De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 7 juli pagina 8

7 juli 1907 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1567 voorstellende een dorpstraat, onder een blauwe lucht, vol met ruiters heeft een be weeglijkheid in de mannen en beesten die Fransche militairschilders doet herinneren. Er is echter een iets in, wat bizonder hinder lijk is: op een open plek op den voorgrond om deze plek wat te vullen? ligt een raar gebouwden hond, in wiens lijf een uit drukking van iets over-redens het treffende en het vervelende is. Soms moet ge u ver wonderen dat schilders wiens oogen toch zien" zulke vreemde mankementen kunnen dulden. Het olieverf-werk van Zon, paarden en een man is zonder bekoring, on-levend van schilderwijze. PLASSCHABET. P. VAN EEGIIKN, t. Orer Speenhoff, Blijde Koost" en wat dies meer zij. Ongetwijfeld, zult gij by 't lezen van dezen zonderlingen titel een opstel, essay, kritiek, of hoe men 't dan ook noemen wil, over den dichter-zanger"en teekenaar"J. H. Speenhoff van my verwachten. Edoch verre van dat I Wel wil ik hier over Speenhoff schrijven, doch dan ook alleenlijk over hem, als de illustratie van het door de Hollandia-Druk kerij" uitgegeven boekwerkje De schipbreuk van juffrouw L. en juffrouw A." Dit boekje behoort tot de serie Blijde Kunst," een titel, die meer beloofde dan hetgeen door 't meerendeel der deeltjes, die tot dusver uitkwamen, gegeven werd. Ook in de aankondiging dezer serie-uitgave was de uitgeefster wel wat grootsprakig. Wij zullen trachten," zoo schreef zij, naar wat ieder doen moest, die het leven wil leeren liefhebben ... zoeken naar de schoonheid, die in levensblijheid en levenslust haar oor sprong vond, naar Blijde Kunst." Geen banale grappen, geen koffiehuiskletstafelhumor," enz. enz enz., en dan 'n weinig verder : Wat wij geven, zal moeten voldoen aan de beide eigenschappen, in onzen titel genoemd: artisticiteit en opgewektheid." Mooi l mooi l allemaal heel mooi I kra nig gezegd I doch hoe ontzettend onwaar klinkt dat alles, na lezing van 't reeds ver melde boekwerkje! 't Is een laf, droog, banaal verhaaltje; ook de verhaaltrant is niets beter. Doch nu over de teekeningen. J. H. Speenhoff, de populaire", ontwierp ze. En hoe ? Ik zal trachten 't u duidelijk te maken. Teekening twee", die betrekking heeft op de bladzijden 13 en 14, doet ons zien, tenminste dat was de poging van den illustrator, hoe de twee, in den titel van 't verhaal vermelde, be daagde juffers, geholpen door den ik" in 't boek, het zinkende zeeschip verlaten en zich neerlaten in een niet-waterdichte red dingsboot. Op 't prentje zien wij, dat twee van het drietal z wemgordels om de middels hebben, alhoewel op pagina 25 pas beweerd wordt, dat de bedoelde personen de red dingsgordels" omdoen, 'n Kleine onnauw keurigheid zult gij zeggen ! Er zijn er echter meerdere n grovere! Derde teekening. In den tekst staat: We gingen dus allen op de banken staan, juffrouw L. in den ach tersteven, ik in den boeg en juffrouw A. op een van de dwarsbanken tusschen ons in." (Cursiveering van mij). Ik heb 't prentje aandachtig bekeken, nogeens bekeken, vergrootglas genomen, doch hoe ik keek en de meest mogelijke hulp middelen daarbij te baat nam, mijn oogen zagen niet een der juffrouwen, doch het mans persoon tusschen de beide bedaagden in staan, hetgeen toch niet klopt met den hierboven aangehaalden zin. Teekening vier" vrij moppig, doch ook hierin wederom een grove onnauwkeurigheid, die ik later zal aantoonen. Wüzijn gevorderd tot teekening vijf". 't Drietal schipbreukelingen zwemt naar een eiland toe. Het manspersoon voorop, de zij's achter hem aan. Ik citeer uit den tekst (pag. 52), waarbij deze teekening hoort: Als op dat oogenblik een bewoner van het eiland bij de landingsplaats had gestaan, zou hij aan de oppervlakte van het water het eigenaar dige schouwspel hebben kunnen gadeslaan van een mannenhoofd bedekt met een natten, verfomfaaiden itroohocd, en gevolgd door nog twee hoofden, elk met eea druipenden, ontredderden vrouwenhoed, terwijl beneden in het kabbelende water de gestalten, bij die hoofden behoorende, zichtbaar waren, alle gekleed zoo als men aan land gewoon is." (Cursief van mij). Op de teekening, niets van dat alles l De vent heeft een pet m t stemband op en de vrouwen zijn op het prullig prentje totaal 6(oo(shoo?de! Ook op de vierde teekening moet de vent natuurlijk, volgens den tekst, een stroohoed dragen, doch ook hier heeft hij, als wijlen Jan Linse, een pet op het hoofd, 't Mans persoon en de beide vrouwen bevinden zich goed en wel op vasten bodem en hebben 't eenig huis op 't heele eiland, een tijdelijk onbewoonde villa, ja, 't is een onzinnig verhaal betrokken. De zesde teekening geeft u een duidelijke (?!) voorstelling van de eetkamer in die villa. Op de tafel, waarvan slechts twee pooten geteekend, de rest is voor 't gemak maar weggelaten , staat een koffiekan en een gene verkruik (?). De beide juffrouwen en de galante ridder staan ia 't vertrek, althans de vrouwen, doch hoe de manspersoon, de ik", blijft staan, is mij een raadsel, want 's mans onderlichaam ontbreekt totaal! Verder volgen nog eenige anderekinderlijke, onbeholpen teekeningetjes. Genoeg echter, meer dan genoeg l Ik hoop, zoowel voor de Hollandia-Drukkerij" als voor den heer J. C. D. van Dokkum, den redacteur dezer Blijde-Kunst"serie, dat zij voortaan gelukkiger in hun keus zullen zijn en vooral wat beter zullen letten op tekstgetrouwe en niet al te onbeholpen verluchtingen". Groningen, Juni. R. J. GODDABT De Tzaar = ie 130,000 potgronilbezitters. II. (Slot). Want, gelijk ook in zooveel andere zaken hebben de K. D. ook ten opzichte van de agrarische kwestie hun gematigd hart ont dekt en zyn zij, gelijk zelfs een blad der fanatieke Duitsch-Baltische jonkers, de St. Petersburger Zt. toegeeft in agrarische zaken zeer belangrijk naar rechts opgeschoven.' En dat Stolypin in werkelijkheid in zijn rede niets is afgeweken van de regeeringsverklaring van Goremykin op 13 Mei en de regeeringscommunicatie van 20 Juni L906, dit blijkt ook duidelijk uit het oordeel der konservatiefagrarisctie pers, die o a. zegt: De opvatting, dat de regeering de gedwon gen onteigening als een staatkundige nood zakelijkheid wil toegeven, kan licht op een dwaalspoor voeren. Expropriatie in den door Stolypin aangegeven zin is in alle Europeesche state a gebruikelijk, ja gold als nood zakelijk in het oude Rome, dat toch waarlijk wel een zeer grooten eerbied voor het pri ?aatbezit bezat... Onteigening voor agrarisch-technische doel einden, voor arrondeering enz. vindt dan ook voorstanders in alle gematigde partijen. Doch de liberalen willen reeds weten, dat het regeeringsontwerp belangrijk verder zou gaan dan Stolypin wilde toegeven. Dit is onge twijfeld niets dan een van de vele dingen, die de K. D. maar al te lichtvaardig van de bureaucratie slikken. Immers waarin bestaat het agrarische program der regeering? Wy kennen het reeds uit de wetten van 9 en 15 November 1906 en uit de werking der Boerenbank. Als eerste doel streeft de regeering naar de opheffing van het gemeenschappelijk bezit, om in de massa der Russische boeren het nog geheel onontwikkelde eigendomsgevoel" te versterken, d. w. z. om op kosten der armere boeren het land te verdeelen en het in 't bezit der woekeraais-elementen ten platten lande te brengen. Verder en dat is de hoofdzaak moeten de groot-grondbezitters een voordeelig zaakje kunnen maken. De re geering is begonnen met het vormen van een landfonds en gaat daarmee door bemiddeling van de Boerenlandbank voort. Mu is het ech ter een feit, dat door den vroegeren minister van landbouw Kuttier ten overvloede is be vestigd er is trouwens niet aan te wrik ken dat niet het minst door de actie der Landaankoopbank de grondprijzen in de 10 jaar van het bestaan dezer instelling (yan 1895?1905) gestegen zijn tot 2Ji maal hun vroegere hoogte. Zegge met 150 en meer pCt. Reeds nu verklaarde Stolypin in zijn rede, dat de gemiddelde prys, dien de K. D. voor het goedsland bij onteigening zouden willen doea betalen, ongeveer 80 R. per dessj., veel te laag is; hij wilde in een groot deel van Europeesch Rusland tot 200 en 300 R. gaan. Gaat de Boerenbank met haar landaankoopoperaties slechts voort in denzelfden maatstaf als nu, dan kunnen werkelijk zulke prijzen bereikt worden. En de boeren zouden dan de daarmee overeenkomende rente uit dit ge kochte land moeten halen en de koopschuld aan de Boerenbauk betalen? Dit is iets, wat de regeering en het loerende buitgierige jonkerdom achter haar zelf niet gelooft. Neen, het geheele volk moet daartoe bij springen en de zakken der jonkers helpen vullen. Immers de Boerenbank moet den boeren het land tegen matiger prijzen afstaan. Doch hierbij merkt zelfs de meest gema tigde" pers zeer terecht op, dat zulk een staatshulp van zeer problematische natuur is, waar de totaal verarmde en landbegeerige boerenmassa bijna % der bevolking uitmaakt. Münchhausen slaagde in het kunstje,zichzelf aan zijn haarstaartuit het moeras op te trekken. Doch dat de armoede der boeren inRusland met behulp van uit de boeren geperste belastingkopeken zou kunnen worden opgeheven, dat geloove wie wil. Want het maakt geen onder scheid, of de boer hooge prijzen direct roor het land moet betalen, of dat hij dezelfde prijzen indirect door hooge belastingen betaalt. De belastingdruk zou nog zwaarder worden dan hij nu reeds is, d. w. z. geheel ondraaglijk, en de toestand der boeren zou niets veran derd zijn. Wanneer reeds de doorvoering van het liberale onteigemngsplan den -<taat onge veer 4)4 milliard moet kosten, hoeveel grooter zou dan de last niet zijn, die het volk ten bate der grondbezitters opgeladen zou worden door de grondpolitiek der regeering. De boeren zouden niet alleen daardoor niet geholpen worden, maar de geheele Staat zou generaties lang voor de 130,00'.) lords moeten worden uitgeperst. Volgens Kuttier zelf zou de Staat bij uitvoering van dezen rooftocht ten bate der grondbezitters in zoo ernstige financieele moeielijkheden geraken, dat hy wel gedwon gen zou worden den landaankoop te staken. En zoo oordeelt over het agrarische program der regeering niet een sociaal-revolutionnair, maar een gewezen minister en de huidige leider der liberalen, wat betreft de agrarische vragen, in de Doema. Dit zal natuurlijk de liberalen niet verhinderen, weder domheden te begaan, waartoe hen nu reeds b.v. de Sl.,wo, het orgaan der constitutioaalisten van het slag Witte, aanspoort. Dit blad heeft reeds vaak getoond een goeden neus te hebben voor de tactische zwenkingen der K. D., welke geregeld naar rechts bleken te zijn. Daarbij komt, dat de K. D. evenals de rcgeering door de toenemende berichten omtrent de agrarische beweging op het land, steeds nerveuser worden. Aan die toeneming van de beweging onder de ontzaglijke boerenmassa's is ook wel de geheele verklaring" der re geering te danken. De regeering heeft het zelfs noodig geacht, weer bizondere beraad slagingen te doen plaats vinden betreffende de repressaille-maatregelen bij het onder drukken dier bewegingen. Zoo ook heeft zij van de politie zeer uitvoerige berichten in g..vorderd omtrent de viering van den Mei dag door landarbeiders als teeken van de algemeene gisting onder de landelijke be volking. Veldarbeidersstakingen worden b.v, gemeld uit de gouvernementen Orel, Tschernigov, Ssaratov, Koersk, Wolhynie, Toela enz. Inzonderheid de zuidelijke gouvernementen schijnen weer het tooneel te zijn van een uitgebreide beweging. In die omstandigheden verdient wel de passas in Stolypin's regee ring de meeste aandacht, waar hij zegt, dat de regeering niet zal toelaten, dat het streden der revolutionnaire socialiseering van den bodem onder de boeren wortel vat, dat zij dat gewelddadige streven met alle strengheid zal bestrijden. Daar vindt men de werkelijke agrarische hervormingsmaatregelen der re geering bajonetten, kogels en nagaïka. Zoo begrijpt het ook het half-officieuse reptiel, het Nowoje Wremja. De partijen der linkerzijde, die in haar program alle de gedwongen onteigening zonder schadeloosstelling hebben opgenomen, als het eenige middel om de 100 millioen Russische boeren te bewaren voor nog diepere verzinking ia de afgrijselijkste ellende en den permanenten hongerdood, zullen natuurlijk geen haar breed van dit standpunt afwijken. Zij hebben terecht de rede van Stolypin als een oorlogsverklaring aange hoord, als een oorlogsverklaring van den gedelegeerde van 130,000 tot de tanden gewaf endeen over de Staatsmacht beschikkende roofridders aan 90 millioen menschen, die niets bezitten dan hun diepen nood en het onverwoestbare geloof in de gerechtigheid hunner zaak. v. RAVESTEYN. Atoien. Onder dezen titel geeft prof. Hubrecht in de Gids van April een helder en aange naam geschreven overzicht van nieuwe theorieën uit fysika en chemie, en waar hij zich zelf ter dege als den beschaafien leek en niet als den vakman voorstelt, mag men niet van hem verlangen, dat hij kritiseert in plaats van enkel te refereeren. Toch moet men betreuren, dat hij op een enkel punt niet zijn scheikundige collega's om advies vroeg. Nergens beter dan juist in Utrecht had hij kunnen vernemen, dat het periodiek systeem, geenszins onverdeelde bewondering verdient, en geenszins door de ontdekking van het argon gesteund wordt. Het periodieke systeem rangschikt de elementen op een zekere wijze, met de be doeling dat in die wijze van rangschikking de eigenschappen der elementen tot uit drukking komen. Het is een groote en sehoone poging om alle elementen tot leden van n familie te verheffen. Een groote en sehoone poging, een «roote en sehoone droom, helaas met het grillige en vage van een droom, en alleen door allerlei dwang tot een scherp beeld, en dus een scherp schijnbeeld van de werkelijkheid te maken. Men moet doen alsof de atoomgewichten van tellwium en /odium even groot zijn, liever nog alsof liet laatste grooter is dan het eerste, terwijl volgens de beste gegevens het eerste grooter is dan het laatste. Zóó moet men doen, en erger nog. Want als prof. Hubrecht zegt, dat de nieuwere gassen, argon en zijn trawanten, (wel eens de edele gassen genoemd) onver mijdelijk het periodieke systeem op de gewenschte wijze aanvullen, als hij dat zegt, maakt hij zich in alle onschuld mede plichtig aan een knoeierij, die ik niet onge neigd ben misdadig te noemen, waar ik zie welk misverstand zij verspreidt. Want het atoomgewicht van het eerst en best bekende edele gas is niet- 38, zooals prof. Hubrecht het overneemt, het is 40. Kn juist wijl het 40 is en niet 38, is het niet een onvermijdelijke steun voor het stelsel, doch een onvermijdelijk bezwaar er fee/in, on zelfs geen klein bezwaar. Maar zij, die het systeem door dik en dun willen handhaven, verlagen het ware cijfer, om van een vijand een vriend te maken. Het periodieke stelsel is een sehoone droom, en, practisch-wetenschappelijk be schouwd, een verdienstelijk doch grof hulp middel, dat menigmaal te pas komen kan, maar om den schijn van strenge stelsel matigheid te behouden, nog mér geknoei noodig heeft, dan reeds aangeduid werd. Van niemand beter dan juist van de heeren zijner eigen faculteit had prof. Hubrecht dit alles kunnen vernemen; niemand beter dan juist deze heeren hadden hem er voor kunnen behoeden zulk een grove onjuistheid te populariseeren. Want het is prof. Cohen, die no»; zoo lang niet geleden aan het stelsel een slag van belang toebracht, en het zijn de professoren Cohen en Van Romburgh beiden, die in hun leer boek voor anorganische chemie van het periodieke stelsel zich afmaken met een vonnis, dat aan menig ander vakman wel wat al te radicaal schijnen zal. En als prof. Hubrecht eens nagaat, hoe Ostwald in zijn anorganische chemie over het stelsel zich uitlaat, zal hij ook van dezen uitnemenden scheikundige hooren, dat het systeem niet mér waard is, dan wat hierboven gezegd werd. CH. M. VAX DEVENTER. Garoet, Mei '07. Een welgeslaagde poging, Het heeft lang geduurd, eer men er toe gekomen is, maar eenmaal het initiatief ge nomen, heeft men er geen gras over laten groeien en ... is men tevens kranig voor den dag gekomen. Die men" is de Parijache Sociétéanonyme les logements eonomiques pour families nombrenses. En deze vereeniging, die dus ten doel heeft woning-ver betering voor den minder-bedeelden-op-financieel gebied en den tevens rijkere aan kinderental (dan de meeste Parij zenaars) zij mag met haar eerste pogingen volkomen tevreden zijn. Begonnen met een kapitaal in aandeelen van 236.000 francs, rentende 3 pCt. heeft men na de oprichting en nadat het eerste huizencomplex in exploitatie genomen is, dit kapi taal tot 600.000 gebracht en men heeft alle hoop het weldra tot n of zelfs tot meer dere millioenen francs vermeerderd te zien. De eerst-opgerichte woningen voorgemeld doel zijn gesticht ia de Rue du Télégraphe (20e arrondissement). Zy werden met graagte onmiddelyk gehuurd en de ontvangsten aan huur in 1906 van deze panden, die een oppervlakte meten van 1,010 vierk. meter, terwijl de doorslagsruimte voor elke woning 49 M. bedraagt en den inhoudsmaat evenzoo gemiddeld op 120 kub. M. gesteld wordt, waren 24.121 francs. De exploitatiekosten in 't geheel en loopend over genoemd jaar, be droegen frcs. 11.465. Dus werd een twaalf en een half mille francs winst gemaakt. Merkwaardig is het feit, dat de sterfte onder de bevolking dier woningen, die nu reeds tot een viertal complexen zyn gestegen, aanmer kelijk minder is, dan deze zich vertoont onder gelijk-klassige bevolking, wonend in de gewone Parijsche logies. In de woningen Rue du Télégraph be draagt zij 9 per mille, terwijl de algemeene sterfte in de Seinestad op 19 wordt berekend. Het tweede gebouw (Rue Belliard) is nu 1.1. April geopend en even snel als het eerste pand ook weer bevolkt. Onnoodig te zeggen, dat zulke woningen z\j 't dan met de toepassing van hél wat meer hygiënische voorschriften dan men te Parijs in dergelijke huizen tot nu toe in acht heeft genomen toch steeds kazernes blyven, en dat van het Hollandsche systeem voor J. O. Plein 99a^ -t- -H -+ -+ -t- 's-Gravenhuge. Moderne Schilderijen, Aquarellen enz. E TAALVAR Magazijn Oud-Holland" Damrak 75, Amsterdam. Directie: P._C. PAEEELS. Imitatie- en Antiek Kunstsnijwerk, Koper- en Zilverwerk, Porselein, Glas, Tin, Oude Perzische Tapijten enz. enz. ATELIER VOOR HET VERVAARDIGEN __ _ _ _ VAN' OUD-HOLLANDSCH SNIJWERK. TELEFOON 7261. Alp. tot- en KnMHiiverliÉsliaiÊl SI ER KUNST" IN. Spiegelstrnat 3S. Verschillende soorten Aardewerk, Batik- en Borduurwerk, Koperwerk, Beeldhouwwerk . Schilderijen, Teekeningen, Etsen, Foto's en Lithografieën, Antiquiteiten (Meubelen, Aarde werk enz.) RUDOLF ELION & C'. AT?U?R2sIED?CGRATI?V -:- (Ontwerpen en uitvoering van -:- PLAFOND- EN WANDBESCHILDERING KUNSTNAALDWERK Ontwerpen, begonnen patronen en -:- -:- uitgevoerd werk z.a. -:- -:Voor Amsterdam verkrijgbaar bij Gez. KNOL, Keizersgracht 478. BATIKS VAN HEIII HIERCKENS. ONTWERPEN EN TEEKENINGEN ? op het gebied van Kunstnijverheid NAAMLOOS VENNOOTSCHAP ZEISTER FABRIEK _ _ _ v A N KOPERWERKEM 2 MINUTEN VAN - STATION DRIEBERGEN MODERN EN _ ANTIEK KOPERWERK GIETERIJ VOOR FIJN KOPER EN BRONS D.D«BIÈVREBIESMRT ACHTER 8T. PIET EK 16 -:- -:- Utrecht -:- -:MAOAZIJS VAM COMPLETE MEU BELEERING EN STOFFEERING = VERHUIZINGEN, TRANSPORTEN, SPECIALE AFDEELING AIxTIQUI TEITEH EN KUNSTVOORWERPEN KUNSTHANDEL ?-? ??-? ??-? ??-? WED. G. DORENS & ZN. >: :-: :-: EXPOSEERT : - - - - ROKIN 56. ORIGINEELE ETSEN EN LITHO'S VAN BAUER, DUPONT, GR. VA^ ROGGEN MOULIJN, NIEUWENKAMP, _ _ WITSEN, E. A. ORIGINEELE FRANSCHE KLEURETSEN. ETSEN NAAR SCHILDERIJEN VAN HOLLANDSCHE MEESTERSVAN PROF. DAKE, GR. VAN ROGGEN. E A. t t t REPRODUCTIES PROCÉDÉ_ _ VAN MEURS. SIMILI-AQUARELLEN, KLEURDRUKKEN, ENZ. t t t t t t t COPRNHAGEN-PORCELEIN f f f t REPRODUCTIES NAA.R BEELDHOUW WERKEN t t t t t t t t t t - SPIEGELS EN ENCADREMENTEN. DRKSCHMflBEL (C L D C H E'S> OPJMDPER EN ZINK GtB°W?FELIX MERITI5" KEIZER5GRACMT32^ TEL. 2ÖO7 Kunsthandel KRÜOER & 37« Noordeinde. 's-Gravenhage. Permanente Tentoonstelling Schilderijen en Aquarellen. v: Sd U WONING-INRICHTINGEN SPUISTRAAT. 76 DAMRAK.. AMSTERDAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl