Historisch Archief 1877-1940
No. 1563
D K AMSTERDAMMER \\EEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Tentoonstelling der Werken van Dr. P. J. H. Cnypers, architect der Rijksmuseum-gebouwen.
Het genootschap: Architecture et
Amicitia" te Amsterdam, heeft ter eere van
bouwheer Dr. P. J. H. Cuypers, naar aan
leiding van zijn onlangs bereikte
tachKerk te Eindhoven (Noord-Brabant). MDCCCLIX.
tigste levensjaar, in het Stedelijk Museum
van 6 Juni tot 30 Juni, een tentoonstelling
geopend, gevende een overzicht van diens
kunstenaarsloopbaan, gedurende meer dan
vijftig jaren, omvattende bouwkundige
ontwerpen, eigenhandige schetsen van bouw
werken, meubels, decoratieve schilderwer
ken, enz.
Architecture et Amicitia" heeft met deze
tentoonstelling getracht n geheel beeld
van een goed deel der levenstaak van dezen
bouwmeester, met dien vruchtbaren geest
te vormen. Vele dezer werken kunnen
beschouwd worden, wat hunne artistieke
waarde betreft, van een algemeen klassiek
standpunt, waarbij de bestemming, de mid
delen van uitvoering in het gemoed des
kunstenaars als belangrijkste criterium gel
den. Andere zijn te beschouwen in verband
met de toevallige omgeving, met den smaak,
die in de plaats of op den tijd der uitvoering
hebben overheerscht.
Architecture et Amicitia geeft te aan
schouwen 142 teekeningen en af beeldingen,
enz. van groote werken in 50 jaar door
dr. P. J. H. Cuypers tot stand gebracht:
kerken, restauratie van kerken, scholen,
gemeentehuizen, landhuizen, musea,
kasteelen, Rijksmuseum, het kasteel Haarzuylen,
Centraalstation Amsterdam, enz.
Het als eerste werk van dr. P. J. H.
Cuypers, uit 1850 tentoongesteld, is: Pas
torie (later Kapelanie) te Venray, Baksteen
bouw van symmetrischen aanleg," het
laatste No. 142, uit 1906, Gezantschapsge
bouw te Peking."
Van de zeer vele kerken door dr. P. J. H.
Cuypers gebouwd, strijdt de Kerk van de
Heilig» Caiharina te Eindhoven met die te
Veghel, om den voorrang, welke de schoonste
schepping zou zijn gelijk de catalogus
aanteekent uit de eerste 25 jaren van
's bouwmeesters loopbaan. Hier is de bak
steen geheel in het gezicht gelaten, maar
de bleekroode kleur werd onmiddelijk
bij de voltooing afgewisseld door een
deel der brikken geel te verven, welke
kleur in aansluiting met de poly
chromie van kapiteelen en triforia en de
gewelfribben, hoewel krachtig van toon,
naar het oordeel des volks nu sedert 40
jaren op allen een harmonischen indruk
maakt. Breeder en ruimer van aanleg, met
origineele kooroplossing uit den
regelmatigen zeshoek, twee werkelijk gevarieerde
torens, een ruime toepassing van natuur
steen uitwendig, is hier het karakter eener
voorname stadskerk te zien, in tegenstelling
met Veghel als buitengewoon ontwikkelde
dorpskerk. Beiden geven blijk van de studie
der Fransche vroeg-gothiek in de hoofd
lijnen en in de profileeringen.
De catalogus der tentoonstelling, gedrukt
op de electrische drukkerij 't Kasteel van
Aemstel" op mat kunstdrukpapier, is door
de verklaring en toelichting bij de verschil
lende nommers en door den rijkdom der
afbeeldingen van groote en blijvende waarde.
I n tressant bovenal zijn in den catalogus
de ideeën van J. A. Alberdingk Thijm,
indertijd over kerkbouw, over het Gothische
en Romaanse hèuitgesproken.
Kerk te Eindhoven (Noord-Brabant). MDCCCLIX.
im in i in
TentooMellnan Et. Frankfort.
Twee-en-veertig werken, Schilderijen en
Etsen, heeft Ed. Frankfort by de firma Frans
Buffa en Zonen tentoongesteld. Een groot
deel dezer schilderijen heeft Transvaal en
zijne bewoners tot onderwerp. Ed. Frankfort,
die zich naam had gemaakt door zijne
SynaVoorbereiding.
gogen en Rabbü'nen, en Drentsche landschap
pen en Drentsche binnenhuizen (hij is in de
provincie Drenthe geboren), heeft thans eene
nieuwe zyde van zijn talent doen kennen.
De zon van Zuid-Afrika is hem schijnbaar
niet ongunstig geweest. Menig schilderij
spreekt er van. Op zijne reis door Transvaal,
in gezelschap van een Hollandsch architect,
heeft hij gaschilderd al wat hem den klap
gaf, vooral negers, of alleen, of in de functie
van kindermeisje, of parmantig in
Europeeschekleedy andere wit-menschen" voorbij
stappende, of negers met pompoenen en
sinaasappelen voor zich. De mooie gele kleur
der pompoenen komt tegen de zwarte kleur
van den neger dan sterk uit.
Enkele schilderijen brengen een geval in
beeld, den schilder en zijn vriend in Trans
vaal overkomen, als het in den turfweg"
steken blijven van de wagen met de ossen
er voor, en hij met zijn reisgezel mistroostig
er naast; of, een kamp in 't bouwveld"
een schilderij, dat reeds met endere schilde
rijen, den tweeden dag der tentoonstelling
een kooper vond.
Trekken Frankfort's schilderijen, in
Transvaal geschilderd, als: Binnenplaats Koelies;
Boetie en Wikkie, Luipaardvalei (bij
Krugersdorp), Kafler met Pompoenen, Wachten
op de milliepap, Waschdag (Marabastad)
Luie Kaffer, het Kafferkerkje (Marabastad),
enz. ook de aandacht, zijne eerste liefde :
de schildering van Rabbijnen handhaaft hu'.
Bijgaande afbeelding strekke tot voorbeeld.
Een der schilderijen stelt een dorpsschool
in Drenthe voor. Al de meisjes zitten er
met mustjes op. Dit is thans een anachro
nisme geworden. In Drenthe mogen
tegenMai Lieberaanii.
£ Het schijnt vreemd, dat de man, die op het
Joogenblik de meest algemeen bekende ver
tegenwoordiger is van het jonge geslacht onder
de Duitsche schilders, zij die zich met even
veel trots modernen noemen als de tegenpartij
hen smalend zoo betitelt, Max Liebermann,
dit jaar zijn zestigsten geboortedag vierde.
En dat, terwijl in het wezenlijke de
moderne richting nog zoo weinig bereikte,
zoowel wat werk als *at invloed betreft.
Wat den invloed aangaat, weliswaar worden
de theoriën van het plein-air schilderen, van
het streven naar wedergave van licht en luc:it
overal verkondigd, doch door de theoretici.
De kritiek der aroote dagbladen staat nog
altijd der uit den vreemden geïmporteerde
kunst eenigszins wantrouwend tegenover en
het publiek dat haar welkom heet, is voor
een groot deel dat der groote stads-wereld,
het cosmopolitisch geld-aristoeratendom, dat
hoofdzakelijk bestaat uit Israëlieten. En dit
op zichzelf is al genoeg voor den volbloed
Germaan, om er niet veel mee op te hebben.
Ook hier zou het eeuwig jonge oude volk,
dat reeds door meerdere taaiheid en onder
nemingsgeest zooveel macht veroverde,
ondanks alle officieele en andere tegenkanting,
ook hier zou het den oorspronkelijken bezit
ter van den bodem de baas sijn 1 Het is zoo
tegen het algemeene vooroordeel in, dat de
semiet thans zoo wezenlijk en met zooveel
succes de hand zet tot het meer ideale werk,
waartoe de kunst behoort.
Spot niet Wilhelm Busch op zijn eigen
onverbeterlijke wijze met de rol, die het
vooroorieel, sinds de noolzaak het niet meer
doet, den jood blijft toedeelen?
Und der Jud mit krummer Ferse,
Krummer Nas' und krummer Hos'
Scbliingelt sich zur höhen Börse
Tiefverderbt und seelenlos.
Merkwaardig genoeg behooren zeer velen
onder de moderne schilders zelf geheel of ten
deele tot het volk van Moses. En het is
misschien niet zoo geheel onjuist te ver
moeden, dat het hun minder gevoel voor
vele traditits en illusies is, dat hen te gretiger
heeft doen grijpen naar nieuwe idealen
waar inderdaad de oude eenigszins versleten
waren.
Liebermann dan ook werd bij zijn zestigsten
jaardag door n der spotbladen voorgesteld
als een wel zeer oneigeniijken Don
Qaixote, die te velde trekt tegen de Roman
tiek. De man, die door f.oovelen als de groote
baanbreker voor een nieuwe kunst wordt
vereerd, wiens werk als het compleetste be
reiken van de jonge school wordt bewonderd,
is voor de anderen de groote belhamel onder
de beeldstormers, die zooveel rchoons en
heerlijks omwerpen, de tyran wier kunst
handelaren, museumdirectoren en
tentoonstellingpjuryleden naar de oog^n zien. Tegelijk
met de onderschatting van zijn waarlijk ver
dienstelijk werk overschatten waarschijnlijk
zulke mopperaars den persoonlijken in 7loed
of den wil om dien te doen gelden van
den wakkeren kunstenaar.
Zeek zeker, de strijd tegen wat zij de
R miantiek noemen, de niet melder eenigszins
litterair getinte prachtige sentimentskunst,
die in Duitschland zooveel edels en ichoons
voort bracht Feuerbach, Marées, Von
Schwicd, Thoma en om verder terug te gaan:
Rethel, Richter, die strijd tegen de zoo
veel grootsch streven inhoudende
Germaansche feunst, wordt door de jongeren wel eens
overdreven. Maar er is intusschen reden te
over om aan de zaligmaking van de ideëele
leer te gaan twijfelen en naar f en andere u t
te zien, waar de epigonen zoozeer tieren en
elke nieuwe lijd een nieuwe taal als het ware
voor zich tiseht.
Als wij een aanzienlijk deel van Liebermans
kunst veel hooger stellen dan veel ?an wat
andere nieuwere schilders maakten, dan is
het niet, omdat zijn kunnen zooveel grooter
is dan dat der overigen. Louis Corinth b.v.
is ongetwijfeld een enorm knap schilder,
misschien de knapste van allen, zijn durf is
geweldig, zijn boetseervermogen met de verf
vi-rbazend, het portret van den tooneelspeler
Rittner, dat thans op de secession geëxpo
seerd was, in zijn soort een chef d'oeut-re.
Maar in Lieberruanns werk is hei zuiverst
en wel zonder de geaffecteerde voorkeur voor
( het grove, brutale, woeste, die anderen
vertoonen in hun vrees om zoet of fclap te
schijnsn het zuiverst, het schoono en op
zijn beurt waarlijk ook hooge streven te
proeven om de natuur in al haar heerlijk
heid, zonnigheid, licht, lucht, beweging, het
trillende, levenwekkende leven in alles uit
te drukken.
Het is ook een loilelijse zijde van de
kunst, zich te bekommeren om het bloed,
dat als bleek morgenrood door de slapen
schijnt, als rozen op de wangen bloeit en als
purper op de lippen praalt, om het licht, dat
met vochtigen kristalglans de ogen omstraalt
en met zijdeglans om de schouderen speelt,"
zegt Kollof in zijn studie over Rembrandt.
En zoo heeft Max Liebermann, zij het zon
der steeds weer te slagen, ook in de oogen
van hen die zijn streven gelooven te begrij
pen, zij het met verwaarloozing dikwijls van
de naar het geestelijk-interessante toegaande
gegevei.s in de natuur en de menschen, altijd
iets opwekkends, frisch, krachtigi in zijn
werk. Of hij Hollandsche weeshuizen schil
dert, oude mannetjes, bierhuizen, een strand,
een portret van zijn ouders, kinderen die bloe
men zoeken op de heide, een weg door een
woordig de meisjes op school geen mutsjes
meer op hebben, om hygiënische redenen.
Frankfort's tentoonstelling bij Buffa, die
reeds de eerste dagen druk bezocht werd, is
ie deren dag en voor ieder, kosteloos te be
zichtigen.
Boetie en Wikkie.
bosch, badende jongens, altijd speelt en
schuilevinkt htt licht overal door, bezielt
en beleeft het drukke, vervluchtigde, ras op
gemerkte en ras weergegeven gedoe. Nog
opmerkelijker so ns schijnt mij het bereiken
van dit effect, waar zoo vaak de moderne
schilderkunst het groote probleem in ziet,
naar welks oplossing zij te zoeken heeft, in
zijn kleurige, vlugge, pikante
houtskoolteekeningen.
Wij, die niet gaarne afstand zouden willen
doen van onze liefde en eerbied voor het
diep-dichterlijk gevoel van de besten onder
de op hun atelier monumentaal werk
componeerende schildere, doen intusschen wél
een levenswerk te huldigen, dat bestaat in
een geduldig zoeken naar het geheim vau
de \ rije natuur zelf.
CORNELIS VETFI.
De beteetois van de Vlaamscbebewepg.
De Vlaamsche beweging is thans aan de
orde van den dag. -De bespreking der
Coiemaus' wet heeft alhier lu-t politiek leven in
gisting gebracht en er wordt, te dier gelegen
heid, een ontzaglijke hoeveelheid nonsens
verkocht. Mijnheer Woeste heeft verkliard
dat hij de vet wegens tiare
ongrondwettelijkheid niet aanemen kon en hierin wil hij de
zienswijze steunen van den aartsbisschop van
Mechelen, die zich als een onverzoenbare
vijand ervan heeft aangesteld. De kranten
rnaken veel lawaai daar rondom en er wordt
van waalsche zijde geschreeuwd dat men al
wat vlaarnpcïi is wurgen wil.
De strijd, zooals hij mij wil toeschijnen,
wordt slecht gestreden. Met een begrijpelijke
vreugde z mde ik de franskiljonsche razernij
willen zien beteugelen, maar het debat wordt,
ook van vlaamsche zijde, op een zóó laag peil
gehouden, dat, mij de luttele te hoo J ontvlucht.
Er blijft ten profijte van ons volk, onein
dig veel te doen l
Erbarmlijk is het met den Vlaming over
het algemeen gelegen. Ik spreek niet van
den Vlaming uit Vlaanderen, die geboeid
ligt in de aliiergrofste onwetendheid en kapot
sukkelt onder stoffelijke miserie. Ik spreek
inzonderheid van den Brusselschen Vlaming,
waaraan ge dan zonder moeite de toestand
van de overige meten kunt. Terloops zij
hier gezeid dat ik u geen overdreven zwart
tafereel wil ophangen en dat mijne opmerkin
gen evengoed voor een aanzienlek deel der
fransen-sprekende bevolking geldig zijn.
De Brusselaar is van aard bedrijvig,
gezond-jolig en verstandig. Niets ontbreekt
hem noch geestelijk noch lichamelijk
om gelijk te staan, in de wereldbeschaving.
met den Engelschman, den Duitseher, den
Hollander of den Franschman. Nochtans staat
hij lager. Het is maar beter dat we er geen
doekjes om winden en onze gebreken niet
trachten te verbergen onder wat waanzin of
een beetje h lovaardigheid. Aar, waarheid
hebben wij iets te leeren en het kati my niet
kwalijk genomen worden dat ik rechtuit voor
den dag kom met wat ik vo )r waarheid
houd Al staat het ons te Brussel wat gunsti
ger dan in Vlaanderen, dank zij den iuvloed
der cosmopolitische stroomin^en en een
strengere inrichting van het onderwijs, toen
kunnen wij niet in aanmerking komen, naast
de grootere kultuurvolkeren welke ons noch
tans omringen en bovendien geestelijk en
zedelijk inwerken op ons.
Onze volksklas is niet ongeletterd maar
zoo verlaagd dat zij zelf niet meer vermoedt
dat t r op de wereld, buiten enkele grove
verbeeldingspelletjes, nog een hoop hooger
en klaar genot met den gefsl te proeven
is. Ons volk leest niet, of ten minste niets
dst deugt; ons volk verlangt er niet naar
zich wetenschappelijk te ontwikkelen; ons
volk bekommert zich weinig om kunst en
onze musea worden niet bezocht; ons volk
houdt van spelen, en acrobatische vertoo
ningen in cirken of diakerige opvoeringen
in den vlaamschen schouwburg vinden bij
ons volk vele en trouwe bezoekers. Ons
volk spreekt eene gebrekkige halfslachtige
taal, maar deze schijnt niet ontoereikend te
wezen, want de begripswereld van ons volk
is ook zoo beperkt dat een gering getal
woorden, zelf van bedenkelijke kwaliteit, tot
de uitdrukking ervan voldoende is.
De burgerklas is, als men het grondelijk gaat
beschouwen, niet beter bede. ld. Onze Vlaam
sche burgers zijn meestal neringdoeners en
ambtenaars. Zij hebben meer van hunne