De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 26 mei pagina 5

26 mei 1907 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1561 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. mannen zich het geld toeëigenen voor de vrouw en het kind bestemd! Ter tegemoetkoming aan de ziekenkassen, die door een eenigszirs behoorlijke verzekering van zwangereu en kraamvrouwen onevenredig zwaar zouden worden belast, is door den staat een subsidie te verleenen. Het alge meen belang, dat big een goede verzorging van de arbeidende moeder en haar kind be trokken is, wettigt volkomen deze extra hulp uit de rijkskas. Als een eersten gemeenschapsplicht be schouwt mej. fungius het om de onkosten der kraamverzekering op te brengen door het heffen van een omslag over de geheele bevolking, door bijv. op elke f W van ieder aanslagbiljet in de rijksbelasting l of 2 ets. kraamgeld op te leggen of bij iedere trouw- of geboorteaangifte een klein kraamgeld" in te .«tellen, zoo zouden de overheidssubsidiën zijn te verkrijgen. Hoe scherpzinnig ook bedacht, lykt mij deze manier om aan debenoodigde geldmiddelen te komen even weinig aanbevelenswaard en practisch als het denkbeeld van Louis Franc, die in zjjn werkje L'assurance tnatcrnelk, een der eerste geschriften over de moederschapsverzekering, in 1897 verschenen, voorstelt een deel van de onkosten te vinden uit een belasting op de ongehuwden en kicderloozea l Een algemeene volksbelasting zou niet alleen de moederscbapsverzekering van haar invoering af zeer impopulair maken, zy zou tevens onevenredig zware, ja, niet te dragen lasten leggen op de vrouwen, te wier behoeve zy in het leven is te roepen. Waar voor instandhouding van leger en vloot steeds meerdere millioenen beschikbaar zjjn, staan andere wegen open tot het vinden van de middelen, noodig om de gezondheid en het leven te bevorderen van het toe komstig geslacht onzer arbeidersbevolking. Het is te hopen, dat het met zijn ont moedigende gegevens zoo sterk sprekend rapport van het Bureau voor Vrouwenarbeid er toe bijdraagt ook in ons land meerdere belangstelling te wekken voor het vraagstuk der moederschaps verzekering. Laren (N,H.), Mei 1907. H. v. D. M. Ik heb in my'n familie een dame, die tot voor korten tijd belast was met de leiding van een mode-atelier. Zy' heeft aan het hoofd gestaan van verscheidene ateliers, zoodat, wat zij naar aanleiding van haar praktijk mededeelt, gezegd kan worden op ondervin ding te berusten. In dat vak is thans sedert hoe lang weet ik niet een wet, die verbiedt, dat de eigenaar der zaak zijn personeel 's avonds na een bepaald uur laat werken. Ik geloof dat om acht uur het atelier gesloten moet worden. Niet wordt dus be paald, dat hij zy'n personeel maar acht uur per dag mag laten werken, doch slechts dat om acht uur 's avonds de arbeid gestaakt moet worden. Dit is een wet, waarover elk menich, ze beschouwend als overgang naar eene van verder strekking, zich zal verheugen. Hooren we dan ook van een ondernemer eener groote modezaak, die, zich om deze uliliiiiiiiiiiiiilliiliHllliiiiiiiiiiimiilliliiiiiiiiiiiiiiMiiiiniiiliHHiiiiiiMli UIT DB NATUUR Zwaluwen. 't Begin van den zomer is de drukste tijd voor een natuurvriend; dan is de belangstel ling nog sty'gende, en ieder heeft, althans zoo na en dan, een open oog voor wat er buitens huis onder de vrijen hemel gebeurt. Dat merk ik 't beste aan 't aantal van de doosjes, tieschjes, briefjes, die ik om dezen tijd ont vang. In geen enkel deel loopt 't zoo druk met vragen van 't jaar als van half Mei tot half Juni. Met de meeste kom ik gauw klaar; een naam met een byzonderheidje is gewoonlijk alles wat verlangd wordt; soms evenwel vraagt iemand zoo maar bij zy'n neus weg iets, waarop 'c antwoord in gien uur isaf te pennen. Dat zoo iemand wel eens lang op bescheid moet wachten, is te begrjjpen; toch komt het meestal wel, al wacht ik dikwyls tot er twee of meer vliegen in n klap zy'n te slaan. Ook nu. Iemand wilde weten of al die verschillende zwaluwen, die hy' ziet en hoort, n soort zy'n; mannetjes en wijfjes by'v.; ofwel onderschei dene soorten ; met verzoek even op te geven, wat in dit geval van elk de kenmerken zijn en nog veel bijzonderheden meer. In deze week kreeg ik van een goede kennis 't verzoek zijn waarnemingen over gierzwaluwen eens te toetsen aan my'n kennis en litteratuur. Hij heeft er een kolonie van, vlak o ?er 't venster van zijn studiekamertje, en meent opgemerkt te hebben dat de man netjes 's avonds de wy'fjes naar h u is jagen en er daarna zelf van door gaan. Een ander vraagt, hoe de kleine zwakke oeverzwaluwen't klaar spelen.in den vry' harden zandmuur van een oude schans gangen te graven van een 2 a 3 Meter diepte. Laat ik maar net als in een leerboekje beginnen met te zeggen, dat er bij ons vier soorten zwaluwen leven; eigenlijk maar drie : de boeren-, de huis- en de oeverzwaluw ; want de gierzwaluw wijkt al zoo ver van't zwaluwtype af, dat de vogelkundigen hem tot een andei geslacht rekenen. De nachtzwaluw of geitenmelker van duin en heide, heeft met zwaluwen alleen de naam gemeen, en de zee zwaluw of vischduifje is een meeuw met een zwaluwstaart; die leeft op de eilanden en ook verder landwaarts in de moerassen en langs rivieren. De overige vier wonen bij ons in stad en dorp, de oeverzwaluw alleen een eindje er builen, waar een zandery, een veendery of een booge berm gelegenheid biedt tot nestelen. Hoe die nu te onderscheiden ? 'k Wou dat 't bij alle vogels zoo gemakkelijk ging. In de vlucht zy'n ze al te herkennen. De boerenzwaluw is de zwaluw, die komt 't meest algemeen voor; hy' is 't, die zonder eenige schuwheid in huizen, schuren en scholen nestelt; hy is 't ook die een leuk kwetterig liedje zingt, waarby' hy vliegt of op een ven sterbank of een telegraafdraad zit; n ij heeft ook den diepst ingesneden staart van alle vier: de uiterste at aar t pennen zy'n by oude mannet jes zoo lang als 't heele lichaam. Als u 't dier op een goed plaatje ziet, treft 't u dadelyk wat een mooi gekleurd beentje zoo'n boerenzwaluw is; vooral de roestroode keel en 't roode bandje oin zijn petje, steken zoo goed af tegen 't staalblauw en wit; en dan die witte oogen op den zwarten staart. In de lacht en de vlucht echter ziet ge van al dat moois maar zelden iets; alleen 's morgens bij 't krieken van den dag en ook wet niet bekommerend en als bestond ze niet, rijn. personeel, als vroeger, tot elf en twaalf uur 's avonds laat werken, dan zy'n we geneigd zoo'n onmenschely'ken man, zooveel ah in onze macht staat, van ons misnoegen bly'k te geven. Zoo iemand te berichten, dat we hem voortaan onze achting onthouden, zou de gewenschte uit werking missen. Maar als vrouw zouden we kunnen nalaten onze bestellingen langer bij hem te doen, als man zouden we onzen vronwelyken familieleden kunnen verzoeken hun japonnen by' een humaner ondernemer te laten maken. Toch moet het nog al vaak voorkomen, dat wegens overtreding der arbeidswet boeten worden opgelegd, ook in dit vak. Wat de zaak nog erger maakt is, dat, naar ik van bovenbedoeld familielid hoorde, er oneindig veel meer tegen de wet gezondigd wordt, dan men, afgaande op het aantal processen, zou denken. In vele (de meeste? bijna alle? alle?) ateliers wordt er in de drukke ty'den tegen gezondigd. Het gaat zóó. Als het acht uur is geworden en er is nog veel werk, dat af moet, dan moet overgewerkt. Nu is er een wet die dit verbiedt en dus moet die wet ontdoken worden. Het schynt, dat arbeids inspecteurs tot een controlebezoek aan dergely'ke inrichtingen vooral gebracht worden door het zien branden van licht na acht uur in het lokaal, dat zy' weten, dat als atelier dienst doet. Als het daarom acht uur geworden is, gaan de naaisters eenvoudig met pak en zak verhuizen naar een kamer" waar ze dan voor haar plezier" den arbeid tot elf of twaalf uur 's nachts voortzetten. Op deze wijze heeft de bedoelde wet natunrlyk niet de weldadige gevolgen, die de wetgever er zich van had voorgesteld. Maar zou dan de vrees door een publiek proces de achting zijner medemenschen, zy'ner afneemsters vooral, te verliezen, of wat nog erger is beboet te worden, of wat nóg erger is n belangrijk deel zy'ner klanten te verliezen, zou die vrees zulke slechte ondernemers niet weerhouden de wet op deze wy'ze te ontduiken? Het antwoord op deze vraag zal sommigen dames, sommigen lezeressen ook misschien, onaangenaam zy'n. Ik hoop het. Als we* zulke ondernemers straffen, door hun onze bestellingen te onthouden, dan doen we vaak, ja bijna steeds, iets onrechtvaardigs. Want wat is onrechtvaardiger dan onschuldigen te straffen, niet waar l Daarvoor willen we allen ons hoeden. Welnu, niet die slechte en inhumane ondernemers zy'n de schuldigen, maar gij, lieve dames, bekoorlijke lezeressen, die voor uw avondfeest van morgen of overmorgen, voor uw pic-nic in het duin terrein, waarby' ge een verovering hoopt te maken door uw lieftalligheid en gracieus toilet, eischt, dat uw japon klaar zal zijn, ook ten koste van overwerk; gij zy't de schuldigen, echtgenooten, zusters en dochters van de mannen, die deze wet hebben helpen tot stand komen; gy allen vrouwen en meisjes, die by' het stellen uwer eischen meent, dat ge over zulke geringe bezwaren als het overwerk van naaisters wel kunt heen stappen, dit niet eens bezwaren acht; gij en niet de ondernemers, die door u genoodzaakt worden. Terwyl gij u gereed maikt tot een feest van glans en schittering, tot het ge nieten, een heelen langen dag van zonnewarmte en voorjaarsweelde, laat ge daar meisjes en vrouwen, de bleeke gezichten over het werk gebogen, naaien, naaien van 's morgens acht tot 'e nachts twaalf uur. Ja, gij zy't wél de schuldigen en niet de onder nemers. De dame komt by de atelier-directrice en bespreekt met haar het te maken toilet. En wanneer moet het uiterlijk klaar zijn, mevrouw ? O, uiterlyk Dinsdagavond juf frouw, Woensdag moe t ik ze aan. Maar dat gaat niet, mevrouw, dat is onmogelijk, denkt u eens even ... ? Juffrouw ik moet de japon per se Dinsdagavond thuis hebben. Als u niet kunt, kunt u natuurlijk niet, maar dan zal ik tot my'n spy't bij X moeten gaan. Die krijgt ze zeker klaar, dat wét ik. Maar mevrouw, zóó'n japon ken niet in twee dagen klaar, of 'k zou een heelen nacht moeten doorwerken. Wel, dat doen ze dan bij X zeker ook. Nou, mevrouw, als u een oogenbiik wacht, zal 'k er met mijnheer over spreken. En, als de juffrouw terugkeert: mevrouw, de japon zal Dinsdagavond thuis bezorgd worden. Zoo bly'kt, dat de ondernemer zijn klanten niet verliest door het overtreden van de arbeidswet, maar door er zich aan te houden. En gy', feitelijk schuldigen, kunt niet voor wenden, dat ge onbewust zondigt. Dit blijkt ook uit het gesprek dat ik boven weergaf, en dat een specimen is van de gesprekken, die de directrice van elk groot atelier maar al te vaak te voeren heeft. Neen, ge wét, dat ge zondigt, het wordt u telkens en tel kens door de atelier-directrices gezegd, die wél menschen zijn en u doen weten, ten koste van hoeveel ge mooi" en?beeldig" zijt. En ik beloofde my'n familielid dit den lezeressen van De Amsterdammer ook nog eens te zeggen. H. C. J. BlBSSBLMANN. Den Haag. den 20sten van BI oei maan d. later vlak bij 't nest, laten ze zich en détail bekyken, anders hebben de dieren 't meestal veel te druk om stil te zitten. Als 't wat verder in den ty'd is en de jongen voor zich zelf beginnen te zorgen, dan willen ze wel eens voor u poseeren en hun liedje kweelen; hetzij op een telefoonpaal, op een schuttinghek, of op de bleek op een touw, waarover de wasch te drogen hangt. Wie dus een donkere zwaluw ziet vliegen met een donkeren kop, licht alleen aan de buikzijde, maar niet wit op den rug en met et-n zeer die pen gegaffelden staart, weet dat hij met een boerenzwaluw te doen heeft. Deze soort bouwt niet vaak tegen den bui tenkant van de huizen, meestal er binnen in, tegen en tusschen de balken. Zoo'n nest van een boerenzwaluw ziet er niet bijzonder net en zindelijk uit; 't is tamelijk slordig, een los en Amst. Huishoudschool. In den loop van de maand Juni zal aan de Amst. Huishoudschool, Zandpad, een examen worden afgenomen ter verkryging van het diploma als leerares in de huis houdkunde. De commissie bestaat uit: G. Meijer, voor zitter ; T. Kruseman-Bleeker, onder-voorz.; E. Funke; M. Lieneman; di. J. Kamminga v. d. Meer; D. Ingerman; C. K. Koning en A. J. Straatman, secretaris. Het schriftelyk examen wordt gehouden op 17 en 18 Juni, het onderzoek naar de praktische geschiktheid als leerares voor vaardigheidslessen op 20, 21 en 22 Juni, voor theorielessen op 24 Juni, dat naar eigen vaardigheid in huishoudelijke bezigheden op 20, 21 Juni, het mondeling examen op 26, 27 en 28 Jnni. li minimin min min imiiiii inminimmi Homespun. Nadia Soulanger. Kraste maatregel. Een vorstelijke dieren beschermster. Modet. Mevrouw George W. van der Bilt tracht het kwijnend bedrijf der spinsters in haar mmiiiimiiiimmiiiitimmititmmmiiimuimmiimmmmittmnmn is 't regel dat de boerenzwaluw de viezigheid Laar buiten brengt. Veel vaker hebben de nesten van den huigzwaluw een steuntje noodig. Dt-ze bouwt zy'n nest aan de buiten zijde van huizen en maakt ze van klei of leem, of by' gebrek daaraan, van veenachtige aarde met veel s eeksel vermengd. Hierdoor kan 't gebeuren dat 't nest by vochtig weer doorweekt, en bij snelle weerverandering in droog warm weer, te snel opdroogt, daardoor kruimelig wordten uiteen valt,of wel het heele nest met eieren of jongen stort naar beneden, doordat de aanhechting niet tegen weer en wind bestand was. Een ne t dus aan de buitenzijde onder een dakgoot, een halve bol met een gaatje erin; gemaakt \an klei, is duizend tegen een dat i en huiszwaluw en niet an de boerenzwaluw. Vliegt de vogel van 't nest en kijkt ge door Huiszwaluw aan een poeltje, om materiaal voor 't nest te halen. (Uit de Oe'ill. Handleiding voor Nat. Hist., Uitg. W. Versluys). verward zoodje van stroo, halmen en aarde, van binnen met kippeveeren beplekt. Eust het op een balk dan liggen er vaak de harde kluitjes aarde naast en die rollen wel eens naar beneden ook; wat tot allerlei baker praatjes en bygeloovigheden aanleiding heeft gegeven. Zoo heb ik eens een boerin in allen ernst hooren beweren, dat ze al van den zomer geweten had, dat haar man in 't najaar zou sterven : de zwaluw in de schuur had hem aarde op 't bloote hoofd gegooid. De boeren houden anders veel van zwalu wen; 't is hun geluksvogel; niemand haalt een zwaluwnest uit, en menigeen spijk ei t een plank onder de kinderkamer als die geerf vasten ondergrond heeft, en ook wel al is de nestbodem stevig genoeg; maar dan is 't meer om geen last te hebben van 't uitge worpen vuil. Want ook in dit opzicht ii de zwaluw niet alty'd zoo zindelijk als de meeste andere insecteneters onder de vogels; toch een bovenvenster op hem neer, dan vei toont hij dadelijk 't onmiskenbare teeken van zijn soort, den witten onderrug of stuit; 't is of er een witte band om 't dier gewikkeld is van de achterste inplanting van zijn vleugels tot aan de staart toe. Zingen doet de huiszwaluw heel weinig; door een zacht gekwetter met een paar uit halen, geeft hij by ty'd en wijle zijn tevre denheid te kennen, behalve een paar gewone lokroepen en alaroasignalen bestaat in dit gekwetter zijn geheel zangkunst, terwijl de boerenzwaluw daaromheen allerlei klank figuren weeft. Een nestkunstenaar mag hij heeten, een toonkunstenaar niet, maar men kan ook niet in alles tegelijk uitmunten. We) vliegt hij met bijna even wonderlijke vlugge wendingen als de boerenzwaluw. Indertijd heb ik op de Nassaukade te Amsterdam dikwijls met ver bazing toe gezien, hoe ze in de snelste vlucht land te doen herleven. De bergbewoonsters uit Asheville (Noord-Carolina); gaan een goede toekomst te-ge moet. Niet uitsluitend voor zich-zelf en haar gezin zullen zy' 't spinnewiel in beweging brengen. De vlasblonde draad met ongelooflijke snelheid door haar ge sponnen, uitnemend geschikt voor het weven van pnverslijtelijke stoffen, wordt begeerd materiaal, nu mevrouw George W. van der Bilt reeds twee licht-gele homespun" japon nen aan haar garde-robe heeft toegevoegd. Goed voorgaan doet goed volgen. De spin sters uit Asheville zy'n op eens overladen met bestellingen. Niet in loom gepeins zitten zij neer by 't roerloos wiel; geen edelman kwam rooven haar gemoedsrust; om te neurieën: Meine Euh ist hin" hebben zij gangch geen tijd. De groote dames willen voor mevrouw van der Bilt niet onderdoen ; ook zy' willen dezen zomer homespun" vertoonen. Het materiaal wordt door de rijke Amerikaansche dames niet hooger geschat dan de modieuse, yle, fijne, Fransche weefsels, waar aan zij tóch de voorkeur geven; haar welwillende bedoeling is, in navolging van hetgeen mevrouw George van der Bilt deed, werk verschaffen aan de vlytige, maar arme bergbewoonsters van haar land. Een home spun toilet kwam mevrouw van der Bilt op 25 dollars = ? 62.50. By de aanstaande Jamestown-tentoonstelling zullen eenige homespun japonnen worden ingezonden. * * * Onder de candidaten naar den prixde Rome, (voor muziek) is dit jaar ook een jong meisje, Nadia Boulanger. De examens worden te Compiègne gehouden. * * * Een Draconibche maatregel is zeker, die van het Italiaansche gouvernement omtrent de medepassagiers van Italiaansche landver huizers. Zijn deze aan boord van een stoom boot onder Italiaansche vlag, dan strekt de bepaling, geldend voor de landverhuizers, om bij overlijden te worden in zee geworpen, zich ook op hen uit. Dit ondervond dezer dagen het zestienjarig dochtertje Caofille, van mevrouw Chalmer Preutice, uit Chicago. Deze dame werd ziek aan boord en overleed. Hoewel zy niet aan een besmettelijke ziekte had geleden, gelastte de Italiaansche commissaris signor Giuseppe Campo, dat het stoffelijk overschot van mevr. Prentice over boord zou gezet worden. Camille was wanhopend; zij, de kaptein, de scheepsdokter en alle 1ste klas-passagiers deden alles wat in hun vermogen was, den heer Campo over te halen, om de begrafenis van mevrouw Chalmer Prentice aan vasten wal te doen plaats hebben. Hij liet zich niet verbidden, en handelde volgens voorschrift van zy'n gouvernement. * * * Te Berlijn, heeft prinses Carl Anton van Hohenzollorn, een toevluchtsoord voor zwer vende honden doen verrijzen. Deze inrichting komt geheel overeen met het asyl te Battersea in Engeland, onlangs door de prinses bezocht. Te Berly'n zooals in vele steden is men soms ruw, en noodeloos wreed voor daklooze viervoeters, of verdwaalde honden. itnmmiiimnMmmiiitmnittitmMtiinntimnttnmuittimiiiitinntint plotseling een lus sloegen in hun eigen baan, wanneer ze het balkon van de buren afwerk ten en daarbij letterlijk op den rug vlogen, op 't balkon stonden bloemen en een aqua rium; de vliegen en muggen die op 't water en den bloemen afkwamen vormden hun jachtbuit. Vergeleken b'rj de gierzwaluw evenwel, zinkt hun vliegvaardigheid in 't niet. Deze won derlijke vogel nestelt in torens en hooge ge bouwen; te Amsterdam b. v. op 't Paleis, 't Ryksmuseum, den Westertoren; als er maar nestgelegenheid is, zy'n er ook gierzwaluwen. Die komen tusschen 2 en 7 Mei bij ons en gaan al weer in Augustus heen; als ik na de zomervacantie de Haarlemmerpoort weer pas seerde, waren de gierzwaluwen, die er gere geld nestelden, al vertrokken. In hun driemaanden-leventje maken ze hier anders lawaai ge noeg ; zonder hen zouden onze war me zomeravonden iets eigenaardigs en kenmerkende verliezen; menig een zou in 't eerst niet weten wat, en later bemerken,dat hij itqjts mist hoog in de warme grijs blauwe avondlucht boven hem: het hooge gieren van de spelende toren zwaluwen. Behalve aan deze gewoonte is de gierzwaluw dade lijk te kennen aan zijn buitengewoon lange vleugels. Dat zijn de traditioneele sikke s met een dwarsstreep: de boog met de pijler in, waarmee kinderen en kun stenaars een zwa luw suggereeren. Over deze schreef mijn oude kennis A. mij, wat ik al in 't begin gezegd heb. Inderdaad is 't een feit, dat de mannetjes van de gierzwaluw de wijfjes tegen den nacht naar huis jagen; de heeren verheffen zich daarna luid joelende al hooger en hooger in de lucht en blijven in de lucht op de wiek. Tenminste er is geen andere verklaring voor gevonden; ik heb 't geval zelf meer dan eens waargenomen by nesten op een meter of vier van den grond aan de Haarlemmerpoort; 't was vóór de restauratie; je zag op 't laatst van de jaagparty in elk nest een zwaluw, die reik halzend de vliegers na keek, maar bleef waar ze was; dat was in den maneschijn, en zoo laag bij den grond, zonder bezwaar te zien. Alleen weet ik met, of 't juist de wijfjes waren, die thuis bleven; wel zaten ze in den korten broedtijd op 't nest, maar dat bewijst nog niets, 't kon om beurten gaan. De witte keelvlek die bij de wijfjes onduide lijker heet te zijn dan bij 't mannetje, kan 's vonds geen uitsluitsel geven. Ik kan trouwens bij dag en bij opgezette exemplaren Het prinses Carl Anton-asyl ver eent gastvrijheid aan circa duizend zwervers. De prinses, van geboorte een Belgische, zy is de zuster van den Belgischen troonopvolger, bezoekt het toevluchtsoord geregeld, en, ziet streng toe, dat de arme dieren goed gevoed en behandeld worden. Deze vorstelijke dierenbeschermster zal door menschen zonder dierenliefde allicht een sentimenteel menech genoemd worden. Zij zal er zich niet veel van aantiekken. Dierenliefde en dierenbescherming moeten noodzakelijk gekweekt worden, ter wille van de trouwe, weerlooze dieren, n, ter wille van den mensch zelf, want, die behoort rekening te houden met de nooden en be hoeften van dieren, ieder naar hun aard en geaardheid. Die zich over een dier ontfermt, is niet stug en hard jegens zy'n naaste; medevoelen, medelijden openbaart een zacht, vriendelijk gemoed. * ** De Parijsche schouwburgbezoeksters heb ben haar oogen uitgekeken, kort geleden, aan het gras-groene rokje van mejuffrouw Lantelme, en nu weer aan Réjane's pikzwarte, lange, peau-de-Suède handschoenen l Wat beteekenen die kraaienpooten ? I ... Zouden zwarte handschoenen in de toekomst gedra gen worden by' gekleede toiletten ? Die lange scherp afstekende handschoenen werden eenige jaren geleden zelfs by' witte toiletten gedragen. Men vond het piquant... en leelyk! maar, het was mode, düsl... Vanzelf zijn die sombere handen, polsen en armen van het modeprogramma verdwenen, en vervangen door de verrukkelijk mooie ptau de Suède in zeer, zeer zachte tinten. En zietl daar verschijnt Réjane, bekend om haar exquisen smaak, toongeefster op 't gebied der mode, in het laatste bedrijf van het nieuwe stuk La Clé" met somber zwarte hand schoenen ten tooneele. Doffe hand- en armbekleeding, somber af toonend tegen de kleu righeid en den zwier van haar robe van tussor-zy'de in khaki tint, gegarneerd met weelde van kant en borduursels. Een gril van de ondernemende artiste, of aankondiging van een nieuw modetje ? De Parigienne is een beetje onthutst, et ne sait point a quoi s'en tenir. Grooter dan ooit, is de variatie in kostbare artistieke hoedenpennen. Zy' zy'n gaandeweg hoedgarneericg geworden, evengoed als de toufie bloemen, de wijd uitslaande wiekeu, de beeldige .chiffon wirrelingen die de mo dieuse hoeden van voren, en opzij garneeren; ook nog van achteren, doch die mode begint af te nemen, en zal misschien tegen 't najaar voor goed veidwynen met de korte mouwen, die tegen dien ty'd alletn zullen gezien worden aan diner- en baltoiletten. CAPRICE. * * * Sauce vinaigrette. Benoodigdheden: 3 d L. olie, l dL. kruidenaziju, 3 eieren, zout, peper, mosterd, peterselie. Bereiding: Men hakt drie bard gekookte eieren, benevens een eetlepel peterselie. Doe alles in een kom. Voeg er 3 dL. olyfolie, l dL. kruidenazyn, *A theelepel zout, een snuifje peper en een theelepel mosterd bij. Roer dooreen en doe het in een eauskom. er geen voldoend kenmerk in aien. 't zou zy'n met een net een aantal keeren een groot deel der wyfjes in de slaap op 't nest te vangen, dat is al is voorgesteld en ge probeerd ook; maar ook al zonder afdoend resultaat, als ik me goed herinner; 't gaat zoo moeilijk en de uit-srlyke geslachtsken merken zyn zoo onzeker by dezen vogel. Wel is 't zoo goed als zeker, dat eiken avond of althans ook avonden achtereen steeds dezelfde vogel thuis moet blyven, hetzy den man of vrouw ; dat is door meiken aangetoont. Dat de gierzwaluw haast onbepaalden tijd inde lucht zwevend kan blyven, is wonderlijk; maar niet ongelooflijk voor iemand die maar eens zoo'n diertje levend in de hand heeft gehad, 't Is niets dan een kopje met vleugels en staart, het lijf is niet noemenswaard en de pootjes evenmin. Dat zijn vier naar voren gerichte kromme spijkertjes, meer niet. Dat heb ik juist bij den gierzwaluw kunnen zien, omdat ik die bijna elk jaar levend in handen krijg. Meestal is 't een jong, dat my gebracht wordt, soms een oud dier. Het is namelijk de volle waarheid, dat een gier zwaluw, die eens op den grond ligt. niet weer op kan komen; hij kan te goed vliegen, zijn vleugels zijn te lang. Hij ligt machteloos en schijnbaar geheel onderworpen in uw hand zich schikkend in zijn lot; ge kunt hem om en om rollen, hy' krabbelt wat met zijn onmogely'k korte pootjes, maar kan zich niet eens goed omkeeren. Gooit ge hem nu maar twee meter hoog de lucht in, dan bereikt hij den grond niet meer. Ik doe, dat altijd boven 't gras in den tuin, omdat ik natuurlyk niet met vol komen zekerheid weet, of 't dier geen letsel bekomen heeft bij zijn eersten val op de aarde. Is dat niet 't geval, dan is 't een bijzonde: belangw-kkend schouwspel te zien, hoe de gierzwaluw in een tuintje van een meter of zee breedte en tien lengte een spiraal bescirijft, waarvan de eerste winding tot op een decimeter na de grond raak'. In de derde of vierde kan 't beest de hoogte van de schutt ng halen, in de tiende de toppen van de boomen en 't dak; dan gaat 't met een gierende vreugdeschreeuw omhoog en schiet de vogel de wy'de luchten in. Nu meet ik nog zeggen, waaraan de oever zwaluw te kennen is en of by zelf inderdaad zijn gangen graaft; dat moet ik in '* koit doen, want ik ben deze keer al ver over mijn maat. De oeTeriwaluw is de kleinste van onxe zwaluwen, vaalbruin van boven, helder wit van onder tot onder de ondersnavel; 't is bij 't vliegen een half wit half donker diertje; wel aan 't schitterend vliegen, maar noch aan den staart, die bijna niet gevorkt is, noch aan de vleugels die niet bijzonder lang zijn, ziet ge dat 't een zwaluw is. En dit zwakke diertje graaft werkelijk zt-lf zijn hol; met de pooten achterwaarts gaande, gooit hy 't zand uit de holte weg en maakt die steeds dieper. Is 't noodig, dan hakt hij 't zand of de aarde met 't sna^eltje los. Lief-»t gebruikt hij jaar op jaar den zelfden gan^. maar is de nestgelegen tieid niet geheel naar zijn zin, dan verlaat hij de kolonie en soms de buurt, om een geschikter en gemakkelijk terrein te zoeken. E. HEIMANS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl