De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 23 juni pagina 7

23 juni 1907 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1065 D K AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Of de getroffen maatregelen daarvan de oorzaak waren, of andere omstandig heden daartoe medewerkten, doet minder ter zake, maar een feit is het, dat koning Lodewijk. in zeer milde stemming ver keerde, tijdens zijn verblijf te Assen. Den leden Maart 1809 teekende de vorst het besluit, waarbij uit overweging van haar belang rijke gelegenheid voor de aangroei en de verbetering van het Departement Drente, hetwelk on der alle deelen des rijks het meest daarvoor vatbaar is", aan Assen de rang en titel van stad verleend werd. De koning deed meer voor het stadje. De woning nood was die dagen groot ,in Assen. Dringend waren nieuwe huizen noodig. De koning -schonk uit zijn par ticuliere kas ?20,000 om 16 huizen te doen bouwen, die in vollen eigendom aan de stad zouden toebeh joren. Verder werd het bij de Stad gelegen Sterrebosch, dat tot de domein goederen behoorde, aan Assen cadeau gegeven. Ook kreeg de minister van Binnenlandsche Zaken order, om op nemingen te doen ten behoeve der door trekking van de vaart van Meppel tot Assen naar Groningen en het graven van een nieuwe vaart naar Zuidenveld. De vorst hoopte op die manier van Assen een koopstad te maken. De inlijving bij Frankrijk in 1810 sloeg alle verwachtingen den bodem in. Assen was in dien tijd nog een klein plaatsje, klein, zoowel wat bevolkingsDrostenlaan te Assen met het huis van den Commissaris der Koningin. cijfer als grondgebied betreft. In 1811 werden eenige gehuchten met Assen tot n gemeente vereenigd, waarbij in 1894 nog een gedeelte van Smilde gevoegd werd. In den aanvang der vorige eeuw was Assen slechts door n kanaal en n goeden weg met de buitenwereld ver bonden. Den Ten October 1780 was de De Markt te Assen omstreeks 1850. Muziek in de Hoofdstad. Als onze speg patriae" feest viert, dan moet men het niet zoo nauw nemen met de klok. Wanneer een concert een half uur later begint en de pauze een half uur langer duurt dan geannonceerd is wat nood! onte vredenheid mag niet bij ons opkomen; de bigde feestklanken van het lo vivat" brengen ons weer dadelijk in de stemming. Zoo was het ook toen het Amsterdamsen Studenten Mu ziekjeschap J.Pzn. Sweelinck", zijn deel kwam bijdragen in de feeetvieringen ter gelegen heid van het 55e lustrum onzer Hoogeechool. Na het ,Io vivat" werd een Lustrumouverture" aangeheven voor koor en orchest, door den directeur van Sweelinck, den heer Willem J. C. Gerke gecomponeerd en opge dragen aan het gezelschap waarvan hij de leider is. De heer Gerke heeft in die ouverture nog even het lo vivat" doen weerklinken, maar meer nog gebruik gemaakt van het door J. G. Milo gecomponeerde Nerens-lied. En in bouw, n in bewerking heef t de componist er naar gestreefd populair te zijn. Wel wordt er druk gecontrapuncteerd, maar het is geen zwaarwichtig contrapunct; zoo gezellig loopen de begeleidende partijen langs en naast de hoofdtnelodiën! Misschien werkt het voort durend optreden van phrasen, ieder tweemaal twee maten groot, een weinig monotoon in rhythmisch opzicht; maar dat mag wel komen door het volksliedachtige karakter der melo dieën. Aan het slot heeft de heer Geike zeer handig een koor vastgekoppeld, waarvan de woorden meer de goede bedoeling van den maker uitdrukken dan dichterlijke waarde bezitten. Het verschafte echter aan het ge heel een zeer eflectvol slot. Den heer Gerke viel een storm van wel verdiende toejuichingen ten deel. Tot mijn verwondering werd de componist na het w gklinken der laatste toner, niet gelauwerd; maar misschien was dat een abuis. De heer J. Smit, lid van Sweelinck, droeg daarna voor het D-dur viool-concert van Mozart De wijze waarop de heer Smit zulks deed, dwingt waarlijk respect af. Een dergelijke praestatie behoeft niet met den maatstaf van dilettantisme gemeten te worden. Menig kunstenaar van naam zou zich voor een dergeljjk spel niet behoeven te schamen; want n zuiverheid n