De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 23 juni pagina 3

23 juni 1907 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. de Ylairnsche beweging ooit meer dan nu zoo gulzig of zoo wanhopig door de Franschgczinde pers beknibbeld en bemodderd ?werd maar nooit, tevens, nooit bleek op grovelijker wijze de ijdelheid, de kleirzifrlig?fceid, de ploertiahetd van hare strijdlustige argumenten. Men ging beweren dat het Vlaarasch geen aansjraak kon maken op de kwaliteiten van eene beschaafde taal, dat de Vlaamsche beweging een middeltje was voor baantjes-zoekers, dat men de Walen zoude verplichten afstand te doen van de Fiansche cultuur om hen de Vlaamsche op te dringen, dat men de Vlamingen, die, men wilde het gaarne bekennen, te verachterd waren ora zich hierover een tigen oordeel te vormen, wille beletten eene taal aan te leeren en te gebruiken, dia eeniglijk hen uit den poel van hunne on wetendheid kon hel pen, name! ijke de fransahe taal, dat de Vlamingen eigenlijk een sinoeschen muur om hunne grenzen optrokken, dat die fransche taal een wereldtaal was, dat het idioot zoude zijn zulk voortreffelijk instrument prijs te geven om zich in het nauwe provincialisme van een achterbuurtsdiale t op te sluiten, dat overigens de Gron lirtt de vrijheid van onderwijs en de gelijk heid der talen had uitgeroepen en dat de Walen zich nii't zouden laten b jdtt'eu door eaB hoop schreeuwers, die zich de vourloopers waanden van eene volksbeweging terwijl het volk van toeten noch blazen wist en buitendien voordurig zijne liefde ?voor de fransche taal had laten blijken, enz. enz. Wanneer dan het wetsvoorstel Brussel onder Ie Vluamsehe steden rekende, zag men dio mensohen stuiptrekken. Brussel eene vlaamsche stad ? Waar, in Grodsname haalde men die onzinnigheid vandaan'.' Daar zijn daar wel een dikke hond rd duizend nlan, die geen andere tail dan de VUam-iehe kennen, maar gij x.ult er evenveel vinden die geen andere dan de Fransche kennen ?plus flink t wee "-honderd duizend, die n \laamscd on f'ransch spreken... M?n gut' niet gaarne toe dat een Brusselaar, die do twee talen spreekt, feitelijk een \ldming is,en dat een hoop van diegenen, welko alleen fransch spreken, die tanl voeren met da Kaekenbroecksche sierlijkheid van iemand dio ze gebruikt om viaamsche gedachten uit te drukken. Maar de wet, die op zulke armzalige wijze en met eeiie zoo bespottelijke ern-tigheid bestre len werd. hoe wordt ze verdedigd? Het is waarlijk jammer dat zij met geen betere argumenten werd ^erde ligd dan met dewelke zij werd bestreden. Devlamingen hebben niets anders kunnen doen dan antwoorden op de dwaze drogre lenen van hunne tegenstrevers. Zij hebbc i de zaik niet van hooger aangevat, omdat zij on machtig waren om ze van hooger te be kijken, en man kon alweer ten overJado hooreri dat het Vlaamsen een heeilijke taal is, dat de Vlamingen een roamvol verleden hebben, eene aio n geprezen schil lerscuocl en eeue fatsoenlijke literatuur, dat het vlaamsch door moer menseden in Belgi gesproken wordt dan het franscb, dat het ' de sleutel der germaansche talen mag genoemd worden en dat dan het duitsch desnoods wel kan opwegen tegen het fransch, dat de tual gansch het rolk is en dat wij gelijkhsid eisenen, enz..." Neen, zeker niet, de tijden zijn niet ge komen, want de menschen zijn nog niet rijp. Wel is de Coreraanswet eene uit stekende wet, dewijl zij de geestelijke ont wikkeling van het vlaamsche volk beiogt, maar het verplichtend onderwijs zoude b.v. ook zeer uitstekend zijn en de systematische inrichting van het vakonderwijs insgelijks. De mensjhen zijn niet rijp. Hot volk is zich den toestand nog niet bewust gewor den. De Vlaamsche beïvegin? is, zeer eenvoudiglijk, eene oeconomischo kwestie die op politieke gronien moet opgelost worden. Toon aan het volk dat het verachter.l js, dat het zich beweegt onder het gernid lelj geil der Europeesche cultuur, dat het arm is, omdat het tegenover de uitbuiting der vreemde machten ontwapend staat, dat het vernederd i*, kapotgeslaaf'l en hongerig en zeg dan aan dat volk: zoo zij;gij, omdat gij niet ontwikkeld zijt, een ontwikkeld mensch is een, die zeer rijpelijk en zeer volledig is wat hij is, een Franschman, een Duitscher, een Hollander... een Vlaming; wil niet anders zijn dan Vlaams h, want gij kunt uw aard nit t wegredeneren, evenmin als gij uw neus kunt wegcijferen, wil zijn wat gij zijt, volledig en rijpelijk, herwin eene Vlaamsche kuituur, die u verheffen zal tot op het plan der wereldbeschaving, en ?dus zult gij opstaan uit uwe ellende, want gij zult gewapend zijn en gij zult kunnen strijden. In n zin kan ik mij over de onbenullige beipreking en de onhebbelijke behandeling der Coremans-wet verheugen, namelijk dut de rumoerige beunhazerijen tot dewelke zij van weerskanten aanleiding heeft gegeven, door hun hol lawaai eenigszins het geweten van Vlaanderen's volk zullen hebben ge wekt. HKKMAN TEIKLISCK. Verz'n, van ANSIE SALOMOXS, bij K. A. J. van Dishoeck te Bussum, 19Ü5. Wijze menschen zeggen dat we eigenlijk nog geen liieratuur hejben we hebben nog geen drama ; we hebben nog geen groote klassieke gedichten ; na Gjrters Mei geen epos. En de novellen het is alles maar fotografie der realiteit, geen klassieke compo sities, waar een geheele cultuur uit spreekt. Daar krijg ik een klein boekje in handen. Ik had juist op eenregenachtigen namiddag een klassieke compositie willen beginnen maar ik dacht: ik zal toch nog eerst even dat boekje inzien : Verzen van Annie Salomons. Het zal wel zoo wat meisjes geprobeer zijn. Dat meisje zit natuurlijk vol met allerlei moderne literatuur. Die lnat ze nu weer in stukjes en brokjes drukken en meent zoo een origineelen bundel de wereld in te zenden. Maar ik ga er wat in le:ea en... het is me of ik in een wildernis ben binnen ge komen, een heerlijk woud waar welig de kliunplanten om de stoere stammen ranken : heuvels en dalen, en van de heuvels af springend, door de dalen verder stroomend bruischende vlieten en tusschen dat al de nige bewoonster wel waren er ook anderen rond, bezoekers en bezoeksters maar zij is er de beerlekende, de koningin of rnoet ik zeggen de Era, de nimt, de eeu «g lijdende, scbaarsch genietende vrouw neen het jonge meisje, dat reeds alle lijden en het luttele geluk, dat lieve vrouwen wacht, in zich zelve van te voren vjelt en kent, nog vóór het leven het haar heefc doen -osIon eu kennen. Ja, van te voren, want zij is dichteres. Zie en hoor, wanneer gij haar daar in hare een'aambei! bespiedt en beluistert ??gij moogt h* t, gij kunt het want we hebben haai aan bet voor u tegenwoordige ont rukt jiij zult haar luoren, hoe zij lacht ea hoe te wtent, haar smart uitzegt of snikkend neerligt, uitgestrekt langs de voortsne!lende vliet, hoe ^ij jubelt en dartelt met spselnooten, opgeko u n u(t het diepst van het wou i, in den jonytn joligen wind eenen minnaar meent te vindrn, dan weer de leegte van het verlangen, het derven gevoelt, dat neerslaat, maar zo.ider te vernietigen dan luid uit zegt den weedom om den droom, die vervlood, eindelij< in berusting hoript op hoo;en rijkdom van geluk, door lijden gewonnen. Dan maar daar was me-naud anders bij, d « het kon bespied n dan ik, i&g ik haa" zitten, geknield bij ne, vrou.v als zij, een t oudere, maar nog niet de jaren des Ifcd.ns overschreden, zó') zat wel de jonge Mei bij hare Moeder in den eersten nacht des lijdens van hare jonge leven te tellen aan baar za^ ik haar haar leed meededen, haar bare geheimenissen belij len, in preveling slechts voor da andere te ver staan, d.it er een gümlacn rees op de trek ken van dia anlere, een glimlach van hesrlijke herkenning, van begrijpen en begrepen worden zoo dat ik, die van verre er bij ttond, nu tot de wereld kan zeggen ziö, du is de vrouw, die troost brengt, dit is de engel der hoop. H i l r., 18 Juni '07. Dr. H. J. BOEKEN. Reni'snanct. E)nian door ED. TIIORN I'I:IKKER. Uitgever P. Viffer Azn. te Haarlem. Dit is een vreemd boek. Het heet roman", 't is er uitdrukkelijk op het omslag bij ver meld en ttcli wordt er heelemaal of uijua heelomaal niet ia ge/rij l \V.it wij gawoonUk onder een roman verstaan, is htt dan ook niet. K >rnau, romantisch, rour intiek dat doel deuken aan dj natuur of ook heel vaak do onnatuur gezien ( it niet ge;ieü) dour een temperament heen. liet is niet zio heel gemakkelijk een juisten naa u voer dit boek te vinden. Ue schrijver herfo blijkbaar voor hetzelfde geval gestaan. W<-1 heeft bij op 't omslag een iiquet ge plakt mat het opschrif- Renaissance", maar btdrukte tiqiietten opplakken il toch wat anders dan i=ts den jtiisten uaa u te geven. Het veraaal in 't boek is voornamelijk symbolisch. Maar toch is 't ook weer vaik realUtUch en dm weer tei denzieus of aesthetisch sociolo.uoh-philosoü-ch. Men bemerkt het reeds dit boek mist eenheid. Dieadence zou beter a's titel passen dan Renaissance. De schrijver is ieuiani met talent, m tar hij verstaat het schiijvers-cnélier nog nier. Zijn boek heeft veel van het hek, dat de smid Job, zonder teekenen of ont verpen geleerd te liebDen, smeedt naar een fantasie, eeu visioen en welk bek in 't buek zoo'a gewich tige plaats inneemt. Welk plan bad Thorn Prikker toen bij zich aan 't sclirijven van Renaissance zette? ii stel mij zoo voor, dat hij aanvankelijk de romantiek van de snii.lse heeft willen gi?en. Onder den arbeid werd de romantiek, tymboliek en daartusschen kwam dan het realisme. Veelzijdigheid is eerst dan etn groote deu^d, wanneer zij tot nheid wordt, andera b ijft het stukwerk. Een herinnering aan den ver liet len smid Goujon uit i'Assummoir (ik h op, dat tnijii herinnering aan een boek dat ik vijftien jaar geleden Sas, mij niet be driegt) kon ik niet ondeidtukken bij de lezing van 't verbaal van de stille liefde van den smidsknecht voor een kroegdeern. Twe= wezens zijn er in den schrijver El. horu Prikker. Hem kenmerkt een zekere hoekite onbehtu .renneidendaarachtör schuilt een gevoelige aeslhetisehe beer. Die t ee persoonlijkheden levui ook in 'c boek. Job, de kantige, luwe bonk en Autoine het ver fijnde teekenaartje. IJe lanen in 't Engelsche park van dit boek, waarlangs de perken, waterpartijen en boomgroepen bevallig zijn aangebracht, loopeu als volgt: Een Xederiandsche smid, een nogal gewone vent, trouwt niet een datnes-achtige Frant;üige van voorname familie en uit dit huwelijk spruit een kiud, Aatoine, dat licha melijk en geestelijk naar mama aardt en daardoor, juist als de moeder, vreemd tegen over den vader staat. Als Ie moeder sterft hertrouwt de smid met een robuste, onbe schaafde maar niet ongevoelige viomv u ie den Nederlandschen werkenden s and, die een voorkind mee ten huwelijk brengt, da', later de geniale juwe bonk Job wordt. Nog twee zonen krijgt de smid bij zijn tweede vrouw, Mol en Her, die ook nogal ruwe s nidsknechts worden, zonder genialiteit. Antoiue, het Frai.scii achtige heenje, voelt zich in 't geheel niet op zijn gemak in dat ge/.in uit dea arbeidenden stand. Door zijn kapitaal van moeders/.ijde kan de smederij worden gedreven en hij teekent de ontwerpen voor hekken en ander fijn smeedwers. De drie smeden beschouwen Antoine als een opvreter" en na veel kibbelarij trekt Antoine 't geld uit de zaak, hoopt vaa baat vervuld. dat de smeden nu de zaak zul en rnoe'.en opdoeken, te meer daar een groot stuk be steld werk, een hek, op uitvoering wacht maar niet kan vervaardigd worden, wijl Atjtoine weigert de teeieuing te ontwerpen. Maar Job, de geniale smidsknecht, gaat in stilte zelf aan 't werk en saeedt zonder teekening het hek, dat ietj geheel nieuws op 't gebied der kunstsmederij wordt en sedert bloeit de smidse ook zonder Antoines teeken kunst eu kapitaal. Nu kent de lezer de richting der lanen maar of hij nu den weg in 't boek vindt, weet ik niet zoo zeker. Want er komt nog van allerlei hij. Een veikstaking, kroegleven, gedach'enovercoöperatie.kuast, sociologie, re naissance en antiquiteiten. En veel is treii'end goed gelegd, juist gedacht, Hink beschreven, zuiver opgemerkt. Het beste is drf karakterteetening. Zoo de smid-vader in zijn ruw, half idioot gedoe, sterk menschelijk en zonder overdrijving. Soms is 't of juist het gebrek aan schrij .'ers-métier hier den au'enr. nuchter en eenroulig het leven naboet-ieererd, tot het scheppen van dat tchte, waarachtige bracht, 't welk men ook vindt b. v. in een brii f van een ongeletterde moeder aan heur bemind kind of in de schildering van een onontwikkeld soldaat, die srnukloos van zijn overste verhaalt. Daczelfde eerlijk een voudige ligt in de teekening van de tweede moeder, die niet een stiefmoeder voor Antoine wordt, maar hem met heur instinct tracht te begrijpen, een beetje lief te hebben. Zoo zonder opzet toont de auteur dan een be gafing, die, mij dunkt, het echte Toorn Prikkersche ta'ent doet uitkomen; b. v. bij de verpleging van de ziet e Antoine door zijn tvveede uioe Ier; b-j de onhandige pogin gen van den vader en de broer 5 om 't geschil niet Antoine weer bij te leggen. Dat zijn knappere werkstukken dan b v. de beschrijvinz van het gevecht in de kroeg, hoe wel naar 't lijkt, daarop gezweet is. De wordingsgeschiedenis van het hek zou vo komen mooi zijn geweest als de schrij?er niet nu en dan An oine'sche woorden ge bruikt had. Ziehier een staallje, dat 'tgotde weergeeft, mt het boek zelf. I i zal de Fransctimannige woorden nie: in loopend sc'irift doen drukken, omdat ik daardoor de beo jrdeelirg van den lezer zou beïnvloeden. Job had vierkante ijz-sren staven ^eno-nen en ze fel gebloeid in bet vuur. Dan had hij den hamer geheven en in g< enerveer Ie slagen geprobeerd er vorm in te krijgen. Ze moesten buigen en sprankelen, trillen als de zigzigs van den bliksem ; ze wirrelden en kromden als een ij «rgontat over een diep blauw firma ment. Het Stoa l nu helderder voor zijn oogen, en zoo was Iie5 dan ook aLengs gekomen, dat liet hek, zooal-s het worden moett, niet meer zweefde a's eeu eerst wazige verschij ning voor zijn getst, maar a's een pracht van diepzwart tegen een blaii.ve lucht. Dat beeld had hij zoo doen geboren worden met pogingen als van spieren waarin zijn trag-: ziel zich tot het uiterste had vermoeid. Als de vermoei nis van een pijaenden droom vol akelig fascineerende figuren was dat licht opgegaan en ontwaarde z'jn geest deze nieuwe schildering van zijn schepp'np. Maar toch, het bleef alles no^ zoo wa'.ig en nauwelijks met r dan een e-noüe met een verdiepten achtergrond van zijn beweging, die niet te grijpen was Z-jo hel spoor zoeken l van een onbekende illusie mo-/st Job zijn wtrkdoen. liij deed het alletn, in de rechter den hamer en links de zware tang met een gloeiend stuk ijzer er in. Zyn zweetend lijf rekkend trachtte hij den om.'ang van zijn zwaar A'erk te omva men. Gierend zuchten k \ani er uit zijn borst en zware tul.ingen doortogeu zijn lichaam als in gekaatst tempo de hamer neerdanste op het ijzer en onderwijl het httteken boven zijn oog scheen te gloeien. I lij rn .est jachten, traagheid was een fataal gevaar, want lichte vermoedens van uit te heelden vormen la^en maar voor zijn geest eeu oogen blik te trillen. En als een voak van de inspiratie door zijn arm vloog, dan moest zijn ganse'ie lichaa a snel bewegt-n, in angstige zucht, o-ji dien geheimen mutor al zijn scheppen l werk te laien doen. Arb-iJ werd door hem een wachten op de neerstra ing van b( el len en een k'agend zoeken naar het glauslicht van het visioen, dal tot prt cipi a.ie in het ijzer moest worden gel i I. Zoo ha l Jo 5 dan ein delijk een staüf verwerkt tot een ornament in e groo'e lijnen van het htk. tiet was gebleven als een na uurwerk, zoo vroom van eenvoud, maar ook ruw, ougi-acl eveerd, als een ding uit de wereld van een God, die ht t weik van den Eersten had wi len nadoen." Hinderlijk zijn de vreem Ie woorden bepaald in een zin als deze: Antoice, in hoogste ontsteltenis, keek hair gelacineerd aan; ze werd de hoogste uoot voor hem, de climax aan dazen avond vol ver.-'chr.kkiugen. De sirij (woede werd moord Uit in baar, het lawaai vertaalde ?.k:h in haar gerujed tot fjiieU:e dissonantie. Op n b'al'.ijde lee-i ik: hyper emoiie; ruineuse vreezen; lugubere aandoeningen; ooseisie van een tlagijeuie. Het gebru k van vreemde an bastaard woorden wordt juist misbruik, wijl zij zoo vaak het schoone van de taal bederven. Men behoeft niet angstva.lig te veri,eJerlai,d chen maar ander/,ijd<, on/.e tial is rijk genoeg om vaa verberlit'-ing evrij i te blij ven, iets wat juist orue l uren de Vlamingen zoo overtuigend bewezen hebben. Het meest vage in dit nierkwaa'dige boek is de tendens. Men begrijpt Lift v»at de schrijver eigenlijk wil ja zelfs toros schijnt het of liij in 't geheel niets gewild heelt en de uieeningen maar zoo tegenover elkaar heeft gezel. Doch dan moet er ten minste waarde in die tegenover plaatsing zitten en de hoUing der meerlingen moet te deuken geven. Dit nu is hier te zeiden het geval. Meent de schrijver, dat kapitaal, verstand, kun Uin, prectiïeükoopmanschap eu arbeid in n persoon vereenigd moeten zijn en dan de ideale coöperatie gevormd wordt? Mij dunkt, doordat Antoine zijn j,e/J uu de zaak trekt, voortaan g"en ontwerpen meer teekent en de zaak desonlanss bloeit. wijl Joo, de smid werkman voortaan zelf beheert, ontwerpt en smeedt met oehulp van zijn broers zijn wel de personen ver wisseld, maar de toestanden in de surd^a olij ven, van oecomomisch sta dpuut bc*schoitA<l, dezelfde. En wanneer u inensc i iu ziel de geniale gaven van Jo ) vereenigt. deson danks de minder begaafd 3 broers gelijk aan deel in de winst uitdeelt, dm kan er hoog stens sprake zijn van een geschenk of een aalmoes en met alle ewbied voor het aalmoezen geven als uiting van onmiddel lijke ge.'oeltiaandoeuing, als grondzuil voor 'c maatschappelijk leven ia do aalmoes niet aan te baveien zoomin als't geschenk. Wilt u wat go-d-<, dame of is 't maar voor een geschenk," vraagt de mensehenkenner aan de klant, die zijn winkel binnen treedt. In een Prikkerseden ana-chistischen staat zou de waarheid van Goethes opmerking in zijn grappig gedicht op da Drie Koningen van toepassing blijken; Ze eten graag, zij drinken graag, maar Z:) betalen niet graag.' Zo.) is dan dit ooek vol tegeLheden, maar tot een eenheid zijn deze niet geworden. oc4 is er veel schuins in. Prikkers b)pk is als een prik boak . . . als gij er het grif'je insteekt, zult gij vaak een mooi prij-je trell'en, maar een loterij t je blijft het... er zij a ook nieten in. B. CANTER. Inhoud van Tj| d schriften. Dtn Gulden \Vmcktl, Xo. G : De Bibliotheek van het Seminarie te Warmond, door D. Smit, (met o illustraties en l portret). Letterkundige Studiën, door dr. J. van den Bergh v AH Eysinga Elias. De techniek van bet boek : Een reuzen-rotatiepers (met af b.). Boekeuschouw, door J. Everts Jr., W. V. Gouwe, Elmoni van Otïel en Gerard van Eckeren, (met 2 illustraties.) Winckelkout, (niet l portret.) Boekbeschrijving.?Let terkundig Leven uit de tijdschriften. De Aarde en haar Vutken, Xo. 2U : De reis van Prins Scipio Borgheae naar de Hemelsche Bergen, door Jules Brocherel. Mooi go bruik van onze Grafelijke Zalen. Het juweelkirtje van Europa. Quaesties, die zoo nu en dan wakker -chrikken. Van waar komt het zout der zee? Van Oscar Wilde. Feuilleton. E'gen Haard, Eros als Heros, door H. S S. K, III. - Stoomturbines, door N. C. H. Verdam, Ingenieur, met afr>. De Stoomvaartmaatschappij Zeeland" en haar heirbaan in het Wereld verkeer, I, mot af b. Mr. W. van der Kaay, door A. v W., met portret. Weergevonden, door Marie Louise, II, (slot) Feuilleton. De rupsen- en mierenplaagte Amsterdam. Met de adelborsten op Hr. Ms. Friesland Middeleeuwsche spelen. Portret van den beroemden Japanschen schil der Hiroshitre. Een honderdjarige stad, alles met afb. VOOR DAMES. 7r nweiiliDlD in GevanpnisssD, Het spreekt van zelf, dat ik met dit op schrift niet bedot l de lichamelijke af sistentie, die uit den aard der zaak aan vrouwen door vrouwen in de gevangenissen wordt verstrekt. M ij n oog is bij dezen jericbt, op demoreele hulp, dio m. i. nog veel te weinig wordt verleend. IiriTier0, wél bestaan hier te lande, comité's waarin dames zitting hebben, met het doel gehangenen te bezoeken; maar de hulp door Laar verleend, en de resultaten door die be zoeken verkregen, blijven zoodanig onbekend bij de groote massa, dat van de honderd inwoners van ons land, wellicht geen twee weten, dat onse ongelukkige verstootenen in de maatschappij die in d i gevangenis boeten voor haar misdrijf, door vrouwen worden topgesprokfn. Ik zelf ben iieel weinig op de hoogte van de wijze waarop dit geschiedt, en, hoe dikwijls per we-k, de vrouwelijke gevangenen worden bezocht en vriendelijk toegesproken. Daarom kan ik geen oordeel vellen over de al of niet vold ende *ijze, waarop onze gevangenen geestelijk worden gevoed. Maar wél «eet ik, dat men niet te dikwijls haar een riem onder het hart kan steken. Zoo weinig bekend als het bo renaenoemde weik hier te lande is, zoo veel meer wordt over dit onderwerp van gedachte gewisseld in het buitenland. Immer.-', s'Lds de psychiaters hebben uit gemaakt, dat in do rnees'e gevallen de misdaad als eei ziektegeval moet worden behandeld, zijn de zieken hier de misda digers aan vfel humanere begiippen onderworpen. In S'uttgart heeft men dit ook begrepen en ais gevolg daarvan, vrouwelijke cipiers en in pectrices aangebeld. In zeer vesl Duitsche steden is dat voor beeld gevolgd. Natuurlijk werd er in bet eerst over gegelachen, zooa's men wellicht in den Haag heeft gelachtn, toen er on'angs van fege den Vrouwenbond tot veihooaing van het zedelijk bewustzijn, een rrquest aan B. en W. werd gezonden met het verzoek om ten bate van Trouwen die met de politie in aanraking komen, vrouwelijke detectives aan te stellen *). Maar al spoedig veranderde in Stuttgart d.t lachen in bewondering, toen men zag hoe die vrouwelijke in<pectr;c( s het vertrou ven der arme gevangenen konden winnen. Een iler dames-in>pectrices het ft onlangs een vers'ag uitgebracht. Hierin zegt zij: I* ben belast met de zorg van de vrouwen die n.en naar de politie heeft gebracht, in afwachting dat haar zaak zal voorkomen. Maar tevens rrjoet ik zorg diagen vo^r de arme schepsels, opgeraapt van de straat, zonder dak of toevlucht. Ik moet zorg dragen, dat zij tijdens het verblijf in de politiepost aan geen brutale behandeling blootstaan. In bet eerêt vertot fds i'i van's morgers zeven tot e'f uur aan het bureau, vervolgens van vier tot zt s en eindelijk van negen to: elf. Maar al spoedig bemerkte ik. dat mijn hu'p ook Roolig was, iu dien tmschentijd. Ik sta na in gedurige telefoni-rhe verbii ding met hr,t hoofdbureau, zelfs 's nacht», en, daar dit te veel van mijn krachten vorder ie, heb ik een as-istente tot hn'p gt kregen. Mijn doel is voornamelijk om dearme ver waarloosden te leeren kennen, vóór zij met den rechter in contact komen, om zoodoende haar vaak door mijn voorspraak van een onteerende gevangenisstraf te redden. Als ik zie, dat zij nog niet geheel ver dorven zijn, en een gewillig eri dankbaar gehoor verleenen. zelf den goeden weg oo willen, dan ian n woon), ja, zelfs n blik tengevolge l.ebben, dat het goede zaadje in eik menschenhart gestrooid, ontkiemt. Worden die arme stakkers echter na haar gevangenneming terstond als een outcast" behandeld, ruw toegesproken, en met minachting aangezien, dan wordt baar hart verhaid, en het gcede zaadje verstikt vaak voor altijd ! Van 20 Februari 1900 tot l Januari ]'J07 hebben 42O6 veroordeelden of die het dreigden te worden, mijn zorg vereischt, 810 zijn in de maatschappij teruggekeerd geheel verbeterd: 14 L zijn naar baar familie gegaan 518 zijn in asylea geplaatst, 121 in diensten gegaan l Dit alles geeft een dankbaar gevoel van voldoening ! Maar ondanks alle zorg en moeite, zijn 34 »(> vrouwen weer naar lazer afgedaald ! Haar toekomst : zoi.de, ellende, ziekenhuis, gevangenis, zelfmoord ! Is bet niet orn van te huiveren, zoo'n statistiek ? En laden wij geen groote schuld op ons, als wij niet trachten zooveel mogelijk te voorkanten, waar het genezen zoo moeilijk valt? Mij dunkt, mej. llenriëtte Aierdt, van wie bovenstaand verslag is, moet soms een moe deloos gevoel hebben, als zij terugziet op de vele dtcepties die haar deel waren. Maar toch ook een gevoel van dankbaarheid en volloening als ze denkt aan de meer dan achthonderd die zij van een gewis verderf heeft gered. Aandoenlijk zijn de brieven die zij telkens ontvaLgt. Zoo was er een meisje dat, veroordeeld voor diefstal, herhaaldelijk weer gevangenis straf opliep eu telkens de belofte aflegde dat het nu de laa'ste maal zou zijn. Mej. Arendt wanhoopte er aan haar ooit op den gotden wej; te zullen krijgen. Maar het meisje wordt ziek, en, in het *) Op dit adres werd ;"oo: B. en W. afwij zend beschikt. hospitaal, komen haar in herinnering de wooiden door da insp'ctrice tot haar gespro ken. Zij vroeg een der zusters een briefje MHMMiHimiiiiiniiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiimiiHiiiiiiiiMiimii 40 scnti per r tg» i, COGNAC J. & F. MARTELL Vraagt Uwen \Vijnhandelaar naar deze absoluut zuivere Cognac, welke vanaf ? 3.5O tot ? S.5O p. flesch geleverd wordt Generale Agenten voor Nederland en Koloniën: «& BBU1M4JK, A 31 S T K It I> A Tf. Hotel des Pays-Bas, £ rnhem Huis len rang, matige prijzen, electrisch licht en*, en'. Vraagt Stalen van onze voorjaars- en zomer nouveautés, voor costumes en b'ouses: Echizen, Taffetas lustre, Louisine, a jour, Mousseline 120cM.breed,van ocent per meter af, in zwart, wit, f-rl'en er ge kleurd,ais ook geborduurde blouses en robes in batist. Wij leveren alleen gegarandeerd solide Zijde stoffen direct aan par ticulieren, franco vracht en rechten aan huis. SCHWUZ R & Co., Luzern K25. (Zw tserland^. Zijdestoffjn-Export. Kon. Hofl. NEDERLAN0SGHE INDUSTRIE IEDER STUK DAT KRIMPT WORDT T&RUWENOMEM FABRIKANTEN VALTON ZONEN. AMSTERDAM. Hrmn ADR. SCHAKEL, Hofl., Amst. M '<J A -i U h', Am»t. K<:HÉ, Amst. ad. UK i i A A K K. Den Haag. 'T. J v ii. i-i 11 H'-H. Leiden. I' V A \ '/' A'.i l H Westzijde 4, Zaandam 'J', .v;^ H /?;/?'/'/?;/.'. iTro(rstr. 60, Nijmegen HL) *». 'L'noK, "Arnhem. A' iin LII<:\IF.. Arnhem. 'EU, /utphen. ~v y/?/?:/'.<?, Spoorstraat 41, den iieiüer. Echt Viciori a water Echt Victoriaw'ai.ter OBERLAHNSTEIN NonBaal-Onderkleedin van Prof.DrG. benige Führikante W.BengerSöhn Sruttqa Hootdaepói te AMSTERDAM: Kalverstr. 157 K. F. DEtJSCHLE-BEKGEB. BOUWT » NUNSPEET o/d. VELUWE. Jn'icht. b/d. Vereeniging Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland té; Nunspeet. J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl