Historisch Archief 1877-1940
N'. 1563
DE AMSTERDAMMER
A°. 1907.
WEEKBLAD VOOE NEDEKLAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
OxxdLor redLacti© TT si n. J". DE IC O O.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam,
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
.Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. ;poat ? 1.G5
Voor Indiëper jaar, bij t-vootuilbetaling mail 10.
AfeondCTlpe Nummers-aae de*.Kiosken verkrijgbaar . .,,..?0.12'/-2
Zondag 9 Juni.
Advertentiën van l?5 regels / 1.25, elke regel meer f 0.25
Reclames per regel 0.40
Annonces uit DiiitscMand, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma
RUDOI.F MOSSE te Keulen en door alle lilialen dezer firma. De prijs per regel is 40 Pfemiig.
voor een
.?Lied ,in eden ValksiaoiV'.
..IHIIIIIIIIIIIIIII
?Ondergcteekenden, door , redactie en
uitgevers van het
weekblad,De.Amster.rfoiwBte/' uitgenoodigd om op te treden als
.commissie van beoordceliflg over de
liederen, die-zijn ingekomen <pp
de.prijsvraag .voor-«en Lied in denvVolkstoon",
meenen zich niet uitsluitend; te moeten
iteperken tot de mededeeliog aan welke
<dezer «liederen de uitgeloofde prJjaen moe
iten worden. toegekend, doch achten zich
iteve&s kvepplicht aan hun rapport eenige
ibeschoawingon vast te knoopen,over .het
gehalte .der inzendingen in het algemeen.
Het ifaeëft .dan,in hooge mate hunne
bevreemding gewekt, dat een zoo.a/bnorm
groot.aantal,inzenders geheel verstaken
'm -van zelfkritiek.
W&n de , 113 ingekomen liederen staat
\»eja?eweg,het .grootste gedeelte pp«en//oo
llaagipeil, dat de commissie zich afvroeg hoe
,het mogeiyk iis, dat lieden die zoo weinig
toegerust ,zjjn m«t de noodzakelijke, ken
nis, benoodigd^oorhet componeerfln>van
een .eenvoudig! lied, het durven wagen, aan
een dergelijken wedstrijd deel te nemen.
Er \waren ,zelfs^inzendingen ibij, .die
deden blijken, dat de componisten V(J)
niet «ens .op <fle hoogte waren ivan.de
beginselen der harmonieleer.
Da» waren er eengroot aantal liederen
bij die, nu ja, technisch wel beter -zijn
saamgeateld, .maar door gemis aan poëzie,,
een EOO .dorren -en.drogen indruk maken,
dat ze «yeneens.dadelijk ter zijde moesten
gelegd worden. .Zjjn ,die inzenders dan
zoo weinig op de .hoogte van hetgeen
in den laateten tjjd op het gebied van
het Lied in .den .volkstoon", ook in den
vreemde, y.oartgebracht wordt?
Een twimtigital .compositiën op de
113 ingekomen liederen, .voorwaar geen
rijke oogst fcon slechts in aanmerking
komen om aan .een nauwgezet vergelij
kend onderzoek onderworpen te worden.
' Daarbij wa*ea dan nog enkele
compositiën die moesten «vervallen, omdat
zij meer kinderliederen ibleken te zijn
dan liederen in den -volkstool!, en n
lied, wel zeer muzikaal .getoonzet, maar
waarvan de compoaiat iedejren versregel
therhaald had.
Onder de overblijvende lederen werd
ponder aarzeling het best gekeurd :
LENTEMOBfilEIsr,
gedicht van Th. Coopman, onier de
kenspreuk: Zoete zonne! Zoete Mei.!
?JBij opening van het verzegeld naam
briefje bleek de componist te &yn:
L. F. Brandts Bnys
te Rotterdam, aan wien dus mei
algemeene stemmen de eerste prijs werd
toegekend.
'^oor ,de toewijzing van den tweeden
en .derden prijs moest worden beraad
slaagd over drie liederen.
Aangezien deze, in muzikaal opzicht,
alle drie «ruimschoots aan behoorlijke
eiscfaen (beantwoorden, moest de commissie
van beoordeeJing zich bij haar uitspraak
laten leiden door de vraag, welke dezer
liederea practiech het meest bruikbaar
geacht kunnen tvorden.
Het is nauwelijks noodig er op ,te
wijzen, dat hiarhjj de aard van den tefcst
den doorslag moest geven.
De commissie besloot alstoen, den
tweeden prijs, eveneens met algemeene
stemmen, toe te kennen aan het lied:
LA.ET OSS GAEN NAER
,; ' BETHLEÊM,
?njt den Speelhof der liefde Godts"
(Gent 1653) onder het motto; Euphonia.
./Bij opening van het enveloppe bleek
ds componist te zijn;
: P. J. Jos. Vraiiken
te Utrecht.
De derde prijs werd, eveneens unaniem,
toegewezen aan het lied:
MANDOLINATA,
fedicht van J. D. C. van Dokkum, onder
t motto: Niemant zoo irijs, of hij kan
falen.
'De componist hiervan bleek te zijn:
; L. Adr. van Tetterode
Je Amsterdam.
Tpe commissie betreurde het dat het
derde lied nu moest wegvallen, aangezien
het, door den aard van den tekst, uit een
practisch oogpunt, mindere geschiktheid
heeft dan de bekroonde liederen om aan
bet doel der prijsvraag te beantwoorden.
Het lied heeft tot titel :
DE SAGE VAN KONING HAGEN,
gedicht van Alb. Rodenbach.
"Ware er nog een prijs beschikbaar ge
weest, zeker zou de commissie dan dit
lied daarvoor in aanmerking hebben.doen
komen.
Aangezien de uitgevers van het Week
blad de Amsterdammer .geneigd zijn uit
de niet bekroonde, maar overigens toch
wel geschikte liederen,.een keuze te doen,
wenschen zij met .de-componisten dier lie
deren, tot aankoqp .daarvan, in overleg
te treden. De ?eommissie draagt .hiertoe
voor de vplgeade liederen.:
l. De Sage va» Koning Magen. ((Albrecht
Rodenbach.) Motto:: ,?10."
2. Veel. (EL S. M. Donders.) Motto
Ja Spe."
3. Het staet <em .oasieel. ;(Pol deMont./
Motto: Eerst wiekt, dan waeght."
4. De Mulder. C?) Motto: .?Mijn her.te
draghet coen begheren."
5. Winterliedje. ;(J3e Hoog.) Motto:
A. T."
6. Het liedje camiéc:» .Smid. \(ty Motto:
Miepa Toddea."
7. Liedje. (?) Motto:: .?Werk om .te
leven, leef om te werken."
Te Meye. (C. Vosmaer.) Motto: ^Q
Sait?"
9. Jan Hen. (H. Sweertz.) Motto:
Eenvoud."
Bij enkele dezer liederen zou de com
missie echter gaarne een paar wijzigingen
aangebracht zien; zij is volgaarne bereid
i hierover van advies te dienen.
Amsterdam, Mei 1907.
De commissie van beoordeeling:
AU T. AVEEKAMP.
S. VA\ MlLLIÜEN.
DR. E. D. PIJZEL.
IIIIIMMIiniMIIMIIIIMlMMIIMUiHtJMIHIIIIIimilllllllll
INHOUD:
iErijsvraag voor een Lied in den Volks
tool" VAN VERRE EN VAN NABIJ :
?Geen leugens. De reorganisatie der
Haag«ehe «Gemeente-Bank van Leening, door C.
.iPolvliet. FEUILLETON: Milieu's. Naar
het Engelsch, van Grace Ellery Channing.
KUNST EN LETTEREN: Willem Kloos en
de laatste veertien jaren literatuurgeschie
denis, door Alex. Gutteling. VOOR DAMES:
De beweging voor Vrouwenkiesrecht in Enge
land, dooi M. E. Foster. Goede, onont
beerlijke vrouwenarbeid, D. E. A. J. AL
LEELEI, 4oor Caprice. UIT DE NATUUR,
door E. Heieaans. Lentemorgen, bekroond
lied in .den volkstooc. Gedicht van Th
Koopman. Muziek van L. F. Brants Buys.
Tentoonstelling ,der Werken van dr. P. J. II.
Cuypers, architect der Rijksmuseum-gehou
wen, (met al b.) Tentoonstelling van Ed.
Frankfort, (met afb.). Max Liebermann,
door CornelU Veth, (met portret). De
beteekenis van de Vlaamsche beweging.
FINANCIEELE ESOECONOMISCHE KRO
NIEK, door Ales. J, Hendrix en v. d. S.
Indische hero-worahip", II, door S. Kalff.
INGEZONDEN. DAMRUBRIEK.
SCHAAKSPEL. ADVERTENTIËN.
MHHIIIIHIHHIHMIIIItMHIHHIMIIIIIIlHIUIIUItlllHtlllllllllUIMIIIIIiiiHllim
Geen leugens!
De N. Bott. Ct. heeft, nu Zaaier door
ziekte verhinderd is politieke leiding aan
zijn blad te geven, een opgewonden
standje" in diens stoel gezet, dat luider
kraait, dan met de traditie van dit oud
liberaal orgaan overeenkomt.
Na den lezers te hebben voorgerekend,
dat de kansen zeldzaam schoon zijn, de
slag haast niet te verliezen is... brengt
hij hen aan het verstand, dat de liberalen
ditmaal twee tegenstanders te bestrijden
hebben.
Onze tegenpartijen." Er mag nog wel
eens met nadruk op het zooeven gebezigde
meervoudswoord worden gewezen. In 1904
hadden wij op eene enkele uitzondering na
slechts met de christelijke" coalitie te doen.
Dit jaar hebben de sociaal-democraten in
verscheidene districten candidaten gesteld.
Tot op zekere hoogte is dat niet erg. Integen
deel, wig begroeten eiken
sociaal-democratischen candidaat, die tegenover een der
onzen gesteld is, in dit opzicht met vreugde,
dat daardoor voor een ieder, die zien wil,
volmaakt duidelijk wordt, dat liberalisme en
sociaal-democratie elkaar lijnrecht bestrijden
ea niet gelijk men aan de rechterzijde
zoo dikwijls vertelt onder n dekentje
liggen. Het roode spook, waarmee men aan
de rechterzijde zoo gaarne hansworst, zal dus
gevoegelijk thuis kunneu blijven. De feiten,
die iedereen waarneemt O Centrum, dal
nog gisterenavond bijca drie kolommen
besteeddet, o in waarschijnlijk te maken dal
liberalen en socialisten eigenlijk van dezelfde
familie zijn ? laten zieh door woorden niet
wederleggen.
Dat is voor ons winst. Doch, natuurlijk,
waar wij er twee hebben te bestrijden, in
plaats 'van n, is het gevecht des te zwaarder,
Wij moeten toonen, dat wij, evenals de
Engelsche vloot, krachtig genoeg zijn, 'om
tegelijk twee tegenstanders te overwinnen
Welaan dan, met forschen moed aan het
werk. Geen vrijzinnig kiezer bly've thuis
Niet op den dag van de stemming dal
spreekt van zelf! maar ook niet in de
week, die thans voor ons ligt. Elkeen kan
ook indirect meewerken tot de victorie, door
opwekking van anderen, door aansporing,
door overreding en overtuiging,.kortom, door
de weifelaars en de onverschilligen duidelijk
te maken met een warm, teeder woord,"
gelijk De Standaard gigteravond schreef,
waar het om gaat.
Met storm pas moeten de onzen den elfden
noteer den dag goed! in dichte ge
lederen ter stembus op."
De stormpas, waarin de dichte gele
deren ter stembus" optrekken, ge
tuigt van 's mans temperament, evenals
de aankondiging van het zwaar gevecht,'
waarin de Rotterdamsche kiezers moeten
toonen, gelijk de Engelsche vloot, krach
tig genoeg te zijn (iets wat gezegde vloot
nog altijd zelf eerst te,toonen zal hebben)
om tegelijk twee tegenstanders te over
winnen. En dan de forsche moed" bij
't verkiezingewerk!
Men zou al om do wijze, waarop
dit verkiezingsalarm gemaakt wordt, ge
neigd kunnen zijn te vermoeden, dat de
held en aanvoerder der Rotterdamsche
troepen, een weinig spraakwater had ge
bruikt vóór hij zijn benden op haar
plicht wees. Maar indien zulk een
snoode verdenking reeds op
bovengenoemden grond aanwezig mocht zijn, wat
dan wel te ondersteljeji, als men hem
hoort verzekeren, dat zijn liberalen dit
maal tegen twee vijanden zullen strijden,
in plaats van ronduit te erkennen hoe,
in dezen strijd tusschen clericaal en
anticlericaal, bij de afzonderlijke
candidaatstelling der socialisten, het gemeenschap
pelijk doel, de val der clericalen, gemak
kelijker te bereiken wordt. En als men
vervolgens verneemt, dat in de eigen
candidaat-stelling der socialisten het be
wijs is geleverd, dat liberalen en socia
listen elkaar lijnrecht bestrijden",
zal het geoorloofd zijn de vraag te op
peren : hoe is het toch mogelijk dat zulk
een oppervlakkig gebabbel in een blad
als de N. lïott., en dat op zulk een ge
wichtig moment als het huidige, ver
schijnen kan. Immers in deze dagen der
Staten-verkiezing, en dan in een provincie
als Zuid-Holland, past het minder dan
ooit rumoerige praatjes te houden,
waarvan de onjuistheid door de tegen
partij zoo gemakkelijk kan worden aan
gewezen. Dit laatste heeft het Centrum
getoond, toen het schreef:
Maar welke waarde men kan hechten aan
het feit, waarop de N. S. Ct. zich beroept,
bleek o.a. twee jaren geleden, toen liberalen
en socialisten ook in verschillende districten
naast en tegenover elkaar stonden, maar ten
slotte overal broederlijk eam'enwerkten tegen
don clericaal."
In Enschede gingen de stemmen der libe
ralen ,,en bloc" over op den socialist.
In Utrecht liepen de socialisten zich, gelijk
de heer Roodhuyzèn gisteravond nog op een
verkiezingg-vergadering in Den Haag her
innerde, het vuur uit de schoenen voor jhr.
van Karnebeek.
Er is maar n vijand: het clericalisme,"
riep de heer Kuypers Zaterdag op het liberale
verbroederingsfeest te Gorinchem uit, en
niemand, die hem tegensprak.
Integendeel, gang en inhoud der offlcieele
redevoeringen waren met dat woord in de
meest volmaakte harmonie.
En waar het nu uitsluitend gaat tegen
de meerderheid der Rechterzijde in de Eerste
Kamer, is het duidelijk, dat de liberalen
daarbij de socialisten die toch óók Links
staan en óók die Rechtsche meerderheid
willen omverwerpen aan hun zijde hebben.
De feiten, die iedereen waarneemt, o Nieuwe
Rotterdamsche Courant, laten zich door woor
den niet weerleggen!"
Hetzelfde blad herhaalt hierbij wat de
heer Roodhuyzèn op de Haagsche ver
kiezingsmeeting een opponeerenden socia
list heeft toegevoegd:
Men werke dus mede in den strijd tegen
de clericalen.
Mocht er een sociaal-democraat in her
stemming komen met een dlericaal (watspr.
natuurlijk niet wenscht), dan is hy er zeker
van, dat alle liberalen zullen stemmen op
den sociaal-democraat. Bij de vorige stemming
lebben de socialisten hetzelfde gedaan; het
is dan ook nu niet de tijd de grieven tusschen
liberalen en socialisten uit te vechten, het
moet nu gaan tegen de clericalen. (Applaus}."
Dat is ten minste openhartig, zegt h
Centrum, en het behoeft geen commentaar
Inderdaad, zoo is het.
Het is ons steeds voorgekomen, da
de li oeralen, anders dan Roodhuyzèn
een zeer zwakke positie tegenover de
kerkelijken hebben ingenomen, door hun
wapenbroederschap met de socialisten, ir
anti-clericalen verkiezingsstrijd, te looche
nen, als stonden zij, door mét dezen
samen te gaan, schuldig aan de heme
weet welk delict. De ontkenning van
gemeenschappelijk hetzelfde doel te be
oogen, wordt door niemand hij behoore
tot partij of tegenpartij voor goede
munt opgenomen; ieder voelt de leugen
en juist dit leugenachtige, benadeelt de
liberale partij veel meer dan de beschul
diging van het samengaan met de socia
listen zelve. Immers dat laatste is h
natuurlijkste, het onvermijdelijkste
zich denken laat, als de strijd gevoerc
wordt tusschen kerkelijk aan de eene
en onkerkelijk aan de andere zij. Wan
neer Borgesius het een leelijke insi
nuatie" noemt, zoo men durft spreken
van zulk een wapenbroederschap, dan
mogen wij zeggen, daar is hij de bekende
groote staatsman voor, die evenwel ver
geet, dat in de politieke redenarij hem
niemand op zijn woord gelooft. En ook
nu niet; want evengoed als ieder ander
is het hem bekend, dat voor deze ge
legenheid geen geschreven bondgenoot
schap en veldslagplan behoefde ontworpen
te worden, eenvoudig omdat de
anticlericale wapenbroederschap stilzwijgenc
was aanvaard.
Waar alles wat links staat, bij deze
verkiezing, met Kuipers te Gorcum uit
roept: er is maar n vijand: het cleri
calisme", is het een pure onnoozelheid
den Rotterdammers wijs te maken: en
wij strijden tegen twee vijanden tegelijk.
Intusschen ook deze zaak heeft twee
kanten.
De liberalen zouden hunne leugen
achtigheid ten opzichte van hun samen
werken met socialisten zeker hebben
laten varen, indien de kerkelijken ook
maar eerlijk hadden willen erkennen,
dat zulk een samenwerking ook bij hei
grootste verschil van politieke richting,
niet kon uitblijven, waar de verkiezings
leus : kerkelijk of anti-kerkelijk was.
Maar in plaats van voor haar kiezers
deze zaak als de natuurlijkste ter wereld,
en ook als de onschuldigste IN
AKTICLERICALEK STRIJD te verklaren, heeft
men van rechts niet opgehouden die
samenwerking als iets monsterachtigs
voor te stellen, en met den naam sociaal
democraat te werken, om de domme
menigte schrik door de liberalen aan te
jagen, een naam zoo vol bedreiging als
voor zekere protestanten, die van Jezuïet.
Nu Roodhuyzèn een voorbeeld gaf aan
de liberalen, om de waarheid te spreken,
weshalve het Centrum hem een enfant
terrible" noemt, zou het voor de zuiver
heid der kiesmanieren van niet geringe
beteekenis zijn, als nu óók van kerkelijke
zijde eens eerlijk werd erkend, dat, in
een AXTI-CLERICALE campagne, er op een
samengaan van liberalen en socialisten,
zoomin uit een moreel als uit een logisch
oogpunt eenige aanmerking te maken viel.
Indien het geprezen voorbeeld van
Roodhuyzèn daar eens toe leidde, hoe
veel zouden kerkelijken en onkerkelijken
beide aan hem zijn verplicht.
De reorpisalie der Haagsclie Gemeente-IM
yan
Bij schrijven van l Sept, 1905 werd door
het college van B. en W. van den Haag om
onsideratie en advies in handen van com
missarissen gesteld, een motie van de Raads
leden mr. Bik, c.s. van den volgenden inhoud:
,,De Gemeenteraad besluit B. en W. uit te
noodigen om na te gaan of er aanleiding bestaat,
>innen bekwamen termijn, de reorganisatie
van de Bank van Leeuing aan commissarissen
der instelling te onderwerpen."
Was reeds geruimen tijd, zeggen commis
sarisgen in de ontwerp- regeling, bij ons de
vraag in overweging of een reorganisatie niet
wenschelijk moest worden geacht en was bet
doen van voorstellen slechts
vertraagd.doordat een wet op de Banken van Leening
aanitaande scheen, de aandrang van verschillende
zijden, gevoegd bij de zeer weinig bepaalde
oezeggingen van den Minister van
Binnenandsche Zaken dienaangaande, hebben het ons
ten slotte wenschelijk doen voorkomen, reeds
thans eene reorganisatie der inrichting voor
te dragen.
In de memorie van antwoord op de be
grooting van binnenlandsche zaken voor 1906,
zeide de minister, dat hij'zich voorstelde eene
wettelijke regeling der Banken Van Leening
ter hand te nemen.
's Ministers voorganger dr. A.Kuyper, had
de zaak krachtig opgezet en gegevens aan de
praktijk ontleend nagelaten en het mag be
vreemdend heeten, dat de behandeling van
een zóó dringend sociaal vraagstuk, op welker
oplossing nu ruim een hal re eeuw wordt
gewacht, nog steeds niet aan de orde wordt
gebiacht.
Wij hebben met het ontwerp tot reorga
nisatie der Haagsche Bank van Leening, dat
dezer dagen in den Gemeenteraad zal worden
behandeld, met genoegen kennis gemaakt;
want er is veel goeds in en de bewerkers
hebben alle eer van hun breed gedacht plan.
Wij deelen echter niet, het gevoelen van com
missarissen, dat, onder de bestaande omstan
digheden, elke Gemeentelijke Bank per se
achteruit moest gaan.
De strijd der Gemeente-Banken van Leening
tegen het particulier bedrijf is zeer moeielijk,
dank zij de verwaarloozing van een zóó
ernstigen tak van 'gRijks dienst, die de armsten
moet helpen en steunen. W;idr echter krachtig
initiatief ontstond, op goede beginselen ge
grond, w;l;ir men de zaak behandelde als in
den Haag nu en te Amsterdam reeds vroeger
en in de laatste gemeente werd bewezen, dat
de beleening van 1898 tot 1901 met 258,016
panden en ? 1,745,248 voorschot vooruitging
en de rente ontvangst 'sjaars met ?26,370
was toegenomen, en de particuliere inrichtin
gen in dat tijdperk even hard achteruit gingen,
dïiür werd getoond, dat die achteruitgang niet
een noodwendig gevolg was van den toestand.
Versterking van de Bank in-dien ttcijd, zeg
gen de Haagsche commissarissen, ia zeer
wenschelyk. Ja heeren dat is ze, maar hoe? Niet
wordt steeds de zaak zoo ernstig en met kennis
behandeld als nu ten uwent is geschied; men
durft zóó waar het de Bank van Leening
geldt. Men zie b.v. het Gemeenteblad van
1907 eens in van Amsterdam van pagina
332?343 en verbaze zich hoezeer men
dwaalde ten deze en hoe een onmo
gelijk tarief *) werd aangenomen, afwij
kende van elk principieel beginsel. Begrijpt
men wel dat het tarief de meest ingrijpende
factor is? Enfin, genoeg, we zijn nu te's Hage.
In 't kort wil ik eenige beginselen aangeven
van het Haagsch ontwerp.
De nnte zij zoo laag mogelijk.
Er werd geheven 9, 8 en 7 pCt., terwijl
men nu 8 pCt. voorstelt voor alle panden
(uitgenomen 6 pCt. op effecten en
penaioen.akten) en een klein adin. loon.
Ieder die hulp zoekt bij de inrichting eac
een pand brengt van voldoende waarde, wat
dit zij doet er niets toe, betaalt een ea
dezelfde rente van het voorschot. Effecten
en pensioenakten worden te pand geprefereerd
om de eenvond en weinige risico. Te Para's
nam die beleening sedert de invoering bij
den Mont de-Piété, 25 Juli 1891, des avan
ces sur valeurs mobilières au porteur"
voortdurend toe. In 1900 werden op 182,752
effecten, ruim 23 millioen frcs. voorgeschoten-.
Het te heffen adm. loon is voor een voor
schot van 50 tot 75 ets. l cent, klimt regel
matig op tot voor/100 ? 0.18 en verder van
elke ? 20'of gedeelte 2 cent meer.
Rente en adm. loon worden betaalt by da
lossing.
De rente wordt berekend per dag van af den
datum der beleening tot dien der lossingen
tot halve centen. Met het oog op de lage
rente en groote uitgaven die komen, had
men wel minstens een halve maand rente en
deze by hal re maanden kunnen rekenen.
Verder zy' aanbevolen de cent administraw
tief als kleinste munt te beschouwen. Voor
de kleine panden maakt dat by'na geen ver
schil en het verdient aanbeveling voor 't
enorm gemak.
Het voorschot zij zoo hoog mogelijk.
Het kleinste voorschot is ? 0.50 en een maxi
mum wordt niet aangegeven en zeer terecht.
Van flinke beleeningen moet men de winst
maken om de kleine te dekken, die bij
duizendtallen allen verlies opleveren. 8 pCt.
van ?3 gedurende 6 maanden is ?0.12 en
dat kost n pand allicht aan het bedrijf en
onder ? 3 voorschot vallen meer dan de helft
der panden.. Waarom bepaalde men het
maximum voorschot te Amsterdam op ? 500,
waar dit bij het vorig reglement ?10,000
bedroeg? Men heeft zoodoende de diamant
en juweel beleening en ook de groote
onsplitsbare panden verloren voor het bedrijf.
Men trachte een zoo hoog mogelijk voor
schot te geven door juiste taxatie, Hoe be
reikt men die? Door te zorgenvoor intelli
gente en kundige taxateurs en de juiste
prikkel om deze daarheen te drijven, De
kennis, om gouden, zilveren en met juweel
en diamant bezette voorwerpen te taxeeren,
soms niet of ook met buitenlandsche keur
merken voorden, van de truc'», waaraan
men op dit gebied bloot staat, verkrijgt men
niet zoo gemakkelijk. Oefening in de taxatie
daarvan onder erkend knappe vakmannen is
vereischte.
De prikkel bereikt men met het toekennen
van een ruim tantième,percentsgewijze van het
voorschot aan de gezamenlijke taxateurs, ieder
voor een gelijk deel en ze op dezelfde wijze
de geheele schade te doen dragen voor te
looge taxatie, blijkende uit den verkoop.
Daarom keuren wij het toekennen van een
som als schadeloosstelling hiervoor af; de
prikkel verminderd er door. Gelijk de
voordeelen en schade dragende geeft onderlinge
controle, daargelaten nog de onbillijkheid die
er in gelegen is, daar alle stadsgedeelten niet
even groote clienteele hebben en soms enorm
verschillend tautième opleveren aan den
:axateur. '
Maar 't leidt, zooals te Amsterdam is be
wezen, tot het doel, zoo groot mogelijk
voorchot en daaruit volgt het welslagen der
nstelling. ;
De toegang tot. de inrichting worde gemak
kelijker en aanlokkelijker.
*) Het tarief der te heffen rente wordt
volgens art. 27 van het reglement om d
3 jaren zoo noodig herzien.