Historisch Archief 1877-1940
No.
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
de Ylairnsche beweging ooit meer dan nu
zoo gulzig of zoo wanhopig door de
Franschgczinde pers beknibbeld en bemodderd
?werd maar nooit, tevens, nooit bleek op
grovelijker wijze de ijdelheid, de
kleirzifrlig?fceid, de ploertiahetd van hare strijdlustige
argumenten. Men ging beweren dat het
Vlaarasch geen aansjraak kon maken op
de kwaliteiten van eene beschaafde taal,
dat de Vlaamsche beweging een middeltje
was voor baantjes-zoekers, dat men de Walen
zoude verplichten afstand te doen van de
Fiansche cultuur om hen de Vlaamsche
op te dringen, dat men de Vlamingen, die,
men wilde het gaarne bekennen, te
verachterd waren ora zich hierover een tigen
oordeel te vormen, wille beletten eene
taal aan te leeren en te gebruiken, dia
eeniglijk hen uit den poel van hunne on
wetendheid kon hel pen, name! ijke de fransahe
taal, dat de Vlamingen eigenlijk een
sinoeschen muur om hunne grenzen optrokken,
dat die fransche taal een wereldtaal was,
dat het idioot zoude zijn zulk voortreffelijk
instrument prijs te geven om zich in het
nauwe provincialisme van een
achterbuurtsdiale t op te sluiten, dat overigens de Gron
lirtt de vrijheid van onderwijs en de gelijk
heid der talen had uitgeroepen en dat de
Walen zich nii't zouden laten b jdtt'eu door
eaB hoop schreeuwers, die zich de
vourloopers waanden van eene volksbeweging
terwijl het volk van toeten noch blazen
wist en buitendien voordurig zijne liefde
?voor de fransche taal had laten blijken,
enz. enz. Wanneer dan het wetsvoorstel
Brussel onder Ie Vluamsehe steden rekende,
zag men dio mensohen stuiptrekken. Brussel
eene vlaamsche stad ? Waar, in Grodsname
haalde men die onzinnigheid vandaan'.' Daar
zijn daar wel een dikke hond rd duizend
nlan, die geen andere tail dan de VUam-iehe
kennen, maar gij x.ult er evenveel vinden
die geen andere dan de Fransche kennen
?plus flink t wee "-honderd duizend, die n
\laamscd on f'ransch spreken... M?n gut'
niet gaarne toe dat een Brusselaar, die do
twee talen spreekt, feitelijk een \ldming
is,en dat een hoop van diegenen, welko alleen
fransch spreken, die tanl voeren met da
Kaekenbroecksche sierlijkheid van iemand
dio ze gebruikt om viaamsche gedachten
uit te drukken.
Maar de wet, die op zulke armzalige
wijze en met eeiie zoo bespottelijke
ern-tigheid bestre len werd. hoe wordt ze verdedigd?
Het is waarlijk jammer dat zij met geen
betere argumenten werd ^erde ligd dan
met dewelke zij werd bestreden.
Devlamingen hebben niets anders kunnen doen dan
antwoorden op de dwaze drogre lenen van
hunne tegenstrevers. Zij hebbc i de zaik
niet van hooger aangevat, omdat zij on
machtig waren om ze van hooger te be
kijken, en man kon alweer ten overJado
hooreri dat het Vlaamsen een heeilijke taal
is, dat de Vlamingen een roamvol verleden
hebben, eene aio n geprezen schil lerscuocl
en eeue fatsoenlijke literatuur, dat het
vlaamsch door moer menseden in Belgi
gesproken wordt dan het franscb, dat het
' de sleutel der germaansche talen mag
genoemd worden en dat dan het duitsch
desnoods wel kan opwegen tegen het fransch,
dat de tual gansch het rolk is en dat wij
gelijkhsid eisenen, enz..."
Neen, zeker niet, de tijden zijn niet ge
komen, want de menschen zijn nog niet
rijp. Wel is de Coreraanswet eene uit
stekende wet, dewijl zij de geestelijke ont
wikkeling van het vlaamsche volk beiogt,
maar het verplichtend onderwijs zoude b.v.
ook zeer uitstekend zijn en de systematische
inrichting van het vakonderwijs insgelijks.
De mensjhen zijn niet rijp. Hot volk is
zich den toestand nog niet bewust gewor
den. De Vlaamsche beïvegin? is, zeer
eenvoudiglijk, eene oeconomischo kwestie die
op politieke gronien moet opgelost worden.
Toon aan het volk dat het verachter.l js,
dat het zich beweegt onder het gernid lelj
geil der Europeesche cultuur, dat het arm
is, omdat het tegenover de uitbuiting der
vreemde machten ontwapend staat, dat het
vernederd i*, kapotgeslaaf'l en hongerig
en zeg dan aan dat volk: zoo zij;gij, omdat
gij niet ontwikkeld zijt, een ontwikkeld
mensch is een, die zeer rijpelijk en zeer
volledig is wat hij is, een Franschman, een
Duitscher, een Hollander... een Vlaming;
wil niet anders zijn dan Vlaams h, want gij
kunt uw aard nit t wegredeneren, evenmin
als gij uw neus kunt wegcijferen, wil zijn
wat gij zijt, volledig en rijpelijk, herwin
eene Vlaamsche kuituur, die u verheffen zal
tot op het plan der wereldbeschaving, en
?dus zult gij opstaan uit uwe ellende, want
gij zult gewapend zijn en gij zult kunnen
strijden.
In n zin kan ik mij over de onbenullige
beipreking en de onhebbelijke behandeling
der Coremans-wet verheugen, namelijk dut
de rumoerige beunhazerijen tot dewelke zij
van weerskanten aanleiding heeft gegeven,
door hun hol lawaai eenigszins het geweten
van Vlaanderen's volk zullen hebben ge wekt.
HKKMAN TEIKLISCK.
Verz'n, van ANSIE SALOMOXS, bij K. A. J.
van Dishoeck te Bussum, 19Ü5.
Wijze menschen zeggen dat we eigenlijk
nog geen liieratuur hejben we hebben
nog geen drama ; we hebben nog geen groote
klassieke gedichten ; na Gjrters Mei geen
epos. En de novellen het is alles maar
fotografie der realiteit, geen klassieke compo
sities, waar een geheele cultuur uit spreekt.
Daar krijg ik een klein boekje in handen.
Ik had juist op eenregenachtigen namiddag
een klassieke compositie willen beginnen
maar ik dacht: ik zal toch nog eerst even
dat boekje inzien : Verzen van Annie
Salomons. Het zal wel zoo wat meisjes geprobeer
zijn. Dat meisje zit natuurlijk vol met allerlei
moderne literatuur. Die lnat ze nu weer in
stukjes en brokjes drukken en meent zoo
een origineelen bundel de wereld in te zenden.
Maar ik ga er wat in le:ea en... het is
me of ik in een wildernis ben binnen ge
komen, een heerlijk woud waar welig de
kliunplanten om de stoere stammen ranken :
heuvels en dalen, en van de heuvels af
springend, door de dalen verder stroomend
bruischende vlieten en tusschen dat al de
nige bewoonster wel waren er ook
anderen rond, bezoekers en bezoeksters
maar zij is er de beerlekende, de koningin
of rnoet ik zeggen de Era, de nimt, de
eeu «g lijdende, scbaarsch genietende vrouw
neen het jonge meisje, dat reeds alle lijden
en het luttele geluk, dat lieve vrouwen wacht,
in zich zelve van te voren vjelt en kent,
nog vóór het leven het haar heefc doen
-osIon eu kennen. Ja, van te voren, want zij
is dichteres.
Zie en hoor, wanneer gij haar daar in hare
een'aambei! bespiedt en beluistert ??gij
moogt h* t, gij kunt het want we hebben
haai aan bet voor u tegenwoordige ont
rukt jiij zult haar luoren, hoe zij lacht
ea hoe te wtent, haar smart uitzegt of snikkend
neerligt, uitgestrekt langs de voortsne!lende
vliet, hoe ^ij jubelt en dartelt met spselnooten,
opgeko u n u(t het diepst van het wou i, in
den jonytn joligen wind eenen minnaar meent
te vindrn, dan weer de leegte van het
verlangen, het derven gevoelt, dat neerslaat,
maar zo.ider te vernietigen dan luid uit
zegt den weedom om den droom, die vervlood,
eindelij< in berusting hoript op hoo;en
rijkdom van geluk, door lijden gewonnen.
Dan maar daar was me-naud anders
bij, d « het kon bespied n dan ik, i&g
ik haa" zitten, geknield bij ne, vrou.v als
zij, een t oudere, maar nog niet de jaren
des Ifcd.ns overschreden, zó') zat wel
de jonge Mei bij hare Moeder in den eersten
nacht des lijdens van hare jonge leven te
tellen aan baar za^ ik haar haar leed
meededen, haar bare geheimenissen belij len,
in preveling slechts voor da andere te ver
staan, d.it er een gümlacn rees op de trek
ken van dia anlere, een glimlach van
hesrlijke herkenning, van begrijpen en begrepen
worden zoo dat ik, die van verre er bij
ttond, nu tot de wereld kan zeggen ziö,
du is de vrouw, die troost brengt, dit is de
engel der hoop.
H i l r., 18 Juni '07. Dr. H. J. BOEKEN.
Reni'snanct. E)nian door ED. TIIORN
I'I:IKKER. Uitgever P. Viffer Azn. te
Haarlem.
Dit is een vreemd boek. Het heet roman",
't is er uitdrukkelijk op het omslag bij ver
meld en ttcli wordt er heelemaal of uijua
heelomaal niet ia ge/rij l \V.it wij
gawoonUk onder een roman verstaan, is htt
dan ook niet. K >rnau, romantisch, rour intiek
dat doel deuken aan dj natuur of ook heel
vaak do onnatuur gezien ( it niet ge;ieü)
dour een temperament heen.
liet is niet zio heel gemakkelijk een juisten
naa u voer dit boek te vinden. Ue schrijver
herfo blijkbaar voor hetzelfde geval gestaan.
W<-1 heeft bij op 't omslag een iiquet ge
plakt mat het opschrif- Renaissance", maar
btdrukte tiqiietten opplakken il toch wat
anders dan i=ts den jtiisten uaa u te geven.
Het veraaal in 't boek is voornamelijk
symbolisch. Maar toch is 't ook weer vaik
realUtUch en dm weer tei denzieus of
aesthetisch sociolo.uoh-philosoü-ch. Men bemerkt
het reeds dit boek mist eenheid. Dieadence
zou beter a's titel passen dan Renaissance.
De schrijver is ieuiani met talent, m tar hij
verstaat het schiijvers-cnélier nog nier. Zijn
boek heeft veel van het hek, dat de smid
Job, zonder teekenen of ont verpen geleerd
te liebDen, smeedt naar een fantasie, eeu
visioen en welk bek in 't buek zoo'a gewich
tige plaats inneemt.
Welk plan bad Thorn Prikker toen bij zich
aan 't sclirijven van Renaissance zette? ii
stel mij zoo voor, dat hij aanvankelijk de
romantiek van de snii.lse heeft willen gi?en.
Onder den arbeid werd de romantiek,
tymboliek en daartusschen kwam dan het realisme.
Veelzijdigheid is eerst dan etn groote deu^d,
wanneer zij tot nheid wordt, andera b ijft
het stukwerk. Een herinnering aan den ver
liet len smid Goujon uit i'Assummoir (ik
h op, dat tnijii herinnering aan een boek
dat ik vijftien jaar geleden Sas, mij niet be
driegt) kon ik niet ondeidtukken bij de
lezing van 't verbaal van de stille liefde van
den smidsknecht voor een kroegdeern.
Twe= wezens zijn er in den schrijver El.
horu Prikker. Hem kenmerkt een zekere
hoekite onbehtu .renneidendaarachtör schuilt
een gevoelige aeslhetisehe beer. Die t ee
persoonlijkheden levui ook in 'c boek. Job,
de kantige, luwe bonk en Autoine het ver
fijnde teekenaartje.
IJe lanen in 't Engelsche park van dit boek,
waarlangs de perken, waterpartijen en
boomgroepen bevallig zijn aangebracht, loopeu
als volgt: Een Xederiandsche smid, een nogal
gewone vent, trouwt niet een datnes-achtige
Frant;üige van voorname familie en uit dit
huwelijk spruit een kiud, Aatoine, dat licha
melijk en geestelijk naar mama aardt en
daardoor, juist als de moeder, vreemd tegen
over den vader staat. Als Ie moeder sterft
hertrouwt de smid met een robuste, onbe
schaafde maar niet ongevoelige viomv u ie
den Nederlandschen werkenden s and, die
een voorkind mee ten huwelijk brengt, da',
later de geniale juwe bonk Job wordt. Nog
twee zonen krijgt de smid bij zijn tweede
vrouw, Mol en Her, die ook nogal ruwe
s nidsknechts worden, zonder genialiteit.
Antoiue, het Frai.scii achtige heenje, voelt
zich in 't geheel niet op zijn gemak in dat
ge/.in uit dea arbeidenden stand. Door zijn
kapitaal van moeders/.ijde kan de smederij
worden gedreven en hij teekent de ontwerpen
voor hekken en ander fijn smeedwers. De
drie smeden beschouwen Antoine als een
opvreter" en na veel kibbelarij trekt Antoine
't geld uit de zaak, hoopt vaa baat vervuld.
dat de smeden nu de zaak zul en rnoe'.en
opdoeken, te meer daar een groot stuk be
steld werk, een hek, op uitvoering wacht
maar niet kan vervaardigd worden, wijl
Atjtoine weigert de teeieuing te ontwerpen.
Maar Job, de geniale smidsknecht, gaat in
stilte zelf aan 't werk en saeedt zonder
teekening het hek, dat ietj geheel nieuws op
't gebied der kunstsmederij wordt en sedert
bloeit de smidse ook zonder Antoines teeken
kunst eu kapitaal.
Nu kent de lezer de richting der lanen
maar of hij nu den weg in 't boek vindt,
weet ik niet zoo zeker. Want er komt nog
van allerlei hij. Een veikstaking, kroegleven,
gedach'enovercoöperatie.kuast, sociologie, re
naissance en antiquiteiten. En veel is treii'end
goed gelegd, juist gedacht, Hink beschreven,
zuiver opgemerkt. Het beste is drf
karakterteetening. Zoo de smid-vader in zijn ruw,
half idioot gedoe, sterk menschelijk en zonder
overdrijving. Soms is 't of juist het gebrek
aan schrij .'ers-métier hier den au'enr. nuchter
en eenroulig het leven naboet-ieererd, tot
het scheppen van dat tchte, waarachtige
bracht, 't welk men ook vindt b. v. in een
brii f van een ongeletterde moeder aan heur
bemind kind of in de schildering van een
onontwikkeld soldaat, die srnukloos van
zijn overste verhaalt. Daczelfde eerlijk een
voudige ligt in de teekening van de tweede
moeder, die niet een stiefmoeder voor Antoine
wordt, maar hem met heur instinct tracht te
begrijpen, een beetje lief te hebben. Zoo
zonder opzet toont de auteur dan een be
gafing, die, mij dunkt, het echte Toorn
Prikkersche ta'ent doet uitkomen; b. v. bij de
verpleging van de ziet e Antoine door zijn
tvveede uioe Ier; b-j de onhandige pogin
gen van den vader en de broer 5 om 't
geschil niet Antoine weer bij te leggen. Dat
zijn knappere werkstukken dan b v. de
beschrijvinz van het gevecht in de kroeg, hoe
wel naar 't lijkt, daarop gezweet is.
De wordingsgeschiedenis van het hek zou
vo komen mooi zijn geweest als de schrij?er
niet nu en dan An oine'sche woorden ge
bruikt had. Ziehier een staallje, dat 'tgotde
weergeeft, mt het boek zelf. I i zal de
Fransctimannige woorden nie: in loopend sc'irift
doen drukken, omdat ik daardoor de beo
jrdeelirg van den lezer zou beïnvloeden.
Job had vierkante ijz-sren staven ^eno-nen
en ze fel gebloeid in bet vuur. Dan had hij
den hamer geheven en in g< enerveer Ie slagen
geprobeerd er vorm in te krijgen. Ze moesten
buigen en sprankelen, trillen als de zigzigs
van den bliksem ; ze wirrelden en kromden
als een ij «rgontat over een diep blauw firma
ment. Het Stoa l nu helderder voor zijn oogen,
en zoo was Iie5 dan ook aLengs gekomen,
dat liet hek, zooal-s het worden moett, niet
meer zweefde a's eeu eerst wazige verschij
ning voor zijn getst, maar a's een pracht
van diepzwart tegen een blaii.ve lucht. Dat
beeld had hij zoo doen geboren worden met
pogingen als van spieren waarin zijn trag-:
ziel zich tot het uiterste had vermoeid. Als
de vermoei nis van een pijaenden droom vol
akelig fascineerende figuren was dat licht
opgegaan en ontwaarde z'jn geest deze nieuwe
schildering van zijn schepp'np. Maar toch,
het bleef alles no^ zoo wa'.ig en nauwelijks
met r dan een e-noüe met een verdiepten
achtergrond van zijn beweging, die niet te
grijpen was Z-jo hel spoor zoeken l van een
onbekende illusie mo-/st Job zijn wtrkdoen.
liij deed het alletn, in de rechter den hamer
en links de zware tang met een gloeiend stuk
ijzer er in. Zyn zweetend lijf rekkend trachtte
hij den om.'ang van zijn zwaar A'erk te omva
men. Gierend zuchten k \ani er uit zijn borst
en zware tul.ingen doortogeu zijn lichaam als
in gekaatst tempo de hamer neerdanste op
het ijzer en onderwijl het httteken boven
zijn oog scheen te gloeien. I lij rn .est jachten,
traagheid was een fataal gevaar, want lichte
vermoedens van uit te heelden vormen la^en
maar voor zijn geest eeu oogen blik te trillen.
En als een voak van de inspiratie door zijn
arm vloog, dan moest zijn ganse'ie lichaa a
snel bewegt-n, in angstige zucht, o-ji dien
geheimen mutor al zijn scheppen l werk te
laien doen. Arb-iJ werd door hem een
wachten op de neerstra ing van b( el len en
een k'agend zoeken naar het glauslicht van
het visioen, dal tot prt cipi a.ie in het ijzer
moest worden gel i I. Zoo ha l Jo 5 dan ein
delijk een staüf verwerkt tot een ornament
in e groo'e lijnen van het htk. tiet was
gebleven als een na uurwerk, zoo vroom van
eenvoud, maar ook ruw, ougi-acl eveerd, als
een ding uit de wereld van een God, die ht t
weik van den Eersten had wi len nadoen."
Hinderlijk zijn de vreem Ie woorden bepaald
in een zin als deze: Antoice, in hoogste
ontsteltenis, keek hair gelacineerd aan; ze
werd de hoogste uoot voor hem, de climax
aan dazen avond vol ver.-'chr.kkiugen. De
sirij (woede werd moord Uit in baar, het
lawaai vertaalde ?.k:h in haar gerujed tot
fjiieU:e dissonantie.
Op n b'al'.ijde lee-i ik: hyper emoiie;
ruineuse vreezen; lugubere aandoeningen;
ooseisie van een tlagijeuie.
Het gebru k van vreemde an bastaard
woorden wordt juist misbruik, wijl zij zoo
vaak het schoone van de taal bederven.
Men behoeft niet angstva.lig te
veri,eJerlai,d chen maar ander/,ijd<, on/.e tial is rijk
genoeg om vaa verberlit'-ing evrij i te blij
ven, iets wat juist orue l uren de Vlamingen
zoo overtuigend bewezen hebben.
Het meest vage in dit nierkwaa'dige boek
is de tendens. Men begrijpt Lift v»at de
schrijver eigenlijk wil ja zelfs toros
schijnt het of liij in 't geheel niets gewild
heelt en de uieeningen maar zoo tegenover
elkaar heeft gezel. Doch dan moet er ten
minste waarde in die tegenover plaatsing
zitten en de hoUing der meerlingen moet
te deuken geven. Dit nu is hier te zeiden
het geval. Meent de schrijver, dat kapitaal,
verstand, kun Uin, prectiïeükoopmanschap
eu arbeid in n persoon vereenigd moeten
zijn en dan de ideale coöperatie gevormd
wordt? Mij dunkt, doordat Antoine zijn j,e/J
uu de zaak trekt, voortaan g"en ontwerpen
meer teekent en de zaak desonlanss bloeit.
wijl Joo, de smid werkman voortaan zelf
beheert, ontwerpt en smeedt met oehulp
van zijn broers zijn wel de personen ver
wisseld, maar de toestanden in de surd^a olij
ven, van oecomomisch sta dpuut bc*schoitA<l,
dezelfde. En wanneer u inensc i iu ziel
de geniale gaven van Jo ) vereenigt. deson
danks de minder begaafd 3 broers gelijk aan
deel in de winst uitdeelt, dm kan er hoog
stens sprake zijn van een geschenk of een
aalmoes en met alle ewbied voor het
aalmoezen geven als uiting van onmiddel
lijke ge.'oeltiaandoeuing, als grondzuil voor
'c maatschappelijk leven ia do aalmoes niet
aan te baveien zoomin als't geschenk. Wilt
u wat go-d-<, dame of is 't maar voor een
geschenk," vraagt de mensehenkenner aan
de klant, die zijn winkel binnen treedt.
In een Prikkerseden ana-chistischen staat
zou de waarheid van Goethes opmerking in
zijn grappig gedicht op da Drie Koningen
van toepassing blijken; Ze eten graag, zij
drinken graag, maar Z:) betalen niet graag.'
Zo.) is dan dit ooek vol tegeLheden, maar
tot een eenheid zijn deze niet geworden.
oc4 is er veel schuins in.
Prikkers b)pk is als een prik boak . . . als
gij er het grif'je insteekt, zult gij vaak een
mooi prij-je trell'en, maar een loterij t je blijft
het... er zij a ook nieten in.
B. CANTER.
Inhoud van Tj| d schriften.
Dtn Gulden \Vmcktl, Xo. G : De Bibliotheek
van het Seminarie te Warmond, door D.
Smit, (met o illustraties en l portret).
Letterkundige Studiën, door dr. J. van den
Bergh v AH Eysinga Elias. De techniek van
bet boek : Een reuzen-rotatiepers (met af b.).
Boekeuschouw, door J. Everts Jr., W. V.
Gouwe, Elmoni van Otïel en Gerard van
Eckeren, (met 2 illustraties.) Winckelkout,
(niet l portret.) Boekbeschrijving.?Let
terkundig Leven uit de tijdschriften.
De Aarde en haar Vutken, Xo. 2U : De reis
van Prins Scipio Borgheae naar de Hemelsche
Bergen, door Jules Brocherel. Mooi go
bruik van onze Grafelijke Zalen. Het
juweelkirtje van Europa. Quaesties, die
zoo nu en dan wakker -chrikken. Van
waar komt het zout der zee? Van Oscar
Wilde. Feuilleton.
E'gen Haard, Eros als Heros, door H. S
S. K, III. - Stoomturbines, door N. C. H.
Verdam, Ingenieur, met afr>. De
Stoomvaartmaatschappij Zeeland" en haar heirbaan
in het Wereld verkeer, I, mot af b. Mr. W.
van der Kaay, door A. v W., met portret.
Weergevonden, door Marie Louise, II, (slot)
Feuilleton. De rupsen- en mierenplaagte
Amsterdam. Met de adelborsten op Hr.
Ms. Friesland Middeleeuwsche spelen.
Portret van den beroemden Japanschen schil
der Hiroshitre. Een honderdjarige stad,
alles met afb.
VOOR DAMES.
7r nweiiliDlD in GevanpnisssD,
Het spreekt van zelf, dat ik met dit op
schrift niet bedot l de lichamelijke af sistentie,
die uit den aard der zaak aan vrouwen door
vrouwen in de gevangenissen wordt verstrekt.
M ij n oog is bij dezen jericbt, op demoreele
hulp, dio m. i. nog veel te weinig wordt
verleend.
IiriTier0, wél bestaan hier te lande, comité's
waarin dames zitting hebben, met het doel
gehangenen te bezoeken; maar de hulp door
Laar verleend, en de resultaten door die be
zoeken verkregen, blijven zoodanig onbekend
bij de groote massa, dat van de honderd
inwoners van ons land, wellicht geen twee
weten, dat onse ongelukkige verstootenen
in de maatschappij die in d i gevangenis
boeten voor haar misdrijf, door vrouwen
worden topgesprokfn.
Ik zelf ben iieel weinig op de hoogte van
de wijze waarop dit geschiedt, en, hoe dikwijls
per we-k, de vrouwelijke gevangenen worden
bezocht en vriendelijk toegesproken.
Daarom kan ik geen oordeel vellen over
de al of niet vold ende *ijze, waarop onze
gevangenen geestelijk worden gevoed. Maar
wél «eet ik, dat men niet te dikwijls haar
een riem onder het hart kan steken.
Zoo weinig bekend als het bo renaenoemde
weik hier te lande is, zoo veel meer wordt
over dit onderwerp van gedachte gewisseld
in het buitenland.
Immer.-', s'Lds de psychiaters hebben uit
gemaakt, dat in do rnees'e gevallen de
misdaad als eei ziektegeval moet worden
behandeld, zijn de zieken hier de misda
digers aan vfel humanere begiippen
onderworpen. In S'uttgart heeft men dit ook
begrepen en ais gevolg daarvan, vrouwelijke
cipiers en in pectrices aangebeld.
In zeer vesl Duitsche steden is dat voor
beeld gevolgd.
Natuurlijk werd er in bet eerst over
gegelachen, zooa's men wellicht in den Haag
heeft gelachtn, toen er on'angs van fege den
Vrouwenbond tot veihooaing van het zedelijk
bewustzijn, een rrquest aan B. en W. werd
gezonden met het verzoek om ten bate
van Trouwen die met de politie in aanraking
komen, vrouwelijke detectives aan te stellen *).
Maar al spoedig veranderde in Stuttgart d.t
lachen in bewondering, toen men zag hoe die
vrouwelijke in<pectr;c( s het vertrou ven der
arme gevangenen konden winnen.
Een iler dames-in>pectrices het ft onlangs
een vers'ag uitgebracht.
Hierin zegt zij: I* ben belast met de zorg
van de vrouwen die n.en naar de politie
heeft gebracht, in afwachting dat haar zaak
zal voorkomen.
Maar tevens rrjoet ik zorg diagen vo^r de
arme schepsels, opgeraapt van de straat,
zonder dak of toevlucht.
Ik moet zorg dragen, dat zij tijdens het
verblijf in de politiepost aan geen brutale
behandeling blootstaan.
In bet eerêt vertot fds i'i van's morgers
zeven tot e'f uur aan het bureau, vervolgens
van vier tot zt s en eindelijk van negen to: elf.
Maar al spoedig bemerkte ik. dat mijn hu'p
ook Roolig was, iu dien tmschentijd. Ik sta
na in gedurige telefoni-rhe verbii ding met
hr,t hoofdbureau, zelfs 's nacht», en, daar dit
te veel van mijn krachten vorder ie, heb ik
een as-istente tot hn'p gt kregen.
Mijn doel is voornamelijk om dearme ver
waarloosden te leeren kennen, vóór zij met
den rechter in contact komen, om zoodoende
haar vaak door mijn voorspraak van een
onteerende gevangenisstraf te redden.
Als ik zie, dat zij nog niet geheel ver
dorven zijn, en een gewillig eri dankbaar
gehoor verleenen. zelf den goeden weg oo
willen, dan ian n woon), ja, zelfs n blik
tengevolge l.ebben, dat het goede zaadje in
eik menschenhart gestrooid, ontkiemt.
Worden die arme stakkers echter na
haar gevangenneming terstond als een
outcast" behandeld, ruw toegesproken, en
met minachting aangezien, dan wordt baar
hart verhaid, en het gcede zaadje verstikt
vaak voor altijd !
Van 20 Februari 1900 tot l Januari ]'J07
hebben 42O6 veroordeelden of die het
dreigden te worden, mijn zorg vereischt, 810
zijn in de maatschappij teruggekeerd geheel
verbeterd: 14 L zijn naar baar familie gegaan
518 zijn in asylea geplaatst, 121 in diensten
gegaan l
Dit alles geeft een dankbaar gevoel van
voldoening !
Maar ondanks alle zorg en moeite, zijn
34 »(> vrouwen weer naar lazer afgedaald !
Haar toekomst : zoi.de, ellende, ziekenhuis,
gevangenis, zelfmoord !
Is bet niet orn van te huiveren, zoo'n
statistiek ?
En laden wij geen groote schuld op ons,
als wij niet trachten zooveel mogelijk te
voorkanten, waar het genezen zoo moeilijk valt?
Mij dunkt, mej. llenriëtte Aierdt, van wie
bovenstaand verslag is, moet soms een moe
deloos gevoel hebben, als zij terugziet op de
vele dtcepties die haar deel waren. Maar
toch ook een gevoel van dankbaarheid en
volloening als ze denkt aan de meer dan
achthonderd die zij van een gewis verderf
heeft gered.
Aandoenlijk zijn de brieven die zij telkens
ontvaLgt.
Zoo was er een meisje dat, veroordeeld
voor diefstal, herhaaldelijk weer gevangenis
straf opliep eu telkens de belofte aflegde dat
het nu de laa'ste maal zou zijn.
Mej. Arendt wanhoopte er aan haar ooit
op den gotden wej; te zullen krijgen.
Maar het meisje wordt ziek, en, in het
*) Op dit adres werd ;"oo: B. en W. afwij
zend beschikt.
hospitaal, komen haar in herinnering de
wooiden door da insp'ctrice tot haar gespro
ken. Zij vroeg een der zusters een briefje
MHMMiHimiiiiiniiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiimiiHiiiiiiiiMiimii
40 scnti per r tg» i,
COGNAC J. & F. MARTELL
Vraagt Uwen \Vijnhandelaar naar deze
absoluut zuivere Cognac, welke vanaf
? 3.5O tot ? S.5O p. flesch geleverd wordt
Generale Agenten voor Nederland en Koloniën:
«& BBU1M4JK,
A 31 S T K It I> A Tf.
Hotel des Pays-Bas, £ rnhem
Huis len rang, matige prijzen, electrisch
licht en*, en'.
Vraagt Stalen van onze
voorjaars- en zomer nouveautés, voor
costumes en b'ouses: Echizen,
Taffetas lustre, Louisine, a jour,
Mousseline 120cM.breed,van ocent
per meter af, in zwart, wit, f-rl'en er ge
kleurd,ais ook geborduurde blouses
en robes in batist.
Wij leveren alleen gegarandeerd
solide Zijde stoffen direct aan par
ticulieren, franco vracht en
rechten aan huis.
SCHWUZ R & Co., Luzern K25.
(Zw tserland^.
Zijdestoffjn-Export. Kon. Hofl.
NEDERLAN0SGHE INDUSTRIE
IEDER STUK DAT KRIMPT
WORDT T&RUWENOMEM
FABRIKANTEN VALTON ZONEN.
AMSTERDAM.
Hrmn ADR. SCHAKEL, Hofl., Amst.
M '<J A
-i U h', Am»t.
K<:HÉ, Amst.
ad. UK i i A A K K. Den Haag.
'T. J v ii. i-i 11 H'-H. Leiden.
I' V A \ '/' A'.i l H Westzijde 4, Zaandam
'J', .v;^ H /?;/?'/'/?;/.'. iTro(rstr. 60, Nijmegen
HL) *». 'L'noK, "Arnhem.
A' iin LII<:\IF.. Arnhem.
'EU, /utphen.
~v y/?/?:/'.<?, Spoorstraat 41,
den iieiüer.
Echt Viciori a water
Echt Victoriaw'ai.ter
OBERLAHNSTEIN
NonBaal-Onderkleedin
van
Prof.DrG.
benige
Führikante
W.BengerSöhn
Sruttqa
Hootdaepói te AMSTERDAM: Kalverstr. 157
K. F. DEtJSCHLE-BEKGEB.
BOUWT » NUNSPEET
o/d.
VELUWE.
Jn'icht. b/d. Vereeniging Kantoren
voor Vaste Goederen in Nederland té;
Nunspeet.
J