Historisch Archief 1877-1940
DE A M i T K R D A M M E R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1CG3
Als de hulpzoekende op een half nur af
stand woont van een der kantoren, men
bsdoelt hier de luim 50 pCt. die om een
Toorschot komen van ?0.50 tot ?2.60, dan
wordt veelal het direct naby zijnd pandjeshuls
verkozen, ook al betaalt men een paar centen
yer maand of week meer. O ra nu daarin te
voorzien, bouwe men geen dure hulpbanken,
maar hure tal «in kleine hulpgelegenheden,
looals commi>aarissen dat ook wenachen, waar
«eb. ter de wetkpanden moeten kunnen blijven.
Woidt de afstand van deze filialen tot de
koof J bank te groot, dan bouwe men een
hnlpbank als nieuw centra, die dan werki
als de hoofdbank.
Om het aanlokkelijke te bevorderen voor
de 50 pCt. hulpzoekenden van een voorfchot
Tan ? 3 en hooger, dm wel een trammetje
kunnen nemen, bouwe men aan Je
hoofien hulpbanken een tweetal ka men j e?, waarin
men ongezien kan geholpen worden.
Df panden z''jn verstaan na 6 m'iandtn.
Het ontwerp zegt: Imiaers wil het
voorichot zijn gedekt, dan mag het niet hooger
34Jn dan de vermoedelijke verkoopwaarde
Tetminderd met de rente, het adm. loon en
c. q. keurloon van den waarborg.
Het verschil van de geschatte waarde en
het voorschot moet steeds mtns ens zyn, de
lente óver den vollen staautyd plus het
adm. loon en eventueel keurloon.
Doordat nu de ren'e kleiner wordt bij
fcorten staantyM, wordt dat verschil ook
kJeiner en kan men meer voorschot geven
Bg minder risico door bederf of achteruit
gang van het pand.
Men kan op grond daarvan zonder
gemaar 6/6 tot 9/10 van de geschatte waarde als
voorschot geven op goud en zilver, op de
?verige voorwerpen 3/4 tot 5/6 en op diamant
en juweel tot 3/1 der ges< halte waarde. Men
teie ie dezer zake de brochure van den direc
teur van den Mont-de-Piététe Parij?, E. Duval,
geti eld Piet sur gages', Meiun 1900.
Hen beoogt ontineltiny van tommige panden.
Te Parijs worden de beleende belden,
matrassen en het bedden goed by de beleening
entsmet in een tweetal aan het hooilgebouw
voorkomende ovens, zijn Ie groote cilinders
?waardoor stoom wordt gedreven, die wij
xagen gebruiken hetgeen ons zeer doeltreffend
TOOT kwam en aanbeveling verdient.
Hen wenscht de inrichting te maken tot een
gemeentebedrijf. .
liet bestuur zou als dan bij B. en W.
moe!en kooien en eene commissie van
bijstand zou het toezicht o?er de in
richting moeten houden en hoewel wij
dit aanbevelen, zoo komt ons voor dat de
fiaantiën der gemeente niet mogen vermengd
worden itet die van de bank van leening.
J)e pandgevers moeten de inrichting onder
kenden. Vóór- of nadeel mag de gemeente
daarvan i iet hebben. De pandgevers vormden
bet E'gen kapitaal van pl.m. ?250,000, en
consequent zou dit nn aan de gemeente komen.
De gemeente seniele, zoo noodig, gelden voor
fieftt niet hooger dan tegen 3H pCt, welke
bij kasvoorraal bDven zekere som worden
teruggebracht, maar verder ga ze niet. Winst
en verlies moet door het bedrijf worden ge
dragen, ioor bij- en afschrijving van het Eigtn
.tapilaal, en tevens vermindering of verhoo
ging van de te htfl'en uniforme rente.
Waarom de gelegenheid nitt geopend tot
ket in deposito geven van kleine sommen,
waardoor men b'y de inrichting te Parijs
tegen een rente van 2 a 2 K pCt. voorziet in
de noodde f'tnd-wn. De een leent zoodoende
. «an den anderen door tmaohenkomst der
inrichting en het geschiedt ddür
hoogsteenTondig.
Moge de verdienstelijke arbeid aan het
Hnaïsche ontwerp besteed een goei onthaal
?finden büden gemeenteraad en nv>ge dit
.«chryven eenigszins by' dragen om het
verIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllMI
MILIEU'S.
. Naar htt Engelsch,v&n GRACE ELLERY Cn AXXISG
I.
Iedereen had altijd verwacht, dat Cordelia
jchrijfster zou worden. De pen was om zoo
te zeggen een erfstuk in haar familie, en een
ITetcher was bijna synoniem met een
schrijTer. Aan die verwachting was, half onbewust,
jee Is uiting gegeven bij de doopplechtigheid,
Joen het kleine meisje den naam had ont
vangen van de stammoeder, de een paar
feuwen geleden met verscheiden andere dames
het voorrecht had gedeeld de tiende mu-.e:'
te worden betiteld. Had Cordelia een broeder
gehad, d in hal zy misfchien kunnen
pnt(inappen aan de algemeene verwachting;
maar zij bezat geen broeder. lui bovendien
?was er niets in haar temperament, dat een
ontsnapping wenschelijk maakte. Voor een
Jong meisje in een Amerikaan se t, e
universileitsstad is het even natuurlijk z^ch toe te
leggen op hoogere wiskunde eu wijsbegeerte
als het voor een ;paansch meisje is om te
flirten, en Cord-lia was in groote mate het
product van haar omgeving. Haar ou Iers
bezaten bovendien geen enkel van die
vooroordeelen, die hen de voorkeur zouden hei
ben doeu geven aan een beroemden zoon
boven een beroemde dochter, en Cordeiia's
opleiding werd van het begin af even ernstig
opgevat als het met de opleiding van
Cort)elia's broeder het geval had k'innen .zijn.
Zelfs Cordeiia's schoonheid was van een
Biu'.e-achtige soort, die zij, bijna onmerkbaar
en in al'e onschuld, nog een weinig
accenlueerde do ir haar wijze van zich te kappen
en te klee-I?n. Zj bezat dien aangeboren
goeden sinaik in kleeding, waarvan letter
kundige aanleg lang niet altijd vergezeld
gaat. Onder haar handen werd een hoed
ten koninginnekro^n en een strikje een
rustpunt voor een schildersoog.
' Dat is de artistieke aanleg in Cordelia,"
leide haar .moeder, bijna verontschuldigend.
' illea wat gewoonlijk beschouwd wordt als
e'en onderdeel van een uitstekende opvoeding
werd order Cordeiia's bereik gebracht dooi
den litfltvollen ijver van haar oul-rs. Toen
zy Jen leef t ij.l had bereikt werd zij naar
Kryn Mawr gestuurl, zooals haar broeder
naar H'arvard zou zijn g.'zond^n, terwijl haar
-sader zonder aarzelen zijn klein p
ofessorftiactement overschreed oin de uitgaven te
dekken, die bij noodzakelijk ootdeelde voor
de "ontwikkeling van den geest van etn toe-_
'iomstig auteur. Gordeli-a was geboren, toen
hij de eers'.e jeugd re.eds lang voorbij was;
bij begon te voelen, dat zijn krachten eenier j
af- dan toenamen, en al zijn hoop was
geTestig.d op de carrière van zijn dochter.
trouwen daarin te verhoogen van de leden,
die niet in de gelegi nheid waren omereenD
etudie, aan de praktyk ontleend, van te maken.
C. G. POLVLIKT.
Oud-directeur der Stads Bank van Lee,.ing
te Amsterdam.
MMiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiimiiHiiiiiiiiiuHiiuimifuiimiiiiiiiiiiiiiiimi
Willem Kloos en fle laatsle ireitiei; jaar
i.
Nieuwere LHeraluurgetcli:e'le"ie III en IV,
Amsterdam, S. L. van Looy. 1906.
Willem Kloos is ruim tun jaren lang de
kritiekschrijver geweest. Maar toen kwam er
een tijd, waarin de dichteis, ou Ier wordende
en beseffend dat, nu de eers e strijd vooibij
en gewonnen was, de eigenlijke ontwikkeling
pas beginnen kon, zich bez .nnen. Elders *)
heb ik uitvoerig aangetoond, dat Kloos, die
nitt mee wilde doen aan wat hij verstandelijk
en ondichterlijk vond, de schrijve! s in die
jaren is gaan beoordeelen naar zeer
persocn'ijke iaüchten dat h'j ijn tijd niet meer
vjlkuuien begreep. Tegenover dj bijna alge
meene geastes-openstelling voor wijsgeerige
en maa'schappelijke invloeden, beüjnde hy
zijn individualisme zoo scherp mogelijk. Toch
kon hij, toen hij ten slotte nigtnueg alleen
stond, de hoogheid van zyn vtr enzaamde
ziel niet handhaven: enke'e kort* pro;astubjes
en de scheld verzen getuigen van een irnerlijke
verwarring, dia samenging niet het aller
treurigs'.e verval vanden Nieuwen Gids. lieen
wonder, dat hij na zulke jiren, terwijl de
meeste anderen juist toen een omvorming
van hun geestelijk wezen beleefden, tegen
over die anderen nog veel vree:ndtr stond
dan te voren, en dat hij zijn vroegere plaats
als kunstreelrjier niet kon heroveren.
Deeindelooze, haast niet door te komen reeks boek
beoordeelingen, die hij sind;dien schreef,
maakt niets meer van hem dan het type
van een geheel en al persoonlijk verslaggever.
Daar er in al de je kritieken van geen
verloop of ontwikkeling sprake is, kan ik
volstaan met de volgende stellingen te ben ij
zen : de schrijver geeft ons geen voorstelling
van de besproken werken, zijn theorii en zijn
meerendeeli eindelooze herhalingen, zijn stijl
laat te wenschen over, hij prijst de onbedui
dendste schryvers , weliswaar soms wat
ironisch hy keurt alles af, of zwijgt, er an,
wat niet in zijn sfeer past, d. w. z. het voor
naamste, een zeer enkele uitzondering daar
gelaten. Voor zoover het mogelijk ia, zal ik
trachten uit deze conclusies een beeld te
vormen.
Men vergelijke di stukjes die hij over
Audró Jolles en Penning's Benjamins Ver
tellingen' schreef, met het opstel van Albert
Verwey over diezelfde boeken, die dezen toch
ook nogal vreemd waren : uit de sferen van
katholicisme ea oaderwetsche huiselijke poëzie
(?Op de Grenzen ', in de Stille Toernooien'')
Bij den laatste een zóó diep doordringen in
de bedoelingen van de d'chters, dat in"n
nauwelijks hun werk hoefc te gaan lezen
om het beter te leeren kennen, men zal het
alleen doen, als men aangelokt werd duor
het karakter ervan en door de citat_n. Dat
*) ,,De Veertien Jaar
LUeraUmree.achie?deni»" van Willem Kloos,"" in D. Bt
van Juni 1907.
Cordelia's universiteit-jaren waren ecu beslui
succes; de ernstue oplettendheid, waarmede
zij de colleges volg ie, maakte haar bemind bij
al haar docenten, en de meisjes hie'drii van
haar en bewonderden hair om haar goe len
smaak en haar handigheid in het
hoedenopmaken, gepaard met een bewonderen s
waardige vriendelijkheid. Er waren in haar
specialen kring van vriendinnen maa' zeel
weinigen, wier hoeden niet a's herboren onder
Corde ia's handen te voorschijn k «amen.
Ronduit gezegd schatte Cord lia dit talent
zoo laag, dat zij er niet het minste bezwaar
tegen had, het ten behoeve van iedereen te
gebruiken
Gedurende het laa'stejaar van haar verblijf
aan de hoogeschool begon haar vader's
gezondheil achteiuit te gaan. De doktoren
stelden een in Europa doorgebrachte yacantie
voor, en mevrouw Fletcher drong, zij het
dan ook tnet eenige aarzeling, op het plan aan.
,,[k zie er geen kam toe," antwoordde
professor Fletcher met vriendelijke waardig
heid. Wij kunnen Corde'ia op d t oogt n blik
ri'et haar s'.udie doen afbreken. Ivi natuurlijk
gaat d-* carrière van onxe docater bij ons
vóór boven alle an lere zaken."
Mevrouw Fletcher gaf toe. Als Cordelia
thuis kwam van de hoogeschool, dan
zou zij natuurlijk met schr'y'ven beginnen.
Mevrouw Fletcher sprak al over Cordelia's
werk niet een trots, die alUen maar getem
perd werl door haar langjarige bekendheid
met auteurs. Tut dien tijd wa-, het noodijg,
dat haar ou Iers zich enktle, opsieringen
getroostten; daarLa zou ailes gemakkelijker
worden.
Op deze wij ie excuseerden zij voor zich
zelf ook de tegenwoordigheid van Dick Kent
onder hun dak. Dic-5 was ten jonge man uit
N'ew tJampshire, die zijn tigen studiegeld
?had verdiend door het geven van lessen,
aangevu d met hetgeen een ondergeschikte
betrekking aan een klein dagilad hem op
leverde. Hij was een vurig lief heb oer van
geschiedenis, en door die liefde had hij zicri
aangetrokken gevoel! tot den bemiiim lijken
hoogleeraar in dat vak ; en het geld, dat hij
voor kost en inwoning betaalde, was een
groote steun geweeet voor liet kleine ge/.in.
Bovendien was er niets hin ier.ijks in dez ;n
vorm van gastvrijheid voor iemand uit
p; ofe^sorenkringen '.
aze do jhter schrijft. ooV, had mevrouw
l-'ietcher gezegi, t >eu JUek zijn enliüe in de
f.iuiilio had ge.naakf. lui L):ck bad im-t
karakteiistieke boi.dighei l g.n-ivmgd:
Wat Leeft zij gesctneven V"
Zij het f G nog niets uitgegeven," had me
vrouw Fletcher geantwoord met een z:r;hte
waaidigheid, w.aardo'ir do jonge man y.irh
g-tr<'ll'eu vee'.de. Zij is iüg iii haar laatste
studiejaar.''
O,v had Dick , geautvioo:d, eveneens 0)1
vriendelij ken toon sprekei.d.
In-deu loop der tijden hoördi hij zooveel
is juist, wat een goede kritiek wezen moet:
beoordeelde schrijver en lezer zullen op deze
manier vertrouwen hebben in den rechter,
die im-ners blijkt het werk te verstaan. De
lezer zal we'en, wat voor een boek het is en
zich aangetrokken voelen of niet. Maar wat
weet iemand van dat karakter, als hij de
besprekingen van Kloos gelezen heeft? De
eerste bevat niets anders dan een afkeurend
oordeel over Jolles' vrije verztn, zonder dat
hij iets yaa de eigenaardige fijnheid iaarvan
blijkt te beseffen. De tweede, over Penning,
noemt hem nauwelijks, vult drieën een halve
blad dj met actueele beschouwingen
entbeolieën en dan... o ja, er viel een boek te
bespreken: in een halve pagina wordt het
even geprezen, men hoore, r p welke wijze:
De dingen, die hij zegt, niet de uiterlijke
klankbeweging, maken dit boek tot wat het
iLderdaad is: zuiver-gevoelde en -gezegde
poe ie. De l.ejr Pem.ing is een dichter, niet
in schijn, door zwierende vormen, maar in
waarheid, door de (.evoelle en geziene din
gen, die hij meei-terlijk, als schoonheid zeut.
De heer Penr ing is efn krachtig en fijn
en oorspronkelijk, een waarachtig dichter,
en zijn boek moest geleden worlen. door ieder,
die inderdaul b?fchaafl denkt te zijn. Hij is
nog niet oud, maar zyn werk zal nooit en
nimmer verouderen, want echte gevoe!dhe:d
en klare ziening in vlekkelooze zegging blijft
altijd de waarde behouden, die zij liefft."
Dit is alle--. Weet gy nu, lezer, of de Ver
tellingen in Siberiëcf in China spelen?
Dit zijn geen uitzonderingen. De bef preking
van v. Eedens Enkele Verzen" wijdt zea
regels aan dien bundel en 3K pag. aan
algemeene beeehou^imen. Die van de Ver
zen van Aloert Rehtn n b'dz. aan dat
onderwerp, tn 8% aan theorieën. En zoo
faat hei telkens. Boeken en scli)ij 'ers
dienen enkel ter illustratie. Jamtner, dat
men niet eens z:en kar, wat de prentjes
eigenlijk vooretellenl NaaeEOP.g alle geschrif
ten waar Kloos zich had moeten in-werken,
in voelen, indenken, om ze te verstaan,
maakt hij met een paar vage termen af, of
hy werpt zich grimmig op kleiniuheden, aldus
weinig beantwoordende aan zijn eigen eisch
(III, bldi. G ): Ja, om degelijk te keuri-n
een ernstig boekwerk, dus de opperste uiting.
het lot inwendig harmoLi-ctie eenheid
gewordene complex van ontelbare
oogenbhkken in het leven van een voelend en dankend
ird;vidu, daarvoor moet men niet als een
kleine jongen er builen staan, en spu ven op
de muren, en schelden op het een of ander
ons juist in het oog vallend détail van 't
geheel; neen, wie een boek wil beoordeelen,
heeft het eerst te kennen, zoo goeii en zoo
grondig of hij 't zelf had gewrocht." Hij die
dit schreef, kon niet nalaten b v. Ifet leven
van Potgieter'1 van Ver wey louter ie kleinig
heden te bevitten, daargelaten, of de opmer
kingen juist waren, wat te bezien staat.
Maar, zal men zeggen, in Kloos' eerste
periode dien ien de te bespreken werken ook
som< alleen tot illustra'ie .ran theorieën. AU
die zoo nieuw en belangrijk zijn als toen,
mag dat wel. De reden, waarom wij oniaaii
de overgioote oeknoptbeil, en meer nog aan
de vaagheid en d;e bestond in het eerste
tijdperk a' heel zelden der karakteris
tieken ergeren, is vooral, dat wij na de
i>ruweljjk--aaie algemeene beschouwingen wat
steviger kost verlangen. Die theorieën zijn
meerendeels juist, maar zóó ove-bekend, dat
wij niet kunnen nalaten te glimlachen, als
Kloos beweer1^, dat ze .,nog niet zoo
heelemaal gemeen goed zijn geworden" (IV, 35).
Als za dat nog niet waren, was het zijn
sciuld tenminste niet. Wat hij hier ver
kondigt: d-) in on~en tijd algemeen geldigf,
vanzelf-sprekfnde opvatting, dat zielloos rijm
en maal geknutsel geen p< x.ie is, hetfc nij,
met de overeenkomstige theorie, dat kunst
over Cordrtiii's thtrskomst, dat hij met een
zekeie belangstelling die gebeu teidj tege
moet zag. En nu was Corde ia thi i< gekomen.
) n terwijl zy' aan tafel zaten, keek hij haar
aan met onverholen nieuwsgierigheid.
Ik weet niet waarom," -iacbt hij, maar
ik tia-I haar mij heel anders voorgestel i,"
en hij keek meer dan eens.
Na het eten liepen zij samen rond dcor
den tuin.
Waarom schrijft ge eigenlijk :" vroeg Dick.
Cordelia keek hem een oogenblik zwijgend
aan. Waarom schrijft gij?" vroeg zij toen.
Dick lachte Wel, ik moet mijn brood
verdientn. .. ."
Ik ook," zeide Cordelia kalm.
I'Jn dan ben ik om zoo te zeggen van
zelf in de schrijverij terecht gekomen", legde
Dick uit. Toen ik nog thuU wa; en g^.d
moest gaan verdienen, heb ik tegelijk werk
gemaakt ?an et'ii baan'je, bij een hoefsmid
en van een by' een drukker. En ik kreeg
het drukkersbaantje. Daarna heb ik adver
tenties gecorrigeerd voor een klein
dorpskran'je, en ben ik verslaggever geweest in
de stad. Ik veronderstel, dat ik een soort
van aangeboren neiging voor het vak heb,
en een man miet toch wat doen.'
E-n mei-je ook", zeide Cordelia
Dic'< peinsde een oogenblik over dit voor
hem nieu ve standpunt.
U'at zijt ge van plan te schrijven'1? vroeg hij.
Cordelia bloosde van ergernis. Daarover
praat ik liever niet,'', xeide zij op koelen tooi'.
Xj wist zeer goe,l, wat zij van plan win
te schrijven, en dat wa-i heel wat anders
dan advertenties of reporters^ erk.
Vindt ge niei". zeide zij op
nadenkenden toon, dat zulk gemengd soort wei k een
nadeelitren invloed heeft op iemands stijl?"
'?'dr', antw jordvle Dic-c eipgeruinnl,
,,voorloopig heb ik nog geen stij', die b.ing hoi f:
te zijn voor nadeeligo invoed"n; ik h f b
nooit tij l gehad er een aau te kwieken.
Te ien dit ik vijftig ben zal ik er mij mis
schien wel eens op kunnen gaan toeleggen;
maar in de eerste tien of vijf r ie :i jaar «i! ik
waarschijnlijk dankbaar moeten zijn voor e ke
kans crn, op welke wij/.e dan ook, tes.:lir[ ven."
Cor h-iia keek den j miren m ui ernstig a ui.
M .ui r g-? nv.-t toch ook iets voelen vo ir
de kunst,'' zeide zij. Hebt ge in 'l g"hee'
g en letterkundig'/ ambitie.-, of plannen?'
Dirk schopte pein-.end een paar
kie-.elsiern'jes -,oor zi h u,!.
Jiwel - -" gaf hij toe. dat mi-e' '?]: -.-.?:.
Eu-?v, e', ik weet niet. of _'e dit
;ei!>-rkui;diire ambitie zuU noemen of ii'u-t, m ar
ik zou e.'g j;ra:i-^ eens een stukje léven-I^
geschiedeLi-i willen .schrijven. M:s-eLiei .;al
ik het op den duur nog wel z > > ver !>ren,."T'ii;
ik rul tenmii^te zoular.g il< hef mijn !-e-t
er \o,)r \!,!t:u.''' Hij kn.-k Cord.-lia -n,-tig
aan, ../Cu;t ge ik iie ) zoon gi'^ote !le-,\
jiideriii.g voor het wei k van uw va h-r, i<
geloof, dat ik hem meer, bewonder lau iemand
niet uit woorden be-taat, maar verklankte
werkelijkheid is, zoo herhaaldelijk in zijn
latere kronieken uitgeplozen, dat ik werkt lijk
de hersen-gesteldheid niet begrijp van
menschen die dat allijd maar geduldig aanhooren.
Men vergelijke, als men er lust in heeft, de
volgende plaatsen: Deel III, pag. £8, 89. 16'',
1(16, 179, 187, 22(i, 234; Deel IV, pag. 22, 28,
55, enz. enz.
Geen wonder dat de stijl (niet hetzelfde,
zooals wij van Kloos leerden, als uiterlijke
schrijfioutim) niet schitterend is in desa
opstellen. Zeide Walter Pater nit-t, dat het
hebbeu van een s'ijl niets anders is dan het
bf heerschen van een onuitputtelijk-r ijk onder
werp? Op de theorieën, die in de eigenlijke
Nieuwe-Gidsjaren nieuw, frisch en krachtig
levend warer, kan men niet zijn heele leven
lang teren, tenzij men, daarvan uitgaande,
zijn kennis uitbreidt over allerlei literatuien.
En daarvan is in deze boeken geen spoor :
de belezenheid erin is niets grooter dan die
uit de Veertien Jaar" b ijkt. Een enkel
voorbeeld van stij l-verbastering wil ik aan
halen, op gevaar af, dat men mij nu ook
van détail-bespuwing zal beschuldigen. Maar
het zou imners niet anders dan door tallooze
cilwt'-n (waarvoor mijn bestek :e koit is en
d:e de lezers allicht zouden verveli-n) te re
wij en zijn, dat Kloos' schrijfwijze telkens
hakkeligen gemanierd, en do jrloopend on
"eerkracbtijr, is geworden. Maar dat hij dit
zinne je h-eeft durven uitgeven, ze^t toch al
veel, dunkt mij : Epische en ook dramatische
werken komen als om stiijd van de wentelende
persen, en breken, gespoord en gelaarsd, zich
baan in hoofden en harten van-bet te lang
rerds met buitenlandsche schoonheid zijn
geest, verzadigend Holland-ch publiek." Gfc'en
wonder, dat het publiek buitenlandsche
schojnheid" boven zulke hardvoetigbeid ver
kiest.Kloos is, zooals ik zeide, het (j-pe van een
geheel en al persoonlijk verslaggever" gewor
den. Uit het voorgaande volgt dit nog niet
noodzakelijk. Zijn theorieën zijn nog meeren
deels de onze, en zelfs aeei't hij de ttarre
eenzijdiiheiil die ik in het eind van de Veer ien
Jaar" aantoonde, in theorie prijsgegeven.
Maar zijn eenzijd gheid in de torpa-si <g weid
er niet minder om. Hij verklaart,
cursiveerend n"g al. in don Nieuwen G di van Sept.
19t>6 : My hebben niet h't minste bezwaar, wij
koexteren geen enkel vooroordeel legen welk on
defwerp Ier wtre'.d ook in ile- dichtkunst, indien
d ,i omlerwerp maar goede poëz e is kunnen
irordfii, doordat de behandelaar e'n diep voelend
dicht'r waa. Toch stelt hij zich vijandig tegen
bijna alle bezielde ideeënkunst van dezen ti;d,
of zwijgt ervan, wat dea te vreemder is,
doordat hy in zyn sfeer (die van enkel per
soonlijke emotie) de nietigste m;d
lelmatigheden buitensporig prij,-t. Laten wij die lof
tuiüngen etrst eens nader beschouwen.
Het proza laat ik buiten beschouwing, of
schoon het mij voorkomt, dat Kloos ook
daarin soms wat overdadig mild is met zijn
bewondering. Maar depiëde! Dena
sveGczoile en (JUa Kitsch! hetfc hij in hun
beteekei is erkend, zeker, en Boutens, en anderen
wier kunst van de zijne niet al te zeer ver
schilde, ma^.r worden deze juiste appreciaties
niet bedorven door de ophemelarij van on
beduidende of slechte ptöten als G. C. van
't Hoog, Frans BiStiaanse, J. B. Schepers, J.
H. de Veer, C. S Ada'na van Scheltema, en
anderen, met geheel onvoldoende vertalers
als dr. Chaiilet?
M«n hoore hem over den laatste, die een
onleesbaar-nuchtere maakwerk-verta'ing van
den Aei eis uitgaf: ,,De zacht vastberaden0,
kalm wijde to in, de van-zicb-zelf-zekere,
boogstille convictie, de precies juiste
samenkloppirg van de uiterlijke zegging door het
ihythmitch-beeldende woord met de innerlijke
hoog-gevoelde geestesbedoelinp, de
waarachanders, dien ik ooit gezien heb ; als ik ooit
iets kan bereiken, dat maar half zoo goed
is als zijn werk...."
Cordeiia knikte; zij oo'i bewonlsrde haar
vadei's werk tot op zekere hoogte.
De jonge man keek naar Cordelia, zooals
zij daar kalm eu rustig, met de los gevou
wen handen voor zich, in het maanlicht
stond.
Gij moest eigenly'k verzen schrijven,"
zeide hij.
Cordelia b'oosde voor de tweede maal.
Zij kon hem niet vertellen, dat dit een van
de dingen was, die zij van plan was te dien.
Cordeiia's thuiskomst werd, wonderbaarlijk
genoeg, langzamerhand iets heel gewoons,
zoodat Dick zich soms in verbazing afvroeg,
hoe het o )it gewoon had kunnen zijn, dat
zij er niet was Zinder aanmatiging, maar
a's iets geheel van- :elf sprekends, nam zij
de eerste pliats in den kleinen kring in
b'blag. Cordeiia's opinie weid door allen
eerbiedig aangehoord. De fijne scherpte van
haar kritiek gaf Dick somtijds een gevoel
van bes-chroomheid, maar Cordelia was niet
beMthroomd in haar kritieken. Haar- kalm
zich-gelijk- voelen met de groote en be
roemde doeden vervulde hem met sti Ie
vtr'<R:ïng, terwijl haar kalm zich
g--iijl:vüL-len met de nauwelijks minder be
roemde, levenden, die in ue natuurlijke
ordii van hei urüversiteitsle ,'en haar geleerdm
v.'ider kwamen bezoeken, hom een
grootej ma:e van af.unst inb "jezemde. H ij /elf gevo l ie
j ziih in hun tetinnwoord gheid bevangen
door al d*.1 verlammende beSk'hroom'iiieid van
onervaren, onrijpe j"U>.:d. ma; r Corde.'ia
gedro-g /ich a'.-of zij een dr-r hunnen wa-.
liet v, a-; waar, d.it zij haar boek n >g niet
| 1-a l g-sehrevei), maar zij was van plan het
[ te doen, en voor Cordelia «as vojrnemen
en u'-tvoeriiig -''ii. Tot nu ton h: d v ij altijd
pieiies dit-'ene tredaan. wat zij zich had
vof-rje::o::ic'ii te doen. Dick lu;.«t< rde
stilz.vij.ent to:>, terwijl de beroen.de
ietterkiniili^i^, dio heelemaal uit Kugeuui-l
gt'r.nporteerd waj, om lezingen t.; Ir uden aan de
uni er^ii(Jit, eerlüe.Ji^iijiv Cord lia's opinte
omtrent zijn persoonlijke sj e.v'iali;eit zat aan
te ii'.ori. n.
,.i c h'-b dat kleine rerhaa'tjr; van u in het
M--II-1.1,'mi,i Mii'ir-.'in- met rooveei genoegen
ireli-'.en, ' i-.eide (,'onlelia irenadig. Hrt was
7.-'O lijti gevoeld en zoo naar.'
Iii- (iroiie Man mi'mpi 1de 11:u woord van
i:t-'!";i-.'eri i'.aiik. lüj ha-i iiet l-e\\ u-te veri'a.d
!i.»ri'. a::- iets i h-in* u-c'.OHAd meer als
p^r.v.ileii^eeriU; jjrout'ieid; iiiaar d-> l\jf van
de,.i- j"!!:;e. vrouw gaf hem den juis'en blik
erop. (''-r.lelia «a< altij l or.eiMtig veel
ciiti'..'::er da-i d-> (jii'ici. maar zy ,*as altijd
C nd.'lia i dus ;,iL d hexooriijk.
(..i i ?{...- -'e-.o:.-ke;i van d : :e eük"le
letter!.(!:; !;_:-' .-teireu :.;', ^:u-,{ l.e^ leven z<jo kalui
inoü-iijk voorb '.
Coideiia had van Jeu eersten dag :sf de
tigheid kortom van het zielsaccent, die de
lezing van Vergilius voor ernstige willera
tot een onvergankelijke bekoring maakt, is,
in hoogs1; voldoende mate, nagenoeg alty i
bewaard gebleven in deze vertaling van Dr.
Chaide'.' Deze is echter hoogstens wat
letterlyker dan het vertaalwetk van prof. Van
Leeuwen, maar overigens nog slechter. Ik
he'o de plaatsruimte niet om dat te bewijzen,
maar wie voorbeelden wen;chen vsn mijn
meening over de door Kloos gepretenen,
kunnen in De Beweging" vac April en Mei
I(ü06 mijn artikels vinden o?er Bastiaarge
en Adama v. Scheltema. De rest is evenzo^
of erger. Maar Kloos wil voor Bastiaanso
een buiging maken en vindt dat Adama v.
Scheltema alle dingen, op n na, in zich
(heeft), om een zeer groot dichter te zyn."
Op (éa na", wacht eens even, nu komen
wij aan het ietwat ironi che toe, dat Kloos'
huldebewyzen soms wat raadselachtig maakt.
Die ne fout karakteriseert hij nader ais
volgt: Ja, nonchalant soms in de hoogste
mate is A iama van Scheltema in zijn manier
van werken, en zonder eenige artistieke
reden, gooit hij, in een Eenlettergrepig vers,
verzen van negen of elf syllaben tusschen,
tot een ? verschrikking voor ons muzikaal
gehoor."
Ik ben het er volkomen mee eens.
Over Schepers: Ja, om Bragi te genieten,
moet men willen genieten, men wordt niet,
onafwendbaar, erdoor aangepakt, neen, men
moet hier zelf gaan aanpakken, stevig bereid
om alles door te kijken, terwijl men heel
S'.il en argeloos blijft.
Zoo'n boek noemt men gewoonlijk vervelend,
wat het ook is. Doch tUoos vindt, dat het
,hoog stellende waardeerirg verdient." Het
mooiste komt nog: Of ik dan geen beden
kingen beb? Zeker wél, maar zij zijn van een
oide, waar d', gewone verzen-lezer niet in de
eerste plaats om geef'. Hier en daar had,
naar nijn gevoelen, het belangrijke werk desi
heeren Sch pers sterker, voller van klankex
pressie en rhythmisch verzorg Ier kunnen zijn.
Maar, zooals ik zeide, dit is een bezwaar, dat
waarschijnlijk bij het meerendeel der le/.ers,
niet zoo'n gewicht in de weegschaal legt."
Is het geen ve. kwikkelijk schouwspel, waineer
een ns hoog tronende kunst-rechter het
prtifmun vulf/'is naar de oogen kijkt?
Men hoore hem over van \ Hoog's Iris",
waar hij spreekt O7er diens vroegere poë'.ie,
dat wil dus zeggen zijn boekje Geluk", dat
Kloos geprezen had met de woorden: het
is een genot, dat ik geef voor geen ander (niet
voor de lec'uur van SheLey bijv.? A. G.),
om te zwieren op het wijd uit-bruisende
maatgeluid zijner van klanken dronkene ziel.'
Nu zegt hij, inderdaad niet weitig ad rem:
Maar men vroeg zich een enkelen keer toch
wel eens af, of zijn diepste zie', zijn eigenlijk
innerlijk m<nschelijk Wezen, inderdaad steeds
zoo hewoeen zich zou voelen, als het, naar
het uiterlijk gebaar, wel leek."
Blijkbaar is er tlus in Kloos wel iets blijven
schuilen van kritisch besef. Af en toe zien
wij er onverdachte bewy?cn van. Het tref
fendste is wel zijn oordeel over H.
KolandHolst, omdat deze de eenige geestelijke
dichteres) is, die door hem werd geroemd.
Het is wel de grootste grief tegen deze
kritieken, dat niemand er een beeld door
krijgen zal van de ontwikkeling onzer poësie
in de laatste tien jaren. Niemand kan er in
zien, dat de voornaamste dichters, na hun
eenzame jeugddroomen niet zocder stryd te
hehben ingeruild voor een naar alle kanten
geopende samenleving met de menschheid,
getracht hebben het geestelijk leven van hun
tijd tot kunst te doen worden; en niemand
zal er uit leeren. in hoeverre zy daarin zijn
geslaagd. Maar ii het niet merkwaar lig, dat
Kloos in het opstel dat Deel l V besluit, over
de Nieuwe Geboort', toch wel blijkt in te
IIIIIMIIIIMIMIIIIIIIUIMIIIIIIllllMltllllllllltllllllllllMIIIIIIIIIIIIIHIItlMIIIM
gewoonte aangenomen, hair ochtenden in
baar kamer door te brengen, soms liet
zij zioh zelfs haar ontbijt boven brengen.
Zon Ier dat er ooit over werd gesproken, nam
iedereen aan, dat zij die uren met schrijven
doorbracht. Maar de avonden bleken o-eren
de lange middagen, doorgebracht onder da
boomen van het universiteitsgebouw of op
de rivier; en natuurlijk gebeurde ten slotte
het on rermijdelijke met zijn onvermijde
lijke ge/oleen.
Geef mij dan temiinsteeenrf.den,"smeek(e
Dick.
Ik ben in 't geheel niet van p'an te
trouwen," zeide O.»dn:ia, in elk geval ntet
voor over langen tijd."
Maar waarom niet?" hi ld hij vol.
Omdat er andere d-ngen zijn, die ik van
plan ben te doen," zeide Cordelia.
/ij voegde er niet bij : En bovendien ben
jij n'.et de soort man, mut wien ik van plan
l.ea te trouwen," maar Dick legde zy'n riemen
neer en keek haar troosteloos aan.
Ik begrijp best," zeide hij. dat je eigenlijk
zoudt moeten trouwen met een verschrikkelijk
geleerden en beroemden man, en er is niet
tiet minste f evaar, dat ik dat ooit zal worden ;
maar Cordelia met mijn werk aan d,- L'onn-t
guit het een heele boel beti r dan je mtssel ien
«el wiet, werkelijk. En zie je dan komt
dit er nog bij : Zoo'a verschrikkelijk geleerde
en beroemde kerel zou niet half zoo trolsch
oo jouw werk zijn als i i dat zon zijn."
K-- was iets oneindig aantrekkelijks in den
jonden man met sijn verstandig peaicht en
zijn heldere oogen, een s_ort van vlugge
mannelijke intuïtie, waarvan Curdelia on
willekeurig Je bekoring voel Ie. Een oogen
blik voelde zij zich onweerstaanbaar tot hem
auiietrokken, toen kreeg zij haar
zelfbeheersc'iing terug.
N'een, ' zeid;! zij op vasten loon, en vraag
het mij al-jeblieft niet weer."
Dick nam de riemen weer op.
Heel goed," zeide hij, zijn lippen op elkaar
klemmend. Een paar dagen later vertrok
hij niet ten opdracht van zijn courant.
Het huis was stiller dan ooit; mair hoe
stil het ook was, toch deden de bewoners
al wat zij konden om Covdelia's wei k uren
t'! omnnneii met heggen eu muren van nog
dieper Stilt'1.
..K; moi-gt juil'r u .v Cordelia ond-r geen
heiling st >ren. zij zit te werken," zeido
mevi.uv Fletrher tut het eenige
d;ens!mei-j": HJI : ,/K'ef'je _'i en moeite, kind'ief,
ik ka:i be.-t .«elf slof afnemen; tot Cor
delia zelf.
., Ie moeder ?al mij wel helpen," met
die woorden wees de professor op vriend» lijke
wijze Cordeiia's aehtelooze hu'paatibkd:ni:t'H
af. ..IJewnar de fri~ch'ieid van je mr.rgi-ns
en ie t i_'en f;kssehe k; acht maar voor
je weik. '
( Wordt te.i'ol:;d).