De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 30 juni pagina 5

30 juni 1907 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1566 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O K NEDERLAND. SILKS | lOCD^TV COSTUMES CASHMERES LIBEfm l T BLOUSES DELAINES COATS DRESSCOTTONS 185/187 KALVERSTRAAT CHILDREN'S WEAR DRESSLINENS AMSTERDAM HATS MONDAY JULY 18T SUMMER SALE GREAT REDUCTIONS SALE CATALOGUE POST FREE CURTAINS CUSHIONS TABLE COVERS EMBROIDERIES POTTERY SOLE AGENTS FOR HOLLAND SCARVES FECHUS LACES FANCY GOODS NEEDLEWORK OULC Aucnio run RULLHUU METZ & CO t o', aanbeveling, daarna een artikeltje met een gunstige beoordeeling, en langzamerhand nam de omvang van mijn gekozen werkkring zóó toe, dat ik met volle tevredenheid terugzie op het behaald succes. Twee van dekinderen staan reeds op eigen beenen, de beide anderen zijn nog in de jaren van opleiding die ik hun naar hun wensch en aanleg geren kan. Een groote dosis volharding, geduld en plicht besef ging deze uitkomst vooraf, maar ik ben vast overtuigd dat iedere vrouw, die niet ziek is, op elk haar geschikt voorkomend gebied evenveel, ja zelfs in vele beroeps bezigheden nog veel rneer bereiken kan Alleen moet men zeker zijn, dat het gekozen beroep, noch hare lichaamskrachten, noch die van verstand en gemoed te boven gaat. Als een vrouw van rijper leeftijd, plotse ling in kommervolle omstandigheden geraakt, is zij toch altijd nog in beter conditie dan een jonge. Als grond daarvoor voer ik aan dat de blik der volwassene scherper is in de beoordeeling van zaken zich zei ven en anderen betreffende. Zij behoeft zich niet blindelings een beroep te laten ?welgevallen, zooals dat wel eens gedaan wordt met een, tot oordeelen onbevoegd, opgroeiend kind, wiens bekwaam heid nog onontwikkeld, wiens neigingen nog onbeteugeld zijn. Zij kan wikken en wegen, kiezen en verwerpen. En juist dit maakt het haar mogelijk, met grooter genot en iuten8.iek.er te werken in een beroep dat voor haai- persoonlijkheid geschikt is. Daardoor zal ze meer doorzetten en meer bereiken, want innerlijke tevredenheid staalt haar, zoodat ze, de van ieder beroep onafschei delijke onaangenaamheden en bezwaren ge makkelijker verdraagt, en de voordeelen beter weet te waardeeren en te genieten. Echter, moest zij juist op grond dezer ondervinding gewaarschuwd worden, alleen op uiterlijke gronden af, een werk op zich te nemen dat niet met eigen neiging en aanleg strookt, omdat misschien deze of gene prachtige resultaten daarvan zag en zich groote in komsten verzekerde. Men onder«oeke zich zelve ernstig of men die eigenschappen bezit, die een ander daarvoor zoo geschikt maakte, en hale met vaste hand een streep door UIT DE N AT U U Ij CCXXIX. Fermentwerking bij onze spijsvertering Nog niet lang geleden schreef mij eens een trouwe lezeres van Uit de Natuur (na de betuigingen van ingenomenheid die een verzoek plegen vooraf te gaan) waarom ik 't nooit eens over de natuurlijke historie, over de biologie of de physiologie van den mensuh heb; of die dan niet tot de natuur behoort en wat dies meer zei. Nu krijg ik weer zoo'n aanmaning; en ik moet zeggen : :t is een niet geheel ongegrond verwijt. Toch heb ik 't wel eens over den mensch gehad; laatst nog over 't gehoor orgaan en ook al over geslachtscellen, maar dat was een uitzondering; en een uitzonde ring zal 't blijven ook, al voldoe ik ook nu eens weer aan een billijk verlangen. Over de natuurlijke historie van den menach te schrijven, up to date, en, meer dan in een ge woon leerboek staat,daarvoor moest ik,al houd ik mij buiten de eigenlijke ziekteleer, eigenlijk medische studies maken en de periodieken bijhouden; daartoe ontbreekt mij de tijd en de gelegenheid, niet de lust. Ook is 't niet zoo gemakkelijk als 't schijnt, een onderwerp te vinden, dat in een paar kolommetjes afgedaan kan worden,en dat, ver moedelijk, iedereen interessant zal vinden; maar ik wil 't probeeren. Eten en drinken, zoo dunkt mij, doet ieder gezond mensch met welbehagen. En nu is 't wel een goeden gulden regel: bij 't eten niet veel na te denkan en vooral niet te lezen of te praten, maar over 't eten behoeft men nu juist niet tijdens het dineeren te den ken. Soms duurt't wat lang,eer 't opkomt als we al zijn gaan aanzitten; en dan dringt de lekkere geur van de toebereide spijzen al vast onzen neus binnen. Daarvan wordt men niet zat en soms kribbig; toch is dit onbillijk; want dan ia de spijsvertering eigenlijk begonnen; we eten immers niet om den mond en zelfs niet om de maag te vullen, maar om te voorzien in de slijtage van ons lichaam; gesteld al dat 't niet meer behoeft te groeien. Heusch, in de keuken, in de pot en de ketel begint de spijsvertering. Dat wij onze spijzen ."koken, braden, bakken, stoven, is een proees, dat wy anders in onzen mond met onze tanden en't speeksel, met maag of darm moest doen; 't is een cultuur-vorm van eten. A.1 't eten toch zou ons maai weinig baten, als 't voedsel niet in zoo'n toestand gebracht werd, dat het in 't bloed kan komen, en dat grootsche plannen, als ca rijp beraad een ontkennend antwoord moet volgen. Als een beroep goed toeschijnt, dat tot dusverre zoo ver buiten eisjen waarneming en naaste omstandigheden ligt, dat een juist oordeel niet goed mogelij J is, dan moet men er niet tegen op zien, zaakkundige raad in te winnen. Ik weet dat juist ernstige man nen en vrouwen, trots veelzijdige in beslagname, op belangelooze en voorkomende wijze bereid njn, eeue in verlegenheid verkeerende vrouw, met raad en daad bij te staan. Maar dan ook moet men bereid zijn den gegeven raad op te volgen, ook al is hij niet geheel naar onzen zin. Daarentegen hoede men zich de raadgevingen van ieieren zoogenaamd goeden vriend als richtsnoer te nemen voor een beslissing. Niet zelden wordt in zulk een geval de oude wijsheid bevestigd: de ongelukkige heeft geen vrienden, en de raad gevingen zijn meestal oppervlakkig, over vloedig, maar niet eens goed gemeend, want het is inderdaad bijna onmogelijk voor iemand om zich in anderer omstandigheden en karakter, in al zijn eigenaardigheden te ver plaatsen. Daarom zal bijna geen raad werkelijk voordeel aanbrengen, uitgezonderd de boven genoemd zuiver zaakkunditre, die door den belanghebbende, voor zijn bijzondere omstan digheden moet worden ingeroepen. Even dringend zou ik er tegen willen waarschuwen om dadelijk na een zwaar ver lies een gewichtig besluit te nemen, waarvan men later slechts bezwaarlijk af kan. Het oogenblik waarop mea uit de gewone om standigheden wordt gerukt, waarop alles wat men meende dat vast stond, aan 't wankelen wordt gebracht, is niet geschikt tot het nemen van gewichtige besluiten. De toestand schijnt ons zoo troosteloos, dat wij er licht toe over hellen, om verbasteringen te maken waarvan wij bij rustig nadenken de schadelijke ge volgen inzien. Kr zijn wel gevallen, waarin dadelijk handelen noodzakelijk is. maar dan zijn er meest derden die beslissend ingrijpen. Maar daar waar de beslissing aan de vrouw zelve ligt, doet zij beter, als 't eenigszins mogelijk is, daarmee te wachten tot een tijd van rust naar omstandigheden ig aangebroken. het door fijne adertjes en zelfs door vliezige celwanden heen, kan worden vervoerd naar de plaatsen in ons lichaam, waar 't noodig is wegens afslijting en verbruik. Iedereen weet en begrijpt het wel: 't moet om zoo te zeggen opgelost worden. Dat lastige werkje nu: aardappels, boonen, andijvie, vleesch of eieren dun vloeibaar te maken, dat wordt al ingeleid in de keuken; 't vuur van gas, petroleum, kolen of de electrische hitte doet de eerste daad van onze spijsverteering. Het is de eerste stap op den langen weg. Hier valt al dadelijk een groot verschil in 't oog tusschen mensch en dier. 'k Heb nog nooit gehoord, dat een dier zijn voedsel kookte, braadde of ook maar eenigszins murw maakte, door vuur te gebrui ken. Dit is tenminste iets, dat absoluut menschelijk is; we besparen ons een deel van 't kauwen. Het is een aanwinst, want 't haalt tijd en moeite uit. Wel zullen u sommige natuurmenechen weten te ver tellen, dat 't een verlies is; wafit dat wij daardoor ons kostelijk gebit bedorven hebben en dat het een van de oorzaken is, waardoor tegenwoordig zoo veel guldens uit onze beurzen naar die van de tallooze tand artsen verhuizen. Maar daar geloof ik niet veel van. Zeker, de cultuur dwingt ons lichaam tot wijzigingen tot aanpassingen, zooals 't gewoon lijk genoemd wordt; getuige de kortere kaken, waarin de tanden nauw aaneen sluiten en elkaar licht aansteken. Ook 't wegblijven van de verstandskies wordt als. gevolg genoemd; maar daar staat tegenover, dat wij 't hersenwerk er door verbeteren; de menschen verloren kauwtijd en wonnen werk- en denktijd, en wat 't zwaarste is moet 't zwaarste wegen. 't Wachten op 't eten dat bereid wordt, is een mooie gelegenheid, om over zoo iets na te denken Maar ge begint te watertanden, zult ge zeggen en dat is vervelend. Ja, heel vervelend, dat watertanden. Toch iets heel merkwaardigs. Dat water is speeksel, natuurlijk. Dat 't zich in de mond verzamelt, terwijl wij een aardappel of boterham eten, (gemalen Alleen een vereenvoudiging van de geheele evenswyze kan terstond beginnen. Ook hierom is afwachten aan te bevelen, omdat lichaam en geest eerst langzamerhand hun veerkracht terugkrijgen, en er dan meer kans bestaat, om de nieuwe op zich geno men plichten ook inderdaad bevredigend te vdrvullen. Wie nu het vóór en tegen van een werk kring heeft overwogen en voor zich zelven klaar inziet wat hy wil, talme geen dag langer om zijn willen in praktijk om te zet ten. Werkeloos wachten verlamt onze krach ten l Als het wezenlijk eerlijk werk is, ook al wordt het door een ander als gering aan gezien, dan moeten we ons niet laten weer houden het flink ter hand te nemen en er ons niet laten afbrengen door zwakke argu menten of meeningen onzer lieve naasten. In het meerendeel der gevallen wordt werken" eensluidend met een schijnbare afdaling uit de tot dusverre ingenomen po sitie. Trots alle vrouwenbeweging wordt de voor geld werkende vrouw veei minder hoog geschat dan de man, wiens streven naar ver dienste als iets van zelf'sprekends wordt beschouwd. De verdienende vrouw zal veel verliezen aan omgang met vroegere kennissen, van velen vervreemden en dat kan o zoo hard vallen, maar zij zal ook w«inig tijd meer over hebben tot nutteloos gebabbel. Het is goed om zich vooruit deze gevolgen van zelfstandig optreden voor oogen te stellen, om dan niet zoo licht gevaar te loopen, deze dingen tragisch op te nemen. Daartegenover staat dat men zich de achting en het ver trouwen van vele degelijke menschen ver wei f t en ongezocht, maar daarom des te meer gewaardeerd, ondervinden we menig echt hartelijk bewijs van belangstelling, dat ons boven gene krenkingen verheft! Het beste vinden we echter in ons zelven; dat gevoel van bevrediging, iets te kunnen volbrengen, iets te zijn uit ons zelven, on afhankelijk te zijn van medelijden, gunst of met weerzin toegereikte aalmoezen! Is wer ken op zich zelf al het eenige middel om zware slagen van het lot te boven te komen, langzamerhand zelfs te leeren vergeten, toch is het uitwendig" gevolg van werken, uit drang naar onafhankelijkheid, niet het eenige wat waarde heeft, maar het brengt ons het verheven gevoel, met onze kracht anderen ten nutte te zijn, zwakkeren te kunnen hel pen, en dit gevoel behoort tot het beste wat ons het leven geven kan. Naar het Duitsch. Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid. Door het Nationaal Bureau van Vrouwen arbeid, Jacob v. d. Doesstr. 68,'s-Gravenhage, is het volgend adres verzonden aan den gemeenteraad van Amsterdam: Geven te kennen, ondergeteekenden, vor mende het bestuur der Vereeniging van gemeente-telefonisten, goedgekeurd bij kon. besluit van 21 Febr. 1902 no. 30, optredende namens hunne vereeniging en domicilie kie zende aan het adres van de secreta.esse; dat zij met belangstelling hebben gevolgd hetgeen in de gemeenteraadszitting van 31 Oct. 1905 betrekkelijk egg ,$Qor hun vereeni ging gezonden adres is vocygesteld, besproken en besloten; dat zij uw raad in herinnering brengen, dat in hun adres van 4 Sept. 1905 is verzocht het volgende, betreffende: a. Salarissen: De leerlingen te geven een loon van f4.?per week gedurende de eerste 6 maanden, de aspirant telefonisten te geven een loon van ?5.?gedurende het eerste jaar, de telefonisten, in plaats van ?6.?per week ?8.?, een en ander met een tweejaarlijksche verhooging van f 50.?totdat een weekloon van ?12 is bereikt. b. Verloftijd: In plaats van 7 dagen verlof tijd een rusttijd toe te staan van 14 dagen met behoud van loon, aangezien eene week niet genoeg is om uit te rusten van den zenuwachtigen werkkring: imiimiiiuumtiiiiiimiiiiiimimmtumuiHiiiiiMmiiiiiiiiiiiiimiMiim en gebakken meel niet waar), is zoo iets heel gewoons, dat geen mensch er bij denkt; dat komt door 't kauwen zelt, zou men zoo zeggen. Maar hoe dan bij't watertanden, dan kauwen we niet. Neen, dat is een psychisch ver schijnsel, daarmee hebben onze ziel, onze ver beelding, onze hersenen iets te maken. En nu weet ge ook, dat daarbij physiologische raadsels op te lossen zijn. Laat me u even in herinnering brengen, indien ge 'i vergeten mocht zijn waarvoor 't speeksel noodig is. 't Is om te beginnen alweer een oplos-singsGist-celien. .' , middel. Meel, (zetmeel vfln aardappels, brood of boonen) is door 't ifialen en bakken of koken nog niet voldoende oplosbaar gewor den; décelletjes waar 't .in zit, zijn alleen wat stuk gewreven, stuk gekookt; 't meel is soms ?wat gewiJEigd van vorm, nog niet veel van samenstelling. En 't is he£l moeilijk oplosbaar dat zetmeel; heelemaal niet geschikt om ons lichaam te voeden, want 't kan slecht ver voerd en haast niet opganomen worden door 't bloed. En 't speeksel nu zorgt, voor 't oplosbaar worden; 't maakt van zetmeel iets anders, iets zoets; dat proeft ge dadelijk als ge er op let, 't wordt namelijk suiker. Maar hoe gaat dat in zijn werk ? c. Ziekte: Geen salaris bij ziekte in te houden; dat thans in dienst zijn 105 telefo nisten en telef.-leerlingen, wier weekloonen zijn als volgt: 11 telefonisten Ie kl. ?12, 2 id., ?11, 3 idem, ?10, 11 idem, ?9, 13 id. ?8, 30 idem ?7, 22 idem ?6, 4 aspirant telefo nisten ? 5, 9 leerlingen ? 4 ; dat zij zich de vrijheid nemen onder de aandacht van uw Raad te brengen, dat reeds op de vergader in g van31 /50 1905is aangenomen een voorstel, waarbij B. en W. werden uitgenoodigd, zoo spoedig mogelijk aan den raad een ontwerp-reglement voor de telefonisten aan te bieden; dat meer dan 11/2 jaar is verstreken sinds dat voorstel werd aangenomen; dat zij hunne verzoeken bij adres van September 1904 ingediend, en hiervoren vermeld thans handhaven en er bij uw Raad op aandringen eene zoodanige beslissing te nemen, dat aan hun billijke wenschen gevolg wordt gegeven; dat hun verzoek betreffende de loonsverhooging de strekking heeft, dat de telefonisten die thans f 7 weekloon genieten ? 9 zullen krijgen; zy, die f 8 per week verdienen, f 10 zullen ontvangen, enz. totdat het maximum van ? 12 zal zijn bereikt. 't Welk doende, Het bestuur vooraoemd. Modes: Motor-coat. Framcli costuum. Zomerweejsels. Hoeden. Kapsel. Zonnesnhe n.en. De moderne, leeren motor-coat voor dames, is praktisch ; weer-en-wind kan men er veilig mee trotseeren, wat in een winterschen zomer als die van 1907, van niet geriEgebeteekenis is! Deze automantels zijn sierlijk, niet zwaar; en worden gemaakt in prachtige kleuren, waaronder reekleur, donker-blauw, staal-grijs, diepgroen en violet, het meest in den smaak vallen. De leeren mantel is gevoerd met heel fijn solide laken; de mouwen zijn voorzien van een dubbele voering: laken en daarover zijde, om makkelijk in en uit dezen surtout te glippen. De neerliggende kraag en revers, kin men opzetten, zoodra een regenbui of venijnige bries zich doet gelden. Een laken of uweelen pet niet water-proof sluier van crêpe de Chine staat heel goed bij dezen leeren mantel. Met de dwaze meening dat men zich voor een automobieltocht moet toetakelen als een kinder- of vogel verschrikking, hebben wij afgedaan.Onder den op zichzelf reeds sierlijken auto-jas, kan men een onberispelijk costuum aantrekken, wanneer men vrienden per auto wil bezoeken. De neutrale, modieuse, grijze tint maakt dit seizoen buitengewoon veel op gang. De grand couturier" Paquin heeft met zijn wondere creaties reeds menig vrouwenhart sneller doen kloppen, en menig mannenoog toornend doen fonkelen, wanneer zijn echtgenoote hem de rekening bood van het exquise toilet waarop haar keuze was gevallen. Onder de bewonderde robes is er een van mat-grijs, souple laken. Snit van den rok, nig mooi! Gemouleerd om de heupen; van daar uit z ich verwijden! en neervallend in diepe, slanke plooien. Niet meer dan twee naden heeft de rok: n van achteren, n van voren; keurige, opgestikte tailleur-naden. Geen garneering hoegenaamd op den rok. Het corsage is tout simplement une merveille! Vest van zacht-grijs panne, gedeeltelijk over dekt door een flou beeldige, witte kant. Twee revers langs het vest; smal van boven, zich verwijdend naar onderen, in stijl met den snit van den rok. Op de voorste revers twee groote knoopen van panne, schijnbaar om de neergolvende kanten slippen een ietsje in bedwang te houden. Hooge ceintuur-corselet met drie smalle biais van panue; links en rechts van de ceintuur drie knoopen zooals op de revers. Wijde elleboog-mouwen van laken met opgestikte laken biais afgezet door fluweelen biesjes. Oudermouw n-en-al luch tige wirreling van witte kant. Indien de Julizon ons niet verrast met weelde van licht en zomeische warintekoestering, indien de aanstaande maand ons niet raa doet vergeten het nukkig en boos iiiimimiimiiuiiiiiiiiiimiiiiiiiitiuiiiiititiiiiiiuiimiiimitiiiiMitiiiiiiii Ge zat te watertanden, niet waar? Waar kwam dat water vandaan ? Uit drieërlei sponsjes, door de physiologen klieren ge noemd, speeksel-klieren. De beide klieren achter de ooren kent ieder wel, want de zwelling er van is een verschijnsel van de zoogenaamde bof. De andere liggen in de wangen ;n OLder de tong. Elke klier scheidt een bijzondere stof af, ook 't raondslijm komt er bij, eii 't mengsel ncemen we ge woon mond-speeksel. Dat van de oorspeeksel-klier is zeer dun en waterachtig; de wangklier geeft ook een dunne vloeistof maar die wordt gauw taai; de t ongklier produceert een taaie draderige speekselsoort. De dunne vloeistof uit de oorspeeksel klieren is 't vooral, die onoplosbaar meel in oplosbare suiker kan veranderen, 't Is be proefd en bewezen; door bij een dikke meelpap of stijfsel, ook al zetmtel, een weinig speeksel te brengen, wordt de stijfsel dun vloeibaar en zoet; 't wordt suikerwater. Kookt men vooraf 't speeksel, dan mislukt de proef; 't werkzame bestanddeel ervan is door 't koken veranderd; onbruik baar, ongeschikt geworden voor 't doel. Dat werkzame bestanddeel is afzonder lijk te verkrijgen, en 't heeft een naam ook, ptyaline. En nu bleek 't, dat geringe hoeveelheden van deze merkwaardige stof, waarvan we niet veel meer weten dan dat ze bestaat en bij een bepaalde temperatuur zoo en zoo werkt voldoende zijn om groote hoeveelheid meel in suiker te veranderen; ea wat er bij komt: een weinigje van de veranderde voedingsstof, opnieuw bij meel gevoegd, begint zijn geheimzinnige scheikun dige werking opnieuw; de oorzaak, de ptyaline, verandert niet. Die blijft, wel niet onbeperkt, maar toch wonderlijk lang in functie, alleenzijn tegenwoordigheid is voldoende: hij veroor zaakt verandering,zonder zelf noemenswaardig te verandererj of op te raken". Zulke werkingen kent ieder wel; het zijn de gis t werkingen. Ge weet dat vruchten sappen, bessensap, druivennat, beginnen te gisten, als ge ze maar stil laat staan op een een niet te koude plaats. Het microscopisch onderzoek wijst dan uit, dat er zich een levende plant, die letterlijk uit de lucht is komen vallen, er in heeft genesteld. Ook de gist in 't deeg doet zoo iets, hy maakt van een deel van de suiker in 't meel: alcohol en koolzuurgas; dit geeft spanning, zoodat 't deeg rijst; er ontstaan holten in. De ovenhitte fixeert die holten en verdrijft de alcohol door verdamping ; het brood ia poreus geworden, lichter verteerbaar ; ergo : de spijsvertering geweld van haar voorgangster, dan zullen de prachtweefsels van linon, criatalline en tussor, bestemd voor den zomer van 1807, waarwaarschijnlijk tot avondtoiletten worden ver werkt voor den aanstaanden winter. Tussorzijde wordt in beeldige tinten gezien en gebruikt zoowel voor gekleede toiletten als tailleur- costuums. Gekleede japonnen van tussor worden bij voorkeur gegarneerd met incrustaties van Clunykant, met flos-zijden borduursels in de tint van 't materiaal en guimpes van linon en kant; voor tailleur-costuums garneert men tussor met soutache of smalle tafletas biaie ia scherp aftoonende tint. Voor gekleede japonnen en avondtoiletten zijn pékinémet breede strepen en Liberty zyde ook zeer gewild. Onberispelijk van snit en goed getailleerd, moet de voering zijn der nieuwerwetsche corsageg: het ijle weefsel der robes luchtig gedrapeerd over buste, schouders en rug markeert geen enkele lijn. Kokken worden niet meer gevoerd; zelfs de bijpassende losse voeringrok is tijdelyk op non-actif gezet; de wijde, lange surah, Liberty, lustre en moirette onderrokken met garneering van strookjes, tusschenzetsels en kant zijn voldoende steun voor de japonrokken. Om les dessous" te kiezen in tint met les dessua" is styl en smaakvol. Een mode nieuwtje is: lange, zeer wyde tulle mouwen aan avond- en theater-toiletten. Een wolk van blanke tulle overdekt armen en polsen. De mouw valt tot op de hand. Indien dit modetje pakt, dan komt er een bezuiniging op het toilet budget: de handschoenen. Korte hand schoenen zouden bij lange, tulle mouwen extra leelijk staan, dus, madame mode décréteert bij die toiletten: bloote handen. Des te beter. Blanke, goed gevormde, sierlijk onderhouden, met ringen getooide vrouwenhanden zyn een kijkje dubbel waard! Het Grieksch kapsel wordt gelukkig meer en meer gedragen voor diners, soirees en theaterbezoek. Moge een aantal vrouwen- en jongemeisjes-gezichten door dit klassieke kapsel aan distinctie terugvinden, wat zij door het dragen der moderne flou". aan voor naamheid hebben ingeboet... Hoeden zijn grooter dan ooit, en gegarneerd met een profusie bloemen en aigrettes. Bij linnen, batiste en piquéjaponnen wordt de groote cloche Louis XVI" gedragen ge garneerd met ruches van Valenciennes en kleine guirlanden Pompadour roosjes. Stroohoeden, in paille d'Italie, hebben het onvervalschtXVHIe eeuwsch model met brides van Pompadour lint, kant- en bloemgarneerlng. Parasols zijn prachtstukken. Zeer fijn en bewerkt als atiribuut voor de middagtoiletten. Parasols van mousseline de soie met breede, i jour randen, gegarneerd met kleurige borduursels van flos zijde. Para sols van taffetas geheel gesoutacheerd met chenille. De platte, Japansche parasol met veel baleinen is zeer modieus. Die Japansche zonneschermen zijn bij uitstek geschikt om de rijk gegarneerde hoeden te overschaduwen, zonder de hoeden versiering in gevaar te brengen van drukking of knelling. Japansche zonnenschermen worden hoofdzakelijk van tussor zijde gemaakt, met houten stok,waarvan het hacdvatsel een wonder van fijn houtsnij werk is met incrustaties van pare.'inoer, ivoor, koralen, cabochons. Van Japan gesproken: Een volgend maal hoop ik te vertellen van een Japansch boek. CAPKICE. Potage d. la Saint-Oermain. Voor 6 a 8 personen. Benoodigdheden: 2 liter bouillon, K liter versche doperwten, l H.G. boter, brood. Bereiding: K liter gedopte erwten kookt men gaar in water met l ui en l wortel, waarna men ze afgiet en de erwten door een zeef wrijft. Doe de puree in een stoofpan, voeg er 2 liter doorgezeefden bouillon bij, laat 25 minuten zacht doorkeken. Doe er y2 H.G. versche boter bij en, zoo men dit heeft, een weinig spinaaiegroen(voor de mooie, groene kleur). Neem }/2 H.G. brood zonder korst, snijd het aan dobbel steentjes en bak die mooi bruin in 1/2 H.G. boter. Dien de croütons voor bij de soep. begon alweer ia den oven, eigenlijk al in den molen. Langen tijd wist niemand er iets meer van, 't was een raadselachtige werking van de levende gistplant; pas een jaar of twaalf geleden is 't gelukt, uit lijn ges-reven gistcellen, uit die levende zwammetjes dus, een doode stof te trekken, die precies zoo de gist ing aan den gang zet. als de levende en groeiende gistplantjes doen; en ook deze stof vergaat" niet bij 't scheikundig proces; een nietige hoeveelheid kan ongelooflijke massa's suiker in alcohol en koolzuur veranderen en is dan nog even krachtig als te voren. Zulk een doode stof, die een scheikundige werking inleidt en aan den gang houdt, versnelt of vertraagt, heet in de leerboeken een enzym of zymase, ook wel in 't algemeen een ferment. In andere omstandigheden ook wel een katalysator. En zulke enzymen als in de bakkersgist", zijn gevonden in allerlei spijsverteringssappen van 't menschelijk lichaam, de ptyaline van 't speeksel is er een van. De pepsine die 't eiwit van ons voedsel verteerbaar maakt, het lebferment, dat de melk doet stremmen, de lipase die 't vet ontleedt, 't zijn allemaal ge bleken zulke wouderdoende enzymen te zijn. Dat is al belangwekkend genoeg niet waar. Nog sterker wordt het, nu 't blijkt, dat dit goedje net doet, of 't leeft en precies weet wat 't wil en waarvoor 't dient. Want door proeven is gebleken dat juist die soort speeksel dus juist dat enzym te voorschijn komt en op 't goede oogenblik, dat voor een bepaalde voedingsstof noodig is. En ook al op 't zien of ruiken van die stof door den mensch, maakt 't ferment zich klaar en treedt 't speeksel op. Nog sterker: naar mate de stof droger of natter, korreliger of taaier is, meer of minder water bevat, richt zich de hoeveelheid en de soort; en dat gebeurt ook al, al zien wij de stoffen alleen, dus nog voor ze in den mond komen. Ziet ge wel ? Nu ben ik ver over mijn ruimte en toch nog nauwelijks begonnen aan't aller eerste van een klein deeltje van wat er over spijsvertering te vertellen is. E. HEIMANS. B. B. te Hallum en G., e. a. te A'dam. Het zijn de gewone vruchten van de crocus, die vormen zich altijd vlak boven de bol, waar 't vruchtbeginsel zat; dus geen cleistogamie in 't spel. P. S. te A. Over stekken enz. een anderen keer, 't is nu toch de tijd niet.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl