een donkere zwaluw ziet vliegen
met een donkeren kop, licht alleen aan de
buikzijde, maar niet wit op den rug en met
et-n zeer die pen gegaffelden staart, weet dat
hij met een boerenzwaluw te doen heeft.
Deze soort bouwt niet vaak tegen den bui
tenkant van de huizen, meestal er binnen in,
tegen en tusschen de balken. Zoo'n nest van
een boerenzwaluw ziet er niet bijzonder net en
zindelijk uit; 't is tamelijk slordig, een los en
Amst. Huishoudschool.
In den loop van de maand Juni zal aan
de Amst. Huishoudschool, Zandpad, een
examen worden afgenomen ter verkryging
van het diploma als leerares in de huis
houdkunde.
De commissie bestaat uit: G. Meijer, voor
zitter ; T. Kruseman-Bleeker, onder-voorz.;
E. Funke; M. Lieneman; di. J. Kamminga
v. d. Meer; D. Ingerman; C. K. Koning en
A. J. Straatman, secretaris.
Het schriftelyk examen wordt gehouden
op 17 en 18 Juni, het onderzoek naar de
praktische geschiktheid als leerares voor
vaardigheidslessen op 20, 21 en 22 Juni,
voor theorielessen op 24 Juni, dat naar eigen
vaardigheid in huishoudelijke bezigheden op
20, 21 Juni, het mondeling examen op 26,
27 en 28 Jnni.
li minimin min min imiiiii inminimmi
Homespun. Nadia Soulanger. Kraste
maatregel. Een vorstelijke dieren
beschermster. Modet.
Mevrouw George W. van der Bilt tracht
het kwijnend bedrijf der spinsters in haar
mmiiiimiiiimmiiiitimmititmmmiiimuimmiimmmmittmnmn
is 't regel dat de boerenzwaluw de viezigheid
Laar buiten brengt. Veel vaker hebben de
nesten van den huigzwaluw een steuntje
noodig. Dt-ze bouwt zy'n nest aan de buiten
zijde van huizen en maakt ze van klei of
leem, of by' gebrek daaraan, van veenachtige
aarde met veel s eeksel vermengd. Hierdoor
kan 't gebeuren dat 't nest by vochtig weer
doorweekt, en bij snelle weerverandering in
droog warm weer, te snel opdroogt, daardoor
kruimelig wordten uiteen valt,of wel het heele
nest met eieren of jongen stort naar beneden,
doordat de aanhechting niet tegen weer en
wind bestand was.
Een ne t dus aan de buitenzijde onder een
dakgoot, een halve bol met een gaatje erin;
gemaakt \an klei, is duizend tegen een dat
i en huiszwaluw en niet an de boerenzwaluw.
Vliegt de vogel van 't nest en kijkt ge door
Huiszwaluw aan een poeltje, om materiaal voor 't nest te halen.
(Uit de Oe'ill. Handleiding voor Nat. Hist., Uitg. W. Versluys).
verward zoodje van stroo, halmen en aarde, van
binnen met kippeveeren beplekt. Eust het
op een balk dan liggen er vaak de harde
kluitjes aarde naast en die rollen wel eens
naar beneden ook; wat tot allerlei baker
praatjes en bygeloovigheden aanleiding heeft
gegeven. Zoo heb ik eens een boerin in allen
ernst hooren beweren, dat ze al van den zomer
geweten had, dat haar man in 't najaar zou
sterven : de zwaluw in de schuur had hem
aarde op 't bloote hoofd gegooid.
De boeren houden anders veel van zwalu
wen; 't is hun geluksvogel; niemand haalt
een zwaluwnest uit, en menigeen spijk ei t een
plank onder de kinderkamer als die geerf
vasten ondergrond heeft, en ook wel al is
de nestbodem stevig genoeg; maar dan is 't
meer om geen last te hebben van 't uitge
worpen vuil. Want ook in dit opzicht ii de
zwaluw niet alty'd zoo zindelijk als de meeste
andere insecteneters onder de vogels; toch
een bovenvenster op hem neer, dan vei toont
hij dadelijk 't onmiskenbare teeken van zijn
soort, den witten onderrug of stuit; 't is of
er een witte band om 't dier gewikkeld is
van de achterste inplanting van zijn vleugels
tot aan de staart toe.
Zingen doet de huiszwaluw heel weinig;
door een zacht gekwetter met een paar uit
halen, geeft hij by ty'd en wijle zijn tevre
denheid te kennen, behalve een paar gewone
lokroepen en alaroasignalen bestaat in dit
gekwetter zijn geheel zangkunst, terwijl de
boerenzwaluw daaromheen allerlei klank
figuren weeft.
Een nestkunstenaar mag hij heeten, een
toonkunstenaar niet, maar men kan ook niet
in alles tegelijk uitmunten. We) vliegt hij met
bijna even wonderlijke vlugge wendingen als
de boerenzwaluw. Indertijd heb ik op de
Nassaukade te Amsterdam dikwijls met ver
bazing toe gezien, hoe ze in de snelste vlucht
land te doen herleven. De bergbewoonsters
uit Asheville (Noord-Carolina); gaan een goede
toekomst te-ge moet. Niet uitsluitend voor
zich-zelf en haar gezin zullen zy' 't spinnewiel
in beweging brengen. De vlasblonde draad
met ongelooflijke snelheid door haar ge
sponnen, uitnemend geschikt voor het weven
van pnverslijtelijke stoffen, wordt begeerd
materiaal, nu mevrouw George W. van der
Bilt reeds twee licht-gele homespun" japon
nen aan haar garde-robe heeft toegevoegd.
Goed voorgaan doet goed volgen. De spin
sters uit Asheville zy'n op eens overladen
met bestellingen. Niet in loom gepeins zitten
zij neer by 't roerloos wiel; geen edelman
kwam rooven haar gemoedsrust; om te
neurieën: Meine Euh ist hin" hebben zij
gangch geen tijd. De groote dames willen
voor mevrouw van der Bilt niet onderdoen ;
ook zy' willen dezen zomer homespun"
vertoonen.
Het materiaal wordt door de rijke
Amerikaansche dames niet hooger geschat dan de
modieuse, yle, fijne, Fransche weefsels, waar
aan zij tóch de voorkeur geven; haar
welwillende bedoeling is, in navolging van
hetgeen mevrouw George van der Bilt deed,
werk verschaffen aan de vlytige, maar arme
bergbewoonsters van haar land. Een home
spun toilet kwam mevrouw van der Bilt op
25 dollars = ? 62.50. By de aanstaande
Jamestown-tentoonstelling zullen eenige
homespun japonnen worden ingezonden.
* *
*
Onder de candidaten naar den prixde Rome,
(voor muziek) is dit jaar ook een jong meisje,
Nadia Boulanger. De examens worden te
Compiègne gehouden.
* *
*
Een Draconibche maatregel is zeker, die
van het Italiaansche gouvernement omtrent
de medepassagiers van Italiaansche landver
huizers. Zijn deze aan boord van een stoom
boot onder Italiaansche vlag, dan strekt de
bepaling, geldend voor de landverhuizers, om
bij overlijden te worden in zee geworpen,
zich ook op hen uit.
Dit ondervond dezer dagen het zestienjarig
dochtertje Caofille, van mevrouw Chalmer
Preutice, uit Chicago. Deze dame werd ziek
aan boord en overleed. Hoewel zy niet aan
een besmettelijke ziekte had geleden, gelastte
de Italiaansche commissaris signor Giuseppe
Campo, dat het stoffelijk overschot van mevr.
Prentice over boord zou gezet worden.
Camille was wanhopend; zij, de kaptein,
de scheepsdokter en alle 1ste klas-passagiers
deden alles wat in hun vermogen was, den
heer Campo over te halen, om de begrafenis
van mevrouw Chalmer Prentice aan vasten
wal te doen plaats hebben. Hij liet zich niet
verbidden, en handelde volgens voorschrift
van zy'n gouvernement.
* *
*
Te Berlijn, heeft prinses Carl Anton van
Hohenzollorn, een toevluchtsoord voor zwer
vende honden doen verrijzen. Deze inrichting
komt geheel overeen met het asyl te
Battersea in Engeland, onlangs door de prinses
bezocht. Te Berly'n zooals in vele steden is
men soms ruw, en noodeloos wreed voor
daklooze viervoeters, of verdwaalde honden.
itnmmiiimnMmmiiitmnittitmMtiinntimnttnmuittimiiiitinntint
plotseling een lus sloegen in hun eigen baan,
wanneer ze het balkon van de buren afwerk
ten en daarbij letterlijk op den rug vlogen,
op 't balkon stonden bloemen en een aqua
rium; de vliegen en muggen die op 't water
en den bloemen afkwamen vormden hun
jachtbuit.
Vergeleken b'rj de gierzwaluw evenwel, zinkt
hun vliegvaardigheid in 't niet. Deze won
derlijke vogel nestelt in torens en hooge ge
bouwen; te Amsterdam b. v. op 't Paleis, 't
Ryksmuseum, den Westertoren; als er maar
nestgelegenheid is, zy'n er ook gierzwaluwen.
Die komen tusschen 2 en 7 Mei bij ons en
gaan al weer in Augustus heen; als ik na de
zomervacantie de Haarlemmerpoort weer pas
seerde, waren de gierzwaluwen, die er gere
geld nestelden, al vertrokken.
In hun driemaanden-leventje maken ze hier
anders lawaai ge
noeg ; zonder hen
zouden onze war
me zomeravonden
iets eigenaardigs
en kenmerkende
verliezen; menig
een zou in 't eerst
niet weten wat, en
later bemerken,dat
hij itqjts mist hoog
in de warme grijs
blauwe avondlucht
boven hem: het
hooge gieren van
de spelende toren
zwaluwen.
Behalve aan deze
gewoonte is de
gierzwaluw dade
lijk te kennen aan
zijn buitengewoon
lange vleugels. Dat
zijn de
traditioneele sikke s met
een dwarsstreep:
de boog met de
pijler in, waarmee
kinderen en kun
stenaars een zwa
luw suggereeren.
Over deze schreef
mijn oude kennis
A. mij, wat ik al
in 't begin gezegd
heb.
Inderdaad is 't
een feit, dat de
mannetjes van de
gierzwaluw de wijfjes tegen den nacht
naar huis jagen; de heeren verheffen zich
daarna luid joelende al hooger en hooger in
de lucht en blijven in de lucht op de wiek.
Tenminste er is geen andere verklaring voor
gevonden; ik heb 't geval zelf meer dan eens
waargenomen by nesten op een meter of vier
van den grond aan de Haarlemmerpoort; 't was
vóór de restauratie; je zag op 't laatst van de
jaagparty in elk nest een zwaluw, die reik
halzend de vliegers na keek, maar bleef waar
ze was; dat was in den maneschijn, en zoo
laag bij den grond, zonder bezwaar te zien.
Alleen weet ik met, of 't juist de wijfjes
waren, die thuis bleven; wel zaten ze in
den korten broedtijd op 't nest, maar dat
bewijst nog niets, 't kon om beurten gaan.
De witte keelvlek die bij de wijfjes onduide
lijker heet te zijn dan bij 't mannetje, kan
's vonds geen uitsluitsel geven. Ik kan
trouwens bij dag en bij opgezette exemplaren
Het prinses Carl Anton-asyl ver eent
gastvrijheid aan circa duizend zwervers. De prinses,
van geboorte een Belgische, zy is de zuster
van den Belgischen troonopvolger, bezoekt
het toevluchtsoord geregeld, en, ziet streng
toe, dat de arme dieren goed gevoed en
behandeld worden.
Deze vorstelijke dierenbeschermster zal
door menschen zonder dierenliefde allicht
een sentimenteel menech genoemd worden.
Zij zal er zich niet veel van aantiekken.
Dierenliefde en dierenbescherming moeten
noodzakelijk gekweekt worden, ter wille van
de trouwe, weerlooze dieren, n, ter wille
van den mensch zelf, want, die behoort
rekening te houden met de nooden en be
hoeften van dieren, ieder naar hun aard en
geaardheid. Die zich over een dier ontfermt,
is niet stug en hard jegens zy'n naaste;
medevoelen, medelijden openbaart een zacht,
vriendelijk gemoed.
* **
De Parijsche schouwburgbezoeksters heb
ben haar oogen uitgekeken, kort geleden, aan
het gras-groene rokje van mejuffrouw
Lantelme, en nu weer aan Réjane's pikzwarte,
lange, peau-de-Suède handschoenen l Wat
beteekenen die kraaienpooten ? I ... Zouden
zwarte handschoenen in de toekomst gedra
gen worden by' gekleede toiletten ? Die lange
scherp afstekende handschoenen werden
eenige jaren geleden zelfs by' witte toiletten
gedragen. Men vond het piquant... en
leelyk! maar, het was mode, düsl... Vanzelf
zijn die sombere handen, polsen en armen
van het modeprogramma verdwenen, en
vervangen door de verrukkelijk mooie ptau
de Suède in zeer, zeer zachte tinten. En zietl
daar verschijnt Réjane, bekend om haar
exquisen smaak, toongeefster op 't gebied
der mode, in het laatste bedrijf van het nieuwe
stuk La Clé" met somber zwarte hand
schoenen ten tooneele. Doffe hand- en
armbekleeding, somber af toonend tegen de kleu
righeid en den zwier van haar robe van
tussor-zy'de in khaki tint, gegarneerd met
weelde van kant en borduursels.
Een gril van de ondernemende artiste, of
aankondiging van een nieuw modetje ? De
Parigienne is een beetje onthutst, et ne sait
point a quoi s'en tenir.
Grooter dan ooit, is de variatie in kostbare
artistieke hoedenpennen. Zy' zy'n gaandeweg
hoedgarneericg geworden, evengoed als de
toufie bloemen, de wijd uitslaande wiekeu,
de beeldige .chiffon wirrelingen die de mo
dieuse hoeden van voren, en opzij garneeren;
ook nog van achteren, doch die mode
begint af te nemen, en zal misschien tegen
't najaar voor goed veidwynen met de korte
mouwen, die tegen dien ty'd alletn zullen
gezien worden aan diner- en baltoiletten.
CAPRICE.
* *
*
Sauce vinaigrette. Benoodigdheden: 3 d L.
olie, l dL. kruidenaziju, 3 eieren, zout, peper,
mosterd, peterselie.
Bereiding: Men hakt drie bard gekookte
eieren, benevens een eetlepel peterselie. Doe
alles in een kom. Voeg er 3 dL. olyfolie, l
dL. kruidenazyn, *A theelepel zout, een snuifje
peper en een theelepel mosterd bij. Roer
dooreen en doe het in een eauskom.
er geen voldoend kenmerk in aien. 't
zou zy'n met een net een aantal keeren een
groot deel der wyfjes in de slaap op 't nest
te vangen, dat is al is voorgesteld en ge
probeerd ook; maar ook al zonder afdoend
resultaat, als ik me goed herinner; 't gaat
zoo moeilijk en de uit-srlyke geslachtsken
merken zyn zoo onzeker by dezen vogel. Wel
is 't zoo goed als zeker, dat eiken avond
of althans ook avonden achtereen steeds
dezelfde vogel thuis moet blyven, hetzy den
man of vrouw ; dat is door meiken
aangetoont.
Dat de gierzwaluw haast onbepaalden tijd
inde lucht zwevend kan blyven, is wonderlijk;
maar niet ongelooflijk voor iemand die
maar eens zoo'n diertje levend in de hand
heeft gehad, 't Is niets dan een kopje met
vleugels en staart, het lijf is niet
noemenswaard en de pootjes evenmin. Dat zijn
vier naar voren gerichte kromme spijkertjes,
meer niet.
Dat heb ik juist bij den gierzwaluw kunnen
zien, omdat ik die bijna elk jaar levend in
handen krijg. Meestal is 't een jong, dat my
gebracht wordt, soms een oud dier. Het is
namelijk de volle waarheid, dat een gier
zwaluw, die eens op den grond ligt. niet weer
op kan komen; hij kan te goed vliegen, zijn
vleugels zijn te lang. Hij ligt machteloos en
schijnbaar geheel onderworpen in uw hand
zich schikkend in zijn lot; ge kunt hem om
en om rollen, hy' krabbelt wat met zijn
onmogely'k korte pootjes, maar kan zich niet eens
goed omkeeren. Gooit ge hem nu maar twee
meter hoog de lucht in, dan bereikt hij den
grond niet meer. Ik doe, dat altijd boven 't gras
in den tuin, omdat ik natuurlyk niet met vol
komen zekerheid weet, of 't dier geen letsel
bekomen heeft bij zijn eersten val op de aarde.
Is dat niet 't geval, dan is 't een bijzonde:
belangw-kkend schouwspel te zien, hoe de
gierzwaluw in een tuintje van een meter of
zee breedte en tien lengte een spiraal
bescirijft, waarvan de eerste winding tot op een
decimeter na de grond raak'. In de derde of
vierde kan 't beest de hoogte van de
schutt ng halen, in de tiende de toppen van de
boomen en 't dak; dan gaat 't met een gierende
vreugdeschreeuw omhoog en schiet de vogel
de wy'de luchten in.
Nu meet ik nog zeggen, waaraan de oever
zwaluw te kennen is en of by zelf inderdaad
zijn gangen graaft; dat moet ik in '* koit
doen, want ik ben deze keer al ver over mijn
maat. De oeTeriwaluw is de kleinste van onxe
zwaluwen, vaalbruin van boven, helder wit
van onder tot onder de ondersnavel; 't is bij
't vliegen een half wit half donker diertje;
wel aan 't schitterend vliegen, maar noch aan
den staart, die bijna niet gevorkt is, noch aan
de vleugels die niet bijzonder lang zijn, ziet
ge dat 't een zwaluw is.
En dit zwakke diertje graaft werkelijk zt-lf
zijn hol; met de pooten achterwaarts gaande,
gooit hy 't zand uit de holte weg en maakt
die steeds dieper. Is 't noodig, dan hakt hij
't zand of de aarde met 't sna^eltje los. Lief-»t
gebruikt hij jaar op jaar den zelfden gan^.
maar is de nestgelegen tieid niet geheel naar
zijn zin, dan verlaat hij de kolonie en soms
de buurt, om een geschikter en gemakkelijk
terrein te zoeken.
E. HEIMANS