opvatting n volheid van toon verdienen ten zeerste geprezen te wor den. Alleen der rhythmiek zou een nog fijnere behandeling ten goede hebben kunnen komen. De begeleiding van het orchest mageveneens met lof vermeld worden. Twee liederen van mejuffrouw H. J. v. d. Brandeler Tief in die Dammerung" en Maianfang" voor alt met orchestbegeleiding, hebben mij zeer geïnteresseerd. Over een vijftal liederen met piano van deze compo niste hoop ik binnen kort te refereeren. Thans zij reeds gezegd dat de hier uitgevoerde zangen met orcheet, n-at rijpheid en vooral wat karakteristiek in de begeleiding aangaat, wijzen op een grooten vooruitgang. Mevrouw de Haan?Manifarges zong beide liederen met geheel haar rijke gaven. Slechts zou voor het tweede lied een lichtere stem dan het pastose geluid van mevr. de Haan mis schien meer geëigend zijn. De orchestbege leiding dezer liederen getuigt van gevoel voor stemming en ook voor humor en is nergens te zwaar. Men zal zich misschien niet zonder eenige bevreemding afgevraagd hebben hoe Gade's Erlkönigstochter" op het programma der feestuitvoering van de Amsterdamsche stu denten kwam. Zou de directeur misschien gemeend heb ben dat de waarschuwing aan het slot van het werk : Drum rat'ich jedem Jüngling an der reiten will im Haine, er reite nicht nach der Erlenhöh! Zu schlummern im Mondenscheine. Hüt'dich, o büt'dieh vor Erlenhöh, wo Erlenjungfrauen singen ! hier in 't bijzonder op haar plaats was ? De tragische lotgevallen van Herr Oluf hebben zeker niets feestelijks. O ^erigens is het lieve melodieuse werkje meer geëigend voor uitvoeringen in de provincie dan voor concerten op groote schaal in de hoofdstad. Gade behoort in zekeren zin tot de epigonen van Mendelssohn. Zelfs toen de z.g. N uDeutsche Schule" met Liszt aan haar hoofd, reeds vasten voet had gevat in Duitschland, ging hij maar steeds voort de reeks van balladen, die hij met Komala", Erlkönigs tochter" enz. had geopend, voort te zetten. Zoo ontstonden dieKreuzfahrer", Kalanua", Sion", Psyche" en andere soortgelijke werken, die zich allen kenmerken door vloeiende melodiek, een gemakkelijke schrijf wijze en welluidendheid, maar tevens door gemis aan diepte. Heeft men de bedoeling gehad met deze aangename muziek een publiek te boeien dat niet uitsluitend samengesteld is uit hen die men gewoonlijk in het Concertgebouw ontmoet, dan is men hierin wél geslaagd. Da heer Gerke heeft een uitmuntend koor tot zy'n beschikking gehad en hij heeft het koor voortreffelijk laten zingen; de klank was mooi,' vol en glansrijk; de zuiverheid onberispelijk en de verhouding der stenamen liet niets te wenschen over. Mejuffrouw Van Linden v. d. Heuvell zong de sopraan-soli zeer schoon. Mevrouw de Haan de party van de moeder eveneens prachtvol. De heer Thomas Denys gaf aan menig oogenblik van zy'n Oluf-partij veel relief. Opnieuw trof mij weder het mooie, warme geluid van dezen bariton-zanger. Hoe jammer echter dat hy zijn hooge tonen zoo open zingt! Het meest hinderde mij zulks aan het slot; zoo b. v. bij de woorden: Erlenreich" en Nur Einer mit mir sah den Morgen ergrauen ! Behoudens een paar rhythmische onnauw keurigheden, was ook hier het orchest hoogst verdienstelijk. Het slot van het programma bestond uit een wel wat eigenaardige samenvoeging van fragmenten uit Wagner's Meietersinger. Eerst het voorspel III, dan het koraal en zonder onderbreking daarop de huldiging van Sachs. Over die samenkoppeling wil ik hier niet uit weiden, maar alleen zeggen, dat, dank zij den prachtigen zang van het koor, een imposant en echt feestelijk slot verkregen werd. Gerke en het studentenmuziekgezelschap Sweelinck" mogen met voldoening op den uitstekend geslaagden avond terugzien. ANT. AVBEKAMP. Drentsche hoofdvaart gereed gekomen, die van Assen naar Meppel leidde. Toen ter tijd bestond er van uit laatstgenoemde plaats reeds een geregeld beurtveer op Amsterdam, zoodat genoemde waterweg de verbinding met Holland tot stand bracht. Verder voerde ook de postweg van Groningen naar Meppel over Assen. De oude belangrijke verbindingsweg tusschen de noordelijke kuststreken ter eener zijde en het Bentheimsche en Holland aan den anderen kant liep nog altijd over den Hondsrug. Die wegdagteekende reeds uit den tijd der Romeinen. In de negentiende eeuw werd de ge meenschap met Assen zeer veel ver beterd. Toen werden de harde wegen aangelegd (Groningen?Meppel 1825 1839, Assen?Wildervank 1841?1848, Assen?Beilen 1856, Assen?Anloo Annen 1875). Van alle zijden kan men daarlangs de hoofdstad bereiken. Ook het verkeer te water werd uitge breid. Het graven van de Noord-Willemsvaart (1861), voltooide de verbinding tusschen Groningen en Meppel. Sinds in 1864 een stoombootdienst tus schen Assen en Zwolle geopend werd, was de verbinding zoo mooi mogelijk geworden voor dien tijd althans. De eigenlijke aansluiting aan het wereldverkeer volgde pas bij de opening van het spoorvak Groningen?Meppel. 't Was feest in Assen, toen pp 30 April 1870 de eerste trein het station binnenrolde! De N. O. L. 8. verbindt nu ook Assen met de nijvere veenkoloniën en Coevorden. Vooral de verbinding met Stads kanaal mag zeer belangrijk genoemd worden, getuige het drukke personenen goederenvervoer, dat er op dat ge deelte is. Ook andere omstandigheden werkten aan den bloei van Assen mede; in de eerste plaats het verkrijgen van een gar nizoen, dat in 1894 arriveerde en in den loop der jaren aanmerkelijk vergroot werd. Op dit oogenblik zijn er drie nieuwe kazernes in gebruik genomen. De mili tairen geven Assen niet alleen voordeel, ze brengen ook levendigheid en vertier mede. Zoo is de bevolking van Drente's hoofdstad, die in 1807 nog slechts een zielental van 621 telde, na verloop van een eeuw aangegroeid tot ruim 12 duizend inwoners. De stad kan niet op vele grootsche bouwwerken bogen, evenmin is het aan tal historische gebouwen er groot. Daar voor is ze nog te jong. Toch zijn er enkele. Daar is allereerst, ter plaatse waar vroeger het klooster was, het provincie huis, van 1883?1885 aan de oostzijde van den Brink in Oud-Hollandschen stijl opgetrokken. Achter het stadhuis, in de onmid dellijke nabijheid van den Brink, staat vinciaal Museum van Oudheden o adergebracht. Aan den noordoosthoek van den Brink, op de plaats, waar vroeger het klooster kerkhof was, bevindt zich het Paleis van Het Oude (Landhuis te Assen, in het laatst der 18de eeuw. het in 1901 voltooide Rijksarchiefgebouw. Een ronde toren met achtkante spits geeft van den Brink toegang. Op deze plaats stond weleer de oude pastorie", mede een overblijfsel van het vroegere klooster. Daarin bevond zich" o. a. nog de oude kloostergang in bijna oorspronkelijken vorm. In het archiefgebouw is ook het ProJustitie, de zetel van de Arrondissements rechtbank. Het schoone bosch heeft het zijne bij gedragen om Assen tot een aantrekkingspunt te maken. Zonder zijn treffende schoonheid zou het vreemdelingenbezoek lang zoo groot niet zijn, P. v. D. HERWIG. Brink te Assen. Stadhuis en Gouvernementsgebouw. De geschiedenis hernialt zich. In Berly'n woont een man, die met mij ook aan vele anderen veel vermaak heeft ver schaft. En wel zonder dat, op die wijze althans, te willen. Dat is de heer Ferdinand Bonn, de directeur eu eerste acteur van bet Berliner theater. Deze beer heeft het bekende sensatieverhaal van Conan Ooyle, de hond van Basker ville, tot een tooneeldraak omgewerkt en wel tot zulk een vervaarly k slechte tooneeldraak, dat er niet eens een middelmatig ontwikkeld mensch vijf minuten lang wezenlijk, ook maar op de goedkoopste manier door geboeid wordt. Op zijn eigen bedoelde manier dus wist de speler-schrijver, die nog een menigte andere melodrama's op zijn geweten heeft doch geen zoo berucht als deze Hond" ? mij tenminste niet te acnuseeren, doch op een andere. Niemand zou zich met dezen zevenden rangs publicist verder dan terloops en schou derophalend hebben bemoeid, had hij niet terugkomende van een reis in de Schotsche hooglanden waar hy het terrein van zijn stuk zou bestudeeren, van welke studie geen atoom van een resultaat ooit gebleken is een prachtige rede gehouden, waarin hij den volke verkondde de idealen van de Duitsche natie speciaal te willen hoog houden, en wanneer niet een hooggeplaatst persoon, voorzichtiglijk aan te duiden met de initialen S. M., vervolgens getoond had er in te zijn geloopen en mitsgaders hoogst deszelfs tal rijke familie het Berliner theater en den grooten Hond" met bezoeken had vereerd. Groote pret van al wat goedlachs is in de residentie. Als een soldaat zijn knol bereed, zooals Ferdinand Bonn het den Pegasus doet, zou hij arrest krijgen, zei Heine in den Simplicissimus met een geestige prent. Een plaat van Wilhelm Schulz opperde het denkbeeld, het standbeeld van den naar men hoort, door S. M. niet bizonderlyk vereerden Heinrich Heine op Korfu te vervangen door n van den dichter" Bonn met zijn hond. De slimme knoeier, die in zijn prulstuk a lerlei hatelijks op zijn concurrent Reinhardt, op Ibsen enz. te pas wist te brengen, die met brochures tegen de theater-kritiek te velde trok en gedaan kreeg, dat zijn letterkundige producten in de overigens zoo goed bekend staande Reclam-bibliotheek werden opge nomen, kan zeggen: wie het laatst lacht, lacht het best. Immers kon hij dezer dagen aankondigen, dat hij fantastische sommen met zijn kasstukken had verdiend en nog maals de verzekering geven, de idealen enz. te zullen hoog houden, tegen lager entree voor de zomermaanden. Maar het is niet Ferdinand Bonn, doch zijn theatrale hond, dien hy' op het tooneel niet eens op geslaagd sensationeele wy'ze wist aan te brengen, die mij herinnerde aan geen minder persoon dan den in 1822 gestorven Kammergerichtsrath, letterkun dige, componist, kapelmeester en teekenaar. Ernst Theodor Amadeus Hoffmann, en aan een kostelijke samenspraak tusschen twee theater- en opera directeuren (Seltsame Lei der eines Theater-Directois). Deze dialoog wijet er namelijk op, hoe het optreden van honden op de planken in den tijd van zy'n erva ringen als tooneel-leider met groot succes en op vele vindingrijke manieren werd toegepast. Ik citeer hier en daar uit deze grappige memoires want als zulke heeft men ze op te vatten: De beide directeuren heeten naar hunjassen. De Bruine. Ei! ei! Gusmann de leeuw I Een ridderopera ! Een held, die om zijn kracht en dapperheid de bijnaam : de leeuw" ver kreeg. De Grijze. Heelemaal mis, heelemaal mis, mijn waarde l Gusmann is een werkelijke, lieve, kiesche, beschaafde leeuw, van aange name beginselen, fijne zeden en geraffineerde trouw. Hij kan slechts door een welafge richten dog, wiea een passende pruik van leeuwenmaneu opgelet wordt, waardig en met effect gespeeld worden. De Bruine. Hemel! Alweer een hond ! alweer een hond l alweer een hond 11 De Grijze. Stil my'n waarde. De Genius des tijds de eeuwig voortschrijdende gees telijke macht, in wier kringen wij ons walsend voortbewegen, verlangt nu eenmaal honden op het tooneel, en het is ook zeer loffelijk dit verstandig dier tot hooge representaties op te leiden. Van de gewone courtoisie /an het tooneelstuk tot de romantische ridder lijkheid in het treurspel en de heroïsche opera. Eén Theater-directeur wilde verder gaan en het sublime bestaan door een kleinen welgeproportioneerden ezel in de minnaarsrollen doen optreden. Algemeen werd daarop aangemerkt, dat dit niets nieuws was, en zoo voerde dit tot niets. De Bruine : En gij zat waarschijnlijk met ellendig maakwerk opgescheept ? De Grijze: Volstrekt niet. Bij het lezen van den text stiet ik op tooneelen, die zeker hun drastisch schokkend eö'ect niet konden miesen; dan wel in ieder innige, teedere aandoening moesten wekken. Tot de eersten reken ik doch eeret moet ik opmerken, dat Gussmanns beschermeling een lief zoet, kinderlijk en piepjong prinsesje is d»t Bettina heet. Nu, tot de dramatische tooneelen reken ik vooral dat.waarinGussmann plotseling in prins Karlo dengene herkent, die voor zeven jaren der prinses een kus wilde ontstelen, met vreegelijk, gruwelijk ge brul op hem afspringt en hem den pruik staart afbijt. Daarentegen is het weder een roerende, rein gemoedelijke, idyllisch zoete scène, waarbij elke ziel in zachte treurige droomerij moet verzinken, als de liefelijke kozende Bettina haar trouwen Gussmann met rozijnen voert, die zij in de hoogte werpt en die hij met katachtige sprongen opvangt, doch niet eerder versnndt, tot de aangebedene roept, of veeleer zingt: Vreet I Het lot, mijn geluksster wilde, dat ik zeer spoedig een talentvollen, humanen slagers hond vond, en in mijn theaterkapper een volmaakt genie in het instudeeren van het beest ontdekte. De zaak marcheerde voor treffelijk. In korten tijd had de waardige hond zijh eigen naam: Lepsch" vergeten en luisterde slechts naar d n roep : Gussmann l Hij leerde op het tooneel fatsoenlijk gaan, en zich bewe gen, wat toch geen kleinigheid is, en vrat rozynen en beet pruikstaarten af, waarin de pedagogische haarkunstenaar listiglijk braadworstjes verborgen had." Mij dunkt, een dergelijke ironische bespre king van zulke zotte verzinsels zou nu ook zeer op zy'n plaats zijn, al ware het alleen om ons te verlossen van de ergernis, die wel eens bij ons op komt, wanneer wij het minder dan middelmatige zoo bevoorrecht zien en zoo veel goeds verwaarloosd. COBNBLIS VETH. De a.s, tentoonstelling yan&ooische Oudheden. Reclamebiljetten vestigen de laatste dagen de aandacht op Naarden'» Stadhui», een merk waardig stukje bouwkunst in een stadje vol historie. Gedurende de maanden Juli en Augustus zal In dat monumentaal museum gehouden worden een tentoonstelling van Gooische oudheden (Gooi- en Ommeland). Het gebouw, in welks zalen veel bezienswaardigs bijeen verzameld zal zijn, is op zichzelf een Gooische Oudheid, en wel van de beste soort. De vreemdeling komt het zien en bewon dert het. Maar meer dan ooit zullen straks velen de trappen van het aloude Raadhuis ('t dateert van 1601) beklimmen, en van die allen zal niemand zich zijn reis naar de oude vesting stad beklagen, niemand, die naar waarde weet te echhtten het vele hier bijeen gebracht, het een ouder en kostbaarder dan het: nder, sommige zalen zeer oud en andere zeer kost baar. Daar zal te zien zijn Amstel- en Weesper en Loosdrechts porcelein, voor liefhebbers om te watertanden ; oude wapens, die laten zien, dat het in den goeden ouden tijd niet beter was dan thans; sieraden, die het merk van oud-Hollandsche degelijkheid dragen ; zal er vertegenwoordigd zijn oud-kerkelijke kunst, een schat van herinneringen zal men er vlijden in beeld en schrift aan dagen van worstelen en strijden. Een Gooische kamer, zooals die nog maar sporadisch voorkomt, een oud weefgetouw, log en zwaar als primitief zullen er de aandacht trekken. Het Gooiech Binnenhnis zal de clou der tentoonstelling zijn l Maar ook al ontbrak het, dan nog zou er genoeg merkwaardigs en bezienswaardigs bijeen zijn. Bovendien, Naarden bevat nog eenige andere Gooische oudheden dan die er nu tijdelijk onder dak gebracht zijn. Ik noem slechts de St. Vitus-kerk met haar eigenaardige pla fondschilderingen en prachtig gebeeldhouwd koorhek. Voorts oude gevels en gevelsteenen, zooals die, welke ieders aandacht trekken, geplaatst in de oude garnizoensbakkerij En dan ook dit nog: Van Naarden naar bosch en hei en strand is slechts een enkele schrede I F. W. DEIJVER. Vacantie-Mnderfeest. 't Zou een aardig stapeltje worden, als we al de artikels op elkaar legden, die de laatf te weken in de kranten verschenen, oproepen voor kinderkolonies, speeltuinen enz. En dadelijk zou 't opvallen hoe iedre schrijver z'n best doet om z'n publiek te treffen, de een met dit, de ander met dat aanloopje, allen moeten ze neerkomen op dat ne: verzoek om geld. Er is iets pijnly'ks in die moeite en zorg om zoo fleurig mogelijk 't zaakje het publiek voor te stellen. Als je zelf een oproeping zult schrijven, voel je't scherp. Want je gevoelt 't gevaar de menschen heb ben nu al zooveel gelezen, ze zullen er ge noeg van krijgen, nu al weer een... Nu komen zij vragen bijdragen voer het vacautie kinderfeest; het feest van n dag, n dag van glorie voor kinderen van wie voor de meesten een ritje met de tram een ongekende weelde" ie, zooals een onder wijzer my verleden jaar schreef.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl