De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 23 juni pagina 2

23 juni 1907 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER' W,EEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1565 billijkheid toekomt, door goed geordend gemeenschappelijk werken, ten bate der «raneengeslotenen te brengen, terwijl door die Coöperatie de risiko's bij verhuren weg kunnen vallen ea de moeite en zorg door de leden "eener dusdanige bouwve'reeniging enderlirg gedeeld worden. Die winst is daarom bestemd voor geleidelijke aflossing der schuld, aangegaan onder hypothecair verband tot nagenoeg de volle waarde van huizen en grond, waardoor personen die anders nimmer in het bezit van een eigen woonhuis kunnen komen, nu, wel lang zaam aan maar toch zeker, het genot van een eigen haard" in den vollen zin des woords ten deel kan vallen. Bovendien is de aan eoöp.-wonen ver honden zekerheid van niet door den huis(igenaar tot verhuizen gedwongen te kunnen worden, niet gering te achten terwijl huuropslag evenmin daarbij te duchten valt. En al dit zonder eenig finantieel bezwaar voor den coöperatief-wonende; alleen de waarlijk niet van zonzijde ontbloottekrachtsentwikkeling van fliuk, verstandig, oordeel kundig samenwerken! ? Doch ter zake. Thans komt het sociale telang aan de orde, van coöperatief-wonen. "Wij allen hebben belang bij de woning verbetering, wel de slecht behuisien het meest, doch de goelgehuisvesten ook wel degelijk, al vat menigeen dit niet dadelijk. Slechte woningen doe a velerlei kwalen, liekten en gebreken ontstaan en kweeken die helaas evenzeer aan, als het onkruid welig onder het graan tiert. Die kwalen «uz. woekeren natuurlijk voort onder de goed- ja zelfs onder de uitmuntend wonenden jen het is inderdaad in ieders omgeving niet zoo heel onmogelijk na te gaan, hoezeer baccillen in treurige en slechte inenschenverblij veu ontstaan en vermeerderd ook de zeer goed gehuisvesten tot prooi hebben gezocht en Bevonden! Zulks is dan ook-de basis gaweost, waarop in ons land zoovel als in het buitenland ? met «roote toewijding en niet genoeg te waardeeren veeltij ligen arbeid, wettelijke bepalingen en voorschriften in het leven geroepen zijn, eerst tot beperking en daarna tot geheele wegname der tallooze misttanden en gebreken in de woningtpestanden «n met name in de volkshuisvesting. Maar bij de bespreking dier rijkswetten is overal de hoogst moeielijke ja schier onmogelijke uitvoering daarvan, waarlijk ?iet onder stoelen en banken geschoven. Op een feit mogen wij in Nederland echter gelukkig toch als gevolg daarvan wijzen, ?1. dat sedert het in werking treden dier wetten, op l Augustus 1904, aan het bou?wea van slechte woningen pa*l en perk is pesteld. Hierop is evenwel de bekende uit drukking zeer juist yin pas te brengen: ?wel dankbaar, doch niet voldaan. En juist om dat wel voldaan" ook te bevorderen, kan het coöperatief-wonen zoo . nitstekf nd dienst doen, te meer omdat het Toor allerlei soort huizen en huisjes benut1igd kan worden, dus ook voor de goedkoopsten, waarin de jammerlijke misstanden ?en gebreken uit den aard der zaak het meest yoorkomen. Zelfs in de grootere steden, al waar slechts gedeelten van perceelen tot gezinswoningen ingericht kunnen worden, tengevolge der hooge grondprijzen, is het coöperatief wonen geen bezwaar, al moet t>ekomstig gemeenschappelijk bezit daar onvoorwaardelijk den persoonlijken eigen dom vervangen. Meermalen is door bevoegde deskundi gen op gebied van het woningvraagstuk er op gewezen, dat de verbetering door tllllllllllllltllHlllllllimtlM MILIEU'S. Naar het Engelsch,van GBACE ELLERY.CIIANNIN-Q III. (Stof). Het was in het derde jaar van dit tweede TerbUjf in Europa, dat Cordelia Rschard Kent weer ontmoette. Richaid, nog gekleed in het bergcostuum, waarin hij was a ingekomen, Mep met den vriend, die hem had op gewacht, heen en weer op de reranda van het aan het meer grenzende hotel. Op den achtergrond verrees de in het avondlicht bleekglanzende reeka bergtoppen, die zij van .plan waren te beklimmen, en, als een fijne camee tegen een dier toppen afgeteekend, ontdekten Hichard's oogen plotselin t, het pro fiel eener vrouw. Iets bekends in de ongewone bevalligheid ervan, deed zijn blik oplettender worden. Dat gezicht ken ik," zeide hij. Dat is juli'rouw Fletcher, de schrijfster," antwoordde zijn vriend. ,?0!" zeide Dick. Na een oogenblik voegde hij' erbij: Wat schrijft zij ?" Dat weet ik waarachtig niet, maar de een of ander heeft het mij verte d, dat zij schreef. Een knip meisje maar niet erg loeschiefelyk." H-m l" zeide Dick peinzend. Een paar minuten later giug hij naar haar toe en nam »jjn Tyro erhoed af. Mag ik de kennismaking hernieuwen?" Hij keek met eenige nieuwsgierigheid neer o,p het camee achtige gelaat; hot was ouder geworden, veel ouder, dan alleen op rekening van de vooibijgaande jaren kon worden geschreven. Cordelta bloosde van genoegen. Dick was nut alleen een voorspoedig journalist, hij was ook een deel van thuis"; en zij wisselden nieuws van thuis" met elkaar met al den gloed van afwezigen. ik heb een aardigen brief van je gelezen in 'den Cornet," zeide Dick na eenigen tijd. Daardoor wist ik na(uurHjk,dat je op reis was." wO ja> ik schrijf een enkelen keer wel een« voor den Camel," zeide Cordeüa schou derophalend, alsof dat iets was, haast te Onbelangrijk om te vermelden. '.,'?{?0.1" zeide Dick. Hij was forsch en breed ',ce..w.or4en, en had de gewoonte, zijn hoofd . .een t^ejn weinig vooruit te houden, hetgeen ee,n. :ïndruk gaf van kalme levendigheid. De .'flUtïe kracht en b slistheid waren nog geproManeeerder geworden. Watv heb je uitgevoerd in al die jaren, sedert we slkaar het laatst hebben ontmoet?" Vertel liever eens, wat jij hebt uitgevoerd?" ?vroeg Cordelia, een antwoord vernijdend. ,lk ? O, van alles wat, couranten, po litiek, reizen, oor\ogaeoire?pondenüe, over 't algemeen, alles wat het toeval in mtfn weg braehtv' Zij lette op, dat hij niet schrijven" zeide, maar dat hij haar plotsede meergenoemde wetten eerst dan effekt kan sorteeren, indien iedereen meer hart voor zijne of hare woning zal heb ben, dan nu nog het geval is. Hoewel het kenbaar maken in ruimen kring van het ovengenoemde volle aanbeveling verdient, zoo behoeft het waarlijk geen betoog, daar faet veilig een axioma genoemd mag worden. Immers voor niets is de volle medewerking te verkrijgen, indien de daarbij belanghebbenden er louw en onverschillig voor blijven, terwijl het feu sacré" van betrekkelijk zwakke krachten tot een goed gevolg kan leiden, dat menigeen verbaasd doet staan. Welnu dat feu sacré" (waarvoor ik geene goede Nederl. uitdrukking weet, want de letterlijke vertaling geheiligd vuur" geeft de juis'e bedoeling niet aan) wordt in hooge mate bevorderd door coöperatief-wonen en niet het minst bij de klein behuisden, die in huurwoningen, voor hunne huisvesting eene verbazend grooto onverschilligheid aan den dag legden. Men kan zich het best daarvan overtuigen, door bij het groote aantal coöp.-wonenden te 's-Gra venhage of Haarlem f ens een persoon lijk bezoek te maken, doch iederen is daartoe niet in de gelegenheid, derhalve zal ik het hier door de meest juiste gegevens gaarne aantoonen. Uitgegeven geld waarvoor men dadelijk iets in ruil ontvangt, wordt niet betreurd, omdat er oogenblikkelijk genot volgt op het onaangename gemis, door eea tastbaar bezit. Zoo is nu eenmaal de openbare meening en hoezeer ook kinderachtig te noemen voor goed ontwikkelde menschen, er ligt toch veel begrüpel\jks in. Van daar dat huishuur en belasting betalen voor velen een onaan genaam werk is, omdat men er geen voor werp voor terugkrijgt, dat het onaangename van vermindering van gel ihezit oogen blikkelijk verzacht of wegneemt. De uit drukkingen die beroerde huurcenten" 't is zonde zooveel gold als je \erdlaapt" enz. zijn waarlijk niet zeldzaam; z\j bavestigen mijne opvatting hier genoemd. Zoolang het wonen als een noodzakelijk kwaad wordt beschouwd, vooral ook door het meerendeel dergenen die gehuisvest zijn volkomen in strijd met de thans uitvoerbaar verklaarde Woning- en Gezondheidswetten, is de bevordering van het groote sociale belang het woningvraagstuk'' niet mogelijk. Verder dan wij nu gekomen zi:n, n.l. het stuiten van voortgaan op het verkeerde pad, komen wjj niet. De bedragen die van gemeente en het rijk gevraagd moeten worden, als voorschot tegen matige rente met aflossing in hoog stens 50 jaren, tot het voldoen aan de Ned. wet telijke bepalingen en voorschriften in zake alle huisvesting, zijn zoo exhorbitant hoog, dat zij veilig als boven de draagkracht van ons kleine land gaande, tot de luchtkasteelen in Spanje gerekend kunnen worden. Ieder een kan zulks gemakkelijk berekenen, door de sommen na te gaan, die door een half do :ijn vereenigingen re jds aangevraagd zijn, nadat zij erkend waren als uitsluitend in het belang der volkshuisvesting werkzaam. Stel het aantal onvoldoende woningen op n per 200 inwoners, dus reeds te laag volgens de statistiek, en dan reeds is het cijfer, in evenredigheid met de reeds aan gevraagde sommen en het daarbij gemelde aantal woningen, zoo verbazend hoog, dat het de draagkracht der goedbehuiiden, op wier schouders het nadeelig verschil in rente toch neer moet komen, te bovon gaat. Zal het dus lapwerk blijven? M eten ling scherp aankeek. E:i wat ter wereld heeft jou naar dit afgelegen oord gebracht T' Ik ben hier gekomen om typen te bestu deeren," zeide Cordelia. Dat is grappig, ik ben juist hier ge komen om ze te ontloopfnl om te probeeren, of ik mijzelf moa kan wandelen, en opaouden, altijd en eeuwig over menschen na te d mken. Maar 't gieft niets" Hij haalde de schouders op. fk btsgin alweer te verlangen naar mijn gewone leventje; over een dag of twee verdwijn ik weer." Hij verdween echter niet. Tot zijn groote verbazing kwam hij weer onder de oude bekoring, de bekoring die nog steels iu Cordeha was, half bedekt door iets ander,-, dat er een .eigenaardige nuance aan gaf. Van tijd tot tijd hadden haar o >gen een uitdruk king van doffe treurigheid, die Dick in het hart trof. Hij vermoedde die uitdrukking weer onder de schaduw van dea grooten hoed, dien zij droeg, toen hij op een morgen tm-chen. twee lange slagen met zijn roeirie men in, en na een langen blik op het veel zeggende proflei, onverwacht zeide : Waarom maak je geen hoeden op voor de kost?" Cordelia zat plotseling zoo rech; als een kaars; hot vuur in haar oogen brandde de tranen weg. Waarom maak jij geen vesten 1" vroeg zij. IJick werd eenigszins bleek; hij voelde den terugslag van den slag, dien hij had toege bracht. Maar kindlief! Cordelia ! Zto meen Ie ik het niet I Ik meende alleen maar, dat jij de eenige vrouw ter wereld b^nt, die de kunst verstaat, een schilderij van zich zelf te maken, al de anderen zijn zulke nacht merries! Vroeger kon ik om zoo te zeggen mijn oogen niet van je af hoaden, en nu is 't precies hetzelfde. En bovendien" ging hij voort met het mannelijk instinct voor verdediging «het is immers eervol en artistiek werk?' Dat kan wel zijn maar het is nu een maal niet mijn werk," zeide Cordelia. Riehar i was op het mint, met een soort wanhoop te zeggen : Wat in Godsnaam is dan wél jou werk?" Maar hij keek naar haar, en in plaats van zijn gedachte uit te spreken, voelde hij een groote teelerheid in zich opkomen. Hij legde de riemen neer, niet zonder met eenige bitterheid aan een vorige gelegenheid te denken, en zeide op vasten toon : Oordelia geef het op! Word mijn vrouw!" Ik zal het non't opgeven" zooals jij het noemt,' zeid-» Cordelia op harden toon. Nu, word dan mijn vrouw zonder het op te geven," zeide Dici. Dat zou op hetzelfde neerkomen." Onzin l wanneer je werkelijk eenig talent hebt, zou het dat niet,'" zeide de man, met die woorden zijn laatste kans tiendui zend mijlen ver weggooiend. Het is absoluut nutteloos, het te vragen," zeide Cordelia, bleek en stijf reohtop tegen over hem zittende. wetten van beslist voornaam sociaal belang, waaraan tal van kundige personen hunne beste krachten hebben gewijd en nog gaarne blijven wijden, in de eerstvolgende menschenlevens slechts ten deeléuitvoerbaar blijken? Gaat het aan zich te vergenoegen mot een halven dop in plaats van het ge heele ei, zoilang nog niet alles zeprooeerd is ter verkrijging van het geheele ei? Immers neen en vooral niet als bevorde ring van dat sociale belang bereikbaar is, ind'.en een aantal Nederlanders eenvoudig maar willen breken met on«o erkende ge hechtheid aaii bestaande toestanden, iets wat zeer zeker hare goede zijde heeft, maar waarom men toch niet te sterk moet vast houden, zoodra het 't al .renteene belang, dus ook dat van ons zelf, in den wegstaal! Aan de earste spoorwegen durf.ie?) de Nederlanders nu>t aan en evenmin uan do eerste waterleiding- en gasfabrieken. Dat moest met geld uit Engeland begonnen worden, want het zou toch niets geven en de Nederlanders waren veel te verstandig om hunne lieve dubbeltjes we<s te s'iiijten. Wat het resultaat van die overdreven viees voor verandering in bestaande tos^tanden geweest is. behoef ik waarlijk hier niet te vermelden. Iedereen weet het. Coöperatief-wonen is een van de beste middelen om juist do nu nog gebrekkig gehuisveston in goede woningen te krijgen, al is dit stelsel ook evenzeer voor goed ji duur wenenden toepas iel i j k, voor zoover zij hoofdzakelijk best.an van de vruchten van hunner en harer arbeid. Alleen het vooruitzicht van toekomstig persoonlijk of gemeenschappelijk bezit van de woning waarin het gezin gehuisvest is, zonder aan opslag of huuropzegging door den eige naar onderworpen to kunnen worden, geeft ree !s lust tot goed bewonen en het aanbrengen van verbeteringen, wegnemen der gebreken enz., waarop hè; straks genootnde hart krijgen voor die woning" gegrondvest is en wat in trouwe toch niet is te verwachten van huurwoningen, waar van een goed bewoner die prompt betaalt, na er b.v. 20 j iren te hebben gewoond, bij het verlaten er van nog geen halfbteentje toekomt! Nu bedoel ik volstrekt niet, dat ie iereen die in termen valt voor coöperatief-wonen, meer werk zal maken tot toepassing van dit stelsel ten eigen bate, dan tot heden het geval is. Och neen goede wijn behoeft geen k-ans en iets wat in twee Ned. steden sedert 20 jaren reeds bu -gerrecht verkreeg, krijgt avond of morgen o >k in andere gemeenten hetzelfde, zonder dat het op mijnen weg ligt daarvoor propaganda te maken. Maar iets anders is het, wat het sociale belang daarvan betreft, want iedereen die middelen kent, ji zelfs ree Is iedereen die op goede grond in middelen meent te kennen, die ten nutte van het algemeen kunnen strekken, is zedelijk verplicht daarop zooveel doenlijk allen aandacht te vettigen. En omdat nu de erg goedkoop wonendon, natuurlijk de meeste verbeteringen in de huisvesting behoeven, moeten wij allen trachten bij dezulken de lust op te wekken tot het zich althans op de hoogte stellen van het voor en togen van coöperatief wonen, waartoe zoo,vel te 's-Gravenhage ah in Haarlem vol loonde gelegenheid be staat, want het aantal coöp.-wonenden in die t.vec steden is balangrijk en door langjarigon omgang met zoovelen hunner, mag ik veilig hier nederschrijven, dit elk wo ning coöpcritor gaarne bereid is, iemand op do hoogte te stellen van de hijzoadertk heb mijn lev^ii gekozen, en ik ver/,oek je vriendölij <., het mij nooit weer te vragen." Heel gead." antwoord Ie Dick, dj riemen weer opnemcad, niet nog iets meer bitter heid zich dat aadere gelijsworttg oogenblik herinnerend, en niet een ernstigen blik op de stijve gedaante aan het roer. Dien avond vertrok ur. Arm klein ding! ik zal tenminste zor gen, dat mijn tegenwoordigheid haar niet meer hindert," was zijn wijze geweest om het uit te drukken. Cordelia zelf verliet het Zwitsersche dal niet lang daarna. Er waren weinig interes sante menschen; trouwens, over 'tulgjmeen waren ernargtns veel interessante menschen, begon zij te voelen. Het Ie/en zelf was slechts matig interessant, en het zici op-eenaf stand-voelen, dat al tij i een van haar karak teristieke eigenschappen was geweest, begon een overheerschende karaktertrek ie worden. Het wa-% alsof zij zich be-voo^; in een wereld, wair.-an zij eelt' geen wezenlijk bestand leel uitmaakte. Een omestemde. rusteloosheid dreef haar teru^ naar Hillbrook en daarna weer naar Europa. Haar ouders hadden, in hun groote teederheid, reeds lang stilzwijgend aangenomen, dat Hillbrook niels bezat, wat Cordelia zou kunnen binden. Dat haar talent langen lijd noodig had orn te rijpen, en behoefte had aar, den zonne schijn van vele vreemde landen en aan leven brengenden toevoer uit vele vreera Ie bronnen, namen zij aan met den zelflen eenvoud, waarmede zij, nu meer dan dertig jaar ge leden, Cordelia zelf had len begroet, toen zij in hun leven was verseaenen als het groote won ier van hun bestaan. En voor professor Fletcher lag er een altijd nieuwe bekoring in, zijn dociiter te liooren vertellen over de lauden dierbaar aan zijn Mer >vingUche of Hoscovietische godheden die hij zelf slechts met zijn geestelijke oogeu had aan schouwd. Hij was ouder en zwakker geworJen door zijn onvermoeiden werkij ver, en zijn vrouw die altijd aan zijn zijde to vinden was was onmerkbaar met hem ou l geworden. De tij l had talloos eerhewij/.en gebracht aan den bescheiden geleerde, eerbewijzen, die hij een kort oogenblik op prijs stelde terwille van de voldoening, die /.ij zouden kunnen bezorgen aan Cordelia die bemerkte, dat zij langzamerhand hakend begon te raken a!s de dociiter van den g-jschiedjchrijver en die hij dan oven spoedig weer vergit .Misschien had gien enkele vau die eerbewij-.en hem half zooveel genoegea gedaan, als het schitteren Ie overzicht van zijn levenswerk, geschieven door zijn voor malig n huisgenoot en leerling Kichard Ki»nt, nu hoofdredac;eur van een tijdschrift, dat den toon anngaf in letterkundige beoordoslingen. In die jaren van heen-en-weer-zwerven timchen twee vastelanden verbeeld Ie Cor delia. zich, dit zij wetkte, en '/.ij bracht dan ook werkelijk een. tw»i-de roekjo vo.irt, dat echter perdu blot'f liggen; zij iiid er nog niet toe kuuneii besUiken, het te oulenvurpen heden dienaangaande, uitgaande van het goede en gezonde grondbeginsel, dat men arderen ook met he*t grootste genoegen iets gunt, zelf al-s een'voorrecht ondervonden. En waarlijk niemand zal het zich ooit beklagen, een deel van den vrijen tijd be steed to hebben aan meerdere kennis vau coöperatief wonen, waarvan ik het sociale belang hier slechts in breede trekken heb uiteengezet, aangezien ik niet op te veel plaatsruimte in dit weekblad aanspraak mag maken. Want er zijn z;ovele sociale beUngen! llHiiimMmmHtiimtiiuiHiiiHliiiiiiMiiimiiiititfiiiiiiiiiniiiiliiiiiiiHlli Du teplifli ier CoreiaDsiot. Ik had zeer onlangs op deze i laats de gelegenheid om over vlaamscheu volksaard te schrijven, naar aanleiding van do Cjremanswet, die, tersvijl ze in de belgische Kamers besproken wordt, tegelijk de vlaamscho en i'rausehe pers alhier in rep cnde roere zet. J k beweerde daar ergens dat, voor eerie rechtvaardige behandeling der vlaamsche zaak, de t jden nog niet ge komen wareu en de menschen nog niet rijp. Dit blijkt nu voortreffelijk ah 111311 na gaan wil wat, in de ontwikkeling van dea vlaamschen strijd., de beteekeuis is van zulke C jremanswet, en hoe zij, op een politiek gebied, be?tredon wordt en verdedigd. De Coremanswet is de logische door/ettuig der wet van 1083. Deze wet schreef in Vhiamsch-Bilgiëvoor, dat allo of/iciëele sjholon van middelbaar hooger onderwijs (athonaeums en colleges) een overwegendv'aamsch onderricht zouden geven en dat, tamelijk, de germaansohe talen (engelsch, duits.:h) en twee andere vakken minstens (geschiedenis en aardrijkskunde eenerzijds CM iiituurlijke wetenschappen ten andere) in hot vlaamsch moeten ouderwezen wor den. Toegelaten werd nochtans dat, benevens dat vlaamscho regiem, een régime wallon" kon worden ingesteld en dat, aldus, de ouden?, naar beliefte, aan hunne kinderen het waalsche of ht-t vlaaiiuuhe systeem mochten opleggen. De tweede wet, welke thans aan de orde is vau den dag, moet aangezien worden als eene uitbreiding van die earste. Zij wil ook de vrije of private onderwijsinrichtingen, die geldelijk djor den Staat ondersteund worden, aan de voor schriften van 1883 onderwerpen en schaf; meteenen het régime wallon' af, dit, het is opvallend, uit den aard der zaak zelf in de vlaamsche gewesten geen reden van be staan heeft. Do eerste Coreniins-wet word door de katholieke meerderheid gestemd en de tweede Coremans wet zoude insgelijks door die zelfde meerderheid gestemd worden, in dien niet een bisschoppelijke omzeil ibrief te kennen had gegeven dat de kerkelijke overheid, die het meerendeel d;r viije scholen beheert, de fliiningantische btelling niet kon aannennn. Deze bisschoppelijke inrarnging, welke door August V ermeijlen en LodewijckdeKiedt,in het tijdschrift Vlaan deren" behoorlijk werd aan de kaak gestold, gaf aa ?leididg tot het zonderling politiek voorspel, waarvan wij nu, in de Kamers, aio de wreo Ie toets van de pub ieke opi nie. Gedetllelijk was ditdaaraautoetebchrijven.dat zij iu haar critisch oordeel zoo veeleischend was geworden, dat zij, wat passende typen en gesch.kte milieu's betreft, zelve nooit tevreden wis. Het leven was voor haar langzamerhand een koortsachtige jacht op materiaal geworden, waarvan zij achterna het grootste gedeelte weer minachtend weg wierp, vol verbazing o/er de armoede vaa het heela!. Het was gedurende haar derde ofmissclren wel haar vierde verblijf in Europa, dat zij U'chard weer ontmoette. Ditmaal was het iu het Kurhaus van een mode-badplaats, en hij kwam naar haar toe, terwijl zij op het promenade-uur naar het menschengewoel zat te kijken. Nog a'tijd aan het bestudeeren van ty pen?' zeiie hij. Nu, dit is een prachtige gelegenheid daarvoor." Ik voor mij vind de menschen hier bij '.onder oninteressant en alledaagsch," zeide Gordelia met ie's hooghartigs in toon en hou ling, ik gebruik het geheel alleen als milieu." O!'' antwoordde Dick. Hij bleef naast haar loopeu, en was vrierde.ijk en attent gedurende de enkele dagen van zijn verblijf, maar hij bracht liet ge-prek niet weer op beroep!<paesneB, en hij vroeg haar niet weer, zijn vrouw te willen worden, twee verzuimen, waarvoor Cordelia niet blind was. Toen vertrok hij plotseling. Is het werkelijk waar, dat mijnheer Kent weg is V' vroeg een vrijmoedig Ainerikaansch meisje, op Cordelia toesnel'.eud, den dag na zijn vertrek. Het was een aardig zij het dan ook eenigs/.ins wereldseh meisje, dat tot nu toe geen tien woorden tot Cordelia had gesproken, hoewel deze had opgemerkt, dit zij haar en Richard overal met haar blikken had gevolgd. (?Zij weet zeker dat ik schrijf," had Cordelia gedacht, en die rneening had haar genadig vriendelijk gemaakt tegen het jonge ding). O, en ik «natteer naar hem iets te zeggen O"er zijn boek! Ik durfde eerst haast geen mond tegen hem opea te doen, niur nu ik heb een gevoel alsof ik alles tegen hem zou kunnen zeggen, en alsof hij alles zou begrijpen. Ik heb het boek laten komen, zoodra hij hier kwam, en ik heb d>-n heelen nacht opgegeten om het uit te le/.en ! Wat! hadt u daar niet van gehoord? Wel, het is liet boek van dit jair, het is al iu de ik weet niet hoeveelste uit gave, yn o, het is zoo'n heerlijk boek, zoo waar zoo diep zoo aangrijpend, zoo krachtig zoo echt Ie/end ! IK had hem zoo graag willen zeggen, wat ik er voor voelde. Het het geeft je zoo'a gevoel, alsof?alsof' je dadelijk naar huis zoudt wilien gaan," eindigde het jonge ding, en tot Cordelia's verbazing stonden er tranen in haar blauwe oogen. U 7/Mcf. het lo/.en, neemt u mijn exemplaar maar," zeile zij, het in Cordtlia's hand du -vond. Cnrdelia's vingers sloten zie'.i om het boek, en Cordelia draaide zich haas'.ig om. Gehooi de hooge potsierlijkheid ten beste krijgen, Het mag inderdaad een wonderbaar^epektakel heeten. ' '-'? M AVoeste, TO >rman der katholieke rech terzijde en talentvolle verdediger der kerke lijke rechten, opende het debat met eene behendige redevoering, waarbij hij te be wijzen trachtte dat de Coremans-wet de vrijheid van het onderwijs krenkte en bij gevolg, wegens hare ongrondwettelijkheid, moest van de hand gewezen worden, Do zeer uitdrukkelijke verklaringen van M. Woeste braken de katholieke eensgezind heid. De vrienden van Coremans hielden voet bij stuk. Hieruit wilde nu de linker zijde een onmiddellijk voordeel trekken en de liberalen o, a. die zich ten allen tijde zeer weinig met de Vlaamsche beweging hebbfn ingelaten en met meer overmoed dan bevoegdheid steeds hare billijkste vor deringen bestreden, werden ineens warm voor de zaak. Zij zouden nu Coremans ter zijde staan, omdat eene wet die voor de oiticiëele scholen goed was bevonden, ook voor de vrije gestichten goed moest zijn. De sociaal-democraten beweerden dat zulke wet, die den burger dwingt de taal te ken nen vanden proletariër, de maatschappelijke afstanden vermindert en de toenadering bewerkt van werkman en bezitter. Kortom de oppositie, die zich aantloot met de katho lieke vrienden van Coremans, bereidde aldus een hinderlaag voor M. Woaste, de ver brokkeling der regeerende meerderheid en wellicht den val van het pis-ontstaan oa zoo traag ontworpen ministerie. Het gevaar werl pndertusschen door de bedreigde Rechterzijde ingezien. Men be werkte er de formule van een zoogenaamd graduaat" dat tegelijk de gunsten van Coremans' en Woeste's vrienden zoude ver eenigen. Dit graduaat moest dan ook, om aan de bisschoppelijke voorschriften eene schijnbare voldoening te geven, de schijn bare ongrondwette ijkheid redden van de Coremanswet. Deze formule, welke zich schikt naar de gegevens van een door minister de Trooz voorgesteld amendement, zal zeer waarschijnlijk door de Kamer aan genomen worden, en zoo ver is men nu toch, dat de verbrokkelde meerderheid weer eensgezind optreden kan. Het graduaat werkt niet, zooals het ont werp vau H. Coremans, rechtstreeks op de inrichting der vrije scholen. Het eischt dat ieder student, eer hij op eetie hoogeschool toegelaten wordt, blijken geven moet van eene grondige kennis der nederlandsche taal, of een bewijsschrift nederlegt, waarbij vastgesteld wordt dat hij, in eene inrich ting van middelbaar ho >ger onderwijs, het duitsch, het eugelsc , de geschiedenis», de aardrijkskunde en de natuurlijke weten schappen in het nederlandsch heeft aange leerd. Het graduaat bopaalt zelf de tamelijk ernjtige opgaven van hot inganisexaoacn, waarnaar het de taalkundige bekwaamheid wil onderzoeken van studenten, die het geen hun bijgovolg vrijstaat buiten het door de C M'emans geregeld onderwijs zijn te leer gegaan. De geest irii'r, de Vlaamschgezindheid der liberale oppositie verminderde naar gelang van het toenemend akkoord der rechterzijde. Men vond nu dat er heel wat op do wet was af te dingen en dat de afschaffing van het regime wallon ' op slot vau rekening als eone schreeuwende onrechtvaardigheid mo3st aangezien worden. Tevens bemerkte me,i dat Brussel zoude behandeld worden als een Viaamsche ttad een denkbeeli dat het verduldigst doctrinair dagblal dadelijk op hol bracht. Ik geloof niet dat gevende aan die levenslange gewoonte, waar aan zij nooit scheen te kuanen oatgrje;ea, ging zij naar hair kamer, en ging tegeno ver haar beeld in den spiegel zifen. Du-k had geen woo-d gtzgd ocer zijn boek. Er waren tij o e lijnen om haar oogen ea lippen zij zig ze voor de eerste maal; haar geaee'e gelaat be^on te verharden, te tvrniyVn, het bezat nog zijn oude schoonluid van vorm, maar de bekoorlijkheid begon te verdwijnen. Dick had haar niet weer gevraagd, zijn vrouw te ivorden. Co-delia zag eruit als een vrouw van middelbaren leef ijd, toen zij het boek op nam. Het jonge meisje had den heelen nacht opgezeten, Cordelia bleef den heelen dag zitten lezen. Het lunch uur ging onop gemerkt voorbij, terwijl zij blaiaijde na blad zijde zat om te slaan. Het was niets acders dan de geschiedenis van een onbemid lelden professor in een kleine universiteitsstad maar het was de geheele cosmos der menschelijke ziel. Het milieu werd gevorm l door doodgewone huizen en straten, maar het perspectief was dat van een geheel ras. De typen waren gewone mannen en vrouwen, maar zij streden met de liefde en den do ~>d en den arbeid, en in hun midden groeide da figuur van den hard*erkenden, onzelf juchtigea geleerde tot een heldengestalte. De harten van vrouwen, de gedachten van mannen leefden erin. Teen Cordelia het boek dichtsloeg, legde zij haar hoofd erop en snikte. Dick hal zijn stukje levende geschiedenis" geschreven ! Het bewijs daarvoor was in Cordelia's armen, ni'gestrekt naar een onzichtbare gediante, en in haar kreet: O vader, vader!" Waarom had zij hem verlaten ! Het kleine stadje was groot genoeg geweest voor deze twee mannen deze twee groote mannen, zooah zij ze bij zich zelf noemde, in een brandende opwelling van liefde en trots; en zij dacht aan haar eigen dorre, zich-zelfzoekeii lo jaren, en bedekte haar gelaat met beide handen. I)i k ftad geen ivoord gezegd over zijn boek ! Zij herinnerde zich, wat het jonge meisje had gezegd: Het geeft je een gevoel, alsof je dadelijk naar huis zoudt willen gaan!" en zij stond op en wierp een blik op het ontroerde beeld in den spiegel. Ik zal naar huis gaan," zeide zij en hoeden opmaker." Toen bedekte zij haar gelaat weer. Dick had haar niet weer gnraugd, zijn vrouw 'e worden. Op dat oogenblik meende Cordelia, dat zij het toppunt van lijden had bereikt. Doch zij vergiste zich. Een kloppen op de deur deed haar zich oprichten met een instinctmatige nabootsing van de oude hooghartigheid. De jongen, die haar de gele enveloppe overhandigde, was de laatste, die ooit de oude Cordelia zag. Voor zijn oogen zag hij haar sidderen, en ver anderen in oen andere Cordelia, onder den sla i van de tijding : Uw vader stierf van morgen om zes uur."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl