Historisch Archief 1877-1940
r
No. 1564
DE A M S l E R D A M M K R W K E K B L A D VOOR NE 1) E R L A N I).
gekomen uit het gebed sleven van vier vrou
wen, die in het jaar 1880, gedreven door het
overweldigend gevoel der ontzettende zonde,
die onze maatschappelijke samenleving onder
eene eindelooze verscheidenheid van vormen
ondermijnt, geregeld des Vrijdagsmiddags om
'A uur, wel bewust gekozen are, samenkwa
men om in het gebed te worstelen voor het
behoud der zielen, die verkeeren in nood en
gevaar. Practisch handelen moest hiervan
het gevolg zijn en nog eer Joaephine Butler's
wekstem ook voor Nederland weerklonk, had
men in dezen kleinen kring de hani gelegd
aan den arbeid ter bescherming van jonga
meisjes. Eeeds in 1882 stichtten deze vier
vrouwen, waarvan ne, jonkvrouw C. van
Lynden, nog thans als presidente de leiding
geeft, met eenige nieuw aangewonnen
vriendinnen de Vereeniging, die toen aan
vankelijk heette Vereeniging ter bescherming
van jonge meisjes. Vijf jaren later, toen met
het ledental tekens het terrein van werk
zaamheden zich voortdurend uitbreidde, toen
niet enkel de dochters van het eigen volk
maar ook meisjes uit den vreemde in grooten
getale de hulp en de bescherming der Veree
niging inriepen, deed ter betere bereiking
van het gestelde doel de behoefte aan inter
nationale aanénsluiting, het karakteristieke
kenmerk van nagenoeg al onze hedendaagsche
vrouwenverenigingen, zich krachtig gevoe
len. In 1887 werd daarom aanshiiting ge
zocht en verkregen met de Union inter
nationale des amies de la jeune fille", die
in 1878 te Neufchatel was opgericht onder
den indruk der aangrijpende woorden, waar
mede Josephine Butler in 1877 op het te
Genève gehouden congres vau de 0,Féd
ration brittanique continentale et générale
pour l' abolition de la proetitution" had ge
wezen op de gevaren, die het meisje tege
moet gaat op haren vaak zoo een «amen en
moeilijken levenstocht. De omvang dier ge
varen werd wel reeds vermoed, eer mevrouw
Butler's op wel geconstateerde feiten
gegrondde mededeelingen dien in zijne volle
vreeselijkheid openbaar maakten; maar nu
j et vermoeden eenmaal was geworden een
weten, kon een twintigtal vrouwen niet
meer berusten in een lijdelijk toezien maar
gevoelde zich gedrongen tot handelen in
het levendig besef, dat voorkomen beter
is dan redden. De twintig vrouwen, die
daarop de Union" stichtten, behoorden
tot zeven verschillende natiën, want dat
het werkplan internationaal moest zijn,
stond dadelijk vast, vooral bij de Zwitser-iclie
leden; immers Zwitserland meer nog dan
eenig ander land ziet jaarlijks zijne dochters
bij scharen uittrekken naar den vreemde om
daar in de groote steden een levensonder
houd te zoeken, dat het eigen vaderland
haar niet kan geven, en zoo menigeen,
die nimmer wederkeert, van wie nimmer meer
tijding wordt vernomen. Met behulp van be
kende philanthropische vrouwen wilde men
daarom trachten om door middel van het
lidmaatschap der Union een net te spannen
als het ware over gansch Europa, en op alle
groote plaatsen amies de la jeune fille bereid
te vinden om ten allen tijde hét onbeschermde
jonge meisje te dienen met raad en voorlich
ting. Zeer moeilijk bleek het aanvanke ijk om
hier in te slagen; de zaak was te nieuw, te
onpopulair; men geloofde niet veel van de
gevaren, waarvoor werd gewaarschuwd; men
loochende*: tot ;zelfg het bestaan van eenen
handel in vrouwen en meisjes, een h>;ndel.
die thans dank aan den keer door de Union
aan de openbare meening gegeven, bij inter
nationale tractaten door de verschillende
regeeringen in Europa als een strafbaar feit
wordt erkend en bestreden ; terwijl de Union
heden ten dage niet enkel vasteu voet heeft
in alle beschaafde landen, maar tot in Turkye,
in Azië, en zelfs Bassouto-land en de
Tahitieilanden in haar verband heeft opgenomen.
Over en weder was dus in 1887 de aan
sluiting van de Union en de te Utrecht
opgerichte Vereeniging ter bescherming van
jonge meisjes versterking van kracht. De
iiiiMimMiiimiiiiimiMiiimmiimiiiimmiiimiiiiMMiiiiiim niniiii
UIT DB NATUUIi
CCXXVII Artis.
't Gaat goed met Artis; 't bezoek van
vreemdelingen is heel druk, en 't neemt nog
voortdurend toe, vreemdelingen uit eigen
land en uit alle andere landen, 't Is nu ein
delijk vaste regel geworden: wie komt om
Amsterdam te zien, is niet klaar, voor en aleer
Artis een goede beurt heeft gehad.
Maar 't is dan ook heel, heel mooi in Artis,
zoo mooi als ik 't er zelden gezien heb, en
ik kom er nu al vijf en twintig jaar.
't Is er eigenlijk heelemaal veranderd.
Vroeger waren 't vooral de wilde dieren, de
groote roofdieren, liefst de zeldzaamste die
de aandacht vroegen; 't was een tuin met
hokken, waarin de dieren lagen te suffen of
kunstjes vertoonden. Wie indertijd om
de dieren lid van Artis was, kon volstaan met
er eens per jaar een kijkje te gaan nemen;
nu is er elke week wat nieuws of
belangwekkends te zien.
Zulke hokken zijn er nog wel, en zij zullen
er nos; wel een tijd lang blijven, tot ook de
leeuwen en tijgers een ander, meer natuurlijk,
verblijf krijgen. De omvorming gaat met
ontzaglijke kosten gepaard, en Artis moet
bijna alles uit eigen ontvangsten van leden
en bezoekers doen.
En er is al veel vervormd; zooveel, dat de
groote dieren niet meer de eenige en voor
naamste attractie uitmaken; waarop tegen
woordig gewerkt wordt, wat nu de bezoekers
lokt en herhaaldelijk doet terugkomen, dat is
de tentoonstellins;,niet van 't vreemde dier als
zoodanig, maar van zijn levenswijze, zijn huis
houden als 't mogelijk is; ook wordt evenzeer
getracht naar de vertooning van 't echoone
en belangwekkende in de natuur, als naar
't zeldzame.
Ga maar eens kijken, hoe de reptielen-en
amphibieënzaal langzaam maar zeker ver
andert ; dat was vroeger een van de verge'en
hoekjes, waar de bezoekers op 't laatst nog
even doorsnelden ; er was geen leven, geen
beweg ng in. Nu, 't is er altijd vol van
kinderen en volwassenen. De groote vitrines,
waar vroeger een enkele zeldzame schildpad
eeuwig lag te slapen, zoodat je. oaa toch
maar wat leven te zien, lust kreeg hem met
jeparaplu of wandelstok eens even te kittelen,
zijn nu n groen en al groen; met vijvertjea
in 't midden waar de larven van brulvorschen
rondzwemmen en in plaats van de groote, de
zooveel levendiger kleine schildpadden pedde
len. Van elk zonnigplekje is gebruik gemaakt om
er een frisch groen en mooi beplant terrarium
neer te zetten, waarin de hagedisjes zoo rug ig
over de rotsjes springen, dat geen gedachte
opkomt aan een treurig lot van de dieren;
laatste werd thans gereorganiseerd als
Nederlandsche afdeeling van den Internationalen
Bond en de Nederlandsche leden dragen nu
ook als onderscheidingsteeken de zilveren
ster mei de zeven punten, (symbool van de
zeven nationaliteiten, waartoe de oprichtsters
van de Union behoorden), en het in het in
ternationaal verkeer wel bekende
zwart-roodwitte lint, dat ook alle affiches en plakkaten
der Vereeniging omlijst. De aansluiting bij de
Union was voor de Utrechtsche Vereeniging
ter bescherming van jonge meisjes te meer
aangewezen, omdat beiden staan op het
standpunt der Christelijke liefde en dus on
veranderd kon blijven art. 3 der statuten,
waarbij van de leden wordt geëischt, dat zij
als haren grondslag zullen erkennen het aposto
lisch Christendom volgens de Heilige Schrift;
doel is echter /olgens diezelfde statuten :
zich de belangen aan te trekken van elk
jong meisje, dat raad of leiding behoeft
zonder onderscheid van nationaliteit, kerk
genootschap, beroep of stand;
Sedert de aansluiting bij de Union blijft
de Vereeniging evenwel zelfstandig werk
zaam volgens de eisenen en begrippen van
ons land, van onzen landaard. Zorg voor
meisjes, die naar den vreemde trekken, staat
daarbij niet zoozeer op den voorgrond als
elders wel; maar daarvoor in de plaats komt
de zorg voor de talrijke jonge meisjes, die
van het platte land naar de groote steden
trekken. Voor dezen verspreidt de Veree
niging als tegenhanger van het livret
rouge" met zijne opgaven van consulaten,
van gezantschapsbureaux, van betrouwbare
adressen in de verschillende groote steden,
van wenken van voorzorgsmaatregelen op
reis etc. etc., dat het te Neufchatel geves
tigde Bureau Central der Union aan naar
den vreemde reizende meisjes verstrekt, het
zoogenaamde blauwe boekje", dat geheel is
berekend op onze nationale toestanden. Het
bevat adressen voor informatie, van Tehuizen,
van clubs en eenige eenvoudige, practische
levenswenker. Ook tracht de Vereeniging
zoo veel doenlijk te bereiken, dat van ieder
meisje, als zij de plaats harer inwoning ver
laat om zich elders te verhuren, opga?e
worde gedaan aan een lid, woonachtig in de
stal, waarheen zich begeeft.
Informatiebureaux, nog altijd veel te weinig geraad
pleegd door ouders, die niet langer zelven
op hun kind kunnen toezien, werden op
verschillende plaatsen opgericht. In de
meeste groote steden verrezen Tehuizen, om
te voorzien in de bittere leegte, die het
gemis van allen vertrouwelijken omgang voor
menig eenzaam jong meisje i*. Avondjes,
gezellige samenkomsten met wat muziek,
zang en lectuur worden georganiseerd en de
meisjes daarbij verdeeld in groepen naar
gelang van nationaliteit, van beroep, van
stand en van ontwikkeling.
Maar zoo onze meisjes al weinig naar den
vreemde gaan, groot is het aantal van haar,
die uit den vreemde hierheen in betrekking
komen of hier door komen op weg naar
elders en dan tijdelijk hulp en bescherming
behoeven. Ten behoeve van dezen nam de
Vereeniging nu 'dadelijk na hare aansluiting
bij de Union een werkzaam aandeel aan het
zoogenaam ie oeuvre des arrivantes, dat door
het Bureau Central te Neufchatel werd ge
organiseerd om alleen reizende meisjes aan
de stations, waar zij moeten overstappen, of
*aan de plaatsen, waar «j moeten overnach
ten, te doen afhalen door vertrouwde per
sonen. Weldra bleek, dat dit werk ten be
hoeve der meisjes, die zich niet voor hare
afreis met de Union in betrokking stellen,
dringend aanvulling behoefde door middel van
het oeuvre de la gare, ten onzent station-werk
genoemd. Deze laatste zaak wa», riier te meer
van hoog aanbelang, omdat bij onderzoek
onwederlegbaar* was gebleken, dat de Neder
landsche havens en stations ook voor deze
handelswaar de groote kanalen van door
voer zijn. Hoe dit aan tijd en geld zeer
kostbare stationswerk wordt ten uitvoer
gelegd, is onlangs in dit blad uitvoerig
geze leven er, kwijnen niet en hebben 't blijk
baar goed. En 't zal er nog beter op worden,
als maar eens 't mooie luchtige reptielenhuis
klaar is, dat allang in gedachte is gebouwd.
In 't voorste gedeelte is 't uu een lustoord
en verzamelplaats voor de jongelui die aan
natuurkennis doen, en dat doen tegenwoordig
bijna alle. Daar komen dagelijks de mooie
vlinders uit de poppen; 't is nu geen buiten
woon toeval meer, als zoo'n merkwaardige
metimorphose geschiedt, terwijl ge er voor
staat, 't Raadselachtige insectenleven is in
vollen gang Er staan flessehen met levende
watertorren, vitrire-f met wandelende takjes,
telkens wat anders en wat nieuws.
In de drie vijvers is meer'even. dan er ooit
schilderd door mejuffrouw van der Moer.
Ofschoon hierin wordt gearbeid in samen
werking met den Nederlandschen Vrouwen
bond, met de Middernachtzending, met de
Roomsen-Katholieke Vereeniging ter bescher
ming van jonge meisjes, is het nog niet
gelukt meer dan enkele der groote stations
te bezetten ; aan de afvaartplaatsen der
buitenlandsche stoomvaartlijnen kan nog nau
welijks worden gedacht door gebrek aan geld
en werkkrachten. Maar als een feestgave
kwam op het vijf-en-twintig jarig feest der
Vereeniging het bericht, dat met den steun
van het Bureau Central te Neufchatel nu
toch een post kon worden uitgezet aan den
Hoek van Holland.
In den loop der jaren veranderde de Ver
eeniging ter bescherming van jonge meisjes
haren naam in dien van Vereeniging ter
behartiging der belangen van jonge meisjes.
De nieuwe naam ig veel langer en volstrekt
niet mooier dan de oude. Maar die veran
dering was noodzakelijk, omdat de oude
naam niet meer de juiste uitdrukking was
van den zich steeds uitbreidenden arbeid
der Vereeniging. Want niet enkel meer ver
leent zij steun aan het in nood verkeerende
jonge meisje; zij is zich bewust ook eene
roeping te hebben tegenover het meisje, dat
in normale omstandigheden opgroeit en daarin
blijft verkeeren. Daarvan getuigden de keu
rige referaten, die o p delaatstebij
nkomstwerden gehouden door barones O. van Verschuer
van Halveren over: De opleiding van het
jonge meisje tot een levensdoel" en door
mej. L. van der Waals over: het jonge meisje
en haar lectuur," waarbij in hooflzaak aan
de leerlingen onzer gymnasiën en hoogere
burgerscholen werd gedacht. Hierop nader
in te gaan schijnt mij onnoodig, daar ik hoop
en vertrouw, dat beide voordrachten weldra
in druk onder velen oogen zullen komen.
Liever maak ik hier nog melding van eene
nieuwe uitbreiding door de afdeeling Haarlem
aan het werk der Vereeniging gegeven door
in navolging van een in Zwitserland gegeven
voorbeeld zoogenaamde moeder bijeenkomsten
te beleggen tegen den tijd. dat de meisjes de
school plegen te verlaten om dan vooraf nu t
de moeders de beroepskeuze en verdere
plaatsing harer dochters te bespreken, haar
te wijzen op het bestaan van
informatiebureaux en Tehuizen, haar te herinneren
aan hare verantwoordelijkïieid tegenover haar
kind en haar te helpen er aan te voldoen.
De afdeeling Haarlem wendde zich daartoe
tot de hoofden der openbare en bijzondere
scholen, die met de grootste bereidwilligheid
de namen en adressen hunner vertrekkende
leerlingen opgaven. Aan den eersten oproep
tot eene samenkomst gaven 22 moedera ge
hoor; aan de tweede oproeping reeds 45.
Die voortdurende uitbreiding van arbeid
is een heerlijk levensteeken, want alle leven
gaat gepaard met groei. Naarmate de sociale
verhoudingen zich wijzigen, verandert het
terrein van werkzaamheid; maar onveran
derd blijft en moet blij -en de grondslag, die
den waarborg van slagen in zich sluit, dat
werd diep beseft, toen wij weder moesten
scheiden, na onder den lommer der fraaie
beuken op het schoone landgoed Beek en
K yen, waar wij zoo vriendelijk waren ont
haald, ons op nieuw te hebben verr.onden,
ieder naar den aard der .haar inzonderheid
toevertrouwde talenten, tot den dienst van
het jonge rneieje. van do: toekomst van ons
volk.
JOIIANNA W. A. XAIIER.
iiiiiMiiiiHUiliiiiiim/iiriiiiiiii
.,Df Vrouw en haar fluit". Edna May's
uitzet. Réjane als vrouw, als actrice.
Tada L'pata. Meisjes-handelsschool in
IVeenen. (luidt' to Modern Cookrry.
f J ouden mitaines.
Het geïllustreerd tijdschrift voor dames:
De Vrouw en haar Huis is zijn tweede Ie vens
jaar ingetreden. Een aardig nummer de
Juni-aflevering met afwisselenden, pre.tigeu
en zeeëend toe ; op een paartje t )pperg na is
de heele Nederlandsche eendenwereld ver
tegenwoordigd
Zoo is 't ook met de ganzen; al 't wilde
goedje dat in herfst en voorjaar, ons landje
vluchtig bezoekt, staat daar aan 't hek op
koekjes te wachten of op vischjes, als't voer
tijd is' Wie 't treil'en, dat tooneeltje bij te
wonen, als die heele bonte zwanen-,
ganzenen eenden bende tegelijk lladdert, duikt, hapt,
slikf. springt en kibbelt, zijn, alleen door dit
kijkje ruim beloond voor de moeiteen kosten
van de reis naar Artis, a! komen zij uit
Groningen of Middelburg.
Jonge vogels in gezelschap van de ouders
zijn altijd leuk; en er zijn of komen er dezer
inhoud. Mode en vrouwenkleeding",
Leekepraatje over kamerinrichting", laten zich vlot
lezen.
Het opstelletje Kozen" komt zeer van pas;
rozen-bloeitijd bekoort ons thans met weelde
van kleuren en geuren.
Bij de historie der roos komt zelfs moeder
Eva te pas l Wij lezen: Volgens een
Oostersche sage was het Eva, die, bij den uit
tocht uit het Paradijs, aan den engel verlof
vroeg een roos als aandenken te mogen
medenemen, wat haar toegestaan werd. En
evenals Eva de stammoeder van het
menschelijk geslacht is, zoo is uit deze paradijsroos
de rozenpracht van latere eeuwen ontstaan."
De bekende uitdrukking , onder de roos'"
wordt in Rozen" aldus toegelicht: Vroeger
gold de roos als het zinnebeeld der geheim
houding, waaraan de uitdrukking onder de
roos" nog haar recht van bestaan ontleent;
in verband hiermede werd dikwijls biechtstoel
en raadzaal met rozenornament gesierd."
Wat echter in minder strenge omgeving
..onder de roos" wordt medegedeeld, wordt
in den regel een Jan-en-alleman's geheim'
* *
*
De Engelsche tooneelspeelster, de jeug
dige Edna May, is verteden week in 't
huwelijk getreden met den heer Oscar
Lewisohn. Edna May, bijgeloovig als het
meerendeel harer kunstzusters, was er niet
toe te bewegen, zich vóór de voltrekking
van baar huwelijk te laten fotografeeren
in bruidstooi, of in 't toilet dat zij zou
dragen om de huwelijksreis te aanvaarden.
Waarschijnlijk dacht zij aan het spreekwoord
harer landgenooten: There is many a slip,
between the cup and the lip". Zij heeft haar
portret laten maken in een van de prachtige
avondtoiletten, behoorende tot haar uitzet.
Robe princesse van zachtgroen mousseline
de soie, waarvan de matte tint nog getemperd
wordt door het wit-zijden onderkleed. De
robe is versierd met schitterende motieven
van rose koraal, handborduursel en echte kant.
Tot Edna May's uitzet behooren: bruids
kleed, twaalf reiscostuums, tien japonnen,
tien avondtoiletten, zeven tea-gowns, zes
mantels, drie toiletten voor watersport en
tennisveld, dertig blouses; (mevr. Oscar
Lewisohn kan dus gedurende een geheele
maand lederen dag haar blouses varieeren)
vijftig paar laarsjes en schoentjes,
vijf-endertig hoeden; mér hoeden dan er dagen
in de maand zijn. Never mindl Zij kan op
n en denzelfden dag een paar verschillende
hoeden opzetten. De opgave sluit met ver
melding, dat fcet bruidje in 't bezit is van
100 stuk lingerie.
Kngelsche vrouwen houden er in den regel
niet van een groot aantal van die artikelen
te bezitten. De Uollandsche gewoonte om in
dit opzicht met dozijnen te werken, vinden
zij vrij belachelijk.
* *
;!;
Dames (He belangstellen in de onde1 ne
mende, knappe, energiek o, talen t vol le,.Fran!=che
tooneelspeelster Kéjane, intieme vriendin ,-an
Sarah Bernhardt, «uilen met buitenaewoon
veel genoegen het artikel lezen, voorkomend
in de Juni-atlevering van Boon'» geïllustreerd
maandschrift, getiteld : Réjaue als vrouw,
als actrice."
Deze Juni-aflevering is een juweel orn als
reis-lectunr dienst te doen. Réjane," Onze
weeskinderen" en ,,Een reisdagboek'' van
Maurits Wagenvoort" zullen lange uren in
een spoorweg-coupédoorgebracht, heerlijk
doen omvliegen. Slechts een geboren en
onverschrokken reiziger als Maurits
Wagenvoort, trotseert zóó kranig, eindelooze
moeilijkheden, ongeloofelijke ontberingen,
kwellingen van ondragelijke hitte, kwaad
aardige vliegen>teken, benauwende zwavel
dampen, verbonden aan zijn reizen en zwerf
tochten.
Réjane gaat met haar tijd mee. Haar
werkzaam derk-brein heeft de Vrouwen
kwestie" niet buitengesloten, maar met volle
overtuiging in zich opgenomen. Zij is een
nu als een paal met hoog en recht
uitgestrekten hals, dan weer opgeblazen tot een
veerbal of uitgespreid niet ingetrokken kop
als een kwade uil. De koeten en futen en
roode reigers, waarvan de spoorreizigers van
Amsterdam naar Bussuiu eventjes een glimp
krijgen, terwijl de trein het Naardermeer door
snijdt, laten zich hier kaltnpjos bekijken en
bestudeeren; ook teekenen, door wie wil of
moet; en er wordt heel wat aan gedaan in
Artis, aan dat bestudeeren en teekenen van
dieren.
Ook in de volière van kleine
insectenvogels (achter de uileubrotderi;) zit een
merkwaardig dier te broeden, dat duidelijk
door houding, kleur en manieren een i-erwant
Aan den Zwanenvij ver in Artis.
is geweest. De leuke jonge zwaantjes
ena1!scholvers zijn al haast weer groot, maar 't
voeren door de ouden gaat nog voort en in
de eendenvijvers zal in deze of de volgende
week een taling afdalen met haar jongen;
een mooie man-bergeend bewaakt trouw zijn
wijfje entoekomstigkroost tusschen de matjes;
hij beschermt ze tegen nieuwsgieringen en
indringers, alleen een krakeend, die er ook
broedt, laat hij vrij toe in 't gereserveerde
hoekje.
Eenig en mooi is de collectie eenden in
deze middelste vijver, alle duikers en
zaagbekken, die in ons land voorkomen, zijn er
vertegenwoordigd; ook de echte eenden, tot
de moeilijk te krijgen en te houden eidereend
De Broom met jong.
Naar een prentbriefkaart mij gezonden door een lezer van de Groene.
dagen heel wat; de groote kroonduiven,
grooter dan een haan, hebben een nest ge
bouwd, in de volière van den voortuin bij de
zwanenvijver; en in 't rijtje tusschen de beren
en de roofdieren galerij loopen de groote
witte zwanen trqtsch om hun donker grauwe
donsjongen.
Een waterhoentje broedt achter in de
.groote steltloopers-volière; daar is nu op
verzoek een bank gezet, en die was er noodig;
wel een bew-ijs, dat 't publiek interessant gaat
vinden, waar 't vroeger nauwlijks naar om
keek, 't Is dan ook wel de moeite waard, vijf
roerdompen hun evoluties op den grond en
in de boomen te zien uitvoeren, hun onge
looflijk grillige houdingen te zien aannemen,
toont te zijn van de roerdomp; 't is een
woudaapje. Het mannetje stapt of vliegt tusschen
al de zangvogeltjes door, 't wijfje zit achter
den boora op 't nest. Als hij 't broedwerk over
zal nemen, klimt hij in eens piraal van onder
den veeltakkigen boom in, en presenteert
zijn dienst met zonderlinge geluidjes aan 't
wijfje; na eenige aarzeling neemt ze aan, zij
staat op om te eten, toilet te maken, hij gaat
voorzichtig op de eitjes zitten. Van de week
komen ze, hopen we, uit, en dat is stellig
een groote zeldzaamheid een broedsel jonge
woud-aapjes te zien. Misschien hebben geen
tien menschen in ons land dat ooit waar
genomen.
Dan kan ook de heele volière opnieuw
gevoorstandster van de intellectueele ontwik
keling van het jonge meisje; zjj zegt: De
tijden zijn voorbij in Frankrijk, dat het
jonge meisje een gansje was zonder recht
van spreken, zonder oordeel over het leven,
over de menschen. Het ideaal van het jonge
meisje is niet langer een romantisch duifje
te zijn', dat teeder lonkend afwacht tot de
held van haar leven verschijnen zal, om haar
genadiglijk tot zich. te nemen. Het jonge
meisje, heden een bakvischje, morgen een
vrouw, wil verlicht of liever ingelicht wor
den. zonder nochthans de frisch heid harer
illusies te snel te verliezen door het contact
met een wereld, die zoo lang mogelijk voor
haar onbekend moet zijn."
* *
*
Een Japansch meisje, mejuffr. Tada Upata
is in Marburg tot doctor in de geneeskunde
gepromoveerd.
Binnen kort zal in Weenen een handels
school voor meisjes worden geopend. Tot
directrice van deze up-to-date inrichting is
benoemd dr. Olga Steindler.
* *
*
Een kookboek met ongeveer 3000 recepten!
Geen kleinigheid. Een zeer gedetailleerd werk
over kookkunst is verschenen van de hand
van een Engelschen VatePgenaarndEscoffier.
Zijn goed gedocumenteerd boek : Guide to
modern Cookery is bij den beroemden uit
gever W. Heinemann verschenen. Escoffier
daalt zoozeer af in bizonderheden, dat zijn
verzameling recepten, waarvan hij er een
aantal zelf bedacht, probeerde, verbeterde,
perfectionneerde, aan onervaren, beginnelin
gen in de kookkunst van nut kan zijn. Koks
en keukenmeiden kunnen aan de hand van
dezen vertrouwbaren gids hun meesters onbe
kende en smakelijke schotels bereiden.
Lekkerbekken zullen verrukt zijn over
authentieke kook-wonderen door Escoffier uit
oude klooster-documenten opgediept. In de
exquise bereiding van visch en gevogelte, in
het samenstellen van onovertroü'en likeuren
hebben brave monniken van verschillende
kloosters hun eporen verdiend.
Eieren koken, bakken, kloppen, roeren,
kent iedereen, maar Escoffier heeft 119 ver
schillende manieren om smakelijke
eiergerechten te maken. Een twaalftal wijzen om
kievitseieren te genieten, en, hij verstaat de
kunst, vijftig verschillende soorten omeletten
ter tafel te tooveren!
Oesters en caviar zijn de eenige hors
d'oeuvres, bestaanbaar voor dezen
kookspecialist. Het gebruik van zeer weinig soep.
geen bord vol l vindt hij wenschelijk om den
eetlust te prikkelen.
*
Een gloednieuw modetje, geschikt voor
Arnerikaansche beurzen zijn mitaines van
fijn vlechtwerk in matgoud, versierd met
preciosa. Een mooie parure voor Indische
vorstinnen, voor ons begrip lijken mij deze
handbedekkingen waarvan n enkel paar
een fortuintje representeert, te opvallend.
CAPRICE.
i koekjes, Benoodigdhedeu : 375
gr. boter, 5 eieren, 375 gr. suiker, 500 gr.
bloem, 100 gr. amandelen.
Bereiding: De boter tot room roeren;
steeds roerende 3 eieren (geel en wit) toe
voegen, 2 eierdooiers, de suiker en de bloem.
Bakbiik met boter inwrijven; de massa zér
dun uitstrijken en bestrooien niet in de
lengte fijngesneden amandelen. Ue massa in
den Ov'eu lichtbruin laten worden, daarna in
langwerpig vierkante stukken snijden, terwijl
alles nog in den oven staat. De
Magdalenasoekjes moeten zeer voorzichtig van het blik
afgenomen worden. Zoolang zij nog warm
zijn, zijn zij zeer week en breken dus ge
makkelijk.
De koekjes behooren zeer dun te zijn, waartoe
men het deeg in een dunne laag over het
blik moet strijken.
stofl'eerd worden, nu is 't nog te gewaagd :
't wijfje moest de eieren eens verlaten! Dan
wordt de niet van nature witte klimboom
weer donker gespoten en de oude
bambusastruiken door nieuwe vervangen dan zal
't nog grooter genoegen zijn, bij die eanige
collectie van onze inlandsche insectenetende
zangvogels een kwartiertje te gaan kijken.
Wie er lust en gelegenheid toe heeft
kan hier de vogeltjes, waar ieder tegenwoordig
de namen van kent, werkelijk leeren onder
scheiden; er zitten nachtegalen, rood oorstj es,
blauwborgtjes, roodstaartjes, kwikstaarten,
piepers, tapuiten, fitissen, zwarte meezen,
een staartmees ook, boomklevers zelfs, van
alles en nog wat; en 't goedje leeft en tiert
en ze worden zoo mak als duifjes ; de fitissen
nemen al een meelworm door 't gaas uit de
hand aan. Indien 't lukt.de dieren in 't leven te
houden, zal er ook wel een meer passende
en geriefelijker woning voor onze
zomervogeltjes gebouwd worden. Als de nieuwe
vogelwet eenmaal komt, wordt de diergaarde,
hopen we, de eenige plaats waar ze gehouden
mogen worden; dan moet hun daar de
gevangenschap zoo weinig mogelijk drukkend
gemaakt worden, en 't bestudeeren er van
zoo geriefelijk als 't kan. Maar dat mag ge
rust aan Artis worden toevertrouwd.
Wieden weg in Artis niet weet, moet vooral
vragen naar de zwarte ooievaars, die broeden
op den grond voor hun huisje; de witte
hebben 't ook geprobeerd, maar de koude
heeft de ouden genoopt de eieren te verlaten.
De eieren zijn toen onder de kunstmoeder
gelegd, en ik heb de jonge ooievaartjes eenige
dagen zien klepperen, Jen kleinen grauwen
kop in den nek, precies als de ouden. Jam
mer, ze hebben 't niet lang mogen maken ;
een volgend jaar beter.
De jonge bison zult ge niet licht
voorbijloopen, daar staat 't altijd vol; het diertje is
nu acht dagen oud, een heel leuk
kaneelbruin kalfje, het zuigt best en zal wel groot
worden. Het jonge nijlpaartje is al niet jong
meer, maar nog altijd een groote aantrekke
lijkheid. Als ge er heen gaat, komt ge langs de
pauwen volière; daar zijn bij de reigers en
kwakken in, alle Nederlandsche kraaivogels
bijeen gebracht, van de raaf tot de vlaamsche
gaai en 't kauwtje toe. Er vlak naast vindt ge,
als pendant van de insecteneters, onze
zaadetende zangvogeltjes: vinken, keepen,
kneutjes, geelgors, alles fluitend, fladderend, kij
vend, vechtend, in n woord, springlevend.
Over enkele merkwaardigheden uit den tuin
en over 't aquarium een volgenden keer, mijn
vijf kantjes zijn overvol, maar Artis is 't
nu ook.
E. HEIMANS