Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER \\ EEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1565
't Binnenhuis 1900?1907.
Toen, omstreeks acht . negen jaren
geleden, door de Haagsche inrichting
Arts and Crafts" de destijds sterk spre
kende en opgang makende richting op
architectonisch zoowel als op
Nijverheidskunstig gebied, van uit België, onder
den zeer persoonlijken invloed van
Henri van der Velde en Thorn Prikker,
tot ons werd gebracht en blijkbiar bij
het Haagsche publiek opgang scheen te
zullen maken, werd door enkelen, die deze
richting uit den booze achtten, de be
hoefte gevoeld, om duidelijk te laten
uitkomen, wat er in ons eigen land
reeds geruimen tijd groeiende was.
Arts and Crafts" was daarvoor niet
de rechte plaats. De geest, die daar
heerschte, was zoo beslist on-Hollandsch,
zoo druk, dat de kalme en degelijke
voortbrengselen van onze Hollandsche
kunstenaars, daar te midden van het,
wel-is-waar vaak overweldigende en ook
soms wel fraaie, doch te wereldsche en
soms lawaaiende, te loor moest gaan,
althans niet aan het woord kon komen,
om zich duidelijk uit te spreken.
Ieder zal zich dien tijd nog herinneren,
waar de kracht, om zich artistiek" in
de Nijverheidskunst en de architectuur
te uiten, geput werd uit de slingers van
een bestuur, vrij en zonder kosten, hun
werk konden tentoonstellen en doen
verkoopen.
Na het overwinnen van vele
moeilijkbijeengebracht en tentoongesteld. De
belangstelling van het publiek was boven
verwachting groot.
Het bleek nu, dat 't Binnenhuis"
't Binnenhuis, Raadhuisstraat 48 en 50.
heden aan de oprichting van een dus
danige Naaml. Vennootschap verbonden,
werd onder het bestuur van een directie,
bestaande uit de heeren H. P. Berlage Nz.
en Willem Hoeker, als directeuren,
en de heer Jac. van den Bosch, als
adjunct-directeur in de maand October
1900 op het Rokin een bescheiden
tenniet alleen voldeed aan de behoefte van
verweer van eenige Hollandsche nij
verheidskunstenaars, doch ook aan het
publiek, dat blijkbaar gezucht had onder
de striemen van de
zweepslagperiode,
en in 't Binnen
huis" tot
veradeen vol leven met de daarin zich men
gende elementen, waarvan de betwe
ters, de gevaarlijkste waren. Zij maakten
scheuring voor een wijle mogelijk. Is het
noodig aan dien onaangenamen, doch
toch vruchtbaren tijd te herinneren?
Beter is het de bespreking aan de
toe.komst over te laten, beter thans er het
zwijgen over te bewaren. Te meer daar
de voorvechters der oppositie van toen,
nu, na eigen opgedane ondervinding,
wel tot kalmere en practischer over
wegingen zijn gekomen. Wel was het
in die dagen moeilijk het stuur te
houden in de woelende stroomingen,
doch dank zij het vaste sturen, kon
't Binnenhuis zich in een gezonden,
gestadigen gang verheugen.
Omstreeks zeven jaren zijn na de op
richting alweer verstreken. De tijd is
omgevlogen. Nimmer is echter, gedurende
dien tijd, het groote doel van 't B i n n e
nhuis, uit 't oog verloren. Er is met vaste
hand in een bepaalde richting gestuurd.
Het verkoopen en het vervaardigen
en doen vervaardigen en ontwerpen van
goede gebruikskunst en de gezonde
ben, aan onzen tijd zoo mogelijk een
eigen karakter gegeven te hebben.
De gestadige groei en de verblijdende
belangstelling van het publiek in 't
streven van dj kunstnijverheid in't alge
meen en dat van 't Binnenhuis in 't
bijzonder, heeft zich zeer bevredigend
in cijfers uitgesproken. Er is wel eens
gemompeld, (ook alweer door beterweters
of ) dat 't Binnenhuis een zaak is
geworden. Vergete men echter niet, dat,
al orders ontvangende, al verkoopende.
de werkstukken, daarvoor noodig, kun
nen gemaakt worden, en daardoor de
ontwikkeling van de nijverheidskunst
bevordert. De verkoop is zoo beslist
noodig, dat, indien deze groot is, er
nimmer met eenig recht op gesmaald
mag worden, tenzij dat het gehalte van
de werkstukken, als kunstuiting niet
meer in aanmerking zouden komen.
Toen de heer L. Simons in de plaat»
van den heer Hoeker, de directie van
't Binnenhuis voltallig maakte,
mocht het zich verheugen in hem een
krachtigen steun te vinden. Warm als
hij is voor een zaak, waar hij zich
Eetkamer-Ameublement voor Kamers en Suite.
Ontwerp H. P. Berlage Nzn.
Huis- en Ontvangkamer-Ameublement voor Kamers en Suite
de macaroni. De zwier, de elegance, dat
was de hoofdzaak, een fraai beweeg van
lijnen, het hoogste wat te bereiken was.
Met materiaal en de geschiktheid van
het materiaal hield men geen rekening.
Niets wat zich meer en spoedig wreekt
dan een veronachtzaming van de eischen
van het materiaal.
De aangeduide richting verging al
spoedig, evenals de vlottende gang van
het lijnige, zwierige goed. Wij hebben
het moeten slikken, tot stikken s toe.
Als een onstuimige koorts is ze over ons
gegaan, die macaroni golf, die kronke
lende striemende zweepslag.
Toch scheen de opgang, welke met die
richting gemaakt werd, voor een wijle
gevaarlijk te zullen worden voor onze
Hollandsche architectuur en nijverheids
kunst.
Het was in die periode, dat de be
hoefte tot aansluiting van hen, die zich
op zuiver nationale wijze aan het ont
wikkelen waren, zich sterk deed gevoelen.
Het kwam hun voor iets te moeten doen,
om de alles overschietende en verstik
kende slingers weg te houden van het
goede, wat op onzen bodem groeiende
was. Het gevaar werd door velen aan
geduid en bevochten; het begon een punt
v an algemeene besprekin j te vormen. On
der hen waren het de heeren Carl Henny,
een warm bewonderaar van de jonge
Hollandsche en nieuw opbloeiende
nijverheidskunst, even als de bekende Willem
Hoeker, de oprichter van Amstelhoek,
(die daar Penaat en EisenloefFel in staat
stelde zich te ontwikkelen, en met Zijl
en anderen het pottenbakkersbedrij f weer
in eere herstelde) welke met Berlage en
Jac. van den Bosch e. a. het
macaroni-gevaar meermalen bespraken en raadpleeg
den wat daar tegen te doen. Aan den heer
Henny komt de eer toe van het initiatief
voor de oprichting van een Vennootschap
met het doel een
tentoonstellingsgelegenheid open te stellen, waar de
kunstnijveraars onder het toeziende oog van
toonstellingsgelegenheid geopend: 't
Binnenhui s", zooals de Ven
nootschap zich noemde.
In 't Binnenhuis" werden aller
lei werkstukken van verschillende
Nijverheidskunstenaars met moeite en zorg
ming kwam. Aan verdere belangstelling
van het publiek heeft het zeker niet ont
broken; aan practische moeilijkheden nog
veel minder. Wat al gewoel, wat al
gewerk, wat al besprekingen en raadplegin
gen hadden er plaats! Het was een druk
ontwikkeling van de Ambachts- en
Nijverheidskunst, waartoe ook behoort
de smakelijke en Hollandsche degelijke
inrichting van het woonhuis, is nog
steeds: HET DOEL", met als eind, de
wijdere strekking, medegewerkt te
hebMahony Ontvangkamer-Ameublement.
Het Eeuwfeest te Assen.
Assen, de hoofdstad van de provincie
Drente, zal 29 Juni zijn honderdjarig
bestaan herdenken.
De feesten op de gedenkdagen te hou
den, zullen Assen en Drente meerdere
bekendheid geven, die stad en landschap
alleszins waard zijn. Wie aan dezen kant
van de Zuiderzee, kent de bekoorlijke
schoonheid van het Drentsche Haagje",
half in 't bosch verscholen, omgeven door
gras- en bouwlanden, in ruimeren kring
ingesloten door de uitgestrekte heide
velden, zoodat de lucht er vervuld is
van hei- en dennegeur.
Assen heeft zijn ontstaan te danken
aan het Cisterciënser nonnenklooster
Maria's Kamp", in 't begin der 13de
eeuw, den Drenten als zoenoffer opgelegd
door Bissch >p Otto III.
In bet begin, der 16de eeuw werden
de oude kloostergebouwen als vergader
plaats voor de Staten aangewezen.
Tot op dezen tijd was Assen slechts
een zeer klein gehuchtje en zelfs in 1650
bestond de geheele bevolking nog maar
uit een vijftigtal gezinnen. Geen wonder
dus, dat de Ridderschap en Eigenerfden
besloten teneinde hun hoofdstad" in
bloei te doen toenemen dat elke
inwoner van Drente, die zich binnen
den Cingel" vestigde, tegen matige ver
goeding een heemstede in erfpacht kon
krijgen, benevens vrijstelling van som
mige belastingen, terwijl hij gratis turf
mocht graven en nog enkele meerdere
voordeelen verwierf.
Thans werd er een huis gesticht voor
den Drost, verrezen er woningen voor ver
schillende ambtenaren, en vestigden zich
er allengs meer personen. Het afgelegen
gehucht groeide aan tot een welvarend
vlek. Toch maakte Assen in 1795 nog
steeds deel uit van het schuitambt
Rolde en bereikte zijn bevolking in dat
jaar nog niet het aantal van 700 zielen.
Bij de staatsregeling van 1805 werd
bepaald, dat iedere stad, district of dorp
zijn eigen gemeentebestuur zou hebben.
Het landwhapsbestuur vond in die bepa
ling aanleiding om van Assen een afzon
derlijke gemeente te maken. Dit ge
schiedde aan het einde van Juni 1807.
Dat zal 29 Juni a.s. 100 jaar gele
den zijn. De landdrost keurde op dien
datum in consideratie genomen de
Ontwerp Jac. van den Bosch,
iiiiiimiiiiiiiMiiiimimtiiiiiiHuiiiiiiimiimiiniHiiiii immuun
herhaalde en dringende instantiën van
de volmachten des karspels Assen, en
de noodzakelijkheid, dat de aangelegen
heden dezer gemeente onder een geregeld
bestuur worden gebracht" het ont
worpen reglement goed en gelastte tevens
het in werking te stellen. Op 4 Juli daar
aanvolgende werd het nieuwe bestuur
geïnstalleerd. Ook die datum zal als ge
denkdag gevierd worden.
Van zeer groot belang voor het dorp
was het bezoek van koning Lodewijk
aan Drente in 1809. WTellicht had
deze reislustige vorst het plan opgevat
hier een lustoord te bouwen. Dat van de
meerdere of mindere gezindheid van den
vorst veel afhing, begreep ook de land
drost. Het gemeentebestuur kreeg een
aanzegging toch vooral te zorgen, dat
Ontwerp H. P. Berlage A":n.
aan geeft, kon dat niet anders dan
gunstig werken. De statuten konden nu
gewijzigd worden;en vele bepalingen, die
onpractisch bleken, werden ook door
zijn toedoen veranderd. Een reorgani
satie had plaats, vastgelegd in een in
1905 verschenen brochure.
In deze brochure kondigde de heer
Simons toen tevens aan: Tot l Januari
(1905) bestaat de directie uit de heeren:
H. P. Berlage en L. Simons; adjunct
directeur de heer Jac. van den Bosch,
leider der werkplaats de heer W. Gieben.
Na dien datum treden de eerstgenoemdeu
op als gedelegeerd commissarissen, met
de bedoeling, dat de bei de andere heerea
de directie overnemen, welke zij toch al
feitelijk voeren. Commissarissen zijn
voorts: de heeren Jules N. de Gijzelaar,
Carel Henny en L. J. Veen.
Deze verandering in de directie was nu
mogelijk geworden door de verandering
van het artikel in de statuten, wat
daarop slaat.
Al grooter werd de vraag naar gebruiks
voorwerpen en meubels. Hiervoor was
een uitgebreide collectie voorwerpen in
voorraad ten hoogste gewenscht.
Thans kan met gerustheid herhaald
worden, wat de heer Simons in de
brochure van 1905 schreef, n.m.:
Een bewijs van gestadigen en vasten
gang van ons bedrijf, ook in tijden van
sterke depressie, grooten namaak en
scherpe concurrentie, geven ons recht te
verklaren, dat 't Binnenhuis, dauk
zij den roep van artistieke en
commercieele eerlijkheid en zorgvuldigheid van
makelij, bas come to stay.
Een nieuw bewijs is de noodzakelijk
heid, die 't Binnenhuis" genoopt heeft
in de Raadhuisstraat te Amsterdam een
tweeden, tevens grooteren winkel te
openen.
de koning met het noodige eerebetoon
ontvangen werd. Van gebouwen, schepen
en molen» moesten de vlaggen wapperen.
De vroede vaderen moesten alle inge
zetenen aanmanen zich toch vooral zin
delijk gekleed, de vrouwen zooveel moge
lijk in 't wit of van witte schorteldoektn
of witte zakdoeken voorzien, op de
passagie van den koning te vertoonen, alle
met groen of groene takken versierd en
door een aanhoudend Hoesee! Leve
de Koning!" derzelve vreugde over de
heuchelijke komst van den beminden
vorst te betoonen". Zelfs werd aange
raden eenige geschikte personen onder
de menigte te verdeelen die, hieromtrent
goed geïnstrueerd, voorgaan en de overi
gen bij vernieuwing aanzetten om
derzelve blijdschap aan den dag te leggen."