De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 9 juni pagina 8

9 juni 1907 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

D K AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1563 school-ervaringen onthouden dan de losse plebejers; doch ig hen het verkregen onder richt niet dieper ingegaan en hunne lichte kenni» ia als een schuim op de opper plakte. Zij lezen dagbladen weieens 'a Vlaamsch blad, vooral als ze deel uitmaken van Vlaam se hèmaatschappijen, meerendeels echter Franse hèbladen, omdat de Vlaamsche bladen minder en trager nieuws geven en niet zoo mooie feuilletons. Zij lezen haast nooi^ een b >ek, en wanneer het dan toch gebeurt dat zij er een lezen, is het achtmaal op de tien een pruldiug. Bedenkt dat de stadsboeker^en met allémoeite geen paar Vlaamscue boeken aan den man kunnen brengen. De statistieken geven hiervan afdoende bewijzen. De volks boeken}^ van het Willems-fonds is nagenoeg de eenige bezochte en zy schijnt voor de talrijke Brusseleche bevolking toereikend te zijn. Bedenkt daarbij dat haast geen dorp in Noord-Nederland zonder een degelijk leesgezekchap is. Ginds betalen de menschen een jaargeld om goede boeken en tijdschriften te kunnen lezen; hier is alles kosteloos, en, laat ik er met leedwezen bijvoegen, nagenoeg nutteloos. De Brusselsche burger leest geen Vlaamsch en wy weten van George Eckhoud dat hij ook geen goede Fransche boeken leest. Hg vergenoegt zich met het onderwijs dat hy op de lagere en middelbare school ontvangen heeft, vergeet er van wat bem niet onmiddelijk gerieflijk en gedienstig is en gebruikt de rest tot het peiselijk voortdompelen in zyn winkeltje of zijn werkhuis of zijn handels'bureel. Af en toe verwondert hij er zich wel eens over dat de groote nijverheid de kleinere aan het dooden is en dat het bestuur van die grootere nijverheid meestal in de handen berust van vreemde specialisten. Hy kykt eens op naar de enorme bazars'1 waar men hem met schrikkelijke en onweerbare concurentie zyn eigen doeningje onmogelijk maakt, hij kykt eens op naar de kolossale banken... en hij gaat verder zijn gang maar. Thuis spreekt hij Vlaamsch als het hein ontvalt, byna bij vergissing of in overhaast of om seffens begrepen te worien. Anders zins spreekt hy Fransch. Van de hoedanig heden en de eigenaardigheden van dit Fransch wil ik hier niet gewagen. Ik verwijs naar den leuken Brusselschen schrijver Courouble die in zyn boek De familie Kaekebroek" deze epische taal op zeer rake wijze heeft gekenschetst. Maar het Vlaamsch, dat de burger tusschenbeide nog gebruikt, is van geen beter allooi. Het is zóó met Fransche woorden doorspekt dat het ongeveer geheel onverkennelijkt uit zijn mond te voorschijn komt. Eigenlek en spreekt onze bevolking noch Fransen noch Vlaamsch en deze onmacht op taalgebied, gaat gepaard inet een mer kelijke verbastering zijner natuurlijke ver mogens en eene aanzienlijke vermindering zijner krachten in den stoft'ehjken levensstrijd. Waar is de oorzaak van een dergelijken toestand te vinden? Uitsluitelijk in het gemis aan grondige kuituur. Kultuur is geen geleerdheid zij is de har monische ontwikkeling van al de vermogens van een volk. Ai de vermogens van ons volk zijn niet ontwikkeld omdat ze, tegen over de ontwikkelingsmiddelen die met de beste inzichten aangewend worden, onbereik baar blijven. Enkele middelen tot ontwikiimiimiiniiiiiMmiiitMHMiiiiiiiiiiMMiittiiimiiiiiiimmiiiiiimiiiiitim POSTSTEMPELS. Mochten wij vóór veertien dagen het ge noegen hebben mede te deelen, dat de post-administratie, het Duitsche post stempel, in Ne derland inge voerd, althans eenigszins een eigen Nederlandsch karak ter had trach ten te verleenen, door de arceeringen tusschen den binnencirkel endelynenvan het middenschild te ver wijderen na dien kwamen ons nog twee gewijzigde mo dellen onder de oogen, welke beide zich veel duidelijker van het btiitenlandsch voor beeld onder scheiden. Vooral het laatste hier afgebeelde vol doet volkomen aan de voor waarde niet meer een nage maakt Duitsch stempel te zijn, terwijl het toch de voordeelen heeft, die de post-administratie aan een stempel naar het Duitsch stelsel schijnt toe te schijnen. VVij vinden door het weg nemen der ar ceeringen en het wijzigen vin den vorm .?an het middensohild, de guaestie beter opgelost, dan zooals Belgi bet beproefd heeft door met behoud der arceeringen het middenschild door een bin nencirkel te doen begrenzen en daar buiten links en rechts aen krul aan te brengen! keling zooals die onlangs in een bisschoppelyken brief aangeprezen naren zyn verkeerd, andere, zooals de verschillende pogingen van vakonderwijs zijn onvolledig. Ons volk heeft het besef van zijn volkeaard of zijn volkiaard zelf verloren. Ik druk hierop sterkelyk. Met volksaard bedoel ik de eenzelvige energie, die zich voortzet door de tijden heen en een volk tot handelen en bedrijven aanzet. Op volksaard be rust de kuituur en de tegenwoordige verlaging van ons volk, die rechtstreeks toe te schrijven is aan zijne onvoldoende kultaur, vindt dieper hare oorzaak in de verbastering van den volksaard. Een volk moet zich ontwikkelen op de gronden van zijn volksaard. Een volk kan zich niet ont wikkelen op geleende kracht en en met geleende begrippen. Zijne ontwik keling moet uit zijne eigen energie opgaan, breeder worden op eigen aderslag, tot zij be stand is tegen vreemde invloeden en deze invloeden vruchtbaar bewerken kan. Maar ziet nu on» volk l Het aast onhandig op eene vreemde beschaving, waarvan het op verre na niet het beste neemt. Het is zijne hoofdzakelijke traditiën kwijt: het heeft, zeg ik, zijn volksaard verloren. Ziet hoe het ver wijderd is v»n zijne vroegere bekwaamheid, hoe het niet meer past in de pracht van zijne oude kerken en gemeentehuizen, en hoe het wel een ruïne lijkt bij al die blijvende ge tuigenissan van vervlogen macht en heer lijkheid l Maar ziet óók hoe even weinig het past in het gewoel van hedendaagschen ?ooruitgang! Wat is er met dit volk gebeurd? Het staat buiten zijne vroegere traditie en het staat buiten de moderne bedrijvigheid l Het heeft niet geëvolueerd. Het is ontrouw geworden aan zijn innig wezen en thans laat het zich lui meesleuren achter aan de panden van eene geleende, maar niet geheel verkreyen beachavin g. De gevaren van dezen toestand werden sinds vele jaren reeds ingezien, en veel ook werd beproefd en veel wordt ten huidigen dage nog beproefd om ze te keer te gaad. Men heeft begrepen dat een hoop van dat kwade gelegen was aan een gebrekkig onder wijs; men heeft het onderwijs trapsgewijze uitgebreid en verbeterd en nu zijn we toch al zóó ver, dat er kans bestaat om binnen een betrekkelijk-korten tijd het verplichtend onderwijs te verkrijgen. Hier is de plaats om over de Vlaamsche beweging te spreken. De Vlaamsche beweging heeft zich geen moeite gespaard om den hachlijken toestand te wijzigen eu er moet haar daarvoor recht geschieden. Ik herdenk niet zonder aandoening de talrijke strijders die, gedurende deze vijfenzeventigjaren, met een onbetwistbare grootmoedigheid, maar niet altijd met eenigen practischen uitslag, zijn te relde getrokken. De arbeid, welke door al die vele loffelijke kampioenen ten dienste van 's volks verheffing geleverd werd, is ontzaglijk. De tijd, het geld, de zedelijke krachten, die daaraan zijn veroruikt, verbazen door hunne enorme hoeveelheid en eenigszins, ik moet het bekennen, door hunne ijdele opbrengst. Inderdaad. De oogst, na al dat ploegen en zaaien, blijkt niet in overeenstemming te zijn met de ontzettende moeite, die men zich er voor heeft getroost. De oogst is al te gering. Op de enkele lauweren welke behaald wer den, zou het gevaarlijk zijn te rusten; net wordt hoog tijd dat de Vlaansche Beweging, die nog heel wat te veroveren heef l, een anderen weg ingaat. Mac Leod heeft met reden mogen schrijven, in len beginne van een merkwaardige studie getiteld Nieuwe wegen, dat de Vlaamsche Beweging zich tot nog toe veel te veel bezig gehouden heeft met het bestrijden van hè; Fransch en veel te weinig met het bevorderen van het ^federlandech. Dit is met een tikje getaakt en bloot geleid de jammerlijke vergis sing van het flamingantisme. Zich te weinig bezighouden met het bevorderen van het Nederlandsch." zegt Mac Leod, dit wil zeggen: zich niet practisch toewijden aan de benade ring van den vlaamschen volksaard, en zijne krachten verspillen ten bate van een zinne beeldige taai-liefde en tegenover een zinne beeldige taai-haat. Waarlijk, de Vlaamsche Beweging was niets anders dan een onvast spel van zinnen, eene bedriegelijke allegorie Het woord taal bevatte er in zich, onduidelijk weliswaar, maar uitsluitelijk niettemin, al de rechten van ons volk. Deze rechten werden althans niet doelmatig bevorderd. Zij werden platonisch uitgekreten in vergaderingen, meetings en optochten. De haat voor het frangch werd er gebruikt om de liefde voor het vlaamsch te bevestigen. Ten overvloede van argumenten moest er Breidel en De Coninck nog bijge haald worden, doch tot een dieper inzicht op de zaak kon men maar niet besluiten. Op een politiek gebied verplaatst, verkreeg de Vlaamsche Beweging, dank zij het toeval van enkele opportunistische belangen, eenige wetten, waarvan de toepassing veel te wenschen overliet en die, haast allen, in verband staan met de theoretische opvattingen der flaminganten. Middeierwrjl bleef het volk toch eigenlyk wat het geworden was: een vernederd en veiplunderd gepeupel, dat, zooals weer Mac Leod zoo treffend weet te zeggen stilaan op weg is om te worden een soort van vee stapel waaruit kudden Europeesche koelies worden gewonnen." Het zal u wellicht dunken'dat het gemak kelijker is de fouten van vroeger bedrijf te merken dan met wat versch en billijker gedoe de boel langs zijn nieuwe richting in te zetten. Genoegzaam echter werd door Vermeylen in menig kranig opstel ingelicht omtrent deze jongste richting en ik verwijs gaarne bijvoorbeeld naar zijne Kritiek der Vlaamsche Beweging" al heeft hij daar de oudere opvattingen wat ruw aangepakt. Wat thans algemeen gewild wordt is niet de stelselmatige bekamping derfransche taa), maar veeleer de stelselmatige bevordering der nederlandsche. Door middel onzer nederlandsche taal zullen wij onze eigene begrippen terug bemeesteren, die ons ontvlogen zijn, Niet langer zullen wij met vertaalde begrip pen moeten omgaan en als wij ons vrij zullen bewegen in ónze begripswereld, zullen wij onzen verloren volksaard veroveren tegelijk. Dan, dan pas, wanneer wij ons geheel en al, in denken en uitdrukken, eeniglyk en zuiver Vlamingen voelen zijn, is de hoogere ontwikkeling mogelijk geworden. Met de hulp van een steyig vlaamsch onderwijs een algemeen-, een hooger- en een vakonderwijs zullen wij ons ontwikkelen, en moeten wij het tot eene grondige kuituur weten te brengen. Waarom zouden wij de heerlijke vruchten der naburige boomgaarden weige ren? Wij, waarover de kruisende beschavin gen der hoogere kuituur volk eren door mekaar stroomen, waarom zouden wij niet genieten, wij, zieltje van Europa, van deze voordeelige ligging en voortreffelijke omstandigheden? Laat ons eerst op onze pooten staan en dan maar tot eigen versterking proeven van den Duitschen, Engelschen en Franschen oogst. Dan immers zyn wij zelt gewassen tot de hoogte van europeesch kultuurvolk. Dan ligt ons begripsterrein niet onder, maar mid den in en algeheel binnen de volle europeesche begripswereld. Dan wordt elk onzer Vlaamsche begrippen als het ware een uitslag van het Europeesch geweten. Zoover moeten wij garaken. Anderszins blijven wij in den levensstrijd met de altijd meer dringende en belaste volkeren, alleen en wapenloos en worden wij, op een einde, plat te gronde verdrukt, uitgebuit, overschopt of, in een slik, opgeslurpt. De Coremanswet is wellicht een middel tot bereiking van een loifelijk doel, maar de manier, waarop zij bekampt en verdedigd wordt, toont zeer duidelijk dat de menechen nog niet rijp en de tijden nog niet gekomen zyn. De Coremanswet is '/ekerlijk eene voortreffelijke pedagogische poging om ons, Vlamingen, een geweten te geven, en er móet al gelijk iets van terecht komen. Velen onder ons zijn dit geweten kwijt. Wij loopen wel te zaam en scharen ons onder eene vlag, wij vereenigen ons tot maatschap pijen, bijzonderlijk tot tooneelmaatsciiappijen, wij meenen het goed met de Vlaamsche taal. Maar het blijft eene extra-bezorgdheid, een soort luxus-bezigheid, een tijdverdrijf, dat buiten ons reëel léven gebeurt. Ons reëel leven is werken en geld winnen en kinderen kweeken. Als er dan overschot van gelegen heid toe is, willen wy wel, bij wijze van verpoozing, meedoen aan het onschuldig spel der liefde voor onze taal, maar dit gebeurt, als het ware, geheel buiten de realiteit van ons MimUMiMMiiiimiiiniimiMMUiiiMMmmiiiniiiMilMiiiimiii SCHHflBEL OP KOPER EN ZINK. 6EB°OWHPELIX MERITIS" Js. VAN GIUKEL ===== ZEIST :== FABRIKANT VAN KUN8T-KOPHB. WKRKEN IK OUD-HOLLAND8CHJi MODERNE- KN ANDERE STULKür «v « ?*?!& ' llM E TAALVAR E N J*K>C«SN ELTJ ES 1ÜIHAARLEMI J. J. BIESING, Kttnttl/iatniet. 's-GRA.VENHA.GE, Molenstraat 65,65* a CT. doden» Schilderijen, Aquarellen ea firavares. Magazijn Oud-Holland" Da m rak 75, Amsterdam. Directie: P. Imitatie- en Antiek Kunstsnijwerk, Koper- en Ziluerwerk, Porselein, Glas, Tin, Oude Perzische Tapijten enz. enz. ATELIER VOOR HET VERVAARDIGEN VAN' OUD-HOLLANDSCH SNIJWERK. TELEFOON 7261. Kunst-Ambacht, O. Engweg, Hilversum. Hierdoor geef ik kennis aan mijn clientèle, dat ik vanaf l Juni 1907 niet meer als Ontwerper-Direct, aan boven genoemde inrichting ben verbonden. Belangstellenden in mijn werk gelie ven zich tot mij persoonlijk te richten. Laren (N.-H.), Oostereind J. W. DE GRAAFF. J. C. Plein 99») -t- -t- -t- -t- -t- 's-Gravenhagv. Moderne Schilderijen, Aquarellen enz Juni TENTOONSTELLING V A'V TEEKENINGEN DOOR D. NYLAND IN DEN KUNSTHANDEL Wed. G. DORENS & Zn. TOEGANG VRIJ. ROKIN 56. AT?U?R2sl5D?CORATI?V -:- Ontwerpen en uitvoering van -:- PLAFOND- EN WANDBESCHILOERING KUNSTNAALDWERK Ontwerpen, begonnen patronen en -:- -:- uitgevoerd werk 2 a. -:- ?:Voor Amsterdam verkrijgbaar bjj Gez KNOL, Keiropclit 418. BATIKS V AH HEIN M EU C KEN S. ONTWERPEN t N TEtK.EN!MGtl\ - op het gebied van Kunstnijverheid EEN FRAAI TREKT N, V, STEENDRUKKERIJ EN ETIKETTENFABRIEK voorheen KLUPPELL & EBELING, - Arnhem NIEUWE SPIEGELSTfiAÉT 31 AMSTJ-1DAM. Tentoonstelling van Werken door JAN TOOROP en l. BENDES DA COSTA. (Geopend op werkdagen van 9?6 uur, Zondags van iX?4'^ uur.) RUDOLF KLION & Co. Kunsthandel KRÜGER & 37" Noordeinde. 's-Gravenhage. Permanente Tentoonstelling v: Schilderijen en Aquarellen. T WONING-INRICHTINGE1N ZM SPUISTRAAT. 76 DAMRAK. AMSTERDAM D.w:BIÈJ'REBIESAART ACHTER ST. PIET EB 16 -:- -:- "Utrecht -i- -:MAGAZIJN V AS COMPLETE MEU BELSERING EA STOFFGERING VEKaUlZLNQfi-V, TRAYSPORTT ., .-j'L'-.i.u.E \7~ FEL::VG ANTIQUI TEITEN LN ., Ur.Bl'VUU^WüUPiN'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